Beweegplezier! Freesport in vo

Vergelijkbare documenten
Beweegplezier! Freesport in vo

Moetivatie of motivatie. Hans van Ekdom en Ger van Mossel VO-studiedag 14 januari 2014

Wat beweegt onze leerlingen?

LO Excellent in bovenbouw VO. Studiedag Beweging in de polder 19 april 2013 Ger van Mossel (SLO)

Freerunning in het voortgezet onderwijs Organisatie: SLO Contactpersoon: Ger van Mossel Contactpersoon 2: Erkenningen:

Doen meisjes het slechter bij gym dan jongens?

LO Excellent in bovenbouw VO; excellente docenten voor excellerende leerlingen?

De (mogelijke) rol van LO in het stimuleren van fysieke activiteit

Motivatie van leerlingen Motivationeel leerklimaat

Leerlingen kiezen hun zelf

Deelnameniveaus bewegingsonderwijs onderbouw vo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Doorlopende leerlijn Bewegen en sport (PO - vmbo)

School, Bewegen en Sport

biketrial in de gymzaal (1)

Zijn cijfers motiverend, of geven cijfers juist een verhoogd gevoel van druk? Examens november 2017 nr 4

bewegingsonderwijs Kennisbasis bewegingsonderwijs op de Pabo

School, Bewegen en Sport; eindresultaten uit een landelijk onderzoek

Doorlopende leerlijn Bewegen en sport (PO - havo/vwo)

Freerunning in het voortgezet onderwijs

Inhoud. Poll. Dynamische schooldag En wat nu als ik meer wil weten: Remo Mombarg, Marieke Westendorp en Arjan Pruim

Bewegen en sport. Bron: 1. Bewegen en sport

Inhoud. Een kindgerichte sportieve opvoeding vereist vakmanschap

Ultimate frisbee. LO2 studiedag. Do 22 november Eric Swinkels

Lichamelijke. Opvoeding. Topic Visie op LO. FvOv-bijeenkomsten. Talentherkenning en - ontwikkeling. De LO-app. Jaargang aug

Zelfregulatie, de kern van LO2

Bewegen & sport. Meewerken aan het onderwijs van morgen

WORKSHOP Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat

Symposium kindgericht bewegingsonderwijs en jeugdsport

Inhoud. (Bewegings)onderwijs: trends. Actieve en gezonde leefstijl: trends. Jeugdsport: trends

STICHTING VLAAMSE SCHOOLSPORT. Herman Van Driessche

GROTE OPDRACHTEN LEERGEBIED BEWEGEN EN SPORT

Het onderzoek School, Bewegen en Sport

Minder leiders, meer leiderschap? 28 maart 2019

Bewegingsonderwijs en sport

In het eerder gepubliceerde artikel van Erik

Leren gymmen van een beeldscherm

Gaat 'gezond bewegen' het verschil maken?

Een blik vanuit de bewegingspsychologie. Filip Boen

De inspirerende docent. De dag van de leraar

Het promoten van optimale motivatie voor Lichamelijke Opvoeding door het communiceren van doelen, criteria en op groei gerichte feedback

De consumerende leerling veroorzaken we zelf

Schoolsport als springplank naar blijvende sportparticipatie. Prof. dr. L. Haerens Prof. dr. G. Cardon An De Meester

Dan maak je maar zin!

Progressie & motivatie bij jonge sporters: hoe draagt de coach bij?

VISIE OP HET LEERGEBIED BEWEGEN EN SPORT

3 Bewegingsachtergrond van leerlingen

Groeiend belang van naschoolse programma s ter aanvulling van de les LO

Motivatie: Hoe tem je de olifant in de klas? Arnout Prince

Beleidsplan bewegingsonderwijs rkbs Maria Datum: Bron: Herziene kerndoelen Basisonderwijs. Bewegingsonderwijs.

Adaptief leren. Wat, waarom en hoe?

