DE HERTOGIN HEDWIGEPOLDER ONTPOLDEREN?

Vergelijkbare documenten
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

1. opvaart over Drempel van Hansweert 2. afvaart door het Zuidergat 3. stilliggen nabij het sproeiponton 4. afvaart langs Schaar van Waarde.

De hertogin Hedwigepolder, toneel van machtstrijd.

Ontpolderen langs de Westerschelde

VAN BELANG STICHTING DE LEVENDE DELTA VOOR ELKE ZEEUW. STICHTING DE LEVENDE DELTA VAN BELANG VOOR ELKE ZEEUW 1

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 juni Geachte Voorzitter,

WENNEN AAN DE WESTERSCHELDE ADVIES COMMISSIE NATUURHERSTEL WESTERSCHELDE: ALTERNATIEVEN VOOR ONTPOLDERING HERTOGIN HEDWIGEPOLDER

HAVENECONOMIE EN ECOLOGIE:

Art. 14. Art. 15. Art. 16.

Patrick Meire in de Hedwige polder

Gewijzigd voorstel. Initiatief voorstel van de leden Wiersma en Luijt-Verheij inzake natuurontwikkeling c.a. Westerschelde. (SGR-37 gewijzigd)

landbouw, natuur en voedselkwaliteit

Natuurherstel in de Westerschelde:

Leven met de natuur van de Westerschelde, een ander natuur beleid

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, SG-Greffe(2012)D/

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Juridisch advies betreffende locatie natuurherstel SBZ Westerschelde

Illllllllllllillilllllllllillllll. kenmerk

Zandhonger. Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde. 19 september 2002

ALTERNATIEF VOOR ONTPOLDERING CONCLUSIES RAPPORT NIJPELS WETENSCHAPPELIJK WEERLEGD EN AFGEWEZEN

EEN DIJK VAN EEN PLAN. Wim Dauwe

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden?

De Stichting Red onze Polders stelt hierbij beroep in tegen bovenvermeld inpassings en exploitatie plan.

1. Chronologische weergave van gebeurtenissen en (genomen) besluiten na 8 juli 2008

Vrij vertrouwd. Redelijk vertrouwd

paspoort westerschelde

Natuurherstel in de Westerschelde: De mogelijkheden nader verkend

Inleiding. Opdrachten

Westerschelde poort. Een juridische benadering. door Mr. Dr. Drs. Peter van der Kruit

Nr. RMW-539. Agenda nr. Nr /51 Middelburg, 13 januari Aan de Provinciale Staten van Zeeland

Sediment en morfologisch beheer van estuaria

1 ~; \'!~!,

Validatieonderzoek buitendijks natuurherstel Westerschelde

Hoe is verbetering van het systeem mogelijk?

Provinciale Staten. Provincie Zeeland

WATERPROEF. Het geactualiseerde SIGMAPLAN en de Antwerpse Scheldekaaien. Naar een klimaatbestendig Antwerpen

Haven en Natuur. 22/05/2013 Laura Verlaeckt (Havenbedrijf Antwerpen) Peter Symens (Natuurpunt)

RSG DE BORGEN. Anders varen. Informatie voor de leerlingen. Inhoud. 1 De opdracht 2 Uitwerking opdracht 3 Het beroep 4 Organisatie 5 Beoordeling

Wet-íf-Huisken vd M.L.J. (Maina)

Boze Belgen. Hoe Nederland uitvoering geeft aan verdragen met betrekking tot de Westerschelde.

Verslag Interactieve werksessie Smartsediment Slimme toepassingen van baggerspecie

Openbare raadpleging in het kader van de "fitness check" van de EU-natuurwetgeving (vogel- en habitatrichtlijn)

Het GNB verdrag. Verwachtingen, bedenkingen bij de klant

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

De plek waar de zee als een brede rivier het land instroomt. Al het werk dat gedaan is om het Deltaplan uit te voeren.

VEEL GESTELDE VRAGEN NATURA 2000

a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde

De Schelde, een globale schets: Geomorfologie van de Schelde

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

Klaar voor de toekomst!

De toekomst van de Hedwige-Prosperpolder. Resultaten van een modelstudie

Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.

Lesbrief DUURZAAM BOUWEN OPDRACHT 1 - WAT IS DAT, DUURZAAMHEID?

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies

Waterdunen. Nota Ruimte budget 18 miljoen euro. Planoppervlak 350 hectare

Natura 2000 & PAS. Natura 2000 implementatie in Nederland

HOOFDSTUK 3. Oppervlaktewater

NATURA 2000 in Vlaanderen. Filiep CARDOEN Afdelingsverantwoordelijke NATUUR

Eindexamen geschiedenis vwo II

SCHEEPVAART OP DE WESTERSCHELDE. 23 Maart 2016

NATUUR EN BIODIVERSITEIT

Sophiapolder. Een bijzonder natuureiland in het hart van de Drechtsteden. Foto Ruden Riemens

Gedeputeerde Staten Provincie Zeeland ~

Kustlijn van de Noordzee

Kijktip: Nieuwsuur in de Klas

SIGMAPLAN - participatief beleid

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Ontstaan en ontwikkeling van platen en geulen in de Westerschelde

Bouwwegen beslisnotitie bouwweg in nabijheid Veessen

Voortgangsrapportage Natuurcompensatieprogramma Westerschelde aan de Europese Commissie

Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 4 - WERKBLAD 1

Zoekopdrachten bij Het water komt. **

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN

WENNEN AAN DE WESTERSCHELDE Bijlagenrapport ADVIES COMMISSIE NATUURHERSTEL WESTERSCHELDE: ALTERNATIEVEN VOOR ONTPOLDERING HERTOGIN HEDWIGEPOLDER

Bij deze wil ik een zienswijze indienen tegen ontwerp rijksinpassingsplan, ontwerp uitvoeringsbesluiten en het MER voor het Hedwigeproject.

Masterclass HET BEHEER VAN ONS LANDSCHAP HET SPEL & DE KNIKKERS

Habitatrichtlijn. Wat wil ze bereiken?

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE OPDRACHTEN

De aangroeiende zandbank te Heist: juridisch drijfzand? An Cliquet

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Aanbeveling 6: Stimuleer behoud en herstel biodiversiteit in eigen land

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Inspraakwijzer beheerplannen Natura 2000 Drenthe

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

gebiedsontwikkeling perkpolder hulst

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Uitspraak /1/R6

BIJEEN TE Vlissingen op 4 maart 2002,

Gezonde Eems Bereikbare bedrijvigheid. Collage van resultaten van project Anders varen 3 e jaar Vak Onderzoek en Ontwerp RSG De Borgen te Leek

Directie Natuur en Biodiversiteit Team Vergunningen Nb-wet POV-dag 'het delen-durven-doen'festival donderdag 5 januari 2017

Transcriptie:

DE HERTOGIN HEDWIGEPOLDER ONTPOLDEREN? Is het ontpolderen van de Hertogin Hedwigepolder een goede oplossing voor milieuherstel in de Westerschelde? Open Universiteit Cursuscode Cursusnaam Student N07132 Milieuproblemen en duurzame ontwikkeling Pieter Jan Kole Studentnummer 834178161 Datum 2013-02-18

