Nieuwsbrief van d.d. 28-10-2013 Nummer: 13 2013 Inspecteur mag afroommethode niet blindelings gebruiken Onderstaand de (nog niet gepubliceerde) uitspraak van de Hoge Raad en de mogelijke gevolgen voor andere zaken In de inmiddels bekende afroommethodezaak Hoge Raad nr. 11/02127 (LJN BW4756) is de belastingplichtige alweer in het gelijk gesteld door Hof Amsterdam (verwijzingszaak). De redactie van FiscaalTotaal bespreekt deze (nog niet gepubliceerde) uitspraak en de mogelijke gevolgen voor andere zaken. De inspecteur In deze zaak stelde de inspecteur zich op het standpunt dat het loon op grond van de gebruikelijkloonregeling als bedoeld in artikel 12a Wet Loonbelasting via de afroommethode dan wel via de winstreductiemethode berekend moest worden, omdat de opbrengst in de BV voor tenminste 90% toe te rekenen zou zijn aan de arbeid van de belastingplichtige dga. De inspecteur refereerde aan het arrest nr. 38.378, LJN AN8666 van 17 september 2004. Hij geeft aan dat het hier ook om een geval gaat waarin de opbrengsten van een BV (nagenoeg) geheel voortvloeien uit de door de directeur daarvan verrichte arbeid. De inspecteur stelt daarom dat de afroommethode dan wel winstreductiemethode gebruikt mag worden zonder te voldoen aan de bewijslast. De bewijslast voor de inspecteur volgt uit de wet en houdt in dat wanneer een dga een salaris geniet van 43.000 of meer, het aan de inspecteur is om te bewijzen dat in soortgelijke dienstbetrekkingen een hoger loon gebruikelijk is.
De belastingplichtige De belastingplichtige voert aan dat de bewijslast rust bij de Belastingdienst om aan te tonen dat het gebruikelijk loon in een soortgelijke dienstbetrekking hoger is dan het door hem aangegeven bedrag. Verder is de belastingplichtige van mening dat het niet juist is dat de inspecteur de afroommethode/winstreductiemethode wil gebruiken enkel door een verwijzing naar de zaak waarin de afroommethode gebruikt mocht worden, omdat het hier een andere situatie betreft die niet is te vergelijken met die zaak. In deze zaak is immers sprake van een situatie waarbij het aandeel van de BV het resultaat is van een samenwerkingsverband met ruim 100 personeelsleden. Het aandeel van de belanghebbende is in niet onbetekenende mate afhankelijk van de bijdrage van die werknemers en de arbeid van andere partners. Uitspraak verwijzingszaak en mogelijke gevolgen voor andere zaken In deze verwijzingszaak is de belastingplichtige alweer in het gelijk gesteld. Eerder was dit ook het geval bij de Hoge Raad. Dit houdt in dat de afroommethode noch de winstreductiemethode voor dit geval gebruikt kunnen worden. Voor het vervolg verwacht de redactie van FiscaalTotaal dat de belastinginspecteur niet blindelings gebruik zal maken van de afroommethode en beter de feiten en omstandigheden zal moeten beoordelen alvorens een dergelijk standpunt in te nemen. Waar de Belastingdienst constateert dat de afroommethode niet gebruikt zou mogen worden aan de hand van deze uitspraak, zal de inspecteur aan zet zijn en de bewijslast dragen met betrekking tot het gebruikelijk loon De door de Belastingdienst toegepaste afroommethode voor bepaling van het gebruikelijk directeur-grootaandeelhouder (dga) loon van beroepsbeoefenaren, zoals advocaten, notarissen en accountants, is in een door PlasBossinade advocaten en notarissen in Groningen aanhangig gemaakte zaak in 2012 door de Hoge Raad verworpen. Het gerechtshof Amsterdam heeft na verwijzing door de Hoge Raad op 26 september jl. opnieuw in het voordeel van de belastingplichtige