Hoofdstuk 5: Gegevens HAN-gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden INHOUD

Vergelijkbare documenten
Gegevens onderwijseenheden en integrale toetsen post-propedeutische fase voor Palet Aan Natuurwetenschappelijk Onderwijs minoren.

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

Communicatie voor juristen. mevrouw drs. D. van der Wagen. Communicatie voor juristen. Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Inleiding Recht Privaatrecht. Rechtsvinding Burgerlijk Recht. Het toepassen van basiskennis op het recht (schriftelijk tentamen)

Inleiding Recht Publiekrecht. Rechtsvinding Publiekrecht. Het toepassen van basiskennis op het recht (schriftelijk tentamen)

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Opleidingsstatuut. voor de bacheloropleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. studiejaar

mevrouw drs. D. van der Wagen Rechtsvinding van straf- en procesrecht Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

IORE-1AR (Inleiding Ondernemingsrecht) IORE-1AE (Economie voor Juristen) IORE-1AR: de heer mr. S. Boelens IORE-1AE: de heer R.

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Opleidingsstatuut. voor de bacheloropleiding Biologie en Medisch Laboratorium. Onderzoek. van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

BEOORDELINGSFORMULIER

Opleidingsgebied ICT. 2 e beoordeling: Eindbeoordeling:

Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

Taakomschrijvingen en procedures omtrent inleveren, beoordelen en archiveren afstudeeronderzoek

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Faculteit Economie en Management Opleiding HBO-Rechten AFSTUDEEROPDRACHT (AOD) BEOORDELINGSFORMULIER VERDEDIGINGSWAARDIGHEID. studiejaar

Leertaak onderwijskunde Praktijkonderzoek deel B onderzoeksverslag Wat vind ik een goede docent?

BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSPRODUCTEN MASTER SEN. Claudia Maria Willemsen

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Reglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op , verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op

IVRE de heer mr. P.A.J. Koster (KSRP)

Studiehandleiding afstudeeronderzoek Hbo-master Islamitische Geestelijke Verzorging Islamitische Universiteit van Europa Versie 1 oktober 2017

Praktijkopdracht. Instructie student. Kwalificerend. Ondernemer horeca/bakkerij Meewerkend horeca ondernemer. Uitstroom : Meewerkend horeca ondernemer

Inleiding Staats- en Bestuursrecht. ISBE de heer mr. G. van Keeken. Rechtsvinding Staats- en Bestuursrecht

Voorblad Bachelor Thesis Eerste beoordelaar: 6 Tweede beoordelaar: 8

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:

Toetsbekwaamheid SKE november 2016

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Bio-informatica Studiejaar

Faculteit Geesteswetenschappen BASISGEGEVENS STAGE. onvoldoende voldoende. goed. goed. Eindoordeel (cijfer): Toelichting: ONDERTEKENING STAGEDOCENT

De casuïstiek is relatief eenvoudig. Het betreft grotendeels enkelvoudige strafzaken. Met één verdachte en één strafbaar feit

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Opleidingsgebied ICT. 2 e beoordeling: Eindbeoordeling:

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht (onderdeel van de minor Consument en Recht) COR-AVRE. mevrouw mr. I.C.E. Draisma ( DRSMI)

Voorbereiding hbo kunstonderwijs

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

JUVE JUVE1AR (Juridische Vaardigheden) JUVE1AP (Praktijkvaardigheden) JUVE1AM (Mediatheektraining)

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

Inleiding Ondernemingsrecht. IORE-1AR: de heer mr. S. Boelens IORE-1AE: de heer R. van Onzen

Opm: Bij een onvoldoende beoordeling is het invullen van het veld opmerkingen door de begeleider verplicht.

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

Eindbeoordelingsformulier (Applicatieontwikkelaar 4)

Reglement Onderzoekscollege en Bachelorscriptie Europese Studies

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

Het profielwerkstuk

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

BEOORDELING PROFIELWERKSTUK VMBO-T Piter Jelles!mpulse

Beoordelingsformulieren BPV

Rechtsvinding staats- en bestuursrecht. Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

Eindbeoordeling Stage 1. Code: ST1

Competentieprofiel beoordelaar

de heer mr. D.W. de Jong (JNGDD) Rechtsvinding straf- en strafprocesrecht

informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H

Projecten objectief beoordelen

Beoordelingsformulier KET 13 (stage 3.2) versie januari 2017

Eindbeoordeling Stage 1 Code: ST1

Opleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind

Beoordelingsformulieren: Uitleg Beoordeling. A: Is in ontwikkeling, maar nog niet op het reproductieve niveau

Interfacetechnieken Studiehandleiding

Media Outlook 2 HOGESCHOOL ROTTERDAM / CMI CDMMOU02-2. Aantal studiepunten:2 Modulebeheerder: Ayman van Bregt. Goedgekeurd door:

Competentieprofiel Assessor/Praktijkbeoordelaar Kern competentie Toelichting Praktijkbeoordelaar Voorbereiding assessment

Keuzedeel mbo. Voorbereiding hbo. behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo. Geldig vanaf 1 augustus Crebonr.

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

Bijlagen 3 t/m 6 bij OER Academie Voor Deeltijd opleiding Communicatie

Keuzedeel mbo. Voorbereiding hbo. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0125

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

Beoordelingskader minor Innovatief Beroepsonderwijs

Beoordeling en evaluatie

Eindbeoordeling Stage 1 Code: ST1

Hogeschool van Amsterdam opleiding IAM/CMD. Beoordelingsformulier afstudeerproject Ondertekening. handtekening. Student Studentnr:

BEOORDELING PROFIELWERKSTUK HAVO-VWO Piter Jelles!mpulse

Opleidingsgebied ICT. 2 e beoordeling: Eindbeoordeling:

Uitvoeren van beheersmatige werkzaamheden met betrekking tot locatie(s), systemen, gegevens en bedrijfsvoering.

Keuzedeel mbo. Verdieping software. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code

Beoordelingsmodel bij een PWS binnen het natuurprofiel

Aanpassingen examens 2018 Maatschappelijke zorg

Bestuursrecht en bestuursprocesrecht. mevrouw mr. dr. A. Bouhlali-Azimi (AZMA) Bestuursrecht en bestuursprocesrecht

Samen beoordelen van deeltijdstudenten Bijlage 9

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Opleidingsstatuut. voor de bacheloropleiding Bio-Informatica. van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. studiejaar

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Opleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind

Opm: Bij een onvoldoende beoordeling is het invullen van het veld opmerkingen door de begeleider gewenst.

