VERSLAG VAN DE VERENIGDE VERGADERING OP 1 JULI 2010

Vergelijkbare documenten
agendapunt 3.b.3 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden STAND VAN ZAKEN GOOLAND Datum 21 februari 2012 Afstemming Bijlagen 2 Zaaknummer 26232

Openstaande acties besluitenlijsten VV 2009

Parafering besluit PFO Bom Gewijzigd akkoord Geparafeerd D&H (Geen) Geparafeerd door: Werf, R. van der

Geen duidelijkheid over handhavingsverzoek Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum

VERBETEREN POLDERKADES MIDDEN-DELFLAND, DEN HAAG EN PIJNACKER- NOOTDORP VANWEGE EFFECTEN REDUCTIE GRONDWATERONTTREKKING DELFT- NOORD

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR Status verslag Concept. de heer Romijn

agendapunt H.06 Aan Verenigde Vergadering CONCEPTBEGROTING 2018 REGIONALE BELASTING GROEP Gevraagd besluit Verenigde Vergadering

Parafering besluit D&H (Geen) Geparafeerd door: Baeten, P.J.R. Tekke, R.M.H. VV

agendapunt H.04 Aan Verenigde Vergadering ONTWERP 1E WIJZIGING BEGROTING 2015 VAN GR REGIONALE BELASTING GROEP

agendapunt 4.05 Aan Commissie Waterketen en Waterkeringen INVESTERINGSPLAN EN KREDIET NOORDEINDSEWEG TE BERKEL EN RODENRIJS

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

Hoogheemraadschap van Delfland

Adviescommissie voor de bezwaarschriften Ctgb JAARVERSLAG 2017

Parafering besluit PFO Ber B (Geen) Geparafeerd D&H H (Geen) Geparafeerd door: Heijloo, R.W.N.

Onderwerp: Besluitvorming oevererosie - aanbod Rijkswaterstaat Nummer:

a. Het investeringsplan voor de NVO Boomawatering (701644) op te hogen met een bedrag van tot ;

agendapunt 3.b.4 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden INKOOP- EN AANBESTEDINGSBELEID Datum 28 februari 2017

II. De Nota risicomanagement Delfland vast te stellen met onder meer de volgende bepalingen:

Parafering besluit D&H I Conform Geparafeerd door: Janssen, T.R.J.

Feitenrelaas Stuurgroep Bedrijventerrein West Achterhoek

AANVRAAG INVESTERINGSPLAN EN KREDIET GEMAAL HARNASCHPOLDER (MIDDEN- DELFLAND)

agendapunt 3.a.9 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden PROJECTPLAN WATERGANG HERON Datum 17 april 2012 Afstemming Bijlagen 3 Zaaknummer 26984

Afstemming programma-indeling P&C-cyclus met WBP

VOORTGANGSRAPPORTAGE GR BEHEER GRONDWATERONTTREKKING DELFT NOORD - UITTREDING

III Het besluit die op 29 november 2012 genomen wordt, kenbaar te maken aan de GR Slibverwerking 2009.

Besluitenlijst raad 26 mei 2016.

Nr Vergadering: 24 mei 2016 Onderwerp: Besluitenlijst raadsvergadering 21 juni 2016

Adviescommissie voor de bezwaarschriften Ctgb. JAARVERSLAG 2015 en 2016

agendapunt 3.b.6 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden SAMENWERKINGSOVEREENKOMST WATER RIJSWIJK-ZUID Datum 7 november 2011

agendapunt 04.B.09 Aan Commissie Gezond, schoon en gezuiverd water ONTWERPBEGROTING 2016 EN JAARREKENING 2014 VAN GR SLIBVERWERKING 2009

BESLUITENLIJST VERGADERING VHL-BERAAD

: Drs. D.P. Wiltenburg, directeur Bedrijfsvoering en secretaris van de commissie, W.A. Hardijzer, D. Bac, A. Aartsen, Chr.

2. Vaststelling agenda. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

agendapunt 04.B.05 Aan Commissie Bestuur, organisatie en bedrijfsvoering INKOOP- EN AANBESTEDINGSBELEID

Hoogheemraadschap van Delfland

Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) 14 februari Status verslag Concept

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2013 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2013 onder nummer

agendapunt Aan Verenigde Vergadering EVALUATIE BELEIDSNOTA GRONDWATERBEHEER

Uitnodiging. 1) Opening. 2) Mededelingen Mw. Gooijer heeft gemeld afwezig te zijn en haar reactie vooraf door te geven.

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. Commissie Water & Wegen. 14 september Datum vergadering CHI. 21 september 2016

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Losser. Datum: 15 augustus Rapportnummer: 2011/246

Parafering besluit PFO Bom B Conform Geparafeerd door: Cuypers, M.P. D&H H Conform Geparafeerd door: Cuypers, M.P.

Parafering besluit PFO Hae B Gewijzigd akkoord Geparafeerd door: Kooiman, A.I.L. D&H H - Geparafeerd

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie. Datum: 27 februari Rapportnummer: 2014/012

tegen een besluit Adressen en telefoonnummers Bezoekadres Gemeentekantoor Oranjeplein 1, Pijnacker Postadres Postbus 1, 2640 AA Pijnacker

agendapunt H.05 Aan Verenigde Vergadering

Gevraagd besluit Verenigde Vergadering Het nakomen van gemaakte afspraken met de gemeente Westland onderschrijven.

BESLUITENLIJST College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van 26 april 2016

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERBOUWKUNDIGE WERKEN VOORBOEZEM POLDER VAN NOOTDORP

agendapunt 3.b.1 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden INVESTERINGSPLAN EN UITVOERINGSKREDIET BUITENGEWOON ONDERHOUD GROENE KADES 2015

Parafering besluit D&H H Conform Geparafeerd door: Janssen, T.R.J.

Aan Verenigde Vergadering JAARREKENING Gevraagd besluit Verenigde Vergadering

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

GEMEENTE REIMERSWAAL. Vastgesteld : 20 december 2016 Agendapunt : 4 Poststuk :

2. In te stemmen met de brief aan de verenigde vergadering inzake waterschapsvergelijkingen, ons kenmerk

I. Baker Tilly Berk aan te wijzen als accountant voor de periode met de optie tot verlening met 1 jaar.

agendapunt H.09 Aan Verenigde Vergadering ONTWERPBEGROTING 2016 EN JAARREKENING 2014 VAN GR SLIBVERWERKING 2009

Hoogheemraadschap van Delfland

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301

- Het uitvoeringskrediet van dit project "stuw bedrijventerrein Ruyven (projectnummer

agendapunt 04.H.14 Aan Commissie Stedelijk water en watersysteem ALTERNATIEVE VASTHOUDMAATREGEL DELFT

College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van 20 maart 2012

De voorzitter merkt op dat de vergadering wordt gehouden in het Nederlands.

Onderwerp : Verordening commissie bezwaarschriften 2012

Hoogheemraadschap vandelfland

agendapunt 3.a.9 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden JAARVERSLAGEN BEZWAARSCHRIFTEN- EN KLACHTENCOMMISSIE 2013 Datum 27 mei 2014

agendapunt H.09 Aan Verenigde Vergadering ONTWERPBEGROTING 2016 EN JAARREKENING 2014 VAN GR SLIBVERWERKING 2009

Parafering besluit D&H H Conform Geparafeerd door: Noordtzij, H.

De voorzitter: Ik heet de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune.

CONCEPT BESLUITENLIJST College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van 29 september 2015

Pagina 1 van 6. Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 12 november 2015 in de raadzaal

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

WATERVERGUNNING D /

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw [verzoekster], wonende te [woonplaats], gemachtigde: mevrouw mr. A. Post

Langdurig geschil over de renovatie van panden gemeente Amsterdam stadsdeel Centrum

Parafering besluit PFO Bom (Geen) - D&H Conform Geparafeerd door: Werf, R. van der

In D&H: Steller: E. Lodder BMZ Telefoonnummer: 5881 SKK Afdeling: Management ondersteuning In AB: Portefeuillehouder: Kromwijk

Besluitenlijst raad 26 januari 2017

College van Dijkgraaf en Hoogheemraden. 1 februari 2011

HoogheemTaadschap van Delfland

HOLLAND ZUID - 7 FEB. 20U. Gedeputeerde Staten

OORDEEL. Het verzoek tot onderzoek betreft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo, hierna (ook) te noemen: de gemeente.

