SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 502 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 23 maart 2015 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Moeder-kindeenheden - Stand van zaken Voor de meeste vrouwen is het een periode van grote vreugde, maar sommige kersverse moeders belanden na de bevalling in een depressie. Vaak gaat het om vrouwen met een complexe relationele achtergrond, een verslaving of een psychische stoornis. Voor deze vrouwen is gespecialiseerde hulpverlening absoluut aangewezen. Niet alleen voor henzelf, maar ook voor de opbouw van de relatie met hun baby. Een residentiële behandeling van de moeder kan er echter toe leiden dat de noodzakelijke band tussen de moeder en het kind in de eerste weken en maanden moeilijker of niet kan worden opgebouwd. Daarom ontstonden er enkele projecten waarbij het kind tijdens de behandeling bij de moeder kan blijven. Het Psychiatrisch Centrum Bethanië in Zoersel en het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Camillus in Sint-Denijs- Westrem bieden dergelijke zorgverlening aan. In Zoersel zijn er zo gemiddeld acht bedden en anderhalve plaats per dag en in Sint-Denijs-Westrem zijn er zes bedden, waarvan één dagplaats. Dit laatste centrum biedt ook ambulante dagverpleging of thuisverpleging aan. Het residentiële gedeelte van het aanbod van deze moeder-kindeenheden werd sinds 1 april 2011 gefinancierd door het RIZIV door middel van een revalidatieovereenkomst. Deze zou, aldus de minister in antwoord op mijn vraag om uitleg van 17 april 2012, zijn afgelopen op 31 december 2014. Met de zesde staatshervorming is de bevoegdheid voor de moeder-kindeenheden naar Vlaanderen overgeheveld. In antwoord op voormelde vraag zei de minister ook dat de moeder-kindeenheden een plaats zouden krijgen binnen de toekomstige netwerken GGZ (geestelijke gezondheidszorg) kinderen en jongeren. 1. Hoe gebeurt de financiering van de moeder-kindeenheden vandaag? 2. Kan de minister cijfers geven met betrekking tot de bezetting per moederkindeenheid het afgelopen jaar? Heeft de minister ook cijfers aangaande de ambulante hulpverlening die in dit kader geleverd werd het afgelopen jaar? 3. In hoeverre kregen de moeder-kindeenheden al een plaats binnen de netwerken GGZ kinderen en jongeren? Op welke manier krijgt dit vorm?
JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN ANTWOORD op vraag nr. 502 van 23 maart 2015 van KATRIEN SCHRYVERS 1. Het Psychiatrisch Centrum Bethanië te Zoersel en het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint- Camillus te Sint-Denijs-Westrem hebben beiden een moeder-kind eenheid. Met de zesde staatshervorming is de bevoegdheid voor de moeder-kindeenheden overgeheveld naar Vlaanderen. Deze overeenkomsten hadden een looptijd tot en met 31/12/2014. Beide RIZIV-overeenkomsten zijn verlengd tot en met 31/12/2017, datum van beëindiging van transitieperiode. De financiering voor beide overeenkomsten wordt gedragen door de Vlaamse Overheid; deze bedraagt 867.000 voor PZ Zoersel en 560.000 voor PZ Sint-Denijs- Westrem. 2. De Moeder-Baby-Eenheid van Zoersel en Sint-Denijs-Westrem hebben residentiële opname, dagbehandeling (3 of 6 uur) en een beperkte ambulante nazorg capaciteit. De totale capaciteit is evenals in vorige jaren overschreden. Zie tabel hieronder. 2.1 Moeder-kind eenheid van Zoersel De eenheid heeft een opnamecapaciteit van gemiddeld 8 bedden (tot maximaal 10). Heel uitzonderlijk heeft de eenheid in het jaar 2014 in de maanden juli, augustus, september en oktober 2014 minder moeders in opname gehad en stonden enkele bedden leeg. Maar dit werd gecompenseerd in andere maanden met meer dan 8 moeders in opname. De eenheid heeft de mogelijkheid om bij wachtlijst 10 moeders tegelijkertijd te kunnen opvangen. In totaal zijn 66 moeders en hun baby in 2014 opgenomen geweest. 