VOORWOORD. We sluiten een bijzonder jaar af met resultaten waar we in 2016 volop verder mee kunnen bouwen. Annet van Zon

Vergelijkbare documenten
In 2015 bleek het een kunst om het verhaal niet in getallen te laten bezwijken.

VOORWOORD. Annet van Zon Raad van Bestuur. Jaarverslag 2016 P a g i n a 1

Jaardocument 2014 Stichting Lindenhout

Regiodirecteur Parlan

Informatie voor ouders

Aanvraag Transformatiefonds Jeugdhulp regio Amersfoort

G5 Uitgangspunten Bovenregionale Inkoop Jeugdhulp 2017

Samenwerkingsafspraken crisisinterventie Jeugd in de Gelderse jeugdhulpregio s

Professionals in jeugden opvoedhulp

Informatie voor ouders

Stichting Juzt Beleidsplan

Integrale Zorg. Kom verder! INFORMATIE VOOR VERWIJZERS. Integrale Zorg voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking

De uitdagingen van de transformatie zijn de kansen voor de JGGZ en zijn academische functie

Inkoop en bekostiging jeugdhulp. Informatiebijeenkomst de Kuip 16 februari 2016

Ontwikkelagenda Gespecialiseerde diagnostiek vanaf Voortgangsrapportage stand van zaken september 2017

Samen naar huis Een eind aan residentiële jeugdhulp? Gerard Besten, Gezinshuis.com

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

Jaardocument 2013 Stichting Lindenhout

Social Return on Investment Gezinshuis De Kantelaar Peiljaar 2015 Ons gezinshuis in het kort

Specialistische zorg. voor jongeren met complexe gedragsproblemen

Procesbeschrijving transformatie agenda Jeugd Gelderland Versiedatum 8 juni 2015

Over onze leerlingen 2017

Perceelbeschrijving JeugdzorgPlus

Jaardocument 2013 Stichting Lindenhout

Stichting Juzt Beleidsplan

Pleegzorg doe je samen

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1

even VoorSTELLEN Met Cardea kun je verder!

Inhoud 2. Hulp aan de ouders ten behoeve van de kinderen Vroegdiagnostiek Hulp aan het gezin ons specifiek hulpaanbod

Transformatie Jeugdzorg

Instructie Outcome-indicatoren

E 1.2 Reguliere pleegzorg, inclusief netwerkpleegzorg E 1.3 Crisispleegzorg E 2 Logeren/kortdurend verblijf

Jeugdzorg in Gelderland september 2012

Beoordelingskader Tijdelijk Fonds Jeugdhulp Holland Rijnland

Risico- indicatoren Maart 2014

Wonen Doe Je Thuis: inhoudelijk kader van Combinatie Jeugdzorg

Transitie jeugdzorg. Ab Czech. programmamanager gemeente Eindhoven. januari 2013

Zo gewoon mogelijk, speciaal waar het moet

EVEN VOORSTELLEN. Met Cardea kun je verder!

Raad op zaterdag 30 januari 2016

in 2013 Kompaan en De Bocht

Integrale Zorg. Kom verder! INFORMATIE VOOR VERWIJZERS. Integrale Zorg voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking

Ontwikkelingen in de jeugdzorg. Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg

even Als kinderen en ouders geen raad meer weten

PAOG nascholing JGZ Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper

Kengetallen Mobiliteitsbranche

Sturen op resultaten in het sociaal domein. Machteld Koelewijn en Frans Vos Driebergen, 3 november 2016

Toekomstgericht werken: Werksessies beter benutten van de verlengde jeugdhulp

Raad op zaterdag 24 september 2016

Perceelbeschrijving. Jeugd en gezinsteam

De doelstelling van de stichting is het bieden van jeugdhulp aan jeugdigen en gezinnen.

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN

Notitie. GGZ Rivierduinen. GGZ Rivierduinen Samen kiezen voor kwaliteit Zorgvisie 2015

Leerfabriek Decentralisatie Jeugdzorg CJG s

verwijzers HouVast: voor hulp aan gezinnen Ondersteuning voor ouders met een licht verstandelijke beperking

Perceelbeschrijving Beschermd wonen

JJEUGDHULP. Specialistische jeugdhulp in regio Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland vanaf 2018

Samen sterk in communicatie. Zomer 2015

Veilig opgroeien in een gezinssituatie. Gezinswonen

Maart Profielschets Bestuurder

Inkoop & subsidie 2018

Advanced Therapy. Jeugd- en opvoedhulp. Ibtisam Rizkallah Charlotte Stoop

Visie op de Jeugd GGZ in de regio Groot Amsterdam

onze strategische koers

Toekomstmodel Jeugdstelsel. Waarom het anders moet & hoe het anders kan

Samenvatting inkoopstrategie 2017 Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland

Subsidie uitvraag Welzijnswerk 2017

Visie op TripiO

even Als kinderen en ouders geen raad meer weten

Sociaal jaarverslag Personeelsbestand Medezeggenschap

Ontwikkelingen binnen de jeugdhulp

Samenvatting Het draait om het kind

Jeugdformaat verder op weg naar 2020

(V)echtscheidingen 7 S E P T E M B E R

BIJLAGE 2 Format jaarplan zorgaanbieders Format jaarplan zorgaanbieders Zuid-Holland, Haaglanden en stadsregio Rotterdam

Profielschets lid Raad van Toezicht SMO Traverse Tilburg

Triple P en Transitie Jeugdzorg 24 april Yvonne van Westering, Nederlands Jeugdinstituut Margreet de Jongh, SO&T

Samen voor een sociale stad

Perceelbeschrijving 1 Gespecialiseerde ambulante hulp

Bijlage 2. Productbeschrijvingen Verblijf middel, Verblijf middelzwaar, Verblijf zwaar, Verblijf extra zwaar en Verblijf Spoedhulp

Inkoop Jeugdhulp regio IJsselland. i-sociaal Domein 20 maart 2018

GGZbehandeling. bij Elker. Jeugd- en opvoedhulp

BIJLAGE 4: Beleidsdocument. 1. Indeling zorgfuncties

Gezinshuis LOF. Vriezenveen

MET CARDEA KUN JE VERDER

Wat betekent de Jeugdwet voor jeugdigen en ouders?

De jeugd-ggz in het gedecentraliseerde jeugdstelsel

Samen voor kind en gezin

Jeugdigen en Gezinnen Versterken Dichtbij kind en gezin, meer samenhang en kwaliteit

Ieder zijn kracht, samen het resultaat

Resultaten medewerkers tevredenheidsonderzoek Valkenhof najaar 2018

Vraaggericht, actief-anticiperend en detecterend. Surveillance van gezondheid, groei en ontwikkeling

Werksessie Inkoop gezinshuizen 2018

Raad op zaterdag Eindhoven 28 januari 2017 Ronde 1 van uur

KomPas Samen sterker op basisscholen

Cluster 1 Rapportage Samenwerkende regio's Provincie Utrecht tot en met 2de kwartaal 2015

Jeugdzorg in Gelderland april 2009

Jeugdzorg in Gelderland september 2011

Kortdurend intensief verblijf

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek

Transcriptie:

Jaarverslag 2015

INHOUDSOPGAVE Voorwoord ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 1 H1 Profiel van de organisatie -------------------------------------------------------------------------------------------- 4 H2 Kernprestaties ---------------------------------------------------------------------------------------------------------- 8 2.1 Samenvatting kernprestaties ---------------------------------------------------------------------------------- 8 2.2 Hulpverlening ----------------------------------------------------------------------------------------------------- 8 2.2.1 Cliënten ------------------------------------------------------------------------------------------------------ 8 2.2.2 Wachtlijst -------------------------------------------------------------------------------------------------- 10 2.2.3 Effectmeting ---------------------------------------------------------------------------------------------- 11 2.3 Medewerkers --------------------------------------------------------------------------------------------------- 13 H3 Maatschappelijk ondernemen ------------------------------------------------------------------------------------ 17 3.1 Klantgestuurd en klantgericht faciliteren ----------------------------------------------------------------- 17 3.2 Dialoog met stakeholders ------------------------------------------------------------------------------------ 17 3.3 Innovatie --------------------------------------------------------------------------------------------------------- 18 3.4 Partners ---------------------------------------------------------------------------------------------------------- 18 3.5 Duurzaamheid -------------------------------------------------------------------------------------------------- 21 H4 Toezicht, bestuur en medezeggenschap ---------------------------------------------------------------------- 24 4.1 Bestuur en management ------------------------------------------------------------------------------------- 24 4.2 Raad van Toezicht--------------------------------------------------------------------------------------------- 26 4.3 Raad van Bestuur---------------------------------------------------------------------------------------------- 28 4.4 Medezeggenschap -------------------------------------------------------------------------------------------- 28 4.4.1 Raad van medewerkers ------------------------------------------------------------------------------- 28 4.4.2 Raad van cliënten --------------------------------------------------------------------------------------- 29 4.4.3 Raad van pleegouders --------------------------------------------------------------------------------- 30 H5 Beleid, inspanningen en prestaties ------------------------------------------------------------------------------ 33 5.1 Kwaliteit ---------------------------------------------------------------------------------------------------------- 33 5.1.1 Kwaliteit en veiligheid ---------------------------------------------------------------------------------- 33 5.1.2 Kwaliteit en privacy ------------------------------------------------------------------------------------- 34 5.1.3 Kwaliteit van zorg --------------------------------------------------------------------------------------- 34 5.1.4 Klachten --------------------------------------------------------------------------------------------------- 34 5.2 Personeelsbeleid en kwaliteit van het werk ------------------------------------------------------------- 36 5.3 Financieel beleid ----------------------------------------------------------------------------------------------- 38 5.3.1 Hoofdlijnen financieel beleid -------------------------------------------------------------------------- 38 5.3.2 Risico s ----------------------------------------------------------------------------------------------------- 40 5.3.3 Positie op balansdatum -------------------------------------------------------------------------------- 42 5.3.4 Toekomstverwachtingen ------------------------------------------------------------------------------- 46 Jaarverslag 2015 Inhoudsopgave

VOORWOORD Het werd 2015. Het nieuwe jaar bracht de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten. Het werd het jaar van ingrijpend reorganiseren en herinrichten van de organisatie, en vooral het jaar van transformeren. We bleken eindeloos verdwaald en toch de weg nog te weten, omdat het kompas van Lindenhout in de nieuwe werkelijkheid duurzaam bleek: kinderen horen thuis, of zo thuis mogelijk bij een ander. We willen van Wijken weten, en wijken niet wanneer het moeilijk wordt. Er zijn in 2015 nog steeds kinderen van de rekening, kinderen de dupe, in de knel, de weg kwijt, op zoek naar zichzelf en ouders naar hen, radeloze en redeloze ouders, betrokken derden Er wordt opgevoed en opgeknoeid en dat vroeg ook in 2015 een deskundig helpend antwoord, een steun in de rug en noodzakelijke confrontatie met wat echt over de grens is. In 2015 bleek het een kunst om het verhaal niet in getallen te laten bezwijken. Met een scherp oog voor de grote financiële risico s in de nieuwe werkelijkheid werd de bedrijfsvoering verder ingericht en op maat van de nieuwe (bureaucratische) werkelijkheid gemaakt. De uitdaging was en is om met getallen onze inhoud te versterken en te schragen, om meetbare resultaten te halen en vooral merkbare! We tellen én vertellen! In 2015 kromp het budget aanzienlijk en namen we afscheid van veel collega s. Hun inzet en betrokkenheid op de goede zaak voor kinderen heeft veelal een nieuwe bestemming gevonden. Er is stevig ingezet op het ontwikkelen van partnerschap met de gemeentes, op alle niveaus en met succes: wederzijds vertrouwen is ontstaan en in gezamenlijkheid wordt het zorglandschap van de toekomst verkend en vormgegeven. Er is hard gewerkt om bij te dragen aan de transformatie van de jeugdzorg in de brede context van het sociaal domein. De doeltreffendheid van de hulpverlening wordt aangetoond door de behaalde resultaten en de merkbare effecten, binnen de kaders die ons gegeven werden in 2015: de budgetplafonds, facturatiesystemen, productcodes en wat dies meer zij. In de zorg voor kinderen met complexe problemen of in complexe omstandigheden bleken er twee uitdagingen te zijn die met elkaar samenhangen: aan de ene kant het verlangen om te ontzorgen, te normaliseren, te includeren; aan de andere kant het verlangen om kinderen en ouders de gespecialiseerde hoogwaardige zorg te bieden die nodig is. We hebben de handschoen opgepakt om de balans tussen beide ambities te vinden en te verankeren in onze manieren van doen en hoe we de dingen organiseren. We sluiten een bijzonder jaar af met resultaten waar we in 2016 volop verder mee kunnen bouwen. Annet van Zon Jaarverslag 2015 P a g i n a 1

Profiel van de organisatie

Mensen in crisis willen vaak eerst hun verhaal kwijt. Ambulante spoedhulp komt in actie zodra de directe veiligheid of ontwikkeling van een kind in gevaar is. Jos Das: Binnen vier weken dempen wij de crisis en maken een analyse van wat er moet gebeuren. Iets minder hulpverlenen en iets meer analyseren dus. Maar ook hier is echt contact leggen en vertrouwen winnen enorm belangrijk. Jos: Echt contact kun je binnen één gesprek maken.

H1 PROFIEL VAN DE ORGANISATIE Verslagleggende rechtspersoon Stichting Lindenhout Adres Heijenoordseweg 1 Postcode 6813 GG Plaats Arnhem Telefoonnummer 026 354 33 33 Nummer Kamer van Koophandel 41052011 E-mailadres info@lindenhout.nl Website www.lindenhout.nl Rechtsvorm Stichting Lindenhout neemt in de netwerken rond gezinnen een duidelijk herkenbare positie in. Zij biedt in deze netwerken intensieve, specialistische opvoedhulp. Lindenhout is er voor kinderen en jongeren in de knel. We zijn er voor gezinnen waar de problemen zich opstapelen. Juist daar wil Lindenhout wijk- en buurtteams en de eerste lijn ondersteunen. Door mee te kijken, een goed advies te geven of een interventie te plegen. Of door acuut te komen helpen, wanneer intensieve hulp gewoon nodig is. De doelstelling van Lindenhout ligt vast in de statuten: Artikel 2 De stichting stelt zich ten doel het oprichten, verstrekken of instandhouden van voorzieningen op het gebied van jeugdzorg en het verrichten van activiteiten gericht op het bij jeugdigen voorkomen, verminderen of opheffen van problemen of stoornissen van lichamelijke, geestelijke, sociale of pedagogische aard die hun ontwikkeling naar volwassenheid ongunstig kunnen beïnvloeden. De stichting is voorts bevoegd tot al hetgeen met het vorenstaande rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords. De stichting gaat bij het nastreven van haar doel uit van de gelijkwaardigheid van alle in Nederland aanvaarde en erkende levensbeschouwelijke en maatschappelijke overtuigingen, opdat een ieder op grond van de eigen overtuiging, verdraagzaam jegens anderen, tot verwerkelijking van het doel van de stichting een bijdrage kan leveren. De stichting beoogt niet het maken van winst Bron: statuten Lindenhout Plaats in het zorglandschap Lindenhout wil haar expertise inzetten vanuit een specialistische positie in het zorglandschap. Daarbij omarmt Lindenhout het zorglandschap zoals geschetst in de notitie Ruimte voor jeugdhulp waarmee inmiddels, zeker in Gelderland breed wordt ingestemd. Dit model gaat uit van het steviger maken van de voorzieningen in de directe omgeving van het kind inclusief de wijkteams. Deze lokaal gebonden teams worden op vraag versterkt vanuit bij voorkeur intersectoraal samengestelde interventieteams die specialistische consultatie, advies en hulp bieden. Lindenhout deelt ook de opvatting in Ruimte voor jeugdhulp dat het nodig is om een substantieel deel van de residentiële zorg om te bouwen naar de versterking van de civil society (betrokkenheid van burgers bij de (opvoeding van) kinderen en jeugdigen in hun omgeving), de wijkteams en de specialistische ambulante ondersteuning. Aanbod van intensieve specialistische opvoedhulp Thuis: Lindenhout biedt actieve, specialistische hulp thuis. Aan gezinnen en kinderen waar ondanks de inzet van het netwerk gezond en veilig opvoeden en opgroeien echt niet meer lukt. Van crisis en korte interventie, tot intensieve opvoedondersteuning en vormen van (tijdelijke) pleegzorg of gezinshuis. Voor wijk en buurt: Lindenhout adviseert en ondersteunt wijk- en buurtteams en de eerste lijn door mee te kijken naar risico s en veiligheid, expertadvies te geven, te begeleiden of te coachen. We Jaarverslag 2015 P a g i n a 4

helpen binnenkomen bij gezinnen, helpen het netwerk te versterken en nemen tijdelijk over als intensieve hulp nodig is. Rondom opvang en school: Lindenhout biedt specialistische en orthopedagogische ondersteuning en expertadvies aan begeleiders en leerkrachten. Bij kinderdagverblijf en gastoudergezin, op basis- en voortgezet onderwijs en wanneer nodig ook op een dagbehandeling. In een pleeggezin: Als ondersteuning van een gezin in wijk en buurt niet voldoende is, zet Lindenhout in op vormen van pleegzorg en ondersteunen daarbij ouders, kinderen en pleegouders. Kinderen die tijdelijk niet meer thuis kunnen wonen, wonen in een pleeggezin zo thuis mogelijk, met gedeeld ouderschap tussen ouders en pleegouders. In gezinshuis of gezinsgroep: Kinderen voor wie een pleeggezin geen oplossing is wegens leeftijd, gedrags- of bindingsproblematiek, kunnen bij Lindenhout terecht in logeer-, gezins- of mentorhuizen. Begeleid door deskundige gezinshuisouders. Structuur De intensieve specialistische hulp van Lindenhout wordt vormgegeven vanuit de twee strategische pijlers: Wijk & Buurt en Wonen & Opgroeien. Zij worden ondersteund door Lindenhout Faciliteiten. De drie pijlers zijn verbonden met elkaar en versterken elkaar, maar zijn ieder afzonderlijk opgebouwd uit een unieke assortimentmix en/of diensten. Lindenhout I Wijk & Buurt In dit onderdeel zitten de specialistische ambulante hulpverlening, de ambulante pedagogische activiteiten in school en kinderopvang, advies en consultatie. Lindenhout Wijk & Buurt kent een onderverdeling in drie gebieden, te weten: Regio Arnhem, Regio Achterhoek en Regio Midden IJssel/Oost-Veluwe & Food Valley. Lindenhout I Wonen & Opgroeien In dit onderdeel zitten alle vormen van verblijf: de pleegzorg, de gezinshuizen, de logeerhuizen, verblijf oudere jeugd en de onderaannemers. Lindenhout I Faciliteiten Lindenhout Faciliteiten omvat de centrale dienstverlenende afdelingen, dienstbaar aan het primair proces. Tevens is hier de bedrijfsvoering belegd. In 2016 wordt deze structuur gehandhaafd en wordt de pijler YOIN toegevoegd. Onder deze naam gaat Lindenhout in 2016 (weer) minderjarige vluchtelingen huisvesten en begeleiden. Vanaf 1 januari 2016 wordt er gestart en naar verwachting loopt het aantal jongeren gedurende het jaar op naar zo n 150. Lindenhout kent het Raad van Toezichtmodel en wordt bestuurd door de eenhoofdige Raad van Bestuur. Daarnaast kent Lindenhout de volgende organen: Raad van Medewerkers: Ondernemingsraad; Raad van Cliënten: samengesteld uit (ex-)cliënten, ouders en niet-cliënten, met een eigen agenda die de strategische aspecten in de uitvoering van het werk kritisch beschouwt en van adviezen voorziet; Raad van Pleegouders: het medezeggenschapsorgaan van pleegouders. Verslaglegging 2015 Het jaarverslag heeft betrekking op alle rechtspersonen met dezelfde beleidsbepalende zeggenschap. Dit betreft de volgende rechtspersonen: Stichting Lindenhout; Beheerstichting Vrienden van het Werk van Johannes van t Lindenhout. Lindenhout en de beheerstichting kennen één bestuurlijk kader en één bevoegdheids- en beslisstructuur. Lindenhout participeert met de stichtingen Karakter en GGNet in Stichting De Springplank. Deze Stichting valt buiten het werkingsgebied van dit jaarverslag. Jaarverslag 2015 P a g i n a 5

Kernpresaties

Ik betrek moeder overal in, zodat zij weet: ik ben de moeder. Toen ze in 2006 begon als pleegmoeder, kreeg Nicole van der Meulen alleen de kinderen. Nu, 9 pleegkinderen verder, heeft ze een gedeeld ouderschap over twee broertjes en twee zusjes. Hun moeder krijgt ze er indirect bij. Nicole: De kinderen vind ik het makkelijkst, de ouder is de leukste uitdaging. Ik zie nu hoe leuk het is, dat moeder nu dingen voor elkaar krijgt met haar kinderen.

H2 KERNPRESTATIES 2.1 Samenvatting kernprestaties 2015 2014 2013 Unieke cliënten 3.170 3.762 4.066 Omzet (* mln) 35,8 46,5 45,8 Medewerkers (fte) 282 360 442 In onderstaande paragrafen worden de prestaties met betrekking tot de hulpverlening en medewerkers verder besproken. De financiële prestatie komen aan de orde in hoofdstuk 5. 2.2 Hulpverlening In verband met de transitie Jeugdhulp heeft Lindenhout zich per 2015 anders georganiseerd. De verblijfsvarianten, inclusief pleegzorg, zijn nu ondergebracht bij Wonen & Opgroeien. De ambulante hulp en daghulp worden regionaal aangestuurd. 2.2.1 Cliënten Instroom cliënten 2015 2014 2013 Totaal aantal ingestroomde cliënten 1.254 1.641 1.929 In 2015 is de instroom met 24% gedaald ten opzichte van 2014. Dit heeft vooral te maken met de beoogde veranderingen van de transitie dat lichte ambulante hulpverlening wordt opgevangen door sociale wijkteams. Naast het aantal cliënten dat instroomt kan ook gekeken worden naar het totaal aantal gestarte modules/producten. Een cliënt kan meerdere producten tegelijk of opeenvolgend hebben. In onderstaande tabel wordt het totaal aantal gestarte producten gepresenteerd. Gestarte modules 2015 2014 verschil 2015 t.o.v. 2014 Ambulant 1.434 2.240-36% Ambulante spoedhulp 162 123 32% Dagbehandeling 123 135-9% Observatie *) 8-100% Pleegzorg 285 414-31% Residentieel 240 215 12% Totaal 2.244 3.135-28% *) observatiediagnostiek wordt niet meer als apart product geleverd Uit de tabel blijkt eveneens het effect van de inzet van de sociale wijkteams. Het aantal keren dat ambulante spoedhulp is ingezet is gestegen. Daarnaast is ook het aantal residentiële plaatsingen gestegen. Dit wordt onder andere veroorzaakt door het aantal spoedhulpplaatsingen, omdat regelmatig een verblijfsplek nodig is bij de inzet van ambulante spoedhulp. Daarnaast betreft dit de stijging van gezinshuiszorg en daarmee is de stijging in lijn met de gewenste transformatie van de residentiële zorg. Uitstroom cliënten 2015 2014 2013 Totaal aantal uitgestroomde cliënten 1.588 1.876 1.963 Jaarverslag 2015 P a g i n a 8

In 2013 waren uitstroom en instroom nog redelijk in evenwicht. In 2014 was de uitstroom duidelijk hoger dan de instroom en dat beeld is in 2015 hetzelfde. Ook hier kan naast het aantal uitgestroomde cliënten een beeld gegeven worden van het aantal uitgestroomde modules/producten. Beëindigde modules 2015 2014 verschil 2015 t.o.v. 2014 Ambulant 1.803 2.926-38% Ambulante spoedhulp 156 122 28% Dagbehandeling 126 162-22% Observatie *) 0 13-100% Pleegzorg 306 384-20% Residentieel 197 287-31% Totaal 2.588 3.894-34% *) observatiediagnostiek wordt niet meer als apart product geleverd Op productniveau wordt de daling van 34% vooral beïnvloed door het grote aantal ambulante producten. Dit heeft ook te maken met het feit dat een aantal producten, zoals basispleegzorg en verblijfsproducten die langer dan 2 jaar duren nu als een integraal product inclusief de ambulante begeleiding wordt aangeboden. In absolute zin zijn er meer modules beëindigd dan er zijn gestart in 2015. Dit fenomeen deed zich in 2014 ook al voor. Het aantal gestarte modules in 2015 is 13% lager dan het aantal beëindigde modules. Instroom/ uitstroom cliënten De onderstaande grafiek laat de ontwikkeling zien van het aantal unieke cliënten (instroom en uitstroom). Het betreft het aantal unieke cliënten per maand. Jaarverslag 2015 P a g i n a 9

