Rapportage Monitor LOB Directies en decanen VO in 2014

Vergelijkbare documenten
Rapportage eindmeting LOB. Directies en decanen VO September project Stimulering LOB

Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies

WERKBOEK VERNIEUWING VMBO & LOB. Bijeenkomst Stichting Platforms vmbo

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/ /2012

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Schoolportret samenwerkingsverband Roermond. vo- docenten over Passend onderwijs (vmbo tot en met gymnasium)

Factsheet Schorsingen en verwijderingen

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten eindmeting, januari 2006

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Factsheet Schorsingen en Verwijderingen Trends, analyses en wetenswaardigheden

L O O P B A A N D O S S I E R LOOPBAANONTWIKKELING

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

ICT in het basis- en voortgezet onderwijs. Schooljaar

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs

Ontwikkelingen in Ict-samenwerking in het primair onderwijs

MBO-instellingen en gemeenten

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs in het schooljaar

Onderstaand treft u de resultaten aan van de vragenlijst over ondernemend onderwijs.

Schorsingen en verwijderingen in het funderend onderwijs

Onderzoek naar gebruik, waardering, impact en behoefte aan LOB onder scholieren en studenten.

Financiering in het MKB

ICT IN HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS SCHOOLJAAR 2007/2008 TECHNISCH RAPPORT

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies

Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies

FACTSHEET SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS. ELEKTRONISCHE MELDINGEN OVER DE SCHOOLJAREN 2011/2012 TOT EN MET 2015/2016

LOB in het beroepsonderwijs drs. Metje Jantje Groeneveld

Onderzoek Passend Onderwijs

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Samenvatting van de monitor en de volgmodules najaar 2015

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

Voortgezet onderwijs. Ontwikkeling van het aantal leerlingen in Noord-Brabant. Transvorm Tilburg, januari 2019 T F

Hondenbeleid Deventer Eindmeting

Cultuureducatie in het basisonderwijs

SAMEN LOOPBAANLEREN VERANKEREN OP SCHOOL WORKSHOP VOOR DECANEN SAMEN MET SCHOOLLEIDERS. Inge Kirsten De loopbaan van de leerling centraal

Als eerste is gevraagd in hoeverre de Cito Eindtoets Basisonderwijs een reëel beeld oplevert van

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Samenvatting rapportage onderzoek vmbo

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Rapportage Onderzoek buitenles

Onderzoek Leerlingeninbreng bij sollicitaties en evaluaties

Factsheet persbericht

De LOB-scan voor mbo

Groepsgrootte in het basisonderwijs

Vijfde monitor cultuureducatie Noord- Brabant

Online leergang LOB Stimulans voor LOB-ontwikkeling. Annerieke Koetsier Janny van Meenen Minette van den Bemd

Verankering loopbaandossier LOB is van iedereen!

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

Rapport Onderzoek Lerarentekort

Onderwijs in beeld: Maastricht-heuvelland

Rapportage Peiling nieuwkomers

Rapportage Marktontwikkelingen in het primair en voortgezet onderwijs

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Tabellenrapportage quickscan leerlingendaling. schoolbesturen en gemeenten

Rapportage Onderzoek Effecten Werkdrukakkoord

Rapportage Onderzoek ouderbetrokkenheid in het basisonderwijs

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Samenvatting van de monitor en de volgmodules najaar 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

Begrote gemeentelijke uitgaven aan openbare bibliotheken

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Interactief bestuur. Omnibus 2017

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar

Onderzoek Passend Onderwijs

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

Pietendiscussie. Peiling CNV Onderwijs en Algemeen Dagblad

Ontwikkeling leerlingaantallen

LOB De investering waard

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Evaluatie trainingen Vversterk. Deelnemers eerste tranche

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Samenvatting van de monitor en de volgmodules najaar 2014

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Rapportage Onderzoek Werkdruk

Woonwagenstandplaatsen in Nederland. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 10 oktober Eindrapportage

Samenvatting en conclusies

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

De Politieke Barometer Onderwijs 2011

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015

VO2020. Schoolrapportage. Venster College X

StudentenBureau Stagemonitor

*) Dit is ook het aantal respondenten waarop de cijfers en grafieken in dit rapport zijn gebaseerd, tenzij anders aangegeven.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

De Politieke Barometer Onderwijs

Stadspanel: Oud en nieuw 2018

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel

Versterking van LOB in de doorlopende leerlijn vmbo-mbo

Teamgericht werken binnen Stichting. Werkkring

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen

Factsheet persbericht

Studiekeuzecheck HO De eerste ervaringen van havo/vwo-decanen

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Factsheet persbericht. Studenten: stagebegeleiding scholen schiet tekort

Rapportage Behoeftepeiling IKC ontwikkeling onder leden PO-Raad

Tevredenheid over start en ontwikkeling op de arbeidsmarkt

Loopbaanoriëntatie en begeleiding voor decanen en mentoren

Factsheet persbericht. Aanbod stageplaatsen groeit

Transcriptie:

Rapportage Monitor LOB Directies en decanen VO in 2014

INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 3 1.1 Werkwijze 3 1.2 Respons 4 1.3 Leeswijzer 7 2 Visie en beleid 8 3 Oriëntatie en begeleiding 18 4 Organisatie 24 5 Samenwerking 26 6 Waardering van en behoefte aan ondersteuning 32 7 Over LOB in het praktijkonderwijs 37 8 Conclusies 39 8.1 Vormgeving en ontwikkeling van LOB in de afgelopen jaren 39 8.2 Verschillen tussen vmbo- en havo/vwo-scholen 40 8.3 Bijdrage van het project Stimulering LOB 41 COLOFON Opdrachtgever: VO-raad Utrecht, januari 2015 Joke Kruiter Edwin Dubbelman Debbie Kooij Oberon Postbus 1423 3500 BK Utrecht tel. 030-2306090 fax 030-2306080 e-mailadres: info@oberon.eu Pagina 2 van 41 Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014

1. INLEIDING Leerlingen stimuleren om zich succesvol te ontwikkelen door keuzes voor vervolgopleidingen of (beroeps)profielen te kiezen die bij hen passen: daar draait het om bij loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB). Het project Stimulering LOB Van de VO-raad stimuleert vo-scholen om een kwaliteitsslag te maken in LOB met als doel om effectieve LOB te realiseren in het voortgezet onderwijs, zodat leerlingen beter in staat zijn hun loopbaan te sturen. Voor de periode 2012-2014 zijn zes doelen voor dit project vastgesteld, ingedeeld in drie thema s. Het schema hieronder brengt dit in beeld. Schema 1: Projectthema s en -doelen Thema s Integrale verantwoordelijkheid Verantwoordelijk en vaardig Intensivering ingezette lijn Doelen Soepelere overgangen tussen VO en vervolgonderwijs Sterkere rol leerlingen en ouders Professionelere decanen, mentoren, schoolleiders en docenten Bestuurders en schoolleiders weten beter hoe ze LOB gestalte kunnen geven Intensievere LOB (met name in h/v) Scholen delen onderling beter ervaringen over LOB Om die doelen te bereiken zet de VO-raad verschillende instrumenten in, zoals een online leergang, begeleiding van scholen die nog niet zo ver zijn met LOB, het inzetten van ambassadeurscholen, klankbordbijeenkomsten en een studiereis. De VO-raad heeft Oberon gevraagd de ontwikkeling in LOB-beleid en LOB-activiteiten op vo-scholen in beeld te brengen. Dat doen we met de monitor LOB. In 2010 voerden we een nulmeting uit, in 2012 een eerste meting en nu, in 2014, een tweede meting. In dit rapport doen we verslag van die tweede meting, waarbij we de resultaten vergelijken met die van de nulmeting en de eerste meting. Met de LOB-monitor willen we de volgende vragen beantwoorden: 1) Hoe geven vo-scholen vorm aan loopbaanoriëntatie en -begeleiding? Welke ontwikkeling hebben zij daarin doorgemaakt de afgelopen jaren? 2) Is er verschil te zien tussen vmbo- en havo/vwo-scholen? 3) Heeft het project Stimulering LOB van de VO-raad bijgedragen aan de versterking van LOB op vo-scholen? Zo ja, op welke manier? 1.1 Werkwijze Om de vragen uit de vorige paragraaf te beantwoorden hebben we twee vragenlijsten uitgezet. Eén onder directeuren van vo-scholen en één onder decanen. De vragenlijst voor directeuren zoomt wat meer in op het LOB-beleid, die voor decanen op de concrete invulling ervan. Als basis voor deze vragenlijsten hebben we de vragen genomen die ook in 2010 en 2012 zijn gesteld, zodat we de uitkomsten kunnen vergelijken. Aan de vragenlijsten is ook een aantal vragen toegevoegd, gebaseerd op recente ontwikkelingen op het gebied van LOB en recente LOB-activiteiten van de VO-raad. Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014 Pagina 3 van 41