Inhoudsopgave : 1 Samenvatting... 4 2 Introductie...6 2.1 Economisch... 6 2.2 Milieu...6 2.3 Sociaal...6 2.4 Staatsrechtelijk... 7 2.5 Mijn onderzoeksvraag... 7 3 Verdieping van de Westerschelde; historie, politiek, economie, veiligheid en milieu... 8 3.1 De Hertogin Hedwigepolder... 8 3.2 Geschiedenis van de toegang tot de Haven van Antwerpen en de ontpoldering van de Hertogin Hedwigepolder... 8 3.2.1 1321: Tol voor Antwerpen... 8 3.2.2 1584: Militaire inundaties rond Antwerpen... 9 3.2.3 1648: Vrede van Munster... 9 3.2.4 1713: Vrede van Utrecht... 9 3.2.5 1792: Franse overheersing... 9 3.2.6 1814: Het einde van de Franse tijd; het Congres van Wenen... 10 3.2.7 1830: Belgische opstand... 10 3.2.8 1839: Belgisch-Nederlands Scheidingsverdrag... 10 3.2.9 1863: Afkoop van de tolheffing... 10 3.2.10 1923: Start baggerwerkzaamheden Westerschelde... 10 3.2.11 1925: Ontwerpverdrag met België van 3 april 1925... 11 3.2.12 1970: Eerste verruiming Westerschelde.... 11 3.2.13 1995: Tweede verruiming Westerschelde... 11 3.2.14 2001: Langetermijnvisie Schelde-estuarium... 12 3.2.15 2004: Ontwikkelingsschets 2010... 13 3.2.16 2005: Derde verruiming Westerschelde... 13 3.2.17 2006: Chronologie... 14 3.2.18 2007: Chronologie... 14 3.2.19 2008: Chronologie... 14 3.2.20 2009: Chronologie... 14 pagina 2 van 41

3.2.21 2010: Chronologie... 15 3.2.22 2011: Chronologie... 15 3.2.23 2012: Chronologie... 15 4 Negatieve effecten rond verdiepen... 17 4.1 Sociaal-Economisch... 17 4.2 Veiligheid... 17 4.3 Milieu... 19 4.4 Publieke opinie... 20 5 Welke mogelijke oplossingen liggen er?... 22 5.1 Ontpolderen Hedwigepolder... 22 5.2 Alternatieven Commissie Maljers... 22 5.3 Alternatieven Commissie Nijpels... 23 5.4 Alternatieven Grontmij... 24 5.5 Alternatieven Deltares... 24 5.6 Niet beoordeelde alternatieven... 25 6 De duurzaamste keuze?... 26 6.1 Regelgeving... 26 6.1.1 Slotakte van het congres van Wenen 1815, Verdrag van Londen 1839, Ontwerpverdrag met België 1925... 26 6.1.2 Derde Schelde verdrag... 27 6.1.3 Vogelrichtlijn... 27 6.1.4 Habitatrichtlijn... 28 6.2 Duurzame keuzecriteria... 29 6.2.1 Uitbreiding laag-dynamische gebied... 29 6.2.2 Schaalvoordeel... 29 6.3 Maatschappelijke keuzecriteria... 29 6.3.1 Mogelijkheid tot meervoudig ruimtegebruik... 29 6.3.2 Relatie met Vlaanderen... 30 6.3.3 Identiteitsgevoeligheid... 30 6.3.4 Economische vooruitgang versus natuurbehoud... 30 6.3.5 Kosten... 30 7 Conclusie... 31 8 Literatuurlijst... 33 pagina 3 van 41

1 Samenvatting Nederland heeft met Vlaanderen afgesproken om als natuurontwikkeling de Hedwigepolder te ontpolderen. Ontpolderen is geregeld in het zelfde verdrag als verdieping van de Westerschelde. Deze koppeling plaatste twee partijen met elk hun eigen identiteitsgevoelige standpunt tegenover elkaar. Een Zeeuw geeft geen enkele polder aan de zee terug en een Vlamingen laat zich de vrije vaart op Antwerpen niet afnemen. De discussie over ontpolderen verschoof naar een identiteit ondermijnend conflict, het ging niet meer over een oplossing voor een milieuprobleem. De politiek krijgt ook met behulp van vele onderzoeken het conflict niet onder controle, sterker door steeds maar weer jaren lang een beslissing uit te stellen escaleert de discussie. Pas na dreigen van de Europese Commissie komt het besluit om toch te ontpolderen. Ontpolderen van de Hertogin Hedwigepolder is goede oplossing voor milieuherstel in de Westerschelde. Geen van alle studies naar een alternatief is met een beter voorstel gekomen. Het door het parlement goedgekeurde Natuurprogramma Westerschelde stelt dat tot 2030 totaal 3000ha natuur in de Westerschelde ontwikkeld moet worden. Voor een groot deel lijkt dit door ontpolderen te moeten gebeuren. De politiek moet haast maken met een maatschappelijk verdedigbaar plan waarin ontpolderen opgenomen is. pagina 4 van 41

Figuur 1: Zeeland in 1230 (Van Reygersberch van Cortgene, 1551) pagina 5 van 41

2 Introductie Nederland en Vlaanderen hebben in 2005 in het Scheldeverdrag afspraken gemaakt over verdieping van de Westerschelde; dit om de Haven van Antwerpen voor grotere schepen toegankelijk te maken. Daarbij is afgesproken om, in het kader van natuurherstel, van de Hedwigepolder en het noordelijke deel van de Prosperpolder intergetijdengebied te maken. Door het bij verdrag koppelen van natuurherstel aan verdieping heeft ontpolderen een multidimensionaal karakter gekregen. 2.1 Economisch De Haven van Antwerpen is van groot economisch belang voor Vlaanderen. Vlaanderen wil daarom Antwerpen ook voor de nieuwste, grootste schepen toegankelijk houden. Antwerpen is een concurrent voor Rotterdam en Vlissingen. 2.2 Milieu Door verdiepen van de Westerschelde gaat het water sneller stromen, daardoor zal erosie toenemen en vermindert het oppervlak van gebieden met lage stroomsnelheden en lage waterstand. Laagdynamische gebieden worden als belangrijk voor de natuur gezien. De Westerschelde is Natura 2000 gebied; Nederland moet dit in goede staat houden. 2.3 Sociaal Ontpolderen van de Hedwigepolder stuit in Zeeland op grote tegenstand. Zeeuwen hebben in de Zee hun Machiavelliaanse vijand die ze verbind en waaraan ze hun Zeeuwse identiteit ontlenen. Elke polder is een overwinning op de Zee. Iedere Zeeuw heeft familie die De Ramp meegemaakt heeft. Bij het ontpolderen van het 700ha grote eiland Tiengemeten in het Haringvliet en de 2000ha grote Noordwaard bij Dordrecht was er nauwelijks weerstand. pagina 6 van 41

2.4 Staatsrechtelijk In internationale verdragen is het recht tot toegang van de Haven van Antwerpen vastgelegd. Daarnaast is er Europese regelgeving waarin verplichtingen van de lidstaten m.b.t. bescherming van het milieu zijn vastgelegd. 2.5 Mijn onderzoeksvraag Is het ontpolderen van de Hertogin Hedwigepolder een goede oplossing voor milieuherstel in de Westerschelde? pagina 7 van 41

3 Verdieping van de Westerschelde; historie, politiek, economie, veiligheid en milieu 3.1 De Hertogin Hedwigepolder De Hertogin Hedwigepolder ligt in Zeeuws-Vlaanderen in het Land van Saeftinghe. Rond 1000 ging de mens daar de eerste dijken aanleggen (De Kraker, 1997). Het Saeftinghe kent een lange geschiedenis van overstromingen; o.a. in 1288, 1321, 1334, 1375, 1404, 1424, 1570 en 1575 worden overstromingen gemeld. In 1584 verdwijnt Saeftinghe door militaire inundaties onder water (Gottschalk, 1971, 1975). In 1650 is de Leyspolder aangelegd die echter in 1697 weer verlaten wordt (De Bruin, Teunis & Beenhakker, 1982-1984). Deze polder lag in de noordelijke delen van de huidige Prosperpolder en Hedwigepolder en grensde aan de Belgische Doelpolder (Sponselee & Buise, 1979). Pas in 1907 wordt de Hedwigepolder bedijkt. Ze wordt omsloten door het verdronken land van Saeftinghe, Prosperpolder en Schelde. De Hedwigepolder meet 316ha; 304 op Nederlands- en 12 op Belgisch grondgebied (Wilderom, 1973). De Hedwigepolder is sinds 1935 eigendom van de West-Vlaamse baggerfamilie De Cloedt. Gery de Cloedt heeft er een boerderij met 40 paarden. De rest van de polder wordt verhuurd. De familie vecht onteigening aan. Het Belgische deel van de Hedwigepolder heeft de familie al af moeten staan (De Roo, 2010), evenals het Belgische deel van de Prosperpolder (Nijpels, Heip, Hulscher, Heijkoop, & Verbree, 2008). 3.2 Geschiedenis van de toegang tot de Haven van Antwerpen en de ontpoldering van de Hertogin Hedwigepolder Antwerpen ligt 75km van zee en is alleen bereikbaar via de Westerschelde. Al eeuwenlang leiden verschillende economische doelen tot spanningen tussen Antwerpen en zijn concurrenten. 3.2.1 1321: Tol voor Antwerpen In 1321 is er al een Scheldetol bij Iersekeroord. In 1358 klagen poorters van Antwerpen dat tol betaald moet worden voor vrachten pagina 8 van 41