Aantal cliënten De in 2013 ingezette daling van het aantal cliënten zet in 2015 door. De daling is door toedoen van de transitie hoger dan in de voorgaande jaren. 2015 2014 2013 2012 2011 Unieke cliënten 3.170 3.762 4.066 4.164 4.231 Mutatie t.o.v. voorgaand jaar -16% -7,5% -2% +1,5% Herkomst cliënten in zorg Van alle cliënten in zorg wordt vastgelegd door wie de zorg gefinancierd wordt. Meestal is dat door een gemeente, maar het kan ook zijn dat de zorg in onderaannemerschap wordt uitgevoerd voor een andere zorgaanbieder. Procentueel ziet deze verdeling er als volgt uit: 1-1-2016 1-1-2015 Arnhem J&O 35% Achterhoek J&O 24% 24% Foodvalley J&O 17% 16% Midden-IJssel/Oost-Veluwe J&O 11% 10% Nijmegen J&O 1% 1% Noord-Veluwe J&O 0% 0% Rivierenland J&O 0% Overige gemeenten 2% 2% Projecten 5% 3% Andere Zorgaanbieders 4% 3% Detachering *) 0% 2% *) Dit betreft cliënten die worden begeleid door gedetacheerde medewerkers. 38% De indeling die hier wordt getoond is volgens de indeling in jeugdzorgregio s. De meeste cliënten van Lindenhout komen uit de jeugdzorgregio Arnhem. 2.2.2 Wachtlijst De trend van de wachtlijst over de afgelopen drie jaar is zichtbaar in de volgende grafiek: Jaarverslag 2015 P a g i n a 10

Het aantal cliënten dat langer dan 6 weken op de wachtlijst staat is ultimo 2015 hoger dan ultimo 2014. Er wordt altijd een inschatting gemaakt van de veiligheidsrisico s bij cliënten op de wachtlijst, waardoor indien benodigd er direct met de hulpverlening wordt gestart. 2.2.3 Effectmeting De effectiviteit van de geleverde zorg wordt binnen Lindenhout op basis van vier prestatie-indicatoren gemeten, namelijk: Doelrealisatie; Wijze van beëindiging; Cliënttevredenheid; Afname problematiek (AVEO). Doelrealisatie In onderstaande figuur wordt de mate waarin de doelen volgens cliënt en hulpverlener samen (de consensusscore) zijn behaald gepresenteerd. De percentages hebben betrekking op het aantal doelen waarbij een score geregistreerd is. behaald 2015 2014 2013 48% 52% 54% deels behaald 35% 34% 32% onveranderd 15% 12% 12% verslechterd 2% 1% 2% Op hoeveel cliënten bovenstaande gegevens betrekking hebben is te zien in het volgende schema. 2015 2014 2013 Aantal uitgestroomde cliënten 1.588 1.876 1.963 Aantal unieke cliënten met één of meer 1.169 1.048 715 doelen met score Percentage cliënten met één of meer doelen met score 74% 56% 36% Het aantal cliënten waarbij bij de doelen ook een score is ingevuld is flink gestegen in de afgelopen jaren. In 2014 en 2015 is hier extra aandacht aan besteed en dit heeft effect gehad. Ten opzichte van het jaar 2014 is de stijging 16%. Wijze beëindiging Onderstaande tabel toont de mate waarin de cliënt de hulp bij Lindenhout al dan niet volgens plan afsluit. 2015 2014 2013 Zorg is in overeenstemming met de cliënt beëindigd Zorg is eenzijdig beëindigd door de cliënt Zorg is eenzijdig beëindigd door zorgaanbieder Zorg is beëindigd door ext. omstandigh/overmacht Reden onbekend: overig Over de jaren heen wijzigt er niet zo veel in de resultaten van de wijze waarop de hulp beëindigd is. Op hoeveel cliënten bovenstaande gegevens betrekking hebben is te zien in het volgende schema. 2015 2014 2013 Aantal uitgestroomde cliënten 1.588 1.876 1.963 Aantal unieke cliënten met score wijze beëindiging 1.489 1.593 1.800 6% 4% 1% 5% 85% 5% 4% 3% 5% 84% 6% 4% 2% 8% 82% Jaarverslag 2015 P a g i n a 11

Percentage cliënten met score wijze beëindiging 94% 85% 92% De respons op dit onderdeel van de effectmeting is over het algemeen goed. De daling van 2014 is omgezet in een stijging. Cliënttevredenheid De volgende tabel toont de mate waarin cliënten en hun ouders tevreden waren over de hulp die ze van Lindenhout hebben ontvangen. Deze resultaten zijn gebaseerd op de Exitvragenlijst. De Exitvragenlijst is de standaardlijst waarmee zorgaanbieders jeugdzorg de tevredenheid van hun cliënten meten over de geboden hulp. De lijst bestaat uit een schaalvraag (score tussen 0 en 10) over tevredenheid en een aantal vragen (score tussen 0 en 4) over het resultaat van de hulp (de behaalde doelen en in hoeverre men schat het in de toekomst zelf te kunnen; Resultaat en toekomst ) en over de kwaliteit van de vorm van de hulp (de bejegening en de manier van werken; Verloop ). 2015 2014 2013 Jongere Rapportcijfer 8,1 7,8 7,7 Resultaat en toekomst 3,3 3,2 3,2 Verloop 3,6 3,4 3,4 Ouderfiguur Rapportcijfer 7,8 7,8 8,0 Resultaat en toekomst 3,1 3,2 3,2 Verloop 3,4 3,4 3,5 De tevredenheid van jongeren is afgelopen jaar gestegen. De tevredenheid van ouders is stabiel gebleven en is licht lager dan die van de jongeren. De scores hebben betrekking op een beperkt aantal van de uitgestroomde cliënten. Niet altijd wordt de vragenlijst terugontvangen. Op hoeveel cliënten deze gegevens betrekking hebben is te zien in het volgende schema. 2015 2014 2013 Aantal uitgestroomde cliënten 1.588 1.876 1.963 Aantal unieke cliënten met één of meer 674 683 601 ingevulde lijsten Percentage cliënten met één of meer ingevulde lijsten 42% 36% 31% Ook aan dit onderdeel van de effectmeting heeft Lindenhout het afgelopen jaar extra aandacht besteed. Er is een duidelijke verbetering te zien in de respons, maar doelstelling is om de respons nog verder te verhogen. Afgenomen problematiek Sinds half 2014 meet Lindenhout de afname van de problematiek middels de AVEO (Arnhemse Vragenlijst Effectieve Opvoedingsondersteuning). Omdat het hier een begin- en een eindmeting betreft was aanvankelijk het aantal cliënten waarbij het verschil in beeld kon worden gebracht heel klein. Inmiddels stroomt er een kleine groep cliënten uit die de lijst twee keer ingevuld heeft. Voor het merendeel gaat het om cliënten die ambulante hulp hebben gehad, omdat deze trajecten gemiddeld korter duren dan verblijfs- of pleegzorgtrajecten. De opvoedingskracht wordt gemeten met de schaalvraag van de AVEO: op een schaal van 0 tot 10 wordt zowel bij start hulp als bij einde hulp gevraagd hoe makkelijk de ouder het vindt om zijn kind op te voeden. Daarnaast wordt op basis van alle vragen de gemiddelde score bepaald, waarbij de score loopt van 0 tot 3. Hierbij komen onder andere de competenties van ouders en/of kind, de draagkracht van de ouders en de inzet van het netwerk aan de orde. Jaarverslag 2015 P a g i n a 12

2.3 Medewerkers Aantal medewerkers Het aantal medewerkers en het aantal FTE is in 2015 wederom fors afgenomen. Dit is voornamelijk het gevolg van de reorganisatie Lindenhout in Transformatie. Ultimo 2015 waren de aantallen als volgt: 2015 2014 2013 Aantal medewerkers 363 457 567 Aantal FTE 282 360 442 Lengte dienstverbanden De gemiddelde lengte van het dienstverband bedroeg eind 2015 14,1 jaar. Eind 2014 was dit nog 13,1 jaar. Deze stijging is te verklaren bij een krimpende organisatie. Tijdelijke contracten worden bijna niet verlengd en er zijn nagenoeg geen nieuwe medewerkers aangenomen. Daarnaast heeft een reorganisatie met name effect op medewerkers met een korter dienstverband. Man/vrouw-verdeling Het percentage mannen is al jaren ongeveer een vijfde van het medewerkersbestand. 2015 2014 2013 Vrouwen 292 (80%) 360 (79%) 451 (80%) Mannen 71 (20%) 97 (21%) 116 (20%) Leeftijdsopbouw De gemiddelde leeftijd van de medewerkers eind 2015 is 45,9 jaar. Eind 2014 was dat eveneens 45,9 jaar. De gemiddelde leeftijd is na jaren van een lichte stijging nu stabiel gebleven. De groep 55 jaar en ouder is in 2014 gestegen en in 2015 gelijk gebleven. Dit heeft te maken met de verhoogde pensioengerechtigde leeftijd en het vervallen van de vroegpensioenregelingen. Verder valt op dat Lindenhout geen medewerkers heeft onder de 25 jaar. Ook de groep 25-34 jaar is afgenomen. Dit is met name het gevolg van het sluiten van een groot deel van de residentiële groepen. 2015 2014 2013 beroepsbevolking Jonger dan 25 jaar 0% 0% 2% 16% 25-34 jaar 16% 19% 25% 20% 35-44 jaar 30% 29% 28% 21% 45-54 jaar 27% 25% 24% 24% 55 jaar en ouder 27% 27% 21% 19% In- en uitstroom (inclusief ziektevervanging) In 2015 hebben maar liefst 129 medewerkers Lindenhout verlaten. Dit is het gevolg geweest van de reorganisatie Lindenhout in Transformatie. Desondanks zijn er ook 35 medewerkers ingestroomd. Dit zijn voor een groot deel medewerkers die nog een tijdelijk dienstverband hebben gekregen om zieke en vertrekkende medewerkers te vervangen. 2015 2014 2013 Instroom 35 14 21 Uitstroom 129 124 51 Uitstroom (%) 28% 22% 9% Jaarverslag 2015 P a g i n a 13

Ziekteverzuim medewerkers exclusief zwangerschapsverlof (Vernetdefinitie) 2015 2014 2013 Verzuim 4,8% 5,0% 5,5% Het verzuimpercentage 2015 bedroeg 4,8%, waarmee de daling van het ziekteverzuimpercentage zich in 2015 heeft doorgezet. Dit ondanks de hoge werkdruk, in met name begin 2015, door reorganisatie en transitie jeugdzorg. Lindenhout is eigen risico drager voor de WGA en voor de Ziektewet (medewerkers die ziek uit dienst gaan). In 2015 is er één medewerker ingestroomd in de WGA en één medewerker uitgestroomd in de WGA. Hoewel Lindenhout op dit moment nog relatief veel langdurig verzuim kent is het goed om te weten dat er nauwelijks instroom is in de WGA en dat daarmee de kosten voor het eigenrisicodragerschap relatief laag zijn. Verdeling medewerkers over soorten functies De medewerkers zijn als volgt verdeeld over de functiecategorieën (conform indeling CAO Jeugdzorg): 2015 Primair proces 294 (81%) Management 7 (2%) Strategie, beleid en organisatie 21 (6%) Ondersteuning 41 (11%) Door de invoering van het nieuwe functiehuis is er geen vergelijking mogelijk met voorgaande jaren. Onder primair proces wordt verstaan; alle Jeugdzorgwerkers (B, C, Pleegzorg, MDFT, SPH, PMTO), gedragswetenschappers en medewerkers Entreeteam. Fulltime/parttime Van de 363 medewerkers ultimo 2015 zijn er 65 fulltime werkend (18%). De verdeling over de diensttijdfactoren is als volgt: 2015 2014 2013 Tot 8 uur per week 2 (1%) 6 (1%) 14 (2%) 8 tot 16 uur per week 10 (3%) 8 (2%) 12 (2%) 16 tot 24 uur per week 40 (11%) 56 (12%) 64 (11%) 24 tot 32 uur per week 161 (44%) 182 (40%) 222 (39%) 32 tot 36 uur per week 85 (23%) 115 (25%) 156 (28%) 36 uur per week of meer 65 (18%) 90 (20%) 99 (17%) Jaarverslag 2015 P a g i n a 14

Maatschappelijk, ondernemen

Ik ben hartstikke partijdig: ik doe alles in het belang van het kind. Vechtscheidingen. John Arts heeft er als ambulant hulpverlener met de module Ouderschap blijft elke dag mee te maken. Door de spanningen die er zijn tussen de twee ouders is het belangrijk dat hij onpartijdig blijft. Echt contact maken is voor hem daardoor een spanningsveld tussen vertrouwen scheppen als basis voor een kanteling in de gesprekken en vermeende partijdigheid voor één van de ouders. John: Ik ben hartstikke partijdig: ik doe alles in het belang van het kind.

H3 MAATSCHAPPELIJK ONDERNEMEN Lindenhout werkt vanuit de visie kinderen horen thuis en als dat (even) niet kan, zo thuis mogelijk. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen opvoederschap en ouderschap: ouders blijf je altijd, het opvoederschap wordt soms voor korte of langere tijd gedeeld met anderen: pleegouders, gezinshuisouders en professionals. Als organisatie voor jeugd- en opvoedhulp is Lindenhout een maatschappelijke onderneming. Voor Lindenhout betekent maatschappelijk ondernemen gericht zijn op effect voor cliënten, op economische prestaties en maatschappelijk rendement. Dit kan alleen vormgegeven worden: door de cliënt en zijn netwerk centraal te stellen; in dialoog met de stakeholders; door continu te zoeken naar effectieve vormen van zorg; en in samenwerking met andere organisaties werkzaam op het terrein van jeugd of in het netwerk van de cliënten. 3.1 Klantgestuurd en klantgericht faciliteren Netwerk als integratiemechanisme Het ondeelbare kind in zijn geschiedenis en context vraagt om integrale hulp met en in de leefwereld van het kind. Netwerk als focus betekent dat Lindenhout beseft dat haar dienstverlening onderdeel uitmaakt van een groter geheel. Door diverse competenties en deskundigheden bijeen te brengen als een netwerk, kan integrale hulp aan kinderen en ouders geboden worden. De netwerken moeten mogelijk maken dat iedere keer de juiste oplossing op maat geboden kan worden, die recht doet aan de principes van eigen kracht en zelfregie van ouders en kinderen. De netwerken om kinderen en gezinnen heen worden gevormd door familie, buurt, school, werk, wijkteam, specialistische instellingen enz. Lindenhout wil onderdeel van deze netwerken zijn door professionaliteit, diensten en hulp te leveren. Soms zal Lindenhout in een netwerk de dominante organisatie zijn, soms zal een kleinere specialistische bijdrage geleverd worden. De netwerken moeten mogelijk maken dat iedere keer de juiste oplossing op maat geboden kan worden. Lindenhout werkt met goed opgeleide en geregistreerde professionals. Zij zijn degenen die op maat van het kind en zijn ouders in diens omgeving oplossingen realiseren. Daarbij maken zij gebruik van het assortiment van Lindenhout, maar zijn in staat om dit eclectisch in te zetten op basis van overweging en beslissing. De professionals doorzien de complexiteit van moeizame opvoeding, maken echt contact en geven een deskundig helpend antwoord, een steun in de rug en indien noodzakelijk, een confrontatie met wat echt over de grens is. Maatschappelijke bijdrage Vanuit de combinatie van specialistische ambulante hulp en Wonen en Opgroeien draagt Lindenhout bij aan het bieden van goede zorg met minder middelen. Concreet bijdragen aan gewoon thuis en zo thuis mogelijk. Geen statische residentiële voorzieningen, maar pedagogische inzet in buurten en wijken en het opbouwen van meer maatschappelijke woonvormen: wonen en opgroeien. 3.2 Dialoog met stakeholders Het nieuwe jeugdzorglandschap vroeg in 2014 reeds om veelvuldige en intensieve afstemming met gemeenten op politiek, bestuurlijk en ambtelijk niveau. Dit werd in 2015 gecontinueerd. Aansluiting van het hulpaanbod van Lindenhout op de vraag van lokale teams en sluitende trajecten in het geval van individuele kinderen was hierbij het meest belangrijke thema, zodat jeugdigen en gezinnen de hulp krijgen die ze nodig hebben. Temeer daar begin 2015 bestaande routines verdwenen waren en de administratieve afhandeling arbeidsintensief en verschillend per regio/gemeente was. Dit was het tweede thema waarover veelvuldig in dialoog met gemeenten naar verbetering van deze routines is gezocht. Een derde thema was de transformatie van de zorg, het daadwerkelijk anders organiseren van de zorg, ook als voorbereiding op de contracten voor 2016. Hoewel er door de diverse individuele organisaties veel informatie aan regio s en gemeenten wordt verstrekt, ontbreekt informatie over het gehele pallet van door zorgaanbieders en lokale teams geleverde zorg per regio. Mede hierdoor wordt de dialoog over transitie van de zorg nog te weinig vanuit inzicht in het gehele zorglandschap gevoerd. Jaarverslag 2015 P a g i n a 17

Naast de voortdurende dialoog met gemeenten was er vanzelfsprekend de dialoog met ondernemingsraad en medezeggenschapsorganen van pleegouders, gezinshuizen en cliënten. Zie hiervoor hoofdstuk 4. 3.3 Innovatie De beste oplossing is steeds in de maak. Dit motto staat voor het innovatieve karakter van Lindenhout: steeds op zoek naar verbeteringen en waar mogelijk vernieuwing van het aanbod, het liefst in samenwerking met partners waaronder ook Kennisinstituten, Hogescholen en Universiteiten. Door de grote aandacht die in 2015 uit is gegaan naar de reorganisaties en het creëren van nieuwe verbindingen en routines nodig door de transitie jeugdzorg, is het aandeel in innovatie en kennisontwikkeling dit jaar minder groot geweest dan gewenst. Desondanks is de intern ontwikkelde vragenlijst om de vooruitgang in opvoedvaardigheden (AVEO) te meten, verder gebracht en nu vast onderdeel van de kwaliteitsmetingen van Lindenhout. Ook zijn we inmiddels toe aan de samen met de HAN ontwikkelde Jeugdhulpalliantieschaal (JAS), een instrument waarmee de kwaliteit van de alliantie tussen cliënt en hulpverlener in beeld gebracht kan worden. Lindenhout werkt samen met Cardea (jeugd- en opvoedhulporganisatie in de regio Zuid-Holland Noord), Rivierduinen (organisatie voor geestelijke gezondheidszorg in de regio Zuid-Holland Noord), Yorneo (jeugd- en opvoedhulporganisatie in de regio Drenthe), Bascule (academisch centrum dat psychiatrische zorg verleent aan kinderen, jongeren en gezinnen in Amsterdam en omstreken) en de Universiteiten van Maastricht en Groningen aan een wetenschappelijk onderzoek om de effectiviteit van de training PMTO (Parent Management Training of Oregon) te bewijzen. Deze training versterkt de opvoedvaardigheden van ouders die een kind opvoeden met complex en problematisch gedrag. Met het NJI (Nederlands Jeugdinstituut) werkt Lindenhout samen aan diverse richtlijnen, waaronder die voor Ouderschap Blijft, Pleegzorg, Multi-probleemgezinnen en ADHD. Op initiatief van Lindenhout onderzoekt de Universiteit van Amsterdam (Zijlstra Center) de maatschappelijke meerwaarde (public value) van jeugd- en opvoedhulp. In dit onderzoek komt met name aan de orde hoe je de public value kunt bepalen én waarderen. Op het gebied van de herinrichting van de administratieve organisatie en bedrijfsvoering heeft Lindenhout volop kennis gedeeld met gemeenten en collega-instellingen inzake digitale uitwisseling van gegevens en inrichting van de facturatieprocessen en dergelijke. Ten behoeve van het terugdringen van de afgebroken plaatsingen bij pleegzorg hebben studenten van de HAN een onderzoek gedaan naar het tijdig inschatten van de risicofactoren in dit verband. Hieruit is een checklist voor de jeugdzorgwerker-pleegzorg alsmede een voorstel voor een implementatieplan voortgekomen. Om jeugdzorgwerkers-pleegzorg te helpen bij het bespreekbaar maken van (soms) beladen onderwerpen als veiligheid en seksualiteit is door Lindenhout in samenwerking met de HAN een gezinsklimaatspel ontworpen. Het spel heet Open huis en kan ook voor andere jeugdzorgaanbieders interessant zijn. Lindenhout neemt deel aan een initiatief van P.I Research en NJI om een methodiek en handleiding pleegzorg te ontwikkelen en levert input vanuit de praktijk op deze ontwikkeling. Daarnaast heeft Lindenhout intern een eigen, organisatie-specifiek handboek Wonen en opgroeien gepubliceerd. Het project Pleegkinderen ontmoeten elkaar is een initiatief van de Raad van Cliënten en de Raad van Pleegouders van Lindenhout. 3.4 Partners Samen met collega-instellingen Parlan (Alkmaar), Cardea (Leiden), Juvent (Zeeland) en Spirit (Amsterdam) vormt Lindenhout het bestuur van de Stichting Innovatie Jeugdzorg. Vanaf 2014 worden in dit verband en op initiatief van de Associatie voor Jeugd landelijke werkbijeenkomsten georganiseerd waarin het thema Jong in de Buurt verkend wordt aan de hand van goede praktijkvoorbeelden in het land. Deze Communities of Practice stellen de Jaarverslag 2015 P a g i n a 18

volgende vraag centraal: in welke mate slagen pioniers erin om betere zorg voor de jeugd te realiseren? En welke factoren liggen daaraan ten grondslag? Binnen het onderzoek Jong in de Buurt organiseert Bureau Broosz de transformatiedialogen. Tijdens deze dialogen werken gemeente, aanbieders van jeugdhulp, onderwijs, politie, kraamhulp en andere partijen samen aan de transformatie van de zorg voor de jeugd. De dialogen worden financieel ondersteund door het Bernard van Leerfonds. Lindenhout werkt samen met en in de stichting Branche Jeugdzorg Gelderland. Door de transitie en het veranderde zorglandschap is de Branche in 2015 getransformeerd naar een collectief van zorgaanbieders die met elkaar wil samenwerken om de zorg voor jeugd te transformeren. Tevens wil de Branche waar nuttig en van waarde, gezamenlijk optrekken in het verband van de G7, de 7 Gelderse regio s. Daarnaast was de Branche in 2015 de opdrachtgever voor het ontwerpen van De Werkgeverij. De Werkgeverij is een vorm van collectief werkgeverschap, waarbij professionals en arbeid vanuit de deelnemende organisaties aan elkaar gekoppeld worden. De Werkgeverij helpt om frictiekosten te beheersen en is voor professionals een manier om hun employability te vergroten. Lindenhout is lid van FICE en participeert in het bestuur. FICE Nederland faciliteert en stimuleert internationale uitwisseling voor jongeren, medewerkers en bestuurders. FICE is een wereldwijde netwerkorganisatie van en voor professionals die werken met kinderen en jeugdigen. Zij werd in 1948 onder auspiciën van de UNESCO opgericht met als hoofddoel: het organiseren van opvang voor verweesde kinderen die door Europa zwierven. De naam FICE werd wereldwijd bekend en erkend tot op hoog politiek niveau. Anno 2015 heeft FICE een consultatieve status bij de UNESCO, ECOSOC en de Raad voor Europa. In Nederland is FICE een vast onderdeel geworden van organisaties én individuele personen, actief op het terrein van kinderrechten, jeugdzorg, jeugdonderzoek en beleid. Zij speelt een prominente rol in de internationale FICE-beweging, leverde recent de internationale voorzitter en is de afgelopen jaren actief lid geweest van het dagelijks bestuur. Lindenhout is samen met stichting Karakter (kinder- en jeugdpsychiatrie) en stichting GGNet (GGZ-jeugd) partner in stichting De Springplank, waar op één locatie in Apeldoorn orthopedagogische daghulp, verblijf, diagnostiek en ambulante hulp wordt geboden. Met beide stichtingen wordt samengewerkt in het kader van overlappende problematiek, multiprobleemgezinnen en consultatie van de psychiater. Lindenhout participeert in PACT, een landelijk ontwikkelprogramma, dat investeert in de pedagogische omgeving van jonge kinderen door de kwaliteit van de medewerkers te versterken. Het project gebruikt de expertise vanuit kinderopvang, onderwijs en zorg. Wetenschap en praktijk trekken samen op. PACT werkt aan de kwaliteit van de pedagogische professionals van de toekomst met als doel een impuls te geven aan de kwaliteit van de omgeving van kinderen (ouders, kind, school, opvang en jeugdzorg). PACT werkt aan de opbouw van IKC s (Integrale Kind Centra). Lindenhout participeert in de stichting Learning Together. De stichting heeft een handelingsgericht model ontwikkeld voor het houden van leerreviews in de jeugdketen (in gemeenten) in Nederland. Learning Together versterkt de samen leren praktijk wanneer zich ernstige incidenten of calamiteiten hebben voorgedaan. Het model beoogt om in gezamenlijkheid en niet-beschuldigend te zoeken naar oorzaken en dieper liggende patronen onder incidenten, op zo n manier dat er door individuele betrokkenen en op systeemniveau geleerd wordt. Lindenhout participeert in de Vereniging Omgangs Kennis Kollektief (OKK) en werkt actief mee aan het door-ontwikkelen en verder verbeteren van de methodiek Ouderschap Blijft. Deze methodiek wordt ingezet in geval van vechtscheidingen waarbij het kind ernstig bedreigd wordt in z n ontwikkeling. Het thema hulp bij vechtscheidingen staat sinds enkele jaren maatschappelijk hoog op de agenda; de vraag naar deze vorm van hulp stijgt. Lindenhout werkt samen met diverse organisaties uit de LVB (Licht Verstandelijke Beperking)- sector bij het bieden van hulp aan LVB-moeders (vaak hele jonge moeders) en hun kindje(s) in een moeder en kindvoorziening. Jaarverslag 2015 P a g i n a 19