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit

Adviezen commissie Algemene Bestuurlijke Zaken d.d. 30 augustus 2004 van uur tot uur.

Parafering besluit PFO Ami (Geen) Aangeboden D&H Voor kennisgeving aangenomen

COMMISSIE WATERKETEN EN WATERKERINGEN

Raadsvergadering. Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan partiële herziening Dorp Odijk 2012, snippergroen

REACTIE. van de Raad van de gemeente Montferland, bijgestaan door mr B.S. ten Kate, advocaat te Arnhem, op het bezwaarschrift van

Leiden. U heeft een bezwaarschrift ingediend. Wat nu?

Versie mei Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Bezwaar en Beroep

Samenvatting. Consument, tegen. Ditzo B.V., gevestigd te Zeist, hierna te noemen Aangeslotene. Procesverloop

Verslag. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

VERGADERREGLEMENT ONAFHANKELIJKE ADVIESCOMMIS- SIE PRAKTIJKTOEPASSING BRANDVEILIGHEIDSVOOR- SCHRIFTEN Versie 12 april 2010

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

Wateroverlast na werk aan het riool Gemeente Zaanstad Dienst Wijken

COMMISSIE BESTUUR, ORGANISATIE EN BEDRIJFSVOERING

agendapunt 3.b.13 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden

agendapunt B.04 Aan Verenigde Vergadering HANDLEIDING PLANNING & CONTROLCYCLUS 2011

Transcriptie:

VERSLAG VAN DE VERENIGDE VERGADERING OP 1 JULI 2010 VV: 16 september 2010 Aanwezig: de heer mr. M.A.P. van Haersma Buma, voorzitter; de heer A. van den Berg, mevrouw mr. A.W. Bom-Lemstra, de heren P. van der Ende, A.G. Wiegman en mevrouw I.J.A. ter Woorst, hoogheemraden; mevrouw M. Ammerlaan-Romeyn, de heren J.M. Batist, J.B. van den Berg, mr. P. van den Berg, drs. B. Canton, J. van Dam, dr. ir. G.P.J. Dijkema, mevrouw N.J. Dijkshoorn-van Dijk, mevrouw drs. J. Engels, mevrouw drs. M.J. Hilders, de heren ir. L.P.I.M. Hombergen, J. de Hoog, J. de Jong, C. Kuijvenhoven RA, dr. ir. A.J. Middendorp, drs. L.W. Nanninga, J.W.A. van Olphen, J.Th. Overmeer, drs. A.P. Ranner, R. Reijn, ir. J.A.A.M. van Rossum, mevrouw dr. ir. M.P.M. Ruijgh-van der Ploeg, de heren drs. M. Smits, B.E. van der Velde en ir. G.A. van der Wedden, hoofdingelanden; de heer H.M.J. Hoogweg, griffier. Opening De voorzitter opent om 09.30 uur de vergadering en heet de aanwezigen welkom. 01. Vaststelling agenda Aan de agenda wordt als punt B.09 toegevoegd: benoeming secretaris Delfland. Omdat een aantal bezoekers op de publieke tribune zijn gekomen voor de bespreking van het voorstel Verlegging polderkade bij Gooland (agendapunt B.05), wordt dit punt als éérste bespreekstuk geagendeerd, direct na de ingekomen stukken. Op verzoek van mevrouw Engels wordt de Bijdrageregeling afkoppelen (agendapunt H.04) als bespreekstuk geagendeerd. Als toegevoegd punt (B.10) wordt geagendeerd: Twee brieven van de Unie van Waterschappen aan haar leden over het concept aanbod Storm. Voor het overige wordt de agenda ongewijzigd vastgesteld. De openbare vergadering gaat over in een bijeenkomst met gesloten deuren. Na enige tijd wordt de openbare vergadering hervat. Hierna komt eerst aan de orde: B.09. Benoeming secretaris Delfland De Verenigde Vergadering besluit zonder stemming overeenkomstig het voorstel. De vergadering wordt enige tijd geschorst. 02. Notulen VV 3 juni 2010 Deze notulen worden ongewijzigd vastgesteld.

2 De heer Dijkema merkt naar aanleiding van de passage op bladzijde 1 over Spoorzone Delft op, dat Delfland op allerlei manieren communiceert, waaronder notulen, twitter en de weblogs van twee collegeleden. Onlangs heeft hij op de weblog van hoogheemraad Van der Ende gelezen dat er op 11 juni 2010 een bijeenkomst is geweest over Spoorzone Delft. Wat is er op die bijeenkomst naar voren gekomen over de vergunningverlening voor dit project? De heer Van der Ende zegt eerst dat er regelmatig overleg is over Spoorzone Delft, zowel ambtelijk als bestuurlijk. Hoewel de werkzaamheden in het kader van dit project al enige tijd gaande zijn, moest de "formele aftrap" nog plaatsvinden. Dat is gebeurd in de bijeenkomst op 11 juni 2010. Hierna wijst de voorzitter nog op de toezegging die in de lijst van besluiten en toezeggingen van 3 juni jl. is vermeld bij agendapunt B.02, namelijk om in de VV van juli 2010 te rapporteren over het resultaat van de onderhandelingen met waterschap Rivierenland over de herziene concept gemeenschappelijke regeling Laboratorium. Die rapportage is al aan de VV-leden toegezonden, zodat dit punt vandaag niet meer aan de orde hoeft te komen. 03. Insprekers De voorzitter zegt dat mevrouw Van Oortmerssen zich heeft aangemeld als inspreekster bij agendapunt B.05. Om formele redenen is het echter niet mogelijk dat zij hierover inspreekt. 04. Mededelingen: Geen. 05. Vragenrondje Muskusrattenbestrijding De heer Overmeer wijst op de mededeling van mevrouw Bom in de commissie Waterketen en Waterkeringen over een overleg ten kantore van Rijnland over de organisatie van de muskusrattenbestrijding. Heeft dit overleg inderdaad plaatsgevonden en zo ja, kan het verslag dan aan de VV-leden beschikbaar worden gesteld? Is het nog steeds de inzet om de muskusrattenbestrijding in een groter verband te gaan uitvoeren en wordt daardoor de bestrijding op een andere wijze georganiseerd dan tot nu toe gebruikelijk is? Hoe wordt de VV in de komende tijd bij dit onderwerp betrokken? Mevrouw Bom antwoordt dat het overleg heeft plaatsgevonden en dat daar de punten zijn ingebracht die zij in de vergadering van de commissie op 15 juni2010 heeft genoemd. Er wordt nu onderzocht hoeveel waterschappen met elkaar willen samenwerken en wat dan de meest wenselijke organisatievorm is. Er is niet gesproken over de manier van bestrijding van muskusratten, maar uitsluitend over de organisatievorm. Het verslag van dit overleg, waar overigens niets nieuws in staat, zal zij toe laten zenden aan de leden van de V.V. De heer Overmeer herinnert eraan dat mevrouw Bom zich in de commissievergadering wat verbaasd toonde dat in het overleg ten kantore van Rijnland opnieuw zou worden besproken welke waterschappen onderling zouden moeten gaan samenwerken, omdat zij ervan uitging dat dit al vast stond. Is ook dat punt nog aan de orde gekomen? Zelf zou hij het liefste zien dat de manier van bestrijding van muskusratten binnen Delfland wordt "uitgevochten". Mevrouw Bom heeft dat punt in het overleg naar voren gebracht en toen is ter verklaring gezegd dat ook het waterschap Stichtse Rijnlanden zich misschien bij de samenwerking wil aansluiten. Er wordt nu nagegaan welke voordelen dat zou opleveren. De uitkomsten daarvan worden in september 2010 verwacht. Inmiddels is ook afgesproken om in de tweede helft van 2010 de al toegezegde informatieve VV-bijeenkomst over muskusrattenbestrijding te beleggen en daarbij niet alleen in te gaan op de organisatie en de mogelijke samenwerking van waterschappen, maar ook op de vangstmethoden. 06. Stukken ter kennisname Mevrouw Hilders heeft in de commissievergadering al opgemerkt dat volgens de rapportage waterkwaliteit 2009 (stuk onder nummer 06.02) Delfland niet voldoet aan een groot aantal normen. Daarnaast heeft zij erop gewezen dat de rapportage weinig inzicht geeft in het to-