op Zeeland. De Raad van de Hertog beslist dat geen tol moet worden betaald. Voor goederen van buiten Zeeland moet wel betaald worden (Unger, 1939). 3.2.2 1584: Militaire inundaties rond Antwerpen In 1583 hebben Protestanten onder Willem van Oranje, de Noordelijke Nederlanden onder controle. Ook Antwerpen en Gent staan onder Protestants gezag. Filips II van Spanje geeft Alexander Farnese opdracht militair in te grijpen. De burgemeester van Antwerpen, Marnix van Sint-Aldegonde, besluit in 1584 ter verdediging de polders rond Antwerpen onder te laten lopen. Daar hoort ook het gebied van de huidige Hedwigepolder bij. Het helpt niet; Antwerpen moet op 17 augustus 1585 capituleren. Het Noorden houdt de Schelde gesloten zodat schepen het Spaanse Antwerpen niet kunnen bereiken. (De Kraker, 1997). 3.2.3 1648: Vrede van Munster In 1648 komt in Munster een eind aan de 80-jarige oorlog. Spanje en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden sluiten vrede. De Zuidelijke Nederlanden blijven onder Spanje. In het vredesverdrag wordt de sluiting van de Schelde vastgelegd. Zeeschepen die vracht naar Antwerpen, Gent of Brugge willen brengen moeten uitgeladen worden op grondgebied van de Republiek. De lading moet daarna over land of met kleine schepen in de Zuidelijke Nederlanden afgeleverd worden (Wouters, 2010; De Ridder, 2010). 3.2.4 1713: Vrede van Utrecht In 1713 eindigt de Spaanse Successieoorlog en wordt de Vrede van Utrecht getekend. Spanje verliest daarbij de Zuidelijke Nederlanden aan Oostenrijk. Dit verandert niets aan de toegang tot Antwerpen. (De Backer, 2007) 3.2.5 1792: Franse overheersing In 1792 komt een Frans eskader naar Antwerpen en stopt de afsluiting van de haven. De Franse Republiek stelt dat rivieren een natuurlijk en gemeenschappelijk eigendom zijn; beperking van de toegang is een beperking op de mensenrechten. Antwerpen begint aan een bloeiperiode. In 1795 valt Frankrijk de Nederlanden binnen. In het Verdrag van Den Haag tussen Frankrijk en de Bataafse Republiek wordt de vrije toegang over Rijn, Maas en Schelde vastgelegd (De Ridder, 2010; Strubbe, 1988). pagina 9 van 41

3.2.6 1814: Het einde van de Franse tijd; het Congres van Wenen In 1814, na de eerste val van Napoleon, worden door het Verdrag van Parijs de Bataafse Republiek en de Zuidelijke Nederlanden samengevoegd. Na het definitieve vertrek van de Fransen in 1815 wordt, op het Congres van Wenen, Europa opnieuw ingedeeld. De Slotakte van het Congres van Wenen verplicht oeverstaten waterwegen te onderhouden en de nodige werken uit te voeren zodat schepen ongehinderd kunnen passeren. Dit verdrag is nog steeds belangrijk omdat het Nederland verplicht tot het uitdiepen van de Schelde (De Ridder, 2010; Samkalden & Berger, 2001). 3.2.7 1830: Belgische opstand In 1830 verklaart, na een opstand in Brussel, België zich onafhankelijk; Nederland sluit daarop de Schelde af. (Strubbe, 1988) 3.2.8 1839: Belgisch-Nederlands Scheidingsverdrag In 1839 regelt het Verdrag van Londen de scheiding tussen Nederland en België. De blokkade van de Schelde wordt opgeheven, maar Nederland mag tol gaan heffen. De Belgische regering besluit deze tol te betalen om de toegang voor schepen tot Antwerpen niet te beperken. In dit verdrag is bepaald dat de Slotakte van Wenen expliciet van toepassing is op de Schelde; in ruil hiervoor laat België haar aanspraak op Zeeuws-Vlaanderen vallen. (De Ridder, 2010) 3.2.9 1863: Afkoop van de tolheffing In 1863 wil België van de tol af, het slaagt er in 20 landen mee te laten betalen aan de afkoop van de Scheldetol. Nederland ontvangt ruim 36 miljoen franken. België betaalt hiervan 1/3 e, Engeland 1/4 e. Antwerpen begint aan een nieuwe bloeiperiode (De Ridder, 2010; Strubbe, 1988). 3.2.10 1923: Start baggerwerkzaamheden Westerschelde In 1923 wordt voor het eerst gebaggerd op Nederlands gebied bij Bath (Kornman, Liek & Schippers, 2003). pagina 10 van 41

Voor het baggeren in de Westerschelde moet België aan Nederland jaarlijks vergunning vragen. In deze vergunning wordt de maximale baggerdiepte en het storten van de baggerspecie geregeld (Belmans, 1988). 3.2.11 1925: Ontwerpverdrag met België van 3 april 1925 In 1925, na de Eerste Wereldoorlog, probeert België met Nederland te komen tot een aangepast Scheidingsverdrag. Het ontwerpverdrag stelt dat de Westerschelde wat de bevaarbaarheid betreft, altijd zou moeten beantwoorden aan de eisen die zowel door de vooruitgang van de scheepsbouw als door de toenemende behoeften van de scheepvaart zouden worden gesteld. Dit verdrag is in Nederland door de Eerste Kamer tegengehouden en wordt dus niet erkend (Hoste & Loyen, 2002). Nederland zou de kosten voor baggerwerkzaamheden deels op zich moeten nemen. Bovendien waren er bedenkingen over de haalbaarheid van het in dit verdrag opgenomen baggerprofiel van 8m diep en 250m breed. Het was België niet gelukt om niettegenstaande zeer krachtig baggerwerk dit profiel bij Bath te realiseren (Woltring, 1992). 3.2.12 1970: Eerste verruiming Westerschelde. In 1970 wordt de eerste verruiming van de Westerschelde afgesproken. Deze verruiming bestond uit het afgraven van het Oude Hoofd te Walsoorden tot N.A.P. - 15m. Het betrof zeer locale werkzaamheden (Van Cauwenberg & Luns, 1970). Voor deze verruiming was de vaardiepte ongeveer zes meter (Lases & De Kraker, 2009). 3.2.13 1995: Tweede verruiming Westerschelde. In 1995 wordt het Verdrag tussen het Vlaams Gewest en het Koninkrijk der Nederlanden inzake de Verruiming van de vaarweg in de Westerschelde ondertekend. Deze verruiming moet schepen met een diepgang van 11,6m getijonafhankelijk toegang geven tot Antwerpen. Tijdens de inspraakprocedure blijkt er grote weerstand tegen ontpoldering als natuurcompensatie. Daarom wordt in de vergunning niet over ontpolderen gerept. Natuur- en milieuorganisaties vechten deze pagina 11 van 41

