Instelling SoCompact Van Eeckhoutte, Taquet & Clesse www.bellaw.be Onderwerp Onderbrekingsuitkeringen bij tijdskrediet: belangrijke wijzigingen vanaf 1 januari 2012 Datum 6 januari 2012 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u geen recht verleend op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt geen advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch een van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. M&D Seminars 2012 M&D SEMINARS Eikelstraat 38 9840 De Pinte T 09 224 31 46 F 09 225 32 17 info@mdseminars.be www.mdseminars.be
Blijf op de hoogte over ons kantoor, seminaries en het laatste sociaalrechtelijk nieuws 1-2012 - 30 december t.e.m. 5 januari Onderbrekingsuitkeringen bij tijdskrediet: belangrijke wijzigingen vanaf 1 januari 2012 KB 28 december 2011 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking (BS 30 december 2012, vijfde editie) 1. Situering Om een betere combinatie van gezin en arbeid mogelijk te maken, voorziet de CAO nr. 77bis in 3 stelsels van schorsing of vermindering van de arbeidsprestaties: - een recht op een tijdskrediet (hetzij door de arbeidsprestaties volledig te schorsen, hetzij door de arbeidsprestaties te verminderen tot een halftijdse betrekking); Dat is tijdskrediet in de enge betekenis van het woord. Tijdskrediet in de brede betekenis van het woord omvat de 3 stelsels waarin de CAO nr. 77bis voorziet. - een recht op een 1/5-loopbaanvermindering; - een recht voor werknemers van 50 jaar en ouder op een vermindering van de arbeidsprestaties (hetzij door een 1/5-loopbaanvermindering, hetzij door een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking). De CAO nr. 77bis is het juridische instrument dat bepaalt onder welke voorwaarden een werknemer recht heeft op tijdskrediet. Aan de werknemers die met toepassing van de CAO nr. 77bis tijdskrediet nemen, kan een door de RVA betaalde onderbrekingsuitkering worden toegekend. De toekenningsvoorwaarden en het bedrag van die onderbrekingsuitkeringen zijn bepaald in een koninklijk besluit van 12 december 2001. De voorwaarden die moeten vervuld zijn opdat een werknemer recht zou hebben op tijdskrediet (bepaald in de CAO nr. 77bis) en die welke moeten vervuld zijn opdat een werknemer recht zou hebben op onderbrekingsuitkeringen (bepaald in het koninklijk besluit van 12 december 2001) zijn niet volledig gelijklopend. Zo kan het zijn dat een werknemer wel recht heeft op tijdskrediet overeenkomstig de CAO nr. 77bis, maar dat daarvoor geen onderbrekingsuitkeringen kunnen worden toegekend. In uitvoering van het regeerakkoord wordt het koninklijk besluit van 12 december 2001 met ingang van 1 januari 2012 gewijzigd. Algemeen gesproken, hebben de aangebrachte wijzigingen tot gevolg dat de mogelijkheden om in geval van tijdskrediet aanspraak te kunnen maken op de toekenning van een onderbrekingsuitkering beperkter worden. Aan het recht op tijdskrediet zelf, is in de CAO nr. 77bis (nog) niets gewijzigd.
Hieronder krijgt u een overzicht van de voornaamste regels m.b.t. het recht op onderbrekingsuitkeringen volgens de nieuwe maatregelen. Om recht te hebben op onderbrekingsuitkeringen moet de werknemer bovendien aan de voorwaarden van de CAO nr. 77bis voldoen. Die (ongewijzigde) voorwaarden zijn niet vermeld in de onderstaande tekst. 2. Onderbrekingsuitkeringen bij "gewoon" tijdskrediet (zonder bijzonder motief) De werknemer die een beroepsloopbaan als loontrekkende van ten minste 5 jaar heeft doorlopen en door een arbeidsovereenkomst met zijn huidige werkgever is verbonden gedurende ten minste 2 jaar, heeft, wanneer hij tijdskrediet neemt, recht op onderbrekingsuitkeringen beperkt tot een equivalent van een volledige schorsing van de arbeidsprestaties van maximum 12 maanden gedurende de volledige beroepsloopbaan. Dat equivalent kan opgenomen worden onder de vorm van: - ofwel 12 maanden volledige schorsing van de arbeidsprestaties; - ofwel 24 maanden vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking; In deze hypothese vermindert de maximale uitkeringsperiode. Vóór 1 januari 2012 was het recht op onderbrekingsuitkeringen bij vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking beperkt tot maximum 60 maanden gedurende de volledige beroepsloopbaan. - ofwel 60 maanden 1/5-loopbaanvermindering; - ofwel een combinatie van die stelsels tot een voltijds equivalent van 12 maanden. Werknemers die hun recht op ouderschapsverlof voor alle rechtgevende kinderen hebben uitgeput en onmiddellijk aansluitend op het ouderschapsverlof hun arbeidsprestaties volledig schorsen of verminderen, moeten geen beroepsloopbaan van minimum 5 jaar en geen anciënniteit van 2 jaar bij de huidige werkgever hebben om aanspraak te kunnen maken op onderbrekingsuitkeringen. 