Veilig opgroeien in Leeuwarden Vijfde meting

Vergelijkbare documenten
Sport in Leeuwarden

Jongerenrapportage Veilig Opgroeien / Communities that Care

Veilig opgroeien in Kollumerland c.a. Wilma de Vries George van Diepen

Jongerenrapportage Communities that Care

Jongerenrapportage Communities that Care

Scholierenonderzoek Communities That Care

Veilig opgroeien in Dantumadeel. George van Diepen Wilma de Vries

Scholierenonderzoek Communities That Care Maassluis

Deelgemeenterapportage Communities that Care, Rotterdam Delfshaven 2009 Gemeente Rotterdam

Jongerenrapportage Communities that Care

Deelgemeenterapportage Communities that Care, Rotterdam Hillegersberg-Schiebroek 2009 Gemeente Rotterdam

Deelgemeenterapportage Communities that Care, Rotterdam Stadscentrum 2009 Gemeente Rotterdam

Jongerenrapportage Communities that Care

Deelgemeenterapportage Communities that Care, Rotterdam IJsselmonde 2009 Gemeente Rotterdam

Scholierenonderzoek Communities That Care

Veilig en gezond opgroeien

Veilig en gezond opgroeien

Jongerenrapportage Communities that Care

Veilig en gezond opgroeien

Scholierenonderzoek Communities That Care Dordrecht

Roken, drinken en gokken. Nagegaan is hoeveel en hoe vaak jongeren uit de gemeente Groningen roken, drinken en gokken. Hierbij is een onderverdeling

Veilig Opgroeien Capelle aan den IJssel. De buurten in beeld. Marga van Aalst RAPPORT

Scholierenonderzoek Communities That Care

Communities that Care. Jongerenonderzoek Terneuzen

Jongerenrapportage Communities that Care

Veilig en gezond opgroeien

Tabak, cannabis en harddrugs

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Het sociaal wijkteam bij u in de buurt. Samen doen wat nodig is!

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Scholierenrapportage Communities that Care 2007

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

RAPPORT. OIV Maart ja ri g e n

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

tot 24 jaar Monitor jongeren 12

Het sociaal wijkteam bij u in de buurt. Samen doen wat nodig is!

CIJFERS GENOTMIDDELEN NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

Concept Peiling. Koop- en drinkgedrag van Friese 16- en 17-jarigen

Jongerenmonitor : Gemeente Steenwijkerland

Tabellenboek. GO Jeugd 2012

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Resultaten Leefomgevingsenquête 2015

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

E-panel versus Veilig Opgroeien

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Jongerenmonitor : Gemeente Deventer

De jeugd van tegenwoordig. Resultaten uit Gezondheidsonderzoek Jeugd 2016 Bestuurscommissie 6 juli 2017

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN VOORTGEZET ONDERWIJS DEN HAAG 2003

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

KERNCIJFERS JONGERENPEILING 2013 NOORDWIJKERHOUT versie 2/

Heeft u familie of een partner die ingeschreven staat bij huisartspraktijk Oosterhout? O Ja, naam+ geboortedatum:

Veilig opgroeien en gezondheid van jongeren in Dordrecht. Resultaten gecombineerde CtC/Jeugdmonitor 2008 bij jarigen

5. CONCLUSIES ONDERZOEK

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Leefomgevingsenquête Gemeente Leeuwarden 2013/2014

Risico- en criminele jongeren in Haarlem

34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie. van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016

Burgerpeiling communicatie 2014

Achternaam. Meisjes/geboortenaam. Roepnaam. Initialen. Geboortedatum. Geslacht man/vrouw/anders. Straat en huisnummer. Postcode.

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Regius College VMBO en Praktijkonderwijs 2015/2016. Aanvullende tabellen bij schoolrapportage Emovo. Leeswijzer

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Purmerend.

GENOTMIDDELEN. Jongerenmonitor % ooit alcohol gedronken. Klas 2. Klas 4. 5% ooit wiet gebruikt. 24% weleens gerookt.

Psychosociale gezondheid en gedrag

Titel van deze presentatie

Hoe gaat het met de leerlingen van Openbare scholengemeenschap Willem Blaeu? Schoolrapportage Emovo 2014/2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Houding van ouders ten aanzien van het rookgedrag van jongeren van jaar

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Edam-Volendam. Er is apart gekeken naar de woonkernen Edam en Volendam.

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Achtergrond en thuissituatie. jongeren en het leefklimaat waarbinnen zij opgroeien.

JEUGDMONITOR t/m 18-jarigen

Alcohol FACT. Twee op de drie jongeren heeft weleens gedronken. Helft 4 e -klassers heeft recent gedronken SHEET. Gelderland-Zuid E-MOVO

Rapport kinderen en jongeren 2015

SEKSUEEL GEDRAG. Jongerenmonitor % geslachtsgemeenschap. Klas 2. Klas 4. 55% altijd een condoom gebruikt

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet

Langdurige werkloosheid in Nederland

Leeftijd eerste ervaring met alcohol < 11 jaar

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Uitkomsten kwantitatieve meting drugs onder jongeren

LOKAAL JEUGDRAPPORT - Houten

Opvallende resultaten gemeente rapporten Gezondheidsmonitor Jeugd 2015

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Roken FACT. Een op de tien jongeren rookt wekelijks SHEET. Gelderland-Zuid E-MOVO Rookt regelmatig. Ooit gerookt

Geneeskundige en Gezondheidsdienst. Jeugdmonitor Utrecht. Tabellenboek.

Scholierenonderzoek Communities That Care Nederlandse Antillen

V O LW A S S E N E N

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Transcriptie:

Veilig opgroeien in Leeuwarden 2015 Veilig opgroeien in Leeuwarden 2015 Vijfde meting

Colofon Veilig opgroeien in Leeuwarden 2015 Vijfde meting gemeente Leeuwarden Opdrachtgever Gemeente Leeuwarden Auteurs Inge de Vries MSc, Partoer drs. Wilma de Vries, Partoer Voorkant Jongens van de Jong Met dank aan De jongeren in Leeuwarden die hebben meegewerkt aan dit onderzoek Leeuwarden, september 2015 Partoer, consultants en onderzoekers Westersingel 4 8913 CK Leeuwarden 058 234 85 01 www.partoer.nl

Samenvatting 4 1 Inleiding 10 1.1 Veilig opgroeien in Leeuwarden 10 1.2 Risico- en beschermende factoren 11 1.3 Leeswijzer 13 2 Onderzoeksverantwoording 14 2.1 Onderzoeksopzet 14 2.2 Respons 14 3 Achtergrondkenmerken 18 3.1 Leeftijd en geslacht 18 3.2 Schooltype 20 3.3 Etniciteit 21 3.4 Gezinssituatie 22 3.5 Taalachtergrond 23 3.6 Opleidingsniveau ouders 24 3.7 Arbeidsstituatie ouders 25 4 Probleemgedrag 28 4.1 Geweld en jeugddelinquentie 28 4.2 Roken, alcohol- en drugsgebruik 29 4.3 Frequentie roken, alcohol- en drugsgebruik 33 4.4 Seksueel gedrag 34 4.5 Depressieve gevoelens 36 4.6 Pesten 37 4.7 Houding ten aanzien van homoseksuelen 39 5 Risico- en beschermende factoren 42 5.1 Inleiding 42 5.2 Risicofactoren 43 5.3 Beschermende factoren 48 6 Jongerenonderzoeken Leeuwarden vergeleken met voorgaande jaren 52 6.1 Inleiding 52 6.2 Achtergrondkenmerken 52 6.3 Probleemgedrag 54 6.4 Risico- en beschermende factoren 59 6.4.1 Risicofactoren 59 6.4.2 Beschermende factoren 63 Literatuur 66 Bijlagen Bijlage 1 Toelichting risico- en beschermende factoren 68 Bijlage 2 Tabellen ruwe scores gemeente Leeuwarden 74 Bijlage 3 Kaart wijkindeling gemeente Leeuwarden 80 Pagina 2

Pagina 3

SAMENVATTING In maart 2015 is een herhaalde meting van het jongerenonderzoek Veilig opgroeien in Leeuwarden uitgevoerd. Eerdere metingen waren in 2003, 2006, 2009 en 2012. Aanvankelijk vonden de metingen nog niet in alle wijken plaats. In HASW, Oud-Oost en Aldlân- Nijlân was de eerste meting in 2003, in Bilgaard/Vrijheidswijk in 2006. Vanaf 2009 is het onderzoek digitaal uitgezet onder alle jongeren van 12 tot en met 18 jaar in de gemeente Leeuwarden. Vanaf 2012 is het onderzoek uitgezet onder alle jongeren in de gemeente Leeuwarden, inclusief de jongeren die wonen in de dorpen van Boarnsterhim die per 1 januari 2014 tot de gemeente Leeuwarden zijn gaan behoren. In het onderzoek is ingegaan op probleemgedragingen van jongeren: geweld en jeugddelinquentie; roken, alcohol- en drugsgebruik, seksueel gedrag, depressieve gevoelens en pesten. Verder zijn risico- en beschermende factoren onderzocht ten aanzien van: gezin, school, leeftijdgenoten en wijk/dorp. Het jongerenonderzoek biedt een sociale diagnose van de gemeente. Op basis van de resultaten kunnen voor het jeugdbeleid prioriteiten worden vastgesteld. Belangrijkste bevindingen 2015 ten opzichte van vorige metingen Er is een afname in de score op geweldsindicatoren, met name bij deelname aan vechtpartij en meenemen wapen. De score op jeugddelinquentie is gelijk aan de vorige meting in 2012. Sinds 2003 is in Leeuwarden het roken, alcohol- en softdrugsgebruik sterk afgenomen. Het roken en het alcoholgebruik is ook sinds 2012 nog aanzienlijk gedaald. Ook de frequentie van alcoholgebruik en bingedrinking is verder gedaald. Er is een lichte toename van het gebruik van soft- en harddrugs onder de Leeuwarder jongeren. 35% van de jongeren voelt zich wel eens eenzaam. 12% van de jongeren is in het afgelopen jaar gepest. In Bilgaard/Vrijheidswijk ervaren jongeren de meeste armoede. Op vrijwel alle risico- en beschermende factoren (gezin, leeftijdgenoten, wijk) scoren de jongeren in Oud-Oost duidelijk ongunstiger dan in 2012. In Bilgaard/Vrijheidswijk geldt dit voor gezin en wijk, en voor HASW voor gezin en leeftijdgenoten. In de meeste andere wijken zijn er geen opvallende afwijkingen op de risico- en beschermende factoren ten opzichte van voorgaande jaren. De dorpen in Leeuwarden en Boarnsterhim en Zuiderburen vallen ten aanzien van het domein wijk/dorp in positieve zin op. Belangrijkste bevindingen per wijk HASW: Huizum-Oost en Huizum-West, Achter de Hoven, Schepenbuurt en Wielenpôlle Er is een toename in de scores op geweldsindicatoren wapen mee en in elkaar geslagen sinds het vorige onderzoek. Er is daarentegen een afname van deelname vechtpartij. De scores op de jeugddelinquentie zijn vrijwel gelijk gebleven. De meeste scores liggen rond het gemiddelde. Pagina 4

Het alcoholgebruik is net als in de gehele gemeente gedaald. Het roken en vooral het gebruik van soft- en harddrugs is echter aanzienlijk toegenomen sinds 2012. Het gebruik van soft- en harddrugs ligt aanzienlijk boven het gemeentelijk gemiddelde. Het slachtoffer zijn van seksueel misbruik is in HASW toegenomen sinds het vorige onderzoek. 7% van de jongeren zegt ooit tot seksuele handelingen te zijn gedwongen terwijl dit percentage in 2012 nog 3% was. Op depressieve gevoelens scoren de jongeren gelijk aan het gemiddelde, maar wel iets lager dan in 2012. Jongeren in HASW scoren in 2015 ongunstiger op de risico- en beschermende factoren ten aanzien van gezin en leeftijdgenoten ( geschiedenis van probleemgedrag in het gezin, vroeg begin van antisociaal gedrag en vroeg begin van alcohol- en drugsgebruik ). Op de overige factoren scoren zij op of rond het gemeentegemiddelde. Oud-Oost: Oldegalileën en Bloemenbuurt, Vlietzone, Tjerk Hiddes en Cambuursterhoek, Oranjewijk en Tulpenburg, Heechterp, Schieringen en De Centrale Jongeren in Oud-Oost scoren hoger op geweldsindicatoren dan in andere wijken. Sinds 2012 is met name deelname vechtpartij toegenomen. Deelname vechtpartij scoort hier het hoogst van de gemeente Leeuwarden. Op jeugddelinquentie is een aanzienlijke toename te zien op iets op straat vernield en in aanraking met de politie. De scores liggen hier boven het gemiddelde. Roken, alcohol- en softdrugsgebruik is het hoogste van alle wijken, net als in 2012. Het aandeel jongeren dat alcohol gebruikt is sinds 2012 wel gedaald, maar op het aantal glazen per maand en op bingedrinken scoren de jongeren in deze wijk het hoogst van Leeuwarden. Ook het harddrugsgebruik is sinds 2012 toegenomen. Het aantal jongeren dat gedwongen is tot seksuele handelingen is gedaald en is gelijk aan het gemeentelijk gemiddelde. Op depressieve gevoelens en eenzaamheid scoren de jongeren in Oud-Oost het hoogst van de gemeente. Jongeren in Oud-Oost scoren op de risico- en beschermende factoren ten aanzien van gezin, leeftijdgenoten en wijk duidelijk ongunstiger dan gemiddeld. Zij scoren ongunstig op geschiedenis van probleemgedrag in het gezin, problemen met gezinsmanagement, positieve houding van ouders tav antisociaal gedrag, gebrek aan financiële middelen, eigen ervaring armoede, hechtingssterkte gezin, omgang met vrienden die alcohol- en drugs gebruiken, gebrek aan binding aan de wijk, gebrek aan organisatie in de wijk, normen die antisociaal gedrag bevorderen in de wijk mogelijkheden voor positieve betrokkenheid in de wijk en beloningen voor positieve betrokkenheid in de wijk. Sinds 2012 scoren de jongeren in Oud-Oost op vrijwel alle risico- en beschermende factoren ongunstiger. Aldlân-Nijlân: Aldlân, Nijlân, bedrijventerrein-west en bedrijventerrein-oost. De jongeren in Aldlân-Nijlân scoren in deze meting in vergelijking met 2012 op alle indicatoren geweld en jeugddelinquentie gunstiger. Zij scoren op deze indicatoren nu op of onder het gemeentelijke gemiddelde. Van 2003 tot 2009 was er een afname van geweld en jeugddelinquentie in deze wijk, maar in 2012 was er weer een lichte stijging. Nu is er weer een dalende tendens ingezet. Roken en alcoholgebruik is sinds 2012 gedaald en ligt in 2015 onder het gemeentelijke gemiddelde. Door de jaren heen is een daling van het gebruik te zien, met name de daling van bingedrinking valt op. Het softdrugsgebruik ligt nog onder het gemeentelijke gemiddelde, maar is wel iets toegenomen. Het gebruik van harddrugs, tripmiddelen en andere drugs (valium, poppers, paddo s, etc.) is relatief beperkt, maar wel hoger dan gemiddeld. Het gebruik van harddrugs is Pagina 5

toegenomen. Het aandeel jongeren dat ooit gedwongen is tot seksuele handelingen is gelijk aan het gemeentelijk gemiddelde. Het aandeel jongeren met depressieve gevoelens is in 2015 in vergelijking met 2012 gedaald. Dit aandeel is nu vergelijkbaar met het gemeentelijke gemiddelde. In 2012 scoorden de jongeren in Aldlân-Nijlân in vergelijking met andere wijken nog het hoogst op depressieve gevoelens. Op iemand pesten en gepest worden scoren de jongeren in Aldlân-Nijlân hoger dan het gemeentelijk gemiddelde. Op de meeste risico- en beschermende factoren scoren de jongeren in Aldlân-Nijlân op of rond het gemiddelde. Zij scoren wel hoog op vroeg begin antisociaal gedrag en gebrek aan financiële middelen. In vergelijking met 2012 zijn de scores ten aanzien van wijk verbeterd. Bilgaard/Vrijheidswijk: Bilgaard & Havankpark e.o. en de Vrijheidswijk. De jongeren in Bilgaard/Vrijheidswijk scoren op de geweldsindicatoren deelname aan vechtpartij en iemand in elkaar geslagen hoger dan gemiddeld. In vergelijking met 2012 is het echter wel gedaald. Op jeugddelinquentie scoren de jongeren rond het gemeentelijke gemiddelde. Het roken en alcoholgebruik is ongeveer gelijk gebleven en ligt rond het gemeentelijke gemiddelde. De frequentie van het alcoholgebruik en het aantal glazen per maand is wel toegenomen. Het softdrugsgebruik was iets lager dan in andere wijken, maar is iets toegenomen en ligt nu op het gemeentelijke gemiddelde. In tegenstelling tot 2012 is het percentage jongeren dat ooit tegen hun zin tot seksuele handelingen is gedwongen nu lager dan het gemeentelijke gemiddelde. Pesten en gepest worden komt van alle wijken/dorpen het minst vaak voor bij jongeren in deze wijk. De scores op depressieve gevoelens zijn gelijk aan het gemeentelijke gemiddelde. Jongeren in Bilgaard/Vrijheidswijk accepteren van de Leeuwarder jongeren het minst homoseksuelen in hun omgeving. Net als in de vorige onderzoeken wordt op het domein gezin ongunstig gescoord op geschiedenis van probleemgedrag in het gezin en hechtingssterkte gezin. Daarentegen valt in positieve zin de gunstige score op problemen met gezinsmanagement en positieve houding van ouders ten aanzien van alcohol- en drugsgebruik op. In deze wijk zijn verder de meest ongunstige scores van de hele gemeente op de armoede indicatoren gebrek aan financiële middelen en eigen ervaring armoede. Op religie scoren de jongeren in deze wijk veruit het hoogste van alle wijken in Leeuwarden. Op het domein wijk scoren de jongeren op alle indicatoren ongunstig. Zij scoren met name ongunstig op gebrek aan organisatie in de wijk, gebrek aan binding in de wijk en mogelijkheden voor poitieve betrokkenheid en beloningen voor positieve betrokkenheid. Camminghaburen: Camminghaburen, Blitsaerd, Grote en Kleine Wielen. De jongeren in Camminghaburen scoren op geweld en jeugddelinquentie op of rond het gemiddelde. De jongeren roken en drinken iets vaker alcohol dan gemiddeld en gebruiken iets meer softdrugs. Sinds 2009 is het roken en alcoholgebruik gebruik wel gedaald. Met name de frequentie van drinken, het aantal glazen per maand en het bingedrinken is verminderd. Het gebruik van softdrugs is sinds 2012 iets toegenomen. Het percentage jongeren dat ooit tot seksuele handelingen is gedwongen is iets hoger Pagina 6

