Reglement intern tuchtrecht. Phorza 2009

Vergelijkbare documenten
Wijziging tuchtrecht stichting TBNG Tuchtrechtspraak. Hoofdstuk 1 Algemeen. Artikel 1 Definitiebepaling

Optometristen Vereniging Nederland. Regeling voor de behandeling van klachten van cliënten tegen optometristen

REGLEMENT KLACHTRECHT VAN DE NGVH (versie juni 2012) als bedoeld in artikel 24 van de statuten van de NGVH.

Reglement tuchtrechtspraak

REGLEMENT TUCHTRECHT VAN DE STICHTING TUCHTRECHTSPAAK VAN DE NEDERLANDSE ASSOCIATIE VOOR PSYCHOTHERAPIE

stichting tuchtrechtspraak nap

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002

Klachtenregeling/vertrouwenspersoon Stichting TOPKI

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging

Reglement Klachtenbehandeling Commissie van Toezicht LVV

Klachtenregeling voor cliënten van JUZT

Reglement Tuchtcommissie

Klachtenregeling VeWeVe

Komt u er samen niet uit dan kunt u zich wenden tot de branchevereniging. Meer informatie vindt u op de website

REGLEMENT op de Tuchtrechtspraak voor leden van IIA Nederland. Vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van IIA Nederland op 7 december 2016

Reglement Tuchtrechtspraak

REGLEMENT TUCHTRECHTSPRAAK van de Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten (NVH)

Reglement voor de Rechtspraak Vereniging Actuarieel Genootschap

Klachtenreglement Halt

Lid van de vereniging, waarover een klacht is ingediend. Een natuurlijk persoon waarover een lid tot curator, bewindvoerder of mentor is benoemd.

You created this PDF from an application that is not licensed to print to novapdf printer (

REGLEMENT TUCHTCOMMISSIE MAKELAARDIJ

REGLEMENT VOOR DE TUCHTRECHTSPRAAK. van TCZ inhoudende. Tuchtrecht Complementaire Zorg

REGLEMENT VAN HET NAAV COLLEGE VAN BEROEP

Reglement Commissie van beroep voor de examens Mondriaan

Reglement klachtencommissie

Nederlandse Vereniging Psychomotorische kindertherapie. KLACHTENREGLEMENT Herziene versie januari 2007

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

Reglement klachtencommissie Asbestslachtoffers Vereniging Nederland

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

REGLEMENT KLACHTENBEHANDELING ONDERWIJS

TUCHTREGLEMENT VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE GOLF FEDERATIE

Reglement van het Tuchtcollege van St!R. Definities

Klachtenregeling Virenze

Protocol. Klachtencommissie. Autimaat B.V.

Externe klachtenprocedure Stichting JONG Rotterdam

Reglement Klacht en Tuchtzaken

Reglement Klachtbehandeling externe klachtencommissie van het Da Vinci College

Reglement Klachtencommissie Friesland College

BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle

Reglement commissie van beroep voor de examens

REGLEMENT KLACHTENBEHANDELING ONDERWIJS. CB PvB procedures Aventus\CB reglement klachtenbehandeling onderwijs versie 3.0 def.

REGLEMENT CENTRALE COMMISSIE VAN BEROEP VOOR EINDEXAMENS REGIO NIJMEGEN

Reglement klachtencommissie

Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid 2011

Klachtenregeling van de Klachtencommissie Openbare Apotheek

een bij een Aangesloten Instelling geregistreerde mediator; de door een Aangesloten Instelling vastgestelde gedragsregels;

BEZWAARREGELING EN ALGEMENE KLACHTENREGELING VAN DE STICHTING GOOISE SCHOLEN FEDERATIE

REGLEMENT KLACHTENBEHANDELING EN KLACHTENADVIESCOMMISSIE NVGH/ALPHA.

1. De klachtencommissie heeft tenminste drie leden, waaronder de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter.