vergunning aan opgrond van het ontbreken van een Milieu Effect Rapportage, daarop vernietigt de Raad van State de vergunning. Om verruiming door te kunnen laten gaan komt het kabinet met een noodwet. Deze wordt in 1997 in de Tweede Kamer goedgekeurd, op voorwaarde dat bij volgende verruimingen wel natuurcompensatie plaats zal vinden. Twee weken na goedkeuring starten de baggerwerken (Van Mierlo, Jorritma-Lebbink, Van den Brande & Kelchtermans, 1995; Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, 2009; Van Tilburg, 2010). De baggerwerken worden in 2001 voltooid (De Ridder, 2010). Bij deze verruiming ontstaan spanningen tussen verschillende groeperingen. Milieugroeperingen bekijken verruiming vanuit duurzaamheidsperspectief, ecologische motieven spelen de hoofdrol; bij de Haven van Antwerpen spelen economische motieven de hoofdrol, onder de bevolking zijn sociale en culturele motieven leidend. Vanaf nu moeten al deze aspecten door de politiek gewogen worden. 3.2.14 2001: Langetermijnvisie Schelde-estuarium In 1999 geeft de Technische Scheldecommissie, ambtelijk overleg tussen Vlaanderen en Nederland opgericht in 1948, aan Rijkswaterstaat en de Vlaamse Administratie Waterwegen en Zeewezen opdracht een Langetermijnvisie Schelde-estuarium op te stellen. Er gelden drie prioritaire peilers; Veiligheid tegen overstromingen, Toegankelijkheid Scheldehavens en Natuurlijkheid van het fysische- en ecologische-systeem. In januari 2001 kwam deze eerste gezamenlijke Nederlands-Vlaamse visie beschikbaar, met als streefbeeld: Het Schelde-estuarium is in 2030 een gezond en multifunctioneel estuarien-watersysteem, dat op duurzame wijze wordt gebruikt voor menselijke behoeften. De visie noemt vier mogelijke ontwikkelingsschetsen met concrete plannen voor 2010. Deze verschillen van niet verder uitdiepen, tot getijongebonden toegang tot 14m, en van handhaven van beschermde gebieden tot aanleggen van een verbinding tussen Oosterschelde en Westerschelde (Zanting & Ten Thij, 2001). pagina 12 van 41

3.2.15 2004: Ontwikkelingsschets 2010 In maart 2002 besluiten Nederland en Vlaanderen de Vlaams-Nederlandse projectorganisatie ProSes een Ontwikkelingsschets 2010 (OS2010) te laten uitwerken. Deze wordt september 2004 gepresenteerd, de hoofdpunten zijn: Verruiming vaargeul zodat schepen met 13,10m diepgang getijonafhankelijk naar Antwerpen kunnen varen. Grensoverschrijdend; vergroten van het Zwin door verplaatsen van dijken in de Willem-Leopoldpolder en ontwikkelen van een 440ha groot intergetijdengebied in de Hedwigepolder en het noordelijk gedeelte van de Prosperpolder. Nederland moet 600ha estuariene-natuur ontwikkelen, Vlaanderen 1100ha estuariene-natuur of wetlands; grensoverschrijdende projecten niet meegeteld. (Projectdirectie ontwikkelingsschets Schelde-estuarium [ProSes], 2005). De Ontwikkelingsschets is 11 maart 2005 door Vlaanderen en Nederland ondertekend, waarna deze vertaald is in het Natuurprogramma Westerschelde. Daarin is de realisering van 600ha nieuwe estuariene-natuur getoetst aan Vogel- en Habitatrichtlijn. Het Natuurprogramma stelt dat tot 2030 ongeveer 3000ha estuariene-natuur ontwikkeld moet worden om de Westerschelde ecologisch in balans te krijgen. conform de Habitatrichtlijn (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2005). Het parlement heeft ingestemd met het Natuurprogramma (Nijpels, et al., 2008). 3.2.16 2005: Derde verruiming Westerschelde. In december 2005 tekenen Nederland en Vlaanderen het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest betreffende de uitvoering van de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium. Dit verdrag legt voorstellen voor verruiming en natuurherstel uit de Ontwikkelingsschets 2010 vast. De verruiming van de Schelde moet in 2009 klaar zijn; het natuurherstel moet uiterlijk 2010 beginnen. Dit verdrag verwijst naar de Slotakte van het Congres van Wenen en het Verdrag van Londen (Schultz & Peeters, 2005). pagina 13 van 41

3.2.17 2006: Chronologie In oktober dient Tweede Kamer lid Van der Staaij een motie in waarin de regering gevraagd wordt zich in te zetten voor alternatieven voor ontpoldering. Hij stelt dat geen sprake mag zijn van onvrijwillige landbouwgrondverwerving ten behoeve van ontpoldering (Van der Staaij, Snijder-Hazelhoff, Buijs, Van den Brink & Slob, 2006). Deze motie is aangenomen (Nijpels et al., 2008). 3.2.18 2007: Chronologie Het Scheldeverdrag wordt in februari door het Vlaamse Parlement goedgekeurd ( Scheldeverdragen goedgekeurd, 2007). In december gaat de Tweede Kamer akkoord (Dirks, 2007). Bij behandeling van het Scheldeverdrag in de Tweede Kamer dient Ad Koppejan een motie (Koppejan, Roefs & Cramer, 2007) in met de vraag een onafhankelijke commissie in te stellen die onderzoekt of en, zo ja, welke alternatieve natuurherstelmogelijkheden er zijn om minimaal 600 hectare natuur te realiseren. 3.2.19 2008: Chronologie Minister Verburg honoreert het verzoek van Koppejan en geeft 7 februari de Commissie Nijpels opdracht uit te zoeken welke alternatieve natuurherstelmogelijkheden er zijn voor ontpoldering van het Nederlandse deel van de Hertog (!) Hedwigepolder. De Commissie Nijpels moet resultaten van de commissie Maljers betrekken bij haar onderzoek (Verburg, 2008). De Eerste Kamer gaat in juli akkoord met het Scheldeverdrag ( Senaat stemt in met Scheldeverdragen, 2008). In oktober komt de Commissie Nijpels met haar conclusie: Ontpoldering van de Hertogin Hedwigepolder is verreweg de beste mogelijkheid om de natuur in de Westerschelde te herstellen. (Nijpels, Heip, Hulscher, Heijkoop, & Verbree, 2008). 3.2.20 2009: Chronologie Minister Verburg maakt in april bekend dat de Hedwigepolder niet ontpolderd wordt. In plaats daarvan worden buitendijks slikken omgezet in schorren. Wanneer echter de Europese Commissie daarmee niet akkoord gaat, wordt de Hedwigepolder alsnog ontpolderd (De Graaf, 2009). Verburg laat de Grontmij onderzoeken of buitendijkse schoraanleg kan dienen als alternatief voor ontpolderen (Grontmij. 2009). pagina 14 van 41

Vogelbescherming en Zeeuwse Milieufederatie stappen, met het argument dat de MER niet meer klopt wanneer er niet ontpolderd wordt, naar de Raad van State. Die besluit in juni dat de Westerschelde voorlopig niet mag worden verdiept (Janssen, 2009). In oktober concludeert de Grontmij dat buitendijkse schoraanleg geen alternatief kan zijn voor ontpoldering (Grontmij. 2009), daarop besluit het kabinet de Hedwigepolder toch onder water te zetten ( Toch weer onder water, 2009). 3.2.21 2010: Chronologie Op 13 januari 2010 doet de RvS uitspraak; de Scheldeverdieping kan doorgaan ( Verdieping Westerschelde gaat door, 2010). De verdieping begint 12 februari 2010 en wordt 23 december 2010 voltooid. ( Verdieping Schelde voltooid, 2010). 3.2.22 2011: Chronologie Bleker vraagt in januari Deltares buitendijkse alternatieven voor ontpoldering te onderzoeken. In mei concludeert Deltares (zie ook 5.5) dat dit niet met alleen buitendijkse maatregelen kan (Deltares. 2011). Bleker formuleert zijn plan om, i.p.v. de Hedwigepolder, buitendijks op drie plaatsen in de Westerschelde slikken en schorren te vergroten en twee polders bij Vlissingen onder water te zetten. In oktober uit Europees commissaris Potocnik in een brief zijn zorgen. Hij heeft ernstige twijfels over de wetenschappelijke onderbouwing van de door Bleker voorgestelde alternatieven. Hij herinnerd Bleker er aan dat Westerscheldenatuur volledig gecompenseerd zal moeten worden (Van Lieshout, 2011). 3.2.23 2012: Chronologie Het lukt Bleker niet zijn plan, zonder ontpolderen van de Hedwigepolder, door de Europese Commissie goedgekeurd te krijgen (Van der Geest, 2012). Op 14 april komt het voorstel om 100ha Hedwigepolder te ontpolderen. De 200ha die voor natuurcompensatie te kort komt, wordt gehaald uit het onderwaterzetten van de Welzingepolder, de Schorerpolder en de Appelzak ( Vijfde plan in zeven jaar met Hedwige, 2012). pagina 15 van 41

