SAMENVATTING JAARVERSLAG 2012 Steunpunt Wonen Augustus 2013
Inhoud Inhoud iii 1.1 Onderzoeksactiviteiten 1 1.1.1 Basisonderzoek 1 1.1.2 Kortetermijnonderzoeken 3 1.2 Werking van het Steunpunt Wonen 4 1.3 Outputs en valorisatie 5 Samenvatting Jaarverslag 2012 iii
Het Steunpunt Wonen is een samenwerkingsverband van onderzoekers van verschillende wetenschappelijke disciplines met als opdracht het verzamelen en analyseren van objectieve gegevens over de woningmarkt en het woonbeleid in Vlaanderen. Via gedegen wetenschappelijke analyses wensen de onderzoekers bij te dragen tot een langetermijnvisie op het Vlaamse woonbeleid. Het Steunpunt Wonen wordt gefinancierd door de Vlaamse overheid, binnen het programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek 2012-2015. De deelnemende instellingen zijn de KU Leuven (met drie onderzoeksinstellingen: HIVA, CES en OSA), LUCA School of Arts (Sint-Lucas Brussel-Gent), de Provinciale Hogeschool Limburg, de Universiteit Antwerpen en het Onderzoeksinstituut OTB van de TU Delft (Nederland). De opdrachten van het Steunpunt zijn omschreven in een beheersovereenkomst en een meerjarenplan. De basisopdracht bevat 10 werkpakketten voor langlopend onderzoek. Daarnaast werden in 2012 6 kortetermijnopdrachten gestart. 1.1 Onderzoeksactiviteiten 1.1.1 Basisonderzoek WP 1: grote Woononderzoek 2013 In 2012-2013 vindt het veldwerk voor het Grote Woononderzoek plaats. Bij een steekproef van 10 000 huishoudens gebeurt een interview over de woonsituatie en wordt de kwaliteit van de woning op een objectieve manier in beeld gebracht. De Vlaamse overheid heeft het veldwerk voor dit woononderzoek uitbesteed aan een bureau voor marktonderzoek (IPSOS). Het Steunpunt Wonen stond in 2012 mee in voor de aanvraag van de steekproef bij het Rijksregister, de voorbereiding en opvolging van het veldwerk, de opleiding van de interviewers en het bewaken van de kwaliteit van de datavergaring. Voor de woningschouwing werd hiervoor samengewerkt met onderaannemer SumResearch. WP 2: meting van de leegstand, niet-officiële bewoning en grijs wooncircuit Op dit ogenblik laat geen enkele databank toe na te gaan hoeveel woningen er exact zijn in Vlaanderen en hoeveel van deze woningen leeg staan. Ook de omvang van wat genoemd wordt het grijze wooncircuit is onbekend. In dit werkpakket worden methoden ontwikkeld om hierover op termijn gegevens te hebben. In 2012 werd gestart met de zoektocht naar nieuwe databronnen die kunnen toelaten een schatting te maken van de omvang van de leegstand, niet-officiële bewoning en het grijze wooncircuit. WP 3: de onderkant van de woningmarkt Met de onderkant van de woningmarkt wordt het deel van de woningmarkt bedoeld waar betaalbaarheid en kwaliteit van wonen en woonzekerheid het meest onder druk staan. In dit deel van de markt vinden we de meest kwetsbare groepen. Omdat deze groepen moeilijk te bereiken zijn met bevragingen zoals in WP 1, is het belangrijk daarover kwalitatief onderzoek te doen. In 2012 werden twee thematische papers geschreven die nog gebruik maken van vroeger verzameld interviewmate- Samenvatting Jaarverslag 2012 1