Reglement Geschillencommissie stichting Deurwaarders Collectief Nederland.

Taak Artikel 2 De behandeling van klachten die tegen de gewone leden of ereleden zijn ingediend, is opgedragen aan de Raad.

Klachtenprocedure Malva Opleiding

Klachtenprotocol Kinderopvang De 5

TELL-US Pedagogische Dienstverlening

Klachtenregeling. Cliënten van Jeugdbescherming Noord

Reglement Geschillencommissie Gedragscode splitsen Amsterdam

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE STUDENTENSTATUUT

A6 Reglement van Beroep

Reglement van Tuchtrechtspraak NOAB

Reglement Klachtencommissie Ergatis Sitagre

Lid van de vereniging, waarover een klacht is ingediend. Een natuurlijk persoon waarover een lid tot curator, bewindvoerder of mentor is benoemd.

Postbus AA Horst aan de Maas Tel:

Artikel 1 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze regeling bepaalde, wordt verstaan onder:

REGLEMENT TUCHTCOMMISSIE VASTGOEDPRO en KEURMERK VAKKUNDIG GEKEURD per 1 januari 2019

Klachtenregeling Cliënten van Stichting De Jeugd- & Gezinsbeschermers

Klachtenregeling Stichting Bureau Jeugdzorg Flevoland

Interne klachtregeling stichting RADAR

INHOUDSOPGAVE 1. HOOFDSTUK 1: Definities 2. HOOFDSTUK 2: Algemene bepalingen 3

Reglement Geschillencommissie Arbodiensten

KLACHTENREGLEMENT RECLASSERING

KLACHTEN- REGLEMENT KLACHTENREGLEMENT BEROEPSVERENIGING JOBCOACHES NEDERLAND

Klachtenreglement voor klanten Super Sociaal

Reglement van de Commissie van Beroep

REGLEMENT ALGEMENE BEPALINGEN VOOR INTERNE COMMISSIES INHOUDSOPGAVE

Klachtenreglement Vereniging Yogadocenten Nederland (VYN)

Klachtenregeling voor inwoners

KLACHTEN REGLEMENT. Branchevereniging voor Professionele Bewindvoerders en Inkomenbeheerders

KLACHTENREGELING. Directiestatuut Pagina 1 van 8

Klachtenregeling cliënten en pleegouders van Stichting XONAR

Deze regeling geeft uitvoering aan de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ)

Klacht Een uiting van onvrede over behandeling, verzorging of bejegening, die schriftelijk is ingediend.

1.2 De klacht: Een gemotiveerde uiting van ontevredenheid over een concrete gedraging van personen werkzaam bij de zorgaanbieder en haar partners.

Reglement voor de klachtencommissie familie en naastbetrokkenen. GGZ ingeest Arkin HVO-Querido

KLACHTREGLEMENT VvvK. Tel ww.vvvk.nl KvK te Amsterdam nr Bankrekening ING nr

Klachtenreglement voor naastbetrokkenen

Klachtenregeling cliënten GGD Drenthe. van de zijde van de organisatie gestreefd wordt naar een optimale dienstverlening aan cliënten;

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

veranderjewereld Klachtenregeling NOBCO Leonie Linssen

KLACHTENREGLEMENT VOOR NAASTEN LISTER

Klachten Procedure en Reglement

Klachtenregeling Onderwijs

Klachtenreglement. Datum vaststelling: 3 april 2013 Datum inwerkingtreding: 1 mei 2013

REGLEMENT VAN DE GESCHILLENADVIESCOMMISSIE

Klachtenreglement Slachtofferhulp Nederland

Klachtenregeling REVACARE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Klachtenregeling Strabrecht College Geldrop

Reglement Commissie van Beroep. Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland

Begripsomschrijving. Samenstelling en taak GESCHILLENREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE BEROEPSCODE VOOR ERKEND HYPOTHEEKADVISEURS