Hoewel de Europese Commissie het voorstel accepteert, verwerpt de Tweede Kamer het op 21 mei. Om verder uitstel te voorkomen, begint de Vlaamse regering een geschillenprocedure tegen Nederland. De Europese Commissie waarschuwt dat Nederland een besluit niet naar een volgend kabinet mag doorschuiven, anders start zij een inbreukprocedure. De Cloedt, eigenaar van de Hedwigepolder, kondigt aan een kortgeding te beginnen om ontpoldering te voorkomen. Op 25 mei besluit het kabinet een besluit over de Hedwigepolder over te laten aan een volgend kabinet (De Vries, 2012; EU wacht niet op het besluit over Hedwige, 2012; Kort geding eigenaar Hedwige bij ontpolderen, 2012; Meerhof & Peeperkorn, 2012; Vlaanderen sleept Nederland voor de rechter om Hedwige, 2012). Op 30 oktober wordt door een gelekt vertrouwelijk bericht bekend dat de Europese Commissie zegt dat Nederland onvoldoende maatregelen voor herstel van natuur in de Westerschelde genomen heeft. Nederland krijgt 2 maanden tijd om dit te verbeteren ( Bleker maakt per ongeluk geheim stuk over Hedwigepolder openbaar, 2012). Staatasecretaris Dijksma deelt 21 december de Tweede Kamer mee dat de Hedwigepolder ontpolderd wordt: Alle alternatieven voor natuurcompensatie rond de verdieping van de Westerschelde zijn zorgvuldig gewogen op kosten en effecten. Op grond daarvan besluiten we de volledige ontpoldering van de Hedwigepolder zo spoedig mogelijk ter hand te nemen (Dijksma, 2012). pagina 16 van 41

4 Negatieve effecten rond verdiepen 4.1 Sociaal-Economisch De Haven van Antwerpen heeft een belangrijke sociaal-economische functie, 150.000 mensen zijn voor werk afhankelijk van de haven (Theuwis & Roeg, 2012). Antwerpen kan nu schepen met 13,10m diepgang ontvangen. Rekening houdend met getij kunnen zelfs schepen van 15m afgehandeld worden; dat kost wel extra wachttijd. Antwerpen probeert de nieuwe Maersk Tripple-E containerschepen binnen te halen ( Port for the very largest container carriers, 2013). Deze reusachtige schepen gaan eind 2013 varen tussen China en West-Europa. Ze kunnen 18.000 TEU (twintigvoet-containerequivalent) vervoeren, zijn 400m lang, 59m breed en zijn met 14,5m diepgang afhankelijk van het getij (Making waves, 2011). Met 16.020 TEU is de Marco Polo nu het grootste containerschip. Het heeft 16m diepgang ( CMA CGM Marco Polo: a first turnaround which stands out!, 2013). Het uitdiepen van de Schelde kostte 100 miljoen euro; de baten worden geschat op een miljard. Zonder uitgediepen zou Antwerpen haar plek bij de grootste havens verliezen ( Scheldeverdieping moet Haven Antwerpen miljard opleveren, 2010). 4.2 Veiligheid Veiligheid is in de ontpolderingsdiscussie nauwelijks een item; de OS2010 noemt echter veiligheid als één van de drie prioritaire peilers. In 2030 moet het wettelijk veiligheidsniveau van één overstroming per 4000 jaar gehaald worden (Projectdirectie ontwikkelingsschets Schelde-estuarium [ProSes], (2005). Door aanleg van dijken kreeg de Schelde steeds minder ruimte. Water dat bij vloed binnenstroomt, vindt op zijn weg een steeds smaller wordend rivierbed; water kan niet meer opzij en moet wel omhoog komen. Het gemiddelde hoogwater bij Bath steeg tussen 1863 en 1996 van 1,5m tot 2,8m N.A.P. (Van Braeckel, Piesschaert, & Van den Bergh, 2006). Op 1 februari 1953 is zelfs 5.43m N.A.P. gemeten (Wilderom, 1973). pagina 17 van 41

Door inpolderingen nam het oppervlak van de Westerschelde af; van 600km² in 1600 tot 450km² in 1800 en tot 310km² in 2000 (Jeuken, Hordijk, Ides, Kuijper Peeters, De Sonneville, et al. 2007). In tabellen 1 en 2 staat welke polders na 1863 langs de Westerschelde bedijkt zijn. Jaar Polder Grootte* 1866 Elisabethpolder 242 ha 1866 Kleine Stellepolder 79 ha 1869 Visartpolder 60 ha 1887 Bontepolder 101 ha 1893 Koninginnepolder 295 ha 1897 Koningin Emmapolder 599 ha 1899 Kanaalpolder 86 ha 1900 Mosselpolder 141 ha 1906 Dekkerspolder 85 ha 1907 Hertogin Hedwige Polder 316 ha 1912 Van Wuijckhuisepolder 214 ha 1920 Dijckmeerstepolder 344 ha 1926 Hellegatpolder 132 ha 1952 Braakmanpolder 1525 ha Tabel 1 : Polders bedijkt in Zeeuws-Vlaanderen na 1863 (Wilderom, 1973) *(De Bruin, et al., 1982-1984). pagina 18 van 41

Jaar Polder Grootte* 1864 Emmanualpolder 104 ha 1882 Zimmermanpolder 238 ha 1884 Damespolder 210 ha 1897 Anna-Mariapolder 212 ha 1904 Völckerpolder 208 ha 1914 Hogerwaardpolder 229 ha 1923 Kreekrakpolder 257 ha 1949 Quarlespolder 481 ha 1962 Nieuwepolder? Tabel 2 : Polders bedijkt in Zuid-Beveland na 1863 (Dekker, 1971 * (De Bruin, et al., 1982-1984). Voor de spoorlijn Bergen op Zoom - Goes wordt in 1867 de Kreekrakdam aangelegd. Deze sluit daar de verbinding tussen Ooster- en Westerschelde (Dekker, 1971). In 1871 sluitt de Sloedam voor de spoorlijn Goes - Middelburg ook daar de verbinding af (Wilderom, 1973). Bij hoogwater boven 3m N.A.P. gaan de schorren van Saeftinghe als kombergingsoppervlak dienen. Daardoor wordt de hoogte van extreem hoogwater beperkt (Van Maldegem, 1993). Inpolderingen, baggeren en zeespiegelstijging dragen bij aan het verder doordringen van het getij in het estuarium en verhoging van hoogwaterstanden. De individuele bijdragen van de verschillende factoren zijn nog niet goed bekend (Jeuken, et al., 2007). 4.3 Milieu Op het moment dat de mens in het landschap verschijnt, begint hij het te beïnvloeden. Het antropoceen begint. pagina 19 van 41