Directies De schoolleiders van alle vo-locaties in Nederland zijn voor dit onderzoek benaderd, inclusief de scholen voor praktijkonderwijs. De directies zijn via e-mail uitgenodigd om de vragenlijst in te vullen. Na een week is een herinneringsmail gestuurd, en na nog een week nog een tweede herinnering. Vervolgens zijn de scholen die nog niet hadden gereageerd telefonisch benaderd met de vraag of ze de vragenlijst alsnog willen invullen. Decanen De decanen zijn door de beide decanenverenigingen benaderd met de vraag om mee te doen aan het onderzoek. Dat hebben ze gedaan door de link naar de vragenlijst op hun websites te plaatsen, door aandacht voor de vragenlijst te vragen in nieuwsbrieven en door decanen persoonlijk aan te schrijven. 1.2 Respons Directies Het responspercentage onder schoolleiders is dit jaar lager dan bij de vorige metingen. Dit komt echter doordat het adressenbestand dat we hebben gemaakt veel groter was dan voorgaande jaren. In absolute aantallen is de respons iets hoger dan in de vorige metingen Tabel 1: Respons directies Aantal benaderd Respons aantal Respons percentage 2010 1078 355 33% 2012 1074 338 31% 2014 1875 384 20% Decanen Doordat de decanen door de decanenverenigingen zijn benaderd en via websites en nieuwsbrieven zijn geattendeerd op de vragenlijst, weten we hoeveel decanen zijn geattendeerd op de vragenlijst. We kunnen daarom geen responspercentage berekenen. Wel maken we een schatting van het percentage van het totaal aantal decanen (ongeveer 1500) dat de vragenlijst heeft ingevuld. In absolute aantallen is de respons in 2014 iets hoger dan in 2010 en behoorlijk wat hoger dan in 2012. Pagina 4 van 41 Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014

Tabel 2: Respons decanen Aantal benaderd Respons aantal Respons percentage 2010 Decanen 1500 403 27% 2012 Decanen 1500 258 17% 2014 Decanen 1500 432 29% Onderwijstype De eerste vraag die we aan directies en decanen hebben gesteld is een achtergrondvraag over het onderwijstype waarop ze lesgeven. Als we directies en decanen in 2014 vergelijken dan valt op dat directies op havo en vwo relatief vaker hebben meegedaan dan decanen in deze hogere onderwijstypen. Dit beeld zien we niet in het vmbo, de respons van decanen en directies is daar vergelijkbaar. Voor praktijkonderwijs geldt weer dat de vragenlijst relatief vaker door directies dan door decanen is ingevuld. Tabel 3: Overzicht onderwijstypen van de respondenten (aanwezig op de betreffende locatie). (n directies 2014= 384; n directies 2012=190; n directies 2010 = 248; n decanen 2014= 432; n decanen 2012= 258; n decanen 2010 = 403) (meerdere antwoorden mogelijk) % directies 2014 % directies 2012 % directies 2010 % decanen 2014 % decanen 2012 % decanen 2010 vmbo basis/kaderberoeps 45% 52% 42% 41% 48% 31% vmbo gemengd/theoretisch/ 63% 63% 56% 63% 46% 66% mavo havo 45% 42% 51% 35% 38% 49% atheneum/gymnasium 42% 42% 49% 33% 34% 53% praktijkonderwijs 12% 2% Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014 Pagina 5 van 41

Representativiteit De respons bij de verdeling over provincies komt op hoofdlijnen overeen met landelijke gegevens. Dit geldt voor zowel de directies als de decanen. In de tabel hieronder staan de landelijke verdeling en de verdeling in onze responsgroep weergegeven. Tabel 4: Verdeling respondenten over provincies Provincie Respons directies Respons decanen Landelijk* Drenthe 3% 3% 3% Flevoland 4% 2% 3% Friesland 5% 4% 6% Gelderland 13% 14% 12% Groningen 4% 6% 5% Limburg 6% 7% 5% Noord-Brabant 18% 16% 12% Noord-Holland 13% 12% 15% Overijssel 7% 6% 8% Utrecht 6% 8% 6% Zeeland 1% 4% 2% Zuid-Holland 20% 18% 23% *Bron: DUO per 1 oktober 2014 De grootte van de scholen is niet helemaal representatief in de beide responsgroepen (directies en decanen). Landelijk zijn er relatief meer kleine scholen (< 500 leerlingen) dan in de beide responsgroepen, en wat minder grote scholen (> 1000 leerlingen). Echter, de verschillen zijn niet zo groot dat we er effect van verwachten op de resultaten. Pagina 6 van 41 Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014

Tabel 5: Verdeling schoolgrootte volgens de respondenten Schoolgrootte Respons directies Respons decanen Landelijk* kleine school (< 500 lln) 32% 22% 46% gemiddelde school (500 1000 lln) 29% 35% 27% grote school (> 1000 lln) 39% 43% 27% *Bron: DUO per 1 oktober 2014 De verdeling van schooltypen in dit onderzoek is ietwat verschillend tussen de twee groepen respondenten alsook met het landelijk beeld. Bij directies maar ook landelijk zitten relatief meer scholen voor praktijkonderwijs en brede scholengemeenschappen (vmbo t/m vwo) dan onder decanen. Bij decanen zien we relatief veel vmbo-scholen en havo/vwo-scholen vergeleken met het landelijk beeld en het beeld dat we van de directies hebben. Tabel 6: Verdeling schooltypen volgens de respondenten Schoolgrootte Respons directies Respons decanen Landelijk* Praktijkonderwijs 7% 1% 11% Vmbo 43% 56% 36% Vmbo/havo/vwo 30% 14% 36% Havo/vwo 20% 29% 17% *Bron: DUO per 1 oktober 2014 1.3 Leeswijzer In de volgende hoofdstukken beschrijven we aan de hand van een aantal thema s de uitkomsten op de vragenlijst voor vmbo en havo/vwo 1. In de tabellen staan de resultaten van vmbo en havo/vwo samen, als er opvallende verschillen zijn wordt dit in de tekst gemeld. In hoofdstuk 2 gaan we in op visie en beleid t.a.v. LOB, hoofdstuk 3 gaat over oriëntatie en begeleiding, hoofdstuk 4 over de organisatie van LOB in de school en hoofdstuk 5 over de samenwerking daarbij. In hoofdstuk 6 beschrijven we de waardering van scholen voor het Project Stimulering LOB van de VO-raad. In hoofdstuk 7 geven we een beschrijving van de stand van zaken t.a.v. LOB in het praktijkonderwijs. De conclusies, ten slotte, staan in hoofdstuk 8. 1 We hebben er voor gekozen om praktijkonderwijs hier buitenbeschouwing te laten. In eerdere versies van de monitor is het praktijkonderwijs namelijk niet meegenomen. Bovendien gaat het om een relatief klein aantal scholen. In hoofdstuk 7 geven we een korte beschrijving van LOB in het praktijkonderwijs. Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014 Pagina 7 van 41