Klachtenregeling. OG Heldringstichting

Transcriptie:

Reglement intern tuchtrecht Phorza 2009

Reglement intern tuchtrecht Phorza De algemene ledenvergadering van Phorza, beroepsorganisatie voor sociale, (ortho)pedagogische en hulpverlenende functies: Overwegende dat het in verband met: het maatschappelijk belang van een zorgvuldige beroepsuitoefening door leden en geregistreerden; het individuele belang van cliënten van leden en geregistreerden; de noodzakelijke bescherming van de verschillende beroepen die door leden en geregistreerden worden uitgeoefend en; het recht en de plicht van een lid en een geregistreerde om zich over zijn gedraging te verantwoorden; noodzakelijk is om cliënten, leden, geregistreerden en het bestuur van de vereniging de mogelijkheid te bieden om het handelen van een lid of een geregistreerde door een tuchtcollege te laten toetsen aan de beroepscode van de vereniging; Stelt het volgende reglement vast. Artikel 1 algemene ledenvergadering beroepscode bestuur betrokkene bureau cliënt College van Beroep College van Toezicht gedraging geregistreerde Begripsbepalingen de algemene ledenvergadering van Phorza; de beroepscode voor sociaal - agogische beroepen zoals vastgesteld door de algemene ledenvergadering en zoals bedoeld in artikel 4 in de statuten van de vereniging; het bestuur van de vereniging; een persoon die bij de klacht betrokken is, niet zijnde de klager, degene die de klager ondersteunt of het lid of de geregistreerde over wiens gedraging wordt geklaagd. het secretariaat van de vereniging dat het bestuur in zijn taakuitoefening ondersteunt; de persoon aan wie een lid of een geregistreerde beroepsmatig begeleiding, hulp, zorg of een andere vorm van ondersteuning biedt of heeft geboden, alsmede de wettelijk vertegenwoordiger, de (pleeg - of stief) ouder, en de feitelijke opvoeder van een minderjarige cliënt; het college, benoemd door de algemene vergadering, dat belast is met het tuchtrecht in beroep; het college, benoemd door de algemene vergadering, dat belast is met het tuchtrecht in eerste aanleg; ieder beroepsmatig handelen of nalaten van een lid of een geregistreerde; een beroepskracht die staat ingeschreven in het Beroepsregister van agogisch en maatschappelijk werkers; 2

klacht klager lid maatregel tuchtrecht vereniging een gemotiveerde schriftelijke uiting van onvrede van een persoon over een gedraging van een lid of een geregistreerde; de (rechts)persoon die op grond van dit reglement bevoegd is om zich schriftelijk tot het College van Toezicht of het College van Beroep te wenden met zijn onvrede over een gedraging van een lid of van een geregistreerde;. een lid van de vereniging; maatregel opgelegd aan een lid of een geregistreerde door het College van Toezicht of het College van Beroep naar aanleiding van de toetsing van een gedraging van het lid of de geregistreerde aan de beroepscode; het op verzoek van een klager behandelen van een klacht over een gedraging van een lid of een geregistreerde, het naar aanleiding van deze behandeling toetsen van deze gedraging aan de beroepscode en het beslissen over het al dan niet opleggen van een of meer maatregelen op basis van de uitkomst van de toetsing; Phorza, beroepsorganisatie voor sociale, (ortho)pedagogische en hulpverlenende functies; I. HET COLLEGE VAN TOEZICHT EN HET COLLEGE VAN BEROEP Artikel 2 Taak van het College van Toezicht en het College van Beroep 1. Het College van Toezicht heeft tot taak het in eerste aanleg behandelen van klachten over een gedraging van een lid of een geregistreerde, deze gedraging te toetsen aan de beroepscode en op basis van deze toetsing een beslissing te nemen over het al dan niet opleggen van een of meer maatregelen. 2. Het College van Beroep heeft tot taak het in hoger beroep behandelen van klachten over een gedraging van een lid of een geregistreerde, deze gedraging te toetsen aan de beroepscode en op basis van deze toetsing een beslissing te nemen over het al dan niet opleggen van een of meer maatregelen. Artikel 3 Samenstelling van de colleges 1. Het College van Toezicht bestaat uit minimaal drie leden, waaronder een voorzitter en drie plaatsvervangend leden, waaronder een plaatsvervangend voorzitter. 2. Het College van Beroep bestaat uit minimaal vijf leden waaronder een voorzitter en vijf plaatsvervangend leden waaronder een plaatsvervangend voorzitter. 3. Klachtbehandeling door het College van Toezicht vindt plaats door minimaal drie (plaatsvervangende) leden van het college, waaronder de (plaatsvervangend) voorzitter. 4. Klachtbehandeling door het College van Beroep vindt plaats door minimaal vijf (plaatsvervangende) leden van het college waaronder de (plaatsvervangend) voorzitter. 5. Aan de klachtbehandeling neemt bij beide colleges minimaal één lid van het college deel dat werkzaam is in de sector waar ook degene over wie wordt geklaagd werkzaam is. 3

