MINISTERIE VAN ONDERWIJS,. KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. jfêz- f AFDEELING % ^^ J ^ ^ t ^ ^ f ë De Minister van Onderwijs, K en Wetenschappen heeft de eer aan. ^...^k^</a, M I^t^^. nevensgaande stuk/ll/te dpen toekomen m% vèyzoek W FS-GRAV NHAGE, ÙJ2... ^^?*r*fefe^u... 192 Voor den Minister, IQ2...<Z. De Secretaris-Generaal, WMM ^»feil^a*»^^'" *^-giii^gay L. 323-'24-11100
ONDERWIJSRAAD. N. 6238 A. Bericht op schrijven van ia jfaas«riî24i o. 5468(1925) * Betreffende: V«rzo»k 3r»H # I«van Urk e.a«, apothekers in 's Rijks dienst«i 'S-GRAVENHAGE,.:...«Haart 192... Frankenstraat 39. Men gelieve bij het antwoord dagteekening en nummer van dit schrijven te vermelden. In antwoord op het aan den kant vermeld schrijven en onder wederaanbieding van de daarbij gevoegde stukken heeft de iâerste Af deel ing van den Onderwijsraad de eer Uwe excellentie het navol«gende te berichten«klaarblijkelijk vraagt Uwe JSxce lient ie hst advies van de uiers te Af deel ing van den Onderwijsraad alleen ten opzichte van de vraag of het n ie uwe-i Academisch Statuut een zoodanige verandering gebracht heeft in de opleiding voor apotheker, dat dientengevolge verschil in bezoldiging tusschen nieuw_en oud-opgeleiden gerechtvaardigd zou zijn* Deze vraag kan, naar de meening der Afdeeling» met stelligheid ontkennend worden beantwoord, op de gronden door de Faculteit der Wis-en natuurkunde te Leiden in haar schrijven van 19 december 1925 aangegeven«de Af deel ing meea t derhalve de hiervoren bedoelde vraag te mogen beantwoorden door zich bij dit schrijven aan te sluiten» Namens de Af d eel ing voornoemd, ^Voorz itter» AAN jäijne isxeeuentie den...j in..is..ter van Onderwijs, Kunsten e n We ten schappen te * o»gratiïiihagia*, Secretaris, L. 5 - '25 9571
m& -L^t Aftuig /^ ^ ß.OU^U. L^^^-^^^L /^r Ä - ^&r lynxes, ***>* ^ /-2-^W S^ ^ i ' «^Vf< ^s*3 Jtjirv&t'&v <^^ 2 %èâ /**-^< Qu *^ Û # ' ^ / ^
graâady MB van den heer 2ÜÜBL&J&BEL* omtrent 4e ( tukken van de [«eren van u A «Klaarblijkelijk «or4t he t adv ie«der Afdeeling alleen gevraagd ten pziehte van de vraag of het nieuwe Statuut een zoodanige verandering s ore cht heeft in de opleiding veer apotheker dat dientengevolge»r*ohil ia bezoldiging tusschen nieuw en oud opgeleiden gereoht^éttop«i&d zou zijn«deze vraag kan met stelligheid on ttaeiinead worden beantwoord» op de ronden door de facu9ft*it der wis<-*n natuurkunde te Leiden ia haar Bhrijven van I9 jueoambe? 19^5 aangegiymu Mitsdien heb ik de eer voor te stellen dat d* Af deel in^ d# haar Utelde vraag T»an boordt deor zloh. aan te sluiten bij dit oohrijvea» Hoogachtend, (* *) **h»&ohn*tamu*
AFSCHRIFT«Helder, 5 October I925. GeY^n met verschuldigde n eerbied te kennen, onderge teeken den, is allen apothekers én dienst van het Rijk, ten deze domicilie bij eers tonder ge teekende, Marine hospitaal te Willemsoord, kiezende dat hun bezoldiging in he t bezoldigingsbesluit 1925 is vastgesteld op f 2400 - f 4Ö00, te bereiken in 1ö jaar. Dat zij zich veroorloven Uwe excellentie er op te wijzen, dat voor het verkrijgen van het diploma van apotheker wordt vereischt een academische studie van 5 tot 6 jaar, welke studie tot de langste, zwaarste en kostbaarste moet worden gerekend. Dat de duur van hunne studie gelijk is aan die van scheikundig