VOORSCHRIFTEN oktober 2005
VOORSCHRIFTEN Inhoud: Blz. HOOFDSTUK I INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 Begrenzing en benaming 1 Artikel 2 Begripsomschrijvingen 1 Artikel 3 Wijze van meten en berekenen 4 Artikel 4 Algemene bepalingen in verband met de bestemmingen 5 HOOFDSTUK II BESTEMMINGEN 6 Artikel 5 Woondoeleinden (uit te werken) 6 Artikel 6 Detailhandel (voorlopige bestemming) 8 HOOFDSTUK III ALGEMENE BEPALINGEN 9 Artikel 7 Algemene vrijstellingsbevoegdheden 9 Artikel 8 Wijzigingsbevoegdheid 10 Artikel 9 Overgangsbepalingen 111 Artikel 10 Algemene gebruiksbepalingen 12 Artikel 11 Strafrechtelijke bepaling 13
1 HOOFDSTUK I INLEIDENDE BEPALINGEN Artikel 1 Begrenzing en benaming Bestemmingsplan 1. Deze vormen tezamen met de tekening nr. 6402120390-1 het bestemmingsplan Supermarkt Meerndijk 24; Aanduiding plangrens 2. Het bestemmingsplan is op tekening nr. 6402120390-1 begrensd door de "grens van het plan". Aanhaling 3. Deze kunnen worden aangehaald als "Voorschriften bestemmingsplan Supermarkt Meerndijk 24". Artikel 2 Begripsomschrijvingen In dit plan wordt verstaan onder: 1. aan huis verbonden beroep: beroep of bedrijf uit categorie 1 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij degene die het beroep of het bedrijf uitoefent ook de bewoner van de woning is, de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie verenigbaar is; hieronder wordt in ieder geval niet verstaan: een detailhandelsvestiging, een afhaalzaak, een horecabedrijf, een seksinrichting en een bedrijf uit categorie 2 of hoger van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten; hieronder wordt wel verstaan een kleinschalige voorziening ten behoeve van kinderopvang. 2. aan- of uitbouw: een al of niet voor bewoning bestemd gebouw dat aan een woning is aangebouwd en daarmee in directe verbinding staat; 3. bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde; 4. bebouwingspercentage: een op de plankaart of in de aangegeven, dat de grootte van het deel van het bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
2 5. bestemmingsgrens: een op de plankaart als zodanig aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak; 6. bestemmingsvlak: een op de plankaart door bestemmingsgrenzen begrensd vlak van gronden met eenzelfde bestemming; 7. bijgebouw: een bij een woning behorend gebouw, zoals een garage, berging of hobbyruimte, dat niet in directe verbinding staat met de woning en dat indien vrijstaand van de woning, niet voor bewoning is bestemd, 8. bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; 9. bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitzondering van: - een zolder en een dakopbouw; - een souterrain, indien de vloer die het souterrain afdekt minder dan 1,2 m boven peil is gelegen; 10. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 11. brutovloeroppervlakte: de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw; 12. dakopbouw: ondergeschikte opbouw op het dakvlakvan een gebouw, ten behoeve van voorzieningen zoals noodtrappen, luchtbehandelingsen liftinstallaties; 13. detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; in dit plan wordt horeca niet als detailhandel aangemerkt; 14. gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
3 15. horecabedrijf: restaurant, café, cafetaria of daaraan verwante inrichting, waar tegen vergoeding dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid en verstrekt, een en ander met uitzondering van discotheek of soortgelijke inrichting; 16. peil: a. in geval van ligging van het bouwwerk op minder dan 10 m uit de as van de weg: de kruin van de weg b. in geval van ligging van het bouwwerk anderszins: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein bij voltooiing van de bouw; 17. plan: het bestemmingsplan Supermarkt Meerndijk 24, vervat in deze en de plankaart; 18. plankaart: de kaart nr. 6402120390-1 die deel uitmaakt van het plan.
4 Artikel 3 Wijze van meten en berekenen Voor de toepassing van deze wordt als volgt gemeten en berekend: 1. de goothoogte van een gebouw: vanaf peil tot de horizontale snijlijn van elk buitenwerks dakvlak met elk daaronder gelegen buitenwerks gevelvlak, ondergeschikte bouwdelen als goten van dakkapellen niet meegerekend; 2. de hoogte van een bouwwerk: vanaf peil tot het hoogste punt van het bouwwerk, op of aan dat bouwwerk bevestigde ondergeschikte delen, zoals dakopbouwen, schoorstenen, vlaggenmasten en antennes niet meegerekend; 3. de inhoud van een gebouw: boven peil, tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenwerkse gevelvlakken, harten van scheidsmuren en buitenwerkse dakvlakken, met inbegrip van erkers en dakkapellen; 4. de oppervlakte van een bouwwerk: buitenwerks en op peil.