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

Eindbeoordeling Stage 1 Code: ST1

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT

Transcriptie:

Hoofdstuk 5: Gegevens HAN-gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden Opsomming van de HAN-gecertificeerde minoren die de opleiding verzorgt. Conform artikel 3.4 lid 8 van de OER. INHOUD Minor Palet aan natuurwetenschappelijk onderzoek... 2 OWE PR30: Researchminor... 4 Toetsprogramma OWE PR30: Researchminor (M_ASC-M-PR30)... 6 OWE PR15: Mini researchminor... 27 Toetsprogramma OWE RM15: Mini researchminor (M_ASC-M-PR15)... 29 Minor Bio-Informatica... 46 Toetsprogramma OWE: Minor Bio-Informatica (M_ASC-M-BI)... 49 Minor Bio-Nano: Introductie in de Bio- Nanotechnologie... 65 Toetsprogramma OWE Bio-Nano: Introductie in de Bio-Nanotechnologie (M_ASC-M-BNT)... 68 Minor BioRefinery... 84 Toetsprogramma M_ASC-M-BR: Minor BioRefinery (M_ASC-M-BR)... 86 Minor Molecular Plant Biology... 106 Toetsprogramma Minor Molecular Plant Biology (M_ASC-M-PL)... 109 1

Titel OWE Minor Palet aan natuurwetenschappelijk onderzoek Code M_ASC-M-P 1. Opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie, Bio-informatica 2. Hoofdfase voltijd en deeltijdstudenten Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Doelgroep Chemie, Bio-informatica 3. Beroepstaak/ Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek beroepstaken 4. Centrale N.v.t. beroepstaak 5. (Beroeps) Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden Producten 6. Studiepunten, studielast 30 stp 420 SBU 7. Samenhang met andere OWE en De minor bestaat uit keuze onderwijseenheden die verdiepend of verbredend zijn ten opzichte van de gekozen major 8. Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens Propedeutische fase afgerond Nadere ingangseisen afhankelijk van de ingangseisen van de gekozen onderwijseenheden 9. Algemene omschrijving Keuzemogelijkheden: Alle studenten kunnen kiezen uit de researchminor M_ASC-M-PR30 de mini researchminor M_ASC-M-PR15 in combinatie met een keuze uit onderstaande OWE en Studenten van de opleiding Biologie en Medisch laboratorium onderzoek kunnen, indien zij voldoen aan de ingangseisen zoals omschreven in de desbetreffende OWE omschrijving, een of meerdere OWE-en kiezen van: de opleiding chemie: C7, C8, C5, C6 de afstudeerrichting medische microbiologie: M9 en M10 de afstudeerrichting cytohistopathologie: M11 en M12 de afstudeerrichting moleculaire plantenbiologie: M_ASC-M-PL de afstudeerrichting biochemie: B10 Studenten van de opleiding Bio-informatica kunnen kiezen uit: de opleiding Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek/life Sciences: B5A/B5B/B5C of B6A/B6B/B6C. Afhankelijk van het semester waarin de minor wordt gevolgd wordt gekozen voor A1 (semester 1) of A2 (semester 2) de variant voor Bio-informatica studenten van M_ASC-M-PL = minor Molecular Plant Biology M_ASC-M-Pl de OWE Big Data Studenten van de opleiding Chemie kunnen kiezen uit: de opleiding Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek/life Sciences: B5A/B5B/B5C of B6A/B6B/B6C. Afhankelijk van het semester waarin de minor wordt gevolgd wordt gekozen voor A1 (semester 1) of A2 (semester 2) de afstudeerrichting organische chemie: C9, C10 de afstudeerrichting analytische chemie: C11, C12 10. Competenties Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden 2

11. Beoordelingscriteria Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden 12. Tentaminering Deeltentamens Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden Weging Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden Compensatiemogelijkheden Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden Instapvoorwaarden Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden tentamen Frequentie (deel)- tentamens Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden 13. Verplichte Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden literatuur 14. Aanbevolen Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden literatuur 15. Software Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden 16. Overig Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden materiaal 17. Activiteiten Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden 18. Werkvormen Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden 19. Les- / Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden Contacturen 20. Onderwijsperiode Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden 21. Maximum aantal deelnemers N.v.t. 3

Titel OWE OWE PR30: Researchminor Code M_ASC-M-PR30 1. Opleiding Bio-informatica 2. Doelgroep Voltijd studenten hoofdfase Bio-informatica 3. Beroepstaak/ Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek beroepstaken 4. Centrale N.v.t. beroepstaak 5. (Beroeps) Producten Literatuurverslag (L) Onderzoeksverslag (V) Reflectieverslag (Rv) 6. Studiepunten, studielast 30 stp 840 SBU 7. Samenhang met andere OWE en Keuze onderdeel voor de minor Palet aan natuurwetenschappelijk onderzoek. 8. Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens Propedeuse moet zijn behaald. De student heeft minimaal 45 stp behaald in het tweede studiejaar van de Bioinformatica. Indien de researchminor volgt op de stage (BI9) of het afstudeerproject (BI12) geldt als instapeis dat het onderzoeksverslag ingeleverd is bij de begeleider op de werkplek en het portfolio (m.u.v. het onderzoeksverslag) voldoende is afgerond. 9. Algemene omschrijving Indien student niet voldoet aan instapvoorwaarden kan hij een verzoek om toch aan stage deel te nemen neerleggen bij de examencommissie. Een minor moet verdiepend of verbredend zijn en mag geen grote overlap hebben met de major. Een researchminor is dus geen stage, want de stage is een onderdeel van de major. Doel van de researchminor is dus om iets nieuws te leren wat nog niet (voldoende) aan bod is geweest tijdens de major. De researchminor bestaat daarom uit een theoretische component (min. 4 studiepunten = 4x28 SBU) in de vorm van een literatuuronderzoek en een praktische component waar je het geleerde toepast met een totale duur van 20 weken (30 studiepunten). Het is mogelijk om de researchminor uit te voeren op hetzelfde laboratorium als waar de stage/afstudeerstage plaatsvindt. Maar de minor blijft een op zichzelf staand geheel. Het moet aan de hier genoemde eisen voldoen en wordt apart van de stage beoordeeld. 10. Competenties Competentie Niveau Verplicht -Vraagverheldering (C1) II Ja -Ontwikkelen software (C2) II Ja -Databeheer (C3) II - -Data analyse (C4) II Ja -Modelleren (C5) I - -Eigen systeem beheren (C6) II - -Rapporteren (C7) II Ja -Planmatig werken (C8) II Ja -Samenwerken (C9) II Ja -Professionele ontwikkeling (C12) III Ja 4

Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 11. Beoordelingscriteria 12. Tentaminering Deeltentamens M_ASC-M-PR30-L Literatuurverslag (L) M_ASC-M-PR30-V Onderzoeksverslag (V) M_ASC-M-PR30-Rv Reflectieverslag (Rv) M_ASC-M-PR30-P Praktische werkzaamheden (P) Weging (L+V+P)/3 Compensatiemogelijkheden - Instapvoorwaarden Reflectieverslag moet voldaan zijn tentamen Frequentie (deel)- tentamens 2 kansen per jaar. Wordt het hele jaar aangeboden. Inleveren verslag en literatuurverslag uiterlijk 2 weken na de laatste dag van de researchminor. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor de eerste kans. In overleg met de begeleidende docent wordt een nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2 maanden na afloop van de researchminor. 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen Boeken en handleidingen uit de propedeuse en hoofdfase. literatuur 15. Software - 16. Overig materiaal In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. 17. Activiteiten Zie werkvormen. 18. Werkvormen De Slb-er begeleidt de student bij het vinden van een researchminor plaats die past bij het persoonlijk ontwikkelingsplan van de student. De student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een research minor plek (solliciteren). 19. Les- / Contacturen 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers Tijdens de researchminor wordt de student begeleid door een begeleider op de research minor plek en een docent vanuit school. Er zijn geen lesuren ingepland, de begeleidende docent heeft 10 klokuren voor begeleiding. Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase - 5