IJsselvallei in CJG4kracht in Apeldoorn werkt Lindenhout samen een groot aantal zorgaanbieders. Het model blijkt krachtig: korte lijnen, één plan, één regie en directe toegang en geldt als goed praktijkvoorbeeld in de zorg voor jeugd. In Deventer wordt intensief samengewerkt met Raster (Welzijnswerk en Kinderopvang), Sine Limite (passend onderwijs), Dimence (geestelijke gezondheidszorg) en De Ambelt (speciaal onderwijs), onder andere in de Brede School Kei 13, en uiteraard met collega-instellingen Pactum en Lijn5. Food Valley De aanpak van multiprobleemgezinnen die zorg mijden is stevig verankerd in de samenwerking met partners in het Veiligheidshuis. In de wijkgerichte zorg wordt samengewerkt met onder meer Welstede (welzijnsorganisatie), Pro Persona (geestelijke gezondheidszorg), Bureau Jeugdzorg en Opella (zorgorganisatie). Met kinderopvangorganisaties als Solidez wordt samengewerkt in nieuwe vormen van specialistische daghulp in de gewone omgeving van de kinderopvang. Arnhem In de hele regio wordt aansluiting gezocht en gevonden bij de lokale toegang. Dat gebeurt heel divers. Soms door deelnemen aan een wijkteam, soms door het toevoegen van expertise door een gedragswetenschapper of ambulant hulpverlener en soms door nauw samenwerkingsrelaties. Per gemeente wordt eraan gewerkt om in de driehoek huisarts-wijkteams-lindenhout optimale routes te vinden. In de regio vindt nauwe samennauwerking plaats met andere zorgaanbieders als Pluryn (LVB), ProPersona (GGZ), Karakter (Kinder- en jeugdpsychiatrie), STMG (maatschappelijk werk) en GGNet, onder meer ten behoeve van de inrichting van specialistische interventieteams. Lindenhout werkt samen met het RIBW (psychische zorg) en Pactum in de Integrale Aanpak Zwerfjongeren. Dit is een succesvolle ketensamenwerking ten behoeve van een doelgroep die vele problemen heeft. In de aanpak staat een ambulante begeleiding centraal, gericht op hervinden van regie en participatie. Aanvullend op het ambulante traject is er de Logeeropvang. Ten behoeve van omgangsbegeleiding in het kader van Ouderschap Blijft is er in toenemende mate contact met rechters. Achterhoek In de Achterhoek werkt Lindenhout met vrijwel alle relevante lokale organisaties samen aan goede zorg voor jeugd. De samenwerking met partners in de integrale aanpak van de groep thuisloze 18-23 jarigen vindt in meerdere gemeenten navolging. Met voortgezet onderwijs en ROC s worden overbelaste leerlingen en hun ouders waar nodig ondersteund in hun ontwikkeling en het behalen van een startkwalificatie. Dit doen we met behulp van trajectcoaches op school (en deels thuis), of met de luwte van de Horizon: een daghulp arrangement waar de combinatie van onderwijs en zorg geboden wordt. Met collega-instelling De Lichtenvoorde (LVB) wordt in meerdere gemeentes samengewerkt. Met GGZ-instellingen GGNet en Karakter wordt op dito wijze de expertise die ieder in huis heeft gecombineerd. Wonen & Opgroeien; thuis bij een ander Eind 2015 zijn 22 franchisenemers aan Lindenhout verbonden als Gezinshuis.com gezinshuis of logeerhuis. Gezamenlijk bieden zij aan circa 70 kinderen een langdurig opvoedarrangement. In nauw overleg met de gezinshuizen en Gezinshuis.com is het franchisecontract aangepast, hetgeen noodzakelijk was door de transitie jeugdzorg en de daarmee minder voorspelbare vraag naar (gezinshuis)zorg. Het contract biedt gezinshuizen de ruimte om ook niet-lindenhout cliënten op te nemen. Wat Lindenhout de ruimte biedt om flexibeler om te gaan met de inkoop van plekken. Lindenhout werkt ultimo 2015 samen met 649 pleeggezinnen, ten behoeve van ruim 800 kinderen. Jaarverslag 2015 P a g i n a 20

Daarnaast onderhoudt Lindenhout een structurele samenwerkingsrelatie met de stichtingen Blanco, Kind aan Huis (Dushihuis), De Kleine Prins (Villa Achterstraat) en de Stichting Meander voor het bieden van diverse vormen van gezinshuiszorg en residentiële zorg (vaak crisisopvang). 3.5 Duurzaamheid Duurzaamheid gaat over de oplossingen die geboden worden, met liefst langdurend effect. Daarnaast gaat duurzaamheid uiteraard over de ecologische omgeving. Lindenhout omarmt duurzaamheid als uitgangspunt voor de bedrijfsvoering. Bij de inkoop van voeding en bedrijfsbenodigdheden wordt duurzaamheid steeds als selectiecriterium meegenomen. Hierbij valt te denken aan het gebruik van fair trade producten, milieubelasting van printers en kopieerapparaten en bijvoorbeeld standaard dubbelzijdig kopiëren. We werken planmatig aan het installeren van energiezuinige verlichting. Een inkoopcontract met een leverancier van groene energie is afgesloten en we bevorderen bewustwording en energiezuinig gedrag door medewerkers. Werkplekonafhankelijk werken wordt gestimuleerd en mogelijk gemaakt door mobiele apparatuur. Ons beleid is duurzaamheid integraal mee te nemen in al onze activiteiten. Jaarverslag 2015 P a g i n a 21

Toezicht, bestuur en zeggenschap

Dit is mijn huis, dus het ziet er ook zo uit. Dat geeft gevoelsmatig een hele andere sfeer. Harold van Embden is zelfstandig gezinshuishouder en heeft nu 5,5 jaar, samen met zijn broer en schoonzus, een gezinshuis met vijf kinderen van Lindenhout. Hij woont en werkt 24/7 met dezelfde kinderen in hetzelfde huis. Harold: Dat is het grote voordeel: Ik woon en leef hier ook, dus we gaan met alles wat er is zo gewoon mogelijk met elkaar om. Natuurlijk zijn we professionals, maar wat zichtbaar is en op de voorgrond treedt is onze natuurlijke rol binnen een gezin.

H4 TOEZICHT, BESTUUR EN MEDEZEGGENSCHAP 4.1 Bestuur en management Normen voor goed bestuur Lindenhout hanteert de governancecode voor de zorg. Deze code ligt ten grondslag aan het reglement Raad van Toezicht en het reglement Raad van Bestuur. In de reglementen is neergelegd wat de respectievelijke bevoegdheden en werkwijzen zijn. Het fundament Kinderen groeien op en worden opgevoed. In de betekenisvolle relatie tussen kind en opvoeders kan het kind zich ontwikkelen. Doel van de opvoeding is autonomie in verbondenheid met de sociale context, wat zichtbaar wordt in participerend democratisch burgerschap. De mate waarin dit doel bereikt kan worden is afhankelijk van de mogelijkheden van het kind en de ontwikkelingsvoorwaarden die aanwezig zijn: liefdevolle ontmoeting, gezond en veilig opgroeien, ontwikkelen van talenten, plezier hebben en een goede voorbereiding op de toekomst. Lindenhout helpt om de mogelijkheden van kinderen en opvoeders te vergroten en goede voorwaarden voor opvoeding en ontwikkeling te creëren. Waar opvoeden en opgroeien niet vanzelf gaat, wil Lindenhout een bijdrage leveren om belemmeringen op te heffen en het netwerk om het gezin heen te helpen versterken, zodat kinderen en ouders kansen kunnen benutten en zelf verder kunnen. Daarmee draagt Lindenhout bij aan het geluk van individuele kinderen en vervult zij haar maatschappelijke opdracht door vorm te geven aan de principes van eigen kracht en sociale architectuur. Lindenhout neemt in de netwerken rond gezinnen een duidelijk herkenbare positie in. Zij biedt in deze netwerken intensieve, specialistische opvoedhulp. Lindenhout is er voor kinderen en jongeren in de knel. We zijn er voor gezinnen waar de problemen zich opstapelen. Juist daar wil Lindenhout wijk- en buurtteams en de eerste lijn ondersteunen. Door mee te kijken, een goed advies te geven of een interventie te plegen. Of door acuut te komen helpen, wanneer intensieve hulp gewoon nodig is. Besturingsfilosofie In de besturingsfilosofie worden de bestuurlijke uitgangspunten van de organisatie vastgelegd. De besturingsfilosofie bepaalt de wijze waarop bestuur en management de gehelen en de onderdelen sturen en is mede bepalend voor de structuurkeuze. Voor Lindenhout zijn de volgende kernwaarden leidend: Kinderen horen thuis; Wij gaan uit van mogelijkheden; Wij laten niemand wachten; Wij leren van elkaar; Wij verbinden, delen en organiseren in samenwerking en netwerken Lindenhout wordt integraal bestuurd op: interne en externe samenhang; concrete doelen en resultaten Interne organisatie Het profiel en de plaats in het zorglandschap vinden ook hun weerslag in de interne organisatie. Die moet dienstbaar zijn aan het behalen van concrete doelen, resultaten en houdbare effecten. Een belangrijke voorwaarde daarbij is om de rol en bijdrage van iedereen meer te waarderen dan de functie of positie in het organogram. Daarmee worden leiderschap, vakmanschap en ondernemerschap gewaardeerd en gestimuleerd. De verbinding tussen kinderen en hun ouders, medewerker, kwaliteit van de geboden hulp, een transparante organisatie van het werk en financiële resultaten, is onlosmakelijk. Een organisatievorm die in zichzelf de mogelijkheden van een netwerkorganisatie heeft, doet hier recht aan. De maatschappelijke uitdaging is om de publieke waarden van het werk met de economische waarden te verbinden: jeugdhulp van uitstekende kwaliteit met aanvaardbare kosten en een tarief dat Jaarverslag 2015 P a g i n a 24

zo laag is als kan en zo hoog is als het moet zijn. Deze verbinding is een voorwaarde om zowel koersvast als wendbaar te zijn in een complexe externe omgeving. De financiële beheersing, zowel in resultaat als in flexibiliteit, is, in combinatie met een sterke en adequate bedrijfsvoering en een dragende organisatiestructuur, meer dan ooit noodzakelijk. Daarmee zijn zowel sturing als zelforganisatie leidende principes en die zullen beide en met elkaar in balans moeten zijn. Jaarverslag 2015 P a g i n a 25

4.2 Raad van Toezicht Bericht van de Raad van Toezicht Dit verslagjaar werd voor de Raad van Toezicht ingezet met een nieuwe samenstelling. Ingevolge het rooster van aftreden was het na een zittingsduur van acht jaar de beurt aan voorzitter Eddy Brunekreeft, vicevoorzitter Rob Florijn en het lid Ria Pröpper-Janssen om af te treden. Zij werden ingaande 1 januari 2015 opgevolgd door Hans Arnoldy, voorzitter en Monique Visser. Laatstgenoemde werd tegelijkertijd benoemd tot voorzitter van de auditcommissie. Diana de Wolff werd gekozen tot vice-voorzitter. Marja van Strien en Jos Poelmann werden herbenoemd voor de statutaire periode van vier jaren. Door deze mutaties ging de raad terug van zeven naar zes leden. Voortvloeiend uit de ontwikkelingen om ons heen ging veel aandacht van de raad uit naar de financiën. Door de transitie van de jeugdzorg van provincies naar gemeenten met gelijkblijvende of lagere budgetten waren forse aanpassingen in onze organisatie nodig en was er grote onzekerheid over de consequenties voor onze inkomsten. Onder die omstandigheden moest een begroting worden opgesteld die onvermijdelijk gestoeld was op een groot aantal aannames. Daarnaast zag de bedrijfsvoering zich geconfronteerd met vele veranderende omstandigheden in verantwoording en afrekening, verschillend van gemeente tot gemeente. In deze situatie moesten wij accepteren dat Lindenhout dit verslagjaar onmogelijk met een positief saldo zou afsluiten. Ook in dit verslagjaar heeft de raad bij de bestuurder de nodige aandacht gevraagd voor de bezetting van het management en met name daarbij de bedrijfsmatige kant van de organisatie. De ongewisheid van wat het gewijzigde overheidsbeleid voor Lindenhout zou gaan betekenen leidde los nog van de reorganisatie waarbij opnieuw medewerkers moesten vertrekken of worden herplaatst tot een bijzonder oncomfortabele situatie voor hen die bleven maar dikwijls pas gaandeweg weer wat zicht en grip kregen op hun nieuwe werkomgeving. Al met al een hoeveelheid veranderingen waarbij de continuïteit en kwaliteit van de hulpverlening maar al te gemakkelijk in het gedrang zouden kunnen komen. Onze uitdaging blijft onveranderd de belangen van het kind in deze turbulente tijden centraal te blijven stellen. De thema s kwaliteit en veiligheid in algemene zin zijn ook meermalen geagendeerd, resulterende in de instelling van een (RvT-)commissie Kwaliteit en Veiligheid. Deze commissie, bestaande uit de leden Marja van Strien en Jos Poelmann, heeft specifieke onderwerpen uit dit brede aandachtsveld voorbereid ter verdere bespreking tussen de raad en de bestuurder. Een meerdere keren dit jaar terugkerend agendapunt betrof het vraagstuk van strategische samenwerking. De sterk veranderde omstandigheden en de dientengevolge behoorlijk afgeslankte organisatie van Lindenhout leiden tot een oriëntatie op de gewenste vorm en omvang voor Lindenhout in de toekomst en de vraag in hoeverre vormen van samenwerking met andere marktpartijen daarbij dienstig of zelfs noodzakelijk zijn. Eén en ander heeft in het verslagjaar geleid tot een verdiepend onderzoek en enkele verkennende gesprekken. Tot verdere stappen heeft dat nog niet geleid. Een actueel vraagstuk was de mogelijkheid voor Lindenhout om aan te besteden voor de opvang en het begeleiden in het wonen en opgroeien van alleenstaande minderjarige vluchtelingen. Eind 2015 is besloten hier aan mee te doen en ingaande 1 januari 2016 is dit project onder de naam YOIN binnen Lindenhout van start gegaan. Naast een zevental reguliere RvT-vergaderingen hebben leden van de raad enkele keren vergaderingen bijgewoond van de Ondernemingsraad en van de Raad van Cliënten. Bijzonder was de zogenaamde stakeholdersbijeenkomst waarbij de raad, de bestuurder en het management en de andere interne organen zoals Ondernemingsraad, Raad van Cliënten en Raad van Pleegouders een avond lang de strategische implicaties van veranderende tijden hebben verkend. Een bijeenkomst die wat de raad betreft zeker voor herhaling vatbaar is. In het verslagjaar heeft ook het jaargesprek met de bestuurder plaats gehad. De zelfevaluatie van de Raad van Toezicht heeft begin 2016 plaats. De raad kent drie commissies: de Remuneratiecommissie, bestaande uit voorzitter en vice-voorzitter. De commissie heeft, naast het jaargesprek, een tweetal gesprekken met de bestuurder gehad; Jaarverslag 2015 P a g i n a 26

de Auditcommissie, bestaande uit Monique Visser (voorzitter) en Wim Kozijn. De commissie heeft een aantal keren dit jaar overleg gevoerd met de bestuurder, zo ook met de accountant, waarbij onderwerpen als begroting, jaardocument, managementletter en liquiditeitsbegroting aan de orde kwamen; de Commissie Kwaliteit en Veiligheid, bestaande uit Marja van Strien en Jos Poelmann. Deze commissie is dit verslagjaar ingesteld, een reglement is vastgesteld en een werkagenda voor de komende tijd is opgesteld. Honorering en beloning De honorering van de bestuurder en de beloning voor de leden van de Raad van Toezicht zijn alle binnen de door de wet gestelde grenzen. De raad hecht er aan zijn waardering uit te spreken voor de inzet en betrokkenheid van de bestuurder, het management en de medewerkers in een zo lastige en onzekere periode voor de jeugdzorg. Hun toewijding en energie maken dat wij met vertrouwen de ontwikkelingen in de toekomst van Lindenhout tegemoet zien. Namens de Raad van Toezicht, Hans Arnoldy, voorzitter Samenstelling De samenstelling van de Raad van Toezicht was per december 2015 als volgt: Naam/functie De heer H. A. Arnoldy voorzitter per 1-1-2015 Mevrouw D.J.B. de Wolff Advocaat-partner Stadhouders Advocaten Utrecht Mevrouw M.J. van Strien Programmadirecteur Connecting Mobility Nevenfuncties Voorzitter Raad van Toezicht Kaliber Kunstenschool Lid Advisory Board Student Union Universiteit Twente DGA Quintend Consultancy B.V. Bestuurslid ds. G. Boerstichting Lid bestuur NVTZ Geen voor Lindenhout relevantie nevenfuncties De heer J.A. Poelmann Lid Raad van Toezicht stichting MEE Veluwe Lid Raad van Toezicht Expertise centrum forensische psychiatrie (EFP) Voorzitter D 66 in Apeldoorn Voorzitter NGO: Global Initiative on Psychiatry Lid klachtencommissie BJZ Gelderland De heer W.J. Kozijn Voorzitter Raad van Toezicht Hilverzorg Voorzitter Beheer en Exploitatie Stichting Hart van Laren (BES) Mevrouw M.B. Visser Senior controller, Christelijke Hogeschool Windesheim Lid Raad van Toezicht Stichting Hilverzorg Lid Raad van Toezicht Stichting Zonnehuisgroep IJssel-Vecht Lid Raad van Toezicht Stichting Thuiszorg Het Friese Land Lid Raad van Toezicht Stichting Katholiek Onderwijs Flevoland Veluwe Lid Raad van Toezicht Stichting Hondsrug College Secretaris bestuur Stichting Steunfonds Jeugdzorg Overijssel Jaarverslag 2015 P a g i n a 27

Toezichtsvisie en toetsingskader De Raad van Toezicht kent drie hoofdfuncties; toezichthouder, adviseur en werkgever van het bestuur van de organisatie. Het beleid van de Raad van Bestuur is onderhevig aan het toezicht van de Raad van Toezicht. Deze ziet er op toe dat op een te verantwoorden wijze de doelstellingen worden behaald die wettelijk en maatschappelijk van Lindenhout mogen worden verwacht. De Raad van Toezicht richt zich bij zijn beoordeling van het beleid naar de maatschappelijke functie van de organisatie. De Raad van Toezicht verzamelt impliciet (bijvoorbeeld door gebruik te maken van de verschillende achtergrond van zijn leden) en expliciet (bijvoorbeeld door nader onderzoek, overleg, raadpleging, etcetera) informatie over het belang van de relevante maatschappelijke belanghouders bij het resultaat of bij de gang van zaken van de organisatie. Die informatie vormt de belangrijkste bron voor het stellen van zijn ijkpunten van toezicht. Om zijn toezichthoudende verantwoordelijkheid naar behoren te vervullen, heeft de Raad van Toezicht zijn ijkpunten van toezicht geëxpliciteerd op een wijze die aan het model Policy Governance is ontleend. Zo heeft de Raad van Toezicht geformuleerd welke doelstellingen redelijkerwijs moeten worden gehaald, en de kritieke grenzen van opereren aangegeven binnen welke de Raad van Bestuur op goedkeuring door de Raad van Toezicht mag rekenen. De Raad van Bestuur heeft vooraf geen goedkeuring nodig voor zijn beleid, behalve voor die beslissingen die in de statuten met name zijn genoemd (artikel 10, lid 5), waarvoor voorafgaand aan besluitvorming door de Raad van Bestuur de specifieke goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist is. Tevens behoeft de Raad van Bestuur vooraf goedkeuring voor het vaststellen en/of wijzigen van zijn bestuursreglement en de onderlinge taakverdeling. Voor al het overige beleid verantwoordt de Raad van Bestuur zich in beginsel achteraf. Daarnaast ligt in een informatieprotocol vast welke informatie de Raad van Toezicht bereikt en met welk doel. 4.3 Raad van Bestuur De Raad van Bestuur werd in 2015 gevormd door Annet van Zon. De nevenfuncties van Annet van Zon zijn: Bestuurslid Vitesse Betrokken Bestuurslid Werkgeversvereniging WZW Lid Adviesraad HAN-Sociaal Voorzitter Branche Jeugdzorg Gelderland Bestuurslid FICE In het kader van gezamenlijke methodiekontwikkeling vervult Annet van Zon de volgende functies: Bestuurslid stichting Learning Together Bestuurslid Ambulante Spoedhulp Bestuurslid Jeugdzorg in de Buurt 4.4 Medezeggenschap 4.4.1 Raad van medewerkers De Ondernemingsraad heeft 10 keer een overlegvergadering gehad met de Raad van Bestuur, waarvan 1 keer in aanwezigheid van de Raad van Toezicht, 2 keer een dagelijks bestuur overleg met de Raad van Bestuur en 1 keer een brainstorm met de Raad van Bestuur. Advies is gevraagd over: Reorganisatie Lindenhout in transformatie II Verhuizing Horizon (dagbehandeling 12-18) naar Notedop Herhuisvesting medewerkers gebied Arnhem Jaarverslag 2015 P a g i n a 28

De belangrijkste onderwerpen waarover van gedachten is gewisseld en waarover de OR is geïnformeerd zijn de reorganisatie Lindenhout in transformatie II, de sluiting DG3 Apeldoorn, opbouw behandelgezinshuizen, nieuwe indeling servicepunt Wonen & Opgroeien, zelfsturende teams, outsourcing ICT, invoering functieboeken, regionale arbeidspool Gelderland, herhuisvesting regio Arnhem Stad en het strategisch vastgoedbeleid. Daarnaast zijn jaarplan en begroting 2016 aan de orde geweest alsmede de jaarplannen van de regio s. 4.4.2 Raad van cliënten Algemeen De Raad van Cliënten bestaat uit acht leden: ervaringsdeskundigen (ouders en jongeren) en maatschappelijk betrokkenen die vanuit de klantpositie hun bijdrage leveren. De Raad van Cliënten heeft in 2015 tien keer vergaderd en heeft daarnaast één werkbezoek afgelegd. De Raad fungeert als strategisch gesprekspartner van de Raad van Bestuur. De Raad bepaalt haar agenda vanuit ontwikkelingen binnen de Jeugdzorg, Lindenhout, gemeenten en signalen vanuit cliënten. Thema s 2015 Transitie jeugdzorg vanuit cliëntperspectief De transitie van de jeugdzorg is een vast agendapunt op de vergaderingen. De Raad laat zich zowel landelijk als door Lindenhout informeren over de ontwikkelingen en denkt vanuit cliëntperspectief mee over de aspecten die hierbij van belang zijn. De Raad heeft deelgenomen aan een klankbordgroep jeugdzorg in de Gemeente Doetinchem (bestaande uit klantvertegenwoordigers en pleegouders van verschillende organisaties). De Raad heeft haar adviezen met betrekking tot de transitie tijdens deze bijeenkomst onder de aandacht gebracht bij de wethouder; Zelfstandig leren wonen In 2015 heeft de Raad van Cliënten zich verdiept in het thema zelfstandig leren wonen. Hiervoor heeft de Raad drie bijeenkomsten georganiseerd: - Een gesprek met twee gedragswetenschappers over het beleid van Lindenhout met betrekking tot zelfstandig leren wonen; - Een werkbezoek aan jongeren en een hoofdbewoner aan de van Pallandstraat (Kamertraining) in Arnhem; - Een bijeenkomst met een brede groep: jongeren, hoofdbewoner, gedragswetenschapper en een hulpverlener. Dit heeft geresulteerd in een breed beeld van opbrengsten ten aanzien van zelfstandig leren wonen vanuit verschillende perspectieven. De adviezen zijn onder de aandacht gebracht bij het management en medewerkers is gevraagd ze met elkaar te delen zodat de adviezen kunnen bijdragen aan de verdere ontwikkelingen van zelfstandig leren wonen. Het thema bereikbaar zijn is één van de thema s waarvan jongeren ervaren dat hier verschillend mee omgegaan wordt. Dit thema zal de Raad in 2016 oppakken; Pleegkinderen ontmoeten elkaar Het is voor pleegkinderen onderling niet vanzelfsprekend om elkaar te ontmoeten. Pleegkinderen hebben wel gemeenschappelijke thema s die anders zijn dan van bijvoorbeeld vrienden, huisgenoten en dergelijke. Pleegkinderen ervaren regelmatig een drempel om kenbaar te maken dat ze pleegkind zijn. De Raad van Cliënten heeft samen met de Raad van Pleegouders het project pleegkinderen ontmoeten elkaar in 2015 uitgewerkt in concrete activiteiten. Het project stelt pleegkinderen in de gelegenheid elkaar op een laagdrempelige, actieve en creatieve manier kunnen ontmoeten in een veilige omgeving. Pleegkinderen kunnen zo elkaar leren kennen en van daaruit ervaringen delen over wat hen bezig houdt. In mei en oktober zijn met behulp van maatschappelijk betrokkenen, sponsoren en de Ds G.Boerstichting twee succesvolle bijeenkomsten georganiseerd waar ruim 50 pleegkinderen aan deel hebben genomen. In 2016 zullen de mogelijkheden onderzocht worden om het initiatief structureel vorm te geven voor pleegkinderen. Communicatieplan Raad van Cliënten De Raad heeft in 2015 onderzocht op welke wijze zij meer zichtbaar kan zijn en in verbinding kan staan met cliënten en medewerkers. In een communicatieplan is uitgewerkt op welke wijze de Raad herkenbaar kan zijn en zichzelf presenteert met een eigen boodschap. In 2016 beschrijft Jaarverslag 2015 P a g i n a 29

de Raad zichzelf in een folder en op de website (wie zijn wij, waar staan we voor, wat hebben we te bieden en dergelijke). De Raad sluit aan bij de nieuwsbrief van Lindenhout met een eigen bijdrage. 4.4.3 Raad van pleegouders Algemeen De Raad van Pleegouders heeft tot doel pleegouders invloed te geven op het beleid en de ontwikkelingen van de organisatie en is gesprekspartner van de Raad van Bestuur en de manager Wonen & Opgroeien van Lindenhout. De leden van de Raad van Pleegouders zijn afkomstig uit de verschillende regio s, zij zijn zowel startende als ervaren (ex)pleegouder en bieden diverse vormen van pleegzorg. De leden zijn vanuit een bijzondere motivatie betrokken bij pleegzorg en in staat om dynamisch mee te denken over de ontwikkelingen in de pleegzorg vanuit de positie van de pleegouder. De Raad vergadert zes keer per jaar met de Raad van Bestuur en de manager Wonen & Opgroeien. De Raad is actief sinds begin 2012. Thema s 2015 Transitie en Transformatie Dit is een vast agendapunt op de vergaderingen, de Raad wordt geïnformeerd over de ontwikkelingen en denkt mee op welke wijze de pleegzorg meer onder de aandacht gebracht kan worden. In het voorjaar zijn er door de Raad van Pleegouders drie regionale avonden voor pleegouders georganiseerd. Met zo n 70 pleegouders en Lindenhout zijn hier de ontwikkelingen rondom de transitie en transformatie van de pleegzorg besproken en de invloed hiervan op pleeggezinnen. Pleegkinderen ontmoeten elkaar De Raad van Cliënten heeft samen met de Raad van Pleegouders het project pleegkinderen ontmoeten elkaar in 2015 uitgewerkt in concrete activiteiten. Regelingen De Raad van Pleegouders heeft advies gegeven over de geactualiseerde faciliteitenregeling en pleegoudercontracten. Communicatie met achterban Om Lindenhout te adviseren en de belangen van pleegouders goed te kunnen behartigen wil de Raad van Pleegouders in contact zijn met haar achterban. In 2015 heeft de Raad onderzocht op welke wijze zij verbinding wil leggen met pleegouders. Ook zijn er contacten gelegd met de landelijke vereniging voor pleeggezinnen (NVP) en is de Raad aangesloten bij de landelijke vereniging voor pleegouderraden (LOPOR). In 2016 gaat de Raad netwerken van pleegouders in beeld brengen om met hen in overleg te komen. Pleegzorg bij 18+ Vragen en zorgen bij pleegouders rondom het thema pleegzorg bij 18+ zijn op verschillende plekken bij de Raad naar voren gekomen. De Raad heeft deze signalen gedeeld en vanuit Lindenhout is dit thema actiever opgepakt. Pleegouders zijn geïnformeerd over het thema in de nieuwsbrief en met pleegouders wordt in de begeleiding aandacht besteed aan de wetgeving en de ondersteuningsbehoeften van pleegouders. Ook landelijk wordt dit thema vanuit de LOPOR gekozen om zich aan te verbinden. Jaarverslag 2015 P a g i n a 30