6. Aan de colleges, zoals bedoeld in lid 1 en lid 2, wordt door het bestuur een jurist toegevoegd als ambtelijk secretaris. De ambtelijk secretaris ondersteunt en adviseert het college doch is geen lid van het college. 7. De (plaatsvervangend) voorzitter en de ambtelijk secretaris zijn geen lid van de vereniging. De overige leden van het college, zoals bedoeld in lid 1 en 2, zijn leden van de vereniging. 8. Het lidmaatschap van het College van Toezicht en het College van Beroep is niet verenigbaar met een lidmaatschap van het bestuur van de vereniging. Gelijktijdig lidmaatschap van beide colleges is niet mogelijk. De gelijktijdige uitoefening van het ambtelijk secretariaat van beide colleges is evenmin mogelijk. Artikel 4 Benoeming en ontslag van de voorzitters en de leden van de colleges 1. De (plaatsvervangend) voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van het College van Toezicht en het College van Beroep worden, op voordracht van het bestuur, benoemd en ontslagen door de algemene ledenvergadering. De (plaatsvervangend) voorzitter wordt door de algemene ledenvergadering in zijn functie benoemd. 2. Bij de benoeming van de leden van de colleges wordt gestreefd naar een evenredige vertegenwoordiging van de verschillende sectoren waar sociaal - agogen werkzaam zijn. 3. Minimaal één maand voor de ledenvergadering waarin een (plaatsvervangend) voorzitter of één of meer leden van de colleges zullen worden benoemd, doet het bestuur aan de leden een schriftelijke voordracht met minstens één kandidaat per vacature. 4. Tot acht dagen voor de ledenvergadering kan een voordracht door de leden worden aangevuld. Deze aanvulling wordt schriftelijk ingediend en dient te worden ondersteund door minimaal tien leden. De aanvulling gaat vergezeld van een verklaring van de voorgestelde kandidaat dat hij bereid is een mogelijke benoeming te aanvaarden. Het hoofdbestuur meldt de aanvulling van de kandidaten zo spoedig mogelijk aan de leden. 5. De benoeming geldt voor een periode van drie jaar, met de mogelijkheid van maximaal één herbenoeming voor een zelfde periode. 6. De (plaatsvervangend) voorzitters en de (plaatsvervangende) leden van de colleges, zoals bedoeld in lid 1, kunnen gedurende hun benoemingsperiode, op eigen verzoek,door de algemene ledenvergadering uit hun functie worden ontslagen. 7. Anders dan op eigen verzoek zoals bedoeld in lid 6, kan de algemene ledenvergadering een (plaatsvervangend) voorzitter of een (plaatsvervangend) lid ontslaan indien hij zijn taken, naar het oordeel van de algemene ledenvergadering, niet naar behoren vervult. Dit ontslag vindt plaats op voordracht van het bestuur. 8. In geval van tussentijds ontslag zoals bedoeld in lid 6 en 7 benoemt het bestuur, in afwachting van besluitvorming door de algemene ledenvergadering, een (plaatsvervangend) voorzitter of een (plaatsvervangend) lid voor de periode tot aan de benoeming van een (plaatsvervangend) voorzitter of een (plaatsvervangend) lid van het college door de algemene ledenvergadering. 4