3 taalbeeld en in de ontwikkeling ten opzichte van voorgaande jaren. In de commissievergadering is toegezegd dat er op een aantal opmerkingen zou worden ingegaan, maar kennelijk niet op de hare, want die hebben niet geleid tot een aanpassing van het stuk. Zij vindt het wenselijk dat de rapportage Waterkwaliteit inzicht biedt in een aantal bestuurlijk relevante zaken, namelijk in welke mate Delfland aan de KRW-normen voldoet, hoe de jaarlijkse meetgegevens zich verhouden tot de ecologische en chemische KRW-doelen, welke voortgang ten opzichte van afgelopen jaar is geboekt en welke maatregelen volgens het college met prioriteit nodig zijn om de benodigde voortgang bij de realisering van de KRW-doelen te halen. Zij vraagt het college om hier aandacht aan te geven in de al geplande informatieve VVbijeenkomst in september 2010 en in het implementatieplan dat de VV nog zal krijgen. De voorzitter lijkt het het beste om de vragen in het college aan de orde te stellen. Vandaag is dat de meest effectieve werkwijze. De stukken ter kennisname worden voor kennisgeving aangenomen. 07. Ingekomen stukken Op verzoek van de heer Middendorp wordt de beantwoording van de schriftelijke vragen van de AWP Delfland inzake de water- en landschapsbeheerbijdrage (stuk onder nummer 07.03) geagendeerd voor de vergadering van de commissie Watersystemen van 31 augustus 2010. Verder wordt overeenkomstig de voorstellen tot afdoening van de ingekomen stukken besloten. Bespreekstukken B.05. Verlegging polderkade bij Gooland De heer Van der Wedden zegt dat zijn fractie ondanks de uitvoerige beantwoording in de commissie Waterketen en Waterkeringen en de met het commissieverslag meegezonden stukken niet overtuigd is geraakt van de noodzaak om vandaag een beslissing over deze polderkade te nemen. Door de gemeente Den Haag is indertijd langs de grens met de gemeente Pijnacker-Nootdorp een aarden wal opgeworpen die als functie heeft om Ypenburg tegen wateroverlast te beschermen. Deze wal is ook in het Haagse bestemmingsplan Ypenburg- Nootdorp deelplan 19 opgenomen. Als de VV vandaag besluit om van deze aarden wal een polderkade te maken, overschrijdt de beschermingszone van deze kade de gemeentegrens tussen Den Haag en Pijnacker-Nootdorp en komt deze zone voor een deel in de tuinen van de bewoners van de wijk Gooland terecht. De gemeente Pijnacker-Nootdorp accepteert deze vorm van landje pik door Den Haag niet en er loopt dan ook een beroepsprocedure bij de Raad van State. Eind juni 2010 is bericht dat de Raad van State nog enkele weken extra nodig heeft om tot een uitspraak te komen. Het is mogelijk dat de Raad van State dan het tracé vernietigt van de aarden wal, zoals dat in het bestemmingsplan voor deelplan 19 is opgenomen. Zolang er nog geen uitspraak van de Raad van State is in deze zaak tussen twee gemeenten, dient Delfland daar volgens de fractie van AWP Delfland niet op vooruit te lopen door deze aarden wal als kering vast te leggen en daarmee partij te kiezen voor Den Haag. Dat geldt te meer nu Den Haag en Delfland in juli 2008 hadden afgesproken dat Den Haag de kosten van deze aarden wal zou dragen en Delfland de kosten van de aansluiting op de bestaande kering, terwijl Den Haag daar nu op terugkomt door in een brief te stellen dat Delfland verantwoordelijk is voor de aanleg én de aansluiting van de wal en dat Delfland daarmee ook de enig financieel verantwoordelijke is. Den Haag schoffeert Delfland dus door de gemaakte afspraken niet na te willen komen. De fractie vindt dan ook dat eerst precies duidelijk moet worden hoe de kostenverdeling wordt, voordat de VV besluit om van de aarden wal een officiële kering te maken. Bovendien bleek in de commissievergadering dat de aarden wal niet voldoet aan de technische specificaties van een waterkering, waardoor er alsnog werkzaamheden aan verricht moeten worden. Verder is deze ondeugdelijke wal zo dicht bij de sloot achter Gooland gelegd, dat deze niet meer machinaal gebaggerd kan worden, er is geen onderhoudsstrook langs de sloot

4 vrijgehouden. Dat jaagt Delfland op extra onderhoudskosten. Delfland had deze wal nooit op de nu uitgevoerde manier aangelegd. Dat geldt trouwens niet alleen voor de kwaliteit van de wal en het punt van het onderhoud, maar ook voor de locatie. Nog in 2005 heeft het college van D&H een brief aan de bewoners van Gooland gestuurd, waarin is gemeld dat de waterkering achterlangs Gooland volledig, dus inclusief zonering, op het grondgebied van Den Haag zou worden gelegd. De bewoners worden nu door Delfland eerst geconfronteerd met een beschermingszone van 15 meter in hun tuin en na het indienen van zienswijzen met een zone die nog steeds 4 meter hun tuin ingaat. De heer Van der Wedden begrijpt dan ook waarom de bewoners dit Delfland niet in dank afnemen. Hij vindt dat Delfland zich moet houden aan de toezeggingen die aan ingelanden zijn gedaan, ook als deze toezeggingen ongelukkig waren. Bovendien is sinds de aanleg van de aarden wal ook nog eens wateroverlast in Gooland ontstaan: kelders staan regelmatig onder water, de sloot langs de dijk stinkt, et cetera. Tijdens de commissievergadering en in de nagezonden stukken is betoogd dat er geen oorzakelijk verband is tussen de aanleg van de wal en de daarna ontstane wateroverlast. De expert van de bewoners betoogt iets anders in het stuk dat afgelopen week is toegezonden. Zonder direct een oordeel te willen vellen, moet de heer Van der Wedden toch zeggen dat het betoog van de expert van de bewoners op hem geloofwaardiger overkomt dan het betoog van de kant van Delfland. Het lijkt hem dan ook goed om beide betogen eens door een onafhankelijk expert, zoals Deltares, te laten beoordelen. Zelfs is hij er in ieder geval niet van overtuigd dat de wateroverlast niet door de aanleg van de aarden wal is ontstaan. Al met al ligt er nu een slecht aangelegde en moeilijk te onderhouden aarden wal, op een locatie waarover twee gemeenten nog op een juridisch oordeel wachten en waarmee niet wordt voldaan aan toezeggingen van Delfland aan ingelanden. Bovendien zou Delfland hiervoor volgens Den Haag moeten betalen, tegen eerdere afspraken in en veroorzaakt de wal misschien ook nog wateroverlast in Gooland. Het lijkt hem dan ook niet wenselijk om nu van deze wal een kade te maken, en hij vraagt het college daarom het voorstel aan te houden totdat de uitspraak van de Rad van State bekend is. De heer Reijn merkt op dat er opnieuw een aantal vrij steekhoudende argumenten zijn aangevoerd. De beantwoording van die argumenten in de commissievergadering heeft hem wel voldoende houvast geboden, maar hij hoort graag vanmorgen klip en klaar waarom de VV met de besluitvorming niet zou kunnen wachten tot de uitspraak van de Raad van State. Verder vraagt hij wie zal moeten betalen als de bewoners eventueel schade oplopen. Mevrouw Engels vraagt of het college wil overwegen in te gaan op de suggestie om een derde partij, zoals Deltares, nog eens naar dit onderwerp te laten kijken. De heer Hombergen valt het op dat er in deze kwestie geen plezierige werkverhouding is tussen de gemeenten Den Haag en Pijnacker-Nootdorp. Mede daarom moeten D&H hier flexibel kunnen optreden, om tot een goede oplossing te kunnen komen. De PvdA-fractie steunt dan ook de aanpak van D&H in dezen. Voor haar is vooral van belang dat de dijkring zo snel mogelijk wordt gesloten, ten behoeve van alle inwoners in de polder. Hij is enigszins gestoord door de juridische benadering van de kant van de bewoners, waarbij onder andere is gesteld dat er sprake is van een ondeugdelijke besluitvorming en van een onjuiste en incomplete informatie. De fractie begrijpt dat hier bepaalde belangen op het spel staan, maar deze toonzetting werkt voor haar averechts. Dat neemt niet weg dat de belangen van de bewoners helder zijn. De fractie nodigt de hoogheemraad dan ook uit om aan te geven hoe zij in deze kwestie tot een oplossing wil komen, ook wat de wateroverlast in kelders betreft. De heer Van Olphen heeft het Gooland-dossier doorgenomen en daarin gemist de afspraken die indertijd zijn gemaakt tussen Delfland en de gemeente Den Haag over de aanleg van de aarden wal. Hij hoort daar vandaag graag meer over. Mevrouw Bom merkt eerst op dat het dossier Gooland al enige tientallen jaren loopt, en indertijd door Delfland is overgenomen van het betreffende polderbestuur. In de jaren zestig van de vorige eeuw is een polderkade ter plaatse van Gooland afgegraven, ten behoeve van woningbouw op deze plek, deze kade is vervolgens niet meer teruggebracht, hoewel dat wél had moeten gebeuren. In de jaren negentig is daar een poging toe ondernomen en is er ook met