Beleid, inspanningen en prestaties

Zo leveren we kwaliteit, in onze hulp aan kwetsbare kinderen en jongeren. Lindenhout wordt ingeschakeld wanneer gezond en veilig opgroeien echt in het geding is. Wanneer ondersteuning vanuit omgeving en vanuit de eerste lijn (huisartsen of wijk- en buurtteams) niet meer voldoende is. Om hulp te bieden die echt werkt, staan we voor het leveren van kwaliteit. Dit betekent intensieve hulp, door goed opgeleide en ervaren professionals, die kunnen reflecteren met collega s en gedragswetenschappers en gebruik kunnen maken van een keten van hulpvarianten: van ambulant tot pleegzorg en gezinshuis. Annet van Zon, voorzitter Raad van Bestuur

H5 BELEID, INSPANNINGEN EN PRESTATIES 5.1 Kwaliteit Kwaliteit is integraal onderdeel van al ons beleid, uitvoering en gedrag. Het is verweven in de wijze waarop wij ontwikkelen, uitvoeren, evalueren en verbeteren. In algemene zin kenmerkt het kwaliteitsbeleid van Lindenhout zich door een drietal aspecten. Als eerste is dit de waardengedreven sturing en uitvoering. Het kompas voor alle medewerkers. Jeugd en Opvoedhulp is valuebased en gaat over het welbevinden van kinderen. Medewerkers staan iedere dag weer voor moeilijke keuzes die niet door protocollen en richtlijnen afgedekt kunnen worden. Ons gezamenlijke kompas draagt bij aan de kwaliteit van de afweging die aan de keuze ten grondslag ligt. Dit kompas is gebaseerd op de kernwaarden van onze organisatie: kinderen horen thuis, wij leren van elkaar, wij gaan uit van mogelijkheden, wij laten niemand wachten en we kunnen het niet alleen. Lindenhout hanteert een gedragscode die van het kompas afgeleid is. Ten tweede kenmerkt het kwaliteitsbeleid van Lindenhout zich in het leren van de effecten zoals ze zich in de praktijk voordoen. Resultaten worden gemeten, geduid, besproken en vergeleken zodat we het de volgende keer nog beter kunnen doen. Er wordt ruimte genomen om met elkaar te delen en van elkaar te leren. Tot slot manifesteert het kwaliteitsbeleid zich in de planmatige werkwijze (plan do check act). Zowel op de verticale dimensie van het kwaliteitssysteem (planning & controlecyclus) als op de horizontale (organisatie en uitkomsten van processen) is dit doorgevoerd. 5.1.1 Kwaliteit en veiligheid Het thema Kwaliteit en Veiligheid stond ook in 2015 prominent op de agenda. Begin 2014 is een plan van aanpak gemaakt om systematisch te kunnen sturen en monitoren op de kwaliteitsaspecten in de jeugdzorg, en in het bijzonder de veiligheid van kinderen. Leidend daarbij zijn het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind, de toezichtskaders van de Inspectie Jeugdzorg en het kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg. Deze systematische sturing en monitoring is in 2015 gecontinueerd en vindt als volgt plaats: Kwaliteit en eenduidigheid dossiers als weergave van kwalitatief goede hulpverlening is opgenomen in P&C cyclus: Maandelijkse/kwartaal management informatie wordt gegenereerd over aanwezigheid van hulpverleningsplannen, checklist veiligheid, veiligheidsplan, netwerkanalyse, doelrealisatie, afname problematiek, tevredenheid en wijze beëindiging. Daarnaast wordt systematisch gemonitord op de kwaliteit van de afwegingen die ten grondslag liggen aan de scores in de veiligheidschecklist en de netwerkanalyse. Bij de matching tussen kind en pleeggezin, dan wel gezinshuis, is veiligheid en samenstelling van de groep standaard onderdeel. Daarbij wordt expliciet stilgestaan bij een verleden van seksueel misbruik, de rol van dader dan wel slachtoffer en de mogelijke consequenties hiervan voor alle betrokkenen. Dit wordt vastgelegd in het hulpverleningsplan. Lindenhout werkt vanuit het principe van Empowerment. Empowerment is gericht op het versterken van de eigen kracht van het gezin en het netwerk waarbij tegelijkertijd de veiligheid van het kind centraal wordt gesteld. Dit zijn als het ware twee kanten van dezelfde medaille. Geheel in de tijdgeest van het versterken van eigen kracht bij terugtrekkende overheid en minder beschikbaarheid van de professional, is het extra van belang om de veiligheid van het kind in het vizier te houden en veel aandacht te geven. Om dit goed te kunnen doen is het nodig dat professionals voortdurend reflecteren op hun handelen en zich expliciet bewust zijn van inschatting, afweging, besluit en actie. Vervolgens moet goed gekeken worden naar het resultaat en daar op te nemen vervolgacties. Dit reflecteren gebeurt groepsgewijs onder leiding van een Practice Leader. In deze reflectieve praktijk staan de pijlers eigen kracht, inzet van sociale netwerkstrategieën en veiligheid van het kind centraal. Hulpverleners worden hier actief op bevraagd, gecoacht, geschoold en getraind. Jaarverslag 2015 P a g i n a 33

5.1.2 Kwaliteit en privacy In 2015 is het privacyreglement geactualiseerd, vanwege de nieuwe Jeugdwet en in verband met het uitwisselen van persoonsgegevens met gemeenten. Privacy is een breed onderwerp, waarin diverse aspecten aan de orde komen, zoals: zorgvuldig rapporteren, dossiervoering, regels/protocollen, voorlichting aan cliënten en informatie uitwisseling met partners in de jeugdhulp, met name ook gemeenten op diverse niveaus. De complexiteit van het op een juiste manier uitvoeren van de richtlijnen en vereisten ten aanzien van privacy is met de transitie van de jeugdzorg sterk toegenomen. Het updaten van het reglement is één stap, maar een reglement kan niet meer dan een basis bieden voor de vraagstukken rond privacy. In de praktijk kan het complex zijn om te beslissen welke stappen er gezet kunnen (en moeten) worden. Daarom is dit thema in alle teams aan de orde geweest door middel van het bespreken van vragen en concrete kwesties met de beleidsmedewerker Kwaliteit en Veiligheid. Daarnaast was privacy het centrale thema in de jaarlijkse HKZ-audit. 5.1.3 Kwaliteit van zorg Effectieve werkwijzen Lindenhout maakt gebruik van diverse interventies en technieken. Medewerkers worden getraind en gecoacht in de juiste toepassing. Lindenhout ontwikkelt ook zelf zorgaanbod en laat dit extern op kwaliteit toetsen zodat het opgenomen kan worden in de database effectieve interventies van het NJI. Deze database bevat inmiddels één door Lindenhout ontwikkelde interventie (BAL Bewust Actief Leren). Effectmeting Effectmeting is geïntegreerd in ons primaire proces zodat dit bijdraagt aan planvorming, evaluatie en bijstelling tussen cliënt en hulpverlener. Lindenhout gebruikt daarbij de landelijke prestatie indicatoren doelrealisatie, wijze beëindiging, cliënttevredenheid en afname problematiek. Voor deze laatste interventie is in 2014 het gebruik van de AVEO breed geïmplementeerd. Deze door Lindenhout zelf ontwikkelde vragenlijst wordt in 2016 tevens gevalideerd. Omdat uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de alliantie, de werkrelatie tussen cliënt en hulpverlener, een grote voorspellende waarde heeft met betrekking tot het resultaat van de hulp, heeft Lindenhout, samen met de HAN, een JAS (Jeugd Alliantie Schaal) ontwikkeld en implementeert deze mogelijk in 2016. Kwaliteitstoetsing Lindenhout is sinds 2007 HKZ gecertificeerd. Jaarlijks vindt in dat kader een HKZ-audit plaats. Een deel van de audit in 2015 was gericht op hoe Lindenhout omgaat met privacy, een ander deel was gericht op de organisatie in het geheel. De uitkomst van de audit is positief: Lindenhout heeft, ondanks dat er zowel intern als extern veel veranderingen en onzekerheden zijn, de zaken goed op orde. De auditoren constateren dat de bewustwording ten aanzien van privacy in voldoende mate aanwezig is, iedereen heeft duidelijk op het netvlies wat kan en wat niet en welke risico s zich kunnen voordoen. Andere positieve punten waren: Inzet kwalitatieve dossier audit en reflectieve praktijk; de kritieke processen zijn goed in kaart gebracht en vanuit de risico punten zijn verbeterplannen opgesteld. De twee belangrijkste aandachtspunten die uit de audit naar voren kwam waren: De verdere ontwikkeling van prestatie-indicatoren voor de zelforganiserende teams samen met de teams; het doorvertalen van risicomanagement naar de teams. Beide punten zijn vertaald in concrete plannen en worden in 2016 verder uitgewerkt. 5.1.4 Klachten Onvrede, ongenoegens en klachten worden in eerste instantie besproken met degene die het betreft. Mocht dit niet naar tevredenheid tot een oplossing leiden, kan de externe klachtencommissie worden Jaarverslag 2015 P a g i n a 34

ingeschakeld. Het staat cliënten vrij om hun klacht rechtstreeks aan de externe klachtencommissie voor te leggen. De externe klachtencommissie is een onafhankelijke commissie die voor cliënten van de drie grootste zorgaanbieders in Gelderland klachten behandelt. Deze klachtencommissie bestaat uit een voorzitter, plaatsvervangend voorzitter, zes leden en een ambtelijk secretaris. Zij werkt volgens een klachtreglement dat op ons intranet en onze website beschikbaar is. Cliënten worden hierover geïnformeerd in het startgesprek, waarbij hen ook een folder wordt uitgereikt. In totaal zijn in 2015 bij de Gezamenlijke Klachtencommissie (GKC) 10 klachten tegen Lindenhout ingediend. Daarvan is er één klacht eind 2015 bij de commissie ingediend en wordt in 2016 behandeld. Eén klacht is (nog) niet verder in behandeling genomen aangezien de klager, ondanks meerdere verzoeken daartoe, niet heeft gereageerd op correspondentie van de commissie. Over de inhoud en afhandeling van de klachten kan het volgende gezegd worden: Klacht De klacht bestaat uit vier deelklachten ten aanzien van traject Ouderschap Blijft 1. De hulpverlener blijft hangen in de negatieve gebeurtenissen uit het verleden, waardoor er geen oog meer was voor een positieve ontwikkeling. 2. De hulpverlener heeft de partner van klager niet aangesproken op haar niet meewerken. 3. De afspraken die zijn gemaakt zijn niet nagekomen. 4. Er wordt ten onrechte niet ingegaan op een positief voorstel van klager. De klacht bestaat uit negentien deelklachten ten aanzien van traject Ouderschap Blijft waarbij de klager stelt dat hulpverlener niet krachtig genoeg is opgetreden en dat de communicatie onvoldoende was Klager stelt dat geheimhouding geschonden is en vertrouwelijke informatie zonder toestemming van klager zowel mondeling als schriftelijk is gedeeld met derden. Klager is het niet eens met uitkomst netwerkonderzoek Klager verwijt Lindenhout niet gekend te zijn in besluitvorming in het kader van hulpverlening door Lindenhout Klager is ontevreden over samenwerking en rapportage in het kader van Ouderschap Blijft Klager is ontevreden over samenwerking in het kader van Ouderschap Blijft Klager heeft geen vertrouwen in Lindenhout en verwijt de hulpverlener partijdigheid in kader van Ouderschap Blijft Uitspraak Ter zitting behandeld. Deelklacht één t/m drie worden ongegrond verklaard, deelklacht vier wordt gegrond verklaard Ter zitting behandeld. Achttien klachtonderdelen worden ongegrond verklaard. Eén klachtonderdeel is gegrond verklaard. Ter zitting behandeld. De klacht wordt ongegrond verklaard Bemiddelingsgesprek met manager en jeugdzorgwerker pleegzorg. Klacht positief afgehandeld. Bemiddelingsgesprek met manager. Klacht positief afgehandeld. Bemiddelingsgesprek met manager, klacht niet naar tevredenheid van klager afgehandeld. Klager meldt zich opnieuw bij GKC. Zitting volgt in 2016. Bemiddelingsgesprek met manager. Klacht positief afgehandeld. Bemiddelingsgesprek met manager. Klacht positief afgehandeld. Naar aanleiding van de twee deelklachten die gegrond zijn verklaard heeft Lindenhout de aanbeveling van de GKC overgenomen. De overige aanbevelingen in het kader van Ouderschap Blijft worden nuttig en zinvol geacht en gezien als een verdere verbetering van de hulp bij problematische scheidingen. Jaarverslag 2015 P a g i n a 35

Naast de klachten die bij de externe klachtencommissie ingediend zijn, heeft Lindenhout ook een informele klachtenprocedure.indien de onvrede, ongenoegens en klachten niet naar tevredenheid worden besproken met degene die het betreft kan de klager dit schriftelijke of mondeling kenbaar maken. De klacht wordt dan in behandeling genomen door de betreffende manager, indien wenselijk met ondersteuning van de beleidsadviseur learning together. In 2015 zijn 47 bemiddelingsgesprekken gevoerd. Hiervan zijn er vijf via de GKC binnengekomen. Overzicht informele klachten 2015 Gebied Aantal klachten Gericht aan Wonen & Opgroeien 21 waarvan: 11 cliënt 10 pleegouder 4 Pleegouder 13 Jeugdzorgwerker pleegzorg 1 Logeerhuisouders 3 Beleid Lindenhout Arnhem 14 8 Hulpverlener Ouderschap Blijft 4 Jeugdzorgwerker IOG 1 Jeugdzorgwerker pedagogisch ambulant 1 Jeugdzorgwerker netwerkpleegzorg Foodvalley /IJsselvallei 9 6 Hulpverlener Ouderschap Blijft 1 Verblijfgroep onderaannemer 1 Beleid Lindenhout 1 Jeugdzorgwerker netwerkpleegzorg Achterhoek 3 3 Ouderschap Blijft Totaal 47 5.2 Personeelsbeleid en kwaliteit van het werk Drie thema s hebben in 2015 de agenda bepaald voor het personeels- en organisatiebeleid bij Lindenhout. Dit waren: De transitie jeugdzorg en de daaruit voortvloeiende reorganisaties; Zelfsturing; Invoering nieuw functiehuis. Vernieuwing organisatie Per 1 januari 2015 was de transitie van de jeugdzorg van provincie naar gemeenten een feit. Lindenhout heeft hierop geanticipeerd door in 2014 een start te maken met de afbouw van traditionele residentiële voorzieningen en de vormgeving van jeugdhulp in kleinschalige gezinshuizen en (netwerk)pleeggezinnen. Jeugdhulp die beter aansluit bij de missie van Lindenhout (residentiële zorg zo thuis mogelijk), maar ook goedkoper is. Dit is gerealiseerd door de reorganisatie Wonen en Opgroeien in 2014. Daarnaast werd per 2015 een flinke krimp in beschikbare budgetten voorzien, waardoor eind 2014 een tweede reorganisatie in gang is gezet Lindenhout in Transformatie. Deze reorganisatie beoogde niet alleen een krimp van medewerkers in het primaire proces, maar met name ook in de leidinggevende en ondersteunende structuur. Het betekende een wezenlijk andere inrichting van de organisatie in drie pijlers: Wijk & Buurt, Wonen & Opgroeien en ondersteunende diensten (Procesgroep Middelen en Procesgroep Klant & Kwaliteit), zoals beschreven in hoofdstuk 4, en de invoering van een nieuw sturingsprincipe: zelfsturing. Een organisatiestructuur en sturingsfilosofie die de randvoorwaarden creëren voor aansluiting op de wijkteams en een doorgaande zorglijn met wijkteams en partners in de zorg. Deze reorganisatie heeft in 2015 zijn beslag gekregen en behalve in de aansluiting op de wijkteams is er sterk geïnvesteerd in zelfsturing van de gebiedsteams binnen Lindenhout. Helaas was er eind 2015, door voorziene verdere krimp in beschikbare budgetten, en onder druk staande tarieven jeugdhulp, opnieuw een reorganisatie nodig Lindenhout in Transformatie II. In eerste instantie werd er een krimp verwacht in zowel het primaire proces als bij de ondersteunende diensten. Uiteindelijk heeft er door het genereren van extra middelen alleen een krimp plaatsgevonden bij de ondersteunende diensten. Deze krimp was een logisch gevolg van het feit dat de ondersteunende diensten bij de eerste reorganisatie niet volledig zijn meegenomen omdat zij de Jaarverslag 2015 P a g i n a 36

reorganisatie moesten bewerkstelligen. Door herplaatsing en het overeenkomen van vaststellingsovereenkomsten met medewerkers is deze reorganisatie in het eerste kwartaal van 2016 bijna geheel afgerond. Lindenhout ondervindt in de huidige maatschappelijke ontwikkelingen niet alleen krimp. Eind 2015 is gestart met de voorbereiding van Yoin, het nieuwe onderdeel van Lindenhout dat per 2016 minderjarige vluchtelingen gaat begeleiden. Hiervoor zijn eind 2015 ongeveer 40 nieuwe medewerkers geworven. Daarnaast zijn er veel onderhandelingen geweest met gemeenten. Dit heeft geleid tot het kunnen beschikken over diverse woningen voor de opvang van de minderjarige alleenstaande vluchtelingen. Met de opvang van bijna 100 minderjarige alleenstaande vluchtelingen in februari 2016 en een verdere geleidelijke uitbreiding in de maanden erna is Yoin succesvol gestart. Reorganisatie en mobiliteit In 2014 heeft Lindenhout overeenstemming bereikt met vakbonden over een addendum op het sociaal plan, dat voorziet in een persoonlijk mobiliteitsbudget. Daarnaast is in het addendum opgenomen dat de mogelijkheid tot gedwongen ontslagen via het UWV niet uitgesloten wordt. Vanuit de bedrijfseconomische noodzaak en de ingrijpende gevolgen van de Transitie in de Jeugdzorg was ook voor bonden duidelijk dat dit onvermijdelijk was. Dit sociaal plan is in november 2015 opnieuw met de bonden besproken en herzien ten behoeve van Lindenhout in Transformatie II. De reorganisatie Lindenhout in Transformatie heeft er toe geleid dat op 1 november 2014 126 medewerkers mobiliteitskandidaat zijn geworden. Veel mobiliteitskandidaten konden alsnog bij Lindenhout in dienst blijven omdat andere medewerkers plaats hebben gemaakt of omdat ze bij de wijkteams zijn gaan werken. Daarnaast zijn er veel vaststellingsovereenkomsten gesloten, waarvan veel medewerkers elders een nieuwe uitdaging hebben gevonden. Van de 126 medewerkers zijn uiteindelijk slechts 12 medewerkers via een ontslagprocedure bij het UWV uit dienst gegaan. Lindenhout in Transformatie II heeft er toe geleid dat op 1 december 2015 23 medewerkers mobiliteitskandidaat zijn geworden. Inmiddels zijn er 13 van hen herplaatst in eigen of passende functies, van 7 medewerkers is of wordt afscheid genomen door middel van een vaststellingsovereenkomst en met 3 medewerkers zijn we nog in gesprek. Om de benodigde afname van de formatie mogelijk te maken en medewerkers weer vooruit te helpen heeft Lindenhout een mobiliteitscentrum opgezet, zijn medewerkers voorgelicht, begeleid en opgeleid om zoveel mogelijk van werk naar werk te kunnen gaan. Professionalisering De beste hulp wordt geleverd door professionals die over de competenties en ruimte beschikken om de beste hulp op elk moment in de praktijk waar te maken. In de jeugdwet is de eis van beroepsregistratie voor professionals verankerd. Ultimo 2015, waren op enkele verklaarbare uitzonderingen na, evenals in 2014, alle werkers van Lindenhout geregistreerd in het kwaliteitsregister jeugd. Alle medewerkers hebben de verplichte (interne) geaccrediteerde trainingen gedragscode en vlaggensysteem gevolgd. Voor reeds in dienst zijnde medewerkers lag in 2015 het accent op begeleiding in zelfsturing en aansluiten op de wijktems/ gemeenten Leiderschap en zelforganisatie In het kader van zelfsturing hebben zowel het managementteam, de zelforganiserende teams als een deel van de ondersteunende diensten deelgenomen aan een training zelfsturing door het Instituut voor Samenwerkingsvraagstukken. Om het proces van zelforganisatie te ondersteunen zijn er twee coaches aangesteld, die de teams begeleiden op het gebied van zelforganisatie. Tevens is er een uitvoeringskader opgesteld, waarin de kaders zijn vastgelegd voor het handelen van de teams. Dit kader is ook vertaald in prestatie-indicatoren voor de teams. De realisatie van deze prestatieindicatoren wordt maandelijks besproken in de teams en de teams rapporteren hierover aan de gebiedsmanagers. Vanzelfsprekend was het leren werken met zelforganiserende teams, voor zowel het management als de teams een proces van vallen en opstaan. Een proces van loslaten en randvoorwaarden scheppen voor het management en een proces van grenzen verkennen en verantwoordelijkheid nemen voor de teams. In 2016 zullen met name de ondersteunende diensten het proces van zelfsturing nog beter moeten ondersteunen door het creëren van randvoorwaarden in dialoog met de teams, zoals eenvoudige en transparante processen en toegankelijke informatie. Jaarverslag 2015 P a g i n a 37