Toetsprogramma OWE PR30: Researchminor (M_ASC-M-PR30) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Deeltentamen Competenties met indicatoren Voor Bio-informatica Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Examinatoren Code: M_ASC-M-PR30-Rv Naam: Reflectieverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Competentie 12: Sturen professionele ontwikkeling 12.2.1. Geeft begeleid zijn eigen competentieontwikkeling vorm. 12.2.2. Neemt verantwoordelijkheid voor zijn eigen studievoortgang. 12.2.4. Zet een ondersteunend sociaal netwerk in waar nodig. C7.3. C3-10: past vorm van de tekst en de woordkeuze aan de doelgroep aan C7.3. C3-11 hanteert correcte grammatica, stijl, spelling (geen taal en spelfouten) C7.3. C3-15 brengt heldere structuur aan in complexere teksten. de opbouw van de tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen. Zie beoordelingsformulier Reflectieverslag. Zie beoordelingsformulier Reflectieverslag. Deze moet gemiddeld voldoende zijn voor een beoordeling voldaan. 1 examinator voor de beoordeling. Ondergrens Voldaan Code: M_ASC-M-PR30-P Naam: Praktische werkzaamheden Vorm: Praktijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Verhelderen van een natuurwetenschappelijke vraagstelling 1.2.2. Voert een gesprek met de expert om helderheid te krijgen over de opdracht. Hierbij communiceert hij open en helder met de expert (opdrachtgever) en stelt de juiste vragen om de opdracht duidelijk te krijgen. 1.2.3. Leidt uit een opdrachtbeschrijving de juiste natuurwetenschappelijke onderzoeksvragen af met bijbehorende hypothese. 1.2.4. Zoekt, selecteert (benoemt de keyelementen uit de bronnen, die voor de opdracht in aanmerking komen) en beoordeelt zelfstandig informatie op relevantie en betrouwbaarheid. Het betreft bronnen die relevant zijn voor het natuurwetenschappelijke onderzoek. En gebruikt deze informatie in het onderzoeksplan. 1.2.5. Na verheldering van de onderzoeksopdracht worden basismethoden Zie beoordelingsformulier Werkzaamheden Researchminor Bio-informatica". Zie beoordelingsformulier Werkzaamheden Researchminor Bioinformatica". 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 1 examinator voor de beoordeling. 6

geselecteerd en gemotiveerd die in aanmerking komen om de opdracht uit te voeren. 1.2.7. Maakt een onderzoeksplan met bijbehorende tijdsplanning waarbij de volgorde van de werkzaamheden (werkplanning en tijdspad) realistisch is. (optioneel) 1.2.8. Rapporteert aan de opdrachtgever hoe de opdracht zal worden uitgevoerd. 1.2.9. Laat zien dat hij in alle fasen van het ontwerp van het onderzoek vakkennis op de juiste wijze kan toepassen. Competentie 2: Software ontwikkeling 2.2.1. Schrijft zelfstandig scripts. 2.2.2. Schrijft zelfstandig Bio-informatica toepassingen. 2.2.3. Ontwerpt een programma in UML. (optioneel) 2.2.4. Analyseert de biologische vraagstelling en weet dit te vertalen naar een software ontwerp. 2.2.5. Vertaalt algoritmes naar scripts. 2.2.6. Ontwikkelt objectgeoriënteerde programma s aan de hand van een aangereikt ontwerp. (optioneel) 2.2.7. Maakt gebruik van bestaande softwaremodules en componenten en weet deze ook zelf te vinden en doorgronden. (optioneel) 2.2.8. Implementeert de software en weet problemen zelfstandig op te lossen. 2.2.9. Documenteert de technische resultaten volgens standaarden in het werkveld. 2.2.10. Zet een testplan op. (optioneel) 2.2.11. Test ontwikkelde scripts op verwachte uitkomst. 2.2.12. Ontwerpt op basis van softwarespecificaties software en gebruikt datastructuren en algoritmes op de juiste wijze. Competentie 3: Data Beheren (optioneel) 3.2.1. Verzamelt gegevens uit diverse databronnen (het lab, databases van derden) of gebruikt gegevens geproduceerd door geautomatiseerde laboratorium apparatuur. 3.2.2. Werkt een ontwerp uit voor een relationele-database, dat voldoet aan de ontwerpeisen. 3.2.3. Implementeert het ontwerp. 7

3.2.4. Manipuleert middels SQL gegevens in een relationele database. 3.2.5. Schrijft technische documentatie. 3.2.6. Schrijft query s die data uit databases met biologische data halen. 3.2.7. Voert een eenvoudige informatieanalyse uit en weet dit te vertalen naar een databaseontwerp. 3.2.8. Voegt geautomatiseerd grote hoeveelheden gegevens toe aan de database middels scripting. 3.2.9. Koppelt diverse databronnen of importeert gegevens uit andere databronnen. 3.2.10. Visualiseert gegevens uit database middels scripting en gespecialiseerde programma s. Competentie 4: Data Analyse 4.2.1. Bepaalt aan de hand van het onderzoeksplan welke Bio-informatica en statistische methoden gebruikt dienen te worden bij de analyses van de data. 4.2.2. Begrijpt de te gebruiken Bio-informatica en statistische methoden. 4.2.3. Voert m.b.v. statistische en Bio-informatica methoden analyses uit op biologische data. Voert de juiste berekeningen uit, begrijpt de resultaten en interpreteert de data op de juiste wijze (Ttoets, clusteren, correlaties, sequence alignment, normalisatie). 4.2.4. Geeft een antwoord op de vraagstelling op grond van verkregen resultaten. 4.2.6. Noteert tijdens de analyses uitkomsten en berekeningen in een logboek zodat resultaten eenvoudig weg terug te vinden zijn. (optioneel) 4.2.7. Voert aan de hand van de gevonden resultaten een zinvolle discussie en trekt gefundeerde conclusies. 4.2.8. Laat zien dat hij in alle fasen van de analyses op de juiste wijze vakkennis weet toe te passen. Competentie 5: Modelleren (optioneel) 5.2.1. Bestudeert zorgvuldig het (biologisch) proces en geeft op basis hiervan een gesimplificeerde beschrijving. 5.2.2. Leest aangereikte databronnen en gebruikt statistische methoden om een complex biologisch procesgedrag te verklaren na analyse en interpretatie. 8

5.2.3. Valideert het test model (vergelijking modelresultaten met theoretische/referentiewaarden). 5.2.4. Indien nodig wordt het model aangepast of uitgebreid. 5.2.5. Past vakkennis op de juiste wijze toe. Competentie 6: Eigen Systeem beheren (optioneel) 6.2.2. Werkt zich in op nieuwe software of scriptingtaal (Perl, glimmer). 6.2.3. Leest documentatie van software en past het toe bij het uitvoeren van opdrachten. 6.2.4. Scripts voor het automatiseren van handelingen schrijven en uitvoeren. Competentie 7: Communicatie Gesprek C2-07. Verwoordt helder en kernachtig een mening. C2-08. Geeft non-verbaal blijk van luisteren. C2-09. Laat de ander voldoende uitpraten. C2-10. Verwoordt helder en kernachtig een mening. C2-11. Vat correct en regelmatig samen. Competentie 8: Planmatig/projectmatig werken 8.2.1. Levert een bijdrage aan het tot stand komen van het gemeenschappelijke projectdoel of een eigen projectdoel. 8.2.3. Houdt rekening met belangen, werkwijzen en resultaten van collega s. 8.2.4. Levert een persoonlijke bijdrage aan het project door volgens vooraf vastgestelde planning en activiteiten te werken. Competentie 9: Samenwerken S2-01. Maakt concrete afspraken. S2-02. Houdt zich aan de regels en gemaakte afspraken. S2-03. Is aanwezig gedurende de afgesproken werkuren. S2-04. Besteedt aanwezige uren daadwerkelijk aan opdracht. S2-05. Geeft feedback. S2-06. Staat open voor feedback. S2-07. Neemt adequaat deel aan vergaderingen. Is actief bij de vergadering betrokken. Draagt merkbaar bij aan de vergadering. 9

