Alternatieve brandstof Waterstof Injectie op de Wartsila 46V12



Vergelijkbare documenten
Yerseke Engine Services BV (YES) Yerseke Engine Services is een service provider voor Caterpillar en John Deere in Nederland.

Impact van. emissienormen op de. maritieme sector. Jaap Kolpa, beleidsmedewerker Ministerie van IenM, afd. Zeevaart

Emissies, wet- en regelgeving. Leo van der Burg - projectmanager TCNN - projectmanager MariTIM - LNG Passenger Vessel

Nieuwe milieuregelgeving in de zeevaart: Vloek of zegen? Bart de Jong, Hoofd afdeling Zeevaart en Security, Min. van IenM. Breukelen, 3 oktober 2013

PROJECT H FROM O. Versie: 1. Dhr. Joosten. Maritiem Instituut Willem Barentsz. Door: Bart Enting, Bart Ruijter. Marijn Grevink,

Vloeibaar aardgas - Liquid Natural Gas (LNG) Voordelen en uitdagingen. Jan Van Houwenhove 3 December 2015

1. Welke gasmotoren kent u? 2. Wat verstaat u onder een Otto gasmotor? 3. Wat verstaat u onder een diesel-gasmotor?

Clean fuel. LNG Facts & Figures

Emissies door de zeescheepvaart,

Informatiebijeenkomst schone scheepvaart. SHIP, 1 november Henri van der Weide

Environmental Ship Index (ESI) Ontwerp

3.3 Straddle Carriers

GREEN AWARD FOUNDATION

Agenda. De uitdaging. Euro normen ENVIRONMENTAL VEHICLE STRATEGY. De uitdaging. Dubbele strategie. Hybride techniek & potentieel

EMISSIEMETING M.S. SKYLGE

DUURZAME ENERGIE IN DE GARNALENVISSERIJ. 12 december 2014 Henk Oudman

GDF SUEZ LNG Solutions

De groene delta van Nijmegen

Puma CVX - Steyr CVT Tier 4 motoren

MS Skylge EMISSIEMETINGEN Gemaakt door: - Luite Bolhuis - Laurens-Jan Lagendijk. Datum:

HELPT DE LOKALE LUCHTKWALITEIT TE VERBETEREN

1.4 De tweeslag motor. Afbeelding 7. Het tweeslag proces, de uitvoering volgens Detroit Diesel.

DE NIEUWE VOLVO FM METHAAN-DIESEL. Een doorbraak voor gasaangedreven zware voertuigen

Introductie. Duurzame stedelijke distributie. Goevaers Consultancy. België 16 februari 2013

Kansen in technologie door wijzigende wetgeving. André Hof Cofely

Energie Managementprogramma t.b.v. externe communicatie voortgang in 2015.

Is uw schip klaar voor de toekomst?

Peter Alkema beleidsadviseur Divisie Havenmeester

1.5 Alternatieve en gasvormige brandsstoffen

Inleiding Motormanagment. 7BSO Autotechnieken Module Motormanagement

Uitlaatgassennabehandeling Industriële Verbrandingsmotoren

Presenta/e door Jan de Kraker - 5 mei Energie in Beweging

Onderzoeksrapport. Erik Jensma. Onderzoek naar de emissies aan boord van de Holland

Een pragmatische kijk op een duurzame zeevaart.

MIB in de HAN 26 maart 2015 Alternatieve brandstoffen en industriële verbrandingsmotoren

Kansen en milieuaspecten van de verschillende nieuwe transportbrandstoffen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Vergroening in de binnenvaart en de Europese regelgeving

Is (bio)diesel de brandstof van morgen? Ir. Ruud Verbeek - TNO

Eco-line hoge-drukunit

Ship design & EEOI ONDERZOEKSRAPPORT FINAL DRAFT ABIS SHIPPING & MIWB

CCR - Straatsburg 24 april 2013

Naam:.. Klas: Datum:..

Vergroening in de binnenvaart 16 November2018

Haalbaarheidsstudie naar elektrische voortstuwing in de kottervisserij

Jan Schouten. Volvo Truck Nederland

Meerjarig onderhoud vaargeulen Noordzee Eindrapportage

Welkom bijde jubileumbijeenkomst: Verdiepen en vooruitkijken. 6 september 2017

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

Energie Managementprogramma t.b.v. externe communicatie.

Transformatie naar een Multi Fuel Port

Haalbaarheidsstudie naar elektrische voortstuwing in de kottervisserij

EFRO project. Factsheets rondvaart. Kennisnetwerk bijeenkomst 3 december 2012, AmsterdamRuud Verbeek

BAGGERBEDRIJF DE BOER HOLDING B.V. Participatie. in sector- en keteninitiatieven 3.D

MANAGEMENTSAMENVATTING

2012 H1. Het eerste half jaar EMVI H Jaargang 2 NR

Energie Managementprogramma t.b.v. externe communicatie voortgang in 2017.