dan het gemeentelijke gemiddelde. De scores op depressieve gevoelens liggen lager dan het gemeentelijke gemiddelde en zijn sinds 2012 aanzienlijk afgenomen. De scores op de meeste risico- en beschermende factoren zijn op of rond het gemiddelde. Alleen op gebrek aan organisatie in de wijk wordt ongunstig gescoord, net als in 2012. Op de meeste risico- en beschermende factoren is sinds 2012 een lichte vooruitgang opgetreden. Vossepark & Helicon e.o.: Vogelwijk & Muziekwijk, Transvaalwijk & Rengerspark, Valeriuskwartier & Magere Weide, Westeinde en binnenstad. De jongeren in Vossepark & Helicon scoren op vrijwel alle probleemgedragingen op of iets gunstiger dan het gemiddelde. De scores op de meeste probleemgedragingen zijn sinds 2012 gelijk gebleven of iets verbeterd. Het middelengebruik is sinds 2012 gedaald. Alleen het harddrugsgebruik is gelijk gebleven. Het bingedrinken vertoont sinds 2009 een dalende tendens en is gelijk aan het gemeentelijke gemiddelde. Het percentage jongeren dat ooit tot seksuele handelingen is gedwongen is iets lager dan het gemeentelijk gemiddelde. De scores op depressieve klachten liggen rond het gemeentelijke gemiddelde. De jongeren in Vossepark & Helicon scoren rond het gemiddelde op de risico- en beschermende factoren van gezin, leeftijdgenoten, school en wijk. De meeste scores op deze factoren zijn vergelijkbaar met 2012. Zuiderburen ed: Hempens/Teers e.o., Zuiderburen, Goutum, de Zuidlanden en Techum. Jongeren in Zuiderburen scoren op vrijwel alle indicatoren van de probleemgedragingen geweld, jeugddelinquentie, middelengebruik, gedwongen tot seksuele handelingen, depressieve gevoelens en pesten gunstig: op of iets lager dan het gemiddelde. Een uitzondering vormt meenemen wapen en deelname vechtpartij, hierop scoren zij iets hoger. De scores op vrijwel alle probleemgedragingen zijn sinds 2009 licht verbeterd. Ook hier vormt deelname vechtpartij de uitzondering: dit is toegenomen onder de jongeren van Zuiderburen en is met 6% hoger dan het gemeentelijke gemiddelde van 4%. Gunstige scores op risico- en beschermende factoren. Vooral de hoge gunstige scores op de wijkfactoren vallen op. In vergelijking met voorgaande metingen zijn er weinig verschillen. Dorpen Leeuwarden: Wirdum, Swichum e.o., Wytgaard e.o., Lekkum e.o. en buitengebied Noord-West. Jongeren in de Dorpen Leeuwarden scoren stabiel laag op gewelddadig gedrag. Op jeugddelinquentie scoren zij rond of iets boven het gemiddelde. Op iets op straat vernield, iets op school gestolen en in aanraking met de politie scoren zij hoger dan gemiddeld en is de score ongunstiger geworden in vergelijking met 2012. Roken is sterk afgenomen in vergelijking met 2012 en is op het laagste niveau van de gehele gemeente. Op alcoholgebruik wijken de jongeren aanzienlijk af van het gemiddelde. Hoewel het gebruik net als in de andere wijken is afgenomen, drinken zij vaker en gemiddeld het hoogste aantal glazen per maand. Ook bingedrinken komt vaker voor dan gemiddeld. Op drugsgebruik scoren de jongeren lager. Het softdrugs gebruik is aanzienlijk afgenomen sinds 2012. Jongeren in de Dorpen Leeuwarden scoren in 2015 zeer laag op het ooit gedwongen zijn tot seksuele handelingen. In 2012 werd hier nog het hoogste percentage van alle Pagina 7

wijken waargenomen. Jongeren in de Dorpen Leeuwarden scoren rond het gemiddelde op depressieve gevoelens. Op pesten scoren zij iets hoger dan gemiddeld in de gemeente. Gunstige scores op risico- en beschermende factoren. Zij scoren met name gunstig op leeftijdgenoten/peers en op het domein wijk/dorp. Hieruit komt betrokkenheid en binding met het dorp naar voren. Grou Op de probleemgedragingen geweld, jeugddelinquentie en middelengebruik (roken, alcohol, drugs) scoren de jongeren uit Grou iets beter dan gemiddeld. Een uitzondering hierop is iets op straat vernield. Hier scoren 5% van de jongeren op terwijl dit in 2012 nog maar 1% was. In Grou wordt minder dan gemiddeld gedronken. Het bingedrinken is sterk afgenomen: van 7% in 2012 tot 1% in 2015. Op slachtoffer zijn van seksueel misbruik scoren de jongeren net als in 2012 laag. Op alle items van depressieve gevoelens scoren de jongeren in Grou rond het gemeentelijke gemiddelde. In 2012 scoorden zij nog het laagst van alle wijken/dorpen. Op eenzaamheid scoren de jongeren in Grou hoger dan het gemeentelijk gemiddelde. Op pesten scoren de jongeren hoger dan gemiddeld in de gemeente Jongeren in Grou scoren op alle risico- en beschermende factoren op of rond het gemiddelde. Met name op leeftijdgenoten/peers en wijk/dorp scoren ze gunstiger dan de stedelijke wijken. Overig voormalig Boarnsterhim: Eagum, Idaerd, Friens, Jirnsum, Reduzum, Warstiens, Warten en Wergea Probleemgedragingen op het gebied van geweld en jeugddelinquentie komen in ongeveer gelijke mate voor dan gemiddeld. In 2012 scoorden de dorpen van overig voormalig Boarnsterhim hier duidelijk hoger op. Met name deelname aan vechtpartij, iets op straat vernield en iets op school gestolen is aanzienlijk gedaald. Het percentage jongeren dat rookt is gehalveerd tot 9%. Dit percentage is duidelijk lager dan gemiddeld. Jongeren drinken wel vaker alcohol. Het aantal glazen dat wordt genuttigd en bingedrinking komt iets vaker voor dan gemiddeld. Het drugsgebruik is verminderd in vergelijking met 2012. De scores op depressieve gevoelens zijn op of iets boven het gemeentelijke gemiddelde. Op gepest worden scoren de jongeren het hoogst van de gemeente. Jongeren in deze dorpen zijn minder tolerant ten aanzien van homoseksuelen dan gemiddeld in de gemeente. Jongeren in Overig voormalig Boarnsterhim scoren gunstig op vrijwel alle risico- en beschermende factoren. Met name op wijk/dorp scoren zij gunstig. Dit geeft aan dat er een grote betrokkenheid bij het dorp is. Pagina 8

Pagina 9

1 Inleiding 1.1 Veilig opgroeien in Leeuwarden In de Verenigde Staten is - in antwoord op probleemgedrag en maatschappelijke uitval onder jongeren - de preventiestrategie 'Communities that Care' (CtC) 1 ontwikkeld door het bureau Developmental Research and Programs, Inc. (DRP) te Seattle. De CtC aanpak is gericht op kinderen en jongeren tot 18 jaar met een vergrote kans op het ontwikkelen van probleemgedrag of maatschappelijke uitval. De CtC aanpak richt zich daarbij niet alleen op de jongeren zelf, maar ook op andere personen en instellingen die direct betrokken zijn bij de opvoeding, het onderwijs en het welzijn van jongeren, of die op deze terreinen verantwoordelijk zijn voor het beleid. Het doel op de lange termijn is een veilige en constructieve leefomgeving te scheppen. De 'Communities that Care' aanpak wordt in meer dan vijfhonderd plaatsen in de VS, Canada en Australië op succesvolle wijze toegepast. De licentie voor CtC in Nederland ligt bij het Nederlands Jeugd instituut (NJi). In Nederland is CtC eerst op experimentele basis uitgetest in enkele wijken. Hiertoe is de aanpak vertaald en aangepast aan de Nederlandse situatie. CtC is in verschillende Nederlandse steden en wijken gebruikt. De gemeente Leeuwarden is in 2003 in een aantal wijken begonnen met de implementatie van CtC onder de naam Veilig Opgroeien in Leeuwarden. Voordat er wordt overgegaan tot het inzetten van veelbelovende en effectieve programma's voor het oplossen van jeugdproblematiek in wijken, dient eerst een beeld te worden verkregen van de specifieke problematiek in de gemeente. In 2003 is met dit doel voor het eerst een scholierenonderzoek afgenomen onder ruim 2500 scholieren in Leeuwarden. De resultaten van dit scholierenonderzoek zijn samen met de kengetallen in het Bronnenboek voor de wijk Zuid, Huizum-Achter de Hoven-Schepenbuurt- Wielenpôlle (HASW) en Oud- Oost gebruikt om een 'wijkprofiel' op te stellen. Op grond van dit profiel is gekozen te starten met de CtC aanpak in de wijk HASW en zijn effectieve en veelbelovende programma s gekozen en van start gegaan. In de eerste herhalingsmeting in 2006 is onderzocht of de scores op risicofactoren en beschermende factoren waren gewijzigd en of de aanpak moest worden bijgesteld. Deze meting liet zien dat in de HASW-wijk de percentages op alle probleemgedragingen fors gedaald waren vergeleken met de nulmeting van 2003. Daarna zijn om de drie jaar herhalingsmetingen uitgevoerd. De betrouwbaarheid en de validiteit van de methode zijn in 2006 door het NJi opnieuw geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie is de vragenlijst op een aantal punten bijgesteld. De resultaten die in de rapporten uit 2006, 2009, 2012 en 2015 worden beschreven zijn met deze versie van de vragenlijst uit 2006 behaald en in die zin onderling vergelijkbaar. In het onderzoek van 2006 is als aanvulling op 2003 de wijk Bilgaard/Vrijheidswijk opgenomen. In het onderzoek van 2009 zijn alle wijken en dorpen behorend tot de gemeente Leeuwarden in beeld gebracht. Sinds 2012 is de wijk Heechterp/Schieringen in de analyse ondergebracht bij de wijk Oud-Oost. In 2012 hebben ook jongeren van het gedeelte van de (voormalige) gemeente Boarnsterhim dat per 1 januari 2014 bij de gemeente Leeuwarden is gaan behoren, reeds deel genomen aan het onderzoek. In 2015 hebben jongeren in de 1 Channing Bete Company, Inc., South Deerfield, Massachusetts, USA, is eigenaar van de naam Communities that Care, die door het NJi onder licentie wordt gebruikt. Pagina 10

gehele gemeente Leeuwarden deelgenomen aan het onderzoek. In 2015 zijn er op verzoek van de gemeente Leeuwarden enkele wijzigingen in de vragenlijst doorgevoerd. De vragen over schoolverzuim zijn weggelaten en er zijn enkele nieuwe onderwerpen toegevoegd: pesten, armoede en eenzaamheid. Verder zijn enkele vraagformuleringen enigszins aangepast en/of vereenvoudigd. De analyse heeft bij alle metingen plaatsgevonden op wijk/dorpsniveau. De verdeling van de buurten/dorpen naar wijken in dit rapport is net als in 2012 - als volgt: HASW: Oud-Oost: Aldlân-Nijlân: Bilgaard/Vrijheidswijk: Camminghaburen: Vossepark & Helicon e.o.: Zuiderburen ed: Dorpen Leeuwarden: Grou: Huizum-Oost en Huizum-West, Achter de Hoven, Schepenbuurt en Wielenpôlle. Oldegalileën en Bloemenbuurt, t Vliet, Tjerk Hiddes en Cambuursterhoek, Oranjewijk en Tulpenburg, Heechterp, Schieringen en De Centrale. Aldlân, Nijlân, bedrijventerrein-west en bedrijventerreinoost. Bilgaard & Havankpark e.o. en de Vrijheidswijk. Camminghaburen, Blitsaerd, Grote en Kleine Wielen. Vogelwijk & Muziekwijk, Transvaalwijk & Rengerspark, Valeriuskwartier & Magere Weide, Westeinde en binnenstad. Hempens/Teers e.o., Zuiderburen, Goutum, de Zuidlanden en Techum. Wirdum, Swichum e.o., Wytgaard e.o., Lekkum e.o. en buitengebied Noord-West. Grou Overig voormalig Boarnsterhim: Eagum, Idaerd, Friens, Jirnsum, Reduzum, Warstiens, Warten en Wergea. In Bijlage 3 is een plattegrond van de gemeente Leeuwarden opgenomen. Wat Communities that Care precies inhoudt wordt in dit rapport niet uitvoerig beschreven. Daarvoor verwijzen we naar de eerste meting en diverse andere rapportages (zie literatuurlijst). Wel is het van belang om één element van CtC toe te lichten, omdat deze wat zegt over de wijze waarop dit rapport gelezen moet worden. Dit is het feit dat de CtC-aanpak gebaseerd is op een theoretisch en empirisch onderbouwd model van risico- en beschermende factoren, die probleemgedrag en maatschappelijke uitval bij jongeren kunnen voorspellen. Dit model vormt de basis voor de aanpak in de wijken. Dit risico- en beschermende factorenmodel wordt toegelicht in paragraaf 1.2. Het jongerenonderzoek is in 2015, net als in 2009 en 2012, uitgevoerd door Partoer, consultants en onderzoekers, gevestigd te Leeuwarden. 1.2 Risico- en beschermende factoren Het CtC-model bevatte oorspronkelijk negentien risicofactoren en tien beschermende factoren die in verband konden worden gebracht met verschillende maatschappelijk ongewenste gedragingen. Voor een uitgebreide beschrijving van het oorspronkelijke model wordt verwezen naar 'Wijken gewogen' (Jonkman, Boers, Van Dijk en Rietveld, 2006). In 2015 is de vragenlijst in overleg met de gemeente Leeuwarden enigszins aangepast. Er zijn nu vijftien risicofactoren en negen beschermende factoren. In de aangepaste versie van de vragenlijst worden de volgende achtergrondkenmerken, probleemgedragingen en risico- en beschermende factoren gemeten: Pagina 11

Gemeten achtergrondkenmerken leeftijd geslacht schooltype etniciteit gezinssituatie taalachtergrond opleidingsniveau ouders arbeidssituatie ouders Gemeten probleemgedragingen geweld jeugddelinquentie roken, alcohol- en drugsgebruik veelvuldig roken, alcohol- en drugsgebruik seksueel gedrag depressieve gevoelens pesten Gemeten risicofactoren Domein gezin 2 : geschiedenis van probleemgedrag in het gezin problemen met gezinsmanagement conflicten in het gezin positieve houding van ouders ten aanzien van alcohol- en drugsgebruik positieve houding van ouders ten aanzien van antisociaal gedrag gebrek aan financiële middelen eigen ervaring armoede Domein school: gebrek aan binding Domein leeftijdgenoten/peers 3 : vervreemding en opstandigheid betrokkenheid bij jeugdbende vroeg begin van antisociaal gedrag vroeg begin van alcohol- en drugsgebruik omgang met vrienden die alcohol en drugs gebruiken omgang met vrienden die antisociaal gedrag vertonen Domein dorp/buurt/wijk 4 : gebrek aan binding in de wijk gebrek aan organisatie in de wijk normen die antisociaal gedrag bevorderen 2 Op verzoek van de gemeente Leeuwarden zijn in 2015 de risicofactoren gebrek aan financiële middelen en eigen ervaring armoede toegevoegd aan het onderzoek. 3 Op verzoek van de gemeente Leeuwarden zijn in 2015 de risicofactoren positieve houding ten aanzien van alcohol- en drugsgebruik en positieve houding ten aanzien van antisociaal gedrag niet meer gebruikt. 4 Idem in 2015: verkrijgbaarheid van drugs en wapens. Pagina 12

Gemeten beschermende factoren Domein gezin: hechtingssterkte gezin mogelijkheden voor positieve betrokkenheid beloningen voor positieve betrokkenheid Domein school: mogelijkheden voor positieve betrokkenheid beloningen voor positieve betrokkenheid Domein leeftijdgenoten/peers 5 : gezonde opvattingen en duidelijke normen religie Domein dorp/buurt/wijk: mogelijkheden voor positieve betrokkenheid beloningen voor positieve betrokkenheid In Bijlage 1 is een uitgebreide omschrijving van de risico- en beschermende factoren opgenomen. 1.3 Leeswijzer In dit rapport worden de resultaten van de vijfde en herhaalde afname van het (digitale) jongerenonderzoek Veilig Opgroeien in Leeuwarden (CtC) in de gemeente Leeuwarden gepresenteerd. In het rapport is de indeling als volgt:. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de onderzoeksverantwoording. Hoofdstuk 3, 4 en 5 bevatten de resultaten van het onderzoek. In hoof d- stuk 3 gaat het om de achtergrondkenmerken en in hoofdstuk 4 komen de probleemgedragingen aan bod. Per wijk/dorp worden deze afgezet tegen het gemiddelde van de gemeente Leeuwarden. In hoofdstuk 5 komen de resultaten van de risico- en beschermende factoren aan bod. Ook hier vindt een vergelijking van de wijken/dorpen plaats met de gemiddelden van de gehele gemeente Leeuwarden. Voor de betekenis van de verschillende factoren verwijzen we naar Bijlage 1; Toelichting Risico- en Beschermende factoren. Tot slot vergelijken we in hoofdstuk 6 de jongerenonderzoeken Leeuwarden 2003, 2006, 2009, 2012 en 2015 met elkaar. 5 Op verzoek van de gemeente Leeuwarden is in 2015 de beschermende factor sociale vaardigheden niet meer meegenomen in het onderzoek. Pagina 13