Actieve Gymles voor Meisjes Organisatie: Fontys Sporthogeschool Contactpersoon: Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod

Test voor het meten van het sportieve klimaat in de school. Quick Scan J-score. voor scholen

Moetivatie of goesting? Hoe een optimale motivatie te bevorderen bij studenten

Sport op Basisscholen & Ieder kind kent gymtalent; Kwaliteitsimpulsen in het bewegingsonderwijs Remo Mombarg, Wouter de Groot, Ben Moolenaar en

Motivatie van de recreationele loper

Bewegingsonderwijs en sport (PO - havo/vwo)

BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED BEWEGEN & SPORT

Moetivatie of motivatie? De motiverende rol van de trainer

For Love or Money? Vrijwilligers motiveren op lange termijn

VOORBEELD. Uw lesobservatie en de leerlingvragenlijst. Naam docent: Lerarenopleiding Rijksuniversiteit Groningen

De motivatiethermometer opbrengsten verhogen door motivatie. Onderwijs Innovatie Groep Datum Kim Schut

Hoeveel sporten deze kinderen. De kracht van sport sporten voor kinderen met gedragsproblemen. Wekelijks sporten, lidmaatschap en bewegen %

BEWEGINGSONDERWIJS EN SPORT. Bewegingsonderwijs opent deuren naar de brede bewegingscultuur.

School, Bewegen en Sport. Samenvatting & Slotbeschouwing

Valorisatieverslag. Master thesis Onderwijswetenschappen

Sport, Bewegen en Onderwijs: kansen voor de toekomst

Sportklassen in onderbouw vo

BEWEGEN TEGEN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN

Motivatie door eigenaarschap

Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen honoursonderwijs? Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger

Curriculaire confectie werkt niet

Bewegingsonderwijs Nutsschool Zorgvliet. [Company Name]

Zelfsturend leren met een puberbrein

sporten buiten de gymzaal!

Ouders & Clubs: één doel?!

Juf, er staat geen leuk boek in de kast!

Een praktijkreviewstudie naar het motiveren van leerlingen met verschillende prestatieniveaus en sociale en etnische achtergrond

In dit boekje vindt u informatie over de activiteiten die het Nuenens College aanbiedt buiten het reguliere lesprogramma LO.

Vaksectie-quiz: doet hoe er nog toe?

uit. We zien als het algemene doel van

Een Punt voor Gym?! toetsing binnen de Lichamelijke Opvoeding

T X. Van: van der Wal Verzonden: vrijdag 2 februari :27 Aan: sectie LO Onderwerp: top secret

Digitalisering van het bewegingsonderwijs

Leerervaringen binnen de lessen bewegen & sport op schoolt met een gezond perspectief?

ONDERWIJS IN 2030? ANNELIES RAES 23 MEI JAAR PENTALFA

Nulmeting lichamelijke opvoeding in het voortgezet onderwijs. Niels Reijgersberg. Jo Lucassen. Justus Beth. Harold van der Werff

Gymmen in de grote gymzaal

Sportklas, wat is dat precies?

MOTIVATIE INTRODUCTIE

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden

Wij zijn Sport Helden! Zullen wij samen sport aanbieden?

DIGITALE MEDIA EN HET ONDERWIJS LIESBETH NEESKENS

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Bewegingsonderwijs en sport (PO - vmbo)

Lerende lol ontdekken onthouden ontwikkelen

De menselijke maat: Een wetenschappelijke onderbouwing Gerben Westerhof & Ernst Bohlmeijer

Toekomstgericht opleiden. Prof. dr. M. Kuijpers

MOTIVERENDE FEEDBACK GEVEN

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015

Timo Valk Robbin Beukhof. Aan de slag met een digitaal (s)portfolio

Transcriptie:

Beweegplezier! Freesport in vo Bewegingsonderwijs wil leerlingen bekwaam maken voor zelfstandige, verantwoorde, perspectiefrijke en blijvende deelname aan de bewegingscultuur. De bewegingscultuur bestaat uit allerlei verschijningsvormen en bijhorende contexten en motieven om te bewegen en te sporten. Vooral free sport is momenteel erg populair onder jongeren. Om meer aan te kunnen sluiten bij de belevingswereld van leerlingen en leerlingen blijvend te motiveren om te bewegen en te sporten, heeft SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, de leerlijnen Freerunning en Freebiking ontwikkeld en aangevuld met videobeelden van negen freesporten. Ger van Mossel Leefstijlsporten Jongeren zoeken in hun nabije omgeving steeds naar nieuwe uitdagingen om te bewegen en te sporten. Het klimmen op en springen vanaf muurtjes is er altijd al geweest. Daarnaast zoeken ze op zee de golven om op te surfen. Als er sneeuw ligt glijden jongeren met hun omgebouwde skateboard van hellingen af. Bij wind laten ze zich met hun kite voortstuwen over het water of zelfs over een besneeuwd weiland. En In de literatuur krijgen deze activiteiten verschillende benamingen: leefstijlsporten, alternatieve sporten, trendsporten, whizzsports, extreme sports, streetsports of experience sports (Lucassen & Wisse, 211). Bewegingsonderwijs en leefstijlsporten Aanvankelijk liet het bewegingsonderwijs dergelijke leefstijlsporten aan zich voorbij gaan. Tegelijkertijd is bekend dat heel veel jongeren zich buiten de school tot dergelijke activiteiten aangetrokken voelen, meer dan tot de tot nu toe gangbare gymlessen. Dat scholen hier weinig aandacht aan besteden, komt vaak door het ontbreken van randvoorwaarden zoals materiaal, accommodatie en kosten. Uiteraard spelen ook de veiligheid en de daarbij horende verantwoordelijkheden van de school een rol. Veel scholen reserveren aansprekende, actuele activiteiten voor het (voor)examenjaar. De laatste jaren zoeken vaksecties bewegingsonderwijsook naar informele en vernieuwende activiteiten voor hun onderbouw-programma. Bij een aantal van deze activiteiten zijn er beperkingen vanwege materiaal en budget, maar er zijn ook activiteiten die goed uitvoerbaar zijn in een standaard gymnastiekzaal en aansluiten bij de docentvaardigheden. SLO heeft de vraag gesteld of streetsports of leefstijlsporten binnen bewegingsonderwijs veilig en toegankelijk gemaakt kunnen worden voor álle leerlingen om daarmee docenten te inspireren en de motivatie van jongeren om te bewegen en te sporten bevorderen. In 27 is het onderzoek Naar beter bewegingsonderwijs (Stegeman, 27) verricht. Uit een van de deelonderzoeken blijkt dat in het voortgezet onderwijs de meeste aandacht wordt besteed aan spel, gevolgd door turnen, atletiek en fitnessactiviteiten, zie figuur 1 (Van Mossel en Stegeman, 27). Er is weinig aandacht voor zelfverdediging en bewegen op muziek. Aan actuele activiteiten, zoals mountainbiken, skaten/skeeleren, schaatsen, kanoën wordt in de onderbouw vo niet of nauwelijks aandacht besteed, hoewel zowel leerlingen als docenten daar belangstelling voor hebben. (Van Mossel & Stegeman, 27; Bax, 21). Veel leerlingen geven aan dat er te veel aandacht wordt besteed aan spel, turnen en atletiek en te weinig aan bewegen op muziek, zelfverdediging, zwemmen en actuele activiteiten (zie figuur 2). Bron: www.bewegingsonderwijs.slo.nl 1

6 5 4 3 2 1 54 14 14 7 3 2 2 2 Figuur 1. Aantal lessen in procenten in het vo volgens leerlingen van de tweede klas en voorexamenklas (Van Mossel & Stegeman, 27) 6 5 4 3 2 1 te weinig te veel Figuur 2. Aantal leerlingen in procenten met te veel en te weinig lessen in een bepaald activiteitsgebied (Van Mossel & Stegeman, 27) 6 5 4 3 2 1 54 14 14 7 3 2 2 2 Bron: www.bewegingsonderwijs.slo.nl 2

