ZOA-Vluchtelingenzorg Jaarverslag 2010



Vergelijkbare documenten
VERANTWOORDINGS- VERKLARING 2014

Noodhulp in de Hoorn van. Jeroen Jurriens, Disaster Management Unit ICCO & Kerk in Actie

8 keer beoordeeld 10 december 2013

VERANTWOORDINGS- VERKLARING 2016

Hoofdlijnen van het beleidsplan Stichting Save the Children Nederland

Trainee bij ZOA.

Leidraad voor provinciale besluitvorming in het kader van noodhulp

FUNCTIEPROFIEL. De Manager Marketing & Communicatie: 1. ORGANISATIE

Vrienden van dorcas.

Burundi. Beroepsopleiding voor teruggekeerde vluchtelingen in Burundi. Uitvoeringsperiode Marius Stehouwer, landendirecteur ZOA Burundi

Stichting Emda. Beknopt Jaarverslag Network for European Monitoring and Development Assistance EMDA. Voorwoord

Katakle Business Plan Groeiplan voor het programma van The Hunger Project in Benin

Stichting Emda. Beknopt Jaarverslag Network for European Monitoring and Development Assistance EMDA. Voorwoord

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF

Schoon drinkwater en verbeterde hygiëne voor de bevolking van Deh Sabz, Centraal Afghanistan. Eindrapportage

De missie van Eye Care Foundation is het toegankelijk maken van primaire oogzorg voor kansarme mensen in ontwikkelingslanden.

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

3. Dit directiereglement kan - na overleg met de directeur - worden aangevuld en gewijzigd bij besluit van de raad van toezicht.

Het Nederlandse Rode Kruis helpt direct. Jaarverslag 2015

REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: "de stichting");

DE BASIS EN SPEERPUNTEN VOOR

JAARVERSLAG Stichting Fadhili

STICHTING HOVERAID NEDERLAND Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

Duurzaamheidsbeleid Doingoood

Jaarverslag april 2018 Versie 1.0

Het Nederlandse Rode Kruis helpt direct. Jaarverslag 2013

Beleidsplan Stichting Steensoep

Beknopt Jaarverslag

Docentenhandleiding Kruidnotenactie 2015

Jaarplan 2014 Kameroen/Nederland

Rampenmanagement Zuid-Soedan

Inhoudsopgaven I. Voorwoord II. Drijfveer III. Geschiedenis -doelstelling - missie - visie - werkgebieden - middelen

Gedragscode. Gewoon goed doen

Jaarverslag juli 2017 Versie 1.0

Jaarplan 2016 Stichting Present Assen

De gedragscode Goed Bestuur van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid- Kennemerland. (STOPOZ)

Opties voor Internationale samenwerking Bijlage 2 bij advies internationale samenwerking

Stichting So Logical Foundation

Kleine boeren oogsten succes dankzij zaden op krediet

Stichting Jyambere Aanmoediging tot ontwikkeling

Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis.

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018

Beleidsplan SVK

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT

Een korte handleiding

4.2 Inzichten in de behoeften en verwachtingen van de belanghebbenden. 4.3 Het toepassingsgebied van het milieumanagementsystee m vaststellen

STICHTING HOVERAID NEDERLAND Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer

Beleidsplan Liberi Foundation

REGLEMENT BESTUUR STICHTING SYMPANY EN SYMPANY+

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T

Best Practice-bepalingen 0.1 Met enige regelmaat wordt een zorgvuldige analyse gemaakt van het gewenste besturingsmodel.

Stichting Latoer BELEIDSPLAN

T O E Z I C H T S K A D E R

Nederlandse Rode Kruis zoekt ervaren bestuurders voor district Brabant Zuidoost

Profielbeschrijving Voorzitter College van Bestuur. Pagina 1

NalateN. aan zoa. GIRO 550

Jaarplan 2017 Stichting Present Assen

We sluiten onze ogen niet voor mensen in nood. Maak een blijvend verschil door een deel van uw nalatenschap te schenken

FUNCTIE/ORGAAN: Directeur

FUNCTIEPROFIEL. VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT EN LID RAAD VAN TOEZICHT (profiel bedrijfsvoering)

TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE. 8 februari

Visie op toezicht en bestuur Raad van Toezicht en Raad van Bestuur Woonstichting t Heem

Serving. the. One. who. serves

Functiebeschrijving CLUSTERVERANTWOORDELIJKE NIET-VERPLICHTE HULPVERLENING B4-B5

JAARVERSLAG 2015 PURE! Foundation

DORCAS SAMENVATTING VAN HET DORCAS JAARVERSLAG UITGAVE: JUNI Beschermen van de meest kwetsbaren

Beleidsplan Stichting Kids2School

De bedrijfswereld steunt het recht van kinderen om te spelen

Reglement van de auditcommissie van de Raad van Toezicht van Hogeschool Van Hall Larenstein

VERANTWOORDINGSVERKLARING Code Goed Bestuur

Artikel 3 - Benoeming 1. De (her)benoeming van een Bestuurder geschiedt onverlet diens arbeidsrechtelijke positie voor een periode van vier jaar.

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE TELEGRAAF MEDIA GROEP N.V.

TOEZICHT BIJ MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES Een bewerkelijk werkje

Profielschets Raad van Commissarissen R.K. Woningbouwvereniging Zeist

Strategisch plan

Het Wie, Wat en Hoe vanwelzorg in 2012

Visie op besturen en toezicht houden bij Goed Wonen Gemert

REGLEMENT DIRECTIE/RAAD VAN BESTUUR FONDS VOOR CULTUURPARTICIPATIE

Jaarrapport 2013 Boerderij van Nambikay

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Compliance program. Vastgesteld en gewijzigd in de bestuursvergadering van 12 februari 2014

Velsen staat midden in de wereld Uitwisseling op gebied van ontwikkeling, cultuur en economie

Governance Code 2018

Jaarverslag Transferium Jeugdzorg 2013:

FUNCTIEPROFIEL 1. ORGANISATIE. Noorderpoort

Governancestructuur WonenBreburg. januari 2012, geactualiseerd augustus 2015

Stichting Freedom in Christ Ministries Nederland. Beleidsplan

Beleidsplan Liberi Foundation

Hoofdlijnen beleidsplan Ronald McDonald Kinderfonds

Tanzania Handeni

Februari Goed mkb-bestuur en accountant: een waardevolle combinatie

Unicef. Bram van t Hoff De Flambouw Groep 8 17 Januari 2012

Standards Clubhuismodel

BELEIDSPLAN WAKIBI 2019

GOED NALATEN. Over nalaten aan ZOA

Cursus Fondsenwerven. Ben Hekkema & Martijn Pool 7 november 2014

Visie Better Care Network Netherlands. Een gezin voor ieder kind. Margot Klute, Wereldkinderen, namens Better Care Network NL

Transcriptie:

ZOA-Vluchtelingenzorg Jaarverslag 2010

Inhoud 1 VOORWOORD 4 2 ZOA IN VOGELVLUCHT 6 3 PROFIEL VAN ZOA 8 3.1 De organisatie 9 3.2 Organisatiestructuur 10 3.3 Verantwoordingsverklaring 10 3.4 Samenwerkingsverbanden 13 4 Onze programma s 14 4.1 Doelgroep 15 4.2 Werkomgeving 15 4.3 Aanpak 15 4.4 Milieu 16 4.5 Resultaten en impact 16 4.6 Monitoring en evaluatie 16 4.7 Kennis- en beleidsontwikkeling 16 4.8 Evaluatie van de doelstellingen voor 2010 17 5 PROGRAMMALANDEN 18 5.1 Afghanistan 20 5.2 Burundi 22 5.3 Cambodja 24 5.4 Democratische Republiek Congo 26 5.5 Ethiopië 28 5.6 Liberia 30 5.7 CDN Myanmar 32 5.8 Noord-Sudan 34 5.9 Zuid-Sudan 36 5.10 Sri Lanka 38 5.11 Thailand 40 5.12 Uganda 42 6 NOODHULP 44 6.1 Haïti 45 6.2 Pakistan 46 6.3 Myanmar 46 7 FONDSENWERVING EN VOORLICHTING 48 7.1 Communicatie en voorlichting 49 7.2 Fondsenwerving 52 7.3 Campagnes en evenementen 55 7.4 Klachten 56 2 - jaarverslag 2010

