TIP: om het tellen te vergemakkelijken, tel niet elka maal je een been verplaatst, maar enkel als je je linkerbeen verplaatst.

Vergelijkbare documenten
a. De hoogte van een toren bepalen met behulp van een stok

44 De stelling van Pythagoras

Taak na blok 1 startles 8

7 fijne yogahoudingen

Wiskunde D-dag Vrijeschool Zutphen VO donderdag 18 februari, 12:30u 16:30u. Aan de gang

Kijken naar de sterren

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest

Object 1:

Cursus KeyCreator. Oefening 3D: éénvleugelraam

Met behulp van deze gegevens kan worden berekend welke maximale totale behoefte aan elektrische energie in Nederland er voor 2050 wordt voorspeld.

Slijpmal voor messen SVM-45

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-I

wiskunde B pilot havo 2016-I

Het gewicht van een paard

Een boekje met wiskundige vragen en opdrachten voor Havo 3

Toelichting en lesplanning bij groepswerk gelijkvormigheid voor klas 9B (havogroep)

LES 6. GROEP: 3 t/m 8 Balanceren, springen, tikspelen.

Examen VWO. wiskunde C (pilot) tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Cursus KeyCreator. Oefening: reuzenrad in 3D

1 Coördinaten in het vlak

Lijst van alle opdrachten versie 13 mei 2014

Macramépatroon plantenhanger Chunky dots. Ontwerp: Natan van Heeswijck

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 19 juni uur

Extra oefeningen hoofdstuk 12: Omtrek - Oppervlakte - Inhoud

ONTSPANNINGSOEFENINGEN

Aan de gang. Wiskunde B-dag 2015, vrijdag 13 november, 9:00u-16:00u

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-I

Oefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis

Opdrachten Oppervlakte

1. Inhoud 1. Inhoud...1 Gooien...2 Fielden...5 Slaan...10

De constructie van een raaklijn aan een cirkel is, op basis van deze stelling, niet zo erg moeilijk meer.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

3 Formules en de grafische rekenmachine

Thema 1 Concentratie. Waarom? Wanneer? Hoe? Kringgesprek

Basisoefeningen. Shaolin Kung Fu Instituut Shizi Hou

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

BELANGRIJK! BEWAREN TER REFERENTIE IN DE TOEKOMST

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Survivalrun Diploma Volwassenen [Versie 1.0]

Veilig in het verkeer

SketchUp L D tekenen

Examen HAVO. wiskunde B1,2

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 18 mei uur

Simpele oefeningen voor een platte buik. Werk aan uw centrale spieren met deze oefeningen en verbeter uw kracht, houding en stabiliteit.

Het leek ons wel een interessante opdracht, een uitdaging en een leuke aanvulling bij het hoofdstuk.

Advanced Open Water Diver. Onderwater Navigatie

OPDRACHTKAART. Thema: Drukken. Offsetdrukken 2 Printmaster. Papier stapelen DR

E = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc²

De tijd vliegt! Naam: Klas: School: Datum:

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

INHOUD DOEL VAN HET SPEL

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2007-II

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Basis Figuren. De basis figuren zijn een aantal wiskundige figuren die je al in de wiskunde lessen hebt gekregen.

Lenig worden. Inhoud: Inleiding Warming up Stretchen Cooling-down Poses. M.koning

Werkblad Cabri Jr. Vermenigvuldigen van figuren

klas "Eenheden"

Biljarten op een ellips. Lab kist voor 3-4 vwo

Examen havo wiskunde B 2016-I (pilot)

Leren lopen met krukken

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B vwo 2016-I

Goniometrische verhoudingen

Tips en tricks nr. 50: teken een hoofd van een dier (monster).

Met behulp van deze gegevens kan worden berekend welke maximale totale behoefte aan elektrische energie in Nederland er voor 2050 wordt voorspeld.

Clinic André Kuipers 15 oktober 2012 Avanti kunstgras A. Speler bij Warming-up

TEKENEN MET EEN DRIELUIK

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden.

Afbeelding 12-1: Een voorbeeld van een schaakbord met een zwart paard op a4 en een wit paard op e6.

Graphics. Small Basic graphics 1/6

1. A De derde donderdag is veertien dagen na de eerste., dus de derde donderdag is op zijn vroegst op 15 maart.

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

Goniometrische verhoudingen.