Invoering functiehuis Lindenhout heeft in 2015 een nieuw functiehuis ingevoerd. Vanuit de CAO-Jeugdzorg is er een nieuw generiek functieboek ontwikkeld dat uiterlijk op 1 juli 2016 geïmplementeerd dient te zijn. In de reorganisatie Lindenhout in transformatie was al een deel van de in de nieuwe organisatie voorkomende functies resultaatgericht beschreven in lijn met het nieuwe functieboek uit de CAO. In het reorganisatieproces zijn deze voorlopig vastgesteld. Daarna is er vanaf voorjaar 2015 gestart met het beschrijven en wegen van alle resultaatprofielen. Lindenhout heeft er voor gekozen om, in aansluiting op zelfsturing, eigen resultaatprofielen op te stellen waarin de resultaten, competenties en verantwoordelijkheden behorend bij een functie expliciet beschreven zijn. Medewerkers en OR zijn in dit proces betrokken. Dit proces is inmiddels zo goed als en naar tevredenheid afgerond. 5.3 Financieel beleid 5.3.1 Hoofdlijnen financieel beleid Algemeen Het financieel beleid is geënt op de doelstelling van de organisatie: Lindenhout streeft niet naar winst. Om duurzaam hulp te kunnen bieden aan onze doelgroep is continuïteit van de organisatie echter noodzakelijk. Gezien de financiële gevolgen van de transitie van de Jeugdzorg in 2015 zal het voor de continuïteit van de organisatie nodig zijn om winst te realiseren om de reserves hiermee te kunnen versterken. De omvang van het vrij besteedbare vermogen bedraagt ultimo 2015 10,7 miljoen. Ontwikkelingen in het veld Sinds 1 januari 2015 is, met de invoering van de nieuwe jeugdwet, de decentralisatie van de jeugdzorg van provincies naar gemeenten een feit. Door de decentralisatie is een compleet nieuw stelsel aan het ontstaan met een nieuwe vormgeving van de jeugdzorg. Meest in het oog springende verandering is het ontstaan van wijkteams die inmiddels een nadrukkelijke positie aan het innemen zijn. Zij vormen de eerste toegang en bieden vrij toegankelijke jeugdhulp. Naast de wijkteams hebben de huisartsen een verwijsfunctie gekregen naar de specialistische jeugdhulp. In 2015 hebben de huisartsen de weg naar specialistische (2 e -lijns) jeugdhulp nog niet overal gevonden. Het effect van de nieuwe inrichting van het stelsel is merkbaar in een dalende instroom bij Lindenhout. Een tweede effect is dat gemeenten het ambtelijke apparaat uitbreiden om de jeugdzorg te kunnen contracteren, bekostigen en monitoren. Hierdoor zijn er minder middelen beschikbaar voor uitvoering van de zorg. Een neveneffect van de decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten is dat er in (de loop van) 2015 budgetplafonds op gemeentelijk dan wel regionaal niveau zijn ingesteld. Dit zijn per gemeente dan wel per regio maximaal beschikbare budgetten voor vergoeding van jeugdzorg. In het laatste kwartaal van 2015 is duidelijk geworden dat de hulpverlening waar een beschikking onder ligt betaald zal worden, ook als daarmee het plafond overstegen wordt. Ook in 2016 blijven een aantal gemeenten dan wel regio s met budgetplafonds werken. Budgetgaranties, minimaal te verstrekken budget door gemeenten dan wel regio s worden in 2016 niet meer gegeven. Omdat waarschijnlijk ook in 2016 de beschikte en geleverde zorg boven het budgetplafond vergoed wordt, hebben deze budgetplafonds voornamelijk een functie bij de selectie van en verwijzing naar jeugdzorgaanbieders door wijkteams en een signalerende functie om als gemeente en zorgaanbieder met elkaar in gesprek te gaan. Een ander effect is de druk die op de tarieven is ontstaan. Het kost tijd om lagere tarieven te verwerken in de opbouw van de personeelsformatie en in de bedrijfsvoering (onder meer vastgoed en meerjarige contracten). Daarnaast dient dit verantwoord te zijn wat betreft de kwaliteit van zorg. Een laatste belangrijk effect van de decentralisatie is de enorme bureaucratie die ontstaan is door de versplintering van zorg in afzonderlijke en vaak per gemeente verschillende producten met dito codes en tarieven. Vanaf begin 2016 werken alle gemeenten met betaling op basis van facturatie van de daadwerkelijk geleverde productie. De systemen die dit mogelijk moeten maken (facturatie, uitwisseling gegevens, eenheid in wijze van beschikken en dergelijke) verschillen ook weer per regio en werken nog niet overal goed. Jaarverslag 2015 P a g i n a 38

Ontwikkelingen Lindenhout in 2015 Reorganisatie 2015 Lindenhout in transformatie I : Lindenhout heeft op de transitie en beoogde transformatie van de jeugdzorg geanticipeerd door in 2014/2015 de eerste reorganisatie Lindenhout in transformatie uit te voeren. Er werd uitgegaan van een krimp van het beschikbaar budget van 46,4 miljoen naar ruim 37,0 miljoen. In de reorganisatie is niet alleen bezuinigd op het primaire proces, maar met name ook in de leidinggevende en ondersteunende structuur. Er is een nieuwe inrichting van de organisatie gerealiseerd met een nieuw sturingsprincipe. In de reorganisatie 2015 was een pakket van 38 maatregelen opgenomen. Al deze maatregelen zijn ter hand genomen en hebben ertoe geleid dat in 2015 de kosten binnen de beschikbare budgettaire ruimte zijn gebleven, waarbij er soms verschuiving tussen budgetten heeft plaatsgevonden. Deze maatregelen leiden in 2016 nog tot een kostenreductie ten opzichte van 2015 van 2,0 miljoen. Omzetontwikkeling 2015 In 2015 is uitgegaan van een beschikbaar budget voor Lindenhout van 37,5 miljoen ten opzichte van 46,4 miljoen in 2014. Het beschikbare budget is voor 99% afkomstig uit contracten voor jeugd- en opvoedhulp met 102 gemeenten, waarvan 33 gemeenten behoren tot de kernregio s van het werkgebied van Lindenhout. De krimp in verwacht budget hing samen met de verwachting dat er door gemeenten minder jeugd- en opvoedhulp bij Lindenhout ingekocht (en beschikt) zou worden. Dit heeft zich ook voorgedaan en komt misschien wel het meest duidelijk tot uiting in de daling van het aantal in zorg zijnde kinderen. Context 2016 De praktijk van aanbesteden en contracteren is weerbarstig gebleken. Het heeft er mede toe geleid dat de meeste gemeenten ervoor gekozen hebben om in het regionale verband van de jeugdzorgregio te blijven samenwerken. Tevens is breed gekozen voor een beleidsarme inkoop 2016: er wordt zoveel mogelijk in de lijn van 2015 verder gewerkt met bestaande aanbieders, met enige ruimte voor nieuwe toetreders. Contracten worden deels gecontinueerd of deels opnieuw voorbereid via bestuurlijke aanbestedingen. Voor 2016 is een sluitende begroting opgesteld. Jaarverslag 2015 P a g i n a 39

5.3.2 Risico s Het managen van risico s is bij Lindenhout een standaard onderdeel van de bedrijfsvoering en is in alle lagen van de organisatie geïntegreerd. Van het bestuur en de Raad van Toezicht (toon aan de top) tot de operationele en financiële afdelingen (soft controls). Iedereen draagt bij aan het identificeren van risico s en bijbehorende beheersmaatregelen. Lindenhout voert een risicobeleid dat gericht is op een beperkt risicoprofiel, waarbij de continuïteit van de organisatie voorop staat. De risicoanalyse is opgezet volgens de volgende systematiek: Omzetrisico s: risico s die een impact kunnen hebben op de opbrengsten. Dit zijn over het algemeen risico s die van invloed zijn op ofwel de prijs ofwel de hoeveelheid; Kostenrisico s: risico s die een impact kunnen hebben op de kosten. Dit doet zich voor indien er kosten naar voren komen die ten tijde van de begroting niet zijn voorzien. Daarnaast kan onvoldoende inzicht in de kostenopbouw tot risico s leiden; Balansrisico s: risico s die zich manifesteren in balansposten; Organisatierisico s: risico s die over het algemeen samenhangen met processen, mensen en middelen van de organisatie. In onderstaande tabel worden de belangrijkste risico s voor Lindenhout per categorie genoemd inclusief de bijbehorende beheersmaatregelen. Omzetrisico s Budgetplafonds In 2015 kenden vrijwel alle kernregio s van Lindenhout budgetplafonds, waarbij de inzet was dat vergoeding van verleende zorg boven deze plafonds niet vergoed zou worden In 2016 kennen nog enkele regio s budgetplafonds, waarbij het budgetplafond met name als budgetreservering wordt beschouwd en dat, mits tijdig gesignaleerd, vergoeding hierboven bespreekbaar is Instroom cliënten In 2015 is de instroom van cliënten met 24% gedaald ten opzichte van 2014. Dit heeft vooral te maken met de verwachte veranderingen van de transitie dat lichte ambulante hulpverlening wordt opgevangen door sociale wijkteams. Dit heeft geleid tot een daling van de omzet met 23% ten opzichte van 2014 Ook voor 2016 geldt dat de instroom van cliënten één van de belangrijkste variabelen is voor de hoogte van de omzet Tarieven Eind 2014 zijn, onder druk van de invoering van de Jeugdwet per 2015, contracten met gemeenten afgesloten. Niet in alle gevallen waren de tarieven kostendekkend. In enkele gevallen heeft dit geleid tot reparaties in 2016, maar met name de dialoog met gemeenten buiten de kernregio s hierover blijft lastig Voor 2016 geldt dat voor een deel van de kernregio s de tarieven geïndexeerd Beheersmaatregelen Gedurende 2015 heeft er veelvuldig overleg plaatsgevonden met gemeentes waarbij het budgetplafond overschreden werd. Dit heeft er toe geleid dat bij alle gemeenten is toegezegd dat beschikte zorg volledig vergoed wordt In 2016 zal continue monitoring van de productie versus de budgetplafonds plaatsvinden, op basis waarvan frequent de dialoog gevoerd zal worden met gemeentes De volgende maatregelen zijn en blijven van belang met betrekking tot de instroom van cliënten: Duidelijke toegang voor verwijzers Om partner te zijn en een passend hulpaanbod te kunnen bieden is het voor Lindenhout van essentieel belang dat het regionale en gemeentelijke veld en de ontwikkelingen daarin bekend zijn en er nauwe contacten onderhouden worden met gemeenten en regio s op ambtelijk en bestuurlijk niveau en met collega-zorgaanbieders Monitoring instroom per gemeente Met betrekking tot tarieven is en blijft het van belang dat Lindenhout gemeenten meeneemt in de totstandkoming van kostprijzen en in onderling overleg te komen tot kostendekkende tarieven Jaarverslag 2015 P a g i n a 40

zijn en voor een deel van de kernregio s de tarieven op het niveau van 2015 zijn gebleven Kostenrisico s Beheersmaatregelen Coulanceregeling slachtoffers seksueel Proces zorgvuldig doorlopen misbruik Frictiekosten Strak projectmanagement reorganisatie Maximale uitstroom via vaststellingsovereenkomsten en begeleiding van werk naar werk Goede afstemming met bonden en UWV Administratieve lasten door eisen In dialoog met gemeentes bepalen wat need to have gemeente en nice to have is Balansrisico s Liquiditeit Door de overgang van vergoeding van zorg via voorschotten naar vergoeding via facturatie ontstaat er druk op de liquide middelen Onvoorziene kosten (frictie, coulanceregeling) hebben impact op de liquide middelen Debiteuren De overgang van vergoeding van zorg via voorschotten naar vergoeding via facturatie heeft eveneens impact op de debiteuren Organisatierisico s Kwaliteit zorg en veiligheid cliënten Omvang van de organisatie Welke schaalomvang is benodigd om weerbaar te blijven, schommelingen in de vraag op te kunnen vangen, het (interne) serviceniveau hoog te houden en voorop te blijven lopen waar het nieuwe ontwikkelingen betreft Systemen Up to date zijn en blijven van systemen Beheersmaatregelen De volgende maatregelen zijn en blijven van belang met betrekking tot liquiditeit: Strakke AO / productie registratie, facturatie en debiteurenbeheer Nauwgezette monitoring Rolling forecast liquiditeit Inventariseren en indien benodigd inzetten mogelijkheden voor aanvullend werkkapitaal De volgende maatregelen zijn en blijven van belang met betrekking tot debiteuren: Strakke AO / productie registratie, facturatie en debiteurenbeheer Nauwgezette monitoring Beheersmaatregelen Kwaliteit is integraal onderdeel van het beleid, uitvoering en gedrag. Begin 2014 is een plan van aanpak gemaakt om systematisch te kunnen sturen en monitoren op de kwaliteitsaspecten in de jeugdzorg, en in het bijzonder de veiligheid van kinderen. Leidend daarbij zijn het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind, de toezichtskaders van de Inspectie Jeugdzorg en het kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg (zie ook paragraaf 5.1) Oriëntatie op strategisch partnerschap Continue afstemming tussen in- en externe vereisten en de mogelijkheden van systemen en indien benodigd Gefaseerde en projectmatige vervanging van systemen Jaarverslag 2015 P a g i n a 41

5.3.3 Positie op balansdatum Rentabiliteit Het resultaat 2015 bedraagt 463.000. Het resultaat wordt beïnvloed door een aantal bijzondere posten. Resultaat volgens jaarrekening (x 1.000) 463 Positief beïnvloed door: Wachtgeld (dotatie -/- vrijval) -264 Verkoop deel grond Neerbosch -429 -/- 693 Negatief beïnvloed door: Voorziening reorganisatie 280 Kosten reorganisatie 746 Voorziening arbeidsongeschiktheid 134 Voorziening coulanceregeling 75 + 1.235 Genormaliseerd resultaat + 1.005 Het resultaat wordt in hoge mate beïnvloed door de kosten gerelateerd aan de reorganisaties. Het genormaliseerde resultaat ligt 542.000 hoger en komt uit op 1.005.000. Balans Door het resultaat is het eigen vermogen toegenomen van 11,4 miljoen tot 11,9 miljoen. De financiële kengetallen per ultimo 2015 zijn als volgt: 2015 2014 2013 Rentabiliteit Brutomarge 1,3% -5,1% 0,5% Brutomarge genormaliseerd 2,8% 3,9% 0,5% Rendement totaal vermogen 2,1% -10,4% 1,0% Rendement totaal vermogen genormaliseerd 4,7% 7,9% 1,0% Rendement eigen vermogen 3,9% -20,7% 1,7% Rendement eigen vermogen genormaliseerd 8,5% 15,7% 1,7% Solvabiliteit Eigen vermogen/totaal vermogen 55,1% 50,2% 58,3% Eigen vermogen/omzet (vermogensratio) 32,5% 24,5% 30,1% Liquiditeit Quick ratio (vlottende activa/vlottende passiva) 2,29 2,07 2,12 Doordat er sprake is van een positief resultaat in 2015 ten opzichte van een negatief resultaat in 2014 zijn de rentabiliteitsratio s verbeterd ten opzichte van voorgaand jaar. Doordat het eigen vermogen is gestegen terwijl het totale vermogen en de omzet zijn gedaald is de solvabiliteit eveneens verbeterd. Tenslotte is ook de quick ratio verbeterd, doordat de vlottende passiva naar verhouding sterker zijn gedaald dan de vlottende activa. Onderliggend is de samenstelling van de vlottende activa veranderd. Jaarverslag 2015 P a g i n a 42

De liquide middelen zijn fors gedaald door onder andere uitgaven voor frictiekosten en achterblijvende betalingen voor verleende Jeugd- en Opvoedhulp. De laatstgenoemde heeft geleid tot een stijging van de vorderingen Investeringen De investeringen in 2015 zijn beperkt en bedragen totaal 188.000. Vastgoed Een belangrijk deel van de activa van Lindenhout bestaat uit (grote) woonhuizen en enkele kantoorpanden. Lindenhout heeft het beleid om alleen panden aan te houden die duurzaam voor eigen gebruik bestemd zijn en de eigen vastgoedpositie te beperken. Flexibiliteit en risicobeheersing zijn de achterliggen motieven. De vastgoedportefeuille is aan de hand van de meest actuele WOZ-waarden, de prijsontwikkeling op de woningmarkt en taxaties beoordeeld op waarde en mogelijke risico s. Hiervoor is een onderscheid gemaakt naar panden in gebruik en panden buiten gebruik. Uit deze analyse bleek dat er sprake is van een kleine overwaarde, zodat er geen waardevermindering aan de orde is. In 2015 zijn 6 panden verkocht voor een bedrag van in totaal 755.000. Lindenhout bereidt actief de verkoop van de gronden en opstallen op Neerbosch bij Nijmegen voor. Het gaat om een deel van de grond waar sinds de 19 e eeuw het kinderdorp Neerbosch gevestigd was. Lindenhout is eigenaar van een deel van de grond en de opstallen Neerbosch. De gronden worden niet meer gebruikt voor de eigen bedrijfsvoering. Het feit dat in 2015 geconstateerd is dat op diverse plaatsen op Neerbosch sprake is van ernstige vervuiling zorgt voor kosten die in mindering komen op de eventuele opbrengst van Neerbosch. Op de opstallen van Neerbosch zijn diverse waarborghypotheken gevestigd. Bij verkoop worden deze ingelost en de eventuele restwaarde komt onder voorbehoud van goedkeuring door het Rijk ten gunste van Lindenhout, teneinde de opbrengst te herinvesteren. Eind 2015 is een eerste deel van de Neerbosch gronden verkocht. Treasury Het treasurystatuut van Lindenhout en de vastgestelde regeling voor mandaten, inkopen en betalingen voorziet in een goede organisatie rond verplichtingen, betalingen en beheer van de financiële middelen van Lindenhout. Conform het treasurystatuut zijn liquide middelen met een laag risico belegd. Aan liquiditeiten werd ultimo 2015 2,7 miljoen aangehouden. Daarnaast is 0,9 miljoen belegd in effecten. Het gaat hier om kortlopende effecten bij de Bank Nederlandse Gemeenten. De langlopende schulden bestaan vrijwel geheel uit waarborghypotheken bij de Staat der Nederlanden/VWS. Deze zijn niet rentedragend. Lindenhout doet verder geen beroep op bankkrediet. Liquiditeit De liquiditeitspositie van Lindenhout wordt geraakt door het exploitatieresultaat (baten -/- lasten), maar meer nog door het tijdstip waarop geld van opdrachtgevers/subsidiegevers wordt ontvangen en uitgegeven. Vanaf begin 2015 heeft Lindenhout door de transitie van de Jeugdzorg met veel meer debiteuren te maken dan voorheen. Waar tot 2015 de provincie Gelderland de belangrijkste debiteur was, zijn dat nu alle individuele gemeenten waar Jeugdhulp wordt verleend. Daarnaast geldt dat de financiering door de provincie plaatsvond door middel van vooraf betaalde subsidies. Voor wat betreft financiering vanuit de gemeenten in de belangrijkste kernregio s van Lindenhout gold voor 2015 het volgende: Regio Arnhem: volledige jaar bevoorschotting Regio Achterhoek: eerste helft jaar bevoorschotting, tweede helft op basis van facturatie Regio Foodvalley: volledige jaar bevoorschotting Regio Midden IJssel/Oost-Veluwe: volledige jaar op basis van facturatie Jaarverslag 2015 P a g i n a 43

Het toewijzings-, facturatie- en betalingsproces verliep in 2015 nog niet optimaal, belangrijkste oorzaken hiervoor waren: Verschil van inzicht in toepassing van het woonplaatsbeginsel; Voor kinderen die voor 1 januari 2015 in zorg waren en waarvan de zorg in 2015 werd voortgezet gold zorgcontinuïteit en is geen beschikking nodig. De gegevens van deze kinderen zijn eind 2014 aan de gemeenten aangeleverd. Bij gemeenten is veel onduidelijkheid over de geleverde jeugd- en opvoedhulp aan deze kinderen; Discrepantie tussen de omvang van de geleverde en de beschikte zorg. De combinatie van de overgang van voorschotten naar financiering op basis van facturatie en het feit dat het toewijzings-, facturatie- en betalingsproces in 2015 nog niet optimaal verliep heeft een forse impact gehad op de liquiditeitspositie van Lindenhout. Daarnaast zijn de frictiekosten voor de reorganisatie van 2015 van invloed op de liquide middelen. Door bovenstaande effecten zijn de liquide middelen gedaald van 9,2 miljoen naar 2,7 miljoen. Voorzieningen De voorzieningen zijn, met name door onttrekkingen, met 1,1 miljoen gedaald. De hoogste onttrekkingen zijn terug te voeren op de reorganisatie Lindenhout in transformatie en de coulanceregeling voor slachtoffers van seksueel misbruik. De dotaties zijn fors lager dan voorgaand jaar en bedragen 759.500, waarvan het merendeel gerelateerd is aan de reorganisatie Lindenhout in transformatie II. Coulanceregeling slachtoffers seksueel misbruik Tussen de Nederlandse Staat en Jeugdzorg Nederland is een Statuut voor de buitengerechtelijke afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding in verband met seksueel misbruik van minderjarigen in instellingen en pleeggezinnen overeengekomen, waaraan jeugdzorgaanbieders zich gecommitteerd hebben. Met dit statuut geven de Staat en de instellingen die lid zijn van Jeugdzorg Nederland invulling aan de door haar gevoelde verantwoordelijkheid ten opzichte van slachtoffers van seksueel misbruik in instellingen voor jeugdzorg en pleeggezinnen. Lindenhout heeft zich via Jeugdzorg Nederland verbonden aan deze regeling, zodat uit te keren tegemoetkomingen geheel of gedeeltelijk voor rekening van Lindenhout komen. In 2015 zijn er nog 4 meldingen bij het schadefonds gedaan die betrekking hebben op (rechtsvoorgangers van) Lindenhout. Aangezien een deel van de in 2014 gemelde zaken in 2015 tot uitbetaling van een schadevergoeding hebben geleid is er totaal een bedrag van 431.500 betaald in 2015, waarmee het totaal aan vergoedingen ultimo 2015 op 861.000 komt. Afgaande op het aantal meldingen en de gemiddelde hoogte van de schadevergoedingen tot op heden heeft Lindenhout nog een voorziening van 267.000 voor in 2016 verwachte betalingen. Daarnaast is er 120.000 als kortlopende schuld opgenomen, aangezien er begin 2016 een tweetal uitspraken van het schadefonds hebben plaatsgevonden. Kasstroom De liquide middelen zijn in 2015 afgenomen met 6,4 miljoen. De belangrijkste oorzaak van deze afname ligt in de afname van de kasstroom uit operationele activiteiten. Dit hangt samen met het reeds benoemde effect dat de vorderingen op debiteuren fors zijn gestegen doordat er sprake is van achterblijvende betalingen van facturen. Baten De baten uit verleende Jeugd- en Opvoedhulp bedroegen in 2015 33,7 miljoen. De ontwikkeling van de baten over de afgelopen jaren is als volgt: 2011 43,3 miljoen (-/- 5%) 2012 44,6 miljoen (+ 3%) 2013 44,6 miljoen ( 0%) 2014 45,1 miljoen (+ 1%) 2015 33,7 miljoen (-/- 25%) De verdeling van de baten over de regio s is opgenomen in onderstaand cirkeldiagram: Jaarverslag 2015 P a g i n a 44

12% 13% 1% 3% 5% 2% 1% Regio Arnhem 1% 35% Regio Achterhoek Regio FoodValley Regio Midden IJssel/Oost-Veluwe Regio IJsselland Regio Noord-Veluwe Regio Nijmegen Buitenregionaal + overig J&O Onderaannemerschap Gemeentelijke projecten 27% Inclusief overige bedrijfsopbrengsten bedroegen de inkomsten 36,5 miljoen, 21% lager dan voorgaand jaar. De overige opbrengsten zijn met name door gestegen inkomsten vanuit detacheringen bij gemeenten hoger dan in 2014. Lasten Kosten als % van totale baten 2015 2014 Personeelskosten 20.708 57% 29.776 64% Apparaatskosten 1.827 5% 3.323 7% Automatiseringskosten 393 1% 341 1% Huisvestingskosten 1.554 4% 2.361 5% Verzorgingskosten 10.789 30% 11.048 24% Afschrijvingen en waardeverminderingen 827 2% 2.093 5% Baten totaal 36.532 100% 46.510 100% De totale kosten zijn verhoudingsgewijs sterker gedaald (26%) dan de totale baten (21%), waardoor de verhouding tussen beide verbeterd is. Personeelskosten De personeelskosten zijn met 30% gedaald en zijn als percentage van de totale baten gedaald naar 57%. Deze verbetering is met name behaald door de afname in FTE door de reorganisaties en de lagere dotatie aan de reorganisatievoorziening. Apparaats- en automatiseringskosten Tot de apparaatskosten behoren alle kosten die gemaakt worden voor het doen functioneren van de organisatie. Te denken valt aan kosten van brancheorganisaties, bijeenkomsten, contributies, PR materiaal, ICT, porti, printers/copiers, bestuurskosten en advieskosten. De kosten zijn, met name door het afsluiten van nieuwe contracten en de daling van het aantal FTE, gedaald met 40%. Verzorgingskosten De verzorgingskosten dalen met 2%. In verhouding met de daling van de baten is dit beperkt, waardoor deze kosten als percentage van de baten gestegen is naar 30%. De oorzaak van deze stijging ligt in de groei van de pleegzorg en indexatie van pleeggelden, kosten van gezinshuizen bij franchisenemers en bij derden ingekochte residentiële zorg. In deze kostenstijging is de groei van gezinshuizen en pleegzorg terug te zien. Jaarverslag 2015 P a g i n a 45

