VAK : ALGEMENE TAALKENNIS DATUM: DONDERDAG 15 JANUARI 2015 TIJD : 10.00 10.45 UUR In welke rij krijgen alle woorden het als lidwoord? A bord krijt pen B kantoor erf rapport C klas schrift kast D tas broek boek In welke rij zijn alle lidwoorden juist? A de tafel de boek het rijst B de tafel het boek de rijst C de schaal het klok het soeppan D het schaal het klok de soeppan Plaats de lidwoorden op de open plek. 1 2 3 1 2 3... tienermeisje legt... maïskolven in... speciale manden. 1 2 3 A De de de B De het de C Het de het D Het de de 4 de of het? In welke rij hebben de woorden hetzelfde lidwoord? A paard tafel stoel B school jongen meisje C water huis bank D zeep melk man Kunt u mij tijdig op de hoogte stellen? Welke afkorting moet op de open plek? A a.u.b. B d.w.z. C m.a.w. D zgn. De samenleving kreeg van de brandweer voorlichting brandveiligheid. Welke afkorting moet op de open plek? A d.m.v. B i.p.v. C m.b.t. D t.z.t. 5 7 6 I.v.m. de snoeppauze sluit de school om 12.00 uur. i.v.m. betekent... A in overleg met B in verband met C in verlengde met D in verzorging met
8 11 De vermoeide planter geeft de gemalen koffiebonen aan de rijke boer. Tijdens de boottocht zijn er o.a. opnames gemaakt voor de radio en televisie die a.s. maandag in Nederland en Suriname zullen worden uitgezonden. In welke rij zijn de betekenissen van de afkortingen juist? A onder andere aan sommigen B onder andere aanstaande C op afstand aan sommigen D op afstand aanstaande 9 Hoeveel bijvoeglijke naamwoorden komen voor in deze zin? A 1 B 2 C 3 D 4 12 Tot welke woordsoorten behoren de vetgedrukte woorden in de zin? 1 2 De rijke man tekent een contract bij de notaris. 1 2 A bijvoeglijk naamwoord werkwoord B bijvoeglijk naamwoord zelfstandig naamwoord C werkwoord werkwoord D werkwoord zelfstandig naamwoord Mama bakte gisteren heerlijke pannenkoeken. Het bijvoeglijk naamwoord is... A gisteren. B heerlijke. C mama. D pannenkoeken. 10 In welke zin is het bijvoeglijk naamwoord vetgedrukt? A De boer zet de geoogste groente op de mat. B De leerkracht plaatst de stapel schriften op tafel. C Geef mij de zware tassen maar, zegt Anna. D We gaan in de vakantie naar ons vakantiehuis. 13 Plaats de zinnen van dit verhaaltje in de juiste volgorde. 1 Het dier wil plotseling niet eten. 2 Van oma kreeg Meriam een konijn. 3 Meriam brengt haar konijn naar de dokter. 4 Zij voedt hem twee keer per dag. 5 Het konijn huppelt gelukkig weer rond. A 2 4 5 3 1 B 2 4 1 3 5 C 3 1 2 4 5 D 3 2 4 1 5
14 16 Plaats de zinnen van dit verhaaltje in de juiste volgorde. 1 Messi staat elke dag om 6.00 uur op. 2 Vandaag is hij erg laat. 3 Gelukkig komt hij op tijd op school aan. 4 Hij poetst snel, zeept zich in, spoelt zich af en kleedt zich aan. 5 Hij is om half acht opgestaan. A 1 2 3 4 5 B 1 2 5 4 3 C 2 4 5 1 3 D 3 2 1 4 5 15 Lees de volgende zinnen. 1 Erica is een meisje van 11 jaar. 2 Dit district ligt in het westen van Suriname. 3 Er zijn daar veel rijstverbouwers. 4 Vanuit Nickerie kan je doorreizen naar Guyana. Waar hoort de onderstaande zin? Haar moeder werkt in een rijstbedrijf in Nickerie. A tussen 1 en 2 B tussen 2 en 3 C tussen 3 en 4 D na 4 1 Carmen werkt bij een pompstation. 2 Van half acht tot vijf uur bedient zij de gasolinepomp. 3 Van haar mannelijke collega s krijgt zij de volle ondersteuning. 4 De klanten vinden het soms vreemd dat ze door een vrouw geholpen worden. Waar hoort de onderstaande zin? Ook banden verwisselen en smeerolie nazien doet ze met gemak. A tussen 1 en 2 B tussen 2 en 3 C tussen 3 en 4 D na 4 enkelvoud bal 17 meervoud ballen Van welk woord wordt de meervoudsvorm op dezelfde manier gevormd? A gat B lot C stek D vat 18 Welk woord eindigt in het meervoud op s? A appel B auto C vrachtwagen D winkelchef