51 moeders werden geholpen in dagbehandeling (al dan niet in combinatie met opname). Daarnaast heeft de eenheid een beperkte ambulante nazorgcapaciteit, nl. 5 sessies/moeder. De meeste moeders hebben hiervan gebruik gemaakt. Overzicht bezetting: De capaciteitsbezetting in 2014 in % 99 Aantal opgenomen moeders in 2014 71 Aantal residentiële opnameperiodes 66 Aantal ambulante behandeltrajecten 51 Aantal behandeltrajecten startend in residentiële module 50 Aantal behandeltrajecten startend in de module dagbehandeling 21 Aantal dagbehandelingen na residentiële opname 21 Aantal residentiële behandeltrajecten na dagbehandeling 10 2.2 Moeder-kind eenheid van Sint-Denijs-Westrem De eenheid heeft een opnamecapaciteit van 5 bedden (tot maximaal 6); de betaling door het RIZIV is 5 bedden. De eenheid heeft de mogelijkheid om bij wachtlijst 7 moeders tegelijkertijd op te vangen. De module dagbehandeling biedt een capaciteit
van gemiddeld 1 moeder met haar baby (maximum van 2 moeders met baby per dag). In totaal zijn er 71 verschillende moeders met hun baby in 2014 opgenomen geweest. Er wordt ook ambulante zorg geboden. Dit is een behandelingsmodule op zichzelf. Deze wordt evenzeer ingezet als behandelingsmodule op zich (overwegend zelfs) dan als nazorgmodule. De maximale capaciteit voor opvolging aan twee intensieve sessies aan huis per week, bedraagt 8 moeders met baby. De eenheid moeder kind keist ervoor deze module aan te bieden in een zo groot mogelijke regio: Oost- en West-Vlaanderen. Overzicht bezetting: De capaciteitsbezetting in 2014 in % 104,24 Aantal opgenomen moeders in 2014 71 Aantal residentiële opnameperiodes 51 Aantal ambulante behandeltrajecten 46 Aantal behandeltrajecten startend in residentiële module 39 Aantal behandeltrajecten startend in de module dagbehandeling 7 Aantal dagbehandelingen na residentiële opname 9 Aantal residentiële behandeltrajecten na dagbehandeling 5 3. Op de Interministeriële Conferentie dd. 30 maart 2015 werd de Gids naar een nieuw Geestelijk Gezondheidsbeleid voor kinderen en jongeren goedgekeurd. Bij de opstart van de zorgcircuits en netwerken zal gekeken moeten worden hoe en waar deze eenheden een plaats kunnen krijgen. Het initiatief hiervoor ligt bij de federale overheid Uiteraard zijn de Moeder-kind eenheden ook nu al actief in samenwerkingen betrokken. De samenwerking gebeurt op verschillende manieren: - Opname op de Moeder-Baby-Eenheid om te ondersteunen wanneer de ambulante hulp niet toereikend is - Opname en/of dagbehandeling wanneer behandeling psychiatrische en/of persoonlijkheidsproblematiek niet kan opgevangen worden in het reguliere ambulante circuit - Doorverwijzing naar het regulier aanbod na opname op de Moeder-Baby-Eenheid Met verschillende instanties zijn er structurele samenwerkingsverbanden. Dit wil zeggen onderlinge afspraken en overlegmomenten in functie van wederzijdse ondersteuning en cliëntgerichte samenwerking en doorverwijzing. Hieronder een niet limitatieve opsomming van organisaties en zorgverleners waarmee samengewerkt wordt: CGG s (er zijn oa CGG s met een Infant Mental Health werking waarbij het infantteam een onderdeel is van het kind- en jongerenteam) Beschut wonen psychiatrische thuiszorg waaronder ook de psy 107 projecten thuisbegeleidingsdienst vanuit Centra voor kinder- en gezinszorg of jongerenwelzijn diensten pediatrie, gynaecologie van verschillende algemene en universitaire ziekenhuizen psychiatrische ziekenhuizen Kind en Gezin Vertrouwenscentra kindermishandeling Centra voor gezinszorg Centra voor Ambulante Revalidatie
Centra voor ontwikkelingsstoornissen Individuele zorgverleners: huisartsen, vroedvrouwen, psychiaters en psychologen De eenheden nemen ook deel aan verschillende overlegplatforms en zorgen voor bijscholing van andere zorgverleners (gynaecologen, pediaters, pediatrisch verpleegkundigen, vroedvrouwen, huisartsen ) inzake deze problematiek.