riaal, namelijk over de stadsvlucht van jonge middenklassengezinnen met kinderen en over etnocentrisme en de zwakke steun voor sociale mix. Een derde paper, over de carrière van de vrouw en het belang daarvan voor het woonpad van het gezin, is nog in voorbereiding. In 2012 gebeurde ook het veldwerk voor nieuw kwalitatief onderzoek naar de woonpaden van mensen die vertrekken uit publieke instellingen, meer bepaald de bijzondere jeugdzorg. WP 4: private verhuurders De onderzoekers van het Steunpunt ontwikkelden eerder al een economisch model dat de relatie onderzoekt tussen de huur- en eigendomsmarkt. In 2012 toetsten de onderzoekers dit model empirisch, deels op basis van cijfers van diverse OESO-landen, deels op basis van recent internationaal onderzoek. Dit resulteerde in een onderzoekspaper over de Vlaamse huurprijzen in een internationaal perspectief. WP 5: analyse van de EPC-databank Na de invoering van het Energieprestatiecertificaat (EPC) legde het Vlaams Energie Agentschap (VEA) een databestand aan dat intussen voor Vlaanderen een 500 000 certificaten bevat van bestaande woningen, appartementen en appartementsgebouwen. In 2012 droeg VEA de databank over aan de onderzoekers. Na een verkenning van de data vonden de eerste analyses plaats. WP 6: ontwikkeling van indicatoren Tijdens vroeger onderzoek is een set van indicatoren uitgewerkt op basis waarvan de Vlaamse overheid de ontwikkelingen op de woningmarkt en in het woonbeleid kan opvolgen. De voorgestelde indicatoren zijn gebaseerd op de huidige wetenschappelijke kennis en het actuele beleidskader en houden rekening met de beschikbaarheid van data. In 2012 paste het Steunpunt de nota aan in functie van nieuwe wetenschappelijke inzichten en de evolutie van het beleid. In het bijzonder werden de mogelijkheden verkend die de EU-SILC-data bieden voor nieuwe indicatoren voor de kwaliteit van de woonomgeving, voor sociale inclusie/integratie en voor gelijke kansen. Naast een nieuwe versie van de indicatorennota resulteerde dit onderzoek in twee papers. WP 7: bereik en effecten van het woonbeleid Op basis van administratieve data werd nagegaan hoe subsidies vervat in sociale koopwoningen en sociale leningen verdeeld zijn over inkomensgroepen en naar socio-economische kenmerken van huishoudens. Dit resulteerde in een onderzoekspaper. Verder werd gestart met de voorbereiding van een microsimulatiemodel dat de Vlaamse overheid moet toelaten om de herverdelende effecten in te schatten van voorgenomen beleidsopties. Aan dit model wordt in 2013 verder gewerkt. WP 8: analyse van de in- en uitstroom van de sociale huisvesting Dit werkpakket wordt gestart in 2013. Samenvatting Jaarverslag 2012 2
WP 9: prijsvorming op de woningmarkt Dit werkpakket beoogt inzicht te verwerven in regionale prijsont wikkelingen op de Vlaamse (en Belgische) woningmarkt. Na een grondig literatuuronderzoek is een van de voornaamste activiteiten van 2012 het verzamelen van de noodzakelijke data geweest. De resultaten van een eerste econometrisch model werden samengevat in een eerste versie van een paper. Daarnaast gebeurde binnen dit werkpakket onderzoek naar de mogelijkheden die data over de fiscale inkomens bieden voor woononderzoek. Het onderzoeksrapport hierover wordt afgewerkt in 2013. WP 10: territoriale selectiviteit in het woonbeleid In 2012 werd onderzocht hoe het woonbeleid ruimtelijk selectief is, wat de daarvoor gehanteerde ruimtelijke indelingen zijn en wat de criteria zijn die daarbij worden gehanteerd. Daarbij werd ook nagegaan of het mogelijk is om de huidige ruimtelijke categorieën te updaten. Uit de evaluatie van de maatregelen komen een aantal prioriteiten en concepten naar voor die in 2013 verder onderzocht zullen worden. 