Artikel 5 Verklaring na de benoeming Bij de aanvaarding van hun benoeming verklaren de (plaatsvervangend) voorzitters, de (plaatsvervangend) leden van de colleges en de ambtelijk secretarissen dat zij hun taak nauwgezet zullen vervullen, conform dit reglement en zonder onderscheid des persoons. Artikel 6 Terugtrekken dan wel vervangen van een lid van een college in verband met betrokkenheid bij de klacht of bij de klager 1. Een (plaatsvervangend) voorzitter of een (plaatsvervangend) lid van het college die op enigerlei wijze betrokken is bij de klager, bij degene over wie wordt geklaagd, of bij de gedraging waarover wordt geklaagd, neemt geen deel aan de betreffende klachtbehandeling. De (plaatsvervangend) voorzitter draagt zorg voor vervanging van de (plaatsvervangend) voorzitter of van het lid van het college dat in verband met zijn betrokkenheid geen deelneemt aan de klachtbehandeling, of zich terugtrekt uit het college voor verdere klachtbehandeling. 2. Indien een klager meent dat de (plaatsvervangend) voorzitter of een (plaatsvervangend) lid van het college dat zijn klacht behandelt, vanwege zijn betrokkenheid bij hem, bij degene over wie wordt geklaagd, of bij de gedraging waarover wordt geklaagd, niet geheel onbevooroordeeld zou kunnen staan tegenover zijn klacht, verzoekt hij de voorzitter schriftelijk, zo mogelijk voordat de klachtbehandeling aanvangt, om vervanging van de betreffende (plaatsvervangend) voorzitter of van het betreffende (plaatsvervangend) lid van het college. 3. Over een verzoek zoals bedoeld in lid 2 beslissen de overige leden van het betreffende college met meerderheid van stemmen. Artikel 7 Geheimhouding De (plaatsvervangend) voorzitters, de (plaatsvervangend) leden van de colleges en de ambtelijk secretarissen zijn verplicht tot geheimhouding van al wat hen ter kennis komt in verband met hun taak in een college, tenzij dit reglement of de wet hen verplicht tot openbaarmaking. Artikel 8 Toegang voor derden 1. De hoorzittingen van de colleges zijn niet openbaar, tenzij een college anders beslist. 2. De beraadslagingen van de colleges zijn niet openbaar. 3. De stukken die in verband met de behandeling van een klacht aan een college zijn overhandigd, zijn uitsluitend ter inzage voor: de klager, de persoon die de klager bijstaat in de klachtbehandeling, degene over wie wordt geklaagd, de ambtelijk secretaris, de (plaatsvervangend) voorzitter en de leden van het college die bij de klachtbehandeling zijn betrokken. 4. De uitspraken van de colleges worden in het beroepsregister gepubliceerd, voor zover degene over wie wordt geklaagd vrijwillig of op grond van een wettelijk voorschrift is ingeschreven in het beroepsregister. 5. De uitspraken van de colleges kunnen, ter beoordeling en onder verantwoordelijkheid van het bestuur, bekend worden gemaakt in het ledenblad, op de website van de vereniging 5