5 de bewoners gesproken, maar ook toen is er verder geen uitvoering aan gegeven. Op dat moment was trouwens de wijk Gooland al bebouwd, zodat het oorspronkelijke tracé niet meer gebruikt kon worden. Dat neemt niet weg dat hier een behoorlijke waterkering moet komen, en dat het een taak van Delfland is om daarvoor te zorgen. De noodzaak van zo'n waterkering is ook toegenomen sinds deelplan 19 van Ypenburg in ontwikkeling is genomen. Inmiddels staan er immers al woningen en bedrijven, en de bewoners en gebruikers daarvan hebben recht op een goede bescherming. In het overleg hierover met de gemeente Den Haag is door Delfland als wens ingebracht dat de kering van deelplan 19 volledig op Haags grondgebied komt te liggen en in stukken uit die tijd is dat als streven vastgelegd. Met het nu voorgestelde tracé van de beoogde kering wordt aan die wens voldaan. Aanvankelijk was het tracé nog wat verder op Haags grondgebied gepland, maar de gemeente heeft zich daar, met het oog op de grondexploitatie, tegen verzet en heeft geprobeerd het tracé juist weer terug te schuiven richting Pijnacker-Nootdorp. Bovendien heeft Den Haag toen een schadeclaim bij Delfland neergelegd, omdat ze minder huizen zou kunnen bouwen in het gebied. Al met al komt het tracé van de kering volledig op Haags grondgebied te liggen en komt alleen de beschermingszone voor een deel op het gebied van Pijnacker-Nootdorp te liggen. Aanvankelijk zou dat voor 15 meter zijn, maar mede naar aanleiding van zienswijzen is grondig nagegaan of het mogelijk zou zijn in dit specifieke geval de beschermingszone aan de kant van Pijnacker-Nootdorp kleiner te maken. Door maatwerk te leveren lukt het nu om dit deel van de beschermingszone terug te brengen van 15 naar 4 meter. Dit komt nog niet volledig tegemoet aan de wensen van de bewoners, want het betekent dat zij niet álles meer mogen doen in hun achtertuin. Zo zal Delfland zeker bezwaar maken tegen het graven van een zwembad, maar er blijft in de beschermingszone nog heel veel mogelijk. In het overleg met Den Haag is er ook uitvoerig over de kosten gesproken. De nu aangelegde aarden wal moet nog een maatvoering krijgen zoals die voor een kering nodig is, en dat gaat ook gebeuren. De kosten van die wal komen volledig voor rekening van Den Haag, op grond van het principe "De veroorzaker betaalt", dat ook door Den Haag is geaccepteerd. Daar is nog wel het nodige over gesproken, want Den Haag vond dat het aanleggen van een waterkering eigenlijk een zaak van het waterschap is. Daarin had Den Haag een punt, want het gaat om een taak van Delfland en Delfland had die taak ook al eerder moeten vervullen, maar er is nu afgesproken dat Den Haag toch zelf de kosten betaalt. Dat geldt niet voor de aansluiting van de aarden wal op de al aanwezige kering; die kosten komen voor rekening van Delfland. Er wordt inmiddels al onderhandeld met de bewoner op de plek waar het aansluitpunt komt te liggen, die gesprekken lopen redelijk goed. Lukt het niet om met deze bewoner tot overeenstemming te komen, dan heeft Delfland instrumenten tot zijn beschikking om ervoor te zorgen dat dit werk toch wordt uitgevoerd. Zij beaamt dat er door de ligging van de aarden wal niet meer vanaf het water gebaggerd kan worden, maar dat geldt ook voor sloten elders in Delfland. Bovendien gaat het maar om een smalle onderhoudsstrook van een beperkte lengte. Al met al wordt Delfland hierdoor dus niet op hoge extra kosten gejaagd. De procedure die de gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft aangespannen tegen de gemeente Den Haag, betreft de ontwikkeling van de nieuwe Haagse wijk in algemene zin. De waterkering, waar Delfland mee te maken heeft, is daar alleen een onderdeel van. Natuurlijk zou het plezierig zijn geweest als de uitspraak van de Raad van State er nu lag, maar het lijkt mevrouw Bom ook niet terecht om daar nu op te gaan wachten. Delfland heeft immers een zelfstandige verantwoordelijkheid om te zorgen dat de waterkering in dit gebied op orde komt, wat niet alleen van belang is voor de inwoners van Pijnacker-Nootdorp, maar ook voor de inwoners van Den Haag. Mocht de Raad van State straks bepalen dat de gemeente Den Haag haar bestemmingsplan moet aanpassen, dan blijft het vandaag te nemen besluit van Delfland op zichzelf overeind. Alleen kan Delfland dit besluit dan voorlopig niet uitvoeren, omdat er gewacht moet worden totdat het aangepaste Haagse bestemmingsplan is vastgesteld. In dit verband is ook van belang dat indertijd aan de voorzieningenrechter is gevraagd om de ontwikkeling van de wijk op een bepaalde plek stil te leggen en dat dit verzoek door de rechter is afgewezen. Er wordt dus al gebouwd in de wijk en met het oog hierop moet Delfland nu zijn zelfstandige verantwoordelijkheid nemen. De vaststelling van het tracé voor de waterkering hangt ook niet af van de procedure rond het bestemmingsplan en in het geval Den Haag op aanwijzing van de Raad van State een aangepast bestemmingsplan moet opstellen, zal door Delfland ook precies hetzelfde tracé voor de waterkering worden ingebracht, omdat daarmee een goede bescherming voor beide delen van het gebied wordt verkregen. Het colle-