1.1.2 Kortetermijnonderzoeken Ad hoc opdracht 1: toepassingen op basis van de resultaten van het onderzoek 'Huurprijzen en richthuurprijzen' In vroeger onderzoek werden gegevens over huurprijzen in Vlaanderen verzameld en geanalyseerd. In 2012 resulteerde verder empirisch onderzoek op deze data in een rapport met aanbevelingen voor regionaal verschillende maximale huurprijzen in het Vlaamse stelsel van huursubsidies en in een model dat via een webapplicatie (de Huurschatter ) huurders en verhuurders toelaat een redelijke huurprijs te schatten voor een woning als woningkenmerken en ligging worden ingevuld. Ad hoc opdracht 2: regionalisering van de federale huurwetgeving In het kader van de Zesde staatshervorming zullen bepaalde delen van de huurwetgeving worden overgedragen van het federale naar het regionale beleidsniveau. In 2012 onderzochten juristen hoe de bevoegdheidsoverdracht en de inbedding ervan binnen de Vlaamse regelgeving tot stand kan komen. Het onderzoek resulteerde in een rapport. Ad hoc opdracht 3: behoefteraming sociale koop en sociale kavels In deze studie werd een schatting gemaakt van het aantal huishoudens dat zonder de voordelen vervat in een sociale koopwoning of kavel geen eigen woning kan verwerven/bouwen en ook niet in aanmerking komt voor een sociale huurwoning. Hiertoe werden simulaties uitgevoerd op de resultaten van de Woonsurvey 2005 waarbij zowel de methode van de woonquote als van het resterend inkomen werd toegepast en dit onder verschillende assumpties w.b. de eigen inbreng, looptijd van de lening en prijs van de woning. Het rapport is beschikbaar op de website van het Steunpunt. Samenvatting Jaarverslag 2012 3
Ad hoc opdracht 4: tevredenheidsmeting voor de sociale huisvesting Dit onderzoek heeft tot doel een gebruiksvriendelijk en flexibel instrument te ontwikkelen dat sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM s) moet toelaten de tevredenheid van hun klanten te meten. Met 'gebruiksvriendelijk' wordt bedoeld dat de SHM zonder gespecialiseerde kennis het instrument moet kunnen toepassen en de resultaten verwerken. Met 'flexibel' wordt bedoeld dat het instrument inhoudelijk modulair is opgebouwd en dat SHM s naar eigen beoordeling een keuze kunnen maken uit de te behandelen topics. Flexibel betekent ook dat de SHM ruimte heeft w.b. de keuze van bevragingsmethodiek. In 2012 werd het concept uitgewerkt en werden vragenlijsten ontwikkeld voor zes modules. Daarnaast werd gestart met de uitwerking van een handleiding voor de gebruikers. Dit project loopt verder in 2013. Ad hoc opdracht 5: huiskorting In een studie van 2011 werkte het Steunpunt Fiscaliteit en Begroting zes mogelijke scenario s uit voor een hervorming van het Klein beschrijf (ook huiskorting ), dit is een vermindering van het registratierecht onder een aantal voorwaarden. Het Steunpunt Wonen ging op basis van de resultaten van de Woonsurvey 2005 na wie de winners en de verliezers zijn bij drie van deze scenario s en wat de impact is op de betaalbaarheid van wonen. Daarnaast werd onderzocht welke rol een huiskorting speelt bij het bepalen van de woningprijs en gingen de onderzoekers op zoek naar de mogelijkheden om oppervlakte te hanteren als (aanvullend) criterium voor het toekennen van de huiskorting. Dit onderzoek loopt verder in 2013. Ad hoc opdracht 6: opvolging veldwerk woningopname (I) Deze ad hoc opdracht omvat een uitbreiding van de opleiding van interviewers en de opvolging van het veldwerk voor de woningschouwing in het Grote Woononderzoek (zie werkpakket 1). Deze uitbreiding kwam er om meer garanties te hebben betreffende de kwaliteit van de interviewers en de dataverzameling. De opdracht werd in onderaanneming toegekend aan een extern bureau, SumResearch. 