DeNOx-installatie. Onmisbaar voor schone lucht

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal

Leo van der Burg - projectmanager TCNN - projectmanager MariTIM - LNG Passenger Vessel

Dynamic S Steeringgear

TIER 4 INTERIM / STAGE IIIB EMISSIENORMEN VOOR NON-ROAD MOBIELE MACHINES

Wie zijn wij? Esso brandstoffen. Eigen tankstations. Brandstoffen. Strategische voorraad tot 23 miljoen liter. Levering binnen uur

Beter voor het milieu?

De noodzaak van waterstof. InnoTeP 2017 Jochem Huygen.

H2ECOb/Blm HOE KAN DE ENERGIETRANSITIE WORDEN GEREALISEERD? Probleemstelling

Verhogen van energie efficiëntie in industriële heaters

Unleash the power. Hoe bereiken wij onze prestaties?

Literatuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding

De emissie inventaris van: 2016 Dit document is opgesteld volgens ISO

semester 2 vervuilingen in de brandstof fossiele brandstoffen - - -

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 259 van 18/08/98

Seminar Aandrijftechniek voor Offshore HYBRID PROPULSION. De Graaf Aandrijvingen BV Eddo Cammeraat Directeur Eigenaar

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017-H1

Tentamen Verbrandingstechnologie d.d. 9 maart 2009

aardgas tank ik bij DATS 24 CNG aardgas voor voertuigen De slimme ecomobiele toekomst is vandaag Transitiebrandstof

P. DE BOORDER & ZOON B.V.

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

POWER. For Marine Professionals. Binnenvaart Special

Asfaltproductie bij lage temperaturen

De emissie inventaris van: 2014 Dit document is opgesteld volgens ISO

Besparingsmaatregelen

Classic Handhydraulische Stuursystemen

Footprint Rollecate Groep. Dit document is opgesteld volgens ISO

Nu goedkoper en groener rijden. Easy Green simpel en voordelig. Direct instappen met Easy Green. GO-Greener: Hoe? Zo! Effecten:

Diesel. AdBlue is een gedeponeerd handelsmerk van de Vereniging van Duitse automobielfabrikanten (VDA). ONTDEK ADBLUE

Energie Managementprogramma t.b.v. externe communicatie voortgang in 2018.

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer

HERNIEUWBARE ENERGIE, VERVOER EN SPECIFIEK VERBRUIK

LNG is meer dan een nieuwe brandstof Het is pure concurrentiekracht... LNG, de brandstof van de toekomst is nu beschikbaar

EMISSIE INVENTARIS. E. Lokken Groenvoorziening BV. Tel Noordzijde Directie Erik Lokken

Ecohuis Antwerpen A2 & PPO. 24 Oktober 2006 Jan Bekaert

BRANDSTOFKWALITEIT WERKGROEP DIESELMOTOREN

E85 rijdende flexifuel auto uitstoot ten gevolge van de aanwezigheid van benzine in de brandstof.

[3.B.1.3- CO2 reductiedoelstellingen]

Liquefied Natural Gas of Marine Gas Oil in ECA s op M.S. Wisaforest

Leerlingenhandleiding

R&D dag Marin, 22 September 2009, WICC Wageningen Henk Blaauw, manager binnenvaart

CoVadem data en verduurzaming binnenvaart. Wytze de Boer, Moritz Krijgsman Nijmegen, 28 dec 2018

Transcriptie:

Alternatieve brandstof Waterstof Injectie op de Wartsila 46V12 1-6-2013 Organisatie: Maritiem Instituut Willem Barentsz Module Maritime Research 2013 Opdrachtnemers: Emile Persenaire jepersenaire@gmail.com thomaswinkel@hotmail.com mennoklarenbeek@outlook.com Beoordeler: S.Bonnema s.r.bonnema@nhl.nl Plaats: West Terschelling