2 Onderzoeksverantwoording 2.1 Onderzoeksopzet De jongerenenquête is in maart 2015 via internet afgenomen (vergelijkbaar met 2006, 2009 en 2012). Alle jongeren van 12 tot en met 18 jaar in de gemeente Leeuwarden zijn per brief uitgenodigd de enquête in te vullen. In deze brief is informatie gegeven over het doel van het onderzoek en is uitgelegd hoe de jongeren konden deelnemen. Om de respons te verhogen maakten de jongeren wanneer zij de vragenlijst compleet invulden - kans op een ipad mini. De enquête heeft vier weken online gestaan. Om in te loggen konden de jongeren gebruik maken van een persoonlijke inlogcode die vermeld stond in de brief. 2.2 Respons In de gemeente Leeuwarden woonden op 1 maart 2015 in totaal 8.209 jongeren van 12 tot en met 18 jaar. Van deze jongeren hebben er 1.480 deelgenomen aan het onderzoek, dit betekent een respons van 18%. De verdeling van de populatie en de respons is te vinden in tabel 2.1. De hoogste respons was in Zuiderburen en de Dorpen Leeuwarden (beide 20,7%), de laagste in de wijken Oud-Oost en Bilgaard/Vrijheidswijk (resp. 13,7% en 14,8%). Tabel 2.1 Verdeling van de populatie en respons over de wijken in Leeuwarden wijk aantal respons responspercentage HASW 876 147 16,8 Oud-Oost 1.009 138 13,7 Aldlân-Nijlân 728 134 18,4 Bilgaard/Vrijheidswijk 802 119 14,8 Camminghaburen 1.024 201 19,6 Vossepark & Helicon 1.399 262 18,7 Zuiderburen 1.078 223 20,7 Dorpen Leeuwarden 251 52 20,7 Grou 523 106 20,3 Voormalig Boarnsterhim 519 98 18,9 totaal 8.209 1480 18,0 De verdeling naar leeftijd en sekse van de respondenten zijn vergeleken met de verdelingen op populatieniveau. Om wetenschappelijk betrouwbare resultaten te kunnen presenteren is het voor de analyse nodig het aantal respondenten per wijk op een minimum van ongeveer 100 te stellen. De Dorpen Leeuwarden hebben weliswaar minder dan 100 respondenten, maar gezien de kleine populatie (251) scoren zij toch een vrij hoge respons (20,7%) en is het verantwoord hiervoor afzonderlijke analyses te presenteren. Pagina 14

Tabel 2.2 Verdeling van de respondenten over de wijken wijk aantal percentage HASW 147 10 Oud-Oost 138 9 Aldlân-Nijlân 134 9 Bilgaard/Vrijheidswijk 119 8 Camminghaburen 201 14 Vossepark & Helicon 262 18 Zuiderburen 223 15 Dorpen Leeuwarden 52 4 Grou 106 7 Voormalig Boarnsterhim 98 7 totaal 1.480 100 In vier wijken bleken de steekproefaantallen per wijk af te wijken van de verwachte aantallen op basis van de populatieverdeling. In veel wijken was het aantal jongens dat meedeed aan het onderzoek ondervertegenwoordigd. Verder week de leeftijdsverdeling van de respondenten in enkele wijken licht af van wat op basis van de populatieaantallen zou mogen worden verwacht. Voor deze afwijkingen is gecorrigeerd door middel van weging naar leeftijd en sekse. In de tabellen 2.3a en 2.3b worden de verdelingen van de variabelen leeftijd en sekse vóór weging weergegeven. Tabel 2.3a Verdeling naar leeftijd voor weging (percentages) leeftijd wijk (steekproef) 12 13 14 15 16 17 18 totaal Gemeentegemiddelde 18 17 15 12 13 11 13 100 HASW 18 16 12 16 12 14 14 100 Oud-Oost 14 14 17 7 13 10 24 100 Aldlân-Nijlân 28 15 15 8 10 10 14 100 Bilgaard/Vrijheidswijk 17 15 20 9 9 13 16 100 Camminghaburen 14 16 14 13 18 11 12 100 Vossepark & Helicon 14 19 13 13 12 10 18 100 Zuiderburen 22 19 18 11 13 10 7 100 Dorpen Leeuwarden 19 17 17 13 10 15 8 100 Grou 19 15 15 12 16 13 9 100 Voormalig Boarnsterhim 14 23 12 22 11 11 5 100 totaal (populatie) 15 13 13 14 14 15 17 100 In de tabel is te lezen dat bijvoorbeeld 13% van de jongeren tussen de 12 tot en met 18 jaar ten tijde van het onderzoek 13 jaar oud (zie totaal populatie). In onze steekproef werd een percentage van 17% gevonden. Het aantal 13-jarigen in Leeuwarden is in onze steekproef dus oververtegenwoordigd. Het omgekeerde zien we bij de 18-jarigen, althans uitgaande van het gemiddelde. Waarbij overigens opvalt dat het aandeel van de 18- jarigen in de populatie naar boven afwijkt van de trend in de demografische opbouw van Leeuwarden. Dit heeft naar alle waarschijnlijkheid te maken met jongeren die zich in Leeuwarden hebben gevestigd om te studeren aan de HBO-instellingen. Pagina 15

Tabel 2.3b Verdeling naar sekse voor weging (percentages) geslacht wijk (steekproef) jongen meisje totaal Gemeentegemiddelde 42 58 100 HASW 33 67 100 Oud-Oost 44 56 100 Aldlân-Nijlân 38 62 100 Bilgaard/Vrijheidswijk 50 50 100 Camminghaburen 46 54 100 Vossepark & Helicon 40 60 100 Zuiderburen 44 56 100 Dorpen Leeuwarden 44 56 100 Grou 43 57 100 Voormalig Boarnsterhim 37 63 100 totaal (populatie) 49 51 100 Zoals in tabel 2.3b te zien is, zijn de meisjes in bijna alle wijken en dorpen oververtegenwoordigd. Na weging is er een steekproef ontstaan die representatief is voor de in Leeuwarden woonachtige jongeren van 12 tot en met 18 jaar. Wel wordt opgemerkt dat de representativiteit enigszins kan zijn vertekend doordat de jongeren op vrijwillige basis meededen aan het onderzoek en dat hierdoor sprake kan zijn van een selectie-effect. Pagina 16

Pagina 17

3 Achtergrondkenmerken In dit hoofdstuk worden de scores op de achtergrondkenmerken weergegeven. In de tabellen en grafieken worden steeds de resultaten van de verschillende wijken/dorpen gepresenteerd. Deze resultaten kunnen steeds worden vergeleken met het gemiddelde van de gemeente Leeuwarden. In onderstaande tabellen en grafieken geven we de resultaten weer voor respectievelijk: leeftijd, geslacht, schooltype, etniciteit, gezinssituatie, taalachtergrond, opleidingsniveau en werksituatie ouders. 3.1 Leeftijd en geslacht In het vorige hoofdstuk zijn de steekproefaantallen gepresenteerd. Vanwege de afwijke n- de leeftijdsverdeling in enkele wijken en de ondervertegenwoordiging van jongens in het onderzoek heeft er een weging plaats gevonden voor leeftijd en geslacht. De tabellen 3.1 en 3.2 presenteren de gewogen gegevens. Tabel 3.1 Leeftijd (percentages) leeftijd wijk 12 13 14 15 16 17 18 totaal Gemeentegemiddelde 18 17 15 12 12 11 14 100 HASW 18 16 11 15 13 13 13 100 Oud-Oost 14 14 17 7 13 10 24 100 Aldlân-Nijlân 28 15 15 10 9 10 14 100 Bilgaard/Vrijheidswijk 17 15 20 9 9 13 16 100 Camminghaburen 14 16 14 13 18 11 12 100 Vossepark & Helicon 14 20 14 14 11 10 17 100 Zuiderburen 22 19 17 11 12 11 7 100 Dorpen Leeuwarden 19 17 17 13 10 15 8 100 Grou 21 14 16 12 15 14 9 100 Voormalig Boarnsterhim 14 25 11 22 12 11 5 100 Pagina 18

Grafiek 3.1 Geslacht (percentages) Voormalig Boarnsterhim 43 57 Grou 54 46 Dorpen Leeuwarden Zuiderburen Vossepark & Helicon Camminghaburen Bilgaard/Vrijheidswijk Aldlân-Nijlân Oud-Oost HASW Gemeentegemiddelde 44 51 49 46 50 50 44 45 48 56 49 51 54 50 50 56 55 52 0 20 40 60 80 100 man vrouw Pagina 19

3.2 Schooltype Grafiek 3.2a Schooltype (percentages) 40 35 30 25 20 15 10 5 0 brugklas vmbo mbo havo vwo Gemeentegemiddelde HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim Uit grafiek 3.2a Schooltype blijkt dat de meeste respondenten in de gemeente Leeuwarden vwo volgen (25%), gevolgd door vmbo (23%) en havo (22%). Bilgaard/Vrijheidswijk valt op door het relatief hoge percentage respondenten dat mbo volgt (19%). Vergeleken met het gemiddelde vallen de wijken HASW (29%), Bilgaard/Vrijheidswijk (28%), en Voormalig Boarnsterhim (29%) op met een relatief hoog percentage jongeren dat vmbo volgt. De Dorpen Leeuwarden (37%) vallen op door het relatief hoge percentage jongeren dat havo volgt. Opvallend zijn tot slot de naar verhouding hoge percentages jongeren die vwo volgen in Zuiderburen (32%), Vossepark & Helicon (31%) en Grou (29%). Pagina 20

Grafiek 3.2b Schooltype (percentages) 40 35 30 25 20 15 10 5 0 speciaal praktijk basis hbo wo anders Gemeentegemiddelde HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim De meeste jongeren in de leeftijd van 12 t/m 18 jaar volgen vmbo, vwo of havo zoals reeds besproken. 8% van de respondenten tussen de 12 t/m 18 jaar volgt nog basisonderwijs, en 10% mbo. Opvallend is het relatief hoge percentage basisonderwijsleerlingen in Aldlân-Nijlân (17%), het relatief hoge percentage praktijkonderwijs in Bilgaard/Vrijheidswijk (4%) en het relatief hoge percentage hbo-studenten in de wijk Oud- Oost (16%) en Vossepark & Helicon (9%). 3.3 Etniciteit De etniciteit van de jongeren is bepaald volgens de methode die het CBS hanteert. Dit betekent dat zowel naar het geboorteland van de jongere zelf, als de geboortelanden van de ouders is gekeken. Pagina 21

Tabel 3.2 Etniciteit (percentages) wijk Ned Sur Ant/Ar Turks Marok Anders totaal Gemeentegemiddelde 84 1 1 0 2 12 100 HASW 85 2 1 1 2 10 100 Oud-Oost 73 1 3 1 2 20 100 Aldlân-Nijlân 78 4 1 1 1 16 100 Bilgaard/Vrijheidswijk 56 3 3 0 12 26 100 Camminghaburen 90 0 0 0 0 8 100 Vossepark & Helicon 88 0 1 1 0 10 100 Zuiderburen 92 1 1 0 0 5 100 Dorpen Leeuwarden 94 0 0 0 0 6 100 Grou 96 1 0 0 0 3 100 Voormalig Boarnsterhim 95 0 1 0 0 4 100 Van de deelnemende jongeren heeft 84% de Nederlandse etniciteit. Dit percentage is het hoogst in de dorpen (Dorpen Leeuwarden, Grou en Voormalig Boarnsterhim: respectievelijk 94%, 96% en 95%) en het laagst in de wijk Bilgaard/Vrijheidswijk (56%). In de wijk Bilgaard/Vrijheidswijk wonen relatief veel Marokkanen, Surinamers en Antillianen/Arubanen. De meeste jongeren uit de categorie anders vinden hun achtergrond in een van de landen uit Azië, gevolgd door landen uit het Midden Oosten. 3.4 Gezinssituatie In het onderzoek is tevens gevraagd naar de gezinssituatie van de jongeren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen gezinnen waarvan zowel de biologische 6 moeder als de biologische vader deel uitmaken van het gezin (tweeoudergezin biologisch), gezinnen waar één biologische ouder aanwezig is (éénoudergezin biologisch), samengestelde gezinnen waarin één biologische ouder aanwezig is en één niet-biologische ouder (tweeoudergezin: biologisch/niet-biologisch) en gezinnen waarin beide biologische ouders geen deel uitmaken van het gezin ( anders ). Tot anders behoren pleeg- en adoptiegezinnen en huishoudens waarin jongeren samenwonen al dan niet in partnerverband. 6 De terminologie is in 2012 geactualiseerd. In de voorgaande rapporten werd gesproken over een natuurlijke en niet-natuurlijke ouder, dit is vervangen door biologische ouder en niet-biologische ouder. Verder is stiefoudergezin vervangen door anders. Pagina 22

Grafiek 3.3 Gezinssituatie (percentages) Voormalig Boarnsterhim 87 6 6 1 Grou 83 11 5 1 Dorpen Leeuwarden 87 10 40 Zuiderburen 82 9 7 1 Vossepark & Helicon 78 10 7 5 Camminghaburen 80 14 7 1 Bilgaard/Vrijheidswijk 59 24 13 4 Aldlân-Nijlân 67 18 9 6 Oud-Oost 52 23 10 15 HASW 61 24 9 5 Gemeentegemiddelde 72 15 8 4 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 tweeoudergezin (bio) eenoudergezin (bio) tweeoudergezin (bio/niet bio) anders Uit grafiek 3.3 blijkt dat gemiddeld 72% van de jongeren in Leeuwarden opgroeit in een gezin waarin beide biologische ouders aanwezig zijn. Als naar de afzonderlijke wijken wordt gekeken, dan valt op dat dit percentage in de Dorpen Leeuwarden en Voormalig Boarnsterhim het hoogst is met 87%. Het laagste percentage vinden we in de wijk Oud- Oost met 52%. Gemiddeld 15% van de jongeren groeit op in een eenoudergezin. Het percentage éénoudergezinnen is het hoogst in de wijken Bilgaard/Vrijheidswijk (24%), HASW (24%) en Oud-Oost (23%). 3.5 Taalachtergrond Om te kunnen bepalen welke taalachtergrond jongeren hebben, is in het onderzoek geïnformeerd naar de taal die zij thuis spreken. Wanneer thuis Fries wordt gesproken wordt de taalachtergrond van de jongere als Fries aangemerkt. Wanneer met de ouders Nederlands wordt gesproken wordt de taalachtergrond als Nederlands aangemerkt. De categorie anders, dat wil zeggen een buitenlandse taalachtergrond, is gemiddeld 4%. In grafiek 3.4 worden de resultaten over de taalachtergrond gepresenteerd. Pagina 23

Grafiek 3.4 Taalachtergrond (percentages) Voormalig Boarnsterhim 27 72 1 Grou 65 35 0 Dorpen Leeuwarden 46 52 2 Zuiderburen 97 21 Vossepark & Helicon 93 5 3 Camminghaburen 96 31 Bilgaard/Vrijheidswijk 79 2 19 Aldlân-Nijlân 89 5 6 Oud-Oost 93 2 5 HASW 91 4 5 Gemeentegemiddelde 85 11 4 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Nederlands Fries Anders Het grootste deel, 85%, van de jongeren in de gemeente Leeuwarden en Boarnsterhim heeft een Nederlandse taalachtergrond (zie grafiek 3.4). Tussen de wijken onderling zijn enkele duidelijke verschillen. In alle dorpen, en dit strookt met de verwachting, wordt beduidend vaker Fries gesproken dan in de stad. In Voormalig Boarnsterhim wordt met 72% het meeste Fries gesproken, gevolgd door Dorpen Leeuwarden (52%) en Grou (35%). In Bilgaard/Vrijheidswijk komt het hoogste percentage jongeren met een andere dan Nederlandse of Friese taalachtergrond voor: 19%. In deze wijk wonen ook de meeste mensen met een niet-nederlandse achtergrond, zie tabel 3.2. 3.6 Opleidingsniveau ouders Voor het opleidingsniveau van de ouders van de jongeren wordt een onderscheid gemaakt tussen een hoog en een laag niveau. Een ouder wordt ingedeeld bij de hoog opgeleiden als hij/zij als laatste opleiding middelbaar onderwijs (incl. beroepsonderwijs), hoger beroepsonderwijs en/of universiteit heeft gevolgd. Als het laatst gevolgde onderwijs lagere school of lager beroepsonderwijs is, behoort de ouder tot de laag opgeleiden. Pagina 24

Grafiek 3.5 Opleidingsniveau ouders (percentages) Voormalig Boarnsterhim 8 23 59 9 Grou 6 23 60 11 Dorpen Leeuwarden 4 21 71 4 Zuiderburen 2 14 74 10 Vossepark & Helicon 7 15 70 9 Camminghaburen 5 19 69 7 Bilgaard/Vrijheidswijk 9 28 34 29 Aldlân-Nijlân 9 25 52 14 Oud-Oost 10 28 46 16 HASW 6 24 53 18 Gemeentegemiddelde 7 21 59 13 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 beide ouders laag beide ouders hoog een ouder hoog onbekend In het opleidingsniveau van de ouders van de jongeren zijn tussen de wijken enkele verschillen. In de wijken Oud-Oost, Aldlân-Nijlân, Bilgaard/Vrijheidswijk en Voormalig Boarnsterhim wonen ten opzichte van het gemiddelde meer jongeren waarvan beide ouders laag zijn opgeleid (respectievelijk 10, 9, 9 en 8% versus 7% gemiddeld). In Zuiderburen, Dorpen Leeuwarden, Vossepark & Helicon en Camminghaburen wonen relatief de meeste jongeren waarvan beide ouders hoog zijn opgeleid (resp. 74, 71, 70 en 69% versus 59% gemiddeld). We zien echter dat de score onbekend op het opleidingsniveau relatief hoog is, vooral in de wijken Bilgaard/Vrijheidswijk en HASW. 3.7 Arbeidssituatie ouders In grafiek 3.6 wordt ingegaan op de arbeidssituatie van de ouders. Een ouder is in de grafiek werkend als deze een baan heeft. Er is niet gevraagd naar het aantal uren dat ouders werkt. Dit kan dus variëren van enkele uren per week tot een volledige werkweek. Pagina 25

