Datum 22 februari 2019 Onderwerp Uw Wob-verzoek met betrekking tot ondersteuning aan (zaken van) het tv-programma "Ontvoerd"

Transcriptie

1 1 > Retouradres Postbus EH Den Haag Internationale Turfmarkt DP Den Haag Postbus EH Den Haag Onderwerp Uw Wob-verzoek met betrekking tot ondersteuning aan (zaken van) het tv-programma "Ontvoerd" Geachte, In uw brief van 3 december 2018, ontvangen op 6 december 2018, heeft u met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) informatie verzocht over ondersteuning aan (zaken van) het tv-programma Ontvoerd van Simpel Media. U vraagt om documenten met betrekking tot die bestuurlijke aangelegenheid, waaronder specifiek: Contactpersoon Adviseur Juridische T: Bijlagen Relevante teksten Wob, inventarislijst en openbaar te maken documenten Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. a. alle correspondentie van Simpel Media met betrekking tot kinddossiers/zaken van Simpel Media Ontvoerd inzake genoemde bestuurlijke aangelegenheid; b. alle correspondentie over (medewerkers van) Simpel Media met betrekking tot kinddossiers/zaken van Simpel Media Ontvoerd; c. alle correspondentie over zaken behandeld door Simpel Media Ontvoerd inzake genoemde bestuurlijke aangelegenheid; d. alle nota's inzake genoemde bestuurlijke aangelegenheid; e. informatie over hulp en bijstandsverzoeken van Simpel Media Ontvoerd inzake genoemde bestuurlijke aangelegenheid; f. alle correspondentie van/met liaison officers, gestationeerd bij Nederlandse ambassades in het buitenland met betrekking tot zaken van Simpel Media Ontvoerd inzake genoemde bestuurlijke aangelegenheid; g. alle correspondentie van en naar medewerkers van Buitenlandse /Nederlandse ambassades met buitenlandse autoriteiten ten behoeve van zaken van Simpel Media Ontvoerd inzake genoemde bestuurlijke aangelegenheid; h. alle correspondentie met de Nationale politie inzake kinddossiers/zaken van Simpel Media Ontvoerd; i. alle correspondentie met de hoofd inspecteur van het Landelijke Bureau Vermiste Personen inzake genoemde bestuurlijke aangelegenheid; j. alle correspondentie met buitenlandse centrale autoriteiten die gaat over zaken van/behandeld door Simpel Media Ontvoerd inzake genoemde bestuurlijke aangelegenheid; k. alle correspondentie met rechtbanken in Nederland die gaat over zaken van/behandeld door Ontvoerd; l. nota's inzake de rol van het Ministerie van Justitie en Veiligheid bij het tvprogramma Ontvoerd van Simpel Media; Pagina 1 van 7

2 m. alle correspondentie met het Openbaar Ministerie over zaken van/behandeld door Simpel Media Ontvoerd inzake genoemde bestuurlijke aangelegenheid; n. alle andere informatie in documenten (inclusief whatsapp-berichten, smsen) over de bestuurlijke aangelegenheid aanwezig bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid inzake genoemde bestuurlijke aangelegenheid. De ontvangst van uw verzoek is schriftelijk bevestigd bij brief van 20 december Daarbij is tevens de beslistermijn ten aanzien van uw verzoek verdaagd met vier weken. Internationale In de brief van 23 januari 2019 is aan u medegedeeld dat de beslistermijn verder is opgeschort vanwege het vragen van zienswijzen aan derden. Behandeling van uw verzoek elders Gelet op uw verzoek heb ik contact gehad met medewerkers van het Ministerie van Buitenlandse en de Nationale Politie met het oog op eventuele doorzending van uw verzoek. Uit dat contact is gebleken dat u bij genoemde organisaties eveneens een Wob-verzoek heeft ingediend over dezelfde bestuurlijke aangelegenheid. Uw Wob-verzoek is daarom niet ter verdere behandeling doorgezonden naar deze organisaties. Tevens is mij gebleken dat het Openbaar Ministerie in december 2018 een Wobverzoek van u heeft ontvangen met betrekking tot (de ondersteuning van) Simpel Media. Terzake de documenten die bij het Openbaar Ministerie worden aangetroffen naar aanleiding van uw verzoek, ontvangt u een afzonderlijk besluit. Het voorgaande brengt mee dat dit besluit zich beperkt tot documenten over de door u genoemde bestuurlijke aangelegenheid die zich bevinden op het bestuursdepartement van mijn ministerie, waaronder begrepen de Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden (Ca IKA). Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage 1. Inventarisatie van documenten Op basis van uw verzoek en de daarbij opgegeven bestuurlijke aangelegenheid zijn in totaal veertien documenten aangetroffen met betrekking tot de hiervoor genoemde onderdelen a, b, c, e, g, m en n van uw verzoek. Deze documenten zijn opgenomen in een inventarislijst, die als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd. In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten. Op basis van de door u opgegeven bestuurlijke aangelegenheid zijn met betrekking tot de onderdelen d, f, h, i, j, k en l van uw verzoek geen documenten bij mijn ministerie aangetroffen. Daarbij merk ik op dat ik documenten heb geïnventariseerd vanaf medio Uw verzoek heeft namelijk betrekking op een bestuurlijke aangelegenheid ten aanzien waarvan eerder documenten op grond van de Wob openbaar zijn gemaakt. Deze documenten kunt u aan de hand van de zoektermen Simpel Media of RTL Ontvoerd raadplegen op: Pagina 2 van 7

