LUCHTVAARTCLUB LENTICULARIS Februari 2010 RegeIs voor het gebruik van het modelvliegveld 1. Gebruikers: 1.1 Leden van Lenticularis 1.2 Gasten van Lenticularis. (zie toelichting A) 2. Publiek: 2.1 Het publiek volgt de aanwijzingen van de baancommissie of de vliegers op. 2.2 Het publiek dient zich op te houden binnen het daarvoor aangewezen toeschouwers gebied. 2.3 Minimale vlieghoogte buiten het model vliegveld is 50 meter. Het is verboden buiten het aangewezen vlieggebied te vliegen,het vlieggebied is op het frequentiebord ingetekend. De maximale vliegafstand, in welke richting dan ook, bedraagt volgens onze geluidsvergunning 400m van af het midden van het veld. 3. Eisen aan de gebruikers (vliegers). 3.1 Vliegers zijn lid of gast van Lenticularis. 3.2 Vliegers hebben een geldig brevet en kunnen aantonen W A verzekerd te zijn, waarbij het vliegen met modelvliegtuigen niet mag zijn uitgesloten van dekking. Zo niet, dan kan alleen onder toezicht van een instructeur gevlogen worden. 3.3 Dagelijks mag er gevlogen worden met inachtneming van de volgende regels: Op doordeweekse dagen vanaf 10.00 u. tot 19.00 u. met 5 brandstof motormodellen tegelijk en van 19.00 u. tot 21.30 u met 3 brandstof motor -modellen tegelijk op zondag en feestdagen vanaf 11.00 u. Buiten deze uren mag niet gevlogen worden met wat voor modellen dan ook. Alle brandstof motor- modellen dienen zodanig van geluiddemping voorzien te zijn, dat voldaan wordt aan een maximaal geluidsniveau modelvliegtuig op een referentie afstand van 7 meter = 80 db(a). Van elk motormodel moet een geluidsrapport aanwezig zijn in de kantine en op aanvraag getoond kunnen worden. Crashes dienen eveneens gerapporteerd te worden middels een in de kantine aanwezig crashrapport, ook deze dienen op aanvraag getoond te kunnen worden. De onfortuinlijke' Vliegers dienen hier zelf voor zorg te dragen. 3.4 R.C. vliegers dienen een PTT type goed gekeurde zender met een door de PTT aangewezen frequentie kanaal op 35 MHz, of 40 MHz te of een zender op de 2,4 GHz te gebruiken. 3.5 R.C vliegers staan te vliegen vanaf een plaats, in onderling overleg bepaald, aangegeven door een rode pylon, en vliegen allen in een van te voren afgesproken richting, aangegeven door een grote gele pijl op het veld. Dit om misverstanden te voorkomen. 3.6 R.C. vliegers maken gebruik van het frequentiebord in dien men op de 35 MHz of 40MHZ opereert.. De antenne van een in gebruik zijnde zender moet voorzien zijn van de frequentieknijper met het corresponderende kanaalnummer. Op het knijperbord dient de naamknijper achtergelaten te worden, gastvliegers krijgen een gastenknijper. Deze Freq. Knijpoer geld niet voor de 2,4 Ghz apparatuur. 3.7 De gastvliegers dienen hun brevet bij zich te dragen en aan kunnen tonen W A verzekerd te zijn, waar bij het vliegen met modelvliegtuigen niet mag zijn uitgesloten van dekking. 3.8 Communicatie tussen de modelvliegers is van essentieel belang,dit zijn de standard calls voor de volgende vlucht fasen. 1)Het modelvliegtuig staat gereed om op te stijgen,modelvlieger checkt de baan vrij en zegt hardop,,take-off 2)Het modelvliegtuig bereid zich voor om te gaan landen,modelvlieger zegt hardop,,landing 3) motor slaat onverwacht af, modelvlieger zegt 2 x hardop,noodlanding,noodlanding. 4) modelvlieger haalt zijn vliegtuig op hij zegt hardop,, Man op de Baan,5) na ophalen model zegt de modelvlieger,, Baan Vrij 4.Zweefvliegers line-off: 4.1 Bij lier starten van zweefvliegtuigen, startlijnen moeten ten alle tijden buiten het start en landingsterrein en de pit blijven. De zweefvlieger bevindt zich tijdens de lier start achter zijn zweefvliegtuig, is hij afgekoppeld en in een stabiele vlucht fase dan begeeft de zweefvlieger zich bij de overige vliegers, hier voor dient wel een helper aanwezig te zijn om hem naar de andere vliegers te begeleiden,indien dit niet mogelijk is zal er niet gelijktijdig motor en zweef gevlogen worden. 4.2 Wordt het zweefvliegtuig op gesleept door een motor vliegtuig dan staan beide vliegers achter het zweefvliegtuig, na afkoppelen begeven de vliegers zich naar de overige vliegers zoals in punt 4.1 4.3 Electro zwevers die middels een hand start het luchtruim kiezen,kunnen met het model naar de baan lopen, geeft de call take-off lanceren het model en komen terug naar de overige vliegers.