ingenieur en van doctor in de scheikunde (de promotie niet me de gerekend ). Dat zij krachtens hun diploma benoembaar zijn tot scheikundige bij Rijkslandbouwproefstations, keuringsdiensten e.a.rijkslaboratoria. Bat inderdaad ook een groot aantal apothekers in functie als de s, laatstgenoemden werkzaam is* Bat de aard van hun werkkring 1 zeker niet van minder beteekenis is dan die hunner collega»s bovengenoemd. Zij zelfs aan het hoofd van een bedrijf staan, de laatstgenoemden werkzaam zijn onder een directeur. Verder hun werkkring medebrengt, dat zij zich ten allen tijde ter beschikking moeten houden in tegenstelling met genoemde collega's. Dat voor b.g.n.categorieën een bezoldiging is vastgesteld van f 2400,- - f 5400,-. Dat er h.i.geen aannemelijke reden is aan te voeren, waarom hun bezoldiging moet afwijken van die van andere collega's in openbaren dienst en van die der b.g^n. academisch gevormde xxxx ambtenaren. Dat zij daarom Uwe Excellentie eerbiedig verzoeken hen in genoemde schaal te willen opnemen. 11 we Ik doe nde, (w. g.) Dr.H.W.van Urk, bur ge r apotheker bij het Marinehospitaal te Willemsoord. (w.g.) G.H.Nijhoff, apotheker academisch Zie- /? ken huis te Leiden. (w.g.) M.Mijers, apotheker aan de Heelkundige ri^t^c^ny en vrouwenkliniek te Utrecht. (.S-)Th.j. D. J#Har. ngs apotheker t/d «werkinrichting te Veenhuizen. Rijks_
2. DEPARTEMENT VAN MARINE. AFSCHRIFT. 's-gravenhage,10 November 1925. Afdeeling B(1e Bureau) N0.60. Hierbij heb ik de eer Uwe Excellentie toe te zenden een van onzen ambtgenoot van Financie'n ontvangen request van ëen viertal apothekers, werkzaam in R i jksbe trekkingen, waarin wordt gevraagd verbetering jbe brengen in hunne bezoldiging. Ik verzoek U dit request en het begeleidend schrijven, eventueel met Uwe beschouwingen en advies, te willen zenden aan onzen ambtgenoot van Justitie, die zou kunnen zorgdragen voor de doorzending aan het Centraal Bureau van voorbereiding van ambtenarenzaken, door tusschenkomst van den Voorzitter van den ministerraad. Uit het feit, dat de betrokken apothekers dit gezamenlijk indienen, meen ik te moeten afleiden, verzoekschrift dat het ten doel heeft om op grond van hunne academische opleiding verbetering van hun traktement te bepleiten. Bij mijn departement toch werd ook van Dr.van Urk een afzonderlijk request ontvangen, waarin hij vermeerde- I ring van salaris vraagtop vrijwel dezelfde gronden. Bij de doorzending van dat request heb ik medegedeeld, dat de werkzaamheden, welke bij buiten zijn dienst als apotheker verricht, mij niet van voldoenden omvang en voldoende be teekenis voorkomen om, op grond daarvan verandering te brengen in zijn titel en zijne bezoldiging. Voorts dat, naar ik vernomen had, de faculteit der wis-en natuurkunde van de Leidsche universiteit de academische opleiding van den apotheker, die niet onder de werking van het nieuwe academisch statuut zijns studie heeft volbracht, niet gelijkwaardig acht met die van b.v.de doktoren in de chemie. De heer van Urk zou op grond van zijne opleiding dan ook geen gelijkstelling kunnen bepleiten ms t de scheikundigen bij verschillende rijksdiensten. Ik kan nie1 be oordeels n of er in het feit, dat in het vervolg de opleiding voor apotheker,eene volledig academische opleiding zal zijn, aanleiding kan zijn gelegen om hen, die de oude opleiding hebben gevolgd,u&t H. - g;