Figuur 1. Aantal lessen in procenten in het vo volgens leerlingen van de tweede klas en voorexamenklas (Van Mossel & Stegeman, 27) 6 5 4 3 2 1 te weinig te veel Figuur 2. Aantal leerlingen in procenten met te veel en te weinig lessen in een bepaald activiteitsgebied (Van Mossel & Stegeman, 27) Motivatie van leerlingen om te bewegen en te sporten Leerlingen verschillen in de mate van motivatie om te bewegen en te sporten. Drie vormen van motivatie in volgorde van niet willen, moeten en willen zijn: amotivatie, gecontroleerde motivatie of moetivatie en autonome motivatie of goesting (Haerens et al., 21). Bij amotivatie vinden leerlingen bewegingsonderwijs nutteloos, bij hen ontbreekt elke vorm van motivatie om deel te nemen. Bij moetivatie is sprake van 'moeten' vanuit een extern of intern opgelegde verplichting. Deelname aan de les bewegingsonderwijs is geen doel op zich, maar een middel om iets anders te verkrijgen of iets te bereiken. Bij goesting ziet de leerling in dat deelname aan bewegen voor hem- of haarzelf van betekenis is, hij of zij beweegt vanuit persoonlijk belang (Aelterman et al., 211). Motieven om te bewegen en te sporten Leerlingen hechten belang aan één of een combinatie van beweeg- en sportmotieven: lichamelijk effect, aanzien, spanning en avontuur, sociaal contact en beweegplezier (Stuij et al., 211). Bij de eerste vier motieven gaat het om het nut of belang van bewegen, zonder diepere motieven voor de bewegingsactiviteit zelf. Bij het motief beweegplezier gaat de leerling volledig in op de 'gein' van het bewegen zelf. De leerling is uit zichzelf geïnteresseerd in een bepaalde bewegingsactiviteit, hij of zij is volledig intrinsiek of autonoom gemotiveerd. Leerlingen hebben plezier in en passie voor bewegen (Haerens et al., 21). Beweeg- en sportmotieven en het activiteitsniveau Beweegplezier maakt het grootste verschil in lichamelijke activiteit of het activiteitsniveau bij jongeren (zie figuur 3). Beweegplezier blijkt een belangrijke motivatie voor dagelijkse lichamelijke activiteit (Stuij et al., 211). Leerlingen met minder en gemiddeld beweegplezier hebben een laag activiteitsniveau. Het motief 'lichamelijk effect', in tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, vertoont nauwelijks samenhang met het activiteitsniveau van jongeren. Gezondheidsmotieven stimuleren jongeren niet om vaker te gaan bewegen en sporten. Jongeren die het motief 'aanzien' belangrijk vinden, bewegen en sporten het vaakst. Het zijn bijvoorbeeld jongeren die in de selectieteams zitten van sportverenigingen en meerdere keren per week trainen. Aanzien leidt tot minder grote verschillen in het activiteitsniveau dan beweegplezier. En op het moment dat het motief 'aanzien' met de leeftijd vermindert, verdwijnt de drive om die bepaalde sport te blijven uitoefenen. Het motief 'aanzien' biedt geen garanties voor een actieve leefstijl voor later. Belangrijk is dat deze jongeren later kunnen overstappen naar sporten, waarvan zij het beweegplezier hebben leren onderkennen. Bron: www.bewegingsonderwijs.slo.nl 3

Figuur 3. Afwijking activiteitsniveau in procenten van het gemiddelde (= -punt), naar beweeg- en sportmotieven (Stuij & Wisse, 211) SDT en beweeg- en sportmotieven Volgens de Self Deternination Theory (SDT) wordt autonome motivatie bereikt als voldaan wordt aan drie psychologische basisbehoeften: autonomie, competentie en verbondenheid (Deci & Ryan, 1985, 2; Ryan & Deci, 27; Aelterman et al., 211; 212). De docent creëert tijdens de lessen een pedagogisch-didactisch klimaat, waarin deze psychologische basisbehoeften worden bewerkstelligd bij zo veel mogelijk leerlingen. De waarde die leerlingen hechten aan beweegplezier, hangt af van de mate waarin gevoelens van autonomie, competentie en verbondenheid worden bereikt (zie figuur 4). Bron: www.bewegingsonderwijs.slo.nl 4