6 ge van D&H ziet dan ook niet in dat het nodig zou zijn om op de uitspraak van de Raad van State te wachten. Zij kan niet voorspellen hoe Den Haag reageert als Delfland nu zou verzuimen zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen. Den Haag heeft erop aangedrongen dat Delfland zich inspant om op tijd een besluit te nemen over de kering, er is ook naar gestreefd dat begin dit jaar te doen. Dat is niet gehaald omdat Delfland bewust de tijd heeft genomen voor een goede beantwoording van de ingediende zienswijzen en het zoveel mogelijk leveren van maatwerk om de bewoners van Gooland tegemoet te komen, wat heeft geleid tot het beperken van de breedte van de beschermingszone aan de kant van Gooland tot 4 meter. Ook zij heeft via de mail een brief gekregen van de advocaat van één van de bewoners van Gooland. De toonzetting van die brief vindt zij niet terecht, want de medewerkers van Delfland hebben elke keer aantoonbaar gereageerd op meldingen van wateroverlast, deze meldingen zijn steeds correct afgehandeld. In de commissie is toegezegd dat de leden de stukken op dit punt zouden krijgen, en inmiddels hebben ze die ontvangen. Zij werpt dan ook de stelling dat het niet correct zou zijn verlopen, verre van zich. Vanuit het gebied zijn een aantal meldingen gekomen over wateroverlast en in alle gevallen kon deze overlast niet gerelateerd worden aan de aarden wal, maar ging het om wateroverlast als gevolg van het bouwrijp maken van deelplan 19 (waarbij per abuis sloten gedeeltelijk werden geblokkeerd), of als gevolg van het niet functioneren van particuliere drainagesystemen. Delfland heeft bij wateroverlast als gevolg van het bouwrijp maken steeds contact opgenomen met de gemeente Den Haag en de betrokken aannemer, die vervolgens de blokkade van sloten weer ongedaan maakten. In die gevallen waar het niet functioneren van particuliere drainagesystemen de oorzaak was van wateroverlast, is de inwoners erop gewezen dat dit hun eigen verantwoordelijkheid is. Delfland heeft wel randvoorwaarden gegeven waar die systemen aan moeten voldoen, en Delfland kijkt daar ook naar. Daarnaast is het staande praktijk dat claims die bij Delfland worden ingediend in verband met wateroverlast, nooit ambtelijk worden beoordeeld of afgedaan, maar worden doorgezonden naar de verzekeraar die nagaat of Delfland aansprakelijk is. Het college gaat ervan uit dat Delfland niet aansprakelijk is voor de ontstane wateroverlast, maar te zijner tijd zal wel blijken of deze aanname terecht is. De vergadering wordt op verzoek van de heer Reijn enkele minuten geschorst. De heer Van der Wedden onderschrijft dat er een goede kering moet komen en dat die moet aansluiten op de al bestaande kering. Ook is hij verheugd met de mededeling dat inmiddels is afgesproken dat de gemeente Den Haag alle kosten van de aarden wal draagt, inclusief het beter proportioneren van deze wal. Eveneens kan hij het ermee eens zijn dat Delfland een zelfstandige verantwoordelijkheid heeft. Hij heeft nog niet begrepen waarom Delfland niet een paar weken kan wachten met het nemen van een besluit. Den Haag zal het toch alleen maar logisch vinden dat Delfland wacht op de uitspraak in een procedure bij de Raad van State, die mogelijk invloed heeft op het tracé van de waterkering? Verder houdt hij vast aan zijn verzoek om een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren naar de oorzaak van de wateroverlast, opdat aan de bewoners een oplossing kan worden geboden. Van hem mag dat onderzoek ook alleen een quick scan zijn. Na het antwoord van het college zal hij overwegen of hij een motie zal indienen. De heer Reijn heeft begrepen dat uitstel van de beslissing eigenlijk geen zin heeft, omdat het tracé van de kering toch niet zal veranderen. Hij steunt dan ook het collegevoorstel. Mevrouw Engels stelt vast dat er twee problemen zijn bij dit onderwerp: enerzijds de wateroverlast, anderzijds het feit dat de beschermingszone van de kering voor een deel in de tuinen van de bewoners van Gooland en daarom ook op het grondgebied van Pijnacker-Nootdorp komt te liggen. Verder is zij verrast door het antwoord van de hoogheemraad over de betekenis van de uitspraak van de Raad van State voor het voorliggende voorstel. In de commissie is nog gezegd dat die uitspraak ertoe zou kunnen leiden dat het tracé van de kering moet worden aangepast, maar vandaag wordt gezegd dat dit niet het geval is omdat het tracé toch niet veranderd kan worden. Zij krijgt daar graag een toelichting op. De fractie van Water Natuurlijk geeft er de voorkeur aan om te wachten op de uitspraak van de Raad van State. De aarden wal die ligt op het tracé van de kering, is immers misschien de oorzaak van de huidige wateroverlast. Ook lijkt het de fractie mogelijk dat de uitspraak van

7 de Raad van State ertoe leidt dat het tracé van de kering alsnog gewijzigd moet worden. Als het voorstel van het college wordt aangenomen, is er het risico van een langdurig steekspel over de oorzaak van de wateroverlast. Een algemeen bestuurder van Delfland is geneigd om loyaal te zijn aan de organisatie die er veel zorg aan heeft besteed, en zal dan denken dat het betoog van de kant van de bewoners niet juist kan zijn, maar er zit hier wel een zeker risico dat de wateroverlast aan Delfland te verwijten valt en dat dit pas blijkt als al besluiten zijn genomen en programma's in uitvoering zijn. Zij dringt er dan ook op aan dat het college overweegt om een onafhankelijk bureau te vragen hier nog eens naar te kijken, want ondanks alle goede bedoelingen lijkt Delfland hier toch een zeker risico te lopen. De heer Hombergen dankt mevrouw Bom voor haar uiteenzetting. Ook de PvdA-fractie vindt een gesloten en veilig dijksysteem voor het gebied van groot belang, en heeft vertrouwen in de aanpak van de hoogheemraad. Daarnaast vraagt de fractie hoe de hoogheemraad de oorzaak van de huidige wateroverlast denkt vast te stellen en weg te nemen, voor zover dat laatste een taak van Delfland is. De fractie ziet graag dat verder wordt gegaan op de tot nu toe gevolgde oplossingsgerichte weg. De heer Van Olphen heeft in de beantwoording een essentieel punt gemist, namelijk het antwoord op de vraag waarom er echt niet enkele weken kan worden gewacht op de uitspraak van de Raad van State. Verder heeft hij niet uit de stukken kunnen opmaken, waarom de aarden wal is aangelegd op de plaats waar deze nu ligt. Zou die wal echt niet 4 of 15 meter dieper in het Vinexgebied kunnen liggen? Mevrouw Dijkshoorn begrijpt dat Delfland vasthoudt aan het nu voor de kering gekozen tracé, ongeacht de vraag hoe de uitspraak van de Raad van State uitvalt. De verwachting is immers dat de Raad van State niets zal zeggen over dit tracé, omdat de procedure vooral is gericht tegen de plannen van de nieuwbouwwijk in Ypenburg. Zij vraagt of zij dit juist heeft begrepen. Verder vindt zij dat Delfland zijn verantwoordelijkheid moet nemen, en dat er zo mogelijk vandaag een besluit moet worden genomen. Dan is er voor bewoners en andere betrokkenen in ieder geval duidelijkheid. De heer Overmeer is ervan overtuigd dat Delfland zijn uiterste best heeft gedaan in deze zaak, maar hij vindt toch dat er wel een paar weken gewacht kan worden op de uitspraak van de Raad van State. Daarmee wordt in ieder geval voorkomen dat Delfland weer extra kosten moet maken, want in de huidige situatie een belangrijk punt is. Mevrouw Bom heeft na de commissievergadering laten nagaan of het in juridisch opzicht mogelijk zou zijn om een besluit over het tracé van de kering te nemen onder voorwaarde dat de uitspraak van de Raad van State daarop van invloed kan zijn. Daarbij is gebleken dat zo'n voorwaardelijk besluit niet goed mogelijk is, omdat er dan onzekerheid wordt gecreëerd en de eigen positie van Delfland zwakker wordt en die van andere partijen juist sterker. Verder is de VV, als hoogste orgaan binnen Delfland, natuurlijk bij machte om het besluit uit te stellen, maar mevrouw Bom zou daar geen voorstander van zijn. Delfland is er immers zelfstandig verantwoordelijk voor dat de waterkering ter plaatse op orde is en op basis hiervan is het tracé voor die kering indertijd ook bij beide betrokken gemeenten ingebracht, om te worden verankerd in bestemmingsplannen. Verder verwacht zij niet dat de Raad van State in zijn uitspraak ook iets zal zeggen over dit tracé, omdat dit tracé vanuit de expertise van Delfland is vastgelegd en zij niet zou weten waarom daar een verandering in aangebracht zou moeten worden. Ook als de gemeente Den Haag, op aangeven van de Raad van State, het bestemmingsplan moet aanpassen, zal Delfland opnieuw dit tracé laten verankeren in dat aangepaste plan, tenzij de Raad van State specifiek zou uitspreken dat dit tracé onjuist is en er dus een ander tracé moet komen. De heer Van Dam herinnert aan de afspraak dat de kering op het grondgebied van de gemeente Den Haag moet komen te liggen. Verder hoort bij een kering altijd een bepaalde beschermingszone. Als nu de Raad van State uitspreekt dat ook die zone volledig op Haags grondgebied moet komen, schuift toch vanzelf het tracé in noordelijke richting op? Mevrouw Bom antwoordt dat de kering zelf op het grondgebied van Den Haag ligt. Alleen de beschermingszone ligt gedeeltelijk op het grondgebied van Pijnacker-Nootdorp. Daarnaast is aan de kant van Gooland maatwerk geleverd, waardoor daar de zone van 15 meter is teruggebracht naar 4 meter. Als de kering nog dieper op Haags grondgebied gelegd zou worden,