2. VISIE EN BELEID Een belangrijke LOB-pijler is (het ontwikkelen van) visie en beleid. In dit hoofdstuk schetsen we de ontwikkeling van het LOB-beleid en -visie op scholen tussen 2010 en 2014. Visie en doelen Tabel 5: Heeft uw school een visie op het gebied van LOB? (n directies 2014= 344; n directies 2012 =190; n decanen 2014= 399; n decanen 2012= 244) % directies 2014 % directies 2012 % directies 2010 % decanen 2014 % decanen 2012 % decanen 2010 Ja 81% 84% 74% 70% 79% 69% Nee 19% 16% 26% 30% 21% 31% Zo n vier op de vijf scholen heeft, volgens de directies, in 2014 een visie op LOB geformuleerd. Dit aandeel ligt op het niveau van 2012 en is iets hoger dan in 2010. Bij decanen liggen deze percentages doorgaans wat lager de afgelopen vier jaar. In hoeverre is de schoolvisie met betrekking tot LOB bekend onder het personeel? Deze vraag is in deze eindmeting voor het eerst gesteld. Tabel 6: Is deze visie bij iedereen op school bekend? (n directies 2014=277; n decanen 2014=277) % directies 2014 % decanen 2014 Ja 50% 33% Nee 50% 67% Directies geven aan dat onder de helft van het personeel de eigen LOB-visie bekendheid geniet, bij decanen ligt dat lager (33%). Op basis van tabel 5 en 6 kunnen we dus concluderen dat er verschil zit tussen het hebben van een LOB-visie (zie tabel 5) en de mate van bekendheid ervan binnen de school (zie tabel 6). Pagina 8 van 41 Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014

Tabel 7: Is de visie schriftelijk vastgelegd? (n directies 2014= 275; n directies 2012= 156; n directies 2010= 174; n decanen 2014= 278; n decanen 2012=176; n decanen 2010 = 270) % directies 2014 % directies 2012 % directies 2010 % decanen 2014 % decanen 2012 % decanen 2010 Ja 90% 69% 62% 85% 67% 52% Nee 10% 31% 38% 15% 33% 48% Duidelijk te zien is (zie tabel 7) dat het schriftelijk vastleggen van de eigen LOB-visie tussen 2012 en 2014 een grote stap vooruit heeft gemaakt, aldus directies en decanen. Momenteel geeft 90% van de directeuren en 85% van de decanen aan dat zij hun visie over LOB gedocumenteerd hebben. Tabel 8: In onze visie beogen wij met LOB (n directies 2014= 332; n directies 2012= 157; n decanen 2014= 373; n decanen 2012=187) (meerdere antwoorden mogelijk) % directies 2014 % directies 2012 % directies 2010 % decanen 2014 % decanen 2012 % decanen 2010 oriëntatie op het vervolgonderwijs 95% -* -* 97% -* -* beroepsoriëntatie 90% -* -* 83% -* -* ontwikkelen van loopbaancompetenties verminderen van switchen van studierichting voorkomen van voortijdig schoolverlaten 68% 78% 76% 74% 78% 73% 66% 76% 75% 71% 59% 62% 63% 67% 68% 65% 67% 59% brede vorming voor alle leerlingen 50% -* -* 40% -* -* ontwikkelen van de competentie om met veranderingen en onzekerheid om te gaan vergroten van het aantal hoger opgeleiden 26% 25% 22% 21% 28% 23% 5% 8% 9% 5% 5% 10% anders 4% 9% 10% 3% 13% 14% talentontwikkeling -* 66% 56% -* 44% 42% *Niet bevraagd in deze meting Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014 Pagina 9 van 41

In 2014 zijn drie items toegevoegd aan de vraag wat scholen beogen met hun LOB-beleid: oriëntatie op het vervolgonderwijs; beroepsoriëntatie; brede vorming voor alle leerlingen. Eén item is in 2014 weggelaten (talentontwikkeling). De twee toegevoegde items over oriëntatie scoren het hoogst, zowel onder directies als decanen. Oriëntatie op zowel het vervolgonderwijs als op de arbeidsmarkt zijn heel belangrijke doelen binnen LOB, aldus de scholen. Nog steeds belangrijke, en tevens stabiele doelen de afgelopen vier jaren zijn: ontwikkeling van loopbaancompetenties; tegengaan switchen van studierichting; voorkomen van voortijdig schoolverlaten. De bijbehorende percentages liggen hier tussen de 60 en 70%, onder zowel directies als decanen. Op twee items scoren vmbo-decanen verschillend t.o.v. havo/vwo-decanen. Op het item beroepsoriëntatie geeft 91% van de vmbo-decanen aan dat dit een doel is, tegenover 67% van de havo/vwo-decanen (vmbo-directies vs. havo/vwo-directies: 94% vs. 74%). Het tweede item is (niet helemaal onlogisch) voorkomen van voortijdig schoolverlaten: 75% vs. 41% van resp. vmbo- en havo/vwo-decanen geeft aan dat dit een LOB-doel is (en bij de directies 75% vs. 43%). Aanvullend hierop geeft 82% van de vmbodirecties aan dat het ontwikkelen van loopbaancompetenties van belang is, tegenover 50% van de havo/vwo-directies. Vmbo-scholen richten zich met hun LOB-doelen dus vaker op beroepsoriëntatie, voorkomen van voortijdig schoolverlaten en loopbaancompetenties dan, havo/vwo-scholen. Tabel 9: Welke van deze doelen is voor uw school het belangrijkst? (n directies 2014= 328; n decanen 2014= 368) % directies 2014 % decanen 2014 oriëntatie op het vervolgonderwijs 39% 45% ontwikkelen van loopbaancompetenties 25% 26% beroepsoriëntatie 12% 11% verminderen van switchen van studierichting 8% 3% brede vorming voor alle leerlingen 8% 7% ontwikkelen van de competentie om met veranderingen en onzekerheid om te gaan 3% 1% anders 3% 2% voorkomen van voortijdig schoolverlaten 2% 5% vergroten van het aantal hoger opgeleiden 0 0 totaal 100% 100% NB Vergelijking met 2010 en 2012 is hier niet mogelijk omdat deze vraag in 2014 voor het eerst is gesteld. Pagina 10 van 41 Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014

Als we vragen om de doelen te rangschikken, dan zien we ongeveer hetzelfde beeld als in tabel 8: oriëntatie op vervolgonderwijs vindt 39% en 45% van resp. directies en decanen het belangrijkst, gevolgd door ontwikkelen van loopbaancompetenties (25%, respectievelijk 26%). Beroepsoriëntatie vinden de respondenten minder belangrijk, terwijl zij dat wel noemen als belangrijk LOB-doel. Ook hier twee items die wat betreft rangorde verschillend scoren tussen vmbo- en havo/vwo decanen. Beroepsoriëntatie is volgens 17% van de vmbo-docenten het belangrijkst terwijl dit bij slechts 1% van de havo/vwo-decanen het geval is. We zien dit omgedraaid als het gaat om oriëntatie op vervolgonderwijs: 37% van de vmbodecanen vindt dit het belangrijkst, tegenover 56% van de havo/vwo-decanen. Hetzelfde beeld zien we bij de vmbo- en havo/vwo-directies terug met vergelijkbare percentages als bij de decanen. Mogelijk heeft dit te maken met het feit dat het voor havo/vwo-leerlingen belangrijker is zich goed te oriënteren op vervolgonderwijs, en dat oriëntatie op werk voor vmboleerlingen veel eerder van belang is. Randvoorwaarden Tabel 10: Is het LOB-beleid bij u op school vertaald in financiële middelen? (n directies 2014=317; n directies 2012= 155; n decanen 2014=339; n decanen 2012=172) % directies 2014 % directies 2012 % directies 2010 % decanen 2014 % decanen 2012 % decanen 2010 Ja 70% 68% 59% 72% 58% 56% Nee 30% 32% 41% 28% 42% 44% Op zo n 70% van de scholen is budget beschikbaar om LOB-beleid uit te kunnen voeren. In 2014 is dit gelijk voor directies en decanen, terwijl het beeld in 2012 wat schever was: 68% directies en 58% decanen. Mogelijk hebben decanen nu meer zicht op de begroting voor LOB-activiteiten. Om hoeveel geld gaat het dan? Ook dat hebben we gevraagd. Ruim 15% van de respondenten geeft aan niet te weten hoe hoog het budget voor LOB is. Voor een derde gaat het om een bedrag tussen de nul en tienduizend euro. Zo n 15 procent heeft meer dan tienduizend euro beschikbaar voor LOB. 64% van de decanen op vmbo-scholen geeft aan dat zij over LOB-budget beschikt tegenover 82% van de havo/vwo-decanen. Hun directies geven vergelijkbare percentages. Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014 Pagina 11 van 41