Code: M_ASC-M-PR30-V Naam: Onderzoeksverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 S2-08. Voert eigen rollen in het team adequaat uit. S2-09. Legt verantwoording af over het eigen handelen. S2-10. Weet van de andere teamleden hun rol(len) te benoemen. S2-12. Staat open voor aansturing van projectleider/voorzitter. S2-13. Toont respect voor de ander. Heeft aandacht voor de ander. Neemt de ander serieus. S2-14. Toont initiatief, komt met voorstellen. Komt met suggesties zowel procesmatig als inhoudelijk. S2-15. Onderhandelt goed. Toont aan dat hij rekening houdt met het belang van de ander, zonder zijn eigen belang te verliezen. S2-16. Weet goed met conflicten om te gaan (en kan zijn aanpak verantwoorden). S2-17. Is voldoende assertief. Komt op voor eigen ideeën en meningen. S2-18. Toont verantwoordelijkheid voor het groepsgebeuren. Competentie 1: Verhelderen van een natuurwetenschappelijke vraagstelling 1.2.2. Voert een gesprek met de expert om helderheid te krijgen over de opdracht. Hierbij communiceert hij open en helder met de expert (opdrachtgever) en stelt de juiste vragen om de opdracht duidelijk te krijgen. 1.2.3. Leidt uit een opdrachtbeschrijving de juiste natuurwetenschappelijke onderzoeksvragen af met bijbehorende hypothese. 1.2.4. Zoekt, selecteert (benoemt de keyelementen uit de bronnen, die voor de opdracht in aanmerking komen) en beoordeelt zelfstandig informatie op relevantie en betrouwbaarheid. Het betreft bronnen die relevant zijn voor het natuurwetenschappelijke onderzoek. En gebruikt deze informatie in het onderzoeksplan. 1.2.5. Na verheldering van de onderzoeksopdracht worden basismethoden geselecteerd en gemotiveerd die in aanmerking komen om de opdracht uit te voeren. 1.2.8. Rapporteert aan de opdrachtgever hoe de opdracht zal worden uitgevoerd. Zie beoordelingsformulier Onderzoeksverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en Bio-informatica. Zie beoordelingsformulier Onderzoeksverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en Bio-informatica. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 1 examinator voor de beoordeling. 10

Code: M_ASC-M-PR30-L 1.2.9. Laat zien dat hij in alle fasen van het ontwerp van het onderzoek vakkennis op de juiste wijze kan toepassen. Competentie 2: Software ontwikkeling 2.2.9. Documenteert de technische resultaten volgens standaarden in het werkveld. Competentie 4: Data Analyse 4.2.2. Begrijpt de te gebruiken Bio-informatica en statistische methoden. 4.2.3. Voert m.b.v. statistische en Bio-informatica methoden analyses uit op biologische data. Voert de juiste berekeningen uit, begrijpt de resultaten en interpreteert de data op de juiste wijze (Ttoets, clusteren, correlaties, sequence alignment, normalisatie). 4.2.4. Geeft een antwoord op de vraagstelling op grond van verkregen resultaten. 4.2.5. Legt de analyse methode, de resultaten en de interpretaties overzichtelijk vast in een onderzoeksverslag. 4.2.7. Voert aan de hand van de gevonden resultaten een zinvolle discussie en trekt gefundeerde conclusies. 4.2.8. Laat zien dat hij in alle fasen van de analyses op de juiste wijze vakkennis weet toe te passen. Competentie 5: Modelleren (optioneel) 5.2.1. Bestudeert zorgvuldig het (biologisch) proces en geeft op basis hiervan een gesimplificeerde beschrijving. 5.2.2. Leest aangereikte databronnen en gebruikt statistische methoden om een complex biologisch procesgedrag te verklaren na analyse en interpretatie. 5.2.5. Past vakkennis op de juiste wijze toe. Competentie 7: Communicatie (tekst) C2-12 Hanteert correcte spelling en zinsbouw C2-13 Geeft het doel aan. C2-14 Past de vorm van de tekst en de woordkeus aan aan de doelgroep (lezers). C2-15 Brengt helder structuur aan in complexere teksten. Competentie 1: Verhelderen van een natuurwetenschappelijke vraagstelling Zie beoordelingsformulier Literatuurverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en Bio-informatica. Zie beoordelingsformulier Literatuurverslag biologie en medisch 1 examinator voor de beoordeling. 11

Naam: Literatuurverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 1.2.2. Voert een gesprek met de expert om helderheid te krijgen over de opdracht. Hierbij communiceert hij open en helder met de expert (opdrachtgever) en stelt de juiste vragen om de opdracht duidelijk te krijgen. 1.2.3. Leidt uit een opdrachtbeschrijving de juiste natuurwetenschappelijke onderzoeksvragen af met bijbehorende hypothese. 1.2.4. Zoekt, selecteert (benoemt de keyelementen uit de bronnen, die voor de opdracht in aanmerking komen) en beoordeelt zelfstandig informatie op relevantie en betrouwbaarheid. Het betreft bronnen die relevant zijn voor het natuurwetenschappelijke onderzoek. En gebruikt deze informatie in het onderzoeksplan. Competentie 4: Data Analyse 4.2.7. Voert aan de hand van de gevonden resultaten een zinvolle discussie en trekt gefundeerde conclusies. Competentie 7: Communicatie (tekst) C2-12 Hanteert correcte spelling en zinsbouw C2-13 Geeft het doel aan. C2-14 Past de vorm van de tekst en de woordkeus aan aan de doelgroep (lezers). C2-15 Brengt helder structuur aan in complexere teksten. laboratoriumonderzoek, chemie en Bioinformatica. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 12

BEOORDELINGSFORMULIER Researchminor 30 stp Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogere Laboratoriumopleidingen Student: Research minor docent: Studentnummer: Research minor 30 stp Beroepstaak: Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Research minor locatie: Reflectieverslag: Literatuurverslag: Werkzaamheden: Onderzoeksverslag: Eindcijfer: (1 x cijfer literatuurverslag + 1 x cijfer werkzaamheden + 1 x cijfer onderzoeksverslag) / 3 Het reflectieverslag moet met voldaan zijn beoordeeld Naam en handtekening researchminordocent Datum... 13