of anderszins, voor zover deze uitspraken zijn ontdaan van identificerende gegevens van de klager, van degene over wie wordt geklaagd en van betrokkenen... Artikel 9 Jaarverslag 1. Uiterlijk drie maanden na afloop van het kalenderjaar zenden de ambtelijk secretaris van het College van Toezicht en de ambtelijk secretaris van het College van Beroep een verslag aan het bestuur met daarin een overzicht van de activiteiten van het betreffende college. 2. Het verslag zoals bedoeld in lid 1 bevat in ieder geval: - de samenstelling van het college; - het aantal door het college behandelde klachten; - een korte aanduiding van de aard van iedere klacht en van de uitspraak van het college. 3. Het verslag zoals bedoeld in lid 1 bevat geen persoonsgegevens van klagers of van leden of geregistreerden over wie werd geklaagd. II. Artikel 10 KLACHTBEHANDELING IN EERSTE AANLEG Bevoegdheid tot het indienen van een klacht 1. Tot het indienen van een klacht is bevoegd: a. iedere cliënt die rechtstreeks is geraakt door een gedraging van een lid of een geregistreerde, alsmede zijn wettelijk vertegenwoordiger; b. een ander dan een cliënt die rechtstreeks is geraakt door een gedraging van een lid of een geregistreerde, alsmede zijn wettelijk vertegenwoordiger.. 2. Tot het indienen van een klacht is eveneens bevoegd ieder lid van de vereniging, iedere geregistreerde, alsmede het bestuur van de vereniging, indien het lid, de geregistreerde, of het bestuur, kennis heeft gekregen van een gedraging van een lid of van een geregistreerde en van mening is dat deze gedraging in strijd is met de beroepscode en het vertrouwen in de beroepsgroep schaadt. Artikel 11 Het indienen van een klacht 1. Een klacht wordt schriftelijk en in tweevoud ingediend bij het secretariaat van het College van Toezicht per adres: postbus 257, 1000 AG Amsterdam. De klacht bevat in ieder geval: - de naam, het adres en de hoedanigheid van de klager; - de naam, de functie en het werkadres van degene over wie wordt geklaagd en indien van toepassing de instelling waar hij werkzaam is; - een omschrijving van de gedraging waarover wordt geklaagd en een aanduiding van de datum waarop, of de periode waarin de gedraging plaatsvond. 2. De ambtelijk secretaris zendt uiterlijk binnen veertien dagen (na ontvangst van de klacht, een bericht van ontvangst aan de klager en een afschrift van de klacht aan degene over wie wordt geklaagd. 3. Een klacht dient binnen een jaar, gerekend vanaf de dag nadat de klager kennis heeft gekregen van de gedraging waarover hij klaagt, te worden ingediend bij het college. 6