8 zou Den Haag minder woningen kunnen bouwen en zal ze de kosten daarvan op Delfland proberen te verhalen, want zo'n verschuiving is op zichzelf niet nodig. Zij vraagt de VV dan ook om de verantwoordelijkheid te nemen en vandaag een besluit te nemen. Zij heeft geen steekhoudende argumenten gehoord waarom dat niet terecht zou zijn. De voorzitter zegt naar aanleiding van de term "landje pik", dat daar geen sprake van kan zijn, omdat gemeentegrenzen niet samenvallen met de grenzen van waterschappen. De heer P. van den Berg heeft gehoord dat mevrouw Bom niet verwacht dat de Raad van State zich zal uitlaten over het tracé van de kering, omdat dit maar één element is in een veel groter geheel. Anderzijds heeft zij ook niet uitgesloten dat de Raad van State hier een uitspraak over doet, die kan dan inhouden dat het nu gekozen tracé verlegd moet worden. In dat geval wordt het besluit dat vandaag zou worden genomen, doorkruist door de Raad van State. Er kan dan wel worden betoogd dat bij de aanpassing van het bestemmingsplan gewoon weer hetzelfde tracé wordt aangehouden, maar als de Raad van State vindt dat het tracé niet houdbaar is, zal het toch echt verlegd moeten worden. De voorzitter waarschuwt tegen het aan elkaar koppelen van verschillende processen. Als de VV een besluit neemt over het tracé, kan daartegen in een aparte procedure bezwaar worden gemaakt en beroep worden ingesteld. Als dan ook weer met de uitvoering van het bestemmingsplan gewacht zou moeten worden op de uiteindelijke uitspraak van de Raad van State over het tracé van de kering, duurt het wel buitengewoon lang voordat er iets in uitvoering genomen kan worden. Hij wil dus onderscheid blijven maken tussen de twee afzonderlijke processen, waarbij er voor belanghebbenden alle mogelijkheden zijn om tegen besluiten te ageren. De heer P. van den Berg hoort dan graag concreet wat de situatie wordt als vandaag het voorstel wordt aangenomen en de Raad van State over enige weken zou uitspreken dat het tracé aangepast moet worden. Wat is de consequentie daarvan dan voor het besluit van Delfland? Mevrouw Bom antwoordt dat het besluit van de VV over het tracé los staat van de procedure tegen het bestemmingsplan. Wel is het mogelijk dat straks als gevolg van de uitspraak van de Raad van State niet direct kan worden begonnen met de uitvoering van de waterkering, maar het besluit van de VV blijft dan geldig. De heer P. van den Berg begrijpt dit niet. Als de Raad van State uitspreekt dat het tracé aangepast moet worden, kan het nu voorgestelde besluit toch niet gehandhaafd worden? Mevrouw Bom licht toe dat de Raad van State in de lopende procedure zal aangeven of het Haagse bestemmingsplan uitgevoerd kan worden, dan wel moet worden aangepast. In dat geval zal Den Haag die aanpassing ter hand moeten nemen, maar dan ligt er al wel een besluit van de VV over het tracé van de kering en zal dit besluit in het nieuwe bestemmingsplan verwerkt moeten worden. Los daarvan kan er door belanghebbenden in een aparte procedure bezwaar en beroep worden aangetekend tegen het besluit over het tracé. De voorzitter merkt aanvullend op, dat er enige jaren geleden al is gesproken met de gemeente Den Haag over de termijnen die gelden bij de twee mogelijke processen. De gemeente had toen het idee dat het het beste zou zijn als Delfland eerst het tracé voor de waterkering zou vaststellen en de verdere procedure van bezwaar en beroep zou doorlopen, en daarna het definitieve tracé zou inbrengen in het bestemmingsplan voor het gebied. Bij het vergelijken van de termijnen van beide procedures bleek dat het beter was om voorrang te geven aan de bestemmingsplanprocedure. Mevrouw Bom heeft verder al aangegeven dat de vraag of Delfland aansprakelijk is voor de wateroverlast, nu bij de verzekeraar ligt en dat die daarover een oordeel zal geven. Zij heeft er geen behoefte aan om daar ook nog een derde partij bij te betrekken. Delfland is iedere keer ter plaatse gaan kijken als er een melding kwam, en heeft contact opgenomen met de gemeente Den Haag en de betrokken aannemer als de oorzaak lag in de bouw in het Haagse gebied. Daarnaast is contact opgenomen met de bewoners als de oorzaak moest worden gezocht in het niet goed functioneren van de drainagesystemen. De heer Hombergen zal nog graag horen hoe Delfland ervoor kan zorgen dat nieuwe schade door wateroverlast in de toekomst wordt voorkomen. Mevrouw Bom herhaalt dat als er een melding van wateroverlast komt, Delfland altijd ter plaatse gaat kijken en zelf handelt als het gaat om een taak van Delfland. Het komt echter