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken

1 Het midden van een lijnstuk

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

Dossier 4 VECTOREN. Dr. Luc Gheysens. bouwstenen van de lineaire algebra

Leren lopen met krukken

Fietsvaardigheid in groep

Fietsenstalling. Eigenschappen voor Polycarbonaat. Maximale gebruikstemperatuur. Lineaire uitzettingscoëfficiënt. Brandgedrag

Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden.

Basisconstructies, de werkbladen 1 Het midden van een lijnstuk

Charles den Tex VERDWIJNING

25 JAAR VLAAMSE WISKUNDE OLYMPIADE. De slechtst beantwoorde vragen in de eerste ronde per jaar

Aanzichten en inhoud. vwo wiskunde C, domein G: Vorm en ruimte

Afmetingen Aanzicht zie basistekening 3 van 2D tekenen. Afmetingen van gleuf voor V- riem

Lesbrief bij de voorstelling Broemmm. Broemmm. Voordat de kinderen de voorstelling gaan zien:

Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A

Practicum hoogtemeting 3 e klas havo/vwo

Lesbrief GeoGebra. 1. Even kennismaken met GeoGebra (GG)

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-II

Oefening 1. Oefening 3 Oefening Oefening. Oefening 2 Oefening 2

Nog even dit. Nieuwe of oude gebieden?

3. Tekentechnieken. Sommige symbolen zijn duidelijk, andere niet. Van links naar rechts staat het symbool (en de werkbalkknop) voor

Transcriptie:

7. Schatten 1. Inleiding (teervoet) 2. De pas kennen & de tijd schatten (teervoet) 3. Bepalen van hoogtes en breedtes 4.1 De breedte bepalen 4.1.1 methode van de steen 4.1.2 Methode van de driehoeken 4.1.3 Methode van Napoleon 4.2 De hoogte bepalen 4.2.1 Methode van het neerklappen van de hoogte 4.2.2 methode van de vergelijking der hoogtes 4.2.3 methode van de driehoeken 58

1. Inleiding (teervoet) Door de hele geschiedenis heen, zijn de mensen geconfronteerd geworden met het probleem van het meten van objecten. Tegenwoordig beschikken we over allerlei meettoestellen, dit is echter niet altijd zo geweest. Daarom gebruikte de mens zijn lichaam als vergelijkingsgrootheid (denk bijvoorbeeld aan de voet of aan de duim). Daar de metingen natuurlijk maar benaderingen waren, spreekt men van schatten. Dit is ook voor ons nog interessant, omdat we zo, op een snelle manier, een lengte, een breedte of een hoogte kunnen bepalen. Volgende figuur geeft weer welke lichaamsmaten interessant kunnen zijn om vanbuiten te kennen Controleer ze wel regelmatig of ze nog wel kloppen. Afhankelijk van je leeftijd, zit je nog in een groeifase en kunnen deze nog snel veranderen. 2. De pas kennen, tijd schatten (teervoet) Met een rolmeter werken is niet altijd plezierig. Vooral niet als dat moet gebeuren in een bos, waar de meter toch niet mooi gestrekt ligt & achter takken blijft haken. Even onhandig wordt het als je met een rolmeter van 30 meter, 22 km zou moeten afmeten=> dwz dat je de meter 74 keer moet verplaatsen. Veel eenvoudiger is het, als je je pas kent en je weet dat je voor 100 meter bvb 122 stappen moet doen. 1000 m= 1221 stappen, enz Begin op de weg en stap 1000m af op een gewonen manier, alsof je normaal zou stappen, en tel je passen. Deel het totaal door 10 (de nauwkeurigheid zal groter zijn) Verander van terrein; neem een zandweg, een helling omhoog, een helling omlaag, en doe dit verscheidene malen. Weldra zal je een juiste inschatting kunnen maken over de afgelegde afstand op allerlei terreinen TIP: om het tellen te vergemakkelijken, tel niet elka maal je een been verplaatst, maar enkel als je je linkerbeen verplaatst. Als je nu tegelijkertijd de tijd in het oog houdt, hoeveel tijd je nodig hebt om die km af te leggen, dan kan het nog eenvoudiger worden! Ik vertrek om 13.14u en om 15.24u heb ik 13 km afgelegd als ik 1km/10 minuten stap Scoutspas: een grote afstand afleggen zonder overdreven vermoeid te geraken? Dat kan! Gebruik de scoutspas; sneller dan stappen en minder vermoeiend dan loopen. Een geschikte periode is 25-40 passen stappen e 25-40 passen lopen, enz. De volgende stap wordt het bepalen van hoogtes en breedtes 59