3 De hier bedoelde documenten zijn middels besluiten aan u of toegezonden. Ik ga er zodoende van uit dat u daarmee reeds bekend bent. Aangezien de Wob niet van toepassing is op reeds openbaar gemaakte documenten, zijn deze documenten buiten beschouwing gelaten bij de inventarisatie van documenten naar aanleiding van uw verzoek. Gelet op het voorgaande zijn alleen documenten geïnventariseerd van na het moment waarop de inventarisatie van documenten is voltooid met betrekking tot het laatst behandelde Wob-verzoek. Internationale Zienswijzen U bent bij brief van 23 januari 2019 erover geïnformeerd dat er een derde belanghebbende is bij de openbaarmaking van enige documenten en dat deze in de gelegenheid is gesteld hierover een zienswijze te geven. De zienswijze van de derde belanghebbende heb ik in mijn belangenafweging meegenomen. Kortheidshalve verwijs ik u naar het onderdeel Overwegingen van dit besluit. Besluit Ik heb besloten deels aan uw verzoek tegemoet te komen en de informatie waarom u verzocht, opgenomen in alle aangetroffen documenten gedeeltelijk openbaar te maken. Voor de motivering van dit besluit verwijs ik naar het onderdeel Overwegingen van dit besluit. Overwegingen Allereerst wil ik u wijzen op het volgende. Ingevolge artikel 3, vijfde lid, van de Wob, wordt een verzoek om informatie ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 10 en 11. Het recht op openbaarmaking op grond van de Wob dient uitsluitend het publieke belang van een goede en democratische bestuursvoering. Het komt iedere burger in gelijke mate toe. Daarom kan ten aanzien van de openbaarheid geen onderscheid worden gemaakt naar gelang de persoon of de bedoeling of belangen van de verzoeker. Bij de te verrichten belangenafweging worden dan ook betrokken het algemene belang bij openbaarmaking van de gevraagde informatie en de door de weigeringsgronden te beschermen belangen, maar niet het specifieke belang van de verzoeker. Evenmin kent de Wob een beperkte vorm van openbaarmaking. Dit betekent dat openbaarmaking van de gevraagde documenten uitsluitend aan u op grond van de Wob niet mogelijk is. Indien ik aan u de betreffende documenten verstrek, moet ik deze ook aan anderen geven indien zij daarom verzoeken. In dat licht vinden de onderstaande belangenafwegingen dan ook plaats. Pagina 3 van 7

4 De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob blijft verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang dat de persoonlijke levenssfeer wordt geëerbiedigd. In alle aangetroffen documenten staan persoonsgegevens en/of informatie die raakt aan de persoonlijke levenssfeer. Ik ben van oordeel dat het belang dat de persoonlijke levenssfeer wordt geëerbiedigd, zwaarder moet wegen dan het belang van openbaarheid, aangezien het hier personen betreft die niet uit hoofde van hun functie in het openbaar optreden. Internationale Gelet op het voorgaande zal ik in de eerste plaats geen persoonsgegevens openbaar maken van medewerkers van Simpel Media, waaronder namen van personen, en andere persoonsidentificerende informatie. De enige uitzondering hierop vormt de naam van de heer John van den Heuvel. De heer Van den Heuvel is een publiek persoon waarvan algemeen bekend is dat hij het programma 'Ontvoerd' presenteert en co-produceert. De overige, hier bedoelde persoonsgegevens of naar personen te herleiden informatie heb ik uit alle documenten verwijderd aan de hand van de aanduiding 10.2.e. In de tweede plaats maak ik de namen en andere persoonsidentificerende informatie van ambtenaren niet openbaar. Voor directe contactgegevens merk ik daarbij op dat het algemene belang van openbaarheid voldoende wordt gediend, doordat de algemene contactgegevens van mijn ministerie voor een ieder openbaar zijn. Voor zover het de namen van ambtenaren betreft is nog het volgende van belang. Weliswaar kan, waar het gaat om beroepshalve functioneren van ambtenaren, slechts in beperkte mate een beroep worden gedaan op het belang van eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer. Dit ligt anders indien het betreft het openbaar maken van namen van de ambtenaren. Namen zijn immers persoonsgegevens en het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer kan zich tegen het openbaar maken daarvan verzetten. Hierbij is van belang dat het hier niet gaat om het opgeven van een naam aan een individuele burger die met een ambtenaar in contact treedt, maar om openbaarmaking van de naam in de zin van de Wob en dus openbaarmaking hiervan aan een ieder. Voorts gaat het - buiten de heer Teeven, in diens hoedanigheid als voormalige staatssecretaris, en de heer Herstel, in diens hoedanigheid als destijds waarnemend directeur-generaal Straffen en Beschermen niet om personen die reeds uit hoofde van hun functie in de openbaarheid treden. In de derde plaats maak ik geen informatie openbaar die herleidbaar is tot de betrokken kinderen en hun familieleden. In de documenten met nummers 1 tot en met 12 staat naast persoonsgegevens ook andere informatie die de persoonlijke levenssfeer van personen, in dit geval kinderen en hun familieleden, raakt. Dit betreft informatie die binnen mijn ministerie bij de Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden aanwezig is in het kader van haar taken inzake (burgerrechtelijke) internationale kinderontvoering en internationale kinderbescherming. Deze informatie zal ik voor zover deze informatie niet reeds buiten de reikwijdte van uw verzoek valt niet openbaar maken. Ik licht dit hieronder toe. Pagina 4 van 7