Grafiek 3.6 Arbeidssituatie ouders (percentages) Voormalig Boarnsterhim 2 18 78 1 Grou 3 19 77 2 Dorpen Leeuwarden 6 10 83 2 Zuiderburen 1 18 80 1 Vossepark & Helicon 2 17 80 1 Camminghaburen 1 18 77 3 Bilgaard/Vrijheidswijk 12 28 47 13 Aldlân-Nijlân 3 24 67 6 Oud-Oost 9 30 56 5 HASW 3 23 64 10 Gemeentegemiddelde 4 21 70 5 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 geen van beide ouders een van de ouders werkt beide ouders werken onbekend Uit grafiek 3.6 blijkt dat van 70% van de jongeren allebei de ouders een baan heeft. In de Dorpen Leeuwarden wonen de meeste jongeren met twee werkende ouders: 83%. In Bilgaard/Vrijheidswijk is dit percentage met 47% het laagst. Overigens is hier wel een hoog percentage onbekend (13%). Van gemiddeld 4% van de jongeren werkt geen van beide ouders. Dit komt het meest voor in de wijken Bilgaard/Vrijheidswijk (12%) en Oud-Oost (9%). Pagina 26

Pagina 27

4 Probleemgedrag In dit hoofdstuk komen verschillende probleemgedragingen aan bod die te maken hebben met geweld en jeugddelinquentie, problematisch roken, alcohol- en drugsgebruik, schoolverzuim, seksueel gedrag, depressieve klachten, pesten en houding ten aanzien van homoseksuelen. De balkjes in de grafieken geven de percentages aan van jongeren die hebben aangegeven zich schuldig te hebben gemaakt aan het probleemgedrag of dat dit hun overkomen is. 4.1 Geweld en jeugddelinquentie In deze paragraaf wordt ingegaan op probleemgedragingen in het afgelopen jaar die onder de noemer 'geweld' en 'jeugddelinquentie' vallen. Grafiek 4.1 Geweld (percentages) 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 neemt soms tot regelmatig een wapen mee heeft deelgenomen aan een vechtpartij heeft iemand in elkaar heeft iemand bedreigd geslagen voor geld Gemeentegemiddelde HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim Uit de grafiek blijkt dat de jongeren uit Dorpen Leeuwarden van alle jongeren, net als in 2012 en 2009, het laagst scoren op het probleemgedrag Geweld. Op alle indicatoren scoren zij 0. Op de indicator heeft deelgenomen aan een vechtpartij scoren de jongeren uit de wijk Oud-Oost (8%), Zuiderburen (5%) en Bilgaard/Vrijheidswijk (5%) boven het ge- Pagina 28

meentelijk gemiddelde van 4%. HASW valt op met de hoogste score op de indicator neemt soms tot regelmatig een wapen mee (5%). Op de indicator heeft iemand in elkaar geslagen scoort Bilgaard/Vrijheidswijk met 3% het hoogst. Grafiek 4.2 Jeugddelinquentie (percentages) 5 4 3 2 1 0 iets op straat vernield iets uit een winkel gestolen iets op school gestolen gestolen spullen verkocht door de politie opgepakt Gemeentegemiddelde HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim In grafiek 4.2 over jeugddelinquentie vallen de wijken Dorpen Leeuwarden, Grou, Oud- Oost, Bilgaard/Vrijheidswijk op. Jongeren uit Grou vernielen relatief het vaakst iets op straat en stelen ook relatief vaak iets uit een winkel. Jongeren uit de Dorpen Leeuwarden stelen relatief het vaakst iets op school en jongeren uit Oud-Oost worden relatief het vaakst door de politie opgepakt. Jongeren uit de Dorpen Leeuwarden en de wijk Oud-Oost scoren relatief hoog op de indicatoren over jeugddelinquentie. 4.2 Roken, alcohol- en drugsgebruik In tabel 4.3 wordt weergegeven op welke leeftijd de jongeren in de gemeente Leeuwarden voor het eerst alcohol hebben gedronken. 47% van de 12 tot en met 18-jarigen heeft wel eens alcohol gedronken, 53% nog nooit. In Pagina 29

Oud-Oost wonen de meeste jongeren die wel eens alcohol hebben gedronken (56%), de wijk Aldlân-Nijlân heeft het hoogste percentage jongeren dat nog nooit alcohol heeft gedronken (61%). De meeste jongeren drinken op 14-jarige leeftijd voor het eerst alcohol (gemiddeld 12% van de Leeuwarder jongeren), gevolgd door 15 en 16 jaar. In Camminghaburen en Oud- Oost wordt er het vaakst al op 14-jarige leeftijd gedronken (respectievelijk 15% en 13%). Tabel 4.3; Leeftijd waarop jongeren voor het eerst alcohol hebben gedronken in procenten wijken Nooit gedaan 10 jaar 11 12 13 14 15 16 17 jaar totaal HASW 50 3 3 5 5 12 10 10 0 100 Oud-Oost 44 4 1 4 7 13 13 10 4 100 Aldlân-Nijlân 61 0 1 3 5 10 11 6 2 100 Bilgaard/Vrijheidswijk 60 0 2 4 8 8 7 10 2 100 Camminghaburen 50 1 0 6 8 15 10 9 2 100 Vossepark & Helicon 51 1 2 3 7 10 12 12 2 100 Zuiderburen e.d. 59 1 2 4 5 10 12 7 0 100 Dorpen Leeuwarden 50 0 2 2 6 12 17 12 0 100 Grou 58 4 3 1 4 11 10 9 1 100 Voormalig Boarnsterhim 47 2 2 6 9 12 13 7 1 100 Gemeentegemiddelde 53 2 2 4 6 12 11 9 1 100 In de volgende grafieken 4.3a, 4.3b en 4.3c worden de percentages jongeren weergegeven die de maand voorafgaand aan het onderzoek hebben gerookt, alcohol hebben gedronken en drugs hebben gebruikt. Wat drugs betreft wordt onderscheid gemaakt tussen softdrugs (hasj en marihuana), GHB, harddrugs (cocaïne, heroïne en speed), andere drugs (valium, poppers, paddo s, etc), tripmiddelen (2-CB, ketamine en tripknol/sclerotia) en XTC. Pagina 30

Grafiek 4.3a Jongeren die de afgelopen maand gerookt hebben, alcohol hebben gedronken of softdrugs hebben gebruikt (percentages) 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 roken alcohol softdrugs (hasj, marihuana) Gemeentegemiddelde HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim Van de jongeren van 12 tot en met 18 jaar in Leeuwarden heeft 14% in de maand voorafgaand aan het onderzoek gerookt. In de wijken Oud-Oost (24%), Camminghaburen (17%) en HASW (16%) wordt meer gerookt dan gemiddeld (14%). 32% van de jongeren in de gemeente Leeuwarden heeft in de maand voorafgaand aan het onderzoek alcohol gedronken. In de wijken Oud-Oost (43%), Voormalig Boarnsterhim (40%), Camminghaburen en HASW (beide 34%) en Dorpen Leeuwarden (33%) drinken de jongeren meer dan gemiddeld in de overige wijken en dorpen. In de wijken Aldlan/Nijlan (24%) en Zuiderburen (25%) drinken de jongeren relatief het minste alcohol. Het softdrugsgebruik ligt naar verhouding lager dan alcoholgebruik en roken. Gemiddeld geeft 7% van de jongeren aan dat zij softdrugs hebben gebruikt. Het softdrugsgebruik is het hoogst in de wijk Oud-Oost (10%). In de Dorpen Leeuwarden wordt met 2% relatief het minste softdrugs gebruikt. Opvallend is dat jongeren uit de wijk Oud-Oost relatief het meeste roken en alcohol drinken. Ook hun softdrugsgebruik is hoger dan het Leeuwarder gemiddelde. Pagina 31

Grafiek 4.3b 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Jongeren die de afgelopen maand GHB, harddrugs of andere drugs hebben gebruikt (percentages) GHB harddrugs (cocaïne, heroïne, speed) andere drugs (valium, poppers, paddo's, etc.) Gemeentegemiddelde HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim GHB, harddrugs en andere drugs worden relatief weinig gebruikt. Zo weinig dat het gemiddelde minder dan 1% is. Met name in de wijken HASW en Aldlân-Nijlân gebruiken de jongeren vaker dan gemiddeld harddrugs. Opvallend is het relatief hoge percentage andere drugs in Bilgaard/Vrijheidswijk. Grafiek 4.3c Jongeren die de afgelopen maand tripmiddelen of XTC hebben gebruikt (percentages) 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Tripmiddelen (2-CB, ketamine, tripknol/scerotia) XTC Gemeentegemiddelde HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim Ook tripmiddelen en XTC worden relatief weinig gebruikt. In Bilgaard/Vrijheidswijk is het percentage XTC-gebruik het hoogst: 1,7%. Pagina 32

4.3 Frequentie roken, alcohol- en drugsgebruik Grafiek 4.4 Veelvuldig roken, alcohol- en softdrugsgebruik (percentages, resp. gemiddeld aantal glazen) 14 12 10 8 6 4 2 0 roken: 10 sigaretten of meer per dag alcohol: 10 keer per maand of vaker alcohol: 16 of meer glazen per maand softdrugs: 1 keer per week of vaker bingedrinking: afgelopen 2 weken vaker dan 3 keer 5 glazen of meer gedronken Gemeentegemiddelde HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim Het aantal jongeren dat aangeeft 10 of meer sigaretten per dag te roken is het hoogst in de wijk Oud-Oost (bijna 4%). In de wijken Aldlân-Nijlân, Vossepark & Helicon, Zuiderburen, Dorpen Leeuwarden, Grou en Voormalig Boarnsterhim is het percentage jongeren dat 10 sigaretten of meer per dag rookt zeer weinig tot 0%. In de Dorpen Leeuwarden ligt het percentage jongeren dat 10 keer per maand of vaker alcohol drinkt met bijna 6% veel hoger dan het gemiddelde van 2%. Gemiddeld drinkt 7% van de jongeren in de gemeente Leeuwarden 16 of meer glazen alcohol per maand. In de wijk Oud-Oost ligt dit percentage een stuk hoger (12%). Ook in de Dorpen Leeuwarden en Voormalig Boarnsterhim drinken de jongeren meer glazen per maand dan gemiddeld. Van de drinkende jongeren is 3% een bingedrinker 7. Onder bingedrinker verstaan we hier een jongere die in de 2 weken voorafgaand aan het onderzoek vaker dan 3 keer 5 glazen alcohol of meer gedronken heeft. In de wijken Oud-Oost geeft 7% van de jongeren aan een bingedrinker te zijn. Ook de Dorpen Leeuwarden en Voormalig Boarnsterhim komen boven het gemeentelijkgemiddelde uit. 7 De letterlijke vertaling van binge drinking is consumptie van veel alcohol in een korte tijd. Pagina 33

4.4 Seksueel gedrag Grafiek 4.5a Relationeel en seksueel gedrag (percentages) 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 heeft een relatie afg 12 mnd met iemand naar bed geweest Gemeentegemiddelde HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen met meer dan 2 mensen naar bed geweest afg 12 mnd Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim 13% van de jongeren geeft aan een relatie te hebben. Het percentage jongeren dat aangeeft de afgelopen 12 maanden met iemand naar bed te zijn geweest is 18%. In de wijken Oud- Oost (27%), HASW (24%) en Bilgaard/Vrijheidswijk (21%), Camminghaburen (19%) en Vossepark & Helicon (19%) ligt dit percentage hoger. Gemiddeld is 6% van de jongeren met meer dan 2 mensen naar bed zijn geweest in de afgelopen 12 maanden. De wijk Oud-Oost heeft het hoogste percentage jongeren dat aangeeft met meer dan 2 mensen naar bed te zijn geweest (8%). Pagina 34

Grafiek 4.6b 16 Seksueel (riskant) gedrag (percentages) 14 12 10 8 6 4 2 0 geen condoom gebruikt laatste keer naar bed is ooit seksueel misbruikt geweest Gemeentegemiddelde HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim Gemiddeld heeft bijna 9% van de jongeren geen condoom gebruikt toen zij de laatste keer naar bed zijn geweest. In HASW is dit percentage een stuk hoger, namelijk ruim 14%. Ook de jongeren in Oud-Oost scoren hier met 13% hoog op. Het aantal jongeren dat heeft aangegeven ooit eens tegen hun zin tot seksuele handelingen is gedwongen is gemiddeld 3%. HASW, Camminghaburen, Aldlân-Nijlân, Voormalig Boarnsterhim en Oud-Oost scoren hierbij echter hoger. In deze wijken geeft respectievelijk 7%, 4%, en ruim 3% van de jongeren aan ooit tegen de zin tot seksuele handelingen is gedwongen. Pagina 35

4.5 Depressieve gevoelens Grafieken 4.7a en 4.7b tonen de cijfers rond depressieve gevoelens. Grafiek 4.7a Depressieve gevoelens (percentages) 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 soms denk ik dat mijn leven niets waard is er zijn momenten dat ik vind dat ik nergens goed voor ben in het algemeen ben ik geneigd te denken dat ik een mislukking ben Gemeentegemiddelde HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim Van de jongeren die meegedaan hebben aan dit onderzoek zegt 19% soms te denken dat zijn of haar leven niets waard is. In de wijk Oud-Oost ligt dit percentage met 24% het hoogst, gevolgd door de Dorpen Leeuwarden (21%). De jongeren in de wijk Camminghaburen hebben het minst last van deze gevoelens (14%). 33% van de jongeren heeft momenten dat ze vinden dat ze nergens goed voor zijn. In de wijk Oud-Oost ligt dit percentage met 40% het hoogst, gevolgd door Voormalig Boarnsterhim met 39%. In de Dorpen Leeuwarden hebben de jongeren het minst last van deze gevoelens (25%). Van de jongeren is gemiddeld 11% in het algemeen geneigd te denken een mislukking te zijn. Wederom in de wijk Oud-Oost komt dit met 18% het vaakst voor. In Camminghaburen en de Dorpen Leeuwarden hebben de jongeren het minst last van deze gevoelens (beide 8%). Pagina 36

Grafiek 4.7b Depressieve gevoelens en eenzaamheid (percentages) 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 in het afgelopen jaar voelde ik me meestal Ik voel me wel eens eenzaam depressief en verdrietig Gemeentegemiddelde HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim Gemiddeld voelde 16% van de jongeren zich het afgelopen jaar meestal depressief en verdrietig. Jongeren in de wijk Oud-Oost scoren hier het hoogst op (23%), gevolgd door Grou (20%) en de Dorpen Leeuwarden (17%). Jongeren in Vossepark & Helicon hebben het minst last van deze gevoelens (13%). Gemiddeld bijna 35% van de jongeren in Leeuwarden voelt zich wel eens eenzaam. Ook hier scoren de jongeren uit Oud-Oost het hoogst (46%), gevolgd door Grou, met 40%. In de wijk Bilgaard/Vrijheidswijk voelen de jongeren zich het minst eenzaam (28%). 4.6 Pesten In grafiek 4.8 is te zien of de jongeren pesten en of zij gepest worden. Ook geeft de grafiek de frequentie van het pesten en het gepest worden weer. Pagina 37

Grafiek 4.8 Pesten en gepest worden 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 Heeft iemand gepest Heeft een keer per maand of vaker gepest Is gepest Is een keer per maand of vaker gepest Gemeentegemiddelde HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim Gemiddeld geeft ruim 4% van de jongeren aan iemand gepest te hebben in de afgelopen 12 maanden. Het percentage ligt het hoogst in Grou en Aldlân-Nijlân, daar hebben respectievelijk 9% en 7% van de jongeren iemand gepest in de afgelopen 12 maanden. In Bilgaard/Vrijheidswijk ligt het percentage het laagst, namelijk een kleine 2%. 2% van de Leeuwarder jongeren pestte in de afgelopen 12 maanden 1 keer per maand of vaker. De Dorpen Leeuwarden en HASW scoren beide een stuk hoger (4%). De jongeren die pesten konden aangeven op welke wijze zij iemand pesten of hebben gepest, waarbij meerdere antwoordcategorieën mogelijk waren. Jongeren geven aan het meest iemand uitgescholden, uitgelachen of belachelijk gemaakt te hebben (tabel 4.4) Tabel 4.4 Wijze van iemand pesten/gepest hebben in het afgelopen jaar. Uitgescholden, uitgelachen of belachelijk gemaakt 83,3% Uit groep gesloten 30,0% Via telefoon gepest 11,7% Bedreigd 11,7% Geschopt, geduwd, geslagen 8,3% Via internet gepest 3,3% Spullen gestolen of kapot gemaakt 1,7% Afgeperst 1,7% Andere manier 0,0% Pagina 38

