De sonatevorm 1. Kies 2 tot 5 klanken die je met je lichaam kan maken. Noteer ze hier: 2. Kies een maatsoort: Noteer indien nodig de ritmetabel van die maatsoort op een kladblad. 3. Schrijf een thema van 4 maten. Gebruik voor elke klank een lijn van de notenbalk. Je partituur ziet er dus bijvoorbeeld zo uit: 1 e lijn: stampen, 3 e lijn klappen, 5 e lijn knippen. Welke lijn gebruik je voor welke klank? 4. Schrijf een contrastrerend 2e thema van 4 maten. Contrastrerend betekent dat het een tegenstelling moet vormen met je eerste thema. Je kan kiezen op welk gebied, bijvoorbeeld: - Als je in het eerste thema vooral trage ritmes gebruikte, kan je nu snelle ritmes gebruiken of omgekeerd. - Je kan andere klanken gebruiken. Als je dat doet, plaats die dan op een lijn die je nog niet gebruikte in het eerste thema, en schrijf die klank er ook bij bij Welke lijn gebruik je voor welke klank?. - Je kan een andere dynamiek gebruiken. -... 5. In het volgende stukje moet je gaan spelen met motieven uit het eerste en/of tweede thema. Kies enkele motieven uit je thema s die je aanspreken en noteer ze hier. Plaats tussen de verschillende motieven telkens een dubbele maatstreep.
6. Schrijf nu een stukje van 8, 12 of 16 maten, waarin je deze motieven gebruikt. Je kan ze herhalen en met elkaar combineren. Je mag ook nog nieuw materiaal toevoegen. Dit gedeelte noemen we de ontwikkeling. 7. Nu gaan we alle onderdelen aan elkaar plakken tot een muziekstuk. Eerst het eerste thema, dan het tweede thema. Als je dat wil mag je hier een herhalingsteken plaatsen. Dan de doorwerking, dan nog eens het eerste thema en het tweede thema, en eventueel mag je nog een slot toevoegen. 8. Proficiat, je hebt een stuk in de sonatevorm geschreven!
De sonatevorm De sonatevorm is een van de meest gebruikte vormen in de muziekgeschiedenis. De grote lijnen van een sonatevorm zijn zeer eenvoudig. Luister naar het eerste deel van de sonate nr. 4 in sol groot van J. Haydn. Welke vorm hoor je? O AABB O AABA O AABA O AABC Een stuk in de sonatevorm zal altijd deze vorm hebben. Maar het is ingewikkelder dan dat. Laten we elk deel van naderbij bekijken. 1. A Het A-deel van een sonatevorm wordt de expositie genoemd. Hierin worden 2 thema s voorgesteld. Deze thema s vormen vaak een groot contrast met elkaar. Soms komt er eerst een inleiding, maar meestal begint een sonatevorm meteen met het eerste thema. Tussen de twee thema s zit vaak een overgangsdeeltje: de brug. Het eerste thema staat altijd in de hoofdtoonaard van het stuk, de tweede staat in de dominanttoonaard. Als het stuk in een kleine toonaard staat, dan staat het tweede thema in de paralelle grote toonaard. De brug dient dus ook om te moduleren naar die nieuwe toonaard. Op het einde komt er nog een stukje om dit deel te beëindigen: de codetta. Meestal wordt de expositie herhaald. Thema 1 Brug Thema 2 Codetta Luister naar Eine Kleine Nachtmusik van W.A. Mozart. Welke contrasten hoor je tussen het eerste en het tweede thema? Begin van het eerste thema: Begin van het tweede thema:
Vaak wordt het eerste thema het mannelijk thema genoemd, en het tweede het vrouwelijk thema. Dit komt omdat het eerste thema vaak ritmisch en krachtig is, en het tweede thema een lyrischer karakter heeft. Dit is echter niet altijd het geval. 2. B In het B-deel mag de componist zijn zin doen. Hij mag nieuw materiaal gebruiken, maar hij mag ook stukjes uit het A-deel hernemen. In dit deel moduleert de componist vaak naar andere toonaarden. Dit deel wordt de doorwerking genoemd. 3. A Dit deel noemt men de re-expositie. Beide thema s worden hernomen, maar nu staan ze allebei in de dominanttoonaard. Tussen de twee thema s zit weer een brug, maar hierin wordt ditmaal niet gemoduleerd. Daarna volgt de coda om het stuk af te sluiten. Samengevat ziet het er zo uit: Expositie (A) Ontwikkeling (B) Re-expositie (A ) Inleiding (eventueel) 1 e thema: tonica Brug 2 e thema: dominant of paralleltoonaard Codetta Thematisch materiaal uit 1 e en 2 e thema, eventueel vermengd met nieuw materiaal. 1 e thema: tonica Brug 2 e thema: tonica Coda Opgelet: Een componist past dit schema niet altijd letterlijk toe. Sommige sonates hebben bijvoorbeeld geen brug, codetta of coda. Ook de hierboven beschreven modulaties naar de dominanttoonaard of parallelle toonaard kloppen niet voor elk stuk in de sonatevorm. Welke stukken staan in de sonatevorm? De sonatevorm vind je op erg veel plaatsen terug. Het eerste deel van een sonate, een sonatine, een symfonie of een concerto staan in deze vorm. Waarom staan zo veel stukken in de sonatevorm? De sonatevorm is eigenlijk een erg logische vorm, omdat er symmetrie en herhaling inzit. De basis van de sonatevorm is erg eenvoudig: het stuk vertrekt in rust (een thema in de hoofdtoonaard), bouwt langzaamaan spanning op (een thema in een andere toonaard, veel modulaties in de doorwerking) en keert terug naar rust (beide thema s in de hoofdtoonaard. Dit principe komt niet enkel voor in muziek, veel verhalen, films, toespraken, strips,... zitten net hetzelfde in elkaar.
Zelfs veel popliedjes lijken qua vorm erg op de sonatevorm. Analyseer Poker Face van Lady Gaga als een sonatevorm. Duid in de tekst de expositie, doorwerking en re-expositie aan. Wat is het eerste en het tweede thema? Poker Face (4x) I wanna hold 'em like they do in Texas Plays Fold 'em, let 'em hit me, raise it Baby stay with me (I love it) Luck and intuition Play the cards with spades to start And after he's been hooked I'll play the one that's on his heart Oh o-oh oh oh, o-o-o-o-o-oh I'll get him hot, show him what I've got Can't read my, can't read my No, he can't read my poker face (She's got me love nobody) I wanna roll with him, a hard pair we will be A little gamblin' is fun when you're with me (I love it) Russian Roulette is not the same without a gun And baby when it's love, if it's not rough it isn't fun (fun) Oh o-oh oh oh, o-o-o-o-o-oh I'll get him hot, show him what I've got Can't read my, can't read my No, he can't read my poker face (She's got me love nobody)
I won't tell you that I love you, kiss or hug you 'Cause I'm bluffin' with my muffin I'm not lying, I'm just stunnin' with my love-glue-gunning (ma) Just like a chick in a casino, take your bank before I pay you out I promise this, promise this Check this hand 'cause I'm marvelous Can't read my, can't read my No, he can't read my poker face (She's got to love nobody) (6x) (She's got to love nobody) p-p-p-poker face, p-p-poker face (m-m-m-ma) p-p-p-poker face, p-p-poker face (m-m-m-ma) Welke verschillen zijn er tussen de sonatevorm en een popliedje als Poker Face?