4. Een na deze termijn ingediende klacht is niettemin ontvankelijk als, naar het oordeel van het college, blijkt dat de klacht is ingediend zo spoedig mogelijk als redelijkerwijs van de klager kon worden verlangd. 5. Anonieme klachten worden niet in behandeling genomen. 6. Als tijdstip van ontvangst van een klacht geldt de datum waarop de klacht door het college wordt ontvangen. 7. Een klacht waarover het college al eerder een uitspraak heeft gedaan, wordt niet opnieuw in behandeling genomen. Artikel 12 Ontvankelijkheid van de klacht 1. Na ontvangst van de klacht beslist het college of de klacht ontvankelijk is. 2. Wordt de klacht niet ontvankelijk geacht, dan laat het college dit uiterlijk binnen drie weken na ontvangst van de klacht schriftelijk en gemotiveerd, aan de klager en aan degene over wie wordt geklaagd weten. Artikel 13 Klachtbehandeling 1. Is een klacht naar het oordeel van het college ontvankelijk, dan stelt het de klager en degene over wie wordt geklaagd in de gelegenheid om schriftelijk of mondeling een toelichting te geven op de gedraging waarover wordt geklaagd. 2. Het college is bevoegd ambtshalve de gronden van de klacht aan te vullen. 3. Het college kan verzoeken schriftelijk informatie, van belang voor een beoordeling van de klacht, aan het college over te leggen. Alle informatie die ter kennis komt van het college is voor de klager, voor degene die hem in de klachtbehandeling bijstaat en voor degene over wie wordt geklaagd ter inzage, tenzij het belang van inzage naar het oordeel van het college niet opweegt tegen de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van een persoon. 4. Het college doet geen uitspraak over de gegrondheid van de klacht voordat de klager en degene over wie wordt geklaagd in de gelegenheid zijn gesteld te worden gehoord. Leent de klacht zich, vanwege zijn eenvoud of geringe betekenis, naar het oordeel van het college voor schriftelijke afdoening, dan worden de klager en degene over wie wordt geklaagd schriftelijk gehoord. In alle ander gevallen worden de klager en degene over wie wordt geklaagd tijdens een zitting van het college mondeling gehoord. 5. Het mondeling horen van de klager en degene over wie wordt geklaagd, geschiedt in beginsel in elkaars aanwezigheid. Het college beslist of er gegronde redenen zijn om de betrokkenen afzonderlijk te horen, al dan niet op verzoek van de klager of van degene over wie wordt geklaagd. Indien gescheiden wordt gehoord, stelt het college de klager en degene over wie wordt geklaagd hiervan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte. 6. Verschijnt de opgeroepen klager of de opgeroepen persoon over wie wordt geklaagd niet ter hoorzitting, dan wordt de betrokkene in ieder geval nog één mogelijkheid geboden om alsnog te worden gehoord. 7. De klager en degene over wie wordt geklaagd, kunnen zich bij de klachtbehandeling laten bijstaan door een raadsman of een andere persoon. Deze raadsman of andere persoon dient voorafgaand aan de hoorzitting schriftelijk te worden aangemeld door de klager of degene over wie wordt geklaagd. 8. Het College is bevoegd getuigen en deskundigen te horen, partijen worden daar van te voren van op de hoogte gebracht. 7

Artikel 14 Beraadslaging en uitspraak 1. Na afronding van de klachtbehandeling beraadslaagt het college over zijn uitspraak. Bij de beraadslaging toetst het college de gedraging aan de beroepscode. Aan de hand van deze toetsing stelt het college vast of de klacht (gedeeltelijk) gegrond is. 2. De uitspraak kan, naast een oordeel over de gegrondheid van de klacht, een of meer maatregelen bevatten zoals omschreven in artikel 15. 3. Het college beslist over de inhoud van de uitspraak met meerderheid van stemmen. Staken de stemmen dan beslist de (plaatsvervangend) voorzitter. De ambtelijk secretaris neemt deel aan de beraadslagingen maar brengt geen stem uit. 4. Het college stelt de klager, degene over wie wordt geklaagd en het bestuur binnen zes weken nadat het college de klacht heeft ontvangen schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn uitspraak. 5. Indien noodzakelijk kan de voorzitter beslissen dat de termijn van acht weken zoals bedoeld in lid 1, eenmaal met eenzelfde termijn wordt verlengd. Van deze verlenging worden de klager en degene over wie wordt geklaagd schriftelijk en gemotiveerd in kennis gesteld. 6. In de uitspraak worden de klager en degene over wie wordt geklaagd gewezen op hun recht om in beroep te gaan tegen de uitspraak bij het College van Beroep. Artikel 15 Maatregelen 1. In zijn uitspraak kan het college, indien dit naar zijn oordeel noodzakelijk is in verband met het maatschappelijk vertrouwen in de beroepsgroep of met het beschermen van belangen van individuele cliënten, een of meer van de volgende disciplinaire maatregelen opleggen aan degene over wie wordt geklaagd: - waarschuwing; - berisping; - tijdelijke schorsing voor maximaal twee jaar in het lidmaatschap van de vereniging; - tijdelijke uitschrijving, voor maximaal twee jaar, uit het register; - ontzetting uit het lidmaatschap; - definitieve uitschrijving uit het register. 2. Het college kan bepalen dat de maatregel of de maatregelen eerst ten uitvoer zullen worden gelegd indien een gedraging van degene over wie wordt geklaagd in een door het college vast te stellen proeftijd van maximaal twee jaren, opnieuw leidt tot een of meer maatregelen, of wanneer de betrokkene zich niet houdt aan de bijzondere voorwaarde(n) die het college aan de voorwaardelijke oplegging van de maatregel(en) heeft verbonden. Artikel 16 Tenuitvoerlegging van maatregelen De maatregel(en) die het College van Toezicht in zijn uitspraak aan een lid of geregistreerde oplegt, wordt of worden pas ten uitvoer gelegd, dan wel gepubliceerd, nadat de termijn om in beroep te gaan zoals omschreven in artikel 17 lid 4 is verstreken, of indien beroep is ingesteld, nadat het College van Beroep een uitspraak heeft gedaan op het beroepsschrift. 8