5 Artikel 4 Algemene bepalingen in verband met de bestemmingen Bescherming van het plan 1. Het is niet toegestaan op enig terrein zodanig te bouwen dat daardoor op een aangrenzend terrein, waarvan de toestand op dat moment overeenkomt met het plan, een situatie zou ontstaan die niet meer overeenkomt met het plan of waardoor een reeds bestaande afwijking van het plan zou worden vergroot. Vlaggenmasten, antennes en soortgelijke bouwwerken 2. Vlaggenmasten, schoorstenen, antennes en antennemasten met de daarbij behorende constructie en installaties die onderdeel uitmaken van een gebouw, mogen de voor dat gebouw toegestane maximale hoogte met ten hoogste 8 m overschrijden, met dien verstande dat plaatsing van antennes en antennemasten met de daarbij behorende constructie en installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie alleen is toegestaan op niet-woongebouwen met een hoogte van meer dan 15 m. Dakopbouwen ten behoeve van trappen, luchtbehandelings- en liftinstallaties en soortgelijke voorzieningen 3. Dakopbouwen ten behoeve van trappen, luchtbehandelings- en liftinstallaties en soortgelijke voorzieningen mogen niet hoger zijn dan 3,5 m, gemeten vanaf de gemiddelde hoogte van het dakvlak, en geen grotere oppervlakte hebben dan 30% van de vloeroppervlakte van de bovenste bouwlaag van het betreffende gebouw.
6 HOOFDSTUK II BESTEMMINGEN Artikel 5 Woondoeleinden (uit te werken) Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als "Woondoeleinden (uit te werken)" aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen met bijbehorende tuinen en erven en in samenhang daarmee voor de uitoefening van aan-huisverbonden beroepen of -bedrijven uit categorie 1 van de LvB. Uitwerkingsregels 2. Burgemeester en wethouders moeten het plan, voor zover betreft de gronden, als bedoeld in lid 1, in zijn geheel of in gedeelten uitwerken volgens de regels: a. op en in de gronden als bedoeld in lid 1, mogen uitsluitend worden gebouwd al of niet gestapelde woningen, aan- of uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en bouwwerken, geen gebouw zijnde; b. de goothoogte bedraagt maximaal 9 meter, de bouwhoogte maximaal 12 meter; c. het totaal aantal woningen mag niet meer dan 6 bedragen; d. het bebouwingspercentage mag ten hoogste 60% bedragen; e. de situering en het bouwen van woningen en andere gebouwen die als geluidgevoelige objecten worden aangemerkt, mag uitsluitend zodanig geschieden, dat op geen van de gevels daarvan bij voltooiing de geluidbelasting vanwege wegverkeerslawaai de ter plaatse toegestane grenswaarde overschrijdt. f. het uitwerken mag niet eerder geschieden dan nadat zeker is gesteld dat de bodem geschikt zal zijn voor realisering van de in lid 1 aangegeven functies en voorzieningen. Procedure bij uitwerken 3. Bij de voorbereiding van een besluit omtrent uitwerken als bedoeld in lid 2, wordt de procedure gevolgd, die is vervat in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, met dien verstande dat de termijn van ter inzage ligging twee weken bedraagt. Voorlopig bouwverbod en anticipatie 4. Zolang en voor zover een uitwerking nog geen rechtskracht heeft gekregen, kan in het desbetreffende deel van het plan slechts bouwvergunning worden verleend, indien: a. het betreffende bouwwerk in overeenstemming is met het ontwerp van de uitwerking, en b. vooraf van gedeputeerde staten een verklaring van geen bezwaar ter zake is ontvangen, tenzij gedeputeerde staten bij goedkeuring van het plan hebben verklaard dat een uitwerking hun goedkeuring niet behoeft en gedurende de termijn van terinzagelegging van het ontwerp van de uitwerking niet van zienswijzen daartegen is gebleken.
7 Gebruiksbepaling 5. Onder de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen of -bedrijven in samenhang met het wonen wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of - bedrijven, voorzover het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen of -bedrijven niet groter is dan 30% van het vloeroppervlak van de woning tot een maximum van 40 m2, inclusief aan- en uitbouwen. Vrijstelling 6. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1, om aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven uit categorie 2 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten mogelijk te maken of beroepen of bedrijven toe te laten die niet genoemd worden in de Lijst van Bedrijfsactiviteiten, indien en voorzover deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot categorie 1 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten.
8 Artikel 6 Detailhandel (voorlopige bestemming) Doeleinden 1. De op de plankaart voor "Detailhandel (voorlopige bestemming)" aangewezen gronden zijn gedurende een periode van vier jaar na het vaststellen van het plan bestemd voor: a. detailhandel met daarbij behorende parkeer- en andere voorzieningen; b. daarbij behorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde. Bebouwingsbepalingen 2. De hoogte van de in lid 1 bedoelde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan de op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaande hoogte.