Beoordelingsformulier Reflectieverslag Researchminor Bio-informatica Naam:... Studentnummer:.. Klas:.. Datum:..... REFLECTIEVERSLAG ONVOLDOENDE VOLDOENDE INHOUD 12.2.1. Geeft begeleid zijn eigen competentieontwikkeling vorm 12.2.4. Zet een ondersteunend sociaal netwerk in waar nodig 12.2.1. Geeft begeleid zijn eigen competentieontwikkeling vorm 12.2.2. Neemt verantwoordelijkheid voor zijn eigen studievoortgang De student beschrijft de handelingen die bijgedragen hebben aan het realiseren van de POP (in de ik-vorm). Waar van toepassing, wordt naar bewijsdocumenten van de resultaten hiervan verwezen. De student kijkt kritisch terug naar zijn/haar leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor, koppelt dit aan zijn/haar eigen handelen. De student geeft aan wat hij/zij geleerd heeft (in de ik-vorm) en benoemd daarbij concrete resultaten en/of producten. De student geeft aan of en hoe hij/zij de taken anders had kunnen aanpakken (alternatieven). Er worden nieuwe leerdoelen genoemd. VORM 7.3.C3-11,C3-10,C3-15. Er is een heldere stijl van formulering. Het verslag ziet er verzorgd uit. Eindoordeel (voldoende indien alle onderdelen voldoende zijn) Opmerkingen Naam en handtekening stagedocent 14

Beoordelingsformulier Werkzaamheden Researchminor Bio-informatica Naam student:. Klas:.. Stageplaats: Aantal punten student: punten Cijfer student: (aantal punten/10.0) maximaal aantal punten = 100 Dit criterium geldt als Knock out en moet als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden. onvoldoende voldoende Professionele ontwikkeling: Werkhouding - Toont professionele werkhouding: past zich snel aan, handelt integer; toont doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde medewerker. Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel: Voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd. Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten en als alle activiteiten excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten. Competentie Trefwoord (BT4)Onderzoek Uitvoeren (20 pnt) Vraagverheldering (C1, niveau 2) Onvoldoende voldoende bovengemiddeld excellent - verdiept zich in het onderzoek. Bestudeert literatuur op aanwijzingen van de begeleider. en raadpleegt uit eigen beweging begeleiders/ collega s/ literatuur. Punten 0-2 3 4 5 - komt met voorstellen voor komt met juiste voorstellen Analyseren data de aanpak van het voor de aanpak van het (C4, niveau 2) onderzoek onderzoek Punten 0-1 2 3-4 5 Rapporteren en presenteren (C7, niveau 2) presenteert volgens de normen van presentatietechnieken zijn en kan vragen beantwoorden... presenteert en discussieert op een heldere en overtuigende wijze Aantal gegeven punten 15

onderzoeksresultaten (werkbespreking) (BT2)Ontwikkelen (software) (40 pnt) (BT3)Gegevens presenteren (25 pnt) Punten 0-6 7 8-9 10 Ontwikkelen van Software (C2, niveau 2) - Schrijft scripts voor de verheldering van een biologische vraagstelling - ontwikkelt werkende software en de software is generiek en inzetbaar voor het beoogde doel en is in staat om zich nieuwe technieken, methodes of programmeertalen eigen te maken - documenteert software Punten: 1-17 18-23 24-29 30 Modelleren (C5, niveau 2) Modelleren (C5, niveau 2) - modelleert software voorafgaande aan de ontwikkeling is in staat om de gebruikte infrastructuur zelfstandig te doorgronden en is in staat om met vakgenoten deze modellering te bespreken Punten: 0-1 2 3-4 5 - Is in staat om bestaande - kan kleine aanpassingen algoritmes en modules toe maken aan bestaande te passen algoritmes en modules - Maakt gebruik van adequate datastructuren - ontwikkelt onder begeleiding (eenvoudige) algoritmes ontwikkelt zelfstandig (eenvoudige) algoritmes en past de juiste datastructuren toe Punten: 0-1 2 3-4 5 Data analyse (C4, niveau 2) - voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van resultaten uit (onder begeleiding) en is staat om nieuwe vragen te formuleren op basis van de geanalyseerde data en doet dit zelfstandig Punten: 0-2 3 4-5 6 - doet uitspraak over de en geeft suggesties voor en doet dit zelfstandig bruikbaarheid van de vervolg onderzoek Data Analyse behaalde resultaten op basis (C4, niveau 2) van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid Punten: 0-2 3 4-5 6 16

(BT1) (3 pnt) planmatig projectmatig werken (6 pnt) samenw erken (6 pnt) Data Analyse (C4, niveau 2) - leidt uit de verkregen resultaten conclusies af m.b.t. de onderzoeksvraag (onder begeleiding). - voert op de juiste wijze foutendiscussie uit en legt verbanden met andere deelexperimenten en literatuurwaarden en doet dit zelfstandig - maakt voorstellen voor vervolgexperimenten Punten: 0-2 3 4-5 6 presenteert volgens de. en kan vragen Rapporteren en normen van beantwoorden. presenteren presentatietechnieken zijn (C7, niveau 2) onderzoeksresultaten (werkbespreking).. presenteert en discussieert op een heldere en overtuigende wijze Punten: 0-3 4 5-6 7 Data beheren (C3, niveau 2) Eigen systeem beheren (C6, niveau 2) - beheert eigen data - beheert eigen werkplek en documenteert het onderzoek in een labjournaal en derden hiervan gebruik kunnen maken Punten: 0-1 2 2.5 3 Plannen (C8, niveau 2) - plant en organiseert zijn werkzaamheden dagelijks onder begeleiding doet dit zelfstandig en schat uitvoeringstijd goed in Punten: 0-1 2 2.5 3 - voert werkzaamheden volgens planning uit (ook - stuurt zelfstandig zijn werkzaamheden bij indien en stelt prioriteiten onder tijdsdruk), nodig Plannen - ziet erop toe dat doelen (C8, niveau 2) worden gehaald; stuurt zijn werkzaamheden bij op aanwijzingen van begeleider Punten: 0-1 2 2.5 3 Samenwerken (C9, niveau 2) - kan samenwerken in een team: houdt zich aan de gemaakte afspraken; herkent de eigen rol en die - kan goed samenwerken in een team: en stemt de eigen werkzaamheden af op die van anderen en heeft een duidelijke inbreng in het team 17

van anderen in het team en gaat hier adequaat mee om Punten: 0-1 2 2.5 3 - communiceert (volgens de en doet dit open en helder Samenwerken (C9, niveau 2) basisregels van communicatie) met collega's, begeleiders (kan luisteren, neemt initiatief voor gesprek, staat open voor feedback, probeert conflicten op te lossen) Punten: 0-1 2 2.5 3 Aantal punten totaal Mate waarin student zelfstandig aan onderzoeksverslag heeft gewerkt (dit onderdeel behoort tot de eindbeoordeling van het verslag) - Veel begeleiding nodig - Op kritieke momenten begeleiding nodig. - Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksverslag gewerkt Aanvullend commentaar Punten: 0-4 - 5-6 - 7-9 - 10 Datum, naam en handtekening stagebegeleider: 18

Datum, naam en handtekening stagedocent Cijfer werkzaamheden wordt bepaald door de HAN-docent Cijfer Opmerkingen Indicatie cijfer 0 55 : 5,5 55-65: 5,5-6,5 65-75: 6,5-7,5 75-85: 7,5-8,5 85-100: 8,5-10 19