1 Contents 1 Contents... 1 2 Voorwoord... 2 3 Samenvatting... 3 4 Inleiding... 3 5 Probleemstelling... 4 6 Doelstelling van het onderzoek... 4 7 Onderzoeks resultaten... 4 7.1 Wat is een Wartsila 46V12... 4 7.2 Hoeveel SOx, NOx, en CO2 uitstoot is er in de huidgie situatie... Error! Bookmark not defined. 7.3 Met welke type brandstof zul je moeten varen in ons gebied... Error! Bookmark not defined. 7.4 Hoe werkt waterstof injectie bij een conventionele motor... Error! Bookmark not defined. 7.5 Hoeveel word de uitstoot bij gebruik van waterstof injectie voor de turbo Error! Bookmark not defined. 7.6 Wat is het effect van waterstof injectie... Error! Bookmark not defined. 7.7 Zijn er waterstof bunker mogelijkheden... 12 7.8 Hoe sla je waterstof op... 13 7.9 Mogelijkheid tot zelf opwekking (waterstof on demand)... Error! Bookmark not defined. 7.10 Veiligheids aspecten mbt waterstof... 13 7.11 Wetgeving omtrend waterstof... 14 7.12 Milieu eisen mbt waterstof... Error! Bookmark not defined. 7.13 Hoe gaat de huidige wetgeving over naar tier 3... 14 7.14 In welk tijds bestek word tier 3 van toepassing... Error! Bookmark not defined. 7.15 Wat houd tier 3 in voor Sox... Error! Bookmark not defined. 7.16 Wat houd tier 3 in voor Nox... Error! Bookmark not defined. 7.17 Wat houd tier 3 in voor CO2... Error! Bookmark not defined. 7.18 In welk vaargebied word tier 3 van toepassing... Error! Bookmark not defined. 7.19 Voor welke schepen word tier 3 van toepassing... Error! Bookmark not defined. Emile Persenaire Page 1

2 Gebruikte afkortingen Iso 380 NOx Sox ECA IMO MARPOL Emile Persenaire Page 2

3 Voorwoord Volgens ons heeft de scheepvaart een behoefte aan nieuwe technieken omtrent de fossiele brandstoffen. Op lange termijn is de verwachting dat fossiele brandstoffen schaarser en dus duurder worden. Ook gaat de wetgeving omtrent de uitstoot in de uitlaat gassen een nieuwe fase in. In 2015 gaat er nieuwe wetgeving van kracht die er voor zorgt dat er binnen ECA s er steeds minder SOx en NOx in de uitlaatgassen mag zitten. Daarom willen wij onderzoek doen of er door middel van waterstof injectie als additief op de brandstof, voldaan kan worden aan de nieuwe wetgeving. 4 Samenvatting Door de diverse mogelijkheden om met alternatieve brandstoffen te werken hebben we gekozen voor waterstof injectie als addetieve aan de zware olie (Iso 380). Er is tijdens dit project onderzocht of er door middel van gebruik van waterstof injectie bepaalde emissie s gereduceert kunnen worden. Hierbij is gekeken naar de uitstoot van zowel NOx en Sox. In dit onderzoek is er gekeken naar de regelgeving waaraan voldaan moet worden, evenals de wetgeving die de regelgeving aanscherpt. Theoretisch is bepaald in hoeverre er uitstoot verminderd kan worden door het gebruik van waterstof injectie. Dit onderzoek is toe gespitst op een Wartsila 12V46 welke aan boord geplaatst zijn op Transfennica schepen als voortstuwings motoren. Ter vergelijking is er gebruik gemaakt van de test gegevens van een MAK 8M20 welke functionerend is aan boord van de duwboot Nijlpaard van de firma Thyssen Krupp BV. Abstract There are various alternatives for reducing the emissions of diesel engines. In our report we discuss the possibility to use hydrogen injection as a supplement to heavy diesel oil (ISO 380). In this report we look at the nitrogen and sulfur emissions, the legislation and regulations of emissions we have to comply to. And also the new development of regulations according emissions of diesel engines. In a theoretical approach we determinate the reduction of emissions with hydrogen injection. In this report we have focused on the Wärtsilä witch is in use on the Transfennica ships as propulsion engines. As an indication of the reduction of emissions we used the test result of the MAK 8M20 which is the propulsion engine on the nijlpaard of the company Thyssen Krupp BV. Emile Persenaire Page 3

5 Probleemstelling In 2015 worden de eisen bijgesteld op het gebied van SOx en NOx uitstoot binnen de ECA s. Dit wordt door de IMO opgenomen in MARPOL annex VI. Voor veel bestaande schepen word het een probleem om aan deze eisen te gaan voldoen. Schepen die nu gebouwd worden hebben reeds voorzieningen aan boord om dit probleem aan te pakken. Door minder zwavel in de brandstof is het mogelijk om de SOx norm te halen. Echter voor de NOx en CO2 moeten er andere stappen ondernomen worden. Om hier aan te kunnen voldoen willen we gaan kijken wat de resultaten zijn door waterstof toe te passen als alternatieve brandstof en of dit te realiseren valt. Hierbij moet er goed gekeken worden naar de milieu eisen, veiligheidsaspecten en wetgeving. 6 Doelstelling van het onderzoek Met dit onderzoek willen we aantonen of het de moeite waard is om met behulp van alternatieve brandstof op bestaande motoren, de strengere eisen van de MARPOL zijn te behalen. Aangezien waterstof injectie onder andere een brandstof besparende oplossing is, willen we laten zien dat het verbetering van de situatie op kan leveren voor zowel de autoriteit als voor de reder. In dit onderzoek richten wijons daarom op de nieuwe regelgeving en hoever deze behaald kunnen worden door waterstof injectie theoretisch toe te passen. 7 Onderzoeks resultaten 7.1 Wat is een Wartsila 46V12 Wärtsilä 46 IMO Tier II Cylinder bore 460 mm Fuel specification: Piston stroke 580 mm Fuel oil Cylinder output 1000 kw/cyl 700 cst/50oc 7200 sr1/100 F Speed 500-514 rpm ISO 8217, category ISO-F- RMK 700 Mean effective pressure 24.2-24.9 bar SFOC 173 g/kwh at ISO condition Piston speed 9.7, 9.9 m/s Option: Common rail fuel injection. Rated power Emile Persenaire Page 4

