Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag Ministerie van Infrastructuur en MIlieu Plesrnan.vt:g 1 6 Den Haag Postbus 20901 2500 EX Oen Haag ZI)11051872/S~'A/Si.6 Oatum Betreft 1 5 AUG 20\1 Wob-verzoek Geachte Op 20 juni 2011 heeft u met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) per e-mail verzocht om alle stukken die gaan over of betrekking hebben op de steekproef bij 8 handelaren of leveranciers van coproducten. De steekproef resulteerde in het rapport "Afvalstoffen bij covergisting" van 23 februari 2011. BIJ brief van 27 Juni 2011, (kenmerk 201l049119/RdG/M&O), is de termijn om tot een beslissing te komen met ten hoogste vier weken verdaagd tot uiterlijk 15 augustus 2011. Wettelijk kader Op UV" verzoek is de Wob van toepassing, die voor zover hier relevant Ilet volgende bepaalt. Op grond van artikel 3, eerste lid, van de Wob kan een ieder een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten aan een bestuursorgaan. Uitgangspunt van de Wob is dat informatie openbaar is in het belang van een goede en democratische bestuursvoering. Op grond van artikel 3, vijfde lid, van de Wob wordt een verzoek om informatie ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 10 en 11 van deze wet. Deze bepalingen voorzien in een aantal uitzonderingen en beperkingen. Ingevolge artikel 10, tweede Iid, onder e van de Wob blijft het verstrekken van informatie ingevolge deze wet eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.
Jngevolge artikel 10, tweede lid, onder 9 van de Wob, blijft het verstrekken van informatie ingevolge deze wet eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel derden. Ministerie uan Inrrastructuur en Milieu. 2ûlI051S71iS~1A/5&.8 In artikel 10, zesde lid, van de Wob, is bepaald dat het tweede lid, aanhef en onder 9 niet van toepassing op het verstrekken van milieu-informatie. Beoordeling van uw verzoek In uw verzoek geeft u aan a!le stukken verband houdend met de steekproef bij acht bedrijven 00 het gebied van covergisting te willen ontvangen.. 1 Ik heb de bedrijven en betrokken overheden met toepassing van artikel 4: 8 van de Algemene wet bestuursrecht om een zienswijze' gevraagd. Daarvan hebben in totaal 4 bedrijven gebruik gemaakt. Drie van de Vier bedrijven geven aan bezwaren te hebben tegen verstrekking van de gevraagde stukken, in ieder geval voor zover deze stukken niet zijn geanonimiseerd. Eén bedrijf geeft toestemming voor het verstrekken van de stukken en heeft geen problemen met het vermelden van de bedrijfsnaam. Overwegingen ten aanzien van uw verzoek Bij de beoordeling heb ik een belangenafweging verricht tussen het algemeen belang van openbaarmaking met het oog op een goede en democratische bestuursvoering en!let belang van de betrokken bednjven. Bezwaren Uit de zienswijzen van drie individuele bedrijven blijkt, dat zij bevreesd zijn voor reputatieschade. Deze vrees kan gekwalificeerd worden als het belang van het voorkomen van onevenredige benadeling van betrokken bedrijven, als bedoeld in artikel 10, lid 2 onder g van de Wob. Deze bedrijven kunnen door het openbaar maken van de namen mogelijk onevenredig worden benadeeld. De gevraagde stukken en de daarin voorkomende namen van de bedrijven vormen volgens de jurisprudentie milieu-informatie. Onevenredige benadeling van betrokken bedrijven kan vanwege het feit, dat het om milieu-informatie gaat en de uitwnderingsgrond van artikel 10, lid 6 van de Wob niet leiden tot het afschermen van de namen van de bedrijven. Tot slot ben ik van mening dat het noemen van namen van natuurlijke personen onnodig inbreuk zal maken op de persoonlijke levenssfeer van die natuurlijke personen en niet opweegt tegen het belang van openbaarmaking. Met een beroep op artikel 10, tweede lid, sub e van de Wob zijil door mij enkele documenten geschoond van de namen van de natuurlijke personen door deze zwart te maken. Pagina 2 van 4