BEOORDELINGSFORMULIER VERSLAG RESEARCHMINOR Naam student: Student nr: Klas: Stageplaats: Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeeld met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. Competentie Trefwoord Vormgeving (15 pnt) samenvatting (7 pnt) vormgeving Onvoldoende voldoende bovengemiddeld excellent Rapport voldoet aan vormgevingseisen genoemd in Exact Communiceren (van der Laan) Het lay-out van het rapport is zeer overzichtelijke en zorgt voor een professionele uitstraling. Punten: 0-2 3 4 5 Taalgebruik Taalgebruik: a. Correct taalgebruik (=geen taal/spelfouten). - Taalgebruik: a. Correct taalgebruik. b. Eenduidig taalgebruik c. Taalgebruik sluit aan bij doelgroep (lezers) en is ondersteunend voor een helder en samenhangend verhaal. Punten: 0-6 7 8 9 10 samenvatting De samenvatting beschrijft doel, methode en eindresultaten van het onderzoek Punten: 0-3 4 5 6 7 De samenvatting beschrijft doel, methode en eindresultaten van het onderzoek in maximaal ½ A4 zodanig dat het als een zelfstandig geheel gelezen kan worden. Aantal gegeven punten 20

Inleiding (10 pnt) middenstuk(29 pnt) afsluiting (25 pnt) Inleiding De onderzoeksvraag is in een theoretisch kader geplaatst. De samenhang met de methoden, materialen en resultaten komt niet duidelijk naar voren.. Onderzoeksvraag wordt ingeleid d.m.v. literatuur waardoor de keuze voor materialen/methoden en de resultaten duidelijk zijn te begrijpen. Punten: 0-4 5-7 8 9 10 Materialen en methoden - Beschrijft de specifiek gebruikte methode/materialen. Beschrijft materialen en methoden zodanig dat de experimenten door anderen herhaald kunnen worden. Punten: 0-6 7-10 11 14 15 resultaten Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst die de lezer handvatten aanreikt om de data zo goed mogelijk te begrijpen. Punten: 0-5 6 7 8 9 10 Rapport bevat leesbare figuren. Rapport bevat leesbare figuren die compleet zijn en helder te begrijpen zijn. Punten: 0-1 2 3 4 discussie - Voert aan de hand van de gevonden resultaten een discussie: is de onderzoeksvraag te beantwoorden met behulp van de verzamelde data Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Brengt de resultaten in verband met de literatuur. Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Uit de discussie blijkt een correcte toepassing van de theoretische inzichten. Vergelijkt de onderzoeksresultaten met 21

Punten: 0-4 5 6-7 8 Er worden aanbevelingen voor vervolgexperimenten en onderzoek beschreven. andere analyses, referentiewaarden of theoretische waarden uit de literatuur. Er worden duidelijke en volledig doordachte aanbevelingen voor vervolgexperimenten en onderzoek beschreven. Punten: 0-1 2 3 4 De discussie bevat uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de resultaten Punten: 0-1 2 3 4 conclusie - In de conclusie wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. Punten: 0-4 5-6 7 8 9 De discussie bevat volledige en correcte uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van alle resultaten Gehanteer de bronnen (4 pnt) literatuur Rapport bevat literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen die opgenomen zijn in de literatuurlijst. Punten: 0-1 2 3 4 22

Mate waarin student zelfstandig aan onderzoeksverslag heeft gewerkt (10 pnt) Veel begeleiding nodig Op kritieke momenten begeleiding nodig. Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksverslag gewerkt Aantal punten totaal Cijfer student (aantal punten / 10) Aanvullend commentaar Punten: 0-4 5-6 7-9 10 Naam en handtekening stagedocent Datum 23

Beoordelingslijst Literatuurverslag Researchminor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie en Bioinformatica Naam student:. Student nr: Klas:.... Minor-plaats:.. Deze criteria gelden als knock-out en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden. onvoldoende voldoende Letter type, grootte, uitlijning en regelafstand zijn consistent toegepast, paginanummers zijn aanwezig en de structuur is duidelijk herkenbaar. Het rapport bevat een bronnenlijst. In de tekst wordt naar deze bronnen verwezen. Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel: Voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd. Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter kunnen er wel punten gegeven worden. Indien u een student beoordeelt met excellent moeten er één of meerdere voorbeelden worden gegevens waaruit blijkt dat de student excellent is. Competentie Trefwoord onvoldoende voldoende bovengemiddeld excellent Aantal gegeven punten Literatuur onderzoek(3 5 punten) Definiëren van achtergrondinformatie en aanvullende vragen (1.2.1., 1.3.2.) De student identificeert de relevante aspecten van het onderwerp dat in het review besproken wordt. De selectie van onderwerpen/aspecten die besproken worden is zeer relevant Punten: 0-5 6-7 8-9 10 24

Selecteren van literatuur (1.3.1. (1.2.2.)) De student selecteert natuurwetenschappelijk literatuur die relevant is voor het onderwerp. De student verzamelt een brede selectie aan relevante literatuur en kan deze in het verslag correct integreren. Punten: 0-7 8-10 11-13 14-15 Samenhang (1.3.5.) De onderwerpen die in het review besproken worden plaatst de student in een grotere context m.b.t onderzoek en maatschappelijke betekenis. De manier waarop de review verwijst naar de grotere context is zeer logisch en bondig. Punten: 0-5 6-7 8-9 10 Analyse resultaten(25 punten) Wetenschappelijke discussie (3.3.5.) De discussie van de literatuur is wetenschappelijk correct. en de informatie uit verschillende bronnen is logisch gecombineerd Punten: 0-7 8-10 11-13 14-15 Conclusies (3.3.3) De student concludeert over de stand van de kennis in het onderzoeksveld, mogelijke toekomstige vragen en geeft advies (indien van toepassing) en de conclusie is logisch gebaseerd op de algemene introductie van het onderwerp en op verschillende specifieke aspecten die in het verslag aan de orde gekomen zijn Punten: 0-5 6-7 8-9 10 Schrijven (6.2.1/6.3.1): spelling, zinsbouw en wetenschappelijke stijl: Het rapport bevat weinig maar structurele fouten m.b.t. spelling, zinsbouw en/of schrijfstijl. Het rapport bevat zeer weinig fouten m.b.t. spelling, zinsbouw en/of schrijfstijl. Rapporteren (30 puten) Punten: 0-4 5-6 7-9 10 Schrijven (6.2.1/6.3.1): Structuur Het review begint met een algemene inleiding op het thema en de onderwerpen die besproken worden, gevolgd door een gestructureerde discussie van de specifieke onderwerpen. Het rapport eindigt met een algemene conclusie gebaseerd op de specifieke onderwerpen Er is een goed samenhangende en logische overgang tussen de verschillende delen van het rapport. Punten: 0-4 5-6 7-9 10 Schrijven (6.2.1/6.3.1): Afbeeldingen en tabellen Afbeeldingen en/of tabellen worden gebruikt om de boodschap te visualiseren en te ondersteunen. Ze bevatten beschrijvingen die duidelijk zijn zonder de tekst te moeten lezen. Tekst en afbeeldingen dragen optimaal bij aan het vertellen van één verhaal. 25

Punten: 0-2 3 4 5 Schrijven (6.2.1/6.3.1): Samenvatting De samenvatting is een afspiegeling van de inhoud van het rapport. De samenvatting geeft bondig de inhoud van het rapport weer.. en wekt het interesse van de lezer om het hele rapport te lezen Punten: 0-2 3 4 5 Verantwoording eigen werk De student werd structureel geholpen bij het schrijven van het rapport De student heeft de meeste literatuur zelfstandig geselecteerd en heeft alleen algemene feed-back ontvangen. De student heeft literatuur geselecteerd en heeft het rapport zelfstandig geschreven Punten: 0-4 5-6 7-9 10 Total aantal punten: Opmerkingen: Naam en paraaf begeleider Minor Datum Naam en handtekening HAN docent Datum Het eindcijfer wordt door de HAN docent bepaald. Indicatie cijfer: 0 55 punten: 5,5 55 65 punten: 5,5 6,5 65 75 punten: 6,5 7,5 85 100 punten: 8,5-10 26