enkelvoud boek 19 meervoud boeken Bij welk woord vormen we het meervoud anders? A fiets B maaltijd C telefoon D vergadering 20 Waar is het meervoud juist gevormd? enkelvoud meervoud A agenda agendas B baby babys C cadeau cadeaus D paraplu paraplus 21 Welke combinatie is juist? man vrouw A acteur actrice B dokter dokteres C fotograaf fotografiste D voorganger voorgangeres 24 In Braziliё wonen Brazilianen. Van welk land wordt het woord voor de inwoners anders gevormd? A Aruba B Belgiё C Dominica D Haїti 25 Waar staat er een tegenstelling? A bijna ongeveer B diep ondiep C direct onmiddellijk D heerlijk smakelijk Zoek de tegenstelling. 26 A klimmen klauteren B lastig vervelend C netjes rommelig D slaan trappen 27 22 Welk vrouwelijk woord is fout? vrouwelijk mannelijk A bibliothecares bibliothecaris B chauffeuse chauffeur C directrice directeur D verpleegster verpleger land China 23 Van welk land wordt het woord voor de inwoners anders gevormd? A Canada B Guyana C Nederland D Portugal inwoners Chinezen De autohandelaren importeren mooie autoˈs. Het tegengestelde van het vetgedrukte woord is... A bezorgen. B exporteren. C sturen. D verzenden.
28 32 Dat kan iedereen overkomen. Wat betekent overkomen in deze zin? Van moeder krijgt Anil een stukje mals vlees. Kies de juiste tegenstelling van het vetgedrukte woord. A heerlijk B lekker C taai D wild A benoemen B bezitten C gebeuren D geloven 33 Iemand die hengelt, is een hengelaar. 29 De jarige zat op een geriefelijke stoel. Het woord geriefelijke betekent ongeveer hetzelfde als... A gemakkelijke. B kapotte. C nieuwe. D versierde. 30 De ambtenaren begeven zich naar het kantoor. Ambtenaren betekent... A bejaarden. B landsdienaren. C particulieren. D vrijwilligers. 31 Welk woordpaar heeft ongeveer dezelfde betekenis? A antwoord vraag B kreek rivier C straat buurt D verdrag overeenkomst Wie op de vlucht gaat, is een A vluchtenaar. B vluchtman. C vluchter. D vluchteling. 34 Iemand die ervan houdt om brand te stichten is een A oplichter. B piraat. C pyromaan. D stroper. 35 Het gebedshuis van de joden wordt elke week bezocht. Een ander woord voor dit gebedshuis is een... A mandir. B moskee. C synagoge. D tempel.
36 Mijn oom is kok op een groot schip. Hij werkt dus van het schip. Welk woord komt op de open plek? A in de hut B in de kombuis C in het ruim D op het dek 37 Na de grote regenbui werkte men en macht. Kies de juiste betekenis van de vetgedrukte uitdrukking. A Iedereen hielp flink mee. B Iedereen liep weg. C Iedereen keek naar de regen. D Iedereen moest verhuizen. met man Tijdens de voetbalwedstrijd geven supporters allerlei aanwijzingen, maar zij kunnen zelf geen doelpunt maken. Welk spreekwoord past bij het bovenstaande? A De beste stuurlui staan aan wal. B Je beste beentje voorzetten. C Schoon schip houden. D Van wal steken. Je kunt niets met hem niet meewerken. 39 40 beginnen; hij wil toch Welke uitdrukking past bij het tweede deel van deze zin? A Er is geen land met hem te bezeilen. B Hij is in rep en roer. C Hij moet het over een andere boeg gooien. D Jong geleerd, is oud gedaan. 38 Vul aan: Op het feestje van tante Koba was Toen mijn neef Jerry kwam, A bracht hij leven in de brouwerij. B droeg hij een steentje bij. C knoopte hij alle eindjes aan elkaar. D zorgde hij voor weinig armslag. het ongezellig.