Plaatsing op internet De stukken die met dit besluit voor een ieder openbaar worden, zullen op de internetsite van het ministerie van Infrastructuur en IVJilieu worden geplaatst. Beslissing Uw verzoek om openbaarmaking op grond van de Wob wijs ik derhalve toe voor wat betreft alle in mijn bezit zijnde informatie maar wijs ik af voor zover het betreft de namen van natuurlijke personen, genoemd in die stukken. Ministerie van Jn'rastruetuur en Milieu 20 110S1S72J5~lA/S&B Uitgestelde verstrekking Aangezien verwacht mag worden dat er bedrijven zijn die bezwaar hebben tegen verstrekking van de gevraagde stukken, zal ik - overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 derde lid van de Wob - de informatie niet eerder verstrekken dan twee weken nadllt deze beslissing is toegezonden De betrokken bedrijven zullen in eerste instantie de betreffende informatie ontvangen. Zij lijn dan gedurende die twee weken in de geiegenileid openbaarmaking tegen te gaan door zich tot de voorzieningenrechter van de sector bestuursrecht van de rechtbank te wenden teneinde een voorlopige voorziening te vragen, die voorziet in het tegengaan van de openbaarmaking totdat in de bodemprocedure (onherroepelijk) zal zijn beslist. Mocht gedurende die twee weken geen voorlopige voorziening worden aangevraagd dan zal direct daarna openbaarmaking en derhalve toezending aan u van de documenten plaatsvincjcn. Ik ga er van uit u met het bovenstaande voldoende te hebben ge lnformeerd. Hoogactltend, DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens de7.e, ~ETARJS-GENERAAL, f2~ Pagina 3 van 4
Bezwaar U kunt tegen dit besluit bezwaar maken door het indienen van een bezwaarschrift. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de VROM-Inspectie, Directie Uitvoering, ter attentie van het hoofd van de afdeling Advies en Ontwikkeling, Postbus 16191, 2500 BD Den Haag. Gelieve duidelijk te vermelden dat het een bezwaarschrift is. Oe termijn waarbinnen het bezwaarschrift kan worden ingediend, bedraagt zes weken na de dag waarop het besluit is verzonden. Mlniste'le van Infrastructuur en Milieu 20 11051872/S~ÎA/S&B Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekencl en ten minste te bevatten: naam en adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt; de grondeen) van het bezwaar. Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift Pagina cl. van 4
Lijst van stukken t.b.v. WOB-verzoek covergisting m.b.t. project Versie 7 t/m 1 van 'Integrale handhaving bij leveranciers van afvalstoffen gebruikt bij co-vergisting'. De opzet van het project NB versie 1 is abusievelijk voorzien van versienummer 02, zodat er 2 versies 02 zijn bijgevoegd. Versies definitief (meerdere) en conceptenl t/m 8 van de rapportage 'Afvalstoffen bij covergistîng' eerder genoemd 'Integrale handhaving bij handelaren en leveranciers van afvalstoffen gebruikt bi) co-vergisting' inclusief de beschikbare commentaarversles E-mail: commentaar IPO en provincie Limburg Groslijst 'Leveranciers/handelaren van co-vergisting producten (niet limitatief)' Lijst met biovergisters (niet limitatief) Verslag afsluitende bijeenkomst met bij de inspectie betrokken handhavers Nota van IG aan dg milieu betreffende aanbieding rapport afvalstoffen bi) covergisting aan Stas. Plan van aanpak Controlelijsten van de Jnspectlebezoeken: 8 stuks met daarbij enkele conceptversies met afwijkend format Aandachtspunten en vragen n. a. v. uitgevoerde integrale controles Antwoorden op vragen n.a.v. uitgevoerde integrale controles Notitie 'Bevindingen naar aanleiding van de bedrijfsbezoeken met betrekking tot de toeleveranciers van covergisting' Aantal e-maiis m.b.t. de voorgenomen uitvoering van het project; tijdens het project gestelde vragen en antwoorden; opmerkingen/commentaar m.b.t. conceptversies van de rapportage 2 versies van de offerte m. b.t. de uitvoering van het onderhavige project uitgebracht aa n de beleldsdireetie Duu rzaam Produceren (i. v. m. an'\'ij king van het jaarplan) Projectplan co-vergisting volgens VI format i.v.m. jaarplan, versie 1 t/m 4