12% van de jongeren geeft aan gepest te zijn in de afgelopen 12 maanden. In Voormalig Boarnsterhim is dit percentage het hoogst: 18%. Ook Aldlân-Nijlân, HASW en Dorpen Leeuwarden steken vrij ver boven het gemiddelde uit (respectievelijk 16%, 16% en 15%). Ook hier heeft Bilgaard/Vrijheidswijk het laagste percentage. De jongeren die gepest zijn konden aangeven op welke wijze zij gepest worden/werden. Het vaakst wordt uitgescholden, uitgelachen of belachelijk gemaakt genoemd (80%), gevolgd door uit groep gesloten (39,4%). In tabel 4.5 zijn de percentages weergegeven. Tabel 4.5 Wijze van gepest worden/werden in het afgelopen jaar. Uitgescholden, uitgelachen of belachelijk gemaakt 80,0% Uit groep gesloten 39,4% Via telefoon gepest 16,0% Geschopt, geduwd, geslagen 14,3% Bedreigd 10,9% Via internet gepest 10,3% Spullen gestolen of kapot gemaakt 5,1% Afgeperst 0,6% Andere manier 11,4% 7% van de jongeren is één keer per maand of vaker gepest in de afgelopen 12 maanden. Voormalig Boarnsterhim en HASW springen eruit met resp. 13% en 12%. 4.7 Houding ten aanzien van homoseksuelen In 2015 is een nieuwe vraag toegevoegd aan de vragenlijst over de houding van de jongeren ten aanzien van homoseksualiteit. De vraag was Kunnen homoseksuele mensen zich veilig en geaccepteerd voelen bij jou op school of bij je vrienden? 23% van de jongeren die hebben meegedaan aan het onderzoek geeft aan dat homoseksuelen zich niet altijd veilig en geaccepteerd kunnen voelen bij hen in de omgeving. Jongeren in Bilgaard/ Vrijheidswijk geven dit het vaakst aan (33%), gevolgd door jongeren in Aldlân-Nijlân en Voormalig Boarnsterhim (beide 28%) Pagina 39

Grafiek 4.9 Houding ten aanzien van homoseksuelen 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Niet (altijd) acceptatie homoseksuelen Gemeentegemiddelde HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim Pagina 40

Pagina 41

5 Risico- en beschermende factoren 5.1 Inleiding De scores op de verschillende risico- en beschermende factoren variëren van 0 tot 100 (zie bijlage 2). Hoe hoger de score, hoe sterker de factor in een bepaalde wijk/dorp aanwezig is. Gaat het om een risicofactor dan moet een hoge score als ongunstig worden geïnterpreteerd. Gaat het daarentegen om een beschermende factor dan is een hoge score gunstig. De interpretatie van deze zogenaamde 'ruwe scores' (van 0 tot 100) is echter vaak lastig. Deze ruwe scores krijgen pas betekenis als zij worden vergeleken met de scores van andere gebieden op deze factoren. Van andere gebieden zijn scores echter niet beschikbaar. Om deze reden is ervoor gekozen om in dit rapport de scores op de risico- en beschermende factoren te presenteren in zogenaamde z-scores. Een z-score is een gestandaardiseerde statistische meeteenheid die het mogelijk maakt om de resultaten van verschillende risico- en beschermende factoren te vergelijken, zelfs wanneer de oorspronkelijke `schalen' (lees: factoren) onderling afwijkende eigenschappen hebben (zoals een afwijkende minimum of maximum schaalwaarde of een afwijkend aantal schaalpunten). Dit houdt in dat de gemiddelde score op een bepaalde factor of dat nu ligt op 65 of op 23 - wordt omgerekend naar de waarde 0. In hoofdstuk 5 is deze 'nullijn' het gemiddelde van de jongeren in de gemeente Leeuwarden. De scores van de afzonderlijke wijken/dorpen worden vervolgens op dezelfde manier berekend en vergeleken met deze nullijn. Het b e- rekenen van z-scores houdt ook in dat de gerapporteerde afwijkingen in vrijwel alle gevallen een waarde hebben tussen de -2,0 en de +2,0. Deze wijze van rapporteren is conform de wijze waarop in voorgaande metingen in de gemeente Leeuwarden, in de landelijke projectgroep CtC en in de VS naar de gegevens uit jongerenonderzoeken CtC is gebeurd. In de VS en in landelijk CtC onderzoek worden z-scores met afwijkingen van tenminste +0,2 of -0,2 als `opmerkelijk of betekenisvol' beschouwd. Ook hier hanteren we dit uitgangspunt. De resultaten over de risico- en beschermende factoren worden per domein gepresenteerd. Dit zijn respectievelijk gezin, school, leeftijdgenoten of peers en wijk/dorp. In 5.2 en 5.3 worden de scores op de verschillende risico- en beschermende factoren weergegeven voor de wijken en dorpen in de gemeente Leeuwarden. Zoals in hoofdstuk 2 is aangegeven geldt hier dat hoe hoger de score is, hoe sterker de factor in de desbetreffende wijk/dorp aanwezig is. Gaat het om een risicofactor dan is een hoge positieve score ongunstig. Gaat het daarentegen om een beschermende factor dan is een hoge positieve score gunstig. De afwijkingen ten opzichte van het gemiddelde in de gemeente Leeuwarden worden in dit hoofdstuk gepresenteerd als z-scores. Voor de volledigheid zijn de ruwe scores van de risico- en de beschermende factoren weergegeven in Bijlage 2. Pagina 42

5.2 Risicofactoren Grafiek 5.1 Gezin: risicofactoren (Z-score t.o.v. gemiddelde Leeuwarden) 0,40 0,30 0,20 0,10 0,00-0,10-0,20-0,30-0,40 geschiedenis van probleemgedrag in het gezin problemen met gezinsmanagement conflicten in het gezin positieve houding van ouders t.a.v. alcohol- en drugsgebruik positieve houding van ouders t.a.v. antisociaal gedrag HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim Er zijn een aantal wijken waarvan de scores op de risicofactoren binnen het domein 'Gezin' wijken sterk afwijken van het gemiddelde. De wijk Oud-Oost valt op met een hoge score voor geschiedenis van probleemgedrag in het gezin (+0,24), problemen met gezinsmanagement (+0,22) en positieve houding van ouders t.a.v. alcohol- en drugsgebruik (+0,33). Ook Bilgaard/Vrijheidswijk en HASW scoren hoog op de eerste risicofactor (respectievelijk +0,32 en +0,21). De scores voor de andere wijken en dorpen vallen bijna alle grotendeels net boven of net onder de nullijn, en de afwijkingen blijven voor een belangrijk deel tussen de waarden op de Y-as van +0,2 en -0,2. De wijk Zuiderburen valt in positieve zin op met een gunstige score van -0,2 op de risicofactor positieve houding van ouders ten aanzien van alcohol- en drugsgebruik. Pagina 43

Grafiek 5.2 Gezin: risicofactoren armoede (Z-score t.o.v. gemiddelde Leeuwarden) 0,70 0,60 0,50 0,40 0,30 0,20 0,10 0,00-0,10-0,20-0,30-0,40-0,50-0,60-0,70 gebrek aan financiele middelen eigen ervaring armoede HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim In deze meting is voor het eerst gevraagd naar armoede. De wijken Bilgaard/Vrijheidswijk en Oud-Oost scoren ongunstig op de risicofactoren van armoede. Vooral in Oud-Oost geven veel jongeren aan dat er gebrek aan financiële middelen is voor lidmaatschap clubs, vakantie en ontspanning. De wijken Zuiderburen, de Dorpen in Leeuwarden en voormalig Boarnsterhim scoren juist gunstig. De eigen ervaring van armoede is het hoogst in Bilgaard/Vrijheidswijk en in Oud-Oost. Hier nemen jongeren het vaakst geen anderen mee naar huis om niet te laten zien hoe armoedig ze het hebben en gaan ouders het vaakst naar de voedselbank. Pagina 44

Grafiek 5.3 School: risicofactoren (Z-score t.o.v. gemiddelde Leeuwarden) 0,30 0,20 0,10 0,00-0,10-0,20-0,30 gebrek aan binding HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim Binnen het domein School is gekeken naar de risicofactor gebrek aan binding. 8 De waarden wijken niet veel af van het gemiddelde. De wijk die het meest ongunstig afwijkt van het gemiddelde op deze risicofactor is Voormalig Boarnsterhim en de wijk die het meest positief afwijkt van het gemiddelde is het dorp Grou. De afwijkingen vallen echter binnen de marges van +0,2 en -0,2. 8 Zie voor de betekenis van deze risicofactor Bijlage 1, risicofactor onder het domein School Pagina 45

Grafiek 5.4a Leeftijdgenoten/Peers: risicofactoren (Z-score t.o.v. gemiddelde Leeuwarden) 0,30 0,20 0,10 0,00-0,10-0,20-0,30 vervreemding en opstandigheid betrokkenheid bij jeugdbende vroeg begin van antisociaal gedrag vroeg begin van alcoholen drugsgebruik HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim Grafiek 5.4b Leeftijdgenoten/Peers: risicofactoren (Z-score t.o.v. gemiddelde Leeuwarden) 0,30 0,20 0,10 0,00-0,10-0,20-0,30 omgang met vrienden die alcohol en drugs gebruiken omgang met vrienden die antisociaal gedrag vertonen HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim Pagina 46

Op de risicofactoren van het domein Leeftijdgenoten/peers scoort de wijk Oud-Oost op een aantal onderdelen opvallend ongunstig in vergelijking met de andere wijken. Met name op de risicofactor omgang met vrienden die alcohol en drugs gebruiken en vervreemding en opstandigheid vroeg begin van alcohol- en drugsgebruik en omgang met vrienden die antisociaal gedrag vertonen is de score in Oud-Oost relatief ongunstig. Aldlân-Nijlân springt eruit met een ongunstige score op de risicofactor vroeg begin van antisociaal gedrag. De Dorpen Leeuwarden vallen hier juist op door een gunstige score. Verder valt Zuiderburen in ongunstige zin op door een relatief hoge score op betrokkenheid bij een jeugdbende. Grou heeft de meest gunstige score op de risicofactor omgang met vrienden die alcohol en drugs gebruiken. Vrijwel alle afwijkingen, behalve omgang met vrienden die alcohol en drugs gebruiken voor Oud-Oost, vallen echter wel binnen de marge van +0,2 en -0,2. Grafiek 5.5 Wijk/dorp: risicofactoren (Z-score t.o.v. gemiddelde Leeuwarden) 0,80 0,70 0,60 0,50 0,40 0,30 0,20 0,10 0,00-0,10-0,20-0,30-0,40-0,50-0,60-0,70-0,80 gebrek aan binding in de wijk gebrek aan organisatie in de wijk normen die antisociaal gedrag bevorderen HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim De wijk Bilgaard/Vrijheidswijk scoort hoog op alle risicofactoren binnen het domein wijk/dorp en bevestigt daarmee het ongunstige beeld van 2006, 2009 en 2012. Vooral de score op gebrek aan organisatie in de wijk valt op. Ook de wijken Oud-Oost en Aldlân- Nijlân scoren overwegend ongunstig op de drie risicofactoren binnen dit domein. De Dorpen Leeuwarden laten een positief beeld zien: op alle risicofactoren wordt gunstig gescoord. Met name de score op gebrek aan organisatie in de wijk is met - 0,69 zeer gunstig. Ook Zuiderburen, Vossepark & Helicon en Grou hebben op elk van de risicofactoren binnen dit domein een unstige score. Pagina 47

5.3 Beschermende factoren In deze paragraaf worden de scores van de wijken op de beschermende factoren vergeleken met het gemeentegemiddelde. Hoe hoger de score, hoe sterker de factor in de wijken en dorpen aanwezig is. Het gaat hier om een beschermende factor en dan is een hoge positieve score juist gunstig en een negatieve score ongunstig. Grafiek 5.6 Gezin: beschermende factoren (Z-score tov gemiddelde Leeuwarden) 0,30 0,20 0,10 0,00-0,10-0,20-0,30 hechtingssterkte gezin mogelijkheden voor positieve betrokkenheid beloningen voor positieve betrokkenheid HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim De wijken HASW, Oud-Oost en Voormalig Boarnsterhim scoren binnen het domein 'gezin' op alle risicofactoren ongunstig. Bilgaard/Vrijheidswijk valt op met een ongunstige score van -0,24 op de risicofactor hechtingssterkte gezin. In de wijk Zuiderburen, Vossepark & Helion, Grou en Camminghaburen laten de scores een positief beeld zien op alle beschermende factoren. Pagina 48

Grafiek 5.7 School: beschermende factoren (Z-score t.o.v. gemiddelde Leeuwarden) 0,30 0,20 0,10 0,00-0,10-0,20-0,30 mogelijkheden voor positieve betrokkenheid beloningen voor positieve betrokkenheid HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim Grou en Vossepark & Helicon scoren het meest positief op de beschermende factor mogelijkheden voor positieve betrokkenheid bij het domein school. Jongeren in de wijk Aldlân- Nijlân scoren het meest positief op de beschermende factor beloningen voor positieve betrokkenheid. Dit in tegenstelling tot 2009 en 2012, waar Aldlân-Nijlân negatief scoorde op beide beschermende factoren binnen het domein school. Bilgaard/Vrijheidswijk valt op met een ongunstige score voor de factor mogelijkheden voor positieve betrokkenheid. Pagina 49

Grafiek 5.8 Leeftijdgenoten/Peers: beschermende factoren (Z-score tov gemiddelde Leeuwarden) 0,60 0,50 0,40 0,30 0,20 0,10 0,00-0,10-0,20-0,30-0,40-0,50-0,60 gezonde opvattingen en duidelijke normen religie HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim Binnen het domein Leeftijdgenoten/peers valt de gunstige score op van Bilgaard/Vrijheidswijk op de beschermende factor religie. Tevens valt de ongunstige scores op van de Dorpen Leeuwarden, Voormalig Boarnsterhim en Grou op dezelfde beschermende factor. De scores van de andere wijken vallen binnen de +0,2 en -0,2. Pagina 50

Grafiek 5.9 Wijk/dorp: beschermende factoren (Z-score t.o.v. gemiddelde Leeuwarden) 0,50 0,40 0,30 0,20 0,10 0,00-0,10-0,20-0,30-0,40-0,50 mogelijkheden voor positieve betrokkenheid beloningen voor positieve betrokkenheid HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou Voormalig Boarnsterhim De scores die binnen het domein Wijk/dorp in gunstige zin opvallen zijn van: Zuiderburen, de Dorpen Leeuwarden, Grou en Voormalig Boarnsterhim. De wijken die in ongunstige zin opvallen zijn Oud-Oost en Bilgaard/Vrijheidswijk. Beide wijken scoren opvallend ongunstig op beide beschermende factoren. Ook de wijk Aldlân-Nijlân valt op met een hoge ongunstige score op de beschermende factor mogelijkheden voor positieve betrokkenheid. Pagina 51

6 Jongerenonderzoek Leeuwarden vergeleken met voorgaande jaren 6.1 Inleiding In dit laatste hoofdstuk worden de resultaten uit dit onderzoek vergeleken met resultaten van de voorgaande jaren Veilig Opgroeien in Leeuwarden (2012, 2009, 2006 en 2003). Niet alle indicatoren worden in dit hoofdstuk omschreven, aangezien de vraagstelling van de indicatoren af en toe gewijzigd is. Ook niet alle wijken kunnen over alle jaren met elkaar vergeleken worden. De wijken HASW, Oud-Oost en Aldlân-Nijlân doen vanaf 2003 mee, de wijk Bilgaard/Vrijheidswijk doet vanaf 2006 mee en de wijken Camminghaburen, Vossepark & Helicon, Zuiderburen en de Dorpen Leeuwarden doen vanaf 2009 mee. Grou en Voormalig Boarnsterhim vanaf 2012. Overeenkomstig de jaren dat deze wijken meedoen, worden de gegevens van deze wijken vergeleken. 6.2 Achtergrondkenmerken Respondenten die deelgenomen hebben aan dit onderzoek volgen uiteenlopende opleidingen: van basisschool tot universiteit. De meerderheid van de jongeren zijn middelbare scholieren en volgen vmbo, havo of vwo. Door de jaren heen is de vraagstelling enigszins aangepast waardoor de vergelijking met voorgaande jaren lastiger is geworden. Om de gegevens toch met elkaar te kunnen vergelijken is de deelname aan vmbo, havo en vwo in 2006, 2009, 2012 en 2015 voor deze tabel 6.1 op 100% gesteld. Tabel 6.1: Schooltype (percentages) vmbo havo vwo 03 06 09 12 '15 03 06 09 12 '15 03 06 09 12 '15 HASW 44 42 35 46 41 33 24 29 25 29 23 34 36 28 30 Oud-Oost 40 64 36 42 40 24 23 30 30 30 36 14 34 28 30 Aldlân-Nijlân 37 40 36 28 34 29 30 29 37 29 34 30 35 34 37 Bilgaard/Vrijheidswijk - 60 45 58 47-21 39 23 24-19 16 19 29 Camminghaburen - - 28 35 33 - - 31 30 34 - - 41 35 33 Vossepark & Helicon - - 24 32 25 - - 31 26 34 - - 45 42 42 Zuiderburen e.d. - - 22 32 23 - - 35 38 35 - - 43 30 42 Dorpen Leeuwarden - - 24 27 34 - - 28 31 46 - - 48 42 20 Grou - - - 29 24 - - - 32 33 - - - 38 43 Voormalig Boarnsterhim - - - 41 41 - - - 25 31 - - - 34 28 Gemeentegemiddelde 37 40 30 37 33 25 26 31 30 32 37 34 39 33 35 Ten opzichte van 2012 hebben er in 2015 minder vmbo ers deelgenomen aan het onderzoek, minder havo-leerlingen en meer vwo ers. In Bilgaard/Vrijheidswijk, Voormalig Boarnsterhim en HASW komen de hoogste percentages vmbo ers voor. Dit komt overeen met het beeld in 2012. Bilgaard/Vrijheidswijk had toen echter nog een stuk hoger percentage deelnemende vmbo ers, namelijk 58%. Het aandeel deelnemende havo ers is in de meeste wijken gestegen ten opzicht van 2012. Pagina 52