Titel OWE OWE PR15: Mini researchminor Code M_ASC-M-PR15 1. Opleiding Bio-informatica 2. Doelgroep Voltijd studenten hoofdfase Bio-informatica 3. Beroepstaak/ Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek beroepstaken 4. Centrale Nvt beroepstaak 5. (Beroeps) Producten Onderzoeksverslag (V) Reflectieverslag (Rv) 6. Studiepunten, studielast 15 stp 420 SBU 7. Samenhang met andere OWE-en Keuze onderdeel minor Palet aan natuurwetenschappelijk onderzoek. Tijdens de mini researchminor wordt in de praktijk toegepast wat is geleerd tijdens de voorafgaande keuze OWE uit het Palet aan natuurwetenschappelijk onderzoek van de opleiding Chemie of Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. 8. Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens Propedeuse moet zijn behaald. Nadere ingangseisen afhankelijk van de ingangseisen van de gekozen OWE en. De student heeft minimaal 45 stp behaald in het tweede studiejaar van de Bioinformatica. Indien de researchminor volgt op de stage (BI9) of het afstudeerproject (BI12) geldt als instapeis dat het onderzoeksverslag ingeleverd is bij de begeleider op de werkplek en het portfolio voldoende is afgerond. 9. Algemene omschrijving Indien student niet voldoet aan instapvoorwaarden kan hij een verzoek om toch aan de researchminor deel te nemen neerleggen bij de examencommissie. Een minor moet verdiepend of verbredend zijn en mag geen grote overlap hebben met de major. Een researchminor is dus geen stage, want de stage is een onderdeel van de major. Doel van de researchminor is dus om iets nieuws te leren wat nog niet (voldoende) aan bod is geweest tijdens de major. De combinatie keuze OWE en mini researchminor bestaat daarom uit een theoretische component (een keuze onderwijseenheid van de opleiding Chemie of Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek) en een praktische component waar het geleerde in de keuze OWE wordt toegepast met een totale duur van 10 weken (15 studiepunten). Het is mogelijk om de researchminor uit te voeren op hetzelfde laboratorium als waar de stage/afstudeerstage plaatsvindt. Maar de minor blijft een op zichzelf staand geheel. Het moet aan de hier genoemde eisen voldoen en wordt apart van de stage beoordeeld. 10. Competenties Competentie Niveau Verplicht -Vraagverheldering (C1) II Ja -Ontwikkelen software (C2) II Ja -Databeheer (C3) II - -Data analyse (C4) II Ja -Modelleren (C5) I - -Eigen systeem beheren (C6) II - -Rapporteren (C7) II Ja -Planmatig werken (C8) II Ja -Samenwerken (C9) II Ja -Professionele ontwikkeling (C12) III Ja 27

11. Beoordelingscriteria Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 12. Tentaminering Deeltentamens M_ASC-M-PR15-V Onderzoeksverslag (V) M_ASC-M-PR15-Rv Reflectieverslag (Rv) M_ASC-M-PR15-P Praktische werkzaamheden (P) Weging (V+P)/2 Compensatiemogelijkheden - Instapvoorwaarden tentamen Reflectieverslag moet voldaan zijn Frequentie (deel)- tentamens 2 kansen per jaar. Wordt het hele jaar aangeboden. Inleveren verslag uiterlijk 2 weken na de laatste dag van de researchminor. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor de eerste kans. In overleg met de begeleidende docent wordt een nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2 maanden na afloop van de researchminor. 13. Verplichte - literatuur 14. Aanbevolen Boeken en handleidingen uit de propedeuse en hoofdfase. literatuur 15. Software - 16. Overig materiaal In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. 17. Activiteiten Zie werkvormen. 18. Werkvormen De Slb-er begeleidt de student bij het vinden van een researchminor plaats die past bij het persoonlijk ontwikkelingsplan van de student. De student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een research minor plek (solliciteren). 19. Les- / Contacturen 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers Tijdens de researchminor wordt de student begeleid door een begeleider op de research minor plek en een docent vanuit school. Er zijn geen lesuren ingepland, de begeleidende docent heeft 5 klokuren voor begeleiding. Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase - 28

Toetsprogramma OWE RM15: Mini researchminor (M_ASC-M-PR15) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Deeltentamen Competenties met indicatoren Voor Bio-informatica Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Examinatoren Code: M_ASC-M-PR15-Rv Naam: Reflectieverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Competentie 12: Sturen professionele ontwikkeling 12.2.1. Geeft begeleid zijn eigen competentieontwikkeling vorm. 12.2.2. Neemt verantwoordelijkheid voor zijn eigen studievoortgang. 12.2.4. Zet een ondersteunend sociaal netwerk in waar nodig. C7.3. C3-10: past vorm van de tekst en de woordkeuze aan de doelgroep aan C7.3. C3-11 hanteert correcte grammatica, stijl, spelling (geen taal en spelfouten) C7.3. C3-15 brengt heldere structuur aan in complexere teksten. de opbouw van de tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen. Zie beoordelingsformulier Reflectieverslag. Zie beoordelingsformulier Reflectieverslag. Deze moet gemiddeld voldoende zijn voor een beoordeling voldaan. 1 examinator voor de beoordeling. Ondergrens Voldaan Code: M_ASC-M-PR15-P Naam: Praktische werkzaamheden Vorm: Praktijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Verhelderen van een natuurwetenschappelijke vraagstelling 1.2.2. Voert een gesprek met de expert om helderheid te krijgen over de opdracht. Hierbij communiceert hij open en helder met de expert (opdrachtgever) en stelt de juiste vragen om de opdracht duidelijk te krijgen. 1.2.3. Leidt uit een opdrachtbeschrijving de juiste natuurwetenschappelijke onderzoeksvragen af met bijbehorende hypothese. 1.2.4. Zoekt, selecteert (benoemt de keyelementen uit de bronnen, die voor de opdracht in aanmerking komen) en beoordeelt zelfstandig informatie op relevantie en betrouwbaarheid. Het betreft bronnen die relevant zijn voor het natuurwetenschappelijke onderzoek. En gebruikt deze informatie in het onderzoeksplan. 1.2.5. Na verheldering van de onderzoeksopdracht worden basismethoden Zie beoordelingsformulier Werkzaamheden Researchminor Bio-informatica". Zie beoordelingsformulier Werkzaamheden Researchminor Bioinformatica". 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 1 examinator voor de beoordeling. 29