3. Bijkomend recht op onderbrekingsuitkeringen in geval van tijdskrediet voor zorgtaken of opleiding De werknemer die door een arbeidsovereenkomst is verbonden met zijn huidige werkgever gedurende ten minste 2 jaar, heeft een bijkomend recht op onderbrekingsuitkeringen van maximaal 36 maanden voor een volledige vermindering van de arbeidsprestaties, een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking of een 1/5-loopbaanvermindering om: - voor zijn kind te zorgen tot de leeftijd van 8 jaar; - palliatieve verzorging te verlenen; - een zwaar ziek gezins- of familielid te verzorgen of bij te staan; - bepaalde opleidingen te volgen. Het gaat om een bijkomend recht: de betrokken werknemer kan dus 12 maanden onderbrekingsuitkeringen (of een equivalent dat daarmee overeenstemt) bekomen in geval van tijdskrediet zonder bijzonder motief en daarenboven 36 maanden onderbrekingsuitkeringen in geval van tijdskrediet voor zorgtaken of opleiding. Dat brengt het totaal op 48 maanden. Vóór 1 januari 2012 was het recht op onderbrekingsuitkeringen bij volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst voor zorgtaken of opleiding, beperkt tot maximum 60 maanden gedurende de volledige beroepsloopbaan. Anders dan bij tijdskrediet zonder bijzonder motief, gaat het hier om een kalenderperiode van 36 maanden, die niet proportioneel verrekend wordt bij opname in een deeltijdse formule. Dus wanneer de werknemer zijn arbeidsprestaties bijvoorbeeld met de helft vermindert om een opleiding te volgen, heeft dat niet tot gevolg dat er een bijkomend recht van 72 maanden ontstaat. Het bijkomend recht blijft maximaal 36 maanden. 4. Bijkomend recht op onderbrekingsuitkeringen in geval van tijdskrediet voor zorg voor een gehandicapt of ziek kind De werknemer die door een arbeidsovereenkomst is verbonden met zijn huidige werkgever gedurende ten minste 2 jaar, heeft een bijkomend recht op onderbrekingsuitkeringen van maximaal 48 maanden voor een volledige vermindering van de arbeidsprestaties, een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking of een 1/5-loopbaanvermindering om: - zorg te dragen voor zijn gehandicapt kind tot de leeftijd van 21 jaar;
- bijstand of verzorging te verlenen aan zijn zwaar ziek kind of aan een zwaar ziek kind dat deel uitmaakt van zijn gezin. Ook in dit geval gaat het om een bijkomend recht: de betrokken werknemer kan dus 12 maanden onderbrekingsuitkeringen (of een equivalent dat daarmee overeenstemt) bekomen in geval van tijdskrediet zonder bijzonder motief en daarenboven 48 maanden onderbrekingsuitkeringen in geval van tijdskrediet voor zorg voor een gehandicapt of zwaar ziek kind. Dat brengt het totaal op 60 maanden. Vóór 1 januari 2012 was het recht op onderbrekingsuitkeringen bij volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst voor zorgtaken, ook beperkt tot maximum 60 maanden gedurende de volledige beroepsloopbaan. Anders dan bij tijdskrediet zonder bijzonder motief, gaat het hier om een kalenderperiode van 48 maanden die niet proportioneel verrekend wordt bij opname in een deeltijdse formule. Dus wanneer de werknemer zijn arbeidsprestaties bijvoorbeeld met 1/5 vermindert om voor zijn gehandicapt kind te zorgen, heeft dat niet tot gevolg dat er een bijkomend recht van 240 maanden ontstaat. Het bijkomend recht blijft maximaal 48 maanden. 5. Onderbrekingsuitkeringen bij tijdskrediet op het einde van de beroepsloopbaan De werknemer met een beroepsloopbaan van minstens 25 jaar heeft recht op onderbrekingsuitkeringen vanaf de leeftijd van 55 jaar in geval van een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking of in geval van een 1/5-loopbaanvermindering. Die onderbrekingsuitkeringen kunnen worden toegekend zonder maximumduur. Die onderbrekingsuitkeringen voor 55-plussers zijn hoger dan de onderbrekingsuitkeringen in de hierboven beschreven hypothesen. Vóór 1 januari 2012 werden de hogere onderbrekingsuitkeringen toegekend vanaf de leeftijd van 51 jaar. Bovendien volstond een beroepsloopbaan van 20 jaar om recht te hebben op de hogere uitkeringen. Voor werknemers die voorafgaand aan de vermindering van de arbeidsprestaties actief zijn geweest in een zwaar beroep dat voorkomt op de lijst van de knelpuntberoepen, wordt de leeftijd van 55 jaar op 50 jaar gebracht. Die afwijking voor werknemers die een zwaar beroep hebben uitgeoefend, bestond niet vóór 1 januari 2012. Die werknemers konden overeenkomstig de algemene regel maar vanaf 51 jaar aanspraak maken op de hogere onderbrekingsuitkeringen. 6. Inwerkingtreding De hierboven gesignaleerde regels zijn van toepassing op alle eerste aanvragen of verlengingsaanvragen voor onderbrekingsuitkeringen die ingaan na 31 december 2011. In afwijking daarvan blijven de oude regels van toepassing: - op alle eerste aanvragen of verlengingsaanvragen voor onderbrekingsuitkeringen die vóór 24 december 2011 werden ontvangen bij de RVA, voor zover de werkgever vóór 28 november 2011 schriftelijk op de hoogte werd gebracht door de werknemer; - voor de werknemer van minstens 50 jaar die in 2011 reeds onderbrekingsuitkeringen genoot in het stelsel van tijdskrediet op het einde van de loopbaan, bij de eerste verlengingsaanvraag na 31 december 2011. Ann Taghon. Meer informatie over dit onderwerp is te vinden in het Sociaal Compendium 11-12, hét standaardwerk van het Belgisch arbeids- en socialezekerheidsrecht (www.sociaalcompendium.be)
SoCompact is het e-zine van Van Eeckhoutte, Taquet & Clesse. Drie Koningenstraat 3, 9051 Gent/SDW T: 09/220 82 00 - info.ve@bellaw.be - www.bellaw.be