4.4 In overleg met de baancommissie of bestuur wordt in afwijkende gevallen een aparte zweefvliegplaats aangewezen, onverminderd het gestelde in 4.1. 4.3 Voordat een zweefmodel met een lijn wordt gestart, wordt d.m.v een geluidssignaal hierop de aandacht van de overige vliegers gevestigd. Er moet worden gewacht tot andere in de buurt zijnde modellen weg zijn. De andere vliegers dienen zich hieraan te conformeren. 5.Lijnbesturing 55.1 Het vliegen met lijn besturingsmodellen vindt in overleg met de R.C. vliegers plaats op het start en landingsterrein. 5.2 Tijdens het vliegen met lijn besturingsmodellen wordt er niet door andere klassen gevlogen. 5.3 Op de Zondag en Woensdagavond wordt er niet met lijnbesturing gevlogen. (woensdagavond is een lesavond voor de R.C. vliegers) 5.4 Ook de lijn besturingsvliegers maken gebruik van de pit. Dus als er niet word gevlogen is de start en landingsstrip vrij van obstakels. 1 De voor de lijnbesturing geldende veiligheidsmaatregelen dienen in acht genomen te worden. (zie toelichting B). 6.Helikopters / 3 D vliegen 6.1 Het vliegen met helikopters vindt in overleg met de overige vliegers plaats. 6.2 Hoveren op het start en landingsterrein is niet toegestaan. 6.3 Voor het hoveren is in het algemeen de zuid westhoek van het veld de aangewezen plek. In dien de windrichting van dien aard is dat deze plaats problemen oplevert zal in overleg met de vleugel vliegtuig modelvliegers beslist worden over een meer geschikte hover plaats. 6.4 Indien de heli vlieger beslist om de hover plaats te verlaten dan gaat hij deelnemen aan het overige vliegverkeer dan begeeft hij zich naar de overige vliegers. Dit i.v.m. met communicatie. 6.5 Tijdens het vliegen van een 3 D programma voor heli of 3 D vleugel vliegtuigen zal er geen ander verkeer mogelijk zijn. 7.Jet vliegen 7.1 Het opstarten van modelvliegtuigen aangedreven door een turbine zal plaats vinden op de daarvoor aangewezen plaatsen om geluid overlast in de pits te beperken. 7.2 Bij de opstart plaats voor jet vliegtuigen dient een werkende brandblusser aanwezig te zijn. 7.3 Voor jet vliegtuigen gelden de zelfde regels als voor motorvliegtuigen, gezien de hogere snelheden wordt het ten sterkste aan bevolen dat naast de model jet vlieger een helper staat die mede het luchtruim bewaakt en de modelvlieger informeert als er een dreiging van een mid-air bosting kan ontstaan. 7.4Lenticularis volgt de richtlijnen voor gasturbines aangedreven modelvliegtuigen uit gegeven door de KNVvL Commissie Instructie en Veiligheid November 2006 7. Algemeen: 7.1 Vliegers zetten hun toestel bij het starten van de motor zo mogelijk vast. 7.2 Taxien in de pit dient zoveel mogelijk voorkomen te worden en geschiedt altijd op een zodanige manier dat vliegtuigen en vliegers niet in gevaar gebracht worden. 7.3 Het testen en of inlopen van motoren dient in de pits te gebeuren en niet op het terras. 7.4 Een ieder dient er rekening mee te houden dat er geen brandstof mag worden gemorst en in de bodem terechtkomt,een retourleiding is derhalve verplicht. Elke vlieger zorgt dat het veld schoon wordt gehouden. Vooral propeller resten en vergeten gereedschap kunnen de maaimachine ernstig beschadigen. 7.5 Als het veld wordt gemaaid, wordt er niet gevlogen. 7.6 Modelvliegtuigen dienen voorzien te zijn van naam, adres en telefoon nummer van de eigenaar.
7.7 Bij het niet of niet juist naleven van de regels zoals in dit reglement omschreven,kan aan de overtreder door de baancommissie in overleg met het dagelijks bestuur een begeleider of instructeur worden toe gewezen, zulks om het vlieggedrag in positieve zin te beïnvloeden. Bij ernstigen / of regelmatig overtreding van het gestelde in dit reglement kan door de baancommisie in overleg met het dagelijks bestuur een vliegverbod worden opgelegd van maximaal 14 dagen Toeliehling A: Gasten melden zich bij voorkeur I dag van tevoren bij het serelariaal: lenticularis2009@hotmail.com Zij moelen een brevel bezitten en aan kunnen tonen W A verzekerd Ie zijn, waarbij hel vliegen mel modelvliegtuigen niel mag zijn uilgesloten van dekking. Wij vragen een bijdrage in de koslen van onderhond van hel vlieglerrein. Deze koslen bedragen 10% van de jaarconlributie per dag. Toeliehling B: Hieronder valt: Basisregels lijnbeslnring KNVvL. (Fly-by-Wire) Gedurende het jaar 2010 zullen de regels voor het gebruik van het modelvliegveld naar de standerd van de KNVvL Basis Veiligheidsreglement Modelvliegsport (BVM) worden aan gepast. Het bestuur Lenticularis