Figuur 4. SDT en beweeg- en sportmotieven Introductie freesport leerlijnen In 29 is SLO gestart met het ontwikkelnetwerk Streetsport. Het netwerk bestond uit een aantal docenten lichamelijke oefening, een sportservicecentrum, een toestellenfabrikant en diverse experts. Later is het netwerk omgedoopt tot het netwerk Freesport. Bij freesport gaan jongeren op eigen speelse wijze in op de bewegingsuitdagingen van de direct beschikbare natuurlijke of stedelijke omgeving (Massink, 21). Uit een groslijst met allerlei streetsportactiviteiten is in het netwerk de keuze gemaakt om eerst freerunning uit te werken en te kijken hoe de vakwereld hierop zou reageren. Maarten Vijfhuijze sloot zich als freerunningexpert aan bij het netwerk. Het heeft in 21 geleid tot de leerlijn freerunning die bestaat uit twaalf lessen verdeeld over leerjaar 1, 2 en 3 van het voortgezet onderwijs. Bij freerunning leggen leerlingen op verschillende wijze een parcours met obstakels af. De verschillende deelnameniveaus (rookie, expert, master en pro) zijn met kleurde shirts (respectievelijk geel, groen, blauw en zwart) op video gezet. Freebiking werd de tweede leerlijn, omdat volgens het netwerk in een fietsland als Nederland bij bewegingsonderwijs aandacht voor fietsen zou moeten zijn. Bij de ontwikkeling van deze leerlijn betrok het netwerk professioneel trialbiker Rick Koekoek. De eerste praktijkbijeenkomst met mountainbikes in de gymzaal was nog vrij ongericht. Al gauw werd duidelijk dat het met de trialbikes en moves een uitdagende sport is voor jongens én meisjes. Het heeft in 211 geleid tot de leerlijn freebiking met trialbike in de gymzaal en mountainbike outdoor. Bij de laatste hielp wereldkampioen fourcrosser Joost Wichman bij de opname van de methodische beelden. De reacties uit de vakwereld op deze leerlijnen waren overweldigend. Bijna dagelijks kreeg SLO een verzoek om ergens nascholing komen te verzorgen. SLO speelde deze door naar de diverse experts. Door inrichting van de projectsite www.freesport.slo.nl was er internationaal, maar ook van de jongeren zelf belangstelling. SLO kreeg zelfs e-mails van ouders met vragen. Leraar24 heeft een freerunning- en biketrialles op video gezet voor op hun eigen website (www.leraar24.nl). In 212 verscheen de Canon van 15 jaar Lichamelijke Opvoeding met als laatste venster SLO ontwikkelt Freesport (www.canonlo.nl). Onderzoek Freerunning in het voortgezet onderwijs Het Beleidskader Sport, Bewegen & Onderwijs bood SLO de kans om de leerlijn freerunning theoretisch te onderbouwen en onderzoek te doen naar mogelijke effecten van freerunninglessen op het beweegen sportgedrag bij de leerlingen (Van Mossel, 214). Samen met het Mulier Instituut is een onderzoeksopzet opgesteld. Drienetwerkscholen werkten mee aan het onderzoek. Bij de bezoeken op de betrokken scholen werd duidelijk dat freerunning leeft bij de leerlingen, zowel in de lessen bewegingsonderwijs als tijdens clinics, keuzewerktijd en schoolpauzes. De betrokken scholen konden 'freerunning van de straat' veilig en toegankelijk aanbieden tijdens de lessen bewegingsonderwijs en schoolsportactiviteiten. Volgens het netwerk Freesport kennen de freerunninglessen drie belangrijke succesfactoren: leerlingen kunnen deelnemen op eigen speelse wijze; de activiteit is grensverleggend; er is een dvd of website beschikbaar met beeldmateriaal als didactisch hulpmiddel voor leerlingen. Uit het freerunningonderzoek blijkt dat de beoogde opbrengsten van vier freerunninglessen vooral worden bereikt bij de betere leerlingen (experts en masters) en nog niet bij alle leerlingen (rookies). Er zijn aanwijzingen dat naast het karakter van freerunning als freesportactiviteit ook het pedagogischdidactisch klimaat tijdens de les een rol speelt. Heel belangrijk is dat er tijdens de lessen een klimaat heerst waarin gevoelens van autonomie en competentie worden bevorderd bij alle leerlingen. Alleen dan gaan leerlingen op eigen speelse wijze in op de verschillende bewegingsuitdagingen van freerunning. Bron: www.bewegingsonderwijs.slo.nl 5

Doorkijkjes Freesport Er is binnen de vakwereld veel behoefte aan digitale beelden met verschillende deelnameniveaus voor de eigen professionalisering en het gebruik als didactisch hulpmiddel voor leerlingen (Duteweerd, 212). Daarom heeft SLO negen freesportachtige activiteiten in kaart gebracht bij diverse scholen en als doorkijkjes op video gezet: bodyboarden, golfsurfen, rollsurfen, digi rope skipping, freerunning, discgolf, skiff-roeien, slingeren en YOU.FO. Deze doorkijkjes zijn te vinden opwww.freesport.slo.nl. SLO wil met deze videobeelden docenten inspireren om aandacht te besteden aan freesport, zowel qua inhoud als qua pedagogisch-didactische aanpak bij reguliere en actuele beweeg- en sportactiviteiten.. Motivatie bij freesport Met freesport verbreden en vernieuwen scholen het beweeg- en sportsportaanbod tijdens de lessen bewegingsonderwijs en de schoolsport. Bovendien ontdekken leerlingen nieuwe beweeg- en sportmogelijkheden in de fysieke (woon)omgeving. Freesport als verschijningsvorm nodigt leerlingen uit om op eigen speelse wijze in te gaan op verschillende bewegingsuitdagingen die passen bij de activiteit. Bij bewegingsonderwijs is het belangrijk dat er een pedagogisch-didactisch klimaat heerst dat die speelse houding stimuleert bij leerlingen. Alleen dan bevordert freesport gevoelens van autonomie en competentie en hechten leerlingen waarde aan het motief beweegplezier. Dit leidt tot een positieve waardering van bewegingsonderwijs, inzet en betrokkenheid bij bewegingsonderwijs en toename van het activiteitsniveau (zie figuur 5. Motivatie bij freesport). Figuur 5. Motivatie bij freesport Bewegen beleven In het Basisdocument bewegingsonderwijs voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs.(brouwer, 27, 212) staan zes leerlijnen van actuele activiteiten als klimmen, schaatsen en mountainbiken. De twee freesportleerlijnen freerunning en freebiking zijn daarop een aanvulling. De doorkijkjes freesport laten zien dat scholen diverse actuele activiteiten in hun programma opnemen. Daarbij gaat het er om dat leerlingen beter worden in verschillende freesporten (kwaliteitssleutel bewegen verbeteren), maar vooral dat zij het bewegen leren beleven. Bij de ontwikkellijn bewegen beleven leren leerlingen op eigen speelse wijze in te gaan op allerlei verschillende bewegingsuitdagingen en het bewegen te waarderen. Leerlingen leren een onderscheid te maken tussen de aangeboden activiteiten en hun eigen wensen en mogelijkheden. Zij leren initiatieven te nemen om méér te ervaren en verdere mogelijkheden/ perspectieven te ontdekken. Als leerlingen eenmaal de 'gein' van bewegen hebben doorvoeld, dan zitten zij er voor het leven aan vast. Literatuur Aelterman, N., Vansteenkiste, M., Van Keer, H., Van den Berghe, L., De Meyer, J., & Haerens, L. (212). Students objectively measured physical activity levels and engagement as a function of Bron: www.bewegingsonderwijs.slo.nl 6