geselecteerd en gemotiveerd die in aanmerking komen om de opdracht uit te voeren. 1.2.7. Maakt een onderzoeksplan met bijbehorende tijdsplanning waarbij de volgorde van de werkzaamheden (werkplanning en tijdspad) realistisch is. (optioneel) 1.2.8. Rapporteert aan de opdrachtgever hoe de opdracht zal worden uitgevoerd. 1.2.9. Laat zien dat hij in alle fasen van het ontwerp van het onderzoek vakkennis op de juiste wijze kan toepassen. Competentie 2: Software ontwikkeling 2.2.1. Schrijft zelfstandig scripts. 2.2.2. Schrijft zelfstandig Bio-informatica toepassingen. 2.2.3. Ontwerpt een programma in UML. (optioneel) 2.2.4. Analyseert de biologische vraagstelling en weet dit te vertalen naar een software ontwerp. 2.2.5. Vertaalt algoritmes naar scripts. 2.2.6. Ontwikkelt objectgeoriënteerde programma s aan de hand van een aangereikt ontwerp. (optioneel) 2.2.7. Maakt gebruik van bestaande softwaremodules en componenten en weet deze ook zelf te vinden en doorgronden. (optioneel) 2.2.8. Implementeert de software en weet problemen zelfstandig op te lossen. 2.2.9. Documenteert de technische resultaten volgens standaarden in het werkveld. 2.2.10. Zet een testplan op. (optioneel) 2.2.11. Test ontwikkelde scripts op verwachte uitkomst. 2.2.12. Ontwerpt op basis van softwarespecificaties software en gebruikt datastructuren en algoritmes op de juiste wijze. Competentie 3: Data Beheren (optioneel) 3.2.1. Verzamelt gegevens uit diverse databronnen (het lab, databases van derden) of gebruikt gegevens geproduceerd door geautomatiseerde laboratorium apparatuur. 3.2.2. Werkt een ontwerp uit voor een relationele-database, dat voldoet aan de ontwerpeisen. 3.2.3. Implementeert het ontwerp. 30

3.2.4. Manipuleert middels SQL gegevens in een relationele database. 3.2.5. Schrijft technische documentatie. 3.2.6. Schrijft query s die data uit databases met biologische data halen. 3.2.7. Voert een eenvoudige informatieanalyse uit en weet dit te vertalen naar een databaseontwerp. 3.2.8. Voegt geautomatiseerd grote hoeveelheden gegevens toe aan de database middels scripting. 3.2.9. Koppelt diverse databronnen of importeert gegevens uit andere databronnen. 3.2.10. Visualiseert gegevens uit database middels scripting en gespecialiseerde programma s. Competentie 4: Data Analyse 4.2.1. Bepaalt aan de hand van het onderzoeksplan welke Bio-informatica en statistische methoden gebruikt dienen te worden bij de analyses van de data. 4.2.2. Begrijpt de te gebruiken Bio-informatica en statistische methoden. 4.2.3. Voert m.b.v. statistische en Bio-informatica methoden analyses uit op biologische data. Voert de juiste berekeningen uit, begrijpt de resultaten en interpreteert de data op de juiste wijze (Ttoets, clusteren, correlaties, sequence alignment, normalisatie). 4.2.4. Geeft een antwoord op de vraagstelling op grond van verkregen resultaten. 4.2.6. Noteert tijdens de analyses uitkomsten en berekeningen in een logboek zodat resultaten eenvoudig weg terug te vinden zijn. (optioneel) 4.2.7. Voert aan de hand van de gevonden resultaten een zinvolle discussie en trekt gefundeerde conclusies. 4.2.8. Laat zien dat hij in alle fasen van de analyses op de juiste wijze vakkennis weet toe te passen. Competentie 5: Modelleren (optioneel) 5.2.1. Bestudeert zorgvuldig het (biologisch) proces en geeft op basis hiervan een gesimplificeerde beschrijving. 5.2.2. Leest aangereikte databronnen en gebruikt statistische methoden om een complex biologisch procesgedrag te verklaren na analyse en interpretatie. 31

5.2.3. Valideert het test model (vergelijking modelresultaten met theoretische/referentiewaarden). 5.2.4. Indien nodig wordt het model aangepast of uitgebreid. 5.2.5. Past vakkennis op de juiste wijze toe. Competentie 6: Eigen Systeem beheren (optioneel) 6.2.2. Werkt zich in op nieuwe software of scriptingtaal (Perl, glimmer). 6.2.3. Leest documentatie van software en past het toe bij het uitvoeren van opdrachten. 6.2.4. Scripts voor het automatiseren van handelingen schrijven en uitvoeren. Competentie 7: Communicatie Gesprek C2-07. Verwoordt helder en kernachtig een mening. C2-08. Geeft non-verbaal blijk van luisteren. C2-09. Laat de ander voldoende uitpraten. C2-10. Verwoordt helder en kernachtig een mening. C2-11. Vat correct en regelmatig samen. Competentie 8: Planmatig/projectmatig werken 8.2.1. Levert een bijdrage aan het tot stand komen van het gemeenschappelijke projectdoel of een eigen projectdoel. 8.2.3. Houdt rekening met belangen, werkwijzen en resultaten van collega s. 8.2.4. Levert een persoonlijke bijdrage aan het project door volgens vooraf vastgestelde planning en activiteiten te werken. Competentie 9: Samenwerken S2-01. Maakt concrete afspraken. S2-02. Houdt zich aan de regels en gemaakte afspraken. S2-03. Is aanwezig gedurende de afgesproken werkuren. S2-04. Besteedt aanwezige uren daadwerkelijk aan opdracht. S2-05. Geeft feedback. S2-06. Staat open voor feedback. S2-07. Neemt adequaat deel aan vergaderingen. Is actief bij de vergadering betrokken. Draagt merkbaar bij aan de vergadering. 32

Code: M_ASC-M-PR15-V Naam: Onderzoeksverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 S2-08. Voert eigen rollen in het team adequaat uit. S2-09. Legt verantwoording af over het eigen handelen. S2-10. Weet van de andere teamleden hun rol(len) te benoemen. S2-12. Staat open voor aansturing van projectleider/voorzitter. S2-13. Toont respect voor de ander. Heeft aandacht voor de ander. Neemt de ander serieus. S2-14. Toont initiatief, komt met voorstellen. Komt met suggesties zowel procesmatig als inhoudelijk. S2-15. Onderhandelt goed. Toont aan dat hij rekening houdt met het belang van de ander, zonder zijn eigen belang te verliezen. S2-16. Weet goed met conflicten om te gaan (en kan zijn aanpak verantwoorden). S2-17. Is voldoende assertief. Komt op voor eigen ideeën en meningen. S2-18. Toont verantwoordelijkheid voor het groepsgebeuren. Competentie 1: Verhelderen van een natuurwetenschappelijke vraagstelling 1.2.2. Voert een gesprek met de expert om helderheid te krijgen over de opdracht. Hierbij communiceert hij open en helder met de expert (opdrachtgever) en stelt de juiste vragen om de opdracht duidelijk te krijgen. 1.2.3. Leidt uit een opdrachtbeschrijving de juiste natuurwetenschappelijke onderzoeksvragen af met bijbehorende hypothese. 1.2.4. Zoekt, selecteert (benoemt de keyelementen uit de bronnen, die voor de opdracht in aanmerking komen) en beoordeelt zelfstandig informatie op relevantie en betrouwbaarheid. Het betreft bronnen die relevant zijn voor het natuurwetenschappelijke onderzoek. En gebruikt deze informatie in het onderzoeksplan. 1.2.5. Na verheldering van de onderzoeksopdracht worden basismethoden geselecteerd en gemotiveerd die in aanmerking komen om de opdracht uit te voeren. 1.2.8. Rapporteert aan de opdrachtgever hoe de opdracht zal worden uitgevoerd. Zie beoordelingsformulier Onderzoeksverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en Bio-informatica. Zie beoordelingsformulier Onderzoeksverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en Bio-informatica. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 1 examinator voor de beoordeling. 33