Engine type kw 12V46 12 600 16V46 16 800 Dimensions (mm) and weights (tonnes) Engine type A* A B C D F Weight 12V46 10 540 10 420 3 890 4 055 3 600 1 500 176 16V46 13 185 13 060 4 400 4 730 3 600 1 500 220 7.2 Wat is het effect van waterstof injectie 7.2.1 Waarom Waterstof Er zijn een aantal eigenschappen van waterstof die erbij bijdragen dat het goed gebruikt kan worden als brandstof; - Een groot onstekings gebied. - lage ontstekingsenergie - small quenching distance - hoge zelfontbrandingstemperaturen - Hoge vlamsnelheid bij stoichiometrische verbranding - hoge diffusiviteit - zeer lage dichtheid Een groot onstekingsgebied Waterstof heeft in vergelijking met andere brandstoffen een groot ontstekingsgebied. Dit betekend dat waterstof in een verbrandingsmotor op veel lucht/brandstof verhoudingen kan draaien. Een groot voordeel hiervan is dat de motor kan draaien op een arm mengsel. Een arm mengsel is een mengsel waarbij de hoeveelheid brandstof ten opzichte van de hoeveelheid lucht kleiner is dan bij een theoretische of stoichiometrische verbranding. Emile Persenaire Page 5

Je kunt ook zeggen dat het brandstofverbruik lager is en de verbrandingsreactie veel completer is bij het draaien op een arm mengsel. Een bijkomend voordeel is dat de verbrandingstemperatuur over het algemeen lager is, waardoor er minder emissies in de uitlaatgassen voorkomen. Vooral de vorming van stikstofoxides word door de lagere temperatuur verminderd. lage ontstekingsenergie Een lage ontsekingsenergie betekend dat de energie die nodig is om waterstof te laten ontbranden erg laag is. Dit heeft als voordeel dat ook bij arme mengsels de brandstof makkelijk en snel ontsteekt. Een nadeel hierbij is dat mogelijke hot spots in de motor de waterstof zouden kunnen ontsteken voordat dit de bedoeling is. Small Quenching Distance Waterstof heeft een Small Quenching Distance dit betekend dat de vlam van de verbranding van waterstof groter is dan die van normale brandstoffen. Deze vlam zal dan ook dichter op de cilinderwant zitten als andere brandstoffen. Dit kan er ook voor zorgen dat de vlam doorschiet langs een kleine opening van bijvoorbeeld de inlaatklep wat back fire veroorzaakt. Hoge zelfontbrandingstemperaturen Waterstof heeft een relatief hoge zelfontbrandingstemperatuur. Dit betekend dat er een hogere temperatuur in de cilinder kan zijn voordat waterstof uit zich zelf ontbrand. Dit is een belangrijk gegeven wanneer we kijken naar de compressie verhouding in de cilinder. Doordat de compressieverhouding direct gekoppeld is aan de temperatuur in de cilinder ( T 2 =T 1 (V 1 /V 2 ) ƴ-1 ) kan er dus meer waterstof/lucht gecomprimeerd worden per slag. Hoge vlamsnelheid bij stoichiometrische verbranding Bij stoichiometrische verbanding zal de vlamsnelheid van waterstof erg hoog zijn. Dit heeft als voordeel dat de ideale thermodynamische situaties beter benaderd word. Bij magere mengsels zal deze vlamsnelheid erg hard dalen. Hoge diffusiviteit De hoge diffusiviteit van waterstof heeft twee voordelen. Doordat de waterstof erg makkelijk mengt met de aanwezige lucht zal deze beter verbranden. Bij een lek in het brandstofsysteem zal waterstof erg makkelijk vervliegen waardoor gevaarlijke situaties gemakkelijk vermeden of geminimaliseerd worden. Zeer lage dichtheid Emile Persenaire Page 6

