ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging

Transcriptie

1 REGLEMENT op de tuchtrechtspraak voor de leden van IIA-Nederland ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging De raad van tucht Artikel 1 1 De raad van tucht is belast met de behandeling van klachten die tegen leden van IIA-Nederland zijn ingediend. 2 Het bestuur, iedere natuurlijke persoon en iedere rechtspersoon kunnen een klacht indienen bij de raad van tucht terzake handelen van het betrokken lid in strijd met het Reglement Gedragsen Beroepsregels Internal Auditors. 3 De raad van tucht bestaat uit een voorzitter, een plaatsvervangende voorzitter, twee leden en twee plaatsvervangende leden. 4 De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter van de raad van tucht moeten voldoen aan de vereisten voor benoembaarheid tot rechter in een rechtbank en met enige bij de wet ingestelde rechtspraak belast zijn of belast geweest zijn. Zij behoeven geen lid van de vereniging te zijn. 5 De leden van de raad van tucht zijn lid van de vereniging. 6 De raad van tucht wijst een jurist niet in dienst van de vereniging aan die fungeert als secretaris van de raad van tucht zonder daarvan lid te zijn. 7 De raad van tucht is gevestigd ten kantore van zijn secretaris. Artikel 2 1. Degenen die deel uitmaken van de raad van tucht kunnen niet tevens deel uitmaken van het bestuur en/of de raad van beroep. 2. Tussen de leden van de raad van tucht mag niet bestaan: a. de betrekking van echtgenoten of bloed-of aanverwanten t/m de derde graad; b. enigerlei vorm van gemeenschappelijke beroepsuitoefening, hetzij middellijk hetzij onmiddellijk, dan wel de verhouding van werkgever tot werknemer of van werknemers bij dezelfde werkgever, alles in de ruimste zin. Artikel 3 1 De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de raad van tucht worden benoemd door het bestuur, gehoord de raad van tucht. 2 De leden van de raad van tucht worden voor een termijn van vijf jaar door de algemene vergadering benoemd. 3 Zij treden af volgens een door de algemene vergadering vastgesteld rooster. Degenen die aftreden zijn terstond éénmaal herbenoembaar. 4 Aftreding, beëindiging als bedoeld in het zevende lid en benoeming, vinden plaats per de datum waarop de algemene vergadering wordt gehouden. 5 Aftredende leden die niet herbenoembaar zijn, blijven in functie voor wat betreft de afhandeling van zaken aan de behandeling waarvan zij voor hun aftreden reeds hebben deelgenomen. 6 Hij die is benoemd ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, had moeten aftreden. 7 Het lidmaatschap van de raad van tucht eindigt in ieder geval in het jaar waarin de betrokkene

2 Artikel 4 de leeftijd van 70 jaar bereikt. 1 De leden van de raad van tucht ontvangen een vergoeding van reis-en verblijfkosten alsmede een vergoeding voor tijdverzuim, een en ander volgens regels die door de algemene vergadering zijn vastgesteld. 2 De voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en de secretaris ontvangen een bezoldiging vast te stellen door het bestuur. Artikel 5 Het is aan de leden van de raad van tucht verboden: a. hetgeen zij als zodanig te weten zijn gekomen bekend te maken; b. de gevoelens te openbaren welke in raadkamer over aanhangige gedingen zijn geuit; c. over een voor hen aanhangig geding of een geding, dat naar zij weten of vermoeden voor hen aanhangig zal worden, zich in te laten in enig onderhoud of gesprek met belanghebbenden of van dezen enige bijzondere inlichting of schriftelijk stuk aan te nemen. Tuchtrechtelijke maatregelen Artikel 6 De raad van tucht zal, indien zij oordeelt, dat de tegen het lid ingediende klacht gegrond is, een der volgende maatregelen kunnen opleggen: a. schriftelijke waarschuwing; b. schriftelijke berisping; c. schorsing in de rechten van het lidmaatschap der vereniging, voor ten hoogste zes maanden; d. ontzetting uit het lidmaatschap der vereniging. Procedure voor de raad van tucht Artikel 7 1 Klachten worden gemotiveerd en schriftelijk ingediend bij de raad van tucht. 2 Van alle ingediende klachten geeft de raad van tucht kennis aan het bestuur en aan de beklaagde zelf. 3 De raad is bevoegd, indien naar zijn oordeel de klacht op lichtvaardige gronden is ingediend, van de klager een bijdrage te verlangen voor de kosten van de procedure alvorens de klacht in behandeling te nemen of de behandeling voort te zetten. 4 De beklaagde wordt in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na de doorzending van de klacht schriftelijk op de klacht te reageren. Deze termijn kan op verzoek eenmaal worden verlengd. Indien zulks naar het oordeel van de fungerend voorzitter van de raad wenselijk is, kunnen partijen in de gelegenheid worden gesteld te repliceren en te dupliceren. Daarvoor gelden eveneens bovengenoemde termijnen. Artikel 8 1 De raad van tucht beslist naar aanleiding van een ingediende klacht niet dan na de beklaagde en de klager in de gelegenheid te hebben gesteld, te worden gehoord ter zitting van de raad, waarop de klacht mondeling wordt behandeld. 2 Zodra de voorzitter van oordeel is dat het dossier in het stadium verkeert dat mondelinge