III. KLACHTBEHANDELING IN BEROEP Artikel 17 Het instellen van beroep 1. Bij het College van Beroep kan beroep worden ingesteld tegen: - de beslissing van het College van Toezicht over de ontvankelijkheid van de klacht zoals bedoeld in artikel 12. - een uitspraak van het College van Toezicht zoals bedoeld in artikel 14; 2. Bevoegd tot het instellen van beroep zijn de klager, degene over wie wordt geklaagd en het bestuur. 3. Beroep, zoals bedoeld in lid 1, wordt ingesteld door het in tweevoud indienen van een beroepsschrift bij het College van Beroep per adres: Postbus 257, 1000 AG Amsterdam 4. Het beroepsschrift dient uiterlijk binnen acht weken, te rekenen vanaf de dag na de datum van de uitspraak of de beslissing van het College van Toezicht, te worden ingesteld. Als tijdstip van ontvangst van een beroepsschrift geldt de datum waarop het beroepsschrift door het College van Beroep is ontvangen. 5. Na ontvangst van het beroepsschrift zendt het college een afschrift aan het College van Toezicht met het verzoek om toezending van (een afschrift van) alle stukken die betrekking hebben op de uitspraak of de beslissing waartegen het beroep zich richt. Artikel 18 Inhoud beroepsschrift 1. Het beroepsschrift bevat in ieder geval: - de naam, het adres en de hoedanigheid van degene die beroep instelt; - een afschrift van de uitspraak of de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld; - een omschrijving van de bezwaren tegen de uitspraak of beslissing waartegen beroep wordt ingesteld. Artikel 19 Behandeling van het beroep Op de behandeling van het beroepsschrift door het College van Beroep zijn van toepassing artikel 11 lid 2, 5, 6 en 7 en de artikelen 12, 13, 14 en 15. Artikel 20 Uitspraak in beroep 1. Het College van Beroep kan in zijn uitspraak in hoger beroep de uitspraak of de beslissing van het College van Toezicht waartegen het beroep zich richt: - bevestigen, al dan niet met aanvulling van de gronden waarop de uitspraak of de beslissing over de op te leggen maatregelen steunt; - wijzigen, of vernietigen en zelf, conform artikel 14, een uitspraak doen over de gegrondheid van de klacht waarbij degene over wie wordt geklaagd zo nodig maatregelen, zoals omschreven in artikel 15, door het College van Beroep kunnen worden opgelegd; - vernietigen en de klacht ter behandeling terugverwijzen naar het College van Toezicht. 9

2. Het College van Beroep zendt een afschrift van zijn uitspraak aan: degene die het beroep heeft ingesteld, degene over wie wordt geklaagd, het bestuur en het College van Toezicht. Artikel 21 Slotbepalingen 1. Dit reglement treedt vanaf 1 november 2009 in werking 2. Dit reglement kan worden aangehaald als Reglement intern tuchtrecht Phorza 3. Dit reglement kan worden gewijzigd of ingetrokken door de algemene ledenvergadering. Amsterdam, 1 november 2009 10