Alleen in Zuiderburen en Aldlân-Nijlân daalde het percentage havisten. Met name in de Dorpen Leeuwarden is het percentage respondenten dat de havo doet flink gestegen (van 31% naar 46%). In 2015 volgt het grootste deel van de respondenten vwo. De meeste vwo-ers zijn te vinden in Grou, Vossepark & Helicon en Zuiderburen. Opvallend is de sterke daling tussen 2012 en 2015 van deelnemende vwo ers in de Dorpen Leeuwarden en Voormalig Boarnsterhim. Tabel 6.2: Gezinssituatie (percentages) Tweeoudergezin (beide biologisch) Tweeoudergezin 9 (biol./niet biol/) Eenoudergezin Ander gezin 03 06 09 12 '15 09 12 '15 03 06 09 12 '15 03 06 09 12 '15 HASW 71 73 61 60 61 10 8 9 28 25 24 28 24 0 2 5 4 5 Oud-Oost 63 53 65 50 52 9 12 10 26 36 22 26 23 10 12 4 13 15 Aldlân-Nijlân 74 76 70 74 67 10 7 9 20 20 17 18 18 2 4 3 1 6 Bilgaard/Vrijheidswijk - 53 59 54 59 13 10 13-38 23 31 24-9 6 5 4 Camminghaburen - - 79 80 80 8 8 7 - - 11 11 14 - - 2 1 1 Vossepark & Helicon - - 76 73 78 9 11 7 - - 14 13 10 - - 2 3 5 Zuiderburen e.d. - - 82 85 82 10 9 7 - - 7 6 10 - - 1 0 1 Dorpen Leeuwarden - - 77 81 87 8 8 4 - - 13 11 10 - - 2 0 0 Grou - - - 83 83-5 5 - - - 11 11 - - - 1 1 Voormalig Boarnsterhim - - - 80 87-8 6 - - - 11 6 - - - 1 1 Gemeentegemiddelde 76 68 72 71 72 9 5 8 20 27 16 17 15 2 5 3 3 5 De meeste jongeren in Leeuwarden groeien op in een tweeoudergezin met beide biologische ouders. In vrijwel alle wijken is dit aandeel in 2015 hoger dan in 2012, behalve in Aldlân-Nijlân en Zuiderburen. In Voormalig Boarnsterhim groeien in 2015 relatief de meeste jongeren op in een tweeoudergezin. In 2012 was dit in Zuiderburen. In de wijk Bilgaard/Vrijheidswijk wonen in 2015, net als in 2012, relatief de meeste jongeren in een eenoudergezin. Wel is het percentage in 2015 lager dan in 2012. Ook in HASW en Oud- Oost wonen relatief veel jongeren in een eenoudergezin. Ook dit beeld komt overeen met eerdere jaren. De wijk Oud-Oost heeft sinds 2003 het hoogste percentage jongeren die aangeven in een ander gezin te wonen. Pagina 53

6.3 Probleemgedrag Tabel 6.3 Geweld (percentages) Wapen mee Vechtpartij In elkaar geslagen Bedreigd voor geld 03 06 '09 12 '15 03 06 '09 12 '15 03 06 '09 12 '15 03 06 '09 12 '15 HASW 10 2 3 3 5 36 14 9 5 3 25 4 4 1 2 2 0 1 0 0 Oud-Oost 14 3 3 5 3 24 18 6 7 8 15 9 6 4 3 2 0 0 0 1 Aldlân-Nijlân 10 4 2 3 2 26 13 5 6 3 14 6 3 4 0 2 1 0 1 0 Bilgaard/Vrijheidswijk - 6 2 1 1-16 7 6 5-8 4 5 3-0 1 0 0 Camminghaburen - - 2 3 3 - - 10 5 4 - - 4 2 2 - - 0 0 1 Vossepark & Helicon - - 2 3 3 - - 8 6 3 - - 2 2 1 - - 0 0 1 Zuiderburen e.d. - - 2 4 3 - - 6 5 6 - - 1 1 1 - - 0 0 0 Dorpen Leeuwarden - - 0 1 0 - - 3 1 0 - - 2 0 0 - - 0 0 0 Grou - - - 2 1 - - - 4 4 - - - 1 1 - - - 1 0 Voormalig Boarnsterhim - - - 3 2 - - - 7 3 - - - 3 2 - - - 0 0 Gemeentegemiddelde 9 4 2 3 2 23 15 7 6 4 14 7 3 2 2 2 0 0 0 0 In het algemeen is er een afname te zien in de scores op geweldsindicatoren sinds 2003. De sterkste afname is te zien bij jongeren die deel hebben genomen aan een vechtpartij en jongeren die iemand in elkaar hebben geslagen. HASW scoorde in 2003 het hoogst op deze indicatoren en daar is dan ook relatief gezien de grootste afname te zien. Ten opzichte van 2012 is het opvallend dat in alle wijken de score is gedaald op de indicator vechtpartij, met uitzondering van de wijken Oud-Oost en Zuiderburen. In de wijken Oud-Oost, Camminghaburen en Vossepark & Helicon is een lichte toename op de indicator bedreigd voor geld. De percentages voor de indicator in elkaar geslagen zijn in alle wijken gedaald of gelijk gebleven, uitgezonderd HASW. Tabel 6.4a Jeugddelinquentie (percentages) Iets op straat vernield Iets uit een winkel gestolen Iets op school gestolen 03 06 '09 12 '15 03 06 '09 12 '15 03 06 '09 12 '15 HASW 21 7 10 4 4 14 6 4 1 2 10 4 2 1 1 Oud-Oost 16 13 4 0 4 13 14 3 2 1 11 2 3 3 2 Aldlân-Nijlân 20 13 2 5 0 15 9 2 3 2 9 7 2 4 1 Bilgaard/Vrijheidswijk - 8 6 2 3-10 2 3 0-1 4 1 3 Camminghaburen - - 6 4 3 - - 4 4 1 - - 4 2 2 Vossepark & Helicon - - 5 4 2 - - 2 3 3 - - 3 2 2 Zuiderburen e.d. - - 4 3 2 - - 3 1 1 - - 2 2 1 Dorpen Leeuwarden - - 6 3 4 - - 4 0 2 - - 7 3 4 Grou - - - 1 5 - - - 2 3 - - - 2 1 Voormalig Boarnsterhim - - - 3 1 - - - 1 3 - - - 4 1 Gemeentegemiddelde 17 10 5 3 3 14 8 3 2 2 10 3 3 2 2 Pagina 54

Tabel 6.4b Jeugddelinquentie (percentages) Gestolen spullen verkocht In aanraking met politie 03 06 '09 12 '15 03 06 '09 12 '15 HASW 3 4 2 1 0 20 7 4 1 2 Oud-Oost 4 2 1 1 1 18 17 3 2 4 Aldlân-Nijlân 4 2 0 1 0 20 13 3 3 1 Bilgaard/Vrijheidswijk - 2 1 1 0-14 4 2 1 Camminghaburen - - 0 0 1 - - 5 3 2 Vossepark & Helicon - - 1 1 1 - - 2 2 2 Zuiderburen e.d. - - 0 0 0 - - 2 0 1 Dorpen Leeuwarden - - 2 0 0 - - 1 1 2 Grou - - - 1 0 - - - 1 1 Voormalig Boarnsterhim - - - 0 1 - - - 2 2 Gemeentegemiddelde 4 2 1 1 0 16 12 3 2 2 Alle indicatoren binnen het probleemgedrag jeugddelinquentie zijn aanzienlijk afgenomen sinds 2003. De grootste afname is te zien bij de indicatoren iets op straat vernield en in aanraking met politie. Opvallend is dat Grou op de indicatoren iets op straat vernield en iets uit een winkel gestolen in 2015 hoger scoort dan in 2012. Pagina 55

Tabel 6.5 Middelengebruik (percentages) Roken Alcohol Hasj, marihuana Cocaïne, heroïne, speed 03 06 '09 '12 '15 03 '06 09 12 '15 03 06 '09 12 '15 03 06 09 12 HASW 39 25 20 15 70 59 43 36 34 23 13 9 5 10 1 0 3 0 2 Oud-Oost 27 30 24 20 24 75 61 48 48 43 22 17 8 11 10 2 0 1 0 1 Aldlân-Nijlân 29 25 21 14 13 68 61 43 38 24 13 14 8 5 6 1 1 0 1 2 Bilgaard/Vrijheidswijk - 26 20 14 14-44 32 32 30-13 6 5 7-0 1 0 0 Camminghaburen - - 21 20 17 - - 52 41 34 - - 8 8 9 - - 0 0 0 Vossepark & Helicon - - 21 15 10 - - 48 39 30 - - 9 8 7 - - 0 1 1 Zuiderburen e.d. - - 20 12 12 - - 42 37 25 - - 6 6 6 - - 0 0 1 Dorpen Leeuwarden - - 17 16 6 - - 51 41 33 - - 4 5 2 - - 1 0 0 Grou - - - 14 10 - - - 34 27 - - - 1 2 - - - 1 1 Voormalig Boarnsterhim - - - 18 9 - - - 44 40 - - - 4 3 - - - 1 1 Gemeentegemiddelde 26 23 21 16 14 63 55 45 39 32 14 12 8 6 7 1 1 1 0 1 '15 In het algemeen zijn er sinds 2003 relatief gezien steeds minder jongeren die roken en alcohol drinken. Alleen in de wijken Oud-Oost en HASW is het percentage jongeren dat rookt sinds 2012 toegenomen. Softdrugs wordt over het algemeen in 2015 meer gebruikt dan in 2012. Vooral in HASW is het percentage flink gestegen. Vossepark & Helicon, Oud- Oost en Voormalig Boarnsterhim zijn de enige wijken waarin het softdrugsgebruik is afgenomen. Ook harddrugs worden in 2015 iets vaker gebruikt dan in 2012. In de wijken HASW, Oud-Oost en Zuiderburen werden in 2012 niet of nauwelijks harddrugs gebruikt, in tegenstelling tot 2015. Tabel 6.6 Alcoholgebruik (percentages, resp. gemiddeld aantal glazen per maand) Alcohol: 10 keer per maand of vaker Gemiddeld aantal glazen alcohol per maand 16 of meer Bingedrinking 03 06 '09 12 '15 03 06 '09 12 '15 '09 12 '15 HASW 13 6 5 2 2 24 14 11 7 7 4 2 0 Oud-Oost 12 6 4 3 3 17 17 9 9 12 4 7 7 Aldlân-Nijlân 9 4 6 1 3 16 12 10 6 7 8 2 1 Bilgaard/Vrijheidswijk - 6 2 2 3-16 6 3 7 4 4 3 Camminghaburen - - 6 4 1 - - 10 8 5 7 4 2 Vossepark & Helicon - - 7 2 3 - - 10 7 7 8 5 3 Zuiderburen e.d. - - 2 2 1 - - 7 5 5 4 3 2 Dorpen Leeuwarden - - 1 4 6 - - 12 12 10 5 7 6 Grou - - - 2 1 - - - 6 6 6 7 1 Voormalig Boarnsterhim - - - 5 1 - - - 8 8-6 4 Gemeentegemiddelde 11 6 5 3 2 18 14 9 7 7 6 4 3 Pagina 56

Sinds 2003 is het alcoholgebruik afgenomen. Aldlân-Nijlân, Bilgaard/Vrijheidswijk, Vossepark & Helicon en Dorpen Leeuwarden zijn de enige wijken waar de jongeren in 2015 meer alcohol drinken dan in 2012. Het gemiddeld aantal glazen dat wordt gedronken, is sinds 2003 gedaald, maar deze daling is in 2015 niet doorgezet. Vergeleken met 2012 is het gemiddeld aantal glazen dat gedronken wordt gelijk gebleven. In Oud-Oost, Bilgaard/Vrijheidswijk en Aldlân-Nijlân drinkt men meer. In Camminghaburen en dorpen Leeeuwarden is het gemiddeld aantal glazen dat wordt gedronken afgenomen. In 2015 is 3% van de onderzochte jongeren een bingedrinker 10. Dit percentage daalt sinds 2009. In Oud-Oost is het percentage bingedrinkers het hoogst. Dit is niet veranderd ten opzichte van 2012. In de rest van de wijken is het percentage bingedrinkers afgenomen sinds 2009. De grootste daling is te zien in Grou (van 7% naar 1%). Tabel 6.7 Gedwongen tot seksuele handelingen Is ooit seksueel misbruikt/ tot seksuele handelingen gedwongen '09 12 '15 HASW 7 3 7 Oud-Oost 6 6 3 Aldlân-Nijlân 5 2 3 Bilgaard/Vrijheidswijk 6 6 2 Camminghaburen 5 2 4 Vossepark & Helicon 4 3 2 Zuiderburen e.d. 3 3 0 Dorpen Leeuwarden 1 7 0 Grou - 0 0 Voormalig Boarnsterhim - 3 3 Gemeentegemiddelde 5 3 3 Het percentage jongeren dat aangeeft ooit tegen de zin tot seksuele handelingen zijn gedwongen verschilt aanzienlijk per wijk. Gekeken naar heel Leeuwarden is het percentage gelijk gebleven. In de wijken HASW, Aldlân-Nijlân, Camminghaburen is het percentage gestegen, in Grou en Voormalig Boarnsterhim gelijk gebleven, en de rest van de wijken gedaald. Overigens moet hierbij wel opgemerkt worden dat de vraagstelling in 2015 is gewijzigd. In 2009 en 2012 was de vraag Ben je ooit seksueel misbruikt?, in 2015 Ben je ooit tegen je zin tot seksuele handelingen gedwongen? 10 Onder bingedrinker wordt een jongere verstaan die in de 2 weken voorafgaand aan het onderzoek vaker dan 3 keer 5 glazen alcohol of meer gedronken heeft. Pagina 57

Tabel 6.8 Depressieve gevoelens (percentages) Soms denk ik dat mijn leven niets waard is Er zijn momenten dat ik vind dat ik nergens goed voor ben In het algemeen ben ik geneigd te denken dat ik een mislukking ben In het afgelopen jaar voelde ik me meestal depressief en verdrietig '09 12 '15 '09 12 '15 '09 12 '15 '09 12 '15 HASW 22 17 19 39 39 32 11 17 10 25 22 16 Oud-Oost 19 22 24 39 40 40 14 10 18 23 17 22 Aldlân-Nijlân 19 21 20 36 46 30 13 14 11 22 23 14 Bilgaard/Vrijheidswijk 23 15 18 37 30 29 15 10 11 29 21 17 Camminghaburen 20 18 14 34 40 29 15 11 8 18 15 13 Vossepark & Helicon 18 13 18 34 33 33 10 10 10 18 15 13 Zuiderburen e.d. 20 17 18 36 34 36 12 11 9 17 18 15 Dorpen Leeuwarden 18 19 21 35 35 25 7 9 8 18 16 17 Grou - 15 16-27 30-6 12-12 20 Voormalig Boarnsterhim - 20 18-43 39-13 12-15 15 Gemeentegemiddelde 20 17 19 36 37 33 12 11 11 21 18 16 Gemiddeld gezien geven de jongeren aan minder depressieve gevoelens ten opzichte van 2009. Ten opzichte van 2012 scoort de indicator soms denk ik dat mijn leven niets waard is echter hoger in 2015. Dit geldt met name voor de wijk Vossepark & Helicon (van 13% naar 18%). Een daling is te zien in Camminghaburen, Aldlân-Nijlân en voormalig Boarnsterhim. Bij de indicator er zijn momenten dat ik vind dat ik nergens goed voor ben vallen de wijken Aldlân-Nijlân en Camminghaburen op vanwege de aanzienlijke daling tussen 2012 en 2015. De indicator in het algemeen ben ik geneigd te denken dat ik een mislukking ben bleef over heel Leeuwarden gelijk. Tussen de wijken zijn er echter ook grote verschillen. Zo vallen de wijken HASW, Camminghaburen, Aldlân-Nijlân en Zuiderburen op door een daling van de percentages. Oud-Oost en Grou zijn juist flink gestegen. Ook bij de indicator In het afgelopen jaar voelde ik me meestal depressief en verdrietig zijn er een aantal wijken die (vrij sterk) gedaald zijn in percentage: HASW, Aldlân-Nijlân, Bilgaard/Vrijheidswijk, Camminghaburen, Vossepark & Helicon. In andere wijken is er juist: een stijging: Oud-Oost en Grou. Pagina 58

6.4 Risico- en beschermende factoren De risico- en beschermende factoren betreffen alle z-scores. Voor een meer uitgebreide uitleg over z-scores verwijzen wij u naar hoofdstuk 5.1. 6.4.1 Risicofactoren Tabel 6.9a Risicofactoren: gezin (Z-scores tov gemiddelde Leeuwarden) Geschiedenis van probleemgedrag in het gezin Conflicten in het gezin 03 06 '09 12 '15 03 06 '09 12 '15 HASW 0,21 0,04 0,13-0,10 0,21 0,08 0,00-0,09 0,00 0,09 Oud-Oost 0,14 0,24 0,31 0,04 0,24 0,00 0,12 0,04 0,06 0,08 Aldlân-Nijlân -0,03-0,06-0,05 0,02 0,04 1,00 0,03 0,15 0,08 0,11 Bilgaard/Vrijheidswijk - 0,07 0,13 0,11 0,32 - -0,12-0,16-0,09 0,14 Camminghaburen - - -0,14 0,03-0,09 - - 0,03 0,16-0,08 Vossepark & Helicon - - -0,05-0,07-0,04 - - -0,04-0,16-0,12 Zuiderburen e.d. - - -0,05 0,03-0,17 - - 0,06-0,01-0,06 Dorpen Leeuwarden - - -0,14-0,12 0,14 - - -0,08-0,11-0,13 Grou - - - -0,05-0,11 - - - 0,04 0,10 Voormalig Boarnsterhim - - - 0,06-0,16 - - - 0,03-0,06 De wijken Bilgaard/Vrijheidswijk, Oud-Oost en HASW scoren het meest ongunstig op de risicofactor geschiedenis van probleemgedrag in het gezin. Dit is in deze 3 wijken een stuk ongunstiger dan in 2012. In Camminghaburen en Voormalig Boarnsterhim is sinds 2012 een duidelijke verbetering te zien in de score op de risicofactor geschiedenis van het probleemgedrag in het gezin. De score van de wijk Bilgaard/Vrijheidswijk op de risicofactor conflicten in het gezin is in 2015 ongunstiger in vergelijking met de score in 2012. Ook in HASW is een ongunstiger score. In de overige wijken zijn geen grote verschuivingen. Pagina 59