Huisvestingskosten De huisvestingskosten zijn, door een afname van panden in eigen beheer, met 34% gedaald. De afschrijvingskosten van vaste activa zijn met 167.000 (17%) gedaald tot 826.500. De daling in het percentage van de totale baten wordt met name veroorzaakt doordat er in 2015 geen bijzondere waardeverminderingen hebben plaatsgevonden. 5.3.4 Toekomstverwachtingen De transitie van de jeugdzorg die begin 2015 heeft plaatsgevonden had als doel een bestuurlijke en financiële decentralisatie van alle ondersteuning, hulp en zorg bij opgroeien en opvoeden naar gemeenten. De transitie heeft een forse impact gehad op de aanbieders van jeugdzorg. Zoals verwacht is de instroom van cliënten teruggelopen, doordat de lichtere ambulante hulp door wijkteams wordt opgevangen. Transformatie van de zorg is eveneens een belangrijk speerpunt. Doelstelling hierbij is met name transformatie van de traditionele residentiële zorg in de vorm van groepen naar de nieuwe residentiële zorg waarbij zo veel mogelijk een gezinssituatie wordt nagestreefd. Lindenhout heeft zich op zowel de transformatie als de transitie van de jeugdzorg goed voorbereid door een tweetal reorganisaties, respectievelijk reorganisatie Wonen en Opgroeien en Lindenhout in transformatie. Lindenhout biedt hiermee specialistische ambulante zorg en kleinschalige residentiële zorg in de vorm van gezinshuizen en pleegzorg. Ondanks dat Lindenhout goed ingespeeld heeft op de ontwikkelingen heeft er eind 2015 nog een reorganisatie plaatsgevonden, Lindenhout in transformatie II. Deze reorganisatie is echter veel beperkter qua omvang en met name gericht op de ondersteunende afdelingen, die bij de voorgaande reorganisatie bewust (deels) zijn ontzien om de gevolgen van de transitie te kunnen opvangen. Met deze laatste reorganisatie is geborgd dat in de kostprijs het aandeel indirecte kosten beperkt blijft. Voor de nabije toekomst geldt dat de contracten die Lindenhout met gemeenten in 2015 had zijn voortgezet voor 2016. Gedurende 2016 zal duidelijk worden hoe de inkoop van zorg in de toekomst verder vormgegeven wordt. In 2016 zal ook in dialoog met gemeenten gekeken moeten worden hoe de toegenomen administratieve druk, die conflicteert met druk op de tarieven, teruggebracht kan worden door simpelere processen en andere vormen van financiering en verantwoording. Op basis van de genomen maatregelen binnen Lindenhout, de financiële kengetallen en de contractering van 2016 kan geconcludeerd worden dat Lindenhout goed geëquipeerd is voor de toekomst. Desondanks leiden de sterk veranderde omstandigheden en de daardoor behoorlijk afgeslankte organisatie van Lindenhout tot vragen over de gewenste vorm en omvang van Lindenhout in de toekomst. Vormen van samenwerking met andere marktpartijen kunnen daar aan bijdragen. Hiervoor hebben in 2015 de eerste oriëntaties plaatsgevonden en dit zal in 2016 verder verkend worden. Lindenhout neemt in de netwerken rond gezinnen een duidelijk herkenbare positie in. Zij biedt in deze netwerken intensieve, specialistische opvoedhulp. Lindenhout is er voor kinderen en jongeren in de knel. We zijn er voor gezinnen waar de problemen zich opstapelen. Juist daar wil Lindenhout wijk- en buurtteams en de eerste lijn ondersteunen. Door mee te kijken, een goed advies te geven of een interventie te plegen. Of door acuut te komen helpen, wanneer intensieve hulp gewoon nodig is. Hiermee heeft Lindenhout de kwaliteiten in huis om ook in de toekomst bij te dragen aan goede zorg voor jeugdigen en de ontwikkelingen die in de jeugdzorg plaatsvinden. Jaarverslag 2015 P a g i n a 46

2015 Jaarverslag Deel 2: Jaarrekening

Stichting Lindenhout INHOUDSOPGAVE Pagina 5.1 Jaarrekening 2015 5.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2015 3 5.1.2 Geconsolideerde resultatenrekening over 2015 4 5.1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2015 5 5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 7 5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2015 13 5.1.6 Overzicht langlopende schulden ultimo 2015 21 5.1.7 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2015 22 5.1.8 Enkelvoudige balans per 31 december 2015 28 5.1.9 Enkelvoudige resultatenrekening over 2015 29 5.1.10 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 30 5.1.11 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2015 31 5.1.12 Overzicht langlopende schulden ultimo 2015 38 5.1.13 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening over 2015 39 5.1.14 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders 42 5.2 Overige gegevens 5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 44 5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming 44 5.2.3 Resultaatbestemming 44 5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum 44 5.2.5 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 45 Arnhem, 28 april 2016

Stichting Lindenhout 5.1 JAARREKENING

Stichting Lindenhout 5.1 JAARREKENING 5.1.1 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) Ref. 31-dec-15 31-dec-14 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa 1 10.124.620 11.608.757 Financiële vaste activa 2 40.205 40.205 Totaal vaste activa 10.164.825 11.648.962 Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa 3 7.690.333 996.515 Vorderingen uit hoofde van subsidies 4 43.463 6.493 Effecten 5 923.766 920.531 Liquide middelen 6 2.730.906 9.173.898 Totaal vlottende activa 11.388.468 11.097.437 Totaal activa 21.553.293 22.746.399 Ref. 31-dec-15 31-dec-14 PASSIVA Eigen vermogen 7 Algemene reserve 10.679.817 9.252.848 Bestemmingsfonds Jeugdhulp Gelderland 327.664 1.354.042 Bestemmingsreserves 867.630 805.375 Totaal eigen vermogen 11.875.111 11.412.265 Voorzieningen 8 1.951.204 3.077.440 Langlopende schulden 9 2.744.111 2.889.124 Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van subsidies 10 1.554.487 217.837 Kortlopende schulden en overlopende passiva 11 3.428.380 5.149.733 Totaal passiva 21.553.293 22.746.399 Pagina 3

Stichting Lindenhout 5.1.2 GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2015 Realisatie Realisatie Ref. 2015 2014 OPBRENGSTEN: Opbrengsten Jeugd- en Opvoedhulp 14 33.693.381 45.156.428 Overige bedrijfsopbrengsten 15 2.838.375 1.353.386 Som der bedrijfsopbrengsten 36.531.756 46.509.814 LASTEN: Personeelskosten 16 20.707.558 29.776.297 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 17 826.644 993.789 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 18 0 1.098.318 Overige bedrijfskosten 19 14.563.191 17.102.599 Som der bedrijfslasten 36.097.393 48.971.003 BEDRIJFSRESULTAAT 434.363-2.461.189 Financiële baten en lasten 20 28.483 98.481 RESULTAAT BOEKJAAR 462.846-2.362.708 RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld: 2015 2014 Algemene reserve 1.426.969-1.021.965 Bestemmingsreserves 62.255 62.255 Bestemmingsfonds Jeugdhulp Gelderland -1.026.378-1.402.998 462.846-2.362.708 Pagina 4

Stichting Lindenhout 5.1.3 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT Ref. 2015 2014 Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat 434.363-2.461.189 Aanpassingen voor: - afschrijvingen 826.644 993.789 - bijzondere waardevermindering vaste activa 0 1.098.318 - mutaties voorzieningen -1.126.236 1.480.108-299.592 3.572.215 Veranderingen in vlottende middelen: - effecten -3.235-19.526 - vorderingen -6.693.818 715.138 - vorderingen/schulden uit hoofde van subsidies 1.299.680 107.911 - kortlopende schulden (excl. schulden aan kredietinstellingen) -1.721.353 251.913-7.118.726 1.055.436 Kasstroom uit bedrijfsoperaties -6.983.955 2.166.462 Ontvangen interest 31.596 99.421 Betaalde interest -3.113-940 28.483 98.481 Totaal kasstroom uit operationele activiteiten -6.955.472 2.264.943 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa -188.182-1.614.490 Desinvesteringen materiële vaste activa 845.675 771.305 Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten 657.493-843.185 Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing / vrijval langlopende schulden -145.013-302.765 Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -145.013-302.765 Mutatie geldmiddelen -6.442.992 1.118.993 Er is gebruik gemaakt van de indirecte methode. Pagina 5

Stichting Lindenhout 5.1.4 ALGEMENE TOELICHTING & GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.1 ALGEMEEN Gegevens rechtspersoon Stichting Lindenhout is statutair gevestigd te Arnhem en heeft haar feitelijke (hoofd)vestiging op Heijenoordseweg 1 te Arnhem. Activiteiten Stichting Lindenhout houdt zich bezig met het verlenen van jeugdzorg, in het bijzonder individuele hulp, 24-uurs verblijf, trainingen, pleegzorg, observatiediagnostiek en dagbehandeling. Groepsverhoudingen In de geconsolideerde jaarrekening zijn opgenomen de stichtingen en vennootschappen die tot de groep behoren. Dit betreft de volgende stichtingen: - Lindenhout - Beheerstichting Vrienden van het werk van Johannes van 't Lindenhout Op grond van RJ 640 zijn de volgende stichtingen buiten de consolidatie gebleven: - Stichting de Springplank te Apeldoorn - Ds. G. Boerstichting te Nijmegen Lindenhout heeft in deze entiteiten geen overwegende zeggenschap Stichting de Springplank Lindenhout is tezamen met nog twee andere Stichtingen, te weten Karakter en GGNet, participant in de Stichting de Springplank. De Springplank wordt bestuurd door Lindenhout, Karakter en GGNet gezamenlijk, waarbij elke partij een gelijke mate van zeggenschap heeft. De gegevens zijn: - Vermogen per 31 december 2014: 777.860 - Resultaat over 2014: 226.945 - Lindenhout betaalt huisvesting en facilitaire diensten van de Springplank tegen marktconforme condities. Ds. G. Boerstichting Tussen Lindenhout en deze Stichting bestaat een zakelijke verhouding. Zo is de ds. Boerstichting te Nijmegen eigenaar van panden die Lindenhout tegen betaling gebruikt. Bestuurlijk zijn beide stichtingen onafhankelijk. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder Richtlijn voor de Jaarverslaggeving Hoofdstuk 640, Organisatie-zonder-winststreven (aangepast 2010). Hierbij is tevens rekening gehouden met (subsidie)bepalingen zoals opgenomen in de contracten met de diverse gemeenten. Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. De transitie van de jeugdzorg die begin 2015 heeft plaatsgevonden had als doel een bestuurlijke en financiële decentralisatie van alle ondersteuning, hulp en zorg bij opgroeien en opvoeden naar gemeenten. De transitie heeft een forse impact gehad op de aanbieders van jeugdzorg. Zoals verwacht is de instroom van cliënten teruggelopen, doordat de lichtere ambulante hulp door wijkteams wordt opgevangen. Transformatie van de zorg is eveneens een belangrijk speerpunt. Doelstelling hierbij is met name transformatie van de traditionele residentiële zorg in de vorm van groepen naar de nieuwe residentiële zorg waarbij zo veel mogelijk een gezinssituatie wordt nagestreefd. Lindenhout heeft zich op zowel de transformatie als de transitie van de jeugdzorg goed voorbereid door een tweetal reorganisaties, respectievelijk reorganisatie Wonen en Opgroeien en Lindenhout in transformatie. Lindenhout biedt hiermee specialistische ambulante zorg en kleinschalige residentiële zorg in de vorm van gezinshuizen en pleegzorg. Ondanks dat Lindenhout goed ingespeeld heeft op de ontwikkelingen heeft er eind 2015 nog een reorganisatie plaatsgevonden, Lindenhout in transformatie II. Deze reorganisatie is echter veel beperkter qua omvang en met name gericht op de ondersteunende afdelingen, die bij de voorgaande reorganisatie bewust (deels) zijn ontzien om de gevolgen van de transitie te kunnen opvangen. Met deze laatste reorganisatie is geborgd dat in de kostprijs het aandeel indirecte kosten beperkt blijft. Pagina 6

Stichting Lindenhout 5.1.4 ALGEMENE TOELICHTING & GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Voor de nabije toekomst geldt dat de contracten die Lindenhout met gemeenten in 2015 had zijn voortgezet voor 2016. Gedurende 2016 zal duidelijk worden hoe de inkoop van zorg in de toekomst verder vormgegeven wordt. In 2016 zal ook in dialoog met gemeenten gekeken moeten worden hoe de toegenomen administratieve druk, die conflicteert met druk op de tarieven, teruggebracht kan worden door simpelere processen en andere vormen van financiering en verantwoording. Daarnaast heeft Lindenhout te maken met de problematiek van groeiende debiteurenposities, doordat er geen tijdige betaling plaatsvindt vanuit gemeenten. Ook hier zal in dialoog met gemeenten een oplossing gezocht worden. Op basis van de genomen maatregelen binnen Lindenhout, de financiële kengetallen en de contractering van 2016 kan geconcludeerd worden dat Lindenhout goed geëquipeerd is voor de toekomst. Desondanks leiden de sterk veranderde omstandigheden en de daardoor behoorlijk afgeslankte organisatie van Lindenhout tot vragen over de gewenste vorm en omvang van Lindenhout in de toekomst. Vormen van samenwerking met andere marktpartijen kunnen daar aan bijdragen. Hiervoor hebben in 2015 de eerste oriëntaties plaatsgevonden en dit zal in 2016 verder verkend worden. Lindenhout neemt in de netwerken rond gezinnen een duidelijk herkenbare positie in. Zij biedt in deze netwerken intensieve, specialistische opvoedhulp. Lindenhout is er voor kinderen en jongeren in de knel. We zijn er voor gezinnen waar de problemen zich opstapelen. Juist daar wil Lindenhout wijk- en buurtteams en de eerste lijn ondersteunen. Door mee te kijken, een goed advies te geven of een interventie te plegen. Of door acuut te komen helpen, wanneer intensieve hulp gewoon nodig is. Hiermee heeft Lindenhout de kwaliteiten in huis om ook in de toekomst bij te dragen aan goede zorg voor jeugdigen en de ontwikkelingen die in de jeugdzorg plaatsvinden. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen voor waardering en voor resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Er hebben zich gedurende het verslagjaar geen schattingswijzigingen voorgedaan. Salderen Een actief en een post van het vreemd vermogen worden gesaldeerd in de jaarrekening opgenomen uitsluitend indien en voor zover: - Een deugdelijk juridisch instrument beschikbaar is om het actief en de post van het vreemd vermogen gesaldeerd en simultaan af te wikkelen; en - Het stellige voornemen bestaat om het saldo als zodanig of beide posten simultaan af te wikkelen. 5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Materiële vaste activa Bedrijfsgebouwen en -terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte toekomstige gebruiksduur. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Voor de vaststelling of voor een materieel vast actief sprake is van een bijzondere waardevermindering wordt verwezen naar onderstaande paragraaf Bijzondere waardeverminderingen vaste activa. Pagina 7

Stichting Lindenhout 5.1.4 ALGEMENE TOELICHTING & GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Overige vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. De vervaardigingsprijs bestaat uit de aanschaffingskosten van grond- en hulpstoffen en kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervaardiging inclusief installatiekosten. Rentelasten gedurende de bouw worden niet geactiveerd. De volgende afschrijvingspercentages (in procenten van de aanschafwaarde minus eventuele restwaarde) worden hierbij gehanteerd: Bedrijfsgebouwen : 0% - 2,5% - 5% Machines en installaties : 5% - 10% Andere vaste bedrijfsmiddelen : 20% Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als eenmalige bijdrage in de afschrijvingskosten, zijn deze in mindering gebracht op de investeringen of zijn deze als herinvesteringssubsidie of waarborghypotheek onder de langlopende schulden opgenomen. Financiële vaste activa De onder financiële vaste activa opgenomen vorderingen worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde, gewoonlijk de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. Vervolgens worden deze vorderingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Bijzondere waardeverminderingen vaste activa De Stichting beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. De opbrengstwaarde is bepaald met behulp van de actieve markt. Voor de bepaling van de bedrijfswaarde is bij het contant maken van de kasstromen een disconteringsvoet gehanteerd van 4% (2014: 4%). Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt direct als een last verwerkt in de winst-en-verliesrekening. Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord. Vervreemding van vaste activa Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde. Verstrekte leningen en overige vorderingen Verstrekte leningen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Pagina 8

Stichting Lindenhout 5.1.4 ALGEMENE TOELICHTING & GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie, en na eerste verwerking tegen de geamortiseerde kostprijs. Dit is in het algemeen de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. Hierbij wordt iedere post individueel beoordeeld Effecten Effecten opgenomen onder vlottende activa worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Deze effecten worden aangemerkt als zijnde aangehouden voor handelsdoeleinden / held to maturity. Waardeveranderingen van deze effecten worden verwerkt in de resultatenrekening, tenzij sprake is van aandelen held to maturity. Indien de marktwaarde van effecten niet betrouwbaar kan worden vastgesteld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. De niet-beursgenoteerde effecten worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Eigen vermogen Binnen het eigen vermogen wordt onderscheid gemaakt tussen Kapitaal, Algemene reserve, Bestemmingsreserves en Bestemmingsfondsen. Kapitaal Onder kapitaal is opgenomen het bij oprichting van de Stichting ingebracht kapitaal. Algemene reserve Onder Algemene reserve is opgenomen dat deel van het eigen vermogen, waarover de bevoegde organen binnen de statutaire doelstellingen van de Stichting vrij kunnen beschikken. Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves zijn reserves waaraan door de bevoegde organen van de Stichting een beperktere bestedingsmogelijkheid is aangebracht dan op grond van de statuten zou bestaan. Bestemmingsfondsen Bestemmingsfondsen zijn reserves waaraan door derden een beperktere bestedingsmogelijkheid is aangebracht dan op grond van de statuten zou bestaan. Aanwending van bestemmingsreserves en -fondsen Uitgaven die worden gedekt uit bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen worden in de resultatenrekening verantwoord, en via de resultaatbestemming ten laste van de betreffende reserve gebracht. Wijzigingen in de beperking van de bestemming van reserves welke door de daartoe bevoegde organen of instanties worden aangebracht, worden als overige mutatie binnen het eigen vermogen verwerkt. Voorzieningen Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij het effect van de tijdswaarde van te verwaarlozen betekenins is. Als disconteringsvoet voor de contantmaking is de marktrente van hoogwaardige ondernemingsobligaties gehanteerd. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. Pagina 9

Stichting Lindenhout 5.1.4 ALGEMENE TOELICHTING & GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Voorziening groot onderhoud De voorziening groot onderhoud wordt gevormd voor de contant gemaakte verwachte kosten inzake periodiek onderhoud van panden, installaties, e.d., gebaseerd op een meerjaren onderhoudsplan. De voorziening is gebaseerd op nominale waarde. Voorziening wachtgelden Voor een aantal werknemers die, conform de CAO Jeugdzorg, in aanmerking komen voor de wachtgeldregeling, is een voorziening gevormd. De hoogte van de voorziening is gebaseerd op de meerjarenbegroting van de wachtgelden per werknemer en contant gemaakt. Reorganisatievoorziening In verband met een reorganisatie is een voorziening gevormd. De hoogte van deze voorziening is gebaseerd op de verwachte werkelijke kosten zoals deze voortvloeien uit het reorganisatieplan. Frictiekosten in verband met de afvloeiïng van een aantal medewerkers, welke niet voortkomt uit de reorganisatie, zijn eveneens in de voorziening opgenomen. De hoogte van deze voorziening is gebaseerd op de verwachte werkelijke kosten zoals deze voortvloeien uit de vaststellingsovereenkomsten met betreffende medewerkers. Voorziening arbeidsongeschiktheid De voorziening voor arbeidsongeschiktheid wordt gevormd voor: - de doorbetalingsverplichting van salaris aan arbeidsongeschikte medewerkers. Hierbij wordt rekening gehouden met de revalidatiekans. De voorziening heeft betrekking op de eerste 2 jaren van arbeidsongeschiktheid. - de transistievergoeding voor medewerkers die arbeidsongeschikt uit dienst zijn gegaan. Voorziening jubileumverplichtingen De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd. Voorziening voor verlieslatende contracten Voor het contant gemaakte negatieve verschil tussen de na balansdatum te ontvangen prestatie en de de te verrichten contraprestatie inzake de huurcontracten van de deels leegstaande panden aan Tussen de Eiken 101 t/m 109 te Apeldoorn is een voorziening gevormd. Hierbij is rekening gehouden met opbrengsten uit de verhuur van, deels, leegstaande panden en een looptijd tot en met 2019. Voorziening uit hoofde van Statuut afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding seksueel misbruik Tussen de Nederlandse Staat en Jeugdzorg Nederland is een Statuut voor de buitengerechtelijke afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding in verband met seksueel misbruik van minderjarigen in instellingen en pleeggezinnen overeengekomen, waaraan jeugdzorgaanbieders gebonden zijn. In 2014 is zicht ontstaan op de hoogte van de vergoedingen en de aantallen meldingen die betrekking hebben op Lindenhout en de trend daarin en dient voor een goede weergave van de financiële positie van Lindenhout een voorziening getroffen te worden voor de verwachte verplichtingen aan slachtoffers van seksueel misbruik binnen Lindenhout of één van haar rechtsvoorgangers. De hoogte van deze voorziening is bepaald door: 1. het gemiddelde bedrag van de vastgestelde vergoedingen te bepalen; 2. een extrapolatie te maken van het aantal meldingen en uitspraken gedurende de resterende looptijd van het Statuut op basis van de trend tot nu toe; 3. aan de hand hiervan te berekenen welke betalingen tot en met 2017 te verwachten zijn. Schulden Schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Voor zover niet anders is vermeld komt dit overeen met de nominale waarde. Pagina 10

Stichting Lindenhout 5.1.4 ALGEMENE TOELICHTING & GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het saldo (resultaat) wordt bepaald als het verschil tussen het totaal der baten en het totaal der lasten. Baten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Overheidssubsidies (anders dan als vergoeding voor zorgverlening) Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de winst-en-verliesrekening in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen. Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief en als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de winst-en-verliesrekening. Opbrengsten Jeugd- en Opvoedhulp Onder subsidies jeugdzorg worden de baten verantwoord uit hoofde van geleverde prestaties op het gebied van verleende jeugdzorg. Als realisatiemoment geldt het moment waarop de betreffende prestaties op grond van de geldende voorschriften of richtlijnen gedeclareerd kunnen worden bij de subsidiegever. Overige bedrijfsopbrengsten De overige bedrijfsopbrengsten kunnen worden verdeeld in opbrengsten voor het leveren van goederen en opbrengsten voor het leveren van diensten. Opbrengsten uit de verkoop van goederen worden verwerkt zodra alle belangrijke rechten en risico s met betrekking tot de eigendom van de goederen zijn overgedragen aan de koper. Opbrengsten uit het verlenen van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Personeelskosten Periodiek betaalbare beloningen Lonen en salarissen en andere personeelslasten worden verantwoord in de periode waarin personeel op grond van de arbeidsvoorwaarden het recht op beloning verkrijgt. Sociale lasten worden toegerekend aan dezelfde periode als de lonen en salarissen waaraan deze sociale lasten direct kunnen worden toegerekend. Pagina 11

Stichting Lindenhout 5.1.4 ALGEMENE TOELICHTING & GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Pensioenen De Stichting heeft één pensioenregeling. De belangrijkste kenmerken hiervan zijn: Bedrijfstakpensioenfonds. Lindenhout heeft voor bijna al haar werknemers een toegezegde bijdrageregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij Lindenhout. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. Lindenhout draagt hiervoor de premies af waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijk geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Als de actuele dekkingsgraad op 31 december 2016 onder de 87% ligt, zullen de pensioenen moeten worden verlaagd. Als er moet worden verlaagd neemt het bestuur van PFZW hier uiterlijk 1 april 2017 een besluit over. Ultimo februari 2015 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 87%. Lindenhout heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij PFZW, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Afschrijvingen Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen uit de incidentele verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa en de terugname hiervan worden onder deze rubriek verantwoord. Zie verder de toelichting op deze post in paragraaf 5.1.4.2. Overige bedrijfkosten De overige bedrijfskosten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Bijzondere posten Bijzondere posten zijn baten of lasten die voortvloeien uit gebeurtenissen of transacties die behoren tot het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening, maar die omwille van de vergelijkbaarheid apart toegelicht worden op grond van de aard, omvang of het incidentele karakter van de post. Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen. 5.1.4.4 Grondslagen van segmentering In de jaarrekening is geen segmentering van toepassing, omdat de bedrijfsactiviteiten naast de gemeentelijk gefinancierde jeugdzorg elk voor zich en gezamenlijk minder dan 10% van kosten en resultaat uitmaken. 5.1.4.5 Toelichting op het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. Pagina 12

Stichting Lindenhout 5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS ACTIVA 1. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 Bedrijfsgebouwen en terreinen 5.966.345 6.408.903 Machines en installaties 452.093 570.014 Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 513.239 833.888 Vooruitbetalingen op materiële vaste activa 109.082 0 Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële vaste activa 3.083.861 3.795.952 Totaal materiële vaste activa 10.124.620 11.608.757 Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: Bedrijfsgebouwen en terreinen Andere vaste bedrijfs-middelen, technische en administratie-ve uitrusting Machines en installaties Subtotaal Boekwaarde per 1 januari 2015 6.408.903 570.014 833.888 7.812.805 Bij: investeringen 41.619 27.652 9.829 79.100 Af: investeringssubsidies 0 0 0 0 Af: afschrijvingen 274.844 58.877 327.533 661.254 Af: bijzondere waardeverminderingen 0 0 0 0 Af: terugname geheel afgeschreven activa 0 0 0 0 Af: desinvesteringen 209.333 86.696 2.945 298.974 Boekwaarde per 31 december 2015 5.966.345 452.093 513.239 6.931.677 Aanschafwaarde 10.000.911 2.044.607 6.849.294 18.894.812 Cumulatieve waardeverminderingen 0 0 0 0 Cumulatieve afschrijvingen 4.034.566 1.592.514 6.336.055 11.963.135 Boekwaarde per 31 december 2015 5.966.345 452.093 513.239 6.931.677 Gehanteerde afschrijvingspercentages 0-2½ - 5 5-10 20 Pagina 13