1.2 Werking van het Steunpunt Wonen In het Steunpunt Wonen zijn zeer verschillende academische disciplines vertegenwoordigd, waaronder economie, sociologie, architectuur, stedenbouw, geografie, bestuurskunde en recht. De uitwisseling en samenwerking over de disciplines heen staat centraal in de werking van het team. De maandelijkse teamvergaderingen vormen het zwaartepunt van de samenwerking. Ze zijn een instrument voor kennisdeling, bijvoorbeeld over onderzoeksmethoden, om informatie over databronnen uit te wisselen en op de hoogte te blijven van nieuwe wetgeving. Maar het team is vooral een discussieforum. De kritische toets van collega s bij onderzoeksvoorstellen, onderzoeksmethodologie, tussentijdse resultaten en interpretatie zijn een vorm van interne kwaliteitscontrole. De sterke nadruk die in het onderzoek van het Steunpunt ligt op de beleidsrelevantie, vraagt om veel interactie met de opdrachtgever. De stuurgroep, die de minister adviseert over het onderzoek van het Steunpunt, heeft de inhoudelijke begeleiding gedelegeerd naar zes thematische begeleidingsgroepen. Hun taak bestaat er in de inhoudelijke discussie te voeren over de aanpak en de resultaten Samenvatting Jaarverslag 2012 4
van het onderzoek, alsook de planning op te volgen en afspraken te maken over oplevering en valorisatie. Naast vertegenwoordigers van de Vlaamse administratie en van het kabinet van de verantwoordelijke minister is in de Begeleidingsgroepen ook het werkveld sterk vertegenwoordigd. Waar relevant worden ook andere steunpunten uitgenodigd. Via deze uitgebreide begeleidingsstructuur geniet het onderzoek van de deskundige inbreng van velen vanaf de eerste stappen in het onderzoek. Voor de communicatie tussen de teamleden, de opdrachtgever en de leden van de begeleidingsgroepen beschikt het Steunpunt over een uitgebreide SharePoint. Deze fungeert als een collectief archief en bevat o.a. alle agenda s en verslagen van vergaderingen, ontwerpversies van rapporten, publicaties. Daarnaast is het een instrument voor kennisdeling, met informatie over databanken, aankondiging van initiatieven (bv. studiedagen, persartikels, tv-uitzendingen, ), een vergaderkalender van het Steunpunt e.a. Voor de externe communicatie beschikt het Steunpunt over een website met een beknopte toelichting bij de werkpakketten en ad hoc opdrachten. Alle rapporten van het Steunpunt Wonen (en de voorgangers hiervan) zijn in aflaadbare versie beschikbaar op de website. Het secretariaat van het Steunpunt heeft een eigen huisstijl ontwikkeld die gevolgd wordt door alle onderzoekers, zodat de groep op een herkenbare manier naar buiten treedt als Steunpunt Wonen. 1.3 Outputs en valorisatie Het Steunpunt Wonen maakt de resultaten van het onderzoek bekend aan het brede publiek via diverse kanalen. In de eerste plaats is dit via de onderzoeksrapporten, die allemaal af te laden zijn van de website. Daarnaast leveren de onderzoekers bijdragen voor nationale en internationale (peerreviewed) tijdschriften en boeken. Ook in de vakpers en dag- en weekbladen vinden we regelmatig verwijzingen naar studies of gegevens van het Steunpunt. Tussentijdse resultaten van onderzoek worden voorgelegd aan een internationaal gezelschap van huisvestingsonderzoekers, o.a. tijdens de jaarlijkse conferentie van het European Network for Housing Research. Ook op Vlaamse studiedagen en workshops zijn de onderzoekers van het Steunpunt veel gevraagde sprekers. Een volledig overzicht van activiteiten is te vinden op de website. Samenvatting Jaarverslag 2012 5