DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 1.3.2.43 Ziektewetuitkering na 104 weken arbeidsongeschiktheid en hervatten in passend werk jurisprudentie bronnen Rechtbank Zutphen d.d. 9.9.2009, 07/1905 ZW Beleidsregel UWV, memo van 20 juli 2006 Standpunt UWV Column mr. Joop van Zijl 1x 104 weken, is dat genoeg? Verwijzingen 1.3.2.42, het bericht Het inkomen van de gere-integreerde werknemer die opnieuw uitvalt: loon, ZW, WIA of helemaal niets? Samenvatting uitspraak rechtbank Zutphen d.d. 9.9.2009, 07/1905 ZW (de volledige uitspraak is verderop opgenomen) In de uitspraak van de rechtbank Zutphen gaat het om de volgende situatie: Betrokkene heeft zich op 1 maart 2002 ziek gemeld. Na 52 weken ziekte krijgt zij een WAO-uitkering op basis van 25-35% arbeidsongeschiktheid. Betrokkene hervat daarna gedeeltelijk, maar valt op 17 mei 2005 definitief uit. Het UWV weigert ziekengeld. De rechtbank overweegt dat betrokkene na 1 maart 2002 niet meer in volle omvang haar eigen werk heeft verricht. Zij en haar werkgever hebben geen nieuwe arbeidsovereenkomst gesloten voor het passende werk dat zij is gaan doen. Betrokkene is daarom doorlopend arbeidsongeschikt gebleven voor het oorspronkelijk bedongen werk (waaruit zij op 1 maart 2002 is uitgevallen). Daarvoor heeft zij al over de maximale termijn loondoorbetaling gekregen. De werkgever hoeft voor de nieuwe uitval op 17 mei 2005 niet opnieuw het loon door te betalen. De vraag is nu of het UWV ziekengeld moet betalen. De rechtbank meent van wel, gelet op een interne beleidsregel van het UWV over deze kwestie. Daarin staat onder meer het volgende: Bij een gedeeltelijke hervatting bij dezelfde werkgever, die bij aanvang van die hervatting passend is geweest, of bij een hervatting bij een andere werkgever, is er altijd recht op ziekengeld. Standpunt UWV en interne beleidsregel (de beleidsregel en de toelichting van het UWV zijn verderop opgenomen) Het UWV heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. (NB: de uitspraak is niet gepubliceerd en heeft dus ook geen LJN-nummer). Het UWV geeft als toelichting op de beleidsregel aan dat deze alleen geldt als er o.g.v. artikel 29 lid 2 ZW of artikel 29b ZW (de no-riskpolis) recht op ziekengeld bestaat. De beleidsregel is vooral tot stand gekomen om de werking van artikel 29b ZW (de no-riskpolis) niet te frustreren, aldus het UWV. In de zaak die bij de rechtbank Zutphen speelde, valt betrokkene niet onder het vangnet van artikel 29 lid 2 ZW en (blijkbaar) ook niet onder de no-riskpolis van artikel 29b ZW. Het UWV komt dan niet aan het toepassen van de beleidsregel toe. Noot red. R&V: de no-riskpolis geldt sinds 29.12.2005 wel voor de werknemer die na de wachttijd van 104 weken een WIA-uitkering krijgt, ook als hij bij zijn eigen werkgever in dienst blijft en passend werk verricht. De no-riskpolis geldt meestal niet als iemand minder dan 35% arbeidsongeschikt is voor de WIA (een uitzondering staat in artikel 29b lid 1 onder c ZW). Column mr. Joop van Zeil In zijn column 1 x 104 weken, is dat genoeg? gaat mr. Van Zijl verder op dit vraagstuk in.
Toelichting UWV op de interne beleidsregel en het memo van 20 juli 2006 Voor de goede orde, de in de memo d.d.20.7.2006 genoemde interne beleidsregel betreft uitsluitend de toepassing van artikel 29 lid 5 ZW en is nog steeds van toepassing. Deze interne richtlijn is vooral tot stand gekomen om de toepassing van artikel 29b ZW (het No Risk polis artikel) en daarmee de reintegratie van (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten, niet onnodig te frustreren door, met toepassing van artikel 29 lid 5 ZW, de uitkering alsnog te weigeren. In de uitspraak van de rechtbank Zutphen wordt de toepassing van artikel 29 lid 2 ZW, die in de betreffende zaak aan de orde is, kennelijk verward met de toepassing van artikel 29 lid 5 ZW en, mede daardoor, de interne richtlijn ten onrechte van toepassing verklaard. Om die reden is hoger beroep ingesteld tegen de betreffende uitspraak. Aan de toetsing van artikel 29 lid 5 wordt immers pas toegekomen indien er recht is op uitbetaling van ziekengeld op grond van artikel 29 lid 2 ZW. Dat recht op uitbetaling van ziekengeld is er niet in betreffende casus, omdat er geen sprake is van een van de limitatief opgenoemde situaties genoemd in artikel 29 lid 2 ZW.