Tabel 6.9b Risicofactoren: gezin (Z-scores tov gemiddelde Leeuwarden) Positieve houding ouders tav alcoholen drugsgebruik Positieve houding van ouders tav antisociaal gedrag 03 06 '09 12 '15 03 06 '09 12 '15 HASW 0,25 0,09 0,04-0,02 0,14 0,11-0,01-0,06-0,04 0,08 Oud-Oost 0,24 0 0,04 0,07 0,33-0,08 0,02 0,04 0,14-0,1 Aldlân-Nijlân 0,01 0,04 0,06 0,03-0,14-0,01 0,07-0,03-0,09 0,05 Bilgaard/Vrijheidswijk - -0,08-0,18-0,2-0,18 - -0,02 0,1-0,07-0,01 Camminghaburen - - 0,02 0,04-0,08 - - -0,02 0,06-0,01 Vossepark & Helicon - - 0,03 0,04 0,05 - - -0,07-0,05 0,08 Zuiderburen e.d. - - -0,11-0,1-0,2 - - 0,06-0,01 0 Dorpen Leeuwarden - - 0,05-0,01 0,07 - - 0,06-0,01-0,09 Grou - - - 0,01 0,04 - - - -0,09-0,07 Voormalig Boarnsterhim - - - 0,15 0,11 - - - 0,13-0,07 Ten opzichte van 2012 scoren Camminghaburen, Zuiderburen en Aldlân-Nijlân in 2015 veel gunstiger op de risicofactor positieve houding van ouders ten aanzien van alcoholen drugsgebruik. In HASW en Oud-Oost is dit beeld precies andersom. Vooral Oud-Oost valt op met een score van 0,07 in 2012 en 0,33 in 2015. Wat betreft de risicofactor positieve houding van ouders tav antisociaal gedrag valt Oud- Oost juist op met een gunstige score in 2015 ten opzichte van 2012. Veel andere wijken, hebben juist minder gunstige scores in 2015. Naast Oud-Oost hebben ook de Dorpen Leeuwarden, Camminghaburen en Voormalig Boarnsterhim een iets betere score dan in 2012. Tabel 6.10a Risicofactoren: leeftijdgenoten/peers (Z-scores tov gemiddelde Leeuwarden) Vervreemding en opstandigheid Vrienden die antisociaal gedrag vertonen 03 06 09 12 '15 03 06 09 12 '15 HASW 0-0,06 0,03-0,1 0,01 0,16 0,02 0,03 0,05-0,07 Oud-Oost 0,1 0,01-0,03 0,04 0,19 0,03 0,11 0,02 0,01 0,15 Aldlân-Nijlân 0,07-0,01-0,1 0,02 0,13 0,05 0,18-0,12-0,09-0,12 Bilgaard/Vrijheidswijk - 0,07-0,02 0,11 0,14 - -0,04 0,19-0,05 0 Camminghaburen - - 0,07 0,03-0,08 - - 0 0,13 0,07 Vossepark & Helicon - - 0-0,07-0,11 - - 0,06 0,04 0,08 Zuiderburen e.d. - - -0,01 0,03-0,01 - - -0,11 0-0,04 Dorpen Leeuwarden - - -0,06-0,12 0,15 - - 0,05-0,13 0,08 Grou - - - -0,05-0,03 - - - -0,12-0,1 Voormalig Boarnsterhim - - - 0,06 0,14 - - - -0,11-0,05 Pagina 60

Tabel 6.10b Risicofactoren: leeftijdgenoten/peers (Z-scores tov gemiddelde Leeuwarden) Vroeg begin antisociaal gedrag 03 06 '09 12 '15 HASW 0,17 0,03 0,03 0 0,13 Oud-Oost 0,08 0,09 0,03 0,1 0,03 Aldlân-Nijlân 0,03 0,17-0,01 0,19 0,2 Bilgaard/Vrijheidswijk - -0,09-0,11-0,05 0,06 Camminghaburen - - 0,02 0,04-0,03 Vossepark & Helicon - - 0,02-0,07 0 Zuiderburen e.d. - - 0,02-0,05-0,02 Dorpen Leeuwarden - - -0,12-0,18-0,15 Grou - - - -0,16-0,03 Voormalig Boarnsterhim - - - 0,03 0,08 Wat opvalt is dat de wijken Camminghaburen en Vossepark & Helicon sinds 2003 steeds gunstiger scoren op de risicofactoren vervreemding en opstandigheid. Oud-Oost en de Dorpen Leeuwarden vallen juist op met een ongunstige score in 2015, in tegenstelling tot 2012. De scores van HASW, Aldlân-Nijlân en Zuiderburen op de risicofactor vrienden die antisociaal gedrag vertonen zijn in 2015 verbeterd ten opzichte van 2012. In Oud-Oost, Vossepark & Helicon en Dorpen Leeuwarden laten een ongunstige ontwikkeling zien tussen 2012 en 2015. HASW en Bilgaard/Vrijheidswijk scoren ten opzichte van 2012 in 2015 ongunstig op de risicofactor vroeg begin antisociaal gedrag. Tabel 6.11a Risicofactoren: wijk (Z-scores tov gemiddelde Leeuwarden) Gebrek aan binding in de wijk Gebrek aan organisatie in de wijk 03 06 '09 12 '15 03 06 '09 12 '15 HASW -0,01-0,18-0,1-0,06-0,03 0,25 0,03-0,06 0,1 0,13 Oud-Oost 0,15 0,12 0,25 0,36 0,49 0,19 0,04 0,14 0,4 0,58 Aldlân-Nijlân 0,13 0,08 0,21 0,2 0,1 0,01-0,06 0 0,24 0,14 Bilgaard/Vrijheidswijk - 0,23 0,33 0,21 0,31-0,43 0,75 0,5 0,79 Camminghaburen - - -0,04-0,04-0,1 - - 0,24 0,3 0,27 Vossepark & Helicon - - -0,15-0,21-0,12 - - -0,21-0,3-0,12 Zuiderburen e.d. - - -0,22-0,24-0,34 - - -0,3-0,43-0,43 Dorpen Leeuwarden - - -0,09-0,25-0,11 - - -0,67-0,77-0,69 Grou - - - 0,04-0,05 - - - -0,53-0,5 Voormalig Boarnsterhim - - - -0,1 0,07 - - - -0,24-0,49 Pagina 61

Binnen het domein wijk scoort de wijk Bilgaard/Vrijheidswijk sinds 2006 ongunstig op alle risicofactoren. Dit geldt vanaf 2003 eveneens voor de wijk Oud-Oost. Vooral sinds 2009 heeft er in Oud-Oost een verslechtering plaatsgevonden ten aanzien van het domein wijk/dorp'. Zuiderburen en de Dorpen Leeuwarden vallen vanaf 2009 juist op door de gunstige scores op alle risicofactoren binnen het domein wijk/dorp. Tabel 6.11b Risicofactoren: wijk (Z-scores tov gemiddelde Leeuwarden) Normen die antisociaal gedrag bevorderen 03 06 '09 12 '15 HASW 0,18-0,1 0,08-0,05 0,04 Oud-Oost 0,04 0,08 0 0,08 0,3 Aldlân-Nijlân 0,06-0,01 0,1 0,12 0,09 Bilgaard/Vrijheidswijk - 0,2 0,13 0,29 0,18 Camminghaburen - - 0,02 0,06-0,04 Vossepark & Helicon - - -0,09-0,19-0,09 Zuiderburen e.d. - - -0,12-0,15-0,14 Dorpen Leeuwarden - - -0,08-0,21-0,04 Grou - - - 0-0,01 Voormalig Boarnsterhim - - - 0,06-0,08 De wijken Oud-Oost en Bilgaard/Vrijheidswijk vallen sinds respectievelijk 2003 en 2006 op doordat zij ongunstig scoren op de risicofactor verkrijgbaarheid van wapens en drugs in de wijk. Vooral in 2015 scoort Oud-Oost hoog op deze risicofactor. In Bilgaard/Vrijheidswijk is het beeld wel positiever geworden. Daarentegen scoort Zuiderburen sinds 2009 gunstig op deze risicofactor. Pagina 62

6.4.2 Beschermende factoren Tabel 6.12 Beschermende factoren: gezin (Z-scores tov gemiddelde Leeuwarden) Hechtingssterkte gezin Mogelijkheden voor positieve betrokkenheid Beloningen voor positieve betrokkenheid 03 06 '09 12 '15 03 06 '09 12 '15 03 06 '09 12 '15 HASW -0,2 0,2 0 0-0,1-0,1 0,1 0,1 0,1-0 -0,1 0,1 0,1 0,1-0,1 Oud-Oost 0,1-0,3-0,1-0,1-0,2 0,2-0,1-0,1-0,1-0,2-0,1-0,2-0 -0,1-0,2 Aldlân-Nijlân -0,1-0,1 0-0,1-0,1-0,1-0 -0-0 -0-0,1 0-0,1-0,1 0 Bilgaard/Vrijheidswijk - 0,1-0 -0,2-0,2-0 0,1-0 -0,1-0 0 0 0 Camminghaburen - - -0,1-0,1 0,1 - - -0,1-0,1 0,1 - - -0,1-0,1 0,1 Vossepark & Helicon - - 0 0,2 0,1 - - 0 0,1 0,1 - - 0,1 0,1 0,1 Zuiderburen e.d. - - 0,1 0,1 0,2 - - 0-0 0,1 - - 0-0 0 Dorpen Leeuwarden - - 0 0,2 0,1 - - 0 0,1 0 - - -0 Grou - - - 0 0,1 - - - 0,1 0 - - - 0,1 0,1 Voormalig Boarnsterhim - - - 0-0,2 - - - -0,1-0,1 - - - -0,1-0,2 0, 00-0 Binnen het domein gezin laten de wijken Camminghaburen en Zuiderburen sinds 2009 een gunstige verbetering zien. Voor Bilgaard/Vrijheidswijk en HASW is het beeld precies andersom. Tabel 6.13 Beschermende factoren: school (Z-scores tov gemiddelde Leeuwarden) Mogelijkheden voor positieve betrokkenheid Beloningen voor positieve betrokkenheid 03 06 '09 12 '15 03 06 '09 12 '15 HASW -0,07 0-0,05 0,08 0 0,08 0 0,04 0,16-0,04 Oud-Oost -0,12-0,1 0,04 0,03-0,08-0,17-0,13-0,09 0,03-0,13 Aldlân-Nijlân 0,18-0,2-0,14-0,19 0,02-0,1-0,13-0,16-0,17 0,1 Bilgaard/Vrijheidswijk - 0,15 0,01-0,06-0,27-0,29 0,09-0,06 0,04 Camminghaburen - - 0,02-0,1 0,04 - - 0-0,09 0,01 Vossepark & Helicon - - 0,08 0,07 0,14 - - 0,04 0,06 0,06 Zuiderburen e.d. - - -0,04 0,03 0 - - 0,02-0,01 0,04 Dorpen Leeuwarden - - 0 0,06 0,03 - - -0,04-0,03 0,04 Grou - - - 0,16 0,13 - - - 0,09-0,01 Voormalig Boarnsterhim - - - -0,04-0,14 - - - -0,01-0,17 Binnen het domein school valt het op dat de wijk Bilgaard/Vrijheidswijk sinds 2009 ongunstig scoort op de factor mogelijkheden voor positieve betrokkenheid. Vossepark & Helicon scoort in 2015 juist gunstiger op deze factor. Voormalig Boarnsterhim valt bij de risicofactor beloningen voor positieve betrokkenheid op met een lagere score in 2015 dan in 2012. Dit geldt ook voor Oud-Oost. Pagina 63

Tabel 6.14 Beschermende factoren: leeftijdgenoten/peers (Z-scores tov gemiddelde Leeuwarden) Religie Gezonde opvattingen & duidelijke normen 03 06 09 12 '15 03 06 09 12 '15 HASW -0,2-0,14-0,03-0,16 0,18 0,03 0,07 0,12 0,08 0 Oud-Oost -0,16-0,16 0,01 0,04 0,10 0,16 0,16 0,06 0,05-0,16 Aldlân-Nijlân -0,02-0,03 0,01 0,04 0,03-0,06-0,23 0,06-0,18 0,02 Bilgaard/Vrijheidswijk - 0,2 0,4 0,57 0,59-0,05 0,16 0,15 0,12 Camminghaburen - - -0,12 0,04-0,07 - - -0,15-0,1 0,02 Vossepark & Helicon - - -0,04-0,02-0,07 - - -0,04 0,07 0,05 Zuiderburen e.d. - - -0,13-0,15-0,13 - - -0,03-0,12-0,03 Dorpen Leeuwarden - - 0,07-0,03-0,24 - - -0,02 0,08-0,06 Grou - - - -0,24-0,20 - - - 0,07 0,01 Voormalig Boarnsterhim - - - -0,29-0,23 - - - -0,07-0,15 De wijk Bilgaard/Vrijheidswijk scoort sinds 2006 structureel het hoogst (gunstig) op de indicator religie. Oud-Oost en Voormalig Boarnsterhim scoren het meest ongunstig op de beschermende factor gezonde opvattingen en duidelijke normen. In vergelijking met 2012 is dit verslechterd. In Aldlan-Nijlan is dit juist verbeterd. Bilgaard/Vrijheidswijk heeft net als in 2009 de meest gunstige score op deze beschermende factor. Tabel 6.15 Beschermende factoren: wijk/dorp (Z-scores tov gemiddelde Leeuwarden) Mogelijkheden voor positieve betrokkenheid Beloningen voor positieve betrokkenheid 03 06 '09 12 '15 03 06 '09 12 '15 HASW -0,09 0,05 0,18-0,02-0,07-0,05-0,06 0,14 0,08-0,1 Oud-Oost -0,36-0,2-0,35-0,28-0,41-0,04-0,16-0,22-0,31-0,38 Aldlân-Nijlân -0,09-0,08-0,22-0,35-0,26-0,14 0,13-0,12-0,11 0,04 Bilgaard/Vrijheidswijk - -0,06-0,34-0,2-0,25 - -0,05-0,12-0,06-0,24 Camminghaburen - - 0,14 0,12 0,16 - - 0,01-0,03 0 Vossepark & Helicon - - 0,09 0,11 0,04 - - 0,04 0,04-0,01 Zuiderburen e.d. - - 0,17 0,23 0,35 - - 0,13 0,14 0,22 Dorpen Leeuwarden - - 0,01 0,29 0,06 - - 0,04 0,35 0,21 Grou - - - 0,16 0,15 - - - 0 0,09 Voormalig Boarnsterhim - - - 0,12 0,04 - - - 0,31 0,31 Ten opzichte van 2012 laten de Dorpen Leeuwarden in 2015 een verslechtering zien in de score op de beschermende factor mogelijkheden voor positieve betrokkenheid. Dit geldt ook voor Oud-Oost en Bilgaard/Vrijheidswijk. De wijken Oud-Oost, Aldlân-Nijlân en Bilgaard/Vrijheidswijk scoren sinds de start van het onderzoek in 2003 structureel ongunstig Pagina 64

op deze beschermende factor. Hetzelfde geldt voor de scores van Oud-Oost en Bilgaard/Vrijheidswijk op de beschermende factor beloningen voor positieve betrokkenheid. Deze score is voor Aldlan-Nijlan juist verbeterd in 2015. Pagina 65

Literatuur Aalst, M. van & W. Roorda (2006) Scholierenonderzoek Communities that Care Leeuwarden. Amsterdam: DSP-Groep. Diepen, G. van, W. de Vries & G. Pusztay, G. (2010). Veilig opgroeien in Leeuwarden. Herhaalde en derde meting. Leeuwarden, maart 2010: Partoer CMO Fryslân. Dijk, A. G. van, M. Geldorp & H. Tulner (2002). Tussenrapportage evaluatie vier pilotprojecten CtC. Amsterdam: DSP-Groep. Dijk, A. G. van, S. Flight, M. Geldorp & H. Tulner (2004). Eindrapportage evaluatie vier pilotprojecten CtC. Amsterdam: DSP-Groep. DSP-Groep (2000). Communities That Care: Toelichting op vertaling en aanpassing van 1) CtC risico- en beschermende factorenmodel en 2) onderzoeksinstrumenten effectmeting CtC. Amsterdam: DSP-groep. Geldrop, M. & A.G. van Dijk (2003). Aanpassing scholierenenquête'. Amsterdam: DSPgroep. Hawkins, J. D., R.F. Catalano & J.Y. Miller (1992). Risk and protective factors for alcohol and other drug problems in adolescence and early childhood: Implications for substance abuse prevention. Psychological Bulletin, 112, 64-105. Hawkins, J. D., M. W. Arthur & R.F. Catalano (1995). Preventing substance abuse. In M. Tonry & D. Farrington (Eds.), Builiding a safer society, Strategic approaches to crime prevention. crime and justice A review of research (Vol. 19, pp. 343-427). Chicago: University of Chicago Press. Hawkins, J. D. (1999). Preventing crime and violence through Communities that Care. European Journal on criminal on Criminal Policy and Research, 7. 443-458. Ince, D., M. Beumer, H. Jonkman. & M. Vergeer (2004). Veelbelovend en effectief. Overzicht van preventieprojecten- en programma's in de domeinen Gezin, School, Kinderen en jongeren, Wijk. Tweede volledig herziene druk. Utrecht: NIZW. Jonkman, H.R. Boers, A.G. van Dijk. & M. Rietveld (2006). Wijken gewogen. Gedrag van jongeren in kaart gebracht. Utrecht: NIZW. Vries, W. de & G. van Diepen (2008). Veilig opgroeien in Noordoost Fryslân. Leeuwarden, maart 2008: Partoer CMO Fryslân. Vries, W. de. & G. Pusztay (2012). Veilig opgroeien in Leeuwarden. Herhaalde en vierde meting. Leeuwarden, november 2012: Partoer. Fries Bureau voor sociaal-economische vraagstukken. Pagina 66