8 KWALITEITSCONTROLE, VERANTWOORDING EN EVALUATIE 58 8.1 Kwaliteitsmanagement 59 8.2 Risicomanagement 61 8.3 Reflectie en evaluatie 63 9 ONDERNEMINGSRAAD 65 10 VERSLAG VAN DE DIRECTIE 66 10.1 Strategie 67 10.2 Medefinancieringsstelsel - MFS2 67 10.3 Noodhulp 68 10.4 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 68 10.5 Medewerkers 68 10.6 Vrijwilligers 69 10.7 SWOT-analyse 69 10.8 Doelstellingen en resultaten 70 11 VERSLAG VAN DE RAAD VAN TOEZICHT 72 11.1 Verhouding directie en Raad van Toezicht 73 11.2 Besproken onderwerpen in 2010 73 11.3 Remuneratie- en auditcommissie 74 11.4 Samenstelling van de Raad van Toezicht 74 11.5 Salaris en nevenfuncties van de directeur 75 11.6 Evaluatie van het functioneren van de Raad van Toezicht 75 12 JAARREKENING 78 12.1 Algemene beschouwing 80 12.2 Jaarrekening 2010 81 3 - jaarverslag 2010

1. Voorwoord

ZOA bestaat dankzij haar achterban. Daar zijn we in 2010 extra bij bepaald, onder andere door de noodhulp die we konden verlenen na de aardbeving in Haïti en de overstromingen in Pakistan. Vanuit de achterban is zeer gul gegeven om de ondersteuning aan de slachtoffers mogelijk te maken. In 2010 namen de inkomsten vanuit de achterban toe met bijna dertig procent. Zo blijkt dat in tijden van economische crisis mensen niet willen bezuinigen op de hulp aan mensen in nood. Door deze steun van vele particulieren en ondernemers, van tientallen scholen en honderden kerken kunnen wij iets van Gods betrokkenheid bij deze gebroken wereld laten zien aan de slachtoffers van rampen en gewelddadige conflicten. We zijn dankbaar voor het vertrouwen dat we ook in 2010 weer hebben gekregen van onze achterban. ZOA steunt al 37 jaar op dat vertrouwen. De organisatie voelt zich dan ook aan deze mensen verplicht. We beseffen dat we als organisatie zonder die achterban geen bestaansrecht hebben. Het is terecht dat transparantie gevraagd wordt, en verantwoording van de bestede middelen. In de context van rampen en conflicten is dat een forse uitdaging. Elk van de veertien landen waar ZOA werkt heeft een eigen dynamiek waardoor in elk land eigen oplossingen nodig zijn. Tegelijkertijd streeft ZOA naar eenduidigheid als het gaat om procedures en richtlijnen. We willen verantwoording afleggen aan donoren en aan de achterban, en dan is het belangrijk dat de manier waarop we resultaten meten, overal eenduidig is. Wij zijn ervan overtuigd dat onze organisatie zeer effectief is. De organisatie evalueert het eigen functioneren en wordt ook door externe partijen beoordeeld op haar kwaliteit en effectiviteit. In dit jaarverslag willen we dat graag laten zien. U kunt lezen wat we doen in de landen waar we werken (hoofdstukken 4, 5 en 6). We geven ook openheid over de manier waarop we dat doen en hoe het geld dat aan ons is toevertrouwd is besteed (hoofdstukken 7, 8 en 12). En we willen duidelijk maken wie en wat we zijn en waar we voor staan (hoofdstuk 3). U zult grote getallen lezen; ook in 2010 mochten we miljoenen mensen bereiken met hulp. Voor al die mensen geldt: God kent hen persoonlijk en geeft om hen. Bijvoorbeeld om die jonge vent in Darfur, die in het kamp niets om handen had en nu door een opleiding tot lasser zijn toekomstdromen terugvond. En om het Cambodjaanse gezin dat jaren op de vlucht is geweest en er nu trots op is weer in het eigen onderhoud te voorzien. In het hele jaarverslag hebben we dergelijke persoonlijke verhalen opgenomen. Ik hoop dat dit jaarverslag u meer biedt dan feiten en cijfers, maar dat u zult lezen over dat waar het ons ten diepste om gaat: verschil maken in de levens van mensen. Johan Mooij, Algemeen directeur 5 - jaarverslag 2010

2. ZOA in vogelvlucht 6 - JAARVERSLAG 2005

De doelgroep Mahamed Hassen Esse (Somalische vluchteling in Ethiopië): Mijn kind was ondervoed. Toen kreeg ik de kans om mee te doen met het moestuinproject van ZOA. Nu verbouw ik genoeg groente om mijn gezin te voeden en om nog wat te verkopen in het kamp. Het is heerlijk om mijn kinderen nu te zien rennen en spelen! ZOA-Vluchtelingenzorg werkt onder vluchtelingen en ontheemden in Azië en Afrika. Sinds 2010 werkt ZOA ook in Haïti en Pakistan, waar de organisatie eerst noodhulp verleende en nu overgaat tot ondersteuning van de wederopbouw van het land. ZOA werkt in veertien landen en bereikte in 2010 in totaal 1,9 miljoen mensen. In hoofdstuk 4 leest u meer over de doelgroep en over de landen waar ZOA werkt. De achterban Jan en Martha Aalbers werken al jarenlang mee aan de huis-aan-huiscollecte in Apeldoorn. Ik weet wat ZOA doet er is zo veel werk te doen onder vluchtelingen. Dan is het niet moeilijk om betrokken te raken, zegt Jan. ZOA heeft een grote en trouwe achterban. Er is een groot aantal scholen en kerken betrokken bij ZOA s werk. Daarnaast zijn er zo n 17.000 collectanten voor ZOA actief. Kinderen, jongeren en volwassenen kunnen ambassadeur van ZOA worden, door hun tijd en talenten te geven en door het werk van ZOA bekend te maken onder hun eigen contacten. Ondernemers die ZOA s werk steunen, bundelen hun krachten in het ZOA Business Ambassadors Network. De medewerkers Christian Mulenda is projectsupervisor voor ZOA in Congo. ZOA behandelt de mensen niet als hulpeloze baby s, maar zoekt naar mogelijkheden om mensen zelf verantwoordelijk te maken. Dat gaat niet vanzelf, ervaart Christian. Het is een van de grootste uitdagingen van mijn werk. De mensen die vele jaren als vluchtelingen in kampen hebben gezeten, zijn niet meer gewend om zelf verantwoordelijkheid te nemen. Door de werkwijze van ZOA heb ik er echter vertrouwen in dat we goede resultaten zullen boeken. Op 31 december 2010 werkten 686 mensen voor ZOA. In totaal 112 medewerkers werken op basis van een Nederlands contract, waarvan 58 op het hoofdkantoor in Apeldoorn. Het grootste deel van de medewerkers in de landen is lokaal personeel. Het traineeprogramma, dat in 2009 startte om jonge mensen een kans te geven werkervaring op te doen, wierp in 2010 de eerste vruchten af. Vijf trainees konden doorstromen naar een junior-functie. De organisatie Johan Mooij, directeur van ZOA-Vluchtelingenzorg: ZOA wil, zoals ons strategiedocument verwoordt, tekenen van hoop bieden in de landen waar we werken. Dat kunnen we doen dankzij onze achterban. ZOA is sterker afhankelijk van donateurs dan van financiering vanuit de overheid. Daarom hechten we veel waarde aan de verbinding met de achterban. Ondanks de financiële crisis hebben donateurs meer gegeven dan in voorgaande jaren. Het is een zeer bemoedigend teken dat onze achterban niet wil bezuinigen op de ondersteuning van kwetsbare mensen in nood. ZOA-Vluchtelingenzorg ondersteunt mensen die lijden als gevolg van een gewapend conflict of natuurramp, door hen te helpen hun bestaan opnieuw op te bouwen. De organisatie werkt in fragiele omgevingen met een integrale benadering, vaak in samenwerking met lokale partnerorganisaties. Veel aandacht gaat naar de sectoren water en sanitatie, onderwijs, landbouw, vredesopbouw en capaciteitsopbouw. In de laatste jaren komt de nadruk steeds meer te liggen op het versterken van voedselzekerheid en op economische ontwikkeling. Dit is de manier waarop ZOA de doelgroep helpt om weer op eigen benen te staan en in het eigen onderhoud te kunnen voorzien. De cijfers De totale inkomsten namen in 2010 sterk toe. Dit is vrijwel geheel toe te schrijven aan de ruimhartige giften na de rampen in Haïti en Pakistan. Vanuit de eigen achterban werd ruim 2.600.000 ontvangen naar aanleiding van deze rampen. De totale inkomsten van ZOA waren 28.761.381, een toename van tien procent ten opzichte van 2009. Het geld is als volgt besteed: 91% 5% 4% Projects Fundraising Overhead 7 - jaarverslag 2010