Tabel 11: Wordt LOB-beleid systematisch geëvalueerd? (n directies = 321; n directies 2012= 155; n decanen 2014=352; n decanen 2012=171) % directies 2014 % directies 2012 % directies 2010 % decanen 2014 % decanen 2012 % decanen 2010 Ja 59% 70% 49% 38% 59% 43% Nee 41% 30% 51% 62% 41% 57% Wel of niet (systematisch) evalueren van het LOB-beleid toont een wat grillig verloop de afgelopen vier jaar. In 2010 vond dit plaats bij ongeveer de helft van de scholen, waarna het in 2012 steeg naar 70% (directies) en bijna 60% (decanen). Echter in 2014 zakt dit weer terug naar 59 en 38% (resp. directies en decanen). Echter, indien geëvalueerd wordt dan geeft in deze eindmeting 100% van de respondenten aan dat het LOB-beleid, indien nodig, bijgesteld wordt (niet in een tabel weergegeven). Tabel 12: Beschikt uw school over een LOB-werkplan? (n directies 2014= 319; n directies 2012= 184; n decanen 2014= 355; n decanen 2012=220) % directies 2014 % directies 2012 % directies 2010 % decanen 2014 % decanen 2012 % decanen 2010 Ja 60% 63% 50% 60% 55% 47% Nee 40% 38% 50% 40% 45% 53% Zo n 50 tot 60% van de scholen beschikt over een LOB-werkplan. Dit percentage is de afgelopen vier jaar stabiel, voor zowel directies als decanen. Pagina 12 van 41 Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014

Stellingen LOB-beleid Hieronder staan de resultaten op vier stellingen ten aanzien van het LOB-beleid op school. Deze hebben we directies en decanen ook in deze eindmeting voorgelegd. Alleen de vierde stelling is in 2010 niet aan hen voorgelegd. Figuur 1: Stelling: Bij ons op school is er sprake van een expliciete verbinding tussen het onderwijs, de organisatie van de school en onze LOB visie en doelen. (n directies 2014=315; n directies 2012=183; n decanen 2014=344; n decanen 2012=209). direc4es 2014 3% 36% 54% 7% direc4es 2012 4% 34% 54% 18% direc4es 2010 1% 39% 45% 14% decanen 2014 2% 27% 58% 13% decanen 2012 2% 29% 51% 18% decanen 2010 2% 26% 55% 17% 0% 20% 40% 60% 80% 100% volledig in grote mate in enige mate niet Zo n 80 tot 90% van de directies en decanen zegt over de afgelopen vier jaar dat er in enige of grote mate sprake was van een expliciete verbinding tussen het onderwijs, de organisatie van de school en hun LOB-visie/doel. Het komt volgens de respondenten weinig voor dat die verbinding er niet is (tussen 7 en 18%) of als volledig bestempeld wordt (tussen 2 en 4%). Directies en decanen zitten hierbij op één lijn. Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014 Pagina 13 van 41

Figuur 2: Stelling: Bij ons op school heeft één van de schoolleiders de verantwoordelijkheid voor LOB en draagt die samen met andere leidinggevenden actief uit. (n directies 2014=312; n directies 2012=183; n decanen 2014=343; n decanen 2012=209). direc4es 2014 13% 35% 37% 15% direc4es 2012 7% 33% 35% 25% direc4es 2010 4% 26% 38% 33% decanen 2014 6% 21% 42% 31% decanen 2012 6% 17% 38% 39% decanen 2010 3% 14% 38% 45% 0% 20% 40% 60% 80% 100% volledig in grote mate in enige mate niet In figuur 2 zien we een tweetal ontwikkelingen. De eerste is dat de verantwoordelijkheid voor (het uitdragen van) LOB zowel volgens directies als volgens decanen steeds vaker een taak is van de schoolleiding. Tussen 2010 en 2014 loopt bijvoorbeeld het percentage niet terug van 33 naar 15% onder directies, en van 45 naar 31% onder decanen. Tegelijkertijd stijgen de percentages op volledig, in grote mate en in enige mate ieder gestaag. De tweede ontwikkeling die te zien is, is dat deze ontwikkeling onder directies sterker is dan onder decanen. Directies geven vaker aan dat een van de schoolleiders verantwoordelijkheid voor LOB heeft, dan dat decanen dat doen. Pagina 14 van 41 Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014

Figuur 3: Stelling: Bij ons is het merendeel van de docenten daadwerkelijk betrokken bij het uitvoeren van LOB-activiteiten. (n directies 2014=317; n directies 2012=183; n decanen 2014=342; n decanen 2012=209). direc3es 2014 3% 30% 51% 16% direc3es 2012 4% 34% 51% 11% direc3es 2010 3% 26% 52% 19% decanen 2014 3% 25% 53% 19% decanen 2012 3% 23% 58% 16% decanen 2010 3% 21% 50% 26% 0% 20% 40% 60% 80% 100% volledig in grote mate in enige mate niet Een kwart tot een derde van de directies en decanen is van mening dat het merendeel van de docenten betrokken is bij de LOB-uitvoering. Dit is de afgelopen vier jaar vrij stabiel (zie figuur 3). Het aandeel directies en decanen dat aangeeft dat het merendeel van de docenten niet bij LOB betrokken is ligt de afgelopen jaren bij directies tussen de 11 en 19% en bij decanen tussen de 16 en 26% Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014 Pagina 15 van 41

Figuur 4: Stelling: LOB is een zaak voor de decaan, hij is de centrale contactpersoon wat betreft LOB en is aanspreekpunt voor de leerlingen. (n directies 2014=316; n directies 2012=183; n decanen 2014=343; n decanen 2012=209). direc4es 2014 16% 39% 31% 14% direc4es 2012 10% 44% 36% 10% decanen 2014 28% 46% 18% 8% decanen 2012 16% 53% 24% 7% 0% 20% 40% 60% 80% 100% volledig in grote mate in enige mate niet Ongeveer 70% van de decanen vindt LOB vooral een zaak voor henzelf, de decaan ( volledig en in grote mate ). Iets meer dan de helft van de directies vindt LOB vooral een zaak van de decaan. Ongeveer een derde is het in enige mate met deze stelling eens. Tabel 13: Heeft er bij u op school de afgelopen twee jaar deskundigheidsbevordering plaatsgevonden op het gebied van LOB? (n directies 2014= 316; n decanen 2014= 342) % directies 2014 % decanen 2014 Nee 5% 14% Ja, bij decanen 31% 44% Ja, bij mentoren 14% 9% Ja, bij de schoolleider 2% - Ja, bij een combinatie van de hierboven genoemde functionarissen 48% 33% NB Vergelijking met 2010 en 2012 is hier niet mogelijk omdat deze vraag in 2014 voor het eerst is gesteld. Zowel bij decanen als mentoren heeft (gecombineerde) scholing plaatsgevonden op het gebied van LOB. Slechts 5% van de directies en 14% van de decanen geeft aan dat er geen scholing heeft plaatsgevonden. Pagina 16 van 41 Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014