5 De hier bedoelde informatie kent een extra dimensie van gevoeligheid. Het betreft immers informatie die inzicht geeft in de persoonlijke en ook zeer kwetsbare situatie en gevoelens van de betreffende kinderen en hun familieleden. Het belang van bescherming van de privacy van kinderen staat eraan in de weg dat dergelijke informatie openbaar wordt gemaakt. Gelet op de aard van de betrokken informatie dien ik zeer vertrouwelijk daarmee om te gaan. In dit verband wijs ik u er verder op dat de Wob, gelet op artikel 3, eerste lid, van deze wet, de openbaarmaking van informatie in documenten aan een ieder beoogt. Openbaarmaking op grond van de Wob zou betekenen dat een ieder voor onbepaalde tijd toegang heeft tot de informatie in de te openbaar maken documenten. Dit kan ingrijpende gevolgen hebben voor de betrokken kinderen, met name indien zij vanwege de openbaarmaking op enigerlei wijze zouden worden geconfronteerd met de voor hen wellicht nog traumatische / traumatiserende informatie. Daarbij kent de Wob geen beperkte vorm van openbaarmaking, bijvoorbeeld dat informatie slechts aan de verzoeker wordt verstrekt gelet op een bepaald belang. Het belang van openbaarmaking van de hier bedoelde informatie weegt naar mijn mening niet op tegen het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de betrokken kinderen alsook hun familieleden. Dit belang alsmede het hierna te benoemen belang van het voorkomen van onevenredige benadeling van deze kinderen en hun familieleden verzet zich tegen het geven van informatie over deze kinderen. Internationale In de hiervoor genoemde documenten staan namen van landen of personen die te herleiden zijn naar specifieke kinderen en/of hun familieleden. Het gaat hierbij grotendeels om gevallen waarbij met het betrokken land zeer weinig kinderontvoeringszaken spelen en/ of Simpel Media slechts één uitzending in een bepaalde periode aan het betreffende land heeft gewijd waardoor met het enkel noemen van de naam van het betrokken land inzicht wordt verkregen in anderszins niet-reeds openbare en persoonsgevoelige informatie, zoals ik hierboven heb uiteengezet. In dergelijke gevallen zal ik namen van landen of nationaliteit eveneens niet verstrekken. In de documenten heb ik dit aangeduid met 10.2.e. Document 6 heeft betrekking op contact tussen de Centrale autoriteit internationale kinderaangelegenheden en de advocaat van een ouder. Eveneens vanwege de hiervoor genoemde gevoeligheid en de mogelijke herleidbaarheid naar de individuele zaken met betrekking tot de daarbij betrokken kinderen en hun gezinnen, heb ik informatie over die advocaat uit het document met nummer 6 verwijderd onder vermelding van 10.2.e. Persoonlijke beleidsopvattingen in een stuk voor intern beraad Artikel 11, eerste lid, van de Wob bepaalt dat in geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad, geen informatie wordt verstrekt over daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat onder het begrip documenten opgesteld ten behoeve van intern beraad onder meer moeten worden begrepen: nota s van ambtenaren en hun politieke en ambtelijk leidinggevenden, correspondentie tussen de onderdelen van een ministerie en tussen ministeries onderling, concepten van stukken, agenda s, notulen, samenvattingen en conclusies van interne besprekingen en rapporten van ambtelijke adviescommissies. Pagina 5 van 7