3. Profiel van ZOA 8 - jaarverslag 2010

3.1 De organisatie Geschiedenis ZOA bestaat 37 jaar in 2010. Het begon allemaal met een groep bevlogen studenten die in 1973 geraakt werden door de nood van bootvluchtelingen in Zuidoost Azië (uit die tijd stammen de letters ZOA). Vanuit een klein zolderkamertje in Groningen legden zij de basis van een organisatie die nu zo n 700 medewerkers telt en werkzaam is in veertien landen onder slachtoffers van conflicten en rampen. In de eerste jaren gaf ZOA financiële steun aan projecten of andere uitvoerende instanties. Begin jaren tachtig begon ZOA met het uitzenden van veldwerkers om programma s uit te voeren in vluchtelingenkampen. Al snel breidden de activiteiten zich ook uit naar Afrika. ZOA-Vluchtelingenzorg ontvangt veel financiële steun van particulieren. Hun giften vormen de basis van al het werk. Daardoor komt de organisatie ook in aanmerking voor institutionele fondsen om programma s te financieren. Op die manier kon ZOA haar activiteiten enorm uitbreiden. Dit laatste ging hand in hand met een proces van professionalisering. Visie In een wereld vol conflicten, onrecht, armoede en rampen willen wij bijdragen aan tekenen van hoop en herstel. Wij zien dit gebeuren als mensen weer vrede, recht en wederzijds vertrouwen ervaren en hun persoonlijke waardigheid en zelfvertrouwen hervinden. ZOA handelt naar en draagt bij aan het Bijbels perspectief van Gods koninkrijk, dat verzoening en herstel in volle glorie zal brengen. Intussen roept God ons op recht te doen en trouw te zijn aan de mensen die onze steun nodig hebben. Missie ZOA-Vluchtelingenzorg ondersteunt mensen die lijden als gevolg van een gewapend conflict of natuurramp, door hen te helpen hun leven opnieuw op te bouwen. Wij doen een beroep op onze achterban en partners, in het Noorden en in het Zuiden, om hun verantwoordelijkheid te nemen en betrokken te raken. Wij bieden een maximale toegevoegde waarde aan diegenen die wij ondersteunen en aan diegenen die ons ondersteunen. Kernwaarden Trouw De mensen die wij dienen worden constant geconfronteerd met onzekerheid over hun toekomst. Het is onze verantwoordelijkheid om hen steun te geven waarop ze kunnen rekenen, onze beloften waar te maken en hen trouw te zijn. Trouw zijn betekent dat wij betrokken blijven bij de gemeenschappen die door conflict getroffen zijn, tot het moment dat zij weer op eigen benen kunnen staan. Zelfs als de publieke en politieke omstandigheden niet hoopgevend zijn, vereist onze trouw dat wij blijven ondersteunen, zo lang als redelijkerwijs mogelijk is. Menselijke waardigheid Wij behandelen alle mensen gelijk en met respect. Wij maken geen onderscheid tussen ras, religie, geslacht of politieke voorkeur. Tegelijkertijd erkennen en waarderen wij dat er verschillende rollen, posities en verantwoordelijkheden zijn, waarvan wij ons bewust moeten zijn, in het bijzonder tussen het Noorden en het Zuiden en tussen donoren en ontvangers. ZOA respecteert culturele verschillen tussen mensen, gemeenschappen en organisaties en probeert deze verschillen te overbruggen door aan te sporen tot wederzijds begrip. Rentmeesterschap Onze doelgroep beschikt over een verscheidenheid aan waardevolle capaciteiten, die het waard zijn om in te investeren. Wij streven ernaar goede rentmeesters te zijn voor de mensen die wij dienen en hun talenten te koesteren door het trainen en ontwikkelen van hun vaardigheden, om hen in staat te stellen weer onafhankelijk te worden van externe hulp en hen nieuwe kansen voor de toekomst te geven. Recht ZOA komt op voor de rechten van kwetsbare en gemarginaliseerde mensen. In het Zuiden bestrijdt ZOA onrecht door het opzetten van wederopbouw- en hervestigingsprogramma s voor mensen die door een conflict zijn getroffen. In het Noorden bevorderen we het bewustzijn over onrecht in de wereld, zodat meer mensen zich uitspreken voor recht. 9 - jaarverslag 2010

Kwaliteitsstandaarden en codes ZOA heeft voor de eigen organisatie een raamwerk van richtlijnen en procedures opgesteld die voldoen aan de ISO-norm. Deze zijn terug te vinden in het kwaliteitshandboek en in het PME-raamwerk (Programma Monitoring en Evaluatie). Het streven naar programmatisch werken is daarin het hoofddoel. ZOA onderschrijft de volgende kwaliteitsstandaarden en -codes: De internationale gedragscode van het Rode Kruis: Code of Conduct for the International Red Cross and Red Crescent Movement and NGO s in Disaster Relief ; de internationale gedragscode voor personeel in hulpverlening: The People in Aid Code of Best Practice in the Management and Support of Aid Personnel ; de gedragscode voor humanitaire organisaties binnen de Europese Unie: NGDO Charter Basic Principles of Development and Humanitarian Aid NGO s in the European Union ; de code Goed Bestuur voor Goede Doelen ( code Wijffels, volledig geïmplementeerd) de gedragscode van de VFI voor fondsenwerving. Daarnaast vormen de Sphere Standaarden voor het uitvoeren van noodhulp- en wederopbouwwerk een uitgangspunt voor ZOA s werk. 3.2 Organisatiestructuur De leidinggevenden van de vijf afdelingen op het hoofdkantoor vormen samen met de algemeen directeur het managementteam. De landendirecteuren rapporteren rechtstreeks aan de algemeen directeur en vormen samen met het managementteam het internationale managementteam. Raad van Toezicht Algemeen directeur Human Resource Management Monitoring & Beleidsontwikkeling Programma s Fondsenwerving Programma s & Voorlichting Financiën Landendirecteuren Programma Adviseur Programma Manager Manager General Affairs De landenorganisaties functioneren in grote mate zelfstandig, waardoor ze goed kunnen inspelen op lokale ontwikkelingen. Het hoofdkantoor in Nederland ondersteunt de landenorganisaties bij de samenhang en continuïteit van het beleid, bewaking van kwaliteit, uitwisseling van kennis en ervaring, financieel beheer, fondsenwerving, rekrutering van staf en andere randvoorwaarden. Om de ondersteuning vanuit het hoofdkantoor richting de landenprogramma s te garanderen, zijn supportteams ingericht. Elk supportteam bestaat uit leden van de drie operationele afdelingen Programma s, Fondsenwerving & Voorlichting en Financiën, aangevuld met een lid van de afdeling Monitoring en Beleidsontwikkeling. Op deze manier kan het supportteam het landenprogramma bezien en ondersteunen vanuit elk van de verschillende disciplines. Personeel in 2010 In 2010 werkten 58 mensen op het hoofdkantoor in Apeldoorn (46,2 fte), plus nog negen vaste vrijwilligers en een stagiaire. 46 expats en acht trainees werken in de programmalanden met een Nederlands contract. De man-vrouw verhouding van de medewerkers met een Nederlands contract is 67 % 33 %. Op 31 december 2010 werkten 686 mensen voor ZOA. Het grootste deel van de medewerkers is lokaal personeel. 3.3 Verantwoordingsverklaring De tekst van paragraaf 3.3 is een samenvatting van de uitgebreide verantwoordingsverklaring, die in het geheel is te vinden op onze website www.zoa.nl (over ZOA/resultaat van ons werk/jaarverslagen) 10 - jaarverslag 2010