Zeeuwse klei ligt voor een groot deel op een oud veenpakket. Op dat veen heeft de Schelde vruchtbare klei afgezet. Schorren die daarop ontstonden hielden slib vast tot iets boven de gemiddelde hoogwaterlijn. Op schorren konden schapen grazen. Door aanleg van dijkjes werden schorren ingepolderd; schorrenlandschap veranderde in landbouwgebied. De aantasting van het ecosysteem begint. Door inpolderen verlaagd de waterstand, waardoor de polder in gaat klinken. Zoutwinning uit turf, moernering, is één van de eerste industrieel-economische activiteiten. Door moernering werden grote gebieden zowel binnen- als buitendijks afgegraven. Hierdoor daalde het land en werd gevoeliger voor aanvallen van de zee. In Zeeland werd in 1515 moernering verboden (Dekker, 1971). Dit verbod kan gezien worden als vroege milieuwet; het landschap moet beschermd worden om de mens tegen de zee te beschermen. Verdieping door baggeren en oppervlakteverkleining door inpolderingen vormen, naast vervuiling, de voornaamste oorzaken van aantasting van het Schelde-estuarium. Hierdoor veranderen ondiepe oevers met lage stroomsnelheden in dieper snelstromend water. Het verdwijnen van gebieden met lage stroomsnelheden, laagdynamische gebieden, is één van de belangrijkste oorzaken van biodiversiteitsverlies. Biodiversiteit waarborgt life-supportfuncties van ecosystemen (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2005; Commissie Maljers, 2006). 4.4 Publieke opinie Politici zijn er niet in geslaagd het Derde Scheldeverdrag te verdedigen; de daarin voorgestelde oplossing voor het milieuprobleem is verworden tot een sociaal dilemma. Door koppeling van verruiming van de Schelde aan ontpolderen van de Hedwigepolder, plaatste het Scheldeverdrag twee partijen met elk hun eigen identiteitsgevoelige standpunt tegenover elkaar. Zeeuwen die altijd moeten vechten tegen het water en Vlamingen die altijd moeten strijden voor vrije vaart over dat zelfde water. Beide partijen ontlenen daaraan een belangrijk deel van hun identiteit. Het onderwerp van de strijd verschuift naar betekenisgeving; het gaat over identiteit, niet meer over een oplossing voor een milieuprobleem. Er wordt vanuit verschillende, conflicterende, interpretatiekaders naar gekeken; Zeeuwen geven geen land terug aan de zee, Vlamingen willen geen beperkingen voor de toegang tot pagina 20 van 41

Antwerpen. Deze strijd kan niet worden opgelost door met meer onderzoeken meer informatie te verzamelen. De Kamer neemt in 2006 de motie Van der Staaij aan waarin staat dat grondverwerving voor ontpoldering op vrijwillige basis moet gebeuren, terwijl de eigenaar van de Hedwigepolder aangeeft te blijven procederen. Berichtgeving rond ontpolderen werd geframed tot nieuwswaardige persoonlijke verhalen rond identiteitsgevoeligheid; het ingewikkelde werkelijke probleem verdween daarmee naar de achtergrond. Politici willen niet het gezicht van ontpoldering worden. Ze proberen besluiten te ontwijken door steeds nieuwe opdrachten voor onderzoek te geven en door andere bestuurders verantwoordelijk te maken b.v. door besluiten over verkiezingen heen te tillen. Tegen verkiezingen aan kunnen partijen geen standpunt innemen dat stemmen kost. Door steeds opnieuw onderzoek naar alternatieven te starten geeft de politiek mensen telkens opnieuw hoop. Mensen uit gebieden die als alternatiefgebied onderzocht worden sluiten zich bij de protesten aan. Bestuurders durven ontpoldering niet te verdedigen; er is nooit een publiekscampagne gestart om burgers duidelijk te maken waarom ontpolderen nodig is (Van Tilburg, 2010). De politiek heeft communicatie en educatie niet als milieubeleidsinstrument ingezet. Alleen de Commissie Maljers heeft burgers gevraagd te participeren bij het aandragen van alternatieven; wat afleidde van het werkelijke probleem. Pas wanneer in oktober 2012 de Europese Commissie Nederland een ultimatum stelt, lukt het de politiek de knoop door te hakken en te besluiten de Hedwigepolder te ontpolderen ( Bleker maakt per ongeluk geheim stuk over Hedwigepolder openbaar, 2012). pagina 21 van 41

5 Welke mogelijke oplossingen liggen er? 5.1 Ontpolderen Hedwigepolder België en Nederland zijn in het Scheldeverdrag overeengekomen de Hedwigepolder te ontpolderen. Politici proberen door steeds opnieuw naar alternatieven te laten zoeken tegemoet te komen aan maatschappelijke protesten. Er wordt echter steeds geen oplossing gevonden die op ecologische, maatschappelijke en politieke gronden als alternatief voor ontpoldering kan dienen. 5.2 Alternatieven Commissie Maljers N.a.v. zeven voorgestelde alternatieven heeft Gedeputeerde Staten van Zeeland Maljers gevraagd alternatieven te vergelijken met ontpolderen van de Hedwigepolder. Na een oproep steeg het aantal alternatieven tot 80. De commissie stelt 18 december 2006 in zijn rapport Onderzoek Alternatieven Ontpoldering Westerschelde dat voor beoordeling de volgende habitattypen uit de Habitatrichtlijn belangrijk zijn: 1130 Estuaria inclusief o 1110 permanent met zeewater van geringe diepte overstroomde zandbanken o 1140 bij eb droogvallende slikken en zandplaten 1310 Eenjarige pioniersvegetaties van zeekraal en andere zoutminnende soorten 1320 Schorren met slijkgrasvegetaties 1330 Schorren met meerdere soorten zoutplanten Schorren, slikken, zandplaten en zandbanken moeten dus allemaal beschermd worden. Deze gebieden worden laag-dynamische genoemd vanwege de gemiddeld lage stroomsnelheid. De diepe, hoog-dynamische, geulen vallen buiten het te beschermen gebied. Wanneer al het laag-dynamische gebied beschermd moet worden is het niet mogelijk natuurcompensatie te plegen door b.v. slikken om te zetten in schorren. Ruimgenomen is de hele Westerschelde Natura 2000 gebied. pagina 22 van 41

De commissie concludeert dat natuurherstel alleen mogelijk is door omzetten van hoog-dynamische in laag-dynamische habitats of door creëren van nieuwe laagdynamische habitats middels ontpolderen. De haalbaarheid is bij elk alternatief getoetst; ontruimen van landbouwbedrijven en woningen bij ontpolderen is echter als maatschappelijk haalbaar beoordeeld. Gedeputeerde Staten volgt het commissie advies en start aanvullend onderzoek naar positief beoordeelde alternatieven. Dit resulteert 10 mei 2007 in het rapport De open einden van de Commissie Maljers nader uitgewerkt (Projectbureau Natuurpakket Westerschelde, 2007). Hierin blijven twee alternatieven over: Perkpolder buitendijks Perkpolder buitendijks betreft gebied rond de oude veerhaven; onderdeel van het natuurcompensatieprogramma tweede scheldeverdieping. Hier wordt buitendijks 75ha natuur ontwikkeld terwijl er voor compensatie maar 40ha nodig is. Perkpolder buitendijks levert 35ha natuurcompensatie op. Opvullen van het Vaarwater langs Hoofdplaat Dit vaarwater is een 1100ha grote nevengeul tussen zandplaten en het vasteland bij Hoofdplaat. Van de totale getijstroom gaat 8% door deze geul. In het voorstel wordt deze geul vol gestort met baggerspecie zodat laag-dynamisch natuurgebied ontstaat. De geul heeft in haar ondiepe delen een rijke bodemfauna die bij het volstorten zal verdwijnen. Door erosie en het ontstaan van nieuwe geulen door zandplaten gaat 200 300ha zandplaatoppervlakte verloren. Aangezien zowel te verdwijnen ondiepe geuldelen als zandplaten als hoogwaardig natuurgebied gelden, blijft slechts 600ha over als natuurcompensatie. Het rapport stelt dat extra onderzoek nodig is voordat conclusies getrokken kunnen worden (Commissie Maljers, 2006). 5.3 Alternatieven Commissie Nijpels De Commissie Nijpels (Zie ook 3.2.19) gepresenteerd twee directe alternatieven voor ontpoldering van de Hedwigepolder: pagina 23 van 41