Stichting Lindenhout 5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS ACTIVA Niet aan het bedrijfsproces Vooruitbetalingen op MVA dienstbare materiële vaste activa Totaal Boekwaarde per 1 januari 2015 0 3.795.952 11.608.757 Bij: investeringen 109.082 0 188.182 Af: investeringssubsidies 0 0 0 Af: afschrijvingen 0 165.390 826.644 Af: bijzondere waardeverminderingen 0 0 0 Af: terugname geheel afgeschreven activa 0 0 0 Af: desinvesteringen 0 546.701 845.675 Boekwaarde per 31 december 2015 109.082 3.083.861 10.124.620 Aanschafwaarde 109.082 6.463.295 25.467.189 Cumulatieve waardeverminderingen 0 1.160.572 1.160.572 Cumulatieve afschrijvingen 0 2.218.862 14.181.997 Boekwaarde per 31 december 2015 109.082 3.083.861 10.124.620 Gehanteerde afschrijvingspercentages 0 0-2½ - 5 Toelichting: De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op bedrijfsterreinen en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. Naast panden in eigendom heeft de organisatie ook panden gehuurd. Er zijn geen huurpanden die leegstaan. Voor de panden die gehuurd worden bij de Stichting de Springplank is een voorziening opgenomen voor een verlieslatend contract voor een bedrag van 256.014 Pagina 14

Stichting Lindenhout 5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS ACTIVA 2. Financiële vaste activa De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 Overige effecten 40.205 40.205 Totaal financiële vaste activa 40.205 40.205 Toelichting: Deze post ad. 40.205 betreft het op een Robeco-rekening geplaatst kapitaal uit de nalatenschap van H. van der Velde, overleden te Kampen in 1889. Het bedrag van 40.205 is de verkrijgingswaarde. De beurswaarde per 31 december 2015 bedraagt 174.000. (2014: 165.000).Volgens de bepalingen van dit legaat is verkoop of overdracht niet toegestaan. Om Lindenhout te ontheffen van de verplichtingen uit het testament is door een advocaat/procureur een verzoek bij de rechter ingediend conform artikel 134 boek 4 BW in werking. Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappen: Toelichting: Lindenhout heeft geen belangen in andere rechtspersonen en/of vennootschappen 3. Vorderingen en overlopende activa De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 Vorderingen op debiteuren 6.372.738 284.334 Overige vorderingen: - Diverse vorderingen 62.127 69.771 Vooruitbetaalde bedragen: - WGA-premie 110.798 0 - Diverse vooruitbetaalde bedragen 441.151 587.283 Nog te ontvangen bedragen: - Opbrengst verkoop grond Neerbosch 429.177 0 - Diverse nog te ontvangen bedragen 274.342 55.127 Totaal vorderingen en overlopende activa 7.690.333 996.515 Toelichting: De voorziening die in aftrek is gebracht op de vorderingen op debiteuren bedraagt 13.625 Eind 2015 zijn enkele percelen grond van het voormalige Kinderdorp Neerbosch verkocht. Vanwege onduidelijkheid over de afhandeling van de op het terrein rustende waarborghypotheken, is de opbrengst hiervan op verzoek van het Ministerie van VWS ondergebracht op een derdenrekening bij de notaris en staat derhalve nog niet ter vrije beschikking van Lindenhout. De reële waarde van de vorderingen wijkt niet significant af van de boekwaarde. Pagina 15

Stichting Lindenhout 5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS ACTIVA 4. Vorderingen uit hoofde van subsidies 31-dec-15 31-dec-14 Gemeenten 43.463 6.493 Totaal te verrekenen subsidies 43.463 6.493 Toelichting: Gemeenten Diverse gemeententelijke projecten 43.463 6.493 43.463 6.493 5. Effecten De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 Overige effecten - overige participaties 923.766 920.531 Totaal effecten 923.766 920.531 Toelichting: De reële waarde van de effecten wijkt niet significant af van de boekwaarde. 6. Liquide middelen De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 Bankrekeningen 2.730.689 9.172.808 Kassen 217 1.090 Totaal liquide middelen 2.730.906 9.173.898 Toelichting: De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de Stichting, met inachtneming van de aan de SNS bank afgegeven bankgaranties. De kredietfaciliteit bij SNS Bank N.V. bedraagt 500.000. Hiervoor zijn geen zekerheden gesteld. Ultimo 2015 is geen gebruik gemaakt van deze faciliteit. Pagina 16

Stichting Lindenhout 5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PASSIVA 7. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-15 31-dec-14 Algemene reserve 10.679.817 9.252.848 Bestemmingsfonds Jeugdhulp Gelderland 327.664 1.354.042 Bestemmingsreserves 867.630 805.375 Totaal eigen vermogen 11.875.111 11.412.265 Saldo per Resultaat- Overige Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2015 bestemming mutaties 31-dec-2015 Algemene reserve 9.252.848 1.426.969 0 10.679.817 Bestemmingsfonds Jeugdhulp Gelderland 1.354.042-1.026.378 0 327.664 Bestemmingsreserves 805.375 62.255 0 867.630 11.412.265 462.846 0 11.875.111 Bestemmingsreserves Saldo per Resultaat- Overige Saldo per De specificatie en het verloop zijn als volgt : 1-jan-2015 bestemming mutaties 31-dec-2015 Bouwkostensubsidie WBH Neerbosch 805.375 62.255 0 867.630 Totaal bestemmingsreserves 805.375 62.255 0 867.630 Toelichting: Bestemmingsfonds Jeugdhulp Gelderland Op verzoek van de Provincie Gelderland werd tot en met 2014 het resultaat gesplitst naar Gelders, Overijssels en Gemeentelijk/overig. Het Gelders resultaat is toegevoegd aan het Bestemmingsfonds Jeugdhulp Gelderland. Dit fonds wordt aangewend ten behoeve van kosten voor activiteiten die overeenkomen met het doel van de subsidie waaruit de reserve is gevormd, transitiekosten en frictiekosten. Bouwkostensubsidie WBH Neerbosch In het verleden zijn door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport diverse bouwkostensubsidies aan Lindenhout verleend voor objecten gevestigd op Neerbosch. De meeste van deze subsidies zijn gebaseerd op de bouwkostensubsidieregeling van 1963. Op grond van deze bouwsubsidieregeling kan 2% per jaar afgeschreven worden op verleende bouwsubsidies. Deze vrijval van de schuld wordt via de resultaatbestemming ten gunste van de reserve vermindering bouwkostensubsidie geboekt. Pagina 17

Stichting Lindenhout 5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PASSIVA 8. Voorzieningen Saldo per Dotatie Onttrekking Vrijval Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2015 31-dec-2015 Voorziening voor: - groot onderhoud 641.454 49.000 43.529 44.632 602.293 - wachtgeld 865.471 202.836 277.275 466.969 324.063 - reorganisatie 303.447 210.548 303.447 0 210.548 - arbeidsongeschiktheid 135.042 168.223 100.839 34.203 168.223 - jubileumverplichtingen 167.945 53.659 53.640 0 167.964 - verlieslatende contracten 294.172 0 0 38.158 256.014 - Statuut afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding seksueel misbruik 669.909 75.000 522.810 0 222.099 Totaal voorzieningen 3.077.440 759.266 1.301.540 583.962 1.951.204 Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd: 31-dec-2015 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 602.243 Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 1.348.961 Hiervan langlopend (> 5 jaar) 116.090 Toelichting per categorie voorziening: In de op contante waarde gewaardeerde voorzieningen is een bedrag van 136.000 inbegrepen aan oprenting. De hierbij gehanteerde rentevoet bedraagt 4%. Het betreft de voorzieningen voor groot onderhoud, wachtgelden, jubilea en verlieslatende contracten. 9. Langlopende schulden De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 Overige langlopende schulden 2.744.111 2.889.124 Totaal langlopende schulden 2.744.111 2.889.124 Het verloop is als volgt weer te geven: 2015 2014 Stand per 1 januari 2.998.522 3.405.510 Af: aflossingen 154.735 406.988 Stand per 31 december 2.843.787 2.998.522 Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 99.676 109.398 Stand langlopende schulden per 31 december 2.744.111 2.889.124 Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 99.676 109.398 Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 2.744.111 2.889.124 Hiervan langlopend (> 5 jaar) 2.400.004 2.497.003 De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden. Voor een gedetailleerd schema van de langlopende schulden: zie paragraaf 5.1.6. Pagina 18

Stichting Lindenhout 5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS 10. Schulden uit hoofde van subsidies 31-dec-15 31-dec-14 Provincie Gelderland 93.075 79.425 Gemeenten 1.461.412 138.412 Totaal te verrekenen subsidies 1.554.487 217.837 Toelichting: 31-dec-15 31-dec-14 Provincie Gelderland Subsidie Gelderse bedden / kinderen in LVB-instelling 93.075 79.425 93.075 79.425 Gemeenten Diverse gemeentelijke projecten 532.653 138.412 Jeugd- en Opvoedhulp 928.759 0 1.461.412 138.412 11. Kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 Crediteuren 619.481 952.758 Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 99.676 109.398 Belastingen en sociale premies 966.641 1.452.747 Schulden terzake pensioenen 118.868 103.403 Nog te betalen salarissen 28.766 56.224 Vakantietoeslag 760.254 918.484 Vakantiedagen 171.888 245.479 Overige schulden: - Frictiekosten personeel 69.941 1.059.455 - Rekening-courant Ds. D. Boerstichting 13.028 3.082 - Diverse schulden 202.672 15.308 Nog te betalen kosten: - Diverse nog te betalen kosten 376.925 187.868 Vooruitontvangen opbrengsten: - Diverse vooruitontvangen posten 240 45.527 Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 3.428.380 5.149.733 Toelichting: Alle kortlopende schulden hebben een verwachte resterende looptijd van minder dan een jaar. De reële waarde van de kortlopende schulden wijkt niet significant af van de boekwaarde. Pagina 19

Stichting Lindenhout 5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PASSIVA 12. Financiële instrumenten en risicobeheersing Algemeen Stichting Lindenhout maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die de instelling blootstellen aan markt- en/of kredietrisico s. Deze financiële instrumenten zijn in de balans opgenomen. De instelling handelt niet in financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de instellingen verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. Reële waarde De reële waarde van de in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, effecten, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. 13. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Verkoop Neerbosch + waarborghypotheken Lindenhout bereidt actief de verkoop van de gronden en opstallen op Neerbosch bij Nijmegen voor. Het gaat om een deel van de grond waar sinds de 19e eeuw het kinderdorp Neerbosch gevestigd was. Lindenhout is eigenaar van een deel van de grond en de opstallen Neerbosch. De gronden worden niet meer gebruikt voor de eigen bedrijfsvoering. Het feit dat in 2015 is geconstateerd dat op diverse plaatsen op Neerbosch sprake is van ernstige vervuiling zorgt voor kosten die in mindering komen op de eventuele opbrengst van Neerbosch. Op de opstallen van Neerbosch zijn diverse waarborghypotheken gevestigd. Bij verkoop worden deze ingelost en de eventuele restwaarde komt onder voorbehoud van goedkeuring door het Rijk ten gunste van Lindenhout, teneinde de opbrengst te herinvesteren. Eind 2015 is een eerste deel van de Neerbosch gronden verkocht. Rechtszaak Wachtgeld Er is een rechtszaak tegen Lindenhout aangespannen, met betrekking tot toepassing van de wachtgeldregeling. Recent heeft hier een uitspraak over plaatsgevonden, waartegen Lindenhout in hoger beroep gaat. Verbouwing Heijenoordseweg Eind 2015 is een aanvang gemaakt met een verbouwing aan de Heijenoordseweg 1 te Arnhem. Van de totale aanneemsom ad. 139.000 was ultimo 2015 nog 47.000 aan facturen te ontvangen (excl. eventueel meer- of minderwerk). Lindenhout heeft de volgende meerjarige verplichtingen uit hoofde van lopende contracten en overeenkomsten. betaalbaar betaalbaar betaalbaar Totaal binnen 1 jaar 1-5 jaar na 5 jaar 31-dec-15 Huur 476.000 1.444.000 2.749.000 4.669.000 Leaseverplichting auto's 4.000 0 0 4.000 480.000 1.444.000 2.749.000 4.673.000 Afgegeven bankgaranties Ter zekerstelling van huurverplichtingen is door SNS Bank N.V. voor 41.657 aan bankgaranties afgegeven. Pagina 20

Stichting Lindenhout 5.1.6 Overzicht langlopende schulden ultimo 2015 Leninggever Datum Hoofdsom Totale looptijd Soort lening Restschuld 31 december 2014 Nieuwe leningen in 2015 Aflossing / Vrijval in 2015 Restschuld 31 december 2015 Restschuld over 5 jaar Rest looptijd in jaren eind 2015 Werkelijkerente Aflossingswijze Aflossing / Vrijval 2016 % Overige langlopende schulden Prov. Gelderland 237.063 Herinvesteringssubs. 0,00% 198.044 0 5.927 192.117 162.482 33 lineair 5.927 Geen Prov. Gelderland 171.277 Herinvesteringssubs. 0,00% 85.638 0 4.282 81.356 59.946 19 lineair 4.282 Geen Prov. Gelderland 78.219 Herinvesteringssubs. 0,00% 44.452 0 44.452 0 0 0 lineair 0 Geen Ministerie van VWS 1-jan-59 45.969 Waarborghypotheek 0,00% 45.969 0 0 45.969 45.969 0 Geen Ministerie van VWS 1-jan-66 126.242 50 Waarborghypotheek 0,00% 2.531 0 2.531 0 0 0 lineair 0 Geen Ministerie van VWS 1-jan-66 135.816 50 Waarborghypotheek 0,00% 2.719 0 2.719 0 0 0 lineair 0 Geen Ministerie van VWS 1-jan-69 401.868 50 Waarborghypotheek 0,00% 32.152 0 8.037 24.115 0 3 lineair 8.037 Geen Ministerie van VWS 1-jan-69 420.019 50 Waarborghypotheek 0,00% 33.597 0 8.401 25.196 0 3 lineair 8.401 Geen Ministerie van VWS 1-jul-70 677.176 50 Waarborghypotheek 0,00% 67.714 0 13.544 54.170 0 4 lineair 13.544 Geen Ministerie van VWS 1-jul-70 408.629 50 Waarborghypotheek 0,00% 40.860 0 8.173 32.687 0 4 lineair 8.173 Geen Ministerie van VWS 1-jul-71 787.853 50 Waarborghypotheek 0,00% 94.543 0 15.757 78.786 0 5 lineair 15.757 Geen Ministerie van VWS 1-jan-71 329.444 50 Waarborghypotheek 0,00% 39.533 0 6.589 32.944 0 5 lineair 6.589 Geen Ministerie van VWS 1-jul-74 835.409 50 Waarborghypotheek 0,00% 150.363 0 16.710 133.653 50.103 8 lineair 16.708 Geen Ministerie van VWS 1-jan-74 302.081 50 Waarborghypotheek 0,00% 54.372 0 6.042 48.330 18.120 8 lineair 6.042 Geen Ministerie van VWS 1-jul-74 197.349 50 Waarborghypotheek 0,00% 35.523 0 3.947 31.576 11.841 8 lineair 3.947 Geen Ministerie van VWS 8-okt-80 161.646 Waarborghypotheek 0,00% 161.646 0 0 161.646 161.646 0 Geen Ministerie van VWS 29-jan-86 119.223 Waarborghypotheek 0,00% 119.223 0 0 119.223 119.223 0 Geen Staat der Nederlanden 340.335 Waarborghypotheek 0,00% 340.335 0 0 340.335 340.335 0 Geen Staat der Nederlanden 2-dec-65 94.386 50 Waarborghypotheek 0,00% 0 0 0 0 0 0 lineair 0 Geen Staat der Nederlanden 3-jun-77 614.005 Waarborghypotheek 0,00% 614.005 0 0 614.005 614.005 0 Geen Staat der Nederlanden 5-nov-79 29.244 Waarborghypotheek 0,00% 29.244 0 0 29.244 29.244 0 Geen Staat der Nederlanden 12-aug-80 756.731 Waarborghypotheek 0,00% 756.731 0 0 756.731 756.731 0 Geen Staat der Nederlanden 19-jul-82 29.452 Waarborghypotheek 0,00% 29.452 0 0 29.452 29.452 0 Geen Stg. BNW 1-jul-95 48.554 27 Lening o/g 6,00% 14.521 0 2.269 12.252 907 6 lineair 2.269 Geen Ds. G. Boerstichting 1-jan-07 26.775 10 Huurkoop 0,00% 5.355 0 5.355 0 0 0 lineair 0 Geen Totaal 7.374.765 2.998.522 0 154.735 2.843.787 2.400.004 99.676 Gestelde zekerheden Eind 2015 zijn enkele percelen grond van het voormalige Kinderdorp Neerbosch te Nijmegen verkocht. Het Ministerie van VWS heeft ingestemd met het verzoek tot doorhaling van de waarborghypotheken die rusten op de panden van Kinderdorp Neerbosch. Op dit moment is er nog geen duidelijkheid over in hoeverre het royement van deze waarborghypotheken "om niet" kan worden afgegeven. Dit is het gevolg van het feit dat niet duidelijk is hoe dit zich verhoudt tot de mededingingswetgeving. In 2016 zal de verdere administratieve afwikkeling van deze waarborghypotheken plaatsvinden. Pagina 21

Stichting Lindenhout 5.1.7 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2015 BATEN 14. Opbrengsten Jeugd- en Opvoedhulp Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2015 2014 Rijkssubsidies 29.527 39.546 Provincies 0 43.110.162 Gemeenten 32.099.654 1.716.456 Overige 1.564.200 290.264 Totaal 33.693.381 45.156.428 Toelichting op de afwijking tussen 2015 en 2014: Op 1 januari 2015 is de Jeugdwet ingevoerd, die de Wet op de jeugdzorg vervangt. De Jeugdwet voorziet in een bestuurlijke en financiële decentralisatie van alle ondersteuning, hulp en zorg bij opgroeien en opvoeden naar gemeenten. Tot 2014 werd Lindenhout hoofdzakelijk gefinancierd door de provincie Gelderland en, via hoofdaannemer Pactum, door de provincie Overijssel. In 2015 waren de gemeenten de financiers. Deze Transitie van de Jeugdzorg naar de gemeenten is enerzijds gepaard gegaan met lagere tarieven en heeft anderzijds geleid tot een lagere instroom van cliënten, doordat er een verschuiving van zorg heeft plaatsgevonden naar de gemeenten. Realisatie Realisatie Nadere specificatie 14. Opbrengsten Jeugd- en Opvoedhulp 2015 2014 Rijkssubsidies Ministerie van VWS 29.527 39.546 29.527 39.546 Provincies Provincie Gelderland 0 41.345.188 Provincie Overijssel (via Pactum) 0 1.764.974 0 43.110.162 Gemeenten Diverse gemeentelijke projecten 784.895 1.716.456 Jeugd- en Opvoedhulp 31.314.759 32.099.654 1.716.456 Overige Buiten-provinciale plaatsingen 0 290.264 Onderaanneming 1.564.200 0 1.564.200 290.264 Pagina 22

Stichting Lindenhout 5.1.7 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2015 BATEN 15. Overige bedrijfsopbrengsten Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2015 2014 Overige opbrengsten: Overeenkomsten van opdracht en detacheringen 2.451.405 1.033.883 Verhuur onroerend goed 386.970 319.503 Totaal 2.838.375 1.353.386 Toelichting op de afwijking tussen 2015 en 2014: De overige opbrengsten zijn, met name door gestegen inkomsten door detacheringen bij gemeenten, hoger dan in 2014. 16. Personeelskosten Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2015 2014 Lonen en salarissen 14.653.141 21.020.149 Sociale lasten 2.312.637 3.098.352 Pensioenpremies 1.412.319 2.014.663 Andere personeelskosten: - Diverse overige personeelskosten 1.246.239 2.221.313 Subtotaal 19.624.336 28.354.477 Personeel niet in loondienst 1.083.222 1.421.820 Totaal personeelskosten 20.707.558 29.776.297 Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment: Jeugdhulpverlening 305 415 Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van FTE's 305 415 Toelichting op de afwijking tussen 2015 en 2014: De personeelskosten zijn met 30% gedaald en zijn als percentage van de totale baten gedaald naar 58%. Deze daling is met name behaald door de afname in FTE's door de reorganisaties. 17. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2015 2014 - materiële vaste activa 826.644 993.789 Totaal afschrijvingen 826.644 993.789 Toelichting op de afwijking tussen 2015 en 2014: De daling is het gevolg van het afstoten van meerdere panden. Pagina 23

Stichting Lindenhout 5.1.7 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2015 LASTEN 18. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2015 2014 Bijzondere waardeverminderingen van: - materiële vaste activa 0 1.098.318 Totaal 0 1.098.318 Toelichting op de afwijking tussen 2015 en 2014: In 2014 zijn de panden aan de Kastanjelaan 2-6 in Ellecom, Prinses Beatrixstraat 35 te Zutphen, Bachstraat 97-99 in Zevenaar en drie flats aan de Van Hogendorplaan in Doetinchem op basis van taxatie en vanwege de voorgenomen verkoop afgewaardeerd tot de realiseerbare waarde. 19. Overige bedrijfskosten Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2015 2014 Apparaatkosten 1.826.825 3.352.085 Automatiseringskosten 392.779 340.823 Huisvestingskosten 1.554.184 2.361.296 Verzorgingskosten 10.789.403 11.048.395 Totaal overige bedrijfskosten 14.563.191 17.102.599 Toelichting op de afwijking tussen 2015 en 2014: De apparaatskosten zijn, met name door het afsluiten van nieuwe contracten en de daling van het aantal FTE's, gedaald met 46%. De huisvestingskosten zijn, met name door een afname van panden in eigen beheer, met 16% gedaald. Daarnaast is het boekresultaat op de verkoop van panden en terreinen in deze post verwerkt. De verzorgingskosten dalen met 3%. In verhouding met de daling van de baten is dit beperkt, waardoor deze kosten als percentage van de baten gestegen is naar 30%. De oorzaak van deze stijging ligt in de groei van de pleegzorg en indexatie van pleeggelden, kosten van gezinshuizen bij franchisenemers en bij derden ingekochte residentiële zorg. In deze kostenstijging is de groei van gezinshuizen en pleegzorg terug te zien. 20. Financiële baten en lasten Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2015 2014 Rentebaten 26.051 79.894 Waardeveranderingen financiële vaste activa en effecten 0 13.548 Overige opbrengsten financiële vaste activa en effecten 5.545 5.979 Subtotaal financiële baten 31.596 99.421 Rentelasten -803-940 Waardeveranderingen financiële vaste activa en effecten -2.310 0 Subtotaal financiële lasten -3.113-940 Totaal financiële baten en lasten 28.483 98.481 Toelichting op de afwijking tussen 2015 en 2014: Het gerealiseerde saldo van de financiële baten en lasten valt lager uit door sterk gedaalde liquiditeiten. Pagina 24

Stichting Lindenhout 5.1.7 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2015 LASTEN 26. Wet Normering Topinkomens (WNT) De bezoldiging van de functionarissen die over 2015 in het kader van de WNT verantwoord worden, is als volgt: Naam A.J. van Zon 1 Functionaris (functienaam) Voorzitter RvB 2 In dienst vanaf (datum) 1-jan-15 3 In dienst tot (datum) 31-dec-15 4 Deeltijdfactor (percentage) 0 5 Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, 137.327 eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen) 6 Winstdelingen en bonusbetalingen 0 7 Totaal beloning (5 en 6) 137.327 8 Werkgeversbijdrage sociale lasten 0 9 Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) 0 10 Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar 11.349 op termijn (in ) 11 Uitkeringen in verband met beëindiging van het 0 Totaal bezoldiging in kader van de WNT (7 tm. 11) 148.676 12 Beloning 2014 158.880 De voorzitter van de Raad van Bestuur heeft een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. D.J.B. de Wolff W.J. Kozijn J.A. Poelmann M.J. van Strien H.A. Arnoldy M.B. Visser Naam 1 Functionaris (functienaam) Vice-Voorz. RvT Lid RvT Lid RvT Lid RvT Voorzitter RvT Lid RvT 2 In dienst vanaf (datum) 1-jan-15 1-jan-15 1-jan-15 1-jan-15 1-jan-15 1-jan-15 3 In dienst tot (datum) 31-dec-15 31-dec-15 31-dec-15 31-dec-15 31-dec-15 31-dec-15 4 Deeltijdfactor (percentage) n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 5 Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, 8.604 8.750 7.000 7.000 10.500 8.750 6 Winstdelingen en bonusbetalingen 0 0 0 0 0 0 7 Totaal beloning (5 en 6) 8.604 8.750 7.000 7.000 10.500 8.750 8 Werkgeversbijdrage sociale lasten 0 0 0 0 0 0 9 Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) 0 0 0 0 0 0 10 Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar 0 0 0 0 0 0 11 Uitkeringen in verband met beëindiging van het 0 0 0 0 0 0 Totaal bezoldiging in kader van de WNT (7 tm. 11) 8.604 8.750 7.000 7.000 10.500 8.750 12 Beloning 2014 7.000 14.781 7.000 7.000 n.v.t. n.v.t. Motivatie overschrijding van de maximale bezoldiging: De beloning van W.J. Kozijn in 2014 betreft een nabetaling over voorgaande jaren. Pagina 25