De lage dichtheid van waterstof heeft twee nadelen. Doordat waterstof een lage dichtheid heeft is het lastig om grote hoeveelheden in de beschikbare ruimte op te slaan. En door de lage dichtheid brengt het uitdagingen met zich mee om voldoende in de cilinder in te spuiten zonder verlies van vermogen van de motor. 7.2.2 Theorie waterstofverbranding De theoretische of stoichiometrische verbranding van waterstof ziet er uit als: 2H 2 +O 2 = 2H 2 O Voor een complete verbranding is er 2 mol waterstof en 1 mol zuurstof nodig. Maar omdat er lucht gebruikt word voor de verbranding in plaats van pure zuurstof moet dit meegenomen worden in de berekening. Verhouding zuurstof/ stikstof in de lucht is 21%/79% Mol N 2 in de lucht = Mol O 2 x ( 79% N 2 in lucht / 21% O 2 in lucht) = 1 Mol O 2 x ( 79% N 2 in lucht / 21% O 2 in lucht) = 3,762 Mol Hoeveelheid mol lucht = Mol O 2 + Mol N 2 = 1 + 3,762 = 4, 762 Gewicht van O 2 = 1 mol O 2 x 32 g/mol = 32 g Gewicht van N 2 = 3,762 mol N 2 x 28 g/mol = 105,33g Gewicht lucht = Gewicht O 2 + gewicht van N 2 = 32 + 105,33 =137,33 Gewicht H 2 = 2 mol H 2 x 2g/mol =4 g Dus voor een stoichiometrische verbranding van 4 Kg Waterstof is er 137,33 Kg lucht nodig. Emile Persenaire Page 7

7.2.3 Emissies Voor een stoichiometrische verbranding van waterstof nemen we pi (ɸ) = 1. Bij een ɸ= 0,5, betekend dit dat er twee keer zo veel lucht als waterstof in de cilinder wordt geïnjecteerd ten opzichte van een stoichiometrische verbranding. Bij een stoichiometrische verbranding van waterstof is het eindproduct water: 2H 2 +O 2 = 2H 2 O Maar omdat er lucht gebruikt word voor de verbranding in plaats van pure zuurstof hebben we ook NO x als eindproduct: H 2 + O 2 + N 2 = H 2 O + N 2 + NO x De stikstofoxides ontstaan door de hoge temperaturen in de cilinder bij de verbranding. Deze hoge temperaturen zorgen ervoor dat stikstof in de lucht reageert met de zuurstof in lucht. De hoeveelheid NO x hangt af van: - De lucht/brandstof verhouding - De compressie verhouding - De draaisnelheid van de motor - Het moment van ontbranding van de brandstof De verbranding van waterstof kan bijna geen emissies produceren tot enorm hoge NO x emissies. Het volgende figuur laat zien wat de verhouding pi (ɸ) met de NO x emissie doet: Figuur 1 Bron: https://www1.eere.energy.gov/hydrogenandfuelcells/pubs_educational.html Emile Persenaire Page 8

7.3 Hoe werkt waterstof bij een conventionele motor Er zijn een aantal manieren om waterstof in de cilinder te krijgen: Port Injection Bij deze vorm van waterstofinspuiting wordt de waterstof met de inlaatlucht gemengd voor deze de cilinder instroomt. Een probleem echter bij deze wijze van inspuiting is, dat de vermogensdichtheid van het gasmengsel sterk terugloopt. Door de grote hoeveelheid gas die moet worden ingebracht drijft het waterstofgas de lucht uit de cilinder. Dit heeft als gevolg voor een vermogensverlaging van 20% in vergelijking met vloeibare brandstoffen. Cryogenic port injection Door de waterstof af te koelen naar -240 graden en dit te mengen met de inlaatlucht zal er een grotere vermogensdichtheid van het gasmengsel ontstaan. Direct Injection Dit is een waterstofinspuiting die waterstof via een injector direct de cilinder inspuit nadat de inlaat en uitlaatklep gesloten zijn. Dit zorgt ervoor dat de hoeveelheid lucht in de cilinder niet verplaatst word door de toevoeging van waterstof. Dit systeem is ook goed toepasbaar bij bestaande dieselmotoren. Figuur 2 Bron: http://www.transportresearch.info/upload/documents/200909/20090918_161614_66668_hyice%20-%20summary.pdf Emile Persenaire Page 9