9 nogal eens voor dat de oorzaak is gelegen in het nalaten van onderhoud dat betrokkenen zelf moeten verrichten. De heer Van der Wedden vindt dat de vraag over de urgentie bij dit voorstel nog steeds niet duidelijk is beantwoord. De bewuste kering is al 20 jaar niet op orde, dus een paar weken wachten maakt dan niet uit. Daarnaast heeft hij in de beantwoording gehoord dat het tracé vanuit de kennis en kunde van Delfland is ingebracht in het bestemmingsplan, maar dat kan hij zich toch moeilijk voorstellen, gezien eerdere brieven waaruit blijkt dat Delfland ernaar streeft om de kering én de beschermingszone volledig op Haags grondgebied te leggen. Ook voldoet de kering die er nu ligt, niet aan de technische specificaties, dus deze kering kan niet naar aanwijzingen van Delfland zijn gerealiseerd. Daarnaast wordt niet voldaan aan de toezeggingen van Delfland aan de bewoners. Kennelijk heeft Den Haag, vooruitlopend op een besluit van Delfland over de kering, zelf een aarden wal neergelegd en in het bestemmingsplan opgenomen als waterhuishoudkundig werk, terwijl Delfland de kosten zou moeten betalen van verplaatsing van deze wal als die toch op een andere plek zou moeten komen. Hij vindt dat een merkwaardige redenering. Ook wijst hij erop dat Delfland, als nu zou worden besloten om de aarden wal als waterkering te bestempelen, in feite wel degelijk vooruit loopt op de uitspraak van de Raad van State. In het geval de Raad van State het bestemmingsplan vernietigt, wordt het voor Den Haag toch gemakkelijker om opnieuw de bestemming water op het huidige tracé te leggen, want Den Haag kan dan verwijzen naar het door Delfland genomen besluit. Hij dient daarom, mede namens de heren Middendorp, Van Dam en Overmeer, de volgende motie in: "De Verenigde Vergadering van het hoogheemraadschap van Delfland, in vergadering bijeen op 1 juli 2010 Overwegende dat: - De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in het kader van de beroepsprocedures door onder andere de gemeente Pijnacker-Nootdorp tegen het Haagse bestemmingsplan Ypenburg-Nootdorp deelplan 19 nog geen uitspraak heeft gedaan over de locatiekeuze van de waterkering; - Zolang er geen uitspraak van de Raad van State is, Delfland niet vooruitlopend hierop het tracé van de aarden wal, dat mogelijk door deze uitspraak nog vernietigd kan worden, als waterkering moet vaststellen; - Er niet voldoende reden is om, vooruitlopend op deze uitspraak, nú de Haagse aarden wal wel als kering vast te leggen; - Het college van D&H in 2005 een brief heeft verstuurd aan bewoners van Gooland waarin wordt gemeld dat "de waterkering achterlangs Gooland (inclusief zonering) volledig op grondgebied van Den Haag te leggen (binnen de zone van 30 m)"; - De door Den Haag aangelegde aarden wal binnen deze zone vlak tegen de grens met Pijnacker-Nootdorp is gelegd, waardoor, indien Delfland er een kering van maakt, de beschermingszone op grondgebied van Pijnacker-Nootdorp (en in de tuinen van de bewoners) komt; - Delfland zich daarmee niet houdt aan de toezeggingen gedaan aan de ingelanden; - De gemeente Den Haag in een brief van januari 2010 op eerdere afspraken met Delfland terugkomt door zich op het standpunt te stellen dat Delfland zowel verantwoordelijk is voor de aanleg van de waterkering als voor de aansluiting, en dat Delfland daarmee ook de enig financieel verantwoordelijke is; - De aarden wal aangebracht door de gemeente Den Haag niet voldoet aan de technische specificaties van een waterkering waardoor nog werkzaamheden aan deze wal verricht moeten worden; - Door Delfland niet voldoende is onderbouwd dat de oorzaak van de wateroverlast die sinds de aanleg van deze aarden wal bij Gooland optreedt, niet door deze aarden wal wordt veroorzaakt, en onvoldoende is onderbouwd wat dan wel de oorzaak is van de optredende wateroverlast; Spreekt uit dat:

10 - Het college van D&H het voorstel "Verlegging polderkade bij Gooland" (B.05) dient aan te houden totdat de uitspraak van de Raad van State en de gevolgen daarvan voor het tracé van de polderkade bekend zijn; - De VV na bekendwording van de uitspraak van de Raad van State een nieuw voorstel voorgelegd krijgt; - Het college van D&H de tijd tot de uitspraak van de Raad van State gebruikt om verder uit te zoeken wat de oorzaak is van de wateroverlast in Gooland en de VV hierover bij het nieuwe voorstel te informeren; En gaat over tot de orde van de dag". Op verzoek van de heer P. van den Berg wordt de vergadering enige minuten geschorst. Mevrouw Bom vindt dat zij al voldoende heeft gezegd over de twee eerste punten in de uitspraak van de motie. Zij ziet geen enkele noodzaak om te doen wat in deze punten wordt gevraagd. Verder heeft zij, wat het derde punt in de uitspraak betreft, al uiteengezet hoe de gang van zaken bij wateroverlast is en daarom wil zij geen gevolg geven aan dit punt. Het college zal de motie niet steunen. De heer P. van den Berg heeft op zichzelf geen grote bezwaren tegen het voorstel van het college, maar is er ook niet van overtuigd dat dit voorstel vandaag zou moeten worden aangenomen. Hij vindt nog steeds dat er wel even gewacht kan worden op de uitspraak van de Raad van State. De fractie van Bedrijfsgebouwd zal de motie dan ook steunen. De heer Kuijvenhoven heeft, na de uitgebreide bespreking van dit voorstel in de commissie, vandaag alleen vele herhalingen van argumenten of vermeende argumenten gehoord, terwijl er in een volgende termijn wordt gedaan alsof er niet door het college is gereageerd. De CDAfractie vindt dat Delfland zijn verantwoordelijkheid op dit punt nu moet nemen, zeker nu al er meer dan 20 jaar over deze kwestie wordt gepraat. Wachten op de uitspraak van de Raad van State is volgens de fractie niet aan de orde. Als in Nederland steeds gewacht zou moeten worden op allerlei uitspraken van de Raad van State, zou vrijwel iedereen op zijn handen moeten gaan zitten. Bovendien gaat het hier om twee volstrekt gescheiden trajecten en als die met elkaar in verband worden gebracht, helpt dat zowel de ene als de andere zaak niet. Ook draagt het niet bepaald bij tot slagvaardig bestuur als Delfland zich afhankelijk maakt van acties van anderen. Delfland is verantwoordelijk voor het waterstaatkundige traject, niet voor het bestemmingsplantraject en het gaat bij dit voorstel ook om het waterstaatkundige traject. De motie zal de CDA-fractie beslist niet steunen. Ook de heer Hombergen herinnert aan de uitvoerige bespreking in de commissie, waar bovendien nog op een elegante manier aan twee bewoners gelegenheid is geboden om de commissieleden toe te spreken. Vandaag is opnieuw duidelijk geworden dat de hoogheemraad haar verantwoordelijkheid in dit dossier wil nemen, ook waar het gaat om het beschermen van de achterliggende polder tegen wateroverlast. De PvdA-fractie steunt dit van harte en spreekt vertrouwen uit in de aanpak van de hoogheemraad. Daarbij gaat de fractie ervan uit dat Delfland, net als altijd, adequaat en snel reageert als er opnieuw wateroverlast optreedt en goed nagaat of de oorzaken te maken hebben met zaken waar Delfland voor verantwoordelijk is. De motie wordt niet gesteund door de fractie. De heer Van Rossum zegt dat ook de VVD-fractie de motie niet zal steunen, nu de bestuurlijke verantwoordelijkheid van Delfland in deze kwestie zwaar weegt en het college op basis van een besluit van de VV de verdere besprekingen met Den Haag in dient te gaan. Ook mevrouw Engels is het niet duidelijk geworden waarom per se vandaag het besluit genomen zou moeten worden. Volgens de fractie van Water Natuurlijk kan dat ook wel wat later gebeuren. Anderzijds wil de fractie geen blokkade opwerpen voor ambtelijk of bestuurlijk handelen van Delfland, en daarom zal ze de motie niet steunen. De heer J.B. van den Berg stelt vast dat het gaat om een probleem dat al buitengewoon lang voortsleept. Er zou dan misschien nog gewacht kunnen worden op de uitspraak van de Raad van State als zeker zou zijn dat die binnen een paar weken wordt gedaan, maar hij vindt het