Tabel 14: Hebben bij u op school de afgelopen twee jaar nieuwe ontwikkelingen plaatsgevonden op het gebied van LOB? (n directies 2014= 316; n directies 2012 =209; n decanen 2014= 342; n decanen 2012= 247). % directies 2014 % directies 2012 % decanen 2014 % decanen 2012 Nee 22% 30% 26% 35% Ja 78% 70% 74% 65% NB Vergelijking met 2010 is hier niet mogelijk omdat deze vraag in 2012 voor het eerst is gesteld. Op zo n driekwart van de scholen hebben zich nieuwe ontwikkelingen voorgedaan wat betreft LOB. Dit is iets hoger dan in 2012. Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014 Pagina 17 van 41

3. ORIËNTATIE EN BEGELEIDING In dit hoofdstuk presenteren we de resultaten over oriëntatie en begeleiding. Wat is de plek van LOB in het curriculum? Welke LOB-activiteiten vinden op de school plaats? Kortom, hoe ziet de dagelijkse onderwijspraktijk er wat LOB betreft uit? LOB in het curriculum Tabel 15: Welke plaats heeft LOB in het curriculum van uw school? (n directies 2014= 303-308; n directies 2012=201/202; n directies 2010=228) Niet In sommige gevallen In veel gevallen Altijd 2014 2012 2010 2014 2012 2010 2014 2012 2010 2014 2012 2010 Leerlingen kunnen naar de decaan toe als zij dat willen. 0% 4% 2% 8% 6% 5% 28% 28% 19% 64% 63% 74% LOB is een onderdeel van de mentorlessen. 6% 3% 7% 16% 20% 20% 42% 41% 45% 36% 36% 29% LOB is een apart vak. 58% 68% 61% 16% 14% 19% 13% 11% 10% 13% 6% 10% LOB is volledig geïntegreerd in het curriculum/rooster; iedere docent besteedt er structureel aandacht aan. 36% 33% 45% 45% 41% 37% 15% 22% 14% 4% 5% 4% Directies geven in de meeste gevallen aan dat voor leerlingen de decaan beschikbaar is, indien gewenst, en dat LOB aan bod komt bij mentorlessen. Dit geldt voor alle jaren. LOB is echter maar bij een kwart van de scholen een apart vak ( altijd en in veel gevallen ). Ook dit is stabiel over de afgelopen jaren. Wel zien we een lichte stijging in de loop der jaren als het gaat om de integratie van LOB in het curriculum. Langzaamaan wordt LOB ingepast of krijgt het een prominentere plek in het curriculum/de schoolorganisatie. Pagina 18 van 41 Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014

Tabel 16: Welke plaats heeft LOB in het curriculum van uw school? (n decanen 2014=331-342; n decanen 2012=209; n decanen 2010=365) Leerlingen kunnen naar de decaan toe als zij dat willen. LOB is een onderdeel van de mentorlessen. Niet In sommige gevallen In veel gevallen Altijd 2014 2012 2010 2014 2012 2010 2014 2012 2010 2014 2012 2010 1% 0% 0% 3% 7% 3% 19% 27% 13% 77% 66% 84% 6% 5% 7% 25% 28% 25% 37% 42% 42% 32% 25% 27% LOB is een apart vak 66% 61% 63% 14% 22% 19% 12% 12% 10% 8% 5% 8% LOB is volledig geïntegreerd in het curriculum/rooster; iedere docent besteedt er structureel aandacht aan. 46% 46% 56% 38% 40% 32% 14% 13% 9% 2% 1% 3% Het beeld dat bij de decanen naar voren komt op hoofdlijnen overeen met dat van de directies. Nagenoeg alle decanen geven aan dat leerlingen (i.h.k.v. LOB) altijd naar hen toe kunnen komen als dat nodig is. Zo n 70% van de decanen geeft aan dat LOB altijd, of in veel gevallen, deel uitmaakt van mentorlessen. Ook wat betreft de integratie van LOB in het curriculum zitten de decanen op één lijn met hun directies. De afgelopen jaren ligt het aandeel niet en in sommige gevallen bij decanen rond de 85%, bij directies 80%. Het enige verschil tussen vmbo en havo/vwo zien we bij decanen als het gaat om de integratie in het curriculum: 40% van de vmbo-decanen is in 2014 van mening dat dit niet het geval is tegenover 59% van de havo/vwo-decanen. Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014 Pagina 19 van 41

Afstemmen op behoeften van leerlingen Figuur 5: Stelling: Wij sluiten in onze LOB-activiteiten aan op de individuele behoeften van de leerling (n directies 2014=280; n directies 2012=183; n decanen 2014=309; n decanen 2012=209) direc3es 2014 3% 60% 36% 1% direc3es 2012 4% 57% 38% 1% direc3es 2010 4% 53% 41% 3% decanen 2014 4% 54% 40% 2% decanen 2012 3% 41% 53% 3% decanen 2010 8% 51% 38% 3% 0% 20% 40% 60% 80% 100% volledig in grote mate in enige mate niet Rond de 60% van zowel de directies al decanen vindt dat LOB-activiteiten aansluiten op de behoeften van leerlingen. Dit geldt voor alle jaren m.u.v. de decanen in 2012. De overige 40% bestaat uit met name in enige mate. Pagina 20 van 41 Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014

LOB-activiteiten Tabel 17: Op onze school worden de volgende LOB-activiteiten aangeboden (n directies 2014= 317; n directies = 228; n decanen 2014= 340; n decanen = 363) (meerdere antwoorden mogelijk) % directies 2014 % directies 2012 % directies 2010 % decanen 2014 % decanen 2012 % decanen 2010 Informatieverstrekking over vervolgopleidingen 96% 99% 98% 98% 98% 99% Bezoek aan voorlichtingsdagen 96% 98% 98% 95% 94% 98% Reflectie op eigen kunnen en motivatie 86% 85% 81% 76% 69% 76% Loopbaangesprekken 76% 74% 72% 81% 81% 84% Opleidingsexploratie 67% 63% 65% 67% 55% 68% Werkexploratie 53% 58% 48% 62% 52% 48% Anders, namelijk 14% 15% 11% 9% 9% 9% Werk- en opleidingsexploratie worden het minst aangeboden door de scholen. Dit geven zowel de directies als decanen aan. De overige LOB-activiteiten vinden op driekwart tot bijna alle scholen plaats. Dit is in de afgelopen vier jaar niet veranderd. Er zijn kleine verschillen tussen vmbo- en havo/vwo-decanen. Vmbo-decanen geven vaker aan dan hun havo/vwo-collega s, dat zij werkexploratie als activiteit aanbieden (64 vs. 54%), en wat minder doen aan opleidingsexploratie (62 vs. 72%). Dit beeld zien we ook terug bij de directies. Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014 Pagina 21 van 41

Tabel 18a: Wie heeft welke taak m.b.t. de LOB activiteiten op uw school? Antwoorden directies (n 2014=317; n 2012 = 182) schoolleider decaan mentor vakdocent(en) iemand anders niemand 2014 2012 2010 2014 2012 2010 2014 2012 2010 2014 2012 2010 2014 2012 2010 2014 2012 2010 bezoek voorlichtingsdagen 6% 9% 7% 91% 92% 92% 46% 51% 38% 13% 12% 10% 3% 2% 4% 0% 1% 0% Opleidings-exploratie 5% 6% 4% 72% 74% 72% 42% 45% 34% 24% 21% 18% 4% 4% 5% 4% 12% 10% werkexploratie 4% 4% 3% 45% 50% 49% 32% 39% 27% 28% 35% 25% 10% 10% 13% 11% 18% 21% reflectie op eigen kunnen/ motivatie 3% 1% 2% 39% 35% 36% 89% 96% 88% 44% 41% 25% 6% 4% 3% 2% 1% 3% Loopbaangesprekken 1% 1% 2% 62% 65% 71% 71% 74% 53% 15% 18% 8% 4% 4% 3% 4% 7% 12% Infoverstrekking vervolgopleidingen 4% 3% 2% 96% 96% 97% 49% 56% 39% 24% 27% 17% 2% 2% 4% 0% 0% 0% Directies geven aan dat schoolleiders weinig LOB-activiteiten op zich nemen. Deze worden vooral uitgevoerd door de decaan en de mentor. Vakdocenten worden met name ingezet bij gesprekken met leerlingen over het eigen kunnen en bij motivatiegesprekken. Volgens de directies is de verdeling op hoofdlijnen dat mentoren reflecteren en loopbaangesprekken voeren met leerlingen en decanen hebben met name taken op het gebied van informatieverstrekking aan leerlingen over bv. bezoeken van voorlichtingsdagen, opleidingsexploratie en vervolgopleidingen. Wat betreft de verschillende LOB-activiteiten zien we een aantal verschillen tussen vmbo- en havo/vwo-directies. Havo/vwo-directies zien opleidingsexploratie, werkexploratie, reflectie op het eigen kunnen en het voeren van loopbaangesprekken, vaker als een taak voor decanen dan vmbo-directies. Vmbo-directies geven juist aan dat deze taken meer worden uitgevoerd door mentoren maar zeker ook door vakdocenten. Pagina 22 van 41 Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014