7.4 Hoeveel SOx, NOx, en CO2 uitstoot is er in de huidige en nieuwe situatie Hieronder de testbank resultatien van de Wärtsilä 12V46 deze resultaten hebben wij gekregen van Wärtsilä voor ons onderzoek. Met deze resultaten kunnen we zien wat de huidige uistoot is van onze motor. Figuur 3 Resutlaten gekregen van Wärtsilä Om een inzicht te krijgen in het verschil: verbranding met en zonder waterstof. Hebben wij testgegevens gebruikt van de Veerhaven IX. Dit is om aan te tonen wat de mogelijkheden met waterstof injectie is. Doordat wij geen proefopstelling hebben met de Wärtsilä 12V46 kunnen wij geen daadwerkelijke proefgegevens genereren met waterstof injectie. Om toch een indicatie te geven wat of waterstof injectie kijken we naar het verschil wat het bij de MAK teweeg brengt en dit op de Wärtsilä te projecteren. De NOx reductie bij de MAK is 1,7 gr/kwh(18,9%) zouden we dit bij de Wärtsilä toepassen dan zou de nieuwe NOx uitstoot bij de Wärtsilä 15,7-(15,7*0,18889)= 12,734 gr/kwh. Dit is een erg grove schatting omdat de daadwerkelijke waarde afhangt van compressiedrukken, vuldrukken, injectie timing en verbranding van de waterstof met brandstof. Om dit daadwerkelijk te testen zullen we een proefopstelling moeten maken met de Wärtsilä 12V46. Emile Persenaire Page 10

Emile Persenaire Page 11

7.5 Zijn er waterstof bunker mogelijkheden Welke havens worden aan gelopen door de schepen Rauma Kotka Hanko St Petersburg Paldiski Gdynia Lubeck Teesport Hull Tibury Antwerp Zeebrugge Bibao Welke havens hebben de facaliteiten om waterstof te bunkeren Helsinki planning Copenhagen pl Gothenburg pl Arlborg pl Hamburg reeds aanwezig Rotterdam pl Belgie op de route naar antwerpen Dit zijn dus havens die op de route liggen van schepen, echter is er op de locatie s zelf nog geen mogelijkheid tot het innemen van waterstof. Omdat het een nieuwe opkomende brandstof soort is, is de verwachting dat er meer stations komen. In de sector automotive zijn ze reeds verder met de ontwikkelingen omtrend waterstof. Diverse tank stations bieden inmiddels de mogelijkheid om water stof te tanken. Echter is er nog geen infra structuur bepaald omtrend de distributie van de waterstof. Emile Persenaire Page 12

7.6 Hoe sla je waterstof op De opslag van waterstof als een gas vorm neemt erg veel ruimte in waardoor in vloeistof vorm bij een temperatuur van. Graden het meeste effectief kan zijn. Echter zijn er voor het plaatsen van drukvaten een aantal regels waaraan voldaan moet worden ivm veiligheid. Dit gaat echter weer ten koste van de ruimte om lading te kunnen plaatsen. Deze kunnen terug gevonden worden in de INTERIM GUIDELINES ON SAFETY FOR NATURAL GAS-FUELLED ENGINE INSTALLATIONS IN SHIPS deze geeft de aanbevelingen omtrend: Material requirements Location and separation of spaces The arrangement and location of spaces Gas compressor room Machinery spaces containing gas-fuelled engines Tank rooms Arrangement of entrances and other openings General pipe design System configuration Alternative system configurations Gas safe machinery spaces ESD-protected machinery spaces Gas supply system in gas machinery spaces Gas supply system for gas safe machinery spaces Gas supply system for ESD-protected machinery spaces Gas fuel storage Liquefied gas storage tanks Compressed gas storage tanks Storage on open deck Storage in enclosed spaces Fuel bunkering system and distribution system outside machinery spaces Fuel bunkering station Bunkering station Distribution outside of machinery spaces Ventilation system Machinery spaces containing gas-fuelled engines Pump and compressor rooms 7.7 Veiligheids aspecten mbt waterstof Voor de standaard veiligheids procedures is ere en safety sheet opgesteld door de firma Besser BV. Deze is terug te vinden in de bijlage Emile Persenaire Page 13