9 HOOFDSTUK III ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 7 Algemene vrijstellingsbevoegdheden Voorgeschreven maten en percentages 1. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de op de plankaart of in de aangegeven maten en percentages tot 10% van die maten en percentages; Meetverschillen 2. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen ten aanzien van de ligging van bestemmings- en bouwgrenzen, voor zover dat noodzakelijk is ter aanpassing van het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, mits de afwijkingen ten opzichte van hetgeen op de plankaart is aangegeven niet meer dan 5 m bedragen; Nutsvoorzieningen 3. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het in het plan bepaalde ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken voor nutsvoorzieningen, zoals gasdrukregelstations, wachthuisjes, telefooncellen, bewaarplaatsen van huisvuilcontainers en transformatorhuisjes, waarvan de hoogte niet meer dan 3 m en de oppervlakte niet meer dan 25 m² mag bedragen; Antennemasten 4. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het in het plan bepaalde ten behoeve van het bouwen van bouwvergunningplichtige antennes en antennemasten met de daarbij behorende constructie en installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie, mits: a. bij voorgenomen plaatsing op een woongebouw, aanvrager vooraf aantoont dat plaatsing op een niet-woongebouw niet mogelijk is; b. bij voorgenomen plaatsing op maaiveld, aanvrager vooraf aantoont dat plaatsing op een gebouw niet mogelijk is. Hekwerken en borstweringen op dakterrassen 5. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het in het plan bepaalde ten aanzien van de hoogte van gebouwen, ten behoeve van het bouwen van hekwerken en borstweringen op dakterrassen tot 1,2 m hoger dan de maximaal toegestane hoogte van betreffende het gebouw.
10 Artikel 8 Wijzigingsbevoegdheid Verwijdering tijdelijke bestemmingen 1. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen zodanig dat de bestemmingen als bedoeld in artikel 6 (Detailhandel (voorlopige bestemming)) uit deze en van de plankaart worden verwijderd. Het wijzigen kan plaatsvinden na de periode van drie jaar na het vaststellen van het plan of zoveel eerder als vaststaat dat de betreffende detailhandelsvestiging is opgeheven. Procedure bij wijzigen 2. Bij de voorbereiding van een besluit omtrent wijzigen als bedoeld in lid 1, wordt de procedure gevolgd, die is vervat in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, met dien verstande dat de termijn van ter inzage ligging twee weken bedraagt.
11 Artikel 9 Overgangsbepalingen Bouwen 1. Bouwwerken die op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaan of in uitvoering zijn, dan wel na dat tijdstip krachtens een daartoe strekkende bouwvergunning of anderszins rechtens zijn of mogen worden gebouwd, en die afwijken van het in of krachtens het plan - behoudens in dit artikel - bepaalde, mogen: a. uitsluitend gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, mits de afwijkingen niet worden vergroot; b. na tenietgaan door een calamiteit, geheel worden vernieuwd, mits de aanvraag voor een bouwvergunning is ingediend binnen twee jaar nadat het bouwwerk door de calamiteit is getroffen en mits de afwijkingen niet worden vergroot. Vrijstelling bouwen 2. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 dat afwijkingen niet mogen worden vergroot, ten behoeve van het vergroten van de inhoud van een bouwwerk tot 10% meer dan de bestaande inhoud op het in lid 1 bedoelde tijdstip. Gebruik 3. Het gebruik, dat op het tijdstip van het onherroepelijk worden van de goedkeuring van het plan van in het plan begrepen gronden en bouwwerken in afwijking van het plan - behoudens het in dit artikel bepaalde - wordt gemaakt, mag worden voortgezet en gewijzigd, mits daardoor de afwijkingen van het plan niet worden vergroot. Uitzonderingen op het overgangsrecht betreffende gebruik 4. Het bepaalde in lid 3 geldt niet, indien: - het betreft een gebruik dat reeds in strijd is met het vóór het onderhavige plan geldende bestemmingsplan, - dat strijdig gebruik een aanvang heeft genomen, nadat de goedkeuring van dat vorige bestemmingsplan onherroepelijk was geworden, én - burgemeester en wethouders vóór het in lid 3 bedoelde tijdstip een aanvang hebben gemaakt met een procedure ter beëindiging van dat strijdig gebruik en zulks op de gebruikelijke wijze aan overtreder kenbaar hebben gemaakt.
12 Artikel 10 Algemene gebruiksbepalingen Verbod gebruik in strijd met bestemming 1. Het is verboden de in het plan begrepen gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan aan deze gronden gegeven bestemming en met het in of krachtens het plan ten aanzien van het gebruik van deze gronden en bouwwerken bepaalde. Vrijstelling van gebruiksverbod 2. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een niet door dringende redenen gerechtvaardigde beperking van het meest doelmatig gebruik.
13 Artikel 11 Strafrechtelijke bepaling Overtreding van het verbod, gesteld in artikel 10, lid 1, is een strafbaar feit in de zin van artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.