3 behandeling kan plaatsvinden, geeft de secretaris hiervan kennis aan partijen onder gelijktijdige opgaaf van de namen van de leden van de raad die aan de behandeling zullen deelnemen. 3 Een lid van een raad van tucht kan zich verschonen en kan gedurende veertien dagen na de kennisgeving, bedoeld in lid 2 door ieder van de partijen met opgaaf van redenen worden gewraakt indien ten aanzien van hem feiten of omstandigheden bestaan, waardoor in het algemeen de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Bij de kennisgeving, bedoeld in lid 2, wijst de secretaris de betrokkenen op hun bevoegdheid in deze. 4 Over de wraking wordt door de overige leden van de raad zo spoedig mogelijk beslist. Ingeval van staking van stemmen wordt het verzoek tot wraking ingewilligd. Artikel 9 1 Partijen kunnen, tenzij de raad beveelt dat zij in persoon zullen verschijnen, zich ter terechtzitting laten vertegenwoordigen door een schriftelijk door hen aangewezen gemachtigde. Zij kunnen zich door een raadsman laten bijstaan. 2 De namen van gemachtigden/raadslieden dienen tijdig vóór de zitting schriftelijk aan de raad te worden meegedeeld. 3 De raad kan weigeren bepaalde personen die niet advocaat zijn als gemachtigde of als raadsman toe te laten. Bij zodanige weigering houdt de raad de zaak zonodig tot een volgende zitting aan. 4 Partijen en hun gemachtigden/raadslieden worden in de gelegenheid gesteld tijdig van de processtukken kennis te nemen. Artikel 10 1 De raad van tucht kan getuigen en deskundigen oproepen en horen. Tevens kan de raad partijen in iedere stand van de procedure verzoeken bescheiden in het geding te brengen. 2 De getuigen en deskundigen worden door de raad verzocht de gehele waarheid en niets dan de waarheid te zeggen, de deskundigen naar hun geweten verslag uit te brengen. 3 De getuigen en deskundigen ontvangen op verzoek schadeloosstelling door de voorzitter van de raad te begroten overeenkomstig het bij of krachtens de Wet Tarieven in burgerlijke zaken bepaalde. Artikel De op schrift gestelde beslissing van de raad aangaande een tegen een beklaagde gerezen bezwaar is gedagtekend en met redenen omkleed. Deze beslissing wordt ondertekend door de fungerend voorzitter en de secretaris van de raad. 2. In de beslissing wordt vermeld op welke wijze beroep kan worden ingesteld. 3. In het geval, bedoeld in artikel 7, lid 3, bepaalt de raad in zijn beslissing of en zo ja tot welk bedrag de door klager betaalde bijdrage te zijnen laste blijft. 4. De secretaris van de raad zendt van de beslissing onverwijld een afschrift, ondertekend door de voorzitter en de secretaris: a. aan de beklaagde; b. aan de klager; c. aan het bestuur. De Raad van beroep Artikel 12 1 De raad van beroep is belast met de behandeling van het beroep tegen uitspraken van de raad