7.8 Wetgeving omtrend waterstof Er is nog geen wetgeving die beschrijft aan welke aan geeft aan welke regels er voldaan moet worden met betrekking tot waterstof gebruik aan boord van schepen. Echter aangezien het bij waterstof om een vluchtige gas soort gaat. Zal de wet en regelgeving in de buurt komen van de LNG/CNG regelgeving komen. 7.9 Hoe gaat de huidige wetgeving over naar tier 3 Door IMO, de internationale scheepvaartorganisatie, zijn beperkingen van het zwavelgehalte in stookolie opgesteld voor zeeschepen. Deze zijn opgenomen in het zogenaamde MARPOLverdrag dat is opgesteld voor het voorkomen van verontreiniging door schepen. Op volle zee mag nu nog stookolie met maximaal 45 duizend ppm zwavel worden gebruikt (4.5% Zwavel gehalte in de brandstof). Vanaf 2012 mag dit gehalte niet hoger dan 35 duizend ppm zwavel zijn (3.5% Zwavel). Na 2020 moet dit gehalte dalen naar 5 duizend ppm zwavel (0.5% Zwavel). In 2008 en 2009 moesten schepen in zogenaamde emission control areas al voldoen aan een maximum limiet van 15 duizend ppm zwavel (1.5%). Vanaf 2010 is deze limiet verscherpt tot maximaal 10 duizend ppm zwavel, en na 2015 is het maximum duizend ppm zwavel. Emission control areas zijn de volgende vaargebieden : Noordzee met ingang van 22 november 2006 1,5% zwavel, 2015 naar <0.1% zwavel Baltische zee met ingang van 19 mei 2005 1.5% zwavel, 2015 naar <0.1% zwavel Noord Amerikaanse kust met ingang van 1 augustus 2011 1.0% zwavel, 2015 naar <0.1% zwavel Caribische zee met ingang van 1 januarie 2013 1.0% zwavel, 2015 naar <0.1% zwavel IMO is nog aan het bepalen of ze voor Annex 6 de middellandse zee ook naar een ECA willen gaan toebrengen maar dit is voor nu en voor ons terzijde. Figuur 4 Bron: (www.dieselnet.com/standards/inter/imo.php) Emile Persenaire Page 14

SOx uitstoot wordt gevormd bij het verbranden van een brandstof wat zwavel bevat zoals olie. Deze gassen lossen goed op in water, maar het water wordt er wel erg zuur door. De brandstof kwaliteit is de hoofdfactor voor de hoeveel SOx uitstoot van je schip, hoe meer zwavel er in de brandstof zit vermengd hoe vuiler je brandstof en uiteraard hoe vuiler de uitstoot. Dus probeert men zoveel mogelijk zwavel uit de brandstof te halen door het schoon te maken. Hier boven een tabel over de uitvoerings data van SOx eisen zoals beschreven in Marpol Annex 6. Stikstofoxide (NOx) NOx komt vrij bij verbranding van (fossiele) brandstoffen. Lucht bestaat uit stikstof (N2) en zuurstof (O2). Bij ieder verbrandingsproces zoals van een verbrandingsmotor verbinden ze zich tot stikstofoxiden. Hoe hoger de temperatuur, hoe makkelijker die verbindingen ontstaan. Alle motoren produceren dus NOx. Stikstofoxiden zijn zeer schadelijk voor het milieu, zeker als ze zich binden met water, dan ontstaat er salpeterzuur (HNO3). een verzurende stof. NOx draagt ook bij tot smogvorming. Onder invloed van zonlicht reageren stikstofoxiden en koolwaterstoffen met elkaar. Hieruit ontstaat ozon dat op leefniveau schadelijk is voor de gezondheid. Een teveel aan stikstof in het milieu verstoort ook de natuurlijke balans van planten en dieren. Emissies van NOx zijn erg afhankelijk onder welke condities de brandstof in de motor verbrand. Daarom zijn de NOx emissies gespecificeerd onder motor type, condities en instellingen van de motor. Ook kan de NOx emissies verschillen door keuzen met welk brandstof soort je vaart en de omgeving condities (temperatuur, vochtigheid ect.) Zo wordt er in de onderstaande tabel de NOx limieten weergeven van de huidige wereldwijde situatie Tier 2 die was ingegaan in 2011, maar ook de vanaf 2016 ingaande regelgeving betreft NOx Tier 3. Emile Persenaire Page 15

Figuur 5 Bron: Zo mogen motoren volgens Tier 3 met een toerental kleiner dan 130 rpm niet meer uitstoot van NOx als 3.4 g/kwh produceren, met een toerental van tussen de 130 en 2000 9 x n^-0.2 en motoren met een toerental hoger dan 2000 rpm hebben een limiet van 1.96 g/kwh. Tier 3 is echter alleen toegepast in ECA gebieden, buiten deze vaargebieden is TIER 2 weer van toepassing. En voor schepen die zijn gebouwd na 1 januari 2016. De NOx wetgeving gelden op de zelfde vaargebieden aangeduid met ECA. Zoals we al vermeld hadden ontstaat NOx bij hogere temperaturen door een verbinding van 2 soorten atomen die zich van nature in de lucht bevinden namelijk stikstof en zuurstof. Hierdoor zijn alle verbrandingsmotoren, zoals bijvoorbeeld scheepsmotoren, bronnen van NOx-emissies. Hogere verbrandingstemperaturen zorgen in het algemeen echter voor een beter brandstofverbruik wat juist leidt tot een lagere CO2-uitstoot. De laatste jaren zijn er technieken in ontwikkeling die de NOx-emissies zouden kunnen reduceren met een miniem of zelfs positief effect op andere emissies zoals CO2. Een voorbeeld van zon techniek is een systeem van Wartsila, de NOx reducer. Greenhouse Gas (GHG/ CO2) emissies Volgens onderzoek data van IMO wordt 2.7% van de wereldwijde CO2 emissies veroorzaakt door de internationale scheepvaart in 2007. Tot 5 december 2003 waren er nog geen regels en Emile Persenaire Page 16