Het bestuur van ZOA-Vluchtelingenzorg onderschrijft de volgende principes: Binnen de organisatie is de functie toezicht houden (het vaststellen of goedkeuren van plannen, en het kritisch volgen van de organisatie en haar resultaten) gescheiden van het besturen, ofwel de uitvoering. De organisatie werkt voortdurend aan een optimale besteding van middelen zodat ZOA effectief en doelmatig werkt aan het realiseren van de doelstelling. Dit is vastgelegd in ons kwaliteits- en beheersingsmodel. De organisatie streeft naar optimale relaties met belanghebbenden. ZOA heeft gerichte aandacht voor de informatieverschaffing en voor de inname en verwerking van wensen, vragen en klachten. De organisatie als geheel, zowel in Nederland als in de gebieden waar ze werkzaam is, is continu in contact met belanghebbenden om het werk van ZOA mogelijk te maken. 3.3.1 Besturen en toezicht houden De bestuurder De bestuurder van de organisatie is de algemeen directeur. De algemeen directeur voert de algemene directie ten behoeve van de stichting. Hij bepaalt het beleid, stelt de financiële richtlijnen vast en heeft de eindverantwoordelijkheid voor de dagelijkse leiding. Dit houdt onder meer in dat hij verantwoordelijk is voor het realiseren van de doelstellingen van de stichting, de omvang van de bestedingen, de strategie en het beleid en de daaruit voortvloeiende resultatenontwikkeling. Het geven van vorm en inhoud aan de levensbeschouwelijke aspecten van de organisatie is hier ook onderdeel van. De directeur legt over de hierboven genoemde punten verantwoording af aan de Raad van Toezicht en verschaft de Raad alle informatie die daarvoor nodig is. De Raad van Toezicht De Raad van Toezicht toetst of het bestuur bij zijn beleidsvorming en de uitvoering van zijn bestuurstaken oog houdt op het belang van de organisatie in relatie tot de maatschappelijke functie van de stichting. De Raad toetst ook of het bestuur een zorgvuldige en evenwichtige afweging heeft gemaakt van de belangen van de verschillende belanghebbenden van de stichting. De Raad van Toezicht ziet er in het bijzonder op toe dat de uitvoering van het beleid van het bestuur overeenkomt met de vastgestelde en goedgekeurde (meerjaren)beleidsplannen en de begrotingen. De Raad en het bestuur maken daarbij afspraken over de ijkpunten die de Raad hanteert. Hierbij maakt de Raad gebruik van externe codes en richtlijnen waarvan periodiek de conformiteit wordt vastgesteld. 3.3.2 Optimale besteding van middelen ZOA-Vluchtelingenzorg heeft kwaliteit van de bedrijfsvoering hoog in haar vaandel staan. De kwaliteit stond onder druk door de sterke groei die de organisatie in de afgelopen jaren doormaakte. Daarom is extra geïnvesteerd in de kwaliteit van de organisatie. Het versterken van de interne beheersing en controle is één van de strategische richtingen van de organisatie. De definitie voor interne beheersing die ZOA hanteert is: het geheel van maatregelen dat er toe leidt dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen over de effectiviteit en efficiency van onze procedures en activiteiten; betrouwbaarheid van onze financiële rapportages; naleving van relevante wet- en regelgeving. De maatregelen die ZOA heeft genomen zijn in te delen in de volgende categorieën: kernwaarden van de organisatie; inrichting van de organisatie; inrichting van de bedrijfsprocessen; procedures en richtlijnen (beleid); ondersteunende systemen. ZOA s kwaliteitsmanagement is gecertificeerd op basis van de ISO 9001:2008 norm. ZOA heeft applicaties ontwikkeld om haar bedrijfsprocessen te ondersteunen en documenteren. De applicaties worden in alle programmalanden van ZOA gebruikt, zodat processen wereldwijd eenduidig worden toegepast en uitgevoerd. 11 - jaarverslag 2010

Risicomanagement Bij het uitvoeren van haar werkzaamheden loopt ZOA uitvoerings-, compliance- en veiligheidsrisico s. De belangrijkste maatregelen die ZOA heeft getroffen om risico s te verminderen, vindt u in paragraaf 8.2. Hier leest u ook meer over ZOA s antifraude- en anticorruptiebeleid. Extern toezicht en evaluatie Ten behoeve van de jaarrekening en ten behoeve van speciale projecten wordt externe controle uitgevoerd. De jaarrekeningen en speciale projecten worden extern beoordeeld. PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. leidt de controle van de jaarrekeningen. ZOA s werk wordt beoordeeld door verschillende externe auditoren (waaronder enkele van overheidsinstellingen) en geaccrediteerde auditoren. Daarnaast heeft ZOA een intern auditsysteem dat erop toeziet dat er effectief en efficiënt wordt gewerkt. 3.3.3 Relaties met belanghebbenden Achterban De achterban van ZOA bestaat ondermeer uit: Particulieren Kerken Scholen Bedrijven en vermogensfondsen In hoofdstuk 7 van dit jaarverslag vindt u gedetailleerde informatie over de manier waarop de achterban wordt geïnformeerd en actief wordt betrokken bij ZOA s werk, over de wijze van fondsenwerving en over de afhandeling van eventuele klachten. ZOA-Vluchtelingenzorg heeft kwaliteit en transparantie hoog in het vaandel staan. ZOA heeft het CBF-keurmerk en is lid van de Vereniging van Fondsenwervende Instellingen (VFI). Vrijwilligers Vrijwilligers zijn een bijzondere categorie van de achterban. Zij hebben een belangrijke toegevoegde waarde voor de organisatie. Tijdens de landelijke collecte gaan rond de 17.000 collectanten de deuren langs. Andere vrijwilligers kunnen specifieke taken vervullen die ZOA anders relatief duur zou moeten inkopen, zoals schrijf- en redactiewerk, de opbouw van evenementen of accountancy ten behoeve van interne controle. Vrijwilligers en ambassadeurs ontvangen vier keer per jaar de ZOActief of de reguliere ZOA-periodieken. De afdeling Human Resource Management onderhoudt de contacten met vrijwilligers die beschikbaar zijn voor uitzending naar het buitenland (de Short Term Workers). Medewerkers Gemotiveerde en betrokken medewerkers zijn essentieel voor ZOA om haar doelstellingen te realiseren. Medewerkers worden zowel formeel als informeel betrokken bij voor hen relevante onderwerpen. Op het hoofdkantoor vindt wekelijks een weekopening plaats waar relevante informatie wordt gedeeld. Deze informatie wordt vervolgens per emailnieuwsbrief gedeeld met de rest van de medewerkers wereldwijd. Institutionele donoren en overheden ZOA heeft contacten met internationale collega-organisaties en institutionele donoren zoals de Nederlandse overheid en de Europese Unie. Per doelgroep heeft ZOA accountmanagers benoemd die relaties met de belanghebbenden onderhouden. Doelgroep ZOA realiseert zich dat we werken met en voor mondige mensen, die door conflicten en rampen ongewild in een afhankelijke positie zijn terecht gekomen. We zijn constant op zoek naar manieren om hen de controle over hun eigen leven terug te geven, inclusief medezeggenschap over de hulpverlening. Dat doen we door hen intensief te betrekken bij de opzet, uitvoering en evaluatie van programma s. Daarnaast willen we aan hen graag verantwoording van ons werk afleggen, zoals we dat ook naar onze donoren doen. In december 2010 heeft ZOA in dit kader het lidmaatschap van de Humanitarian Accountability Part- 12 - jaarverslag 2010

nership (HAP) aangevraagd. Belangrijke onderdelen van accountability naar de doelgroep zijn duidelijke informatievoorziening vooraf over de doelen van de organisatie, actieve participatie van de doelgroep in alle fasen van een project, terugkoppeling over de resultaten en de aanwezigheid van formele kanalen waarlangs betrokkenen de organisatie feedback kunnen geven en kunnen klagen indien de organisatie haar toezeggingen niet nakomt. In Sri Lanka is een pilot voorbereid, waarbij de organisatie de doelgroep van tevoren duidelijker vertelt wat zij wel en niet kunnen verwachten. In de praktijk wordt de doelgroep al betrokken bij de evaluatie, maar binnen het pilotproject in Sri Lanka wordt dit ook geformaliseerd. In 2011 gaat ZOA werken aan de implementatie van de HAP-principes in de landen. 3.4 Samenwerkingsverbanden ZOA werkt samen met: Toegevoegde waarde Aard van ZOA s deelname Tear en Woord en Daad Red een Kind, Tear, Woord en Daad en Dorcas, in een noodhulpcluster Save the Children Nederland, CARE Nederland, Healthnet TPO, in het Dutch Consortium for Rehabilitation Samenwerking gebaseerd op gedeelde protestantse identiteit Informatietoevoer en ondersteuning Samenwerking gebaseerd op gedeelde protestantse identiteit Gezamenlijke fondsenwerving voor noodhulpacties Gezamenlijke aanvraag voor MFS2 voor financiering 2011 2015 Vergroten van de kwaliteit van het programmavoorstel en uitvoering Consultatie tussen directeuren Gedeelde verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van communicatie-uitingen voor scholen via Just Care Samenwerkingsverband voor noodhulp Penvoerder CARE Nederland Kennisuitwisseling Partnerschap voor programmafinanciering Tear Fund UK en Tear Gezamenlijke uitvoering van projecten in Congo Mede-uitvoerder Aqua for All, Simavi, AMREF Flying Doctors Draagvlakversterking bij scholen in Nederland via het wandelen voor water evenement Mede-uitvoerder van het evenement en van de activiteiten op basisscholen Happy Gift Kindernothilfe (Duitsland), Acet (Slowakije), Woord en Daad en Tear (Nederland) Medair Draagvlakversterking en bewustwording onder jongeren en studenten Bewustwordingscampagne in Europa m.b.t. HIV/Aids problematiek Samenwerking op het gebied van identiteit Wederzijdse uitwisseling van medewerkers Faciliteren door aanlevering project- en landeninformatie Mede-uitvoerder Samenwerkingsverband voor noodhulp ZOA is lid van: Toegevoegde waarde Aard van ZOA s deelname CDN (Samenwerkingsverband van ZOA, Red een Kind en Woord en Daad, werkzaam in Myanmar) Dutch Consortium Uruzgan (DCU) EU-CORD, netwerk van 22 christelijke organisaties voor noodhulp- en ontwikkelingssamenwerking. EU-CORD vertegenwoordigt de leden bij bijeenkomsten van Voice en Concord. PSO (Netwerk voor capaciteitsopbouw in ontwikkelingslanden) PRISMA Partos (parapluorganisatie van Nederlandse ngo s voor ontwikkelingssamenwerking) VFI IS-Academy (samenwerkingsverband met de Universiteit Wageningen, het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking en diverse andere NGO s) Samenbundelen van krachten voor noodhulp en wederopbouw na cycloon Nargis in deltagebied van Myanmar. Samenbundeling van activiteiten door samenwerking met Save the Children NL, Cordaid, Healthnet TPO en DCA-vet. Lobby bij EU, vertegenwoordiging Informatietoevoer Standaardisering van kwaliteitsmanagement, benchmarking Kennisuitwisseling en financiering Netwerk van christelijke organisaties Gedeelde afvaardiging in samenwerking met ICCO Beleidsafstemming Draagvlakversterking Toegang tot donoren als EO-Metterdaad Sectororganisatie: lobby naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Nederlands parlement Kwaliteitsmanagement standaardisering en benchmarking Kennisuitwisseling Via Partos: EU-ngo liaison Coördinatie, draagvlak en kwaliteit van fondsenwerving in Nederland Kennisontwikkeling en gezamenlijk onderzoek Eén van de drie deelnemende organisaties Lid en mede-uitvoerder Lid Lid Meerjaren leer-werk traject (LWT) Lid Deelname bij activiteiten voor draagvlakversterking Lid Lid ZOA levert capaciteit, kennis en ervaring. De uitkomsten leveren informatie voor beleidsontwikkeling ZOA financiert een PHD-onderzoekstraject in Uganda over voedselzekerheid 13 - jaarverslag 2010

4. Onze programma s 14 - jaarverslag 2010

4.1 Doelgroep ZOA ondersteunt gebieden waar de volgende groepen mensen leven: vluchtelingen - mensen die gevlucht zijn voor geweld of (natuur)rampen en die daarbij naar een ander land gegaan zijn; ontheemden - mensen die zijn gevlucht voor geweld of (natuur)rampen en die binnen de grenzen van hun eigen land zijn gebleven; teruggekeerde vluchtelingen - mensen die gevlucht of ontheemd waren en weer teruggekeerd zijn naar hun oorspronkelijke woongebieden; gastgemeenschappen de oorspronkelijke bewoners van het gebied waar ontheemden, vluchtelingen of teruggekeerde vluchtelingen zich gevestigd hebben. Zij moeten de (vaak schaarse) middelen van bestaan delen met de vluchtelingen en ontheemden. De doelgroep in 2010 In Ethiopië en Thailand werkt ZOA onder vluchtelingen. In Sri Lanka, de Democratische Republiek Congo (DRC), Ethiopië, Liberia, Myanmar, Noord- en Zuid-Sudan werkt ZOA onder ontheemden. In Sri Lanka, Cambodja, DRC, Afghanistan, Ethiopië, Burundi, Noord- en Zuid-Sudan, Uganda en Liberia werkt ZOA onder teruggekeerde vluchtelingen. In Afghanistan, Burundi, Cambodja, DRC, Ethiopië, Sri Lanka, Sudan, Thailand en Uganda werkt ZOA ook onder gastgemeenschappen. In totaal bereikte ZOA in 2010 zo n 1,9 miljoen mensen met haar programma s. 4. 2 Werkomgeving ZOA werkt in landen waar de samenleving in meer of mindere mate is ontwricht door oorlog, geweld of (natuur)rampen. ZOA werkt in zogenoemde fragiele staten, waar de overheid of het maatschappelijk middenveld vaak niet sterk genoeg is om op eigen kracht de bevolking te ondersteunen. ZOA heeft een aantal factoren geformuleerd die bepalend zijn bij het besluit of ZOA in een land gaat werken. Belangrijke factoren zijn het aantal vluchtelingen of ontheemden en de mate waarin de lokale overheid of lokale organisaties in staat zijn om de bevolking te ondersteunen. Een voorwaarde om in een land te kunnen gaan werken, is de financiële ruimte om een programma op te starten. 4.3 Aanpak ZOA hanteert een hybride model. Dat betekent dat ZOA waar mogelijk samenwerkt met lokale organisaties. Als die er niet zijn, voert ZOA zelf projecten uit. ZOA bepaalt per situatie hoe ze het beste kan aanhaken bij wat er al is. Dat betekent dat ZOA in sommige landen samenwerkt met lokale overheden, in andere landen met boerengroepen of lokale organisaties en in andere situaties met voornamelijk eigen medewerkers. ZOA heeft in 2010 verder aangescherpt wat het mandaat van de organisatie is. ZOA wil zich in de eerste plaats richten op het versterken van voedselzekerheid en op economische ontwikkeling. Dit zijn twee aspecten waarmee ZOA de doelgroep helpt om weer op eigen benen te kunnen staan en in het eigen onderhoud te kunnen voorzien. Dit betekent niet dat ZOA projecten op het gebied van bijvoorbeeld water en sanitatie of onderwijs in bestaande programmalanden zal beëindigen. Bij het starten van nieuwe programma s zal ZOA zich echter steeds meer gaan richten op de kern van haar mandaat: de ondersteuning van mensen bij het voorzien in hun levensonderhoud. Voor andere voorzieningen die in de programmagebieden nodig zijn, zal ZOA een lobby voeren bij andere organisaties of bij lokale overheden om hierin te voorzien. ZOA wil ook duidelijker aangeven voor welke periode de organisatie aanwezig zal zijn. Dit is een belangrijk punt dat naar voren kwam uit de tussentijdse evaluatie van MFS1, die in 2009 werd uitgevoerd. ZOA heeft daarvoor indicatoren geformuleerd op drie gebieden: basisvoorzieningen (bijvoorbeeld schoon water), samenhang in de lokale gemeenschap (bijvoorbeeld het functioneren van een boerengroep die gezamenlijk producten in- en verkopen of een ouder-docentencomité op een school) en als laatste vrede en stabiliteit (te meten in bijvoorbeeld aantal conflicten en berovingen). 15 - jaarverslag 2010

De ondersteuning en capaciteitsopbouw van lokale organisaties is daarbij een belangrijk aandachtspunt, zodat ZOA voor haar vertrek activiteiten aan deze organisaties kan overdragen. Daarnaast kent ZOA aandachtspunten voor alle projecten. Dit zijn: evenredige vertegenwoordiging en de positie van meisjes en vrouwen, hiv/aids en milieu. Waar mogelijk, krijgen deze onderwerpen een plek binnen de projecten. 4.4 Milieu Veel problemen van de doelgroep worden veroorzaakt door hun grote afhankelijkheid van natuurlijke omstandigheden. Droogte, overstromingen en schaarste kunnen de grond onder de voeten van mensen wegslaan. Uitputting van grond of waterbronnen wordt tegengegaan door diversificatie van inkomstenbronnen. Ook besteedt ZOA aandacht aan bescherming van het natuurlijke leefmilieu van de doelgroep. ZOA ondersteunt de doelgroep met bijvoorbeeld houtbesparende oventjes (Ethiopië), leert de mensen irrigatiemethoden en methoden om water voor langere tijd op te slaan (Afghanistan, Cambodja, Congo, Myanmar, Sudan) en plant bomen (Ethiopië). 4.5 Resultaten en impact In alle programmalanden meet ZOA de resultaten van het werk. Dit is niet in elk land even goed te meten. Vooral in gebieden waar mensen voortdurend in beweging zijn en waar veel onrust is, is het vaak moeilijk om na te gaan of de positie van de doelgroep echt is verbeterd. Het meten van impact gaat nog een stap verder. Dan gaat het erom aan te geven in hoeverre de levens van mensen duurzaam, op langere termijn, verbeterd zijn en in hoeverre die verbeteringen zijn terug te voeren op de activiteiten van de organisatie. Terecht vraagt de Nederlandse samenleving om transparantie over wat de resultaten zijn van het werk van organisaties zoals ZOA. Ook aan de MFS2-financiering is deze eis verbonden. Met het oog hierop, maar ook omdat ZOA als organisatie wil leren, streeft ZOA naar verbetering van de kwaliteit van resultaatmeting. Uniformiteit is daarbij belangrijk. In elk programmaland moeten dezelfde indicatoren gehanteerd worden, zodat ook duidelijk wordt wat ZOA als geheel bereikt. Het verbeteren van resultaatmeting is een belangrijk speerpunt voor 2011. 4.6 Monitoring en evaluatie Bij monitoring (meten van de vooruitgang) en evaluatie gaat het er om of de doelgroep werkelijk verder is geholpen. Voor ZOA is het dan ook logisch om de mensen zelf bij monitoring en evaluatie te betrekken. Dat betekent dat ZOA in de eerste plaats aan de mensen vraagt wat zij willen bereiken en hoe de resultaten gemeten kunnen worden. Samen met de doelgroep stelt ZOA vast wat de mijlpalen zijn, de momenten dat de resultaten gemeten moeten worden. De mensen verzamelen zelf gegevens waarmee kan worden nagegaan of ZOA met haar projecten op de goede weg zit. In Cambodja, waar ZOA zich voorbereidt op vertrek, is deze werkwijze al helemaal ingeburgerd. Er vinden regelmatig evaluaties plaats met de mensen. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar feiten en cijfers maar ook naar zogenaamde zachte indicatoren, aspecten die moeilijker zijn te meten. Een voorbeeld van een zachte indicator is of er een goed rechtssysteem is en of de stabiliteit is toegenomen. Dat soort aspecten wordt gemeten door daarover focusgroepdiscussies te organiseren. Het betrekken van mensen bij monitoring en evaluatie blijft een uitdaging. Of het altijd mogelijk is, hangt bijvoorbeeld af van het aantal beschikbare medewerkers in het veld. ZOA zoekt altijd naar nieuwe en betere manieren om de doelgroep bij de planning, uitvoering, monitoring en evaluatie van projecten te betrekken. Het lidmaatschap van ZOA van de HAP (Humanitarian Accountability Partnership), dat in 2010 werd aangevraagd, kan hierbij helpen. In 2011 wil ZOA de HAP-richtlijnen in de programmalanden implementeren, waarmee de positie van de doelgroep wordt versterkt. 4. 7 Kennis- en beleidsontwikkeling De halfjaarlijkse Interregionale Meeting (IRM), een ontmoeting van de landendirecteuren en het management in Nederland, is een belangrijk onderdeel van de kennis- en beleidsontwikkeling. Voorafgaand aan deze ontmoeting geven landendirecteuren aan wat er besproken moet worden. Tijdens de ontmoetingen delen zij ervaringen en leren zij van elkaar. De geleerde lessen worden meegenomen in het beleid. Per programmaland kan het management zelf bepalen hoe die geleerde lessen worden uitgewerkt. 16 - jaarverslag 2010

Ook het vaststellen van sectoraal beleid gebeurt in nauwe samenwerking tussen het hoofdkantoor en de medewerkers in de programmalanden. Er worden stuurgroepen gevormd die zijn samengesteld uit mensen van het hoofdkantoor en uit de programmalanden. De afdeling Monitoring en Beleidsontwikkeling is hierbij de trekker. Voordat het sectoraal beleid wordt vastgesteld, wordt het besproken bij de IRM. Door de groei van de organisatie hebben programmalanden de laatste jaren steeds meer mogelijkheden om zich te ontwikkelen. Er zijn meer specialisten aanwezig, waardoor de kwaliteit en de diepgang verbetert. In alle programmalanden wil ZOA programmatisch werken. Dat wil zeggen dat alle projecten geïntegreerd zijn en gericht zijn op de langetermijndoelstelling voor het specifieke programmaland. De supportteams op het hoofdkantoor helpen de programmalanden om dit in de praktijk vorm te geven. In 2010 zijn twee regionale workshops georganiseerd - één in Afrika en één in Azië over programmatisch werken, planning, monitoring en evaluatie volgens het PME-framework. 4.8 Evaluatie van de doelstellingen voor 2010 De doelstellingen voor 2010 waren: Het uitbreiden en intensiveren van het programma in Burundi, waarbij het werken met lokale partners centraal staat. Er wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om programma s te starten in Tsjaad, de Centraal Afrikaanse Republiek, Kenia en de Filippijnen. ZOA zal, als penvoerder van het Dutch Consortium for Rehabilitation, het initiatief nemen voor het ontwikkelen van programmavoorstellen voor vijf landen, waarbij implementatie zal beginnen in januari 2011. Op uitvoerend niveau worden nieuwe partnerschappen gevormd. De afdeling Programma s investeert met name in het Dutch Consortium for Uruzgan en in de samenwerking met Tearfund UK en Tear in Nederland voor het programma in Congo. ZOA doet onderzoek naar en ontwikkelt nieuwe werkmethoden om meer effectieve en efficiënte landenprogramma s te ontwikkelen. Resultaten in 2010: ZOA is in 2010 gestart met een landenprogramma in Burundi. ZOA werkt hier intensief samen met lokale partners. Daarnaast zijn twee ZOA-medewerkers in Burundi gaan werken: een landenvertegenwoordiger en een trainee. Het eventueel opstarten van nieuwe programma s in Tsjaad, de Centraal Afrikaanse Republiek, Kenia en de Filippijnen is in 2010 op de lange baan geschoven. Haïti en Pakistan kregen de prioriteit vanwege de rampen die daar plaatsvonden. De prioriteitenlijst van landen waar ZOA in de toekomst zou willen werken, blijft steeds veranderen - deze lijst wordt elk jaar opnieuw bepaald. Aan het Dutch Consortium for Rehabilitation werd ongeveer tweederde van het aangevraagde bedrag vanuit MFS2 toegekend. Dat betekent dat de geplande programmavoorstellen in Burundi, Congo, Liberia, Sudan en Uganda kunnen doorgaan. De programma s zullen wel kleiner van omvang zijn, omdat niet het volledige aangevraagde bedrag werd toegekend. ZOA werkt verder aan het opbouwen van nieuwe partnerschappen. Naast het reeds bestaande Dutch Consortium for Uruzgan is in 2010 vooral het partnerschap met de Canadese organisatie CRWRC geïntensiveerd, vooral in Haïti en Pakistan. De samenwerking in Congo met Tear en Tearfund UK vindt vooral in Congo zelf plaats, zowel in uitvoering als in fondsenwerving richting institutionele donoren. In 2010 vonden in Sri Lanka en Uganda regionale workshops plaats over programmatisch werken. In totaal veertig ZOA-medewerkers vanuit alle landenkantoren werden meer vertrouwd gemaakt met deze manier van werken en zij hebben hun vaardigheden verbeterd. Doelstellingen voor 2011 De capaciteit van ZOA om te handelen bij noodsituaties is verbeterd; hulpverlening na rampen maakt deel uit van de programma s. Het systeem voor programma auditing is verbeterd. In samenwerking met de unit Institutionele Donoren en Partners zullen ervaringen in het veld gebruikt worden in de contacten met donoren en andere partners om de belangen van de doelgroep te behartigen. ZOA s creativiteit om verbindingen te maken tussen programma s en projecten is vergroot. Vergroting van de interactie tussen de afdelingen Human Resource Management en Programma s. 17 - jaarverslag 2010

5. Programmalanden 18 - jaarverslag 2010

Afrika 1. Burundi 2. Democatische Republiek Congo 3. Ethiopië 4. Liberia 5. Noord- en Zuid-Sudan 6. Uganda Azië 7. Afghanistan 8. Cambodja 9. Myanmar 10. Thailand 11. Sri Lanka 12. Pakistan Midden-Amerika 13. Haïti 7 12 9 13 4 2 5 6 1 3 11 10 8 19 - jaarverslag 2010

5.1 Afghanistan ZOA werkt al tien jaar in Afghanistan, onder vluchtelingen die terugkeren uit Iran en Pakistan en onder de Afghaanse gemeenschappen in Noord-, Centraal- en Zuid-Afghanistan. De stroom van terugkerende vluchtelingen neemt langzamerhand af. Het aantal internationale troepen dat in Afghanistan gestationeerd is, neemt ook af. Dat zorgt voor onzekerheid bij de bevolking. In Uruzgan, in Zuid-Afghanistan, neemt het aantal geweldsincidenten toe. De veiligheid voor medewerkers van ngo s is verder afgenomen. Met name in het zuiden is een aantal gebieden waar ZOA werkt, lastig bereikbaar voor medewerkers. Dat maakt het moeilijk om de effecten van de hulpverlening te meten. Dit is een uitdaging waar ZOA in de komende tijd oplossingen voor wil bedenken. Positief is de goede samenwerking met lokale organisaties en met de Afghaanse lokale overheid. ZOA versterkt de capaciteiten van lokale organisaties en van lokale ambtenaren, met name op gebieden als (financiële) administratie, Engels en computervaardigheden. In het zuiden werkt ZOA via lokale partners aan verbetering van irrigatiesystemen en drinkwatervoorzieningen. In het noorden ondersteunt ZOA lokale ontwikkelingscomités in het kader van het National Solidarity Programma (NSP). Dit is een succesvol overheidsprogramma waarin de bevolking geld ontvangt voor ontwikkelingsprojecten die ze zelf uitkiezen. ZOA assisteert de mensen met bijvoorbeeld het schrijven van projectvoorstellen. Ook heeft ZOA supervisie over de werkzaamheden in de honderden dorpen waar deze projecten plaatsvinden. Afghanistan heeft regelmatig te kampen met overstromingen, vooral in het noorden. ZOA is in staat gebleken snel en adequaat hulp te verlenen. Dit heeft de goede naam van de organisatie onder de bevolking en de lokale overheden versterkt. Mir Afzal Mir Afzal werkt sinds 2002 voor ZOA-Afghanistan. Toen het bewind van de Taliban ineenstortte in 2002, kwamen grote aantallen vluchtelingen naar Kabul, waar Mir toen woonde. Hij had al vele jaren ervaring met humanitair werk, en zocht naar mogelijkheden om deze vluchtelingen te helpen. ZOA werkte rond Kabul en Mir kon aan de slag bij het opzetten van projecten voor onderdak voor vluchtelingen. ZOA is een kleine organisatie, vergeleken met andere internationale humanitaire organisaties, maar ZOA werkt zeer effectief. ZOA maakt verschil in de levens van mensen - zij kunnen weer een toekomst opbouwen door bijvoorbeeld projecten voor levensonderhoud. Meneer Hajaud Meneer Hajaud (30) woont in Char Asiab. Hij draagt de zorg voor zijn gezin dat bestaat uit zeven personen. Dat valt niet mee, want hij heeft geen eigen land om te verbouwen. Hij probeert wat te verdienen met zijn werk als conciërge en bewaker van overheidskantoren. Meneer Hajaud hielp ZOA bij de opslag en distributie van zaden en gereedschappen voor een landbouwproject in Char Asiab. ZOA kon hem hier niet voor betalen, maar gaf hem wel de gelegenheid om mee te doen in het project. Meneer Haujad kreeg tien kuikens en werd getraind in het houden en fokken van kippen. Het biedt hem en zijn gezin perspectief op een nieuwe bron van inkomsten. 20 - jaarverslag 2010

Zij kunnen weer een toekomst opbouwen ZOA Afghanistan werkte in: ZOA Afghanistan richt zich op: ZOA Afghanistans concrete resultaten o. a.: ZOA Afghanistan werkt samen met: ZOA Afghanistans staf: 98 ZOA Afghanistan ontving donaties van: ZOA Afghanistans uitgaven in 2010: ZOA Afghanistans budget voor 2011: Noord: Jawzjan & Saripul provincies Centraal: Kabul province (Char Asiab district) Zuid: Uruzgan & Kandahar provincies Water en sanitatie, voedselzekerheid, capaciteits opbouw lokale (overheids-) organisaties 180 onderkomens zijn gebouwd voor mensen getroffen door overstromingen 23 mannen- en 27 vrouwengroepen kregen zaden en training om een moestuin te beginnen 128 boeren ontvingen een training over de marketing van hun producten 60 kwetsbare vrouwen kregen een naaicursus van drie maanden. Als oefenproject maakten zij in totaal 2100 schooluniformen voor meisjes, die ook aan meisjes zijn uitgedeeld. Noord: Village Community Development Committees Zuid: NERU, SADA, ANCC, ARPD GTZ, Ministerie van Buitenlandse Zaken, Nederlandse ambassade, PSO, ERF, MAIL (Afghaanse overheid), TEAR Australia, UN OCHA, ZOA- Nederland 2.321.616 2.649.000 Doelstellingen voor 2010 Het ZOA-team voor de centrale regio van Afghanistan nu werkzaam in het Char Asiab district in de provincie Kabul streeft ernaar haar activiteiten uit te breiden naar nieuwe districten en provincies, waar de bevolking nog geen toegang heeft tot projecten op het gebied van landbouw, levensonderhoud, irrigatie, water, sanitatie en hygiëne. ZOA Afghanistan gaat door met het bieden van ondersteuning als projectgebieden worden getroffen door (natuur)rampen. Dit heeft ZOA Afghanistan ook in het verleden gedaan. Deze ondersteuning blijkt zeer waardevol, voor een deel omdat de doelgroep zich zo realiseert dat ZOA loyaal is in haar pogingen om hen te helpen. Daarnaast is ZOA bekend met deze gebieden en met de bevolking, wat de organisatie een voorsprong geeft bij het bieden van noodhulp Resultaten in 2010 Het is niet gelukt om activiteiten naar nieuwe gebieden uit te breiden, omdat daar vooralsnog geen donorgelden voor zijn. Er is wel onderzoek gedaan in een nieuw district. Naar aanleiding daarvan is een voorstel gedaan. Vooralsnog heeft dit voorstel niets opgeleverd. Deze doelstelling blijft staan voor de toekomst. In 2010 heeft ZOA mensen in Saripul die door rampen getroffen waren, ondersteund met de bouw van tijdelijke onderkomens. Na overstromingen in het noorden heeft ZOA ook bruggen en wegen gerepareerd. Hierdoor neemt het vertrouwen van mensen in ZOA verder toe. Mensen bellen ZOA bijvoorbeeld op om te waarschuwen voor onveilige situaties. Doelstellingen voor 2011 In 2011 wil het ZOA-team starten met een nieuwe ronde van het National Solidarity Program. In het zuiden wil ZOA-Afganistan het monitoringsysteem van de door de partners geïmplementeerde projecten verbeteren. Voor Centraal Afghanistan wil ZOA nieuwe donoren vinden. 21 - jaarverslag 2010

5.2 Burundi ZOA is sinds 2007 betrokken bij Burundi. Vanaf dat jaar ondersteunde ZOA de Burundese organisatie MiParec. Sinds 2010 is ZOA ook met eigen medewerkers in Burundi aanwezig. Met een team van twee personen ondersteunt ZOA vier Burundese organisaties in Zuid-Burundi. Naast MiParec zijn dat CAPAD, CONSEDI en Reseau Burundi 2000 Plus. CAPAD is een nationale boerenfederatie die boeren organiseert op provinciaal en nationaal niveau. CONSEDI en Reseau Burundi 2000 Plus helpen boerenhuishuishoudens bij het verbeteren van hun landbouwproductie, terwijl MiParec zich bezighoudt met bemiddeling van met name grondconflicten tussen huishoudens. De rol van ZOA is het coördineren, ondersteunen en faciliteren van het werk van de vier partnerorganisaties. ZOA werkt in Burundi in twee gemeentes in de Makamba provincie, de meest zuidelijke provincie van Burundi. In dit gebied zijn in de afgelopen jaren grote aantallen vluchtelingen vanuit Tanzania teruggekeerd. Veel van hen zijn kinderen van Burundezen die in 1972 al uit Burundi vluchtten. Degenen die terugkeren, kunnen na al die jaren meestal geen aanspraak meer maken op het land dat ooit van hun ouders was. ZOA ontwikkelt een benadering waarbij teruggekeerde vluchteling en degene die de afgelopen decennia het land heeft bewerkt het land met elkaar delen. Het grondeigendom wordt daarbij vastgelegd. Vervolgens worden deze koppels geholpen om hun voedselproductie te vergroten, hun voedselproducten beter te bewaren en, als er een overschot is, om een betere prijs te krijgen voor hun producten. In 2011 begint ZOA met een pilotproject in vier dorpen in Makamba. In elk dorp zullen vijftig tot honderd huishoudens worden ondersteund bij het verbeteren van hun voedselproductie. Emelyne Nibikora Emelyne Nibikora (38) is weduwe en moeder van drie kinderen. Zij woont in Samvura en doet mee aan het project van ZOA en haar partners voor de verbetering van landbouw en daarmee van voedselzekerheid. Ik was een klein kind toen we naar Tanzania vluchtten voor het geweld. 37 jaar heb ik daar in een vluchtelingenkamp gezeten. Daar heb ik mijn kinderen gekregen en ben ik mijn man verloren door een ziekte. In mei 2009 zijn we terug gegaan naar Burundi. Nu zijn we hongerig en hebben we soms twee tot drie dagen in de week geen eten. Mijn kinderen gaan naar school, maar ik heb geen geld voor pennen, boeken en schriften... Het maakt me verdrietig dat ik mijn kinderen niet alles kan geven. De foto van Emelyne Nibikora staat op de voorkant van dit jaarverslag. Kibinakawa Dieudonné Kibinakawa Dieudonné (39) is de voorzitter van MiParec, de Burundese organisatie voor vrede en verzoening waarmee ZOA in Burundi samenwerkt. Ik ben slachtoffer geweest van geweld. Toen ik drie was verloor ik mijn vader door etnisch geweld. Op school was er altijd spanning tussen de Hutu s en de Tutsi s. Ik groeide op met haat en wilde toen ik ouder werd ook vechten. Maar ik werd moe van de haat. Nu ben ik voorzitter van MiParec. Met bijvoorbeeld het oplossen van de landproblematiek in Burundi kan MiParec bijdragen aan een blijvende vrede. Dat is nu mijn manier van vechten. 22 - jaarverslag 2010

Ik werd moe van de haat, nu draag ik bij aan vrede ZOA Burundi werkte in: ZOA Burundi richtte zich op: ZOA Burundi s concrete resultaten: ZOA Burundi werkte samen met: ZOA Burundi s staf: 2 ZOA Burundi ontving donaties van: Provincies Gitega, Karuzi, Ruyigi en Makamba Vredesopbouw, onderwijs, beroepstraining, microkredieten, HIV/Aids en voedselzekerheid 68 mensen ontvingen een beroepstraining van 10 12 maanden: naaien, elektrotechniek, ICT, metselen en timmeren. 60 verkiezingswaarnemers kregen training over stemrecht, burger- en mensenrechten 2 centra waar mensen zich kunnen laten testen op HIV en Aids Organisatie van 5 jongerenkampen, met 100 deelnemers per kamp Organisatie van 10 sociaal-culturele bijeenkomsten, met meer dan 1000 bezoekers per bijeenkomst. Ondersteuning van zes groepen (20 personen per groep) ter verbetering van hun inkomen, met kleinvee en landbouwmaterialen Bouw van een moeder-en-kind unit (nog niet gereed eind 2010) Miparec, Consedi, Reseau Burundi 2000+, CA- PAD, lokale en provinciale overheden, Ministerie van Landbouw, vredescomités op dorps- en gemeentelijk niveau Ministerie van Buitenlandse zaken, PSO, ZOA Business Ambassadors ZOA Burundi s uitgaven in 2010: 190.679 ZOA Burundi s budget in 2011: 705.000 Doelstellingen voor 2010 ZOA Burundi streeft ernaar om in 2010 erkenning te krijgen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken van Burundi. ZOA Burundi wil samen met lokale samenwerkingspartners het programma voor Burundi voor 2011 en verder, voorbereiden. Resultaten in 2010 Het proces voor erkenning loopt voorspoedig, maar kost meer tijd dan vooraf ingeschat. Er is een positieve bespreking geweest. De aanvraag is nu doorgegeven aan de diverse vakministeries voor landbouw en ruimtelijke ordening. ZOA probeert om de voortgang van het proces te bevorderen. Het vormgeven van het programma voor 2011 is goed gelukt. De verschillende partnerorganisaties hebben actief bijgedragen aan de inhoudelijke voorbereiding van het programma. Zij vullen elkaar goed aan. Doelstellingen voor 2011 ZOA Burundi wil in vier pilot-dorpen in de gemeentes Vugizo en Mawanda activiteiten starten op het gebied van landconflictoplossing, grondzekerheid, voedselproductie en financiële zelfvoorziening. ZOA Burundi wil een meetbare vergroting bereiken van de oogst van het zaaiseizoen januari februari 2011. ZOA Burundi wil een meetbare verbetering bereiken van de financiële opbrengst van de oogst van het zaaiseizoen januari februari 2011. 23 - jaarverslag 2010