6 Ten aanzien van deze stukken moet van de bedoeling om ze als stukken voor intern beraad beschouwd te zien, uitdrukkelijk blijken of men moet deze bedoeling redelijkerwijs kunnen vermoeden. Deze beperking op de informatieverplichting is in de Wob opgenomen omdat een ongehinderde bijdrage van ambtenaren en van hen die van buiten bij het intern beraad zijn betrokken bij de beleidsvorming en -voorbereiding gewaarborgd moet zijn. Zij moeten in alle openhartigheid onderling en met bewindspersonen kunnen communiceren. Staatsrechtelijk zijn slechts de standpunten die het bestuursorgaan voor zijn rekening wil nemen relevant. Internationale Onder persoonlijke beleidsopvattingen worden verstaan: meningen, opinies, commentaren, voorstellen, conclusies met de daartoe aangevoerde argumenten. De documenten met de nummers 5, 7, 8 en 9 zijn opgesteld ten behoeve van intern beraad en bevat persoonlijke beleidsopvattingen. Ik verstrek daarover geen informatie. Ik acht het niet in het belang van een goede en democratische bestuursvoering indien de standpunten van ambtenaren zelfstandig worden betrokken in de publieke discussie. Ik zie dan ook geen aanleiding om met toepassing van artikel 11, tweede lid, van de Wob in niet tot personen herleidbare vorm informatie te verstrekken over deze persoonlijke beleidsopvattingen. De persoonlijke beleidsopvattingen heb ik uit genoemde documenten verwijderd met de aanduiding Buiten reikwijdte van het verzoek U heeft verzocht om openbaarmaking van documenten met betrekking tot directe of indirecte ondersteuning aan (zaken van) het tv-programma Ontvoerd van Simpel Media. De documenten met nummers 1, 3, 4, 6 en de bijlagen (attachments) bij de documenten 5 en 10 bevatten echter ook informatie die geen betrekking heeft op de door opgegeven bestuurlijke aangelegenheid. Deze informatie valt derhalve buiten de reikwijdte van uw Wob-verzoek en zal ik om deze reden niet verstrekken. De hier bedoelde informatie heb ik uit voornoemde documenten verwijderd. Dit heb ik in de te verstrekken documenten aangeduid met nvt. Toelichting bij documenten 11 en 12 De documenten met nummers 11 en 12 behoeven enige toelichting. Deze documenten hebben betrekking op een geval waarin John van den Heuvel telefonisch contact had opgenomen met een medewerker van de Ca IKA over internationale signalering van personen. Aangezien signalering geen aangelegenheid is van de Ca IKA, heeft de medewerker doorverwezen naar het lokale Internationale Rechtshulp Centrum (IRC), zoals blijkt uit document 11. In document 12, een interne wisseling tussen medewerkers van mijn ministerie, wordt een duidelijker beeld geschetst van deze situatie. Uitgestelde openbaarmaking Aangezien een belanghebbende mogelijk bezwaar heeft tegen de openbaarmaking van informatie opgenomen in de te verstrekken documenten, vindt de feitelijke openbaarmaking van deze informatie niet eerder plaats, dan twee weken na dagtekening van deze beschikking, conform artikel 6, vijfde lid, van de Wob. Op deze wijze wordt aan de belanghebbende de mogelijkheid geboden om te proberen de openbaarmaking tegen te houden. Pagina 6 van 7

7 Dit kan door het indienen van een bezwaarschrift bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid en door daarbij tevens de rechtbank te verzoeken om, bij wijze van voorlopige voorziening, het onderhavige besluit tot openbaarmaking te schorsen. Indien binnen twee weken na dagtekening van dit besluit een bezwaarschrift is ingediend en een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, wordt de uitspraak van de voorzieningenrechter afgewacht, voordat tot daadwerkelijke openbaarmaking wordt overgegaan. Indien ik na twee weken geen reactie heb ontvangen, zal ik de documenten zo spoedig mogelijk openbaar maken. Internationale Een afschrift van dit besluit zend ik aan belanghebbenden. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, de Minister voor Rechtsbescherming, namens deze, Justus Kox Wnd. directeur Coördinatie Financiën, Een belanghebbende die bezwaar heeft tegen de weigering om informatie openbaar te maken kan binnen zes weken na de dag waarop dit is bekend gemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door de indiener zijn ondertekend en bevat ten minste zijn naam en adres, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden waarop het bezwaar rust. Dit bezwaarschrift moet worden gericht aan: de Minister voor Rechtsbescherming, t.a.v. Directie Wetgeving en Juridische, sector Juridische en Wetgevingsbeleid, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag. Een belanghebbende die openbaarmaking van informatie wil voorkomen, kan binnen twee weken na de dag waarop dit besluit is bekend gemaakt, een bezwaarschrift indienen en de voorzieningenrechter vragen het besluit tot openbaarmaking voor de duur van de procedure te schorsen. Pagina 7 van 7