o. andere academisch gevormden gelijk te stellen, voor zoover althans bij het vaststellen van de bezoldiging, de opleiding als factor in aanmerking komt. Ik moet aan Uwe Excellentie overlaten om, ter zake van de waarde van de opleiding, het Centraal Bureau de noodige aanwijzingen en inlichtingen te verstrekken. Ik zou het echter op prijs stellen om, wanneer U Uwe meen ing daarover aan genoemd Bureau kenbaar maakt, daarmede ook te worden in kennis gesteld. Ten slotte merk ik op, dat, werd aan het verzoek van re que s tr an. ten voldaan, daarvan m.i.het logisch gevolg zou zijn, dat ook de bezoldigingen der thans met hen in bezoldiging gelijk staan scheikundigen - en zeker die van den scheikundige der Marine - in dezelfde mats zouden moeten worden verhoogd. Aan Zijne Excellentie den Minister van 0.K.& W. te 's-gravenhage, De Minis tef van Marine (w.g.) Lambooy. a,i., CURATOREN DER RIJKSUNIVERSITEIT TE LEIDEN. NO.1641O AFSCHRIFT. Leiden, 25 December 192J?. Met betrekking tot de hierbij teruggaande stukken ontvingen ^y van de faculteit van wis-en natuurkunde het rapport, dat in afschrift hierbij is gevoegd, en waaraan wij ons refereeren. Curatoren der Rijksuniversiteit te Leiden, Namens hen, (w.g.) J.E.Boddaert,Secretaris. Aan Zijne Excellentie den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen te 's-gravenhage.
4. AFSCHRIFTo Faculteit der w is-en natuurkunde Rijksuniversiteit Leiden o No.53. I3SSJDŒXXSJ. Leiden, 19 December 1925 o Naar aanleiding van hst request van den heer van Urk c.^.s, dat blijkbaar aan de Faculteit is toegezonden in veroand met de opmerking van den MdniB&er van Marine over de opleiding van den apotheker onder het oude en het nieuwe Ac,Statuut, merken wij het volgende op. Het wil ons voorkomen, dat deze opmerking op onjuist inzicht berust, daar door ds invoering van het nieuwe Ac «Statuut de opleiding van den apotheker geen essentieels verandering ondergaan heeft. Immers reeds sinds hs t tot stand komen van de vigeerende Wet op he t Hooger Onderwijs (1ö7ó) is ds opleiding voor apotheker een volledige academische. Het nieuwe Statuut heeft, behalve de verandering in de inrjiehting der examens, die voor ieder studievak in de Faculteit van gelijke beteekenis is en welke een vereenvoudiging en geen verzwaring van de studie ceoogde, voor den a, s.apotheker slechts tot gevolg gehad, dat het practisch-apotheksrsexamsn, hetwelk na het doctoraal examen wordt afgelegd, door de Faculteit en niet langer door een Staatscommissie wordt af ge nonen. Daarom is er o. i.geenerlei reden de opleiding onder het oude Statuut als minderwaardig aan te merken tegenover^ het nieuwe Statuut. De laatste wordt in dit nieuwe Statuut opée*n lijn gesteld net de opleiding in de andere studievakken, zoodat, indien de opleiding als factor voor de bezoldiging in aanmerüélng komt, deze factor zoowel voor de apothekers, opgeleid volgens het nieuwe, als voor die opgeleid volgens hst oude Statuut gelijk te stellen is me t die welke geldt voor hen, dis in een ander studievak onder Faculteit zijn opgeleide. ""'Namens de Faculteit der Wis-en Natuurkunde, (w.g.) J.J.Blanksma,Voorzit ter, (w,g,) P,N,van Kampen,Secretaris. Aan Curatoren der Rijksuniversiteit te Leiden,».- 1