Tabel 18b: Wie heeft welke taak m.b.t. de LOB-activiteiten op uw school? Antwoorden decanen (n 2014=340; n 2012 = 203) schoolleider decaan mentor vakdocent(en) iemand anders niemand 2014 2012 2010 2014 2012 2010 2014 2012 2010 2014 2012 2010 2014 2012 2010 2014 2012 2010 bezoek voorlichtings-dagen 2% 3% 2% 94% 94% 95% 41% 39% 31% 9% 9% 3% 3% 4% 1% 1% 2% 1% Opleidings-exploratie 1% 1% 1% 82% 79% 86% 42% 38% 30% 20% 14% 12% 5% 4% 0% 5% 9% 8% werkexploratie 1% 2% 1% 60% 49% 58% 42% 33% 25% 31% 31% 20% 11% 11% 8% 10% 20% 24% reflectie op eigen kunnen/ motivatie 2% 1% 1% 45% 44% 56% 89% 87% 87% 35% 29% 21% 8% 6% 3% 2% 3% 3% Loopbaangesprekken 1% 1% 0% 78% 88% 89% 68% 64% 60% 10% 9% 3% 6% 6% 2% 4% 3% 4% Infoverstrekking vervolgopleidingen 0% 1% 0% 98% 99% 99% 39% 37% 32% 19% 18% 12% 3% 4% 0% 0% 0% 0% In bovenstaande tabel is te zien dat de schoolleider eigenlijk geen taak heeft wat betreft het aanbieden van LOB-activiteiten, aldus de decanen. Dit is vooral een zaak van of de decaan, of de mentor. Evenals bij de directies is de verdeling op hoofdlijnen dat de mentor reflecteert en gesprekken voert met leerlingen, en dat decanen zich met name bezig houden met het verstrekken van informatie aan leerlingen over bv. bezoeken van voorlichtingsdagen, opleidingsexploratie en vervolgopleidingen. Vakdocenten worden vooral ingezet wanneer het gaat om werkexploratie en reflectie van de leerling op het eigen kunnen. We zien op een aantal LOB-activiteiten verschillen tussen vmbo- en havo/vwo-decanen. Havo/vwo-decanen zien opleidingsexploratie, reflectie op het eigen kunnen en het voeren van loopbaangesprekken iets vaker als hun taak, dan vmbo-decanen. Vmbo-decanen geven op hun beurt vaker aan dat werkexploratie een decanentaak is. Op de vmbo-scholen wordt de vakdocent doorgaans meer ingezet bij LOB-activiteiten dan op havo/vwo-scholen. Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014 Pagina 23 van 41

4. ORGANISATIE Bij het thema organisatie gaat het om de competenties van het personeel dat de LOB-activiteiten uitvoert en om de bewustwording van het belang van LOB. Competenties personeel Tabel 19: Is het LOB-beleid vertaald in competenties voor het personeel? (n directies 2014=314; n directies 2012=182; n decanen 2014=336; n decanen 2012=202) % directies 2014 % directies 2012 % directies 2010 % decanen 2014 % decanen 2012 % decanen 2010 Ja 12% 21% 16% 12% 12% 15% Nee 88% 79% 84% 88% 88% 85% Het LOB-beleid is vaak niet vertaald naar competenties voor het personeel. Hierover zijn directies en decanen het eens. In 2012 was het aandeel directies dat aangaf dat de competenties waren gestegen, maar deze trend heeft zich niet voortgezet in 2014. Bij de directies is een verschil te zien tussen vmbo en havo/vwo. Op havo/vwo-scholen wordt het LOB-beleid minder vaak naar competenties voor het personeel vertaald dan op vmbo-scholen ( 6 % van de havo/vwo en 17% van de vmbo-scholen heeft wel competenties). Tabel 20: Horen de volgende competenties bij de competenties voor LOB voor het personeel op uw school? (n directies 2014= 42; n decanen 2014= 44) % directies 2014 % decanen 2014 Interpersoonlijk competent 81% 75% Pedagogisch competent 81% 71% Vakinhoudelijk en didactisch competent 69% 77% Organisatorisch competent 52% 41% Competent in het samenwerken met collega s 62% 59% Competent in het samenwerken met de omgeving 62% 66% Competent in reflectie en ontwikkeling 88% 80% Anders 0% 2% NB Vergelijking met 2010 en 2012 is hier niet mogelijk omdat deze vraag in 2014 voor het eerst is gesteld. Pagina 24 van 41 Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014

Aan de scholen die wel competenties hebben geformuleerd hebben we vervolgens gevraagd om welke competenties het gaat. Volgens 70 procent of meer van de directies en de decanen gaat het om competent in reflectie en ontwikkeling, interpersoonlijk competent, pedagogisch competent en vakinhoudelijk en didactisch competent. Zowel directies als decanen van vmbo-scholen geven vaker aan dat het gaat om interpersoonlijk competent, pedagogisch competent, vakinhoudelijke en didactisch competent en organisatorisch competent dan de directies en decanen van havo/vwo-scholen. Decanen van vmbo-scholen geven daarnaast vaker aan dat het gaat om competent zijn in het samenwerken met collega s en het samenwerken met de omgeving dan decanen van de havo/vwo-scholen. Bewustwording onder docenten Tabel 21 Zijn de docenten op uw school zich bewust van het belang van LOB en de ambities van de school ten aanzien van LOB? (n directies 2014=313; n directies 2012=182; n decanen 2014=337; n decanen 2012=202) % directies 2014 % directies 2012 % decanen 2014 % decanen 2012 Ja, maar de docenten van de bovenbouw meer dan die 35% van de onderbouw 42% 41% 30% Ja, maar de docenten van de onderbouw meer dan die van de bovenbouw 4% 3% 3% 6% Ja, zowel onderbouw- als bovenbouwdocenten 35% 28% 24% 21% Nee, zowel in de onder- als de bovenbouw zijn docenten zich te weinig bewust van LOB 20% 21% 26% 31% Anders 6% 6% 6% 13% NB Deze vraag is in 2012 voor het eerst gesteld. De antwoorden kunnen daardoor niet vergeleken worden met 2010. Zowel de directies als de decanen (respectievelijk 35% en 24%) vinden in 2014 iets vaker dan in 2012 dat zowel de onderbouw- als de bovenbouwdocenten op hun school zich bewust zijn van het belang van LOB en de ambities van de school ten aanzien van LOB. Ze zijn het er verder over eens dat de docenten van de bovenbouw zich hier meer bewust van zijn dan de docenten van de onderbouw. Een vijfde van de directies en een kwart van de decanen vindt dat zowel de onderbouw- als de bovenbouw docenten zich te weinig bewust zijn van LOB. Directies en decanen van de vmbo-scholen vinden vaker dat docenten het belang van LOB zien (47% directies, 26% decanen) dan de directies en decanen van de havo/ vwo-scholen (17% directies, 15% decanen). Omgekeerd geven directies van de havo/vwo-scholen vaker aan dat docenten zich te weinig bewust zijn van LOB (28%) dan de directies van de vmbo-scholen (16%). Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014 Pagina 25 van 41