3. Bepalen van hoogtes en breedtes 3.1 De breedte bepalen 3.1.1 Methode van de driehoeken Zoek aan de overkant van de rivier een merkpunt dat zo dicht mogelijk aan de oever staat, bv. een boom. Zet er loodrecht tegenover een merkpunt (punt b). Ga dan 10 passen opzij en plaats een nieuw merkpunt (punt c). Zet opnieuw 10 passen opzij en zet nog eens een merkpunt (punt d). Ga nu loodrecht achteruit tot je punt c en punt a op een rechte lijn ziet liggen. De afstand tussen punt e en punt d is dan gelijk aan de breedte van de rivier. Het nadeel van deze methode is dat je veel plaats op de oevers nodig hebt. Het voordeel is dat je vrij nauwkeurig kan schatten. 3.1.2 methode van de steen Laat een steen aan de oever van een rivier in het water vallen. Zoals je weet zullen er zich kringetjes vormen rond de plaats waar de steen in het water is gevallen. Volg het buitenste kringetje langs de oever tot als dat zelfde kringetje aan de overkant de oever raakt. Pas dan aan de hand van je persoonlijke pas de afstand af. Die afstand die je afmeet is gelijk aan de breedte van de rivier. Het nadeel aan deze methode is dat de rivier niet te breed mag zijn. Het voordeel is dat je niet veel plaats aan de oever nodig hebt. 60

3.1.3 Methode van Napoleon Men plaatst zich aan de rand van de te bepalen breedte, plaatst de hoed of desgevallend een hand dusdanig dat de rand samenvalt met de overzijde van de breedt. Je draait je om je eigen as en zoekt een merkpunt dat overeenkomt met de rand van je hoed (of de hand), ga dan afpassen of meten 3.2 De hoogte bepalen 3.2.1 Methode van het neerklappen van de hoogte Om de hoogte van een object te meten, moet je een stok in de gestrekte arm houden tot deze precies de hoogte van het object bedekt. Klap dan de stok neer en zo kan je dan met behulp van je persoonlijke pas de hoogte van het object afmeten op de grond. 3.2.2 Methode van de vergelijking der hoogtes 61

Zoek iets of iemand waarvan je de hoogte zeker kent. Plaats dat dan naast het te meten object en kijk hoeveel maal het gekende in het ongekende past en reken het resultaat dan uit. Op de figuur is de persoon 1,75 meter en past hij zes maal in de toren. De hoogte van de toren is derhalve 10,5 meter. 3.2.3 Methode van de driehoeken De methodes, zoals ze in de figuren te zien zijn, zijn gebaseerd op driehoeksvergelijkingen. De afmetingen van de driehoek zijn steeds gekend, behalve één zijde, die jij dan moet bepalen. In beide driehoeken kennen we altijd 2 afstanden die gelijkwaardig zijn 62

Bij de schaduwmethode (er moet natuurlijk zon zijn) plaats je een stok met gekende lengte in de grond en vergelijk je: de lengte van zijn schaduw met de lengte van de schaduw van de te bepalen hoogte. Het is duidelijk dat als we de verhouding tussen de 2 schaduwen kennen, dat door een eenvoudige vermenigvuldiging de gezochte hoogte bepaald kan worden. Een cijfervb Stel de gekende maat is 0.8 m en de schaduw ervan is 1.20m Stel de de schaduw van de gezochte hoogte = 6m Dus:?? meter werkelijke hoogte = 6 meter schaduwlengte 1m werkelijke hoogte = 1.20 meter schaduwlengte De schaduw verhouding => 6 : 1.20 = 5 De werkelijke verhouding => 5 x 0.8 = 4 meter De gezochte hoogte is dus 4 meter TIP : gebruik als vaste & gekende lengte 1 meter (indien mogelijk), dat bespaart je een vermenigvuldiging Bij de methode zonder schaduw ga je te werk zoal onderstaande figuur aangeeft. Alweer geef ik hier de raad de stok B met lengte 1 meter te gebruiken De formule is: H/D = B/O => H = (B x D)/O =>> indien B=1 =>> H = D/O 63