between-class and between-student differences in motivation towards physical education. Journal of Sport & Exercise Psychology, 34, 457-48. Bax, H. (21). De samenleving over de kwaliteit van bewegen & sport op school: Een spiegel voor de vakwereld. Zeist: Jan Luiting Fonds. Brouwer, B., Houthoff, D., Massink, M., Mooij, C., Mossel, G. van, Swinkels, E. & Zonnenberg, A. (27, 212). Basisdocument bewegingsonderwijs voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Zeist: Jan Luitingfonds. Deci, E.L & Ryan R.M. (1985). Intrinsic motivation and self-determination in human behaviour. New York: Plenum Press. Deci, E.L & Ryan R.M. (2). The 'what' and 'why' of goal pursuits: Human needs and the selfdetermination of behaviour. Psychological Inquiry, 11, 227-268. Deci, E.L. & R.M. Ryan (22), Handbook of self-determination research. Rochester: University of Rochester Press. Duteweerd, L. (212). Werken aan Kwaliteit Bewegen en Sport. Enschede: SLO. Haerens, L., Kirk, D., Cardon, G. De Bourdeaudhuij, L. & Vansteenkiste, M. (21). The quality and quantity of motivation for secondary school physical education and its relationship to the adoption of physically active lifestyle among university students. European Physical Education Review 16 (2), 117 139. Lucassen, J. & Wisse, E. (red.) (211). Sporten op de grens. Studies over leefstijlsporten. Nieuwegein: Arko Sports Media. Massink, M. (21). Wenden en keren: freerunning of turnen leren. Lichamelijke Opvoeding, 98, (11), 25-27. Mossel, G. van & Stegeman, H. (27). Vaksecties LO en de ervaringen van hun leerlingen. In H. Stegeman (red.). Naar beter bewegingsonderwijs. Over de kwaliteit van sport en bewegen op school (pp. 163-229). s-hertogenbosch: W.J.H. Mulier Instituut. Mossel, G. van (214). Freerunning in het voortgezet onderwijs. Onderzoeksrapport over freerunninglessen, motivatie en deelnamemotieven. Enschede: SLO. Ryan, R.M. & Deci, E.L. (27). Active Human Nature. In Hagger, M.S. & Chatzisarantis (red.), Intrinsic Motivation and Self-Determination in Exercise and Sport (pp. 1-19). Champaign: Human Kinetics. Stegeman, H. (red.) (27). Naar beter bewegingsonderwijs. Den Bosch/Nieuwegein: W.J.H. Mulier Instituut/Arko Sports Media. Stuij, M, Wisse, E., Mossel, G. van, Dool, R. den, Lucassen, J. (211). School, Bewegen en Sport. 's- Hertogenbosch: W.J.H. Mulier Instituut. Stuij, M & Wisse, E (211). Plezier in bewegen, beste garantie voor actieve leefstijl. Lichamelijke opvoeding 99 (2), 31-33. Bron: www.bewegingsonderwijs.slo.nl 7