5. SAMENWERKING In dit hoofdstuk gaan we in op de samenwerking in het kader van LOB: met welke externen werken scholen samen om LOB te realiseren en/of te verbeteren? Tabel 22: Op welke wijze worden ouders betrokken bij LOB-activiteiten? (n directies 2014= 315; n directies 2012=182; n decanen 2014= 339; n decanen 2012=201) % directies 2014 % directies 2012 % decanen 2014 % decanen 2012 Ouders worden niet betrokken 2% 1% 2% 4% We lichten ouders op maat voor over de mogelijkheden van hun kind 75% 79% 82% in en na school 78% We vragen ouders om voorlichting te geven over de eigen studie/ 51% 44% 36% beroepspraktijk 26% We stimuleren ouders actief om thuis de leerlingen te ondersteunen bij 68% 76% 65% het ontwikkelen van hun loopbaancompetenties 70% Ouders participeren in de loopbaanbesluitvorming 30% 45% 30% 40% Anders 3% 8% 6% 10% NB Deze vraag is in 2012 voor het eerst gesteld. De antwoorden kunnen daardoor niet vergeleken worden met 2010. Net als in 2012 lichten de meeste scholen in 2014 de ouders op maat voor over de mogelijkheden van hun kind in en na school, en stimuleren ze ouders actief om thuis de leerlingen te ondersteunen bij het ontwikkelen van hun loopbaancompetenties. Een groeiend aantal scholen vraagt ouders om voorlichting te geven over de eigen studie/ beroepspraktijk, terwijl het percentage scholen dat ouders laat participeren in de loopbaanbesluitvorming in 2014 juist is afgenomen ten opzichte van 2012. Het percentage scholen dat aangeeft dat ouders niet worden betrokken bij LOB-activiteiten is net als in 2012 minimaal. Op havo/vwo-scholen worden ouders vaker betrokken bij het voorlichting geven over de eigen studie/beroepspraktijk en worden ze vaker gestimuleerd om de leerlingen thuis actief te ondersteunen bij het ontwikkelen van hun loopbaancompetenties dan op vmbo-scholen. Hierover zijn de directies en de decanen het eens. Directies van havo/ vwo-scholen geven verder vaker aan dat de ouders participeren in de loopbaanbesluitvorming (35%) dan de directies van vmbo-scholen (22%). Terwijl decanen van havo/ vwo-scholen juist aangeven dat ouders minder vaak participeren in de loopbaanbesluitvorming (22%) dan decanen van vmbo-scholen (32%). Pagina 26 van 41 Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014

Samenwerkingsverbanden Tabel 23: Bent u in het kader van het LOB-beleid de samenwerking aangegaan met vervolgopleidingen in de regio? (n directies 2014= 308; n directies = 225; n decanen 2014= 333; n decanen = 356) % directies 2014 % directies 2012 % directies 2010 % decanen 2014 % decanen 2012 % decanen 2010 Ja 89% 83% 85% 88% 80% 87% Nee 11% 17% 15% 12% 20% 14% De meeste scholen werken in het kader van het LOB-beleid samen met vervolgopleidingen in de regio. Dit percentage is in 2014 zelfs gestegen ten opzichte van 2012 en 2010. Zo n tien procent van de scholen werkt niet samen met vervolgopleidingen. Tabel 24 Hoe ziet de samenwerking met de vervolgopleiding(en) eruit? (n directies 2014=279; n directies 2012=151; n decanen 2014=297; n decanen 2012=201) % directies 2014 % directies 2012 % decanen 2014 % decanen 2012 Wij maken gebruik van het aanbod van de 59% 56% 64% 55% vervolgopleidingen Wij stellen samen met de vervolgopleiding(en) een 30% 27% 24% 20% programma op dat past bij onze school Anders 11% 17% 12% 25% NB Deze vraag is in 2012 voor het eerst gesteld. De antwoorden kunnen daardoor niet vergeleken worden met 2010. Hoe ziet die samenwerking met vervolgopleidingen eruit? Dat hebben we aan de directeuren en decanen die samenwerken gevraagd. Ongeveer 60 procent van de scholen maakt gebruik van het aanbod van de vervolgopleidingen. Dit percentage is in 2014 iets gestegen ten opzichte van 2012. Iets minder dan een derde van de scholen stelt samen met de vervolgopleiding(en) een programma op dat past bij de school. Ook dit percentage is in 2014 iets gestegen ten opzichte van 2012.Verder maakt een aantal scholen gebruik van het aanbod van de vervolgopleidingen en stellen zij daarnaast samen met de vervolgopleidingen een programma op dat past bij de school. Tenslotte vindt samenwerking ook plaats in de vorm van voorlichtingsdagen, meeloopdagen en gastlessen. Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014 Pagina 27 van 41

Tabel 25: Hoe vaak treffen jullie elkaar? (n directies 2014= 278; n decanen 2014= 297 ) % directies 2014 % decanen 2014 Meerdere keren per maand 3% 1% Ongeveer maandelijks 10% 6% 4-10 keer per jaar 31% 42% 1-3 keer per jaar 54% 50% Minder dan 1 keer per jaar 2% 1% NB Vergelijking met 2010 en 2012 is hier niet mogelijk omdat deze vraag in 2014 voor het eerst is gesteld. De intensiteit van de samenwerking met vervolgopleidingen verschilt sterk per school. Ongeveer de helft van de scholen treft de vervolgopleidingen 1 tot 3 keer per jaar, ongeveer een derde treft elkaar 4 tot 10 keer per jaar en een kleine tien procent treft elkaar maandelijks. Slechts een enkele school treft de vervolgopleidingen meerdere keren per maand of juist minder dan 1 keer per jaar. Directies en decanen van vmbo-scholen geven vaker aan dat ze de vervolgopleidingen ongeveer maandelijks of in ieder geval 4 tot 10 keer per jaar treffen dan de directies en decanen van de havo/vwo-scholen. De directies en decanen van de havo/vwo-scholen geven juist vaker aan dat ze de vervolgopleidingen 1 tot 3 keer per jaar treffen dan hun vmbo-collega s. Tabel 26 Wie is er vanuit uw school bij deze samenwerking betrokken? (n directies 2014=280; n decanen 2014=299) % directies 2014 % decanen 2014 Decaan 94% 97% Schoolleiding 55% 26% Mentor(en) 18% 15% Anders 13% 10% NB Vergelijking met 2010 en 2012 is hier niet mogelijk omdat deze vraag in 2014 voor het eerst is gesteld. Vanuit de school is bijna altijd de decaan betrokken bij de samenwerking met de vervolgopleidingen, hierover zijn de directies en de decanen het eens. Op de vraag of de schoolleiding betrokken is antwoorden de directies en de decanen verschillend. Iets meer dan de helft van de directies geeft aan dat de schoolleiding betrokken is terwijl slechts een kwart van de decanen dit ook aangeeft. De mentoren zijn op een kleine 20 procent van de scholen betrokken bij de samenwerking. Op een aantal scholen zijn verder de (vak)docenten betrokken. Pagina 28 van 41 Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014