4 van tucht. 2 De raad van beroep bestaat uit een voorzitter, een plaatsvervangende voorzitter, vier leden en vier plaatsvervangende leden. 3 De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter van de raad van beroep moeten voldoen aan de vereisten voor benoembaarheid tot rechter in een rechtbank en met enige bij de wet ingestelde rechtspraak belast zijn of belast geweest zijn. Zij behoeven geen lid van de vereniging te zijn. 4 De leden van de raad van beroep zijn lid van de vereniging. 5 De raad van beroep wijst een jurist niet in dienst van de vereniging aan die fungeert als secretaris van de raad van beroep zonder daarvan lid te zijn. 6 De raad van beroep is gevestigd ten kantore van zijn secretaris. Artikel 13 1 Degenen die deel uitmaken van de raad van beroep kunnen niet tevens deel uitmaken van het bestuur of van de raad van tucht. 2 De artikelen 2, tweede lid, 3, 4 en 5 van dit reglement zijn van overeenkomstige toepassing op de raad van beroep. Procedure voor de raad van beroep Artikel Tegen een beslissing van de raad van tucht kan binnen twee maanden na de dag van verzending van het in artikel 11, vierde lid, bedoelde afschrift beroep worden ingesteld bij de raad van beroep: a. door de beklaagde indien de klacht geheel of gedeeltelijk gegrond is verklaard; b. door de klager indien de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard; c. door het bestuur. 2. Het beroep wordt ingesteld door middel van een met redenen omkleed beroepschrift, bij de raad van beroep in tweevoud in te dienen met afschrift van de beslissing waartegen het beroep is gericht. 3. De secretaris van de raad van beroep geeft van de instelling van het beroep onverwijld kennis aan de raad van tucht, aan de wederpartij van degene die het beroep heeft ingesteld en aan het bestuur. 4. De wederpartij wordt in de gelegenheid gesteld binnen zes weken na de dag van verzending van de klacht schriftelijk op het beroepschrift te reageren. Deze termijn kan op verzoek eenmaal worden verlengd. 5. Ten aanzien van het recht van verschoning en wraking is het bepaalde in artikel 8, leden 3 en 4, van overeenkomstige toepassing. Artikel 15 1 De raad van beroep beslist niet dan na partijen in de gelegenheid te hebben gesteld, te worden gehoord ter zitting van de raad, waarop het beroep mondeling wordt behandeld. 2 Op de behandeling in beroep zijn de artikelen 8, 9 en 10 van overeenkomstige toepassing. 3 De raad van beroep kan de raad van tucht uitnodigen inlichtingen te geven. 4 Indien alleen de beklaagde beroep heeft ingesteld kan de raad van beroep slechts met eenparigheid van stemmen de opgelegde maatregel verzwaren. In de overige gevallen kan de raad van beroep bij gegrondbevinding van de klacht een maatregel opleggen, een opgelegde maatregel verlichten of verzwaren, of bepalen dat er geen grond is voor het opleggen van een maatregel.

5 Artikel De op schrift gestelde beslissing van de raad van beroep is gedagtekend en met redenen omkleed. De beslissing wordt ondertekend door de fungerend voorzitter en de secretaris van de raad. 2. In het geval, bedoeld in artikel 7, lid 3, bepaalt de raad in zijn beslissing welk bedrag ten laste van de klager dient te blijven. 3. De secretaris van de raad zendt van de beslissing onverwijld een afschrift, ondertekend door de fungerend voorzitter en de secretaris: a. aan de beklaagde; b. aan de klager; c. aan het bestuur; d. aan de raad van tucht die de zaak in eerste aanleg heeft behandeld. Verzending van stukken Artikel 17 1 Elke in dit reglement bedoelde kennisgeving aan, toezending van stukken aan en oproeping van partijen, getuigen en/of deskundigen zal geschieden bij aangetekend schrijven of tegen ontvangstbewijs. 2 Het bewijs van verzending van een aangetekend stuk dan wel het ontvangstbewijs zal tegenover betrokkenen gelden als bewijs van behoorlijke verzending. Betrokkenen zullen geacht worden dat stuk te hebben ontvangen tenzij zij het tegendeel aannemelijk maken. Slotbepalingen Artikel 18 1 Onherroepelijk geworden beslissingen van de raad van tucht respectievelijk de raad van beroep zullen in verkorte en geanonimiseerde vorm worden gepubliceerd in het orgaan van de vereniging. 2 In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet of onduidelijk is, beslist de voorzitter. 3 Jaarlijks voor 1 april brengen de raad van tucht respectievelijk de raad van beroep verslag uit van hun verrichtingen over het afgelopen jaar, welk verslag op de algemene vergadering wordt behandeld.