geoordeeld. Resultaat: de Belastingdienst moet aantonen dat het loon in soortgelijke dienstbetrekkingen hoger is. Lukt dat niet, dan is correctie van het inkomen van een dga niet mogelijk. De wet Uit de wet volgt dat wanneer een dga een salaris geniet van ten minste 43.000, de inspecteur aannemelijk moet maken dat in soortgelijke dienstbetrekkingen een hoger loon gebruikelijk is. Slaagt de inspecteur in zijn bewijslast, dan kan het inkomen worden gecorrigeerd tot zeventig procent van dit hogere loon en mogelijk tot negentig procent in de toekomst. De praktijk, afroommethode
In de praktijk kwam het er op neer dat de Belastingdienst de stap om eerst aannemelijk te maken dat een hoger loon gebruikelijk is, oversloeg en direct de stelling betrok dat de winst van de BV kon worden afgeroomd ten gunste van het gebruikelijk loon van de dga. Deze afroommethode houdt in dat het gebruikelijk loon wordt gesteld op zeventig procent van de omzet (min kosten en lasten) van de BV waarin de beroepsbeoefenaar dga is. Dit leidt tot een hoger loon en dus meer inkomstenbelasting. Het toepassen van deze methode is voor de Belastingdienst eenvoudiger dan nagaan wat nu de dienstbetrekking inhoudt en aan de hand daarvan na te gaan wat iemand in een soortgelijke dienstbetrekking verdient. Bewijslast De dga in deze zaak betoogde dat de Belastingdienst de bewijslast had aan te tonen dat het gebruikelijk loon te laag was en dat de Belastingdienst daarin niet was geslaagd. Er was eenvoudigweg niets over gesteld. Los daarvan stelde de dga, dat zijn loon niet te laag was gezien de lonen van het kantoor waaraan de dga als advocaat was verbonden. Bij het salaris van de meest verdienende advocaat-medewerkers van het betreffende kantoor, was met de factor aanmerkelijk belang geen rekening gehouden, terwijl de overige omstandigheden met betrekking tot opleiding, aard en omvang van de werkzaamheden en andere feiten en omstandigheden (vrijwel) gelijk zijn. De invulling van de soortgelijke dienstbetrekking moest dus dicht bij huis worden gezocht. In navolging van de Hoge Raad is nu ook het gerechtshof Amsterdam het eens met de dga en heeft de aan hem opgelegde aanslagen vernietigd. Arrest Hoge Raad 9 november 2012, LJN: BW4167 Uitspraak Gerechtshof Amsterdam 26 september 2013, nrs 12/01113, 12/01114. Particuliere vermogens mogelijk voor 25% vrij van schenk- en erfbelasting Particuliere vermogens zijn mogelijk toch voor 25% vrijgesteld van schenk- en erfbelasting. Advocaat-Generaal IJzerman heeft namelijk in een aantal proefprocedures geconcludeerd dat de huidige bedrijfsopvolgingsfaciliteit deels in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Van ongerechtvaardigde ongelijkheid in de fiscale behandeling tussen bedrijfsvermogen en niet-bedrijfsvermogen (particulier vermogen en beleggingsvermogen) is sprake als de vrijstelling meer bedraagt dan 75% van het bedrijfsvermogen. Daarom adviseert de Advocaat-Generaal de Hoge Raad om particulieren vanaf 2010 ook een vrijstelling te verlenen voor 25% van hun vermogen. Conclusie A-G IJzerman 30 september 2013, nr. 13/02453. Het wachten is op het verlossende woord van de Hoge Raad