Ook hier zien we verschillen tussen vmbo en havo/vwo. Volgens de havo/vwo-directies zijn de decanen iets vaker betrokken bij de samenwerking met de vervolgopleidingen (98%) dan volgens de directies van de vmbo-scholen (91%). De directies van de vmbo-scholen zeggen juist dat de schoolleiding vaker betrokken is bij de samenwerking (58%) dan de directies van de havo/vwo-scholen (48%). Dit beeld geldt ook voor de decanen (30% vmbo, 23% havo/vwo). Tenslotte geven de decanen van de vmboscholen vaker aan dat de mentor betrokken is bij de samenwerking (19%) dan de decanen van de havo/vwo-scholen (8%). Tabel 27: Bent u in het kader van het LOB-beleid de samenwerking aangegaan met het bedrijfsleven en andere instellingen in de regio? Met hoeveel bedrijven en instellingen dan? (n directies 2014=310; n directies 2012=182; n decanen 2014= 335; n decanen 2012=201) % directies 2014 % directies 2012 % directies 2010 % decanen 2014 % decanen 2012 % decanen 2010 Ja, met 1-20 bedrijven/instellingen 46% 41% 46% 37% 30% 32% Ja, met 20-50 bedrijven/instellingen 21% 18% 12% 15% 14% 12% Ja, met meer dan 50 bedrijven/ 12% 13% 10% 8% instellingen 12% 4% Nee, geen samenwerking 21% 31% 33% 35% 44% 52% De meeste scholen werken in het kader van het LOB-beleid samen met het bedrijfsleven en andere instellingen in de regio. Het percentage directies en decanen dat aangeeft dat hun school niet samenwerkt met bedrijven of instellingen is de afgelopen jaren steeds kleiner geworden. Nu geeft nog een vijfde van de directies en een derde van de decanen aan dat er geen samenwerking is. Ruim een derde van de scholen werkt samen met 1 tot 20 bedrijven/instellingen. Daarnaast werkt een kleine 20 procent van de scholen samen met 20 tot 50 bedrijven/instellingen en ongeveer 10 procent met meer dan 50. Havo/vwo-scholen werken minder vaak samen met het bedrijfsleven en andere instellingen in de regio dan vmbo-scholen. Zowel de directies als de decanen geven dit aan. Vmbo-scholen werken doorgaans ook met meer bedrijven samen dan havo/vwo-scholen: de antwoordcategorieën 21 tot 50 bedrijven en met meer dan 50 bedrijven worden vaker door vmbo-scholen aangekruist. Tabel 28: Hoe ziet de samenwerking met het bedrijfsleven eruit? (n directies 2014=243; n directies 2012= 126; n decanen 2014=215; n decanen 2012=113) % directies 2014 % directies 2012 % decanen 2014 % decanen 2012 Wij maken gebruik van het aanbod van bedrijven 56% 58% 55% 47% Wij stellen samen met de bedrijven een programma op dat past bij onze school 29% 24% 26% 31% Anders 16% 18% 19% 22% NB Deze vraag is in 2012 voor het eerst gesteld. De antwoorden kunnen daardoor niet vergeleken worden met 2010. Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014 Pagina 29 van 41

Hoe ziet die samenwerking met bedrijven en instellingen er uit? Iets meer dan de helft van de scholen maakt gebruik van het aanbod van bedrijven. Voor de directies komt dit beeld overeen met 2012. Voor de decanen niet. In 2012 gaf minder dan de helft van hen aan dat hun school gebruik maakte van het aanbod van bedrijven. Verder geeft iets meer dan een kwart van de scholen aan dat zij samen met de bedrijven een programma opstellen dat past bij de school. Directies noemen dit in 2014 iets vaker dan in 2012, decanen juist minder vaak. Op een aantal scholen vindt daarnaast ook samenwerking plaats in de vorm van stages en bedrijfsbezoeken. De directies van havo/vwo-scholen geven verder vaker aan dat ze samen met de bedrijven een programma opstellen dat past bij de school (36%) dan de directies van de vmbo-scholen (25%). De decanen van de havo/vwo-scholen geven vaker aan dat ze gebruik maken van het aanbod van bedrijven (67%) dan de decanen van de vmboscholen (54%). Tabel 29 Hoe vaak treffen jullie elkaar? (n directies 2014= 242; n decanen 2014= 217) % directies 2014 % decanen 2014 Meerdere keren per maand 3% 1% Ongeveer maandelijks 7% 2% 4-10 keer per jaar 26% 19% 1-3 keer per jaar 58% 67% Minder dan 1 keer per jaar 6% 11% NB Vergelijking met 2010 en 2012 is hier niet mogelijk omdat deze vraag in 2014 voor het eerst is gesteld. Hoe intensief is het contact? Meer dan de helft van de scholen treft het bedrijfsleven en de andere instellingen in de regio een tot drie keer per jaar. Ongeveer 20 procent doet dat vier tot tien keer per jaar. Slechts enkele scholen treft het bedrijfsleven en de andere instellingen maandelijks of zelfs meerdere keren per maand. Ook zijn er slechts enkele scholen waar minder dan één keer per jaar contact is. Vmbo-scholen hebben vaker contact met bedrijven en instellingen in de regio dan havo/vwo-scholen. Bij havo/vwo s gaat het vaker om één tot drie keer per jaar, bij vmbo s vaker om vier tot tien keer per jaar. Pagina 30 van 41 Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014

Tabel 30 Wie is er vanuit uw school bij deze samenwerking betrokken? (n directies 2014= 249; n decanen 2014= 220) % directies 2014 % decanen 2014 Decaan 76% 85% Schoolleiding 52% 27% Mentor(en) 30% 29% Anders 38% 36% NB Vergelijking met 2010 en 2012 is hier niet mogelijk omdat deze vraag in 2014 voor het eerst is gesteld. Vanuit de school is in meer dan driekwart van de gevallen de decaan betrokken bij de samenwerking met het bedrijfsleven. Ongeveer de helft van de directies vindt verder dat de schoolleiding betrokken is, maar hier is slechts een kwart van de decanen het mee eens. Op een derde van de scholen is de mentor bij de samenwerking betrokken en op een aantal scholen de LOB- of stagecoördinator en de (vak)docenten. Op vmbo-scholen zijn mentoren en decanen vaker betrokken bij deze samenwerking dan op havo/ vwo-scholen. Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014 Pagina 31 van 41

6. WAARDERING VAN EN BEHOEFTE AAN ONDERSTEUNING In dit hoofdstuk laten we zien of scholen gebruik hebben gemaakt van ondersteuning op het gebied van LOB, hoe deze ondersteuning hen verder heeft geholpen met LOB en hoe zij deze ondersteuning waarderen. Daarnaast gaan we in op de behoefte aan ondersteuning. Deze vragen zijn alleen in 2014 en 2012 gesteld. Waardering van ondersteuning Tabel 31 Heeft uw school de afgelopen twee jaar gebruik gemaakt van ondersteuning op het gebied van LOB? (meerdere antwoorden mogelijk) (n directies 2014=306; n directies 2012=182; n decanen 2014=336; n decanen 2012=199) % directies 2014 % directies 2012 % decanen 2014 % decanen 2012 website www.lob-vo.nl 45% 30% 63% 35% LOB-scan 35% 29% 49% 36% loopbaanbox 21% 12% 40% 22% Project vmbo routekaart 9% 12% 7% 8% Pilot VO-HO 14% -* 18% 3% Stimulering LOB m.b.t. doorstroomcijfers 8% - 12% - Online leergang voor decanen en LOB coördinatoren 10% - 15% - Masterclass havo-vwo 3% - 4% - Project Ambassadeur - leerschool 3% - 4% - Project Ambassadeur - ambassadeursschool 2% - 2% - Andere ondersteuning 12% 23% 12% 21% Geen gebruik gemaakt van ondersteuning 35% 51% 26% 40% *NB Omdat schoolleiders waarvan de school aan de pilot VO-HO heeft deelgenomen eerder dit jaar een aparte vragenlijst hebben gekregen, zijn zij niet uitgenodigd voor de landelijke LOB monitor. De pilot VO-HO was daarom niet opgenomen als antwoordcategorie. Scholen zijn de afgelopen twee jaar meer gebruik gaan maken van ondersteuning op het gebied van LOB. Een veel gebruikte vorm van ondersteuning is de website www.lob-vo.nl. De LOB-scan wordt volgens de helft van de decanen en een derde van de directies gebruikt, de loopbaanbox volgens 40 procent van de decanen en 21 procent van de directies. Minder vaak gebruikte vormen van ondersteuning zijn het project vmbo routekaart, de pilot VO-HO, de online leergang voor decanen en LOB coördinatoren, de masterclass havo-vwo, het project Ambassadeur leerschool en het project Ambassadeur ambassadeursschool. Pagina 32 van 41 Rapportage Monitor LOB - Directies en decanen VO in 2014