11 nog langer laten slepen van deze zaak geen goede zaak voor het bestuur en de uitvoerende organisatie. Zijn fractie zal de motie niet steunen. Mevrouw Ruijgh geeft ook geen steun aan de motie. De beantwoording van de vragen vindt zij overtuigend en als nu de zaak wordt doorgezet, wordt ook duidelijker waartegen belanghebbenden bezwaar en beroep tegen kunnen aantekenen. De heer Overmeer is op zichzelf wel onder de indruk van het betoog van mevrouw Bom, maar dat neemt niet weg dat er volgens hem best een paar weken gewacht kan worden op de uitspraak van de Raad van State. Dat is netjes ten opzichte van de bewoners en de VV kan vervolgens een goed besluit nemen, mede gelet op de uitspraak van de Raad van State. Hij zou dan ook niet weten waarom hij zijn stem aan de motie zou moeten onthouden. De motie wordt met 21 tegen 9 stemmen verworpen. Tegen stemmen de heer J.B. van den Berg, mevrouw Dijkshoorn, de heer Ranner, mevrouw Engels, de heer Smits, mevrouw Ruijgh, de heren De Hoog, Hombergen, Dijkema, mevrouw Hilders, mevrouw Ammerlaan, de heren Reijn, Van der Velde, Nanninga, Kuijvenhoven, A. van den Berg, mevrouw Ter Woorst, de heer Wiegman, mevrouw Bom, de heren Van Rossum en Van der Ende. Voor stemmen de heren Middendorp, Van der Wedden, Canton, Van Olphen, De Jong, Batist, Van Dam, P. van den Berg en Overmeer. De voorzitter geeft gelegenheid tot stemverklaring over het voorstel van D&H. De heer P. van den Berg heeft al gezegd dat de fractie geen grote bezwaren tegen de inhoud van het voorstel heeft, maar bezwaar heeft tegen het tijdstip waarop het besluit over dit voorstel wordt genomen. Nu de motie is verworpen, zal de fractie zich niet keren tegen het voorstel. De heer Van Dam zegt dat de fractie van de AWP Delfland het jammer vindt dat de motie niet is aangenomen. Ondanks de heldere uiteenzetting van mevrouw Bom zal de fractie tegen het voorstel stemmen. De Verenigde Vergadering besluit zonder stemming overeenkomstig het voorstel, met de aantekening dat de leden van de fracties van de Algemene Waterschapspartij Delfland en van de Partij voor de Dieren geacht willen worden ertegen te hebben gestemd. B.01. Jaarrekening 2009 De heer Ranner is er erkentelijk voor dat het college schriftelijk heeft gereageerd op het advies van de Rekeningcommissie, maar moet ook constateren dat de Rekeningcommissie niet in staat is om in deze VV-bijeenkomst in te gaan op de schriftelijke reactie van het college. De VV moet het daardoor doen met wat op papier is gezet, en hij vindt dat jammer. Ingaande op de jaarrekening lijkt hem de belangrijkste conclusie, dat Delfland in één jaar tijd 58 miljoen is kwijtgeraakt. De oorzaak ligt weliswaar in de aanpassingen die uit hoofde van de BBVW-voorschriften moesten worden doorgevoerd, maar het betekent ook dat Delfland niet in control is. Los van de boekhoudkundige stelselwijziging is in 2009 een forse overschrijding van de begroting opgetreden en moet tegelijkertijd worden vastgesteld dat de budgettaire sturing van investeringsprojecten zwak is. Zelfs als rekening wordt gehouden met de opvattingen van de accountant en de reactie daarop van het college, moet gesteld worden dat het schort aan een goede werking en uitvoering van bedrijfsvoeringsprocessen. Op het eerste gezicht wordt er naar aanleiding van de managementletter van de accountant heel wat ondernomen: er worden maar liefst 39 acties aangekondigd. 23 daarvan betreffen echter alleen het aanpassen van een handboek of een voorschrift, dus alleen een verandering op papier, terwijl het er juist om gaat dat binnen de cultuur van de organisatie nog niet goed is doorgedrongen dat er nu anders aangekeken moet worden tegen de bedrijfsvoering van Delfland. Dit verdient veel aandacht, want zolang Delfland op dit punt nog niet in control is, zijn de ramingen die nu worden gemaakt, nog steeds niet hard. Het zou bijzonder vervelend

12 zijn als straks in het kader van de grote bezuinigingsoperatie opnieuw tegenvallers optreden, omdat het bestuur nu nog geen goed beeld heeft van de situatie. Hij betreurt het dan ook dat het college niet bereid is gebleken om de budgettaire risico's grondig in beeld te gaan brengen, op een zodanig moment dat de VV daar rekening mee kan houden bij de besluitvorming over de begroting 2011 en de bijbehorende meerjarenraming. De PvdA-fractie vindt dat de rol van de VV in dezen sterker zou moeten zijn, om de verantwoordelijkheid die de VV heeft, volledig te kunnen dragen. Verder vraagt hij welke actie het college zal nemen om de financiële functie binnen Delfland daadwerkelijk te versterken. Het gaat niet alleen om het WOU-traject, maar ook om versterking van de financiële controle en de financiële verantwoording. Mevrouw Engels merkt op dat wel wordt gezegd dat een jaarrekening nóg belangrijker is dan een begroting. In een begroting staan mooie voornemens, plannen en berekeningen, maar in de jaarrekening staat (of hoort te staan) wat er is gerealiseerd, wat het heeft gekost en wat niet is gerealiseerd. Het uur der waarheid dus. In 2009 zijn prachtige werken gerealiseerd, zoals het Van der Burg-gemaal in Monster. In de jaarrekening staat daar een foto van en zij fietst er steeds met plezier langs. De vraag is echter of het helemaal volgens plan is verlopen. In de jaarrekening staat daarover dat het project vertraging heeft opgelopen, dat er meerkosten zijn, dat de toevoer vanuit het Westland niet optimaal is door een nog steeds niet verbeterde brug of duiker, et cetera. Zo gaat het met vele projecten. Het projectmanagement en de financiële beheersing zijn dus niet in control, de accountant en de Rekeningcommissie constateren dat al vele jaren. Kennelijk is dit een hardnekkig probleem. Dat de accountant zich onthoudt van een uitspraak over de rechtmatigheid van de jaarrekening, is een ernstig signaal. Daarnaast is de financiële situatie van Delfland zeer moeizaam. Ongeveer 23% van de exploitatiebaten gaat op aan rentelasten en het eindresultaat over 2009 is verslechterd door de stelselherziening op het punt van het activeren van posten. In totaal is er over 2009 een tekort van bijna 58 miljoen, met als gevolg een daling van het eigen vermogen tot nog maar 113 miljoen, slechts ruim 11% van het balanstotaal. Door middel van de Kadernota 2011 heeft het college stappen gezet om fors te bezuinigen en daarmee een betere financiële positie te krijgen en heeft het zich voorgenomen het projectmanagement en de financiële beheersing op orde te krijgen. Het college heeft daarbij steun in de rug gekregen van veelomvattende adviezen van accountantsbureau Deloitte en de Rekeningcommissie. De fractie van Water Natuurlijk mist nog de reactie van het college op het verslag van de accountant. Krijgt de VV die nog? Wat zijn de opmerkingen van het college over dit verslag? Het college heeft wel gereageerd op het advies van de Rekeningcommissie. De toonzetting van deze reactie is zeer bereidwillig, maar van de fractie van Water Natuurlijk mag het nog wel wat scherper en concreter. Pakt het college dit op? De fractie stemt in met de jaarrekening 2009 en de daarmee samenhangende voorstellen. Ze kijkt met spanning uit naar de jaarrekening 2010, om te zien of het met alle voornemens, plannen en goede adviezen ook echt beter is geworden. Mevrouw Dijkshoorn heeft in het accountantsverslag gelezen, dat er bij investeringen en projecten de meeste ruimte voor verbetering is op het punt van de rechtmatigheid. Door middel van het WOU-traject wordt hier al aan gewerkt. Zij zal in het komende halfjaar graag voorbeelden van die verbeteringen zien, met daarbij aangegeven hoe de accountant er tegenover staat. Ook ziet zij graag in het komende halfjaar resultaten van de acties die het college neemt naar aanleiding van het advies van de Rekeningcommissie. In de commissie BOB is toegezegd dat dit nader wordt uitgewerkt. Verder vraagt zij of en wanneer er een reactie van het college komt op het accountantsverslag van 22 juni 2010. De heer Van der Wedden onderschrijft de adviezen van de Rekeningcommissie om op financieel vlak sneller in control te komen. Neemt ook het college deze adviezen volledig over? Uit de reactie van het college op de adviezen van de Rekeningcommissie blijkt dit niet. In dat opzicht vindt hij die reactie niet zo bereidwillig. Zo vindt de Rekeningcommissie het essentieel dat het proces van budgettoewijzing, budgetbeheersing en budgetverantwoording en de budgettaire rapportages aan de VV met urgentie worden verbeterd, maar de reactie van het college is alleen maar dat hier in het kader van de ontwikkeling, implementatie en beheersing