wetgeving omtrent de CO2 emissies. Nagaande op IMO oplossingen voor CO2 verminderingen op artikel A.963(23), heeft IMO 3 verschillende onderwerpen: Technisch, voornamelijk toepasbaar op nieuwe schepen vanaf 23 december 2003, EEDI Operationeel, toepasbaar op alle schepen die varen, SEEMP en EEOI Markt gebaseerde maatregelen, koolstof prijs verminderen EEDI Energy Efficiency Design Index SEEMP Ship Energy Efficiency Management Plan EEOI Energy Efficiency Operational Indicator Maar de eerst formele CO2 regelgeving zijn opgenomen door IMO in Julie 2011. Deze bestaan uit de EEDI en SEEMP, die beide op 1 januari 2013 verplicht op alle schepen wordt. EEDI De EEDI eisen zullen alleen gelden voor nieuwe schepen boven de 400GT. Onder een nieuw schip verstaan we een schip, - Waarvoor het bouwcontract is afgesloten op of na 1 januari 2013 of - Bij gebreke van een bouwcontract, de kiel is gelegd of waarvan zich een soortgelijke stadium van de bouw op of na 1 juli 2013 plaatsvindt, of - De oplevering van het schip plaatsvindt op of na 1 juli 2015. Ontwerpers en scheepsbouwers krijgen te maken met EEDI bij het ontwerpen van nieuwe schepen. EEDI is een technische document wat de benodigde informatie en berekeningen bevatten met betrekking tot CO2 vermindering. De EEDI wordt gebruikt als instrument voor de controle van de CO2 emissies van schepen. De volgende factoren kunnen de EEDI beinvloeden: - Scheepsontwerp factoren (keuze motor, vorm schip, ect.) - Weersomstandigheden wat de snelheid van je schip kan doen verminderen - Vrijwillige structurele verbetering De EEDI certificaat word uitgegeven als het schip word opgeleverd. SEEMP SEEMP wordt verplicht op alle schepen boven de 400GT vanaf 1 januari 2013. Dit is een document waarin moet staan hoe men aanboort het energieverbruik omlaag gaat brengen, wat gekoppeld staat met de CO2 uitstoot. Scheepseigenaren moeten voor elk schip een eigen SEEMP ontwikkelen. SEEMP is een instrument in de energie-efficiëntie en het brandstof Emile Persenaire Page 17

verbruik te verminderen voor een vaartuig. Op de eerste vernieuwing of tussentijdse inspectie na 1 januari 2013 moeten alle certificaten de aanwezigheid van een SEEMP aanboort hebben. De SEEMP bevat informatie voor de brandstofefficiëntie exploitatie van schepen, zoals een betere beheersing van de snelheid gedurende een reis. De SEEMP is bedoeld om de industrie te helpen bij het beheer van milieuprestatie van schepen, en zijn een praktisch middel voor het verbeteren van de operationele efficiëntie. De SEEMP biedt de meest efficiënte methode van scheepsoperaties (zoals optimale keuze van route, het juiste onderhoud, oceaanstromingen en het weer) om de CO2-uitstoot te verminderen, terwijl de veiligheid van operaties wordt verzekerd en er een strikte operatie schema word onderhouden. Verder gaat IMO nog niet in op eisen voor CO2 vermindering, we kunnen hier ook moeilijk regels aan vaststellen, omdat er altijd wel CO2 de lucht ingaat met het verbranden van. We kunnen het wel verminderen tot zo min mogelijk. En daar zijn deze 2 certificaten op bedacht. Er bestaan voor zover we weten nog geen technieken om de CO2 uitstoot te doen verminderen. 8 Conclusie & aanbeveling De conclusie is nog afhankelijk van een aantal punten die met het onderzoeks team besproken moeten worden Emile Persenaire Page 18

9 Bronnen www.maritimewiki.org www.informatie.binnenvaart.nl www.dieselnet.com www.dnv.com http://www.messergroup.com/nl/info Download/veiligheidsfiches/_data/Waterstof_ NL.pdf Resterende bronnen moeten nog aangevuld worden. Emile Persenaire Page 19

10 Bijlagen 1. Safety sheet Hydrogen Emile Persenaire Page 20