Ontpoldering Zimmermanpolder geheel en Fredericapolder deels; samen 300-350ha. Gecontroleerd gereduceerd getij (GGG) in Zimmermanpolder en Fredericapolder; samen 600ha. Daarnaast zijn er een aantal kansrijke alternatieven die meerdere kleinere maatregelen optellen. De commissie stelt dat ontpoldering van Zimmermanpolder en Fredericapolder net als bij de Hedwigepolder op maatschappelijke weerstand zal stuiten. Wanneer de Hedwigepolder wordt ontpolderd adviseert de commissie te overwegen de gasdam die het verdronken land van Saeftinghe in tweeën deelt weg te halen zodat één aaneengesloten 4000ha groot gebied ontstaat. De commissie concludeert dat ontpolderen van de Hedwigepolder de beste oplossing is. (Nijpels, et al., 2008). 5.4 Alternatieven Grontmij Minister Verburg geeft in april 2009 de Grontmij opdracht te onderzoeken of bodemverlaging in het Land van Saeftinghe en buitendijkse schoraanleg als alternatief kunnen dienen voor ontpolderen van de Hedwigepolder. De conclusie in oktober 2009 luidt: Buitendijkse schoraanleg leidt niet tot verbetering van de staat van instandhouding van het estuarium. (Grontmij. 2009) 5.5 Alternatieven Deltares Bleker vraagt in januari 2011 Deltares om inventarisatie van alternatieven voor ontpoldering van de Hedwigepolder. Hoofdvraag aan Deltares is: Hoe en waar kan de natuurherstelopgave in het Westerscheldebekken van 300ha worden gerealiseerd door middel van buitendijkse maatregelen? In mei concludeert Deltares dat met alleen buitendijkse maatregelen niet aan de gevraagde natuurherstelopgave wordt voldaan. Er zijn vooral maatregelen nodig die verslechtering van de staat van instandhouding van Habitattype H1130, Estuaria, tegengaan. Compenseren kan door ontpolderen en beperkt door verbetering van bestaande buitendijkse natuur. Verbeterde natuur kan slechts deels worden meegerekend als natuurcompensatie; het was al natuur. pagina 24 van 41

Voor buitendijks natuurherstel noemt Deltares drie locaties. Samen is hier 40-100ha natuurherstel mogelijk. Slikken van de Appelzak bij het Rijn-Scheldekanaal. Slikken van Hulst Platen van Ossenisse. Daarnaast komt Deltares met voorstellen voor ontpolderingen. Een 100ha groot golf- en schietterrein tussen Westerschelde en Schelde- Rijnkanaal. De 44ha grote Schorerpolder en aangrenzende 107ha grote Welzingepolder. Deze polders zijn gekocht door Zeeland Seaports die ze wil gebruiken als compensatiegebied voor de toekomstige Westerschelde Container Terminal. De 500ha grote Braakman-Noord. (Deltares. 2011) 5.6 Niet beoordeelde alternatieven Annick De Ridder, Vlaams politica, komt met een redenering die natuurcompensatie onnodig zou maken. Zij stelt dat zonder verruiming de grotere schepen gelost moeten worden in Zeebrugge en Vlissingen. Die lading moet met vrachtwagens naar Antwerpen gebracht worden. Na verruiming kunnen schepen doorvaren naar Antwerpen; milieuvervuiling door vrachtwagens wordt zo voorkomen. Het milieuvoordeel van kunnen doorvaren is groter dan milieuschade door verruiming. (De Ridder, 2010) Voor transport van 1 ton goederen stoten Maersk Tripple-E containerschepen 3 gram CO 2 per km uit, treinen 18 gram en vrachtwagens 47 gram (Making waves, 2011). Inez Flameling en Piet van Cruijningen stellen voor polders tijdelijk onderwater te zetten en dan op te laten slibben; daarna kan de polder weer bedijkt worden. Ingeklonken polders kunnen zo opgehoogd worden, waardoor het overstromingsrisico kleiner wordt. Polders wisselend natuur- en landbouwfunctie af; ontpolderen is tijdelijk (Theuwis & Roeg, 2012). pagina 25 van 41

6 De duurzaamste keuze? 6.1 Regelgeving Het recht op verdieping van de Westerschelde is geregeld in de Slotakte van het Congres van Wenen. Het Derde Scheldeverdrag regelt verdieping van de Westerschelde en ontpoldering van de Hedwigepolder. Het Rapport van de Club van Rome en de United Nations Conference on the Human Environment in Stockholm, beide in 1972, waren de aanleiding voor een Milieuactieprogramma van de EEG. Europees milieubeleid berust op de volgende beginselen: voorzorgsbeginsel; beginsel van preventief handelen; beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron dienen te worden bestreden; en beginsel dat de vervuiler betaalt. In het kader Natuur en Landschap zijn o.a. de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn ontwikkeld, deze zijn omgezet in nationale milieuwetgeving. Momenteel wordt gewerkt aan beleid dat biodiversiteitverlies moet stoppen. Doel is "het biodiversiteitverlies en de achteruitgang van ecosysteemdiensten in de EU uiterlijk in 2020 tot staan te brengen en, voor zover dit mogelijk is, ongedaan te maken, en tevens de bijdrage van de EU tot het verhoeden van wereldwijd biodiversiteitsverlies op te voeren" ( Handboek Implementatie milieubeleid EU in Nederland, z.j.). 6.1.1 Slotakte van het congres van Wenen 1815, Verdrag van Londen 1839, Ontwerpverdrag met België 1925 De Slotakte van het Congres van Wenen uit 1815 is een internationaal verdrag dat nog steeds van toepassing is. (Zie 3.2.6) Volgens deze Slotakte is Nederland verplicht onderhoudswerkzaamheden in de Schelde uit te voeren. Over verplichte verbeteringswerkzaamheden wordt in de Slotakte echter niets gemeld. (Samkalden & Berger, 2001) pagina 26 van 41

In het nooit getekende Ontwerpverdrag met België (Zie 3.2.11) wordt geprobeerd dit te repareren. Het ontwerpverdrag stelt dat de Westerschelde wat de bevaarbaarheid betreft, altijd zou moeten beantwoorden aan de eisen die zowel door de vooruitgang van de scheepsbouw als door de toenemende behoeften van de scheepvaart zouden worden gesteld. (Hoste & Loyen, 2002). Het Verdrag van Londen uit 1839 verplicht Nederland een alternatieve vaarroute te regelen wanneer de huidige vaarweg onbruikbaar zou worden; "Indien natuurlijke gebeurtenissen of werken van kunst de in het tegenwoordig artikel aangewezene wegen voor de scheepvaart voor het gevolg onbruikbaar mogten maken, zal de Nederlandse Regering aan de Belgische scheepvaart, ter vervanging der gezegde onbruikbaar gewordene wegen voor de scheepvaart, andere zodanige wegen, die even veilig en evengoed en gemakkelijk zijn, aanwijzen." (Samkalden & Berger, 2001). Het Verdrag van Londen bepaalt dat de Slotakte van Wenen expliciet van toepassing is op de Schelde. (De Ridder, 2010) 6.1.2 Derde Schelde verdrag In dit verdrag spreekt Nederland met Vlaanderen af de Schelde te verruimen. (Zie 3.2.16). In dat zelfde verdrag is afgesproken de Willem-Leopoldpolder deels te ontpolderen en van de Hertogin Hedwigepolder een intergetijdengebied te maken. Totaal moet Nederland 600ha estuariene-natuur ontwikkelen. Hoewel een intergetijdengebied inhoud dat het land bij eb droogvalt en bij vloed onderloopt, wat ook gerealiseerd kan worden door beperkt inlaten van water, spreekt de politiek steeds over ontpolderen. 6.1.3 Vogelrichtlijn De Vogelrichtlijn is een Europese richtlijn uit 1979 die de instandhouding van alle binnen Europa in het wild levende vogelsoorten en hun leefgebieden regelt. Deze richtlijn stelt: De lidstaten nemen alle nodige maatregelen om de populatie van de in artikel 1 bedoelde soorten (alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten) op een niveau te houden of te brengen dat met name beantwoordt aan de ecologische, wetenschappelijke en culturele eisen, waarbij zij tevens rekening houden met economische en recreatieve eisen. pagina 27 van 41