Stichting Lindenhout 5.1.7 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2015 LASTEN Nevenfunctie(s) Naam D.J.B. de Wolff W.J. Kozijn J.A. Poelmann M.J. van Strien H.A. Arnoldy M.B. Visser Functie / Nevenfuncties Advocaat-partner Stadhouders Advocaten Utrecht Voorzitter Raad van Toezicht Hilverzorg Voorzitter Beheer en Exploitatie Stichting Hart van Laren (BES) Bestuurslid Ds. De Boerstichting Lid Raad van Toezicht stichting MEE Veluwe Lid Raad van Toezicht Expertise centrum forensische psychiatrie (EFP) Voorzitter D 66 in Apeldoorn Voorzitter NGO: Global Initiative on Psychiatry Lid klachtencommissie BJZ Gelderland Lid Raad van Toezicht Kunstgebouw Zuid-Holland Voorzitter Raad van Toezicht Kaliber Kunstenschool Lid Advisory Board Student Union Technische Universiteit Twente DGA Quintend Consultancy B.V. Lid, voorzitter auditcommissie en voorzitter commissie vastgoed Raad van Toezicht Stichting Hilverzorg Lid en voorzitter commissie financiën en vastgoed Raad van Toezicht Stichting Zonnehuisgroep Ijssel-Vecht Lid en lid auditcommissie Raad van Toezicht Stichting Thuiszorg Het Friese Land Lid en lid auditcommissie Raad van Toezicht Stichting Katholiek Onderwijs Flevoland Veluwe Lid en lid auditcommissie Raad van Toezicht Stichting Hondsrug College Secretaris bestuur Stichting Steunfonds Jeugdzorg Overijssel Pagina 26

Stichting Lindenhout 5.1.7 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2015 22. Honoraria accountant 2015 2014 De honoraria van de accountant zijn als volgt: 1 Controle van de jaarrekening 61.735 45.572 2 Overige controlewerkzaamheden 19.648 8.421 3 Fiscale advisering 0 581 4 Niet-controlediensten 29.621 0 Totaal honoraria accountant 111.004 54.574 Pagina 27

Stichting Lindenhout 5.1 JAARREKENING 5.1.8 ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) Ref. 31-dec-15 31-dec-14 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa 1 8.322.179 9.463.205 Financiële vaste activa 2 0 0 Totaal vaste activa 8.322.179 9.463.205 Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa 3 7.261.156 996.515 Vorderingen uit hoofde van subsidies 4 43.463 6.493 Effecten 5 923.766 920.531 Liquide middelen 6 2.730.906 9.173.898 Totaal vlottende activa 10.959.291 11.097.437 Totaal activa 19.281.470 20.560.642 Ref. 31-dec-15 31-dec-14 PASSIVA Eigen vermogen 7 Algemene reserve 6.504.061 5.377.236 Bestemmingsfonds Jeugdhulp Gelderland 327.664 1.354.042 Bestemmingsreserves 769.012 706.757 Totaal eigen vermogen 7.600.737 7.438.035 Voorzieningen 8 1.806.697 2.928.961 Langlopende schulden 9 1.955.957 1.964.561 Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van subsidies 10 1.554.487 217.837 Kortlopende schulden en overlopende passiva 11 6.363.592 8.011.248 Totaal passiva 19.281.470 20.560.642 Pagina 28

Stichting Lindenhout 5.1.9 ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2015 Realisatie Realisatie Ref. 2015 2014 OPBRENGSTEN: Subsidies jeugdzorg 14 33.693.381 45.156.428 Overige bedrijfsopbrengsten 15 2.838.375 1.349.371 Som der bedrijfsopbrengsten 36.531.756 46.505.799 LASTEN: Personeelskosten 16 20.707.558 29.776.297 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 17 698.861 855.191 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 18 0 54.513 Overige bedrijfskosten 19 14.991.118 17.217.374 Som der bedrijfslasten 36.397.537 47.903.375 BEDRIJFSRESULTAAT 134.219-1.397.576 Financiële baten en lasten 20 28.483 98.481 RESULTAAT BOEKJAAR 162.702-1.299.095 RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld: 2015 2014 Algemene reserve 1.126.825 41.648 Bestemmingsreserves 62.255 62.255 Bestemmingsfondsen -1.026.378-1.402.998 162.702-1.299.095 Pagina 29

Stichting Lindenhout 5.1.10 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING ENKELVOUDIGE JAARREKENING 5.1.10.1 Algemeen De grondslagen van waardering van activa en passiva alsmede de grondslagen van resultaatbepaling zijn dezelfde als bij de geconsolideerde jaarrekening. Pagina 30

Stichting Lindenhout 5.1.11 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS ACTIVA 1. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 Bedrijfsgebouwen en terreinen 5.835.818 6.091.836 Machines en installaties 431.729 513.615 Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 513.239 833.888 Vooruitbetalingen op materiële vaste activa 109.082 0 Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële vaste activa 1.432.311 2.023.866 Totaal materiële vaste activa 8.322.179 9.463.205 Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: Bedrijfsgebouwen en terreinen Andere vaste bedrijfs-middelen, technische en administratie-ve uitrusting Machines en installaties Subtotaal Boekwaarde per 1 januari 2015 6.091.836 513.615 833.888 7.439.339 Bij: investeringen 41.620 27.649 9.829 79.098 Af: investeringssubsidies 0 0 0 0 Af: afschrijvingen 238.715 50.406 327.533 616.654 Af: bijzondere waardeverminderingen 0 0 0 0 Af: terugname geheel afgeschreven activa 0 0 0 0 Af: desinvesteringen 58.923 59.129 2.945 120.997 Boekwaarde per 31 december 2015 5.835.818 431.729 513.239 6.780.786 Aanschafwaarde 9.626.198 1.870.141 6.849.294 18.345.633 Cumulatieve waardeverminderingen 0 0 0 0 Cumulatieve afschrijvingen 3.790.380 1.438.412 6.336.055 11.564.847 Boekwaarde per 31 december 2015 5.835.818 431.729 513.239 6.780.786 Gehanteerde afschrijvingspercentages 5-10 20 0-2½ - 5 Pagina 31

Stichting Lindenhout 5.1.11 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS ACTIVA Niet aan het bedrijfsproces dienstbare Vooruit-betalingen op MVA materiële vaste activa Totaal Boekwaarde per 1 januari 2015 0 2.023.866 9.463.205 Bij: investeringen 109.082 0 188.180 Af: investeringssubsidies 0 0 0 Af: afschrijvingen 0 82.207 698.861 Af: bijzondere waardeverminderingen 0 0 0 Af: terugname geheel afgeschreven activa 0 0 0 Af: desinvesteringen 0 509.348 630.345 Boekwaarde per 31 december 2015 109.082 1.432.311 8.322.179 Aanschafwaarde 109.082 2.861.437 21.316.152 Cumulatieve waardeverminderingen 0 116.767 116.767 Cumulatieve afschrijvingen 0 1.312.359 12.877.206 Boekwaarde per 31 december 2015 109.082 1.432.311 8.322.179 Gehanteerde afschrijvingspercentages 0 0-2½ - 5 Toelichting: De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op bedrijfsterreinen en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. Naast panden in eigendom heeft de organisatie ook panden gehuurd. Er zijn geen huurpanden die leegstaan. Voor de panden die gehuurd worden bij de Stichting de Springplank is een voorziening opgenomen voor een verlieslatend contract voor een bedrag van 256.014 Pagina 32

Stichting Lindenhout 5.1.11 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS ACTIVA 3. Vorderingen en overlopende activa De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 Vorderingen op debiteuren 6.372.738 284.334 Overige vorderingen: - Diverse vorderingen 62.127 69.771 Vooruitbetaalde bedragen: - WGA-premie 110.798 0 - Diverse vooruitbetaalde bedragen 441.151 587.283 Nog te ontvangen bedragen: - Diverse nog te ontvangen bedragen 274.342 55.127 Totaal vorderingen en overlopende activa 7.261.156 996.515 Toelichting: De voorziening die in aftrek is gebracht op de vorderingen op debiteuren bedraagt 13.625 De reële waarde van de vordering wijkt niet significant af van de boekwaarde. 4. Vorderingen uit hoofde van subsidies 31-dec-15 31-dec-14 Gemeenten 43.463 6.493 Totaal te verrekenen subsidies 43.463 6.493 Toelichting: 31-dec-15 31-dec-14 Gemeenten Diverse gemeententelijke projecten 43.463 6.493 43.463 6.493 5. Effecten De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 Overige effecten - overige participaties 923.766 920.531 Totaal effecten 923.766 920.531 Toelichting: De reële waarde van de effecten wijkt niet significant af van de boekwaarde. 6. Liquide middelen De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 Bankrekeningen 2.730.689 9.172.808 Kassen 217 1.090 Totaal liquide middelen 2.730.906 9.173.898 Toelichting: De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de Stichting, met inachtneming van de aan de SNS bank afgegeven bankgaranties. De kredietfaciliteit bij SNS Bank N.V. bedraagt 500.000. Hiervoor zijn geen zekerheden gesteld. Ultimo 2015 is geen gebruik gemaakt van deze faciliteit. Pagina 33

Stichting Lindenhout 5.1.11 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PASSIVA 7. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-15 31-dec-14 Algemene reserve 6.504.061 5.377.236 Bestemmingsfonds Jeugdhulp Gelderland 327.664 1.354.042 Bestemmingsreserves 769.012 706.757 Bestemmingsfondsen 0 0 Totaal eigen vermogen 7.600.737 7.438.035 Saldo per Resultaat- Overige Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2015 bestemming mutaties 31-dec-2015 Algemene reserve 5.377.236 1.126.825 0 6.504.061 Bestemmingsfonds Jeugdhulp Gelderland 1.354.042-1.026.378 0 327.664 Bestemmingsreserves 706.757 62.255 0 769.012 7.438.035 162.702 0 7.600.737 Bestemmingsreserves Saldo per Resultaat- Overige Saldo per De specificatie en het verloop zijn als volgt : 1-jan-2015 bestemming mutaties 31-dec-2015 Bouwkostensubsidie WBH Neerbosch 706.757 62.255 0 769.012 Totaal bestemmingsreserves 706.757 62.255 0 769.012 Toelichting: Bestemmingsfonds Jeugdhulp Gelderland Op verzoek van de Provincie Gelderland werd tot en met 2014 het resultaat gesplitst naar Gelders, Overijssels en Gemeentelijk/overig. Het Gelders resultaat is toegevoegd aan het Bestemmingsfonds Jeugdhulp Gelderland. Dit fonds wordt aangewend ten behoeve van kosten voor activiteiten die overeenkomen met het doel van de subsidie waaruit de reserve is gevormd, transitiekosten en frictiekosten. Bouwkostensubsidie WBH Neerbosch In het verleden zijn door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport diverse bouwkostensubsidies aan Lindenhout verleend voor objecten gevestigd op Neerbosch. De meeste van deze subsidies zijn gebaseerd op de bouwkostensubsidieregeling van 1963. Op grond van deze bouwsubsidieregeling kan 2% per jaar afgeschreven worden op verleende bouwsubsidies. Deze vrijval van de schuld wordt via de resultaatbestemming ten gunste van de reserve vermindering bouwkostensubsidie geboekt. Specificatie aansluiting geconsolideerd - enkelvoudig vermogen 31 december 2015 en resultaat over 2015 De specificatie is als volgt : Eigen vermogen Resultaat Enkelvoudig eigen vermogen en resultaat: 7.600.737 162.702 Beheerstichting Vrienden van het werk van Johannes van 't Lindenhout 4.274.374 300.144 Totaal geconsolideerd eigen vermogen en resultaat 11.875.111 462.846 Pagina 34

Stichting Lindenhout 5.1.11 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PASSIVA 8. Voorzieningen Saldo per Dotatie Onttrekking Vrijval Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2015 31-dec-2015 Voorziening voor: - groot onderhoud 492.975 36.750 38.307 33.632 457.786 - wachtgeld 865.471 202.836 277.275 466.969 324.063 - reorganisatie 303.447 210.548 303.447 0 210.548 - arbeidsongeschiktheid 135.042 168.223 100.839 34.203 168.223 - jubileumverplichtingen 167.945 53.659 53.640 0 167.964 - verlieslatende contracten 294.172 0 0 38.158 256.014 - Statuut afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding seksueel misbruik 669.909 75.000 522.810 0 222.099 Totaal voorzieningen 2.928.961 747.016 1.296.318 572.962 1.806.697 Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd: 31-dec-2015 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 581.351 Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 1.225.346 Hiervan langlopend (> 5 jaar) 81.263 Toelichting per categorie voorziening: In de op contante waarde gewaardeerde voorzieningen is een bedrag van 110.000 inbegrepen aan oprenting. De hierbij gehanteerde rentevoet bedraagt 4%. 9. Langlopende schulden De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 Overige langlopende schulden 1.955.957 1.964.561 Totaal langlopende schulden 1.955.957 1.964.561 Het verloop is als volgt weer te geven: 2015 2014 Stand per 1 januari 1.973.166 2.279.370 Bij: nieuwe leningen 0 0 Af: aflossingen 11.282 306.204 Stand per 31 december 1.961.884 1.973.166 Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 5.927 8.605 Stand langlopende schulden per 31 december 1.955.957 1.964.561 Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 5.927 8.605 Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 1.955.957 1.964.561 Hiervan langlopend (> 5 jaar) 1.932.249 1.938.176 De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden. Voor een gedetailleerd schema van de langlopende schulden: zie paragraaf 5.1.6. Toelichting: Pagina 35

Stichting Lindenhout 5.1.11 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS 10. Schulden uit hoofde van subsidies 31-dec-15 31-dec-14 Provincie Gelderland 93.075 79.425 Gemeenten 1.461.412 138.412 Totaal te verrekenen subsidies 1.554.487 217.837 Toelichting: 31-dec-15 31-dec-14 Provincie Gelderland Subsidie Gelderse bedden / kinderen in LVB-instelling 93.075 79.425 0 0 93.075 79.425 Gemeenten Diverse gemeentelijke projecten 532.653 138.412 Jeugd- en Opvoedhulp 928.759 0 1.461.412 138.412 11. Kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 Crediteuren 619.481 952.758 Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 5.927 8.605 Belastingen en sociale premies 966.641 1.452.747 Schulden terzake pensioenen 118.868 103.403 Nog te betalen salarissen 28.766 56.224 Vakantietoeslag 760.254 918.484 Vakantiedagen 171.888 245.479 Overige schulden: - Frictiekosten personeel 69.941 1.059.455 - Rekening-courant Beheerstichting 3.028.961 2.962.167 - Rekening-courant Ds. D. Boerstichting 13.028 3.082 - Diverse schulden 202.672 15.449 Nog te betalen kosten: - Diverse nog te betalen kosten 376.925 187.868 Vooruitontvangen opbrengsten: - Diverse vooruitontvangen posten 240 45.527 Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 6.363.592 8.011.248 Toelichting: Alle kortlopende schulden hebben een verwachte resterende looptijd van minder dan een jaar. De reële waarde van de kortlopende schulden wijkt niet significant af van de boekwaarde. 12. Financiële instrumenten en risicobeheersing Algemeen De instelling maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die de instelling blootstellen aan markten/of kredietrisico s. Deze financiële instrumenten zijn in de balans opgenomen. De instelling handelt niet in financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de instellingen verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. Reële waarde De reële waarde van de in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, effecten, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. Pagina 36

Stichting Lindenhout 5.1.11 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS 13. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Verkoop Neerbosch + waarborghypotheken Lindenhout bereidt actief de verkoop van de gronden en opstallen op Neerbosch bij Nijmegen voor. Het gaat om een deel van de grond waar sinds de 19e eeuw het kinderdorp Neerbosch gevestigd was. Lindenhout is eigenaar van een deel van de grond en de opstallen Neerbosch. De gronden worden niet meer gebruikt voor de eigen bedrijfsvoering. Het feit dat in 2015 is geconstateerd dat op diverse plaatsen op Neerbosch sprake is van ernstige vervuiling zorgt voor kosten die in mindering komen op de eventuele opbrengst van Neerbosch. Op de opstallen van Neerbosch zijn diverse waarborghypotheken gevestigd. Bij verkoop worden deze ingelost en de eventuele restwaarde komt onder voorbehoud van goedkeuring door het Rijk ten gunste van Lindenhout, teneinde de opbrengst te herinvesteren. Rechtszaak Wachtgeld Er is een rechtszaak tegen Lindenhout aangespannen, met betrekking tot toepassing van de wachtgeldregeling. Recent heeft hier een uitspraak over plaatsgevonden, waartegen Lindenhout in hoger beroep gaat. Verbouwing Heijenoordseweg Eind 2015 is een aanvang gemaakt met een verbouwing aan de Heijenoordseweg 1 te Arnhem. Van de totale aanneemsom ad. 139.000 was ultimo 2015 nog 47.000 aan facturen te ontvangen (excl. eventueel meer- of minderwerk). Lindenhout heeft de volgende meerjarige verplichtingen uit hoofde van lopende contracten en overeenkomsten. betaalbaar betaalbaar betaalbaar Totaal binnen 1 jaar 1-5 jaar na 5 jaar 31-dec-15 Huur 476.000 1.444.000 2.749.000 4.669.000 Leaseverplichting auto's 4.000 0 0 4.000 480.000 1.444.000 2.749.000 4.673.000 Afgegeven bankgaranties Ter zekerstelling van huurverplichtingen is door SNS Bank N.V. voor 41.657 aan bankgaranties afgegeven. Pagina 37

Stichting Lindenhout 5.1.12 Overzicht langlopende schulden ultimo 2015 Leninggever Datum Hoofdsom Totale looptijd Soort lening Restschuld 31 december 2014 Nieuwe leningen in 2015 Aflossing / Vrijval in 2015 Restschuld 31 december 2015 Restschuld over 5 jaar Rest looptijd in jaren eind 2015 Werkelijkerente Aflossingswijze Aflossing / Vrijval 2016 % Overige langlopende schulden Prov. Gelderland 237.063 Herinvesteringssubs. 0,00% 198.044 0 5.927 192.117 162.482 33 lineair 5.927 Geen Staat der Nederlanden 340.335 Waarborghypotheek 0,00% 340.335 0 0 340.335 340.335 0 Geen Staat der Nederlanden 2-dec-65 94.386 50 Waarborghypotheek 0,00% 0 0 0 0 0 0 lineair 0 Geen Staat der Nederlanden 3-jun-77 614.005 Waarborghypotheek 0,00% 614.005 0 0 614.005 614.005 0 Geen Staat der Nederlanden 5-nov-79 29.244 Waarborghypotheek 0,00% 29.244 0 0 29.244 29.244 0 Geen Staat der Nederlanden 12-aug-80 756.731 Waarborghypotheek 0,00% 756.731 0 0 756.731 756.731 0 Geen Staat der Nederlanden 19-jul-82 29.452 Waarborghypotheek 0,00% 29.452 0 0 29.452 29.452 0 Geen Ds. G. Boerstichting 1-jan-07 26.775 10 Huurkoop 0,00% 5.355 0 5.355 0 0 0 lineair 0 Geen Totaal 1.973.166 0 11.282 1.961.884 1.932.249 5.927 Gestelde zekerheden Pagina 38

Stichting Lindenhout 5.1.13 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2015 BATEN 14. Opbrengsten Jeugd- en Opvoedhulp Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2015 2014 Rijkssubsidies 29.527 39.546 Provincies 0 43.110.162 Gemeenten 32.099.654 1.716.456 Overige 1.564.200 290.264 Totaal 33.693.381 45.156.428 Toelichting op de afwijking tussen 2015 en 2014: Op 1 januari 2015 is de Jeugdwet ingevoerd, die de Wet op de jeugdzorg vervangt. De Jeugdwet voorziet in een bestuurlijke en financiële decentralisatie van alle ondersteuning, hulp en zorg bij opgroeien en opvoeden naar gemeenten. Tot 2014 werd Lindenhout hoofdzakelijk gefinancierd door de provincie Gelderland en, via hoofdaannemer Pactum, door de provincie Overijssel. In 2015 waren de gemeenten de financiers. Deze Transitie van de Jeugdzorg naar de gemeenten is enerzijds gepaard gegaan met lagere tarieven en heeft anderzijds geleid tot een lagere instroom van cliënten, doordat er een verschuiving van zorg heeft plaatsgevonden naar de gemeenten. Realisatie Realisatie Nadere specificatie 14. Opbrengsten Jeugd- en Opvoedhulp 2015 2014 Rijkssubsidies Ministerie van VWS 29.527 39.546 29.527 39.546 Provincies Provincie Gelderland 0 41.345.188 Provincie Overijssel (via Pactum) 0 1.764.974 0 43.110.162 Gemeenten Diverse gemeentelijke projecten 784.895 1.716.456 Jeugd- en Opvoedhulp 31.314.759 32.099.654 1.716.456 Overige Buiten-provinciale plaatsingen 0 290.264 Onderaanneming 1.564.200 1.564.200 290.264 Pagina 39

Stichting Lindenhout 5.1.13 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2015 BATEN 15. Overige bedrijfsopbrengsten Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2015 2014 Overige opbrengsten: Overeenkomsten van opdracht en detacheringen 2.451.405 1.033.883 Verhuur onroerend goed 386.970 315.488 Totaal 2.838.375 1.349.371 Toelichting op de afwijking tussen 2015 en 2014: De overige opbrengsten zijn, met name door gestegen inkomsten door detacheringen bij gemeenten, hoger dan in 2014. 16. Personeelskosten Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2015 2014 Lonen en salarissen 14.653.141 21.020.149 Sociale lasten 2.312.637 3.098.352 Pensioenpremies 1.412.319 2.014.663 Andere personeelskosten: - Diverse overige personeelskosten 1.246.239 2.221.313 Subtotaal 19.624.336 28.354.477 Personeel niet in loondienst 1.083.222 1.421.820 Totaal personeelskosten 20.707.558 29.776.297 Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment: Jeugdhulpverlening 305 415 Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van FTE's 305 415 Toelichting op de afwijking tussen 2015 en 2014: De personeelskosten zijn met 30% gedaald en zijn als percentage van de totale baten gedaald naar 58%. Deze daling is met name behaald door de afname in FTE's door de reorganisaties. 17. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2015 2014 - materiële vaste activa 698.861 855.191 Totaal afschrijvingen 698.861 855.191 Toelichting op de afwijking tussen 2015 en 2014: De daling is het gevolg van het afstoten van meerdere panden. Pagina 40

Stichting Lindenhout 5.1.13 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2015 LASTEN 18. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2015 2014 Bijzondere waardeverminderingen van: - materiële vaste activa 0 54.513 Totaal 0 54.513 Toelichting op de afwijking tussen 2015 en 2014: In 2014 zijn de panden aan de Prinses Beatrixstraat 35 te Zutphen, Bachstraat 97-99 in Zevenaar en drie flats aan de Van Hogendorplaan in Doetinchem op basis van taxatie en vanwege de voorgenomen verkoop afgewaardeerd tot de realiseerbare waarde. 19. Overige bedrijfskosten Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2015 2014 Apparaatkosten 1.826.825 3.352.085 Automatiseringskosten 392.779 340.823 Huisvestingskosten 1.982.111 2.476.071 Verzorgingskosten 10.789.403 11.048.395 Totaal overige bedrijfskosten 14.991.118 17.217.374 Toelichting op de afwijking tussen 2015 en 2014: De apparaatskosten zijn, met name door het afsluiten van nieuwe contracten en de daling van het aantal FTE's, gedaald met 46%. De huisvestingskosten zijn, met name door een afname van panden in eigen beheer, met 16% gedaald. De verzorgingskosten dalen met 3%. In verhouding met de daling van de baten is dit beperkt, waardoor deze kosten als percentage van de baten gestegen is naar 30%. De oorzaak van deze stijging ligt in de groei van de pleegzorg en indexatie van pleeggelden, kosten van gezinshuizen bij franchisenemers en bij derden ingekochte residentiële zorg. In deze kostenstijging is de groei van gezinshuizen en pleegzorg terug te zien. 20. Financiële baten en lasten Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2015 2014 Rentebaten 26.051 79.894 Waardeveranderingen financiële vaste activa en effecten 0 13.548 Overige opbrengsten financiële vaste activa en effecten 5.545 5.979 Subtotaal financiële baten 31.596 99.421 Rentelasten -803-940 Waardeveranderingen financiële vaste activa en effecten -2.310 0 Subtotaal financiële lasten -3.113-940 Totaal financiële baten en lasten 28.483 98.481 Toelichting op de afwijking tussen 2015 en 2014: Het gerealiseerde saldo van de financiële baten en lasten valt lager uit door sterk gedaalde liquiditeiten. Pagina 41

### 5.1.14 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders Raad van Bestuur Raad van Toezicht Mevrouw A.J. van Zon Voorzitter Raad van Bestuur De heer H.A. Arnoldy Voorzitter Raad van Toezicht De heer J.A. Poelmann Raad van Toezicht Mevrouw D.J.B. de Wolff Raad van Toezicht De heer W.J. Kozijn Raad van Toezicht Mevrouw M.J. van Strien Raad van Toezicht Mevrouw M.B. Visser Raad van Toezicht Pagina 42

Stichting Lindenhout 5.2 OVERIGE GEGEVENS

Stichting Lindenhout 5.2 OVERIGE GEGEVENS 5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De Raad van Toezicht van de Stichting Lindenhout heeft de jaarrekening 2015 goedgekeurd in de vergadering van 28 april 2016. De Raad van Bestuur van Stichting Lindenhout heeft de jaarrekening 2015 vastgesteld in de vergadering op 28 april 2016. 5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming De statuten van de Stichting Lindenhout bevatten geen bepaling inzake bestemming van het resultaat. 5.2.3 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in paragraaf 5.1.2. 5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum n.v.t. 5.2.5 Controleverklaring De controleverklaring van de onafhankelijke accountant is opgenomen op de volgende pagina. Pagina 44

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Pagina 45