Bijlagen Pagina 67

Bijlage 1 Toelichting risico- en beschermende factoren B 2.1 Risicofactoren Domein gezin FR1 Geschiedenis van probleemgedrag in het gezin Als kinderen opgroeien in een gezin met een verleden van alcohol of drugsverslaving is de kans groter dat zij deze later zelf ook zullen ontwikkelen. Ditzelfde geldt voor kinderen die opgroeien in een gezin met een verleden van crimineel gedrag. In de vragenlijst wordt de jongeren gevraagd of er gezinsleden zijn met een geschiedenis van alcohol- of drugsproblemen en of gezinsleden in aanraking zijn geweest met justitie. FR2 Problemen met gezinsmanagement Slechte gezinsleiding betekent dat er geen duidelijk beeld bestaat van gewenst gedrag, dat ouders hun kinderen onvoldoende in de gaten houden en begeleiden en dat ouders excessieve of inconsequente straffen opleggen. Als kinderen opgroeien in een gezin dat slecht geleid wordt, lopen ze meer risico op het ontstaan van probleemgedrag. In het jongerenonderzoek wordt over het onderdeel 'toezicht' onder meer gevraagd of de ouders van de jongere regelmatig vragen of het huiswerk wordt gemaakt, of zij merken als een jongere niet op tijd thuis komt en dat zij willen dat de jongere naar huis belt als deze later thuis is. Ook wordt de jongere gevraagd of de regels in het gezin duidelijk zijn en of er binnen het gezin regels gelden omtrent alcohol en drugs. Bij het onderdeel 'discipline' wordt gevraagd of de ouders van de jongere er achter zou komen als deze drugs zou gebruiken of zou spijbelen. FR3 Conflicten in het gezin Voortdurende en grote conflicten tussen hoofdverzorgers onderling of tussen hoofdve r- zorgers en kinderen vergroten de kans op de ontwikkeling van probleemgedrag bij kinderen die opgroeien in dergelijke gezinnen. Gebleken is dat conflicten tussen familieleden van grotere invloed op het ontstaan van probleemgedrag zijn dan de gezinsstructuur. In de vragenlijst van het jongerenonderzoek wordt onder meer gevraagd of er binnen het gezin veel geschreeuwd of gescholden wordt en er vaak over hetzelfde ruzie wordt gemaakt. Ook wordt er gevraagd of er binnen het gezin wordt aangegeven waarom bepaalde keuzes worden gemaakt. FR4 Positieve houding van ouders ten aanzien van alcohol- en drugsgebruik Een positieve houding van ouders met betrekking tot alcohol- en drugsgebruik kan bij kinderen leiden tot een verhoogd risico op het ontstaan van aan alcohol- en drugsgerelateerde problemen. In het jongerenonderzoek wordt wat betreft alcohol en drugs de jongeren gevraagd wat hun ouders er van vinden als zij vaak alcohol en softdrugs gebruiken en sigaretten roken. FR5 Positieve houding van ouders ten aanzien van antisociaal gedrag Ditzelfde geldt voor een positieve houding van ouders met betrekking tot antisociale g e- dragingen als diefstal, vernielingen en agressie. Wanneer de ouders onverschillig of positief tegenover deze gedragingen staan, zullen de kinderen eerder geneigd zijn deze gedragingen te vertonen. In het jongerenonderzoek wordt gevraagd wat hun ouders er van vinden als zij iets stelen, dingen vernielen of betrokken zijn bij vechtpartijen. Pagina 68

Gebrek aan financiële mogelijkheden In 2015 is voor het eerst gevraagd naar financiële mogelijkheden. Er is gevraagd of ouders financieel in staat zijn voor de jongere een lidmaatschap voor sport- of hobbyclub te betalen, nieuwe kleren, een jaarlijkse vakantie en een maandelijks uitstapje. Eigen ervaring armoede Ook is in 2015 voor het eerst gevraagd naar de eigen ervaring van armoede. Er is gevraagd of ouders naar de voedselbank gaan en of de jongere geen mensen mee naar huis neemt uit schaamte voor de armoedige situatie. Domein school SR2 Gebrek aan binding Kinderen met een geringe binding aan school hebben vaak de betrokkenheid met de school verloren. Hierdoor lopen zij een verhoogd risico op het ontstaan van probleemg e- dragingen. In de jongerenenquête wordt het gebrek aan binding gemeten door te vragen: of de scholier er moeite mee heeft naar school te gaan, de aandacht er moeilijk bij kan houden, moeite heeft met binnen zitten of met tegenzin naar school gaat. Ook wordt er gevraagd naar lage huiswerkmotivatie; of de scholier zijn of haar best doet op het huiswerk. Domein leeftijdgenoten/peers IR1 Vervreemding en opstandigheid Kinderen die het gevoel hebben dat zij buiten de maatschappij vallen kunnen recalcitrant gedrag gaan vertonen. Dit kan zich onder andere uiten in het zich niet houden aan regels of in het aannemen van een actief rebellerende houding tegenover de maatschappij. Deze kinderen lopen een verhoogd risico op drugsgebruik, criminaliteit en vroegtijdige schoo l- verlating. In de jongerenenquête wordt onder meer gevraagd of jongeren het leuk vinden om uit te testen hoe ver zij kunnen gaan, of zij zich expres niet aan de regels houden om anderen kwaad te maken, of de jongeren eerlijk zijn tegen hun ouders en of de jongere zich niet aan regels houdt die hem of haar niet uitkomen. IR2 Betrokkenheid bij jeugdbende In de jongerenenquête is gevraagd of de jongere lid is van een jeugdbende. De vragen luiden: Hoe oud was je toen je voor het eerst bij een jeugdbende ging? En: kun je aangeven hoeveel van deze vier vrienden in het afgelopen jaar lid zijn geweest van een jeugdbende? IR3 Vroeg begin van antisociaal gedrag Hoe eerder kinderen antisociaal gedrag vertonen, hoe groter de kans dat dit gedrag op latere leeftijd wordt voortgezet. In de jongerenenquête is gevraagd op welke leeftijd de jongere voor het eerst een wapen meenam, uit de klas werd gestuurd, door de politie werd opgepakt en iemand ging aanvallen met de bedoeling die persoon te verwonden. IR4 Vroeg begin van alcohol- en drugsgebruik Hoe eerder kinderen beginnen met roken, alcohol en drugs, hoe groter de kans dat hun gedrag later chronische vormen zal aannemen. In het onderzoek wordt dit gemeten door de jongeren te vragen op welke leeftijd voor het eerst een sigaret gerookt werd, voor het eerst alcohol werd gedronken en voor het eerst Pagina 69

soft- of harddrugs werd gebruikt. IR7 Omgang met vrienden die alcohol en drugs gebruiken Kinderen die omgaan met leeftijdgenoten die sigaretten roken, alcohol drinken of drugs gebruiken, lopen een verhoogd risico dezelfde problemen te vertonen. In de vragenlijst wordt gevraagd hoeveel van de vrienden in het laatste jaar alcohol, soft- en harddrugs hebben gebruikt. IR8 Omgang met vrienden die antisociaal gedrag vertonen Jongeren die omgaan met leeftijdgenoten die antisociaal gedrag vertonen (zelfs jongeren uit evenwichtige gezinnen), lopen zelf veel meer risico deze problemen te vertonen. In de vragenlijst wordt gevraagd hoeveel van de beste vrienden/vriendinnen van de jongere in het laatste jaar heeft gespijbeld, een wapen bij zich draagt, iets heeft gestolen, met de politie in aanraking is gekomen of zonder diploma van school is gegaan. Domein wijk/dorp CR1 Gebrek aan binding in de wijk/dorp Buurten waar mensen weinig aansluiting hebben bij de buurt vertonen meer problemen met betrekking tot drugs, drugshandel, criminaliteit en geweld. Deze situatie doet zich niet alleen voor in arme wijken; ook beter gesitueerde buurten kampen met deze problemen. Om het begrip 'binding met de buurt' te meten kunnen de jongeren onder meer aangeven in de vragenlijst dat zij de buurt niet erg missen als zij zouden verhuizen, niet vinden dat zij in een leuke buurt wonen en graag uit de buurt willen verhuizen. CR2 Gebrek aan organisatie in de wijk/dorp Ditzelfde geldt voor buurten waarin de organisatie gebrekkig is. De component organisatie in de buurt wordt gemeten door de jongeren aan te laten geven of zij zich veilig voelen, vinden dat er veel graffiti of rommel op straat is in hun eigen buurt en of er veel misdaad en drugshandel plaatsvindt. CR5 Normen die antisociaal gedrag bevorderen Jongeren lopen een verhoogd risico op probleemgedragingen als de normen ten aanzien van drugsgebruik, geweld of criminaliteit ontbreken of zelfs alleen al als hier onduidelij k- heid over bestaat. In de vragenlijst wordt aan de jongeren gevraagd of kinderen in hun buurt worden aangesproken door buurtbewoners als zij iets vernielen, andere kinderen pesten of serieus gaan vechten. Pagina 70

B 2.2 Beschermende factoren Domein gezin FP1 Hechtingssterkte gezin De hechtingssterkte van het gezin wordt over het algemeen gezien als een factor die de kans op probleemgedragingen vermindert; hierbij kan men denken aan samen dingen ondernemen en het praten over problemen. In de jongerenenquête wordt hechtingssterkte binnen het gezin gemeten door de jongere te vragen of hij of zij het goed kan vinden met vader of moeder, of vertelt aan zijn of haar ouders wat hem of haar bezighoudt en het leuk vindt om iets te ondernemen met vader of moeder. FP2 Mogelijkheden voor positieve betrokkenheid Deze factor meet in hoeverre jongeren de kans hebben binnen het gezin om positief of sociaal wenselijk gedrag te vertonen. In het onderzoek wordt deze factor gemeten door de jongere te vragen of binnen het gezin naar zijn of haar mening wordt gevraagd als besluiten moeten worden genomen over de jongere, of hij of zij bij zijn of haar ouders terecht kan als er een persoonlijk probleem is en of de ouders vaak leuke dingen willen ondernemen met de jongere. FP3 Beloningen voor positieve betrokkenheid Deze factor meet in hoeverre jongeren beloond worden voor positief gedrag door hun omgeving, in dit geval binnen het gezin. In de vragenlijst wordt onder meer gevraagd of de ouders van de jongere het laten merken dat zij trots zijn op jongere of regelmatig complimenten geven als de jongere iets goed doet. Domein school SP1 Mogelijkheden voor positieve betrokkenheid Deze factor meet in hoeverre jongeren de kans hebben binnen de school om positief of sociaal wenselijk gedrag te vertonen, zoals buitenschoolse activiteiten of clubs. Deze factor is in de vragenlijst meegenomen door te vragen of leerlingen op school mee mogen beslissen mee over de schoolregels of men gemakkelijk apart met een leraar of lerares kan praten, of leraren de leerlingen aanmoedigen om mee te doen in de klas of met buitenschoolse activiteiten. Ook wordt er gevraagd of er op school veel buitenschoolse activiteiten worden georganiseerd. SP2 Beloningen voor positieve betrokkenheid Deze factor meet in hoeverre jongeren beloond worden voor positief gedrag door hun o m- geving, in dit geval binnen de school. De jongeren wordt in de vragenlijst onder meer gevraagd of leraren bij hen op school het opmerken als zij iets goed doen en of zij de jongere hierover dan een compliment geven. Domein leeftijdgenoten/peers IP1 Gezonde opvattingen en duidelijke normen Deze factor meet of de jongere beschikt over duidelijke normen omtrent wenselijk gedrag. In het jongerenonderzoek wordt de jongeren gevraagd of zij vinden dat je dingen mag stelen als je maar niet gepakt wordt, of dat zij mogen spieken of dat ze zichzelf met geweld mogen verdedigen. Pagina 71

IP3 Religie Deze factor meet de mate van religieuze betrokkenheid van de jongere. In de vragenlijst wordt gevraagd hoe belangrijk geloof/religie/spiritualiteit is in hun leven. Domein wijk/dorp CP1 Mogelijkheden voor positieve betrokkenheid Deze factor meet in hoeverre jongeren de kans hebben om binnen hun wijk/dorp positief of sociaal wenselijk gedrag te vertonen, zoals meedoen aan activiteiten of clubs in het buurthuis. In het jongerenonderzoek wordt gevraagd of de jongeren vinden dat er voldoende activiteiten voor hen zijn in de buurt waarin zij wonen en of er volwassenen in hun buurt aanwezig zijn met wie ze kunnen praten. CP2 Beloningen voor positieve betrokkenheid Deze factor meet in hoeverre jongeren beloond worden voor positief gedrag door hun omgeving, in dit geval in de wijk of het dorp. In de vragenlijst wordt hierover onder meer gevraagd of jongeren vinden dat volwassen buurt- of dorpsgenoten het merken als jongeren iets goed doen en of zij dit dan ook zeggen en of er in de buurt mensen wonen die trots zijn op de jongere als deze iets goeds doet. Ook wordt er gevraagd of er in de buurt van de jongere mensen zijn die hem of haar aanmoedigen om zijn/haar best te doen. Pagina 72

Pagina 73

gebrek aan binding geschiedenis van probleemgedrag in het gezin problemen met gezinsmanagement conflicten in het gezin positieve houding van ouders t.a.v. alcoholen drugsgebruik positieve houding van ouders t.a.v. antisociaal gedrag Bijlage 2 Tabellen ruwe scores Leeuwarden B1 Tabellen risicofactoren (schaal 0 tot 100) Tabel B1.1 Gezin wijk Gemeentegemiddelde 5 29 23 12 5 HASW 9 29 25 14 6 Oud-Oost 9 32 25 17 4 Aldlân-Nijlân 6 28 26 10 6 Bilgaard/Vrijheidswijk 10 25 26 9 5 Camminghaburen 4 27 22 11 5 Vossepark & Helicon 4 30 21 13 6 Zuiderburen 2 27 22 9 5 Dorpen Leeuwarden 3 30 21 13 4 Grou 3 28 25 13 4 Voormalig Boarnsterhim 2 29 22 14 4 Tabel B1.2 School wijk Gemeentegemiddelde 29 HASW 28 Oud-Oost 30 Aldlân-Nijlân 30 Bilgaard/Vrijheidswijk 31 Camminghaburen 27 Vossepark & Helicon 30 Zuiderburen 30 Dorpen Leeuwarden 29 Grou 27 Voormalig Boarnsterhim 32 Pagina 74

omgang met vrienden die alcohol en drugs gebruiken omgang met vrienden die antisociaal gedrag vertonen vervreemding en opstandigheid betrokkenheid bij jeugdbende vroeg begin van antisociaal gedrag vroeg begin van alcohol- en drugsgebruik Tabel B1.3a Leeftijdgenoten/Peers wijk Gemeentegemiddelde 30 1 12 10 HASW 30 1 14 13 Oud-Oost 33 1 12 13 Aldlân-Nijlân 32 1 14 9 Bilgaard/Vrijheidswijk 32 0 13 10 Camminghaburen 28 1 12 11 Vossepark & Helicon 28 0 12 9 Zuiderburen 30 1 12 9 Dorpen Leeuwarden 33 0 10 9 Grou 29 0 12 9 Voormalig Boarnsterhim 32 0 13 11 Tabel B1.3b Leeftijdgenoten/Peers wijk Gemeentegemiddelde HASW Oud-Oost Aldlân-Nijlân Bilgaard/Vrijheidswijk Camminghaburen Vossepark & Helicon Zuiderburen Dorpen Leeuwarden Grou 27 21 28 18 35 26 23 17 26 21 29 23 27 23 24 19 26 23 21 17 Voormalig Boarnsterhim 29 19 Pagina 75

gebrek aan binding in de wijk gebrek aan organisatie in de wijk normen die antisociaal gedrag bevorderen Tabel B1.4 Wijk/dorp wijk Gemeentegemiddelde 31 22 32 HASW 30 23 33 Oud-Oost 43 31 37 Aldlân-Nijlân 33 23 33 Bilgaard/Vrijheidswijk 38 35 35 Camminghaburen 28 26 31 Vossepark & Helicon 28 19 30 Zuiderburen 22 13 29 Dorpen Leeuwarden 28 8 31 Grou 30 12 32 Voormalig Boarnsterhim 33 12 31 Pagina 76

mogelijkheden voor positieve betrokkenheid beloningen voor positieve betrokkenheid hechtingssterkte gezin mogelijkheden voor positieve betrokkenheid beloningen voor positieve betrokkenheid B2 Tabellen beschermende factoren (schaal 0 tot 100) Tabel B1.5 Gezin wijk Gemeentegemiddelde 76 76 79 HASW 75 75 77 Oud-Oost 72 73 75 Aldlân-Nijlân 75 76 79 Bilgaard/Vrijheidswijk 72 75 79 Camminghaburen 79 77 80 Vossepark & Helicon 79 77 80 Zuiderburen 79 78 79 Dorpen Leeuwarden 79 76 78 Grou 78 76 81 Voormalig Boarnsterhim 73 73 76 Tabel B1.6 School wijk Gemeentegemiddelde 62 69 HASW 62 68 Oud-Oost 61 67 Aldlân-Nijlân 63 71 Bilgaard/Vrijheidswijk 58 70 Camminghaburen 63 69 Vossepark & Helicon 65 70 Zuiderburen 62 70 Dorpen Leeuwarden 63 70 Grou 65 69 Voormalig Boarnsterhim 60 66 Pagina 77

mogelijkheden voor positieve betrokkenheid beloningen voor positieve betrokkenheid gezonde opvattingen en duidelijke normen religie of spiritualiteit Tabel B1.7 Leeftijdgenoten/Peers wijk Gemeentegemiddelde 67 28 HASW 67 33 Oud-Oost 65 31 Aldlân-Nijlân 68 29 Bilgaard/Vrijheidswijk 69 45 Camminghaburen 68 26 Vossepark & Helicon 68 26 Zuiderburen 67 24 Dorpen Leeuwarden 66 21 Grou 68 22 Voormalig Boarnsterhim 65 21 Tabel B1.8 Wijk/dorp wijk Gemeentegemiddelde 48 49 HASW 46 47 Oud-Oost 39 41 Aldlan-Nijlan 42 50 Bilgaard/Vrijheidswijk 42 44 Camminghaburen 52 49 Vossepark & Helicon 49 49 Zuiderburen 56 54 dorpen Leeuwarden 49 54 Grou 51 52 Voormalig Boarnsterhim 49 56 Pagina 78

Pagina 79

Bijlage 3 Kaart wijkindeling gemeente Leeuwarden Pagina 80