De lidstaten moeten biotopen en leefgebieden beschermen en in stand houden. Er moeten beschermingszones worden ingesteld, vernielde biotopen moeten worden hersteld en nieuwe aangelegd. De Vogelrichtlijn heeft een bijlage 1 met vogels waarvoor speciale beschermingsmaatregelen moeten worden genomen zodat deze vogels in die leefgebieden kunnen voortbestaan en er zich kunnen voortplanten. Bijlage 2 is een lijst met vogels waarop jagen toegestaan mag worden. (Europees Parlement en de Raad, 2009) 6.1.4 Habitatrichtlijn De Habitatrichtlijn, een Europese richtlijn uit 1992, heeft als doel het bevorderen van de biologische diversiteit in de lidstaten. In de bijlagen van de Habitatrichtlijn worden habitats, planten en dieren genoemd die beschermd moeten worden. Vogels vallen niet onder deze richtlijn maar onder de Vogelrichtlijn. Net als voor de Vogelrichtlijn moeten voor de Habitatrichtlijn beschermingszones worden aangewezen. Artikel 3 1 stelt: Er wordt een coherent Europees ecologisch netwerk gevormd van speciale beschermingszones, Natura 2000 genaamd. Dit netwerk, dat bestaat uit gebieden met in bijlage I genoemde typen natuurlijke habitats en habitats van in bijlage II genoemde soorten, moet de betrokken typen natuurlijke habitats en habitats van soorten in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding behouden of in voorkomend geval herstellen. Het Natura 2000- netwerk bestrijkt ook de door de Lid-Staten overeenkomstig Richtlijn 79/409/EEG (Vogelrichtlijn) aangewezen speciale beschermingszones. In deze beschermingszones moeten lidstaten maatregelen nemen die instandhouding van habitats zeker stellen en die achteruitgang en verstoring van soorten voorkomen. Lidstaten zijn verplicht elke zes jaar een verslag over de genomen maatregelen naar de Europese Commissie te sturen. Artikel 6-4 van de Habitatrichtlijn stelt: Indien een plan of project, ondanks negatieve conclusies van de beoordeling van de gevolgen voor het gebied, bij ontstentenis van alternatieve oplossingen, om dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, toch moet worden gerealiseerd, neemt de Lid-Staat alle nodige compenserende maatregelen om pagina 28 van 41

te waarborgen dat de algehele samenhang van Natura 2000 bewaard blijft. De Lid- Staat stelt de Commissie op de hoogte van de genomen compenserende maatregelen. Wanneer het betrokken gebied een gebied met een prioritair type natuurlijke habitat en/of een prioritaire soort is, kunnen alleen argumenten die verband houden met de menselijke gezondheid, de openbare veiligheid of met voor het milieu wezenlijke gunstige effecten dan wel, na advies van de Commissie, andere dwingende redenen van groot openbaar belang worden aangevoerd. (Raad van de Europese Gemeenschappen, 1992). Dit artikel vormt de grondslag voor natuurcompensatie bij verdieping van de Westerschelde. 6.2 Duurzame keuzecriteria 6.2.1 Uitbreiding laag-dynamische gebied Een oorzaak voor achteruitgang van het Schelde-estuarium zijn inpolderingen die de ruimte voor de Schelde versmald hebben. Daarnaast worden door verruiming van de vaarweg oevers stijler. Inpolderingen en verruimingen gaan ten koste van laag-dynamisch gebied. Met ontpolderen wordt laag-dynamisch gebied gecreëerd. 6.2.2 Schaalvoordeel Grotere aaneengesloten gebieden versterken de life-support functies van ecosystemen; Nature 2000 gebieden zouden daarom een lint door Europa moeten vormen. Het Land van Saeftinghe b.v. profiteert door aansluiting bij Prosperpolder en Hedwigepolder van schaalvoordeel. 6.3 Maatschappelijke keuzecriteria 6.3.1 Mogelijkheid tot meervoudig ruimtegebruik Voor de keuze van oplossingen voor het duurzaamheidsprobleem is ruimtegebruik een belangrijk onderwerp. Maatschappelijke activiteiten claimen ruimte; ruimte die met creativiteit soms gecombineerd kan worden met natuur. pagina 29 van 41

In het kader ruimte voor water kunnen op schorren schapen grazen en kan in gebieden met gecontroleerd gereduceerd getij zeekraal extensief geteeld worden. Naast economisch gebruik is daarbij ook ruimte voor estuarine processen. Wanneer er grotere aaneengesloten natuurgebieden ontstaan, kan daar omheen recreatie ontwikkeld worden. Ontpoldering kan ook samen gaan met luxe woningbouw, als bij de Blauwe Stad in Groningen. 6.3.2 Relatie met Vlaanderen De relatie Nederland-Vlaanderen is de laatste jaren weer regelmatig op scherp gezet; Scheldeverdieping, IJzeren Rijn en Hogesnelheidslijn hebben allemaal negatief bijgedragen (Wouters, 2010). Toezeggingen, convenanten en verdragen moeten nageleefd worden. 6.3.3 Identiteitsgevoeligheid Zoals behandeld in 4.4, raakt ontpolderen de Zeeuwse identiteit. Vreemd genoeg komt b.v. Maljars (zie 5.2) met maatschappelijk haalbare alternatieven waarbij andere polders onderwater gezet worden en bewoners moeten verhuizen. Wanneer een gebied na onderwaterzetten een andere maatschappelijke (neven)functie krijgt zal dit positief zijn voor de identiteitsgevoeligheid. 6.3.4 Economische vooruitgang versus natuurbehoud Economisch belang speelt sterk mee; zowel op persoonlijk als (inter)regionaal niveau. Antwerpen wil groeien, dat gaat traditioneel ten koste van natuur. Wanneer mensen financieel voordeel hebben bij economische vooruitgang, komen onduurzame kenmerken van de westerse samenleving naar boven en worden kwaliteitseisen aan duurzame ontwikkeling omlaag geschroefd. De (lokale)politiek kan hier geen duurzame keuzes maken doordat korte termijn belangen als kiezers tevredenstellen prevaleren. De materie zo uitgebreid en complex dat het voor politici nauwelijks te begrijpen is. 6.3.5 Kosten Kosten spelen natuurlijk ook mee. Vlaanderen heeft aangegeven mee te willen betalen aan ontpoldering van de Hedwigepolder, maar niet aan andere projecten. pagina 30 van 41

7 Conclusie Is het ontpolderen van de Hertogin Hedwigepolder een goede oplossing voor milieuherstel in de Westerschelde? Geen van alle studies naar een alternatief is met een voorstel gekomen dat qua maatschappelijke acceptatie èn natuurherstel beter presteert dan ontpolderen van de Hedwigepolder; er lijkt geen alternatief. Na ontpolderen van Hedwigepolder en Prosperpolder ontstaat één Groot Saeftinghe. Dit schaalvoordeel resulteert in een robuuster ecosysteem. Onze relatie met Vlaanderen is door de gang van zaken rond de Hedwigepolder verslechterd. Nakomen van gemaakte afspraken zou deze relatie goed doen. Hieruit concludeer ik dat ontpolderen van de Hertogin Hedwigepolder een goede oplossing voor milieuherstel in de Westerschelde is. Kanttekeningen: De politiek heeft jarenlang een oplossing ontweken. Daardoor heeft zich de aversie tegen ontpolderen vast kunnen zetten. Hierdoor is ontpolderen langdurig nagenoeg onbespreekbaar. Het Natuurprogramma Westerschelde stelt dat tot 2030 er ca. 3000ha natuurcompensatie plaats moet vinden in de Westerschelde. Alle rapporten komen tot de conclusie dat alleen ontpolderen de gewenste natuurcompensatie oplevert. Momenteel worden containerschepen gebouwd waarvoor een verdere verruiming van de Schelde gewenst is. Een volgende aanvraag voor verruiming lijkt onvermijdelijk. Aanbevelingen: Politicologen moeten nu gaan nadenken hoe politici moeten omgaan met identiteitsgevoelige zaken als ontpolderen; de huidige aanpak leidt niet tot acceptatie. Wanneer het Natuurprogramma Westerschelde gevolgd wordt moet binnen 17 jaar ca 3000ha natuurherstel plaatsvinden; waarschijnlijk vooral door ontpolderen. De politiek moet haast maken met een verdedigbaar plan voor natuurherstel. pagina 31 van 41

Meervoudig ruimtegebruik kan acceptatie van ontpolderen makkelijker maken; schorren met schapen en GGG s met zeekraal. Acceptatie kan vergroot worden door tijdelijk ontpolderen waarbij het gebied door aanslibbing ophoogt en na