Vooral bij 14% Bijtellingsauto s vallen klappen in 2014. Per 1 januari 2014 wijzigen voor de derde keer de CO2-normen voor de bijtelling. Vereniging Auto van de Zaak (VAVDZ) zegt dat er vooral in de 14 % bijtellingscategorie een kaalslag plaatsvindt. De wijzigingen hebben volgens VAVDZ betrekking op om meer dan vijftig modellen en 277 uitvoeringen. Vooral in de 14% bijtellingscategorie vallen de klappen. Het aantal modellen in deze categorie wordt bijna gehalveerd, aldus de belangenbehartiger voor berijders van een auto van de zaak. De bijtellingscategorie wordt bepaald op het moment van registratie. Auto's met een lage CO2-uitstoot krijgen een korting op de bijtelling en hebben daarom een lagere bijtellingscategorie (20%, 14% of 0%). Deze lage bijtellingscategorie is vervolgens 5 jaar geldig. Het geven van korting op de bijtelling is heel erg effectief gebleken. Veel berijders maken gebruik van deze regeling. Echter, stap voor stap wordt deze regeling scherper gesteld. Per 1 januari 2014 zijn er voor berijders die een lage bijtelling willen 52 modellen minder waarop de keuze kan vallen. In de bijlage treft men een lijst aan met auto's die in een andere categorie gaan vallen. In de populaire 14% categorie wordt de keuze bijna gehalveerd. Er zijn 37 modellen minder te kiezen en er blijven er maar 43 over. Deze 43 zijn overwegend kleine auto s die niet geschikt zijn voor veelvuldig zakelijk gebruik Zie voor lijst: http://www.accountancynieuws.nl/uploads/files/bijlage-bijtelling-vavdz.pdf Hogere belastingvrije schenking voor woning vanaf 1 oktober. Hoe zit dat? Vanaf 1 oktober 2013 mogen Nederlanders tot 100.000 euro belastingvrij schenken, als het geld tenminste in aankoop of verbouwing van een huis gestoken wordt. Voor wie is dit voordelig en wat zijn de voorwaarden? Moet deze schenking worden vastgelegd bij een notaris? Nee, een zogeheten notariële akte is niet verplicht. Een dergelijke akte is echter wel nodig als de schenker voorwaarden aan de schenking wil verbinden. Bijvoorbeeld dat hij of zij de schenking kan herroepen. Ook kan er een uitsluitingsclausule in de akte worden
opgenomen, die voorkomt dat een kind de schenking bij een eventuele scheiding moet delen met de ex-partner Het is dus verstandig om nu al met schenken te beginnen en niet tot 2014 te wachten? Ja. Bij de gever valt zijn schenking per 01-01-2014 niet meer in zijn Box 3 vermogen en voor 2013 is er via het besluit juridische duidelijkheid. Voor een vervolg in 2014 zal de wettelijke maatregel in het Belastingplan door de Eerste Kamer moeten worden goedgekeurd. Bovendien komen ontvangers van schenkingen daardoor minder snel in de problemen met de voorwaarden die banken als ABN Amro hebben ingesteld om hypotheken vrij van boeterente af te lossen. Los van een soepeler boetebeleid bij grotere aflossingen kan sowieso gebruik worden gemaakt van de aflossing die vrij van boeterente kan worden gemaakt. Veelal ligt dit percentage tussen 10 en 20 procent per jaar. Een percentage dat dus geldt voor 2013, maar ook opnieuw voor elk jaar daarna Waarom is het handig voor ouders met veel spaargeld? Meer schenken kan ook gunstig zijn voor de gevers. Niet alleen omdat ze minder Box 3 belasting hoeven te betalen, maar ook dat later de erfgenamen minder Erfbelasting hoeven te betalen, maar eventueel ook door de eigen bijdrage voor verpleeghuizen (AWBZ) te voorkomen. Vermogende ouderen betalen een hoger bedrag voor het verblijf in deze tehuizen. Zo eten ze hun vermogen op. Boven de vrijstelling van 21.139 euro telt 12 procent van het vermogen mee met het verzamelinkomen waarmee de eigen bijdrage bepaald wordt. In extreme gevallen kan die oplopen tot 2189 euro per maand. Sinds begin 2013 proberen ouderen zoveel mogelijk geld weg te schenken zodat hun eigen bijdrage lager wordt. Afkoop Stamrecht met 20% korting? Veel stamrechtvennootschappen beschikken over minder middelen dan de waarde van de verplichting. Geen heffing vindt plaats over het niet voor verwezenlijking vatbare deel, art. 19(1)(c) jo. art. 19(8) LB. Er valt immers ook niet meer af te kopen dan wat er in de bv nog aanwezig is. In uw casus zou de heffing dus beperkt blijven tot 200.000. Voor de goede orde zij opgemerkt dat het anders zou zijn als het tekort was ontstaan door afboeking op een vordering op de aandeelhouder. De NOB twijfelt hier echter aan en stelt de volgende vraag aan de belastingdienst: Met betrekking tot stamrecht-13v s komt het regelmatig voor dat het in de BV aanwezige vermogen, bijvoorbeeld door slechte beleggingen in het verleden, onvoldoende is om de commerciële waarde van het stamrecht uit te keren. De Orde vraagt of de belastingheffing dan plaatsvindt over het bedrag dat wel daadwerkelijk kan worden uitgekeerd en niet over een groter bedrag. In het verlengde hiervan vraagt de Orde zich af of voor het tekort mogelijk sprake is van het prijsgeven
van een aanspraak, waarop de sanctiebepaling van art. 19b lid 1 onderdeel c Wet LB 1964, inclusief revisierente, van toepassing is. Voorts vraagt de Orde zich af hoe de 20%- korting bij een uitkering ineens in 2014 moet worden berekend in situaties waarin dc BV niet in staat is de commerciële waarde van het stamrecht uit te keren? Stel de commerciële waarde van de stamrechtuitkering bedraagt 200.000. In de BV is slechts 100.000 aanwezig. In 2014 wordt het stamrecht ineens uitgekeerd. Wordt nu 80% van 100.000 in de belastingheffing betrokken? Of wordt die 20%-korting toegepast op de commerciële waarde van 200.000, zodat bij volledige uitkering van 200.000 een bedrag van 160.000 in de belastingheffing zou worden betrokken, en, nu de uitkering slechts 100.000 bedraagt die hele 100.000 in de belastingheffing wordt betrokken? In dit laatste geval heeft de belastingplichtige dus feitelijk niets aan de 20%-korting. De Orde ziet dit graag verduidelijkt. Voor einde jaar eventueel nog regelen in het kort. 1) Nieuwe pensioenbrief per 01-01-2014 als DGA met een pensioen in uw eigen BV. 2) Hypotheek verstrekt bij uw BV of Familie/Kinderen. Deze moet u verplicht aan de belastingdienst melden. 3) De Staatssecretaris heeft alsnog besloten om btw nummer af te geven bij investering in zonnepanelen door particulieren. 4) Privé liquide middelen met een lage rente voor einde jaar overboeken als Agio in uw BV of een belegging BV oprichten. 5) Hogere vrijstelling schenkbelasting voor aflossing hypotheek eigen woning tot een maximum van 100.000,00 per schenking. Notariële akte is hiervoor niet nodig. 6) Investeren in een Schone Auto. Recht op Kia+EIA+Vamil+5 jaar lang 0% bijtelling voor privé gebruik+ vrijstelling motorrijtuigenbelasting tot 2016. Het kabinet heeft een voorstel gedaan om in 2014 e.e.a. af te schaffen. 7) Crisismaatregel tweede woonhuis met jaar verlengt. Blijft dus 3 jaar renteaftrek voor 2 woonhuizen. 8) Vanaf 1 januari 2014 betalen publiek verzekerde werkgevers een gedifferentieerde premie WGA, die bestaat uit de premieonderdelen ZW-flex, WGA-flex en WGAvast. Werkgevers mogen maximaal de helft van de premieonderdelen WGA-flex en WGA-vast verhalen op de (netto)lonen van werknemers. Eigenrisicodragers voor de WGA-vast (zij kunnen in 2014 en 2015 geen eigenrisicodrager voor de WGA-flex worden) betalen geen publieke premie WGA-vast, maar zij kunnen de private premie voor de helft verhalen (gemaximeerd tot 1,5 maal de publieke premie). 9) Afhankelijk van uw Rechtsvorm wordt de belastingrente 8% voor BV en 4% voor overige ondernemers per 1 april 2014.
Uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto Maatschap, vof of ander samenwerkingsverband Werkt u (als maat of vennoot) in een maatschap, vof of een ander samenwerkingsverband? Controleer dan of u op de juiste manier bent ingelogd. U moet voor de verklaring uw eigen inloggegevens gebruiken en niet die van het samenwerkingsverband. Voor uzelf als ondernemer: verklaring indienen Met het formulier verklaart u dat u een bestelauto van uw zaak uitsluitend zakelijk gebruikt. De verklaring is voor onbepaalde tijd geldig. Let op! Hebt u in het kalenderjaar al meer dan 500 kilometer privé gereden? Dan kunt u deze verklaring niet meer gebruiken. Hebt u in het kalenderjaar niet meer dan 500 kilometer privé gereden? Dan kunt u deze verklaring wel gebruiken. U moet een rittenregistratie bewaren als bewijs. Ingangsdatum Vul de ingangsdatum van de verklaring in. Deze datum mag niet in het verleden liggen. Vul de datum als volgt in: eerst de dag, dan de maand, dan het jaar. Bijvoorbeeld: 9 november 2012 vult u in als '09-11-2012'. Uitsluitend zakelijk gebruik Als u de Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto hebt afgegeven, hoeft u in uw aangifte inkomstenbelasting geen rekening te houden met het voordeel van het privégebruik. U hoeft ook geen rittenregistratie bij te houden. Wij kunnen u wel vragen het zakelijk karakter van een bepaalde rit op een ongebruikelijk tijdstip of een bijzondere locatie aan te tonen. Hier kunnen wij naar vragen omdat wij onder andere met camera's toezicht houden op het gebruik van zakelijke bestelauto's. Bewaar bewijsstukken daarom goed! Meldingsplicht U moet uw verklaring in de volgende situaties intrekken: U gebruikt de bestelauto niet meer. U gaat uw bestelauto helemaal of gedeeltelijk privé gebruiken. U gaat een andere bestelauto gebruiken. U hebt de verklaring onterecht ingediend. Het niet nakomen van deze meldingsplicht is een overtreding waarvoor u een boete kunt krijgen van maximaal 4.920.
Uitzondering 180-dagenregeling ook voor verhoogde schenkingsvrijstelling De 180-dagenregeling is niet van toepassing op schenkingen voor de eigen woning die onder de tijdelijk verhoogde schenkingsvrijstelling van 100.000 vallen. Deze schenkingen worden dus niet betrokken in de erfbelasting als de schenker komt te overlijden binnen 180 dagen na de schenking. Er bestaan al uitzonderingen op de 180-dagenregeling voor schenkingen voor de eigen woning of voor een dure studie waarop een reguliere verhoogde vrijstelling is toegepast. Bijtelling privé gebruik auto en tegenbewijs. De werkgever (eigenaar van werf en jachthaven) stelt voor allerlei zakelijke ritten drie (relatief oude) auto's ter beschikking van het personeel. Ze worden dooreen gebruikt. Een rittenregistratie werd niet bijgehouden. De sleutels moeten na de rit weer worden ingeleverd in het bedrijfskantoor. De werknemers verklaren consistent schriftelijk dat ze geen enkel privégebruik van de auto's hebben gemaakt. Rechtbank Breda oordeelde in eerste aanleg dat de auto's niet ter beschikking zijn gesteld en vernietigde om die reden de naheffingsaanslag loonbelasting. De inspecteur stelde vervolgens hoger beroep in. Het Hof liet zich (helaas) niet uit over de vraag of de auto s al dan niet ter beschikking zijn gesteld, maar volgde een andere weg: Met de verklaringen van de werknemers heeft belanghebbende doen blijken dat er niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden met de drie auto's is gereden. De tegenbewijsregeling van de bijtelling dus, zij het dat dit tegenbewijs niet met een rittenregistratie maar met verklaringen van het personeel is geleverd. De vraag of auto s al dan niet ter beschikking zijn gesteld, kan in de praktijk lastige discussies en naheffingen opleveren. Het bijhouden van een rittenregistratie kan dit voorkomen.
Hoogachtend, R.A.M. van der Velden b.v. Oostveenseweg 7-b2636EC Schipluiden k.v.k. nummer 27231863 telf. nr. 015-3808141 fax. Nr. 015-3808095 Hoewel aan de inhoud van deze nieuwsbrief de uiterste zorg wordt besteed, kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor onverhoopte onjuistheden. Aanmelden nieuwsbrief, c.q. afmelden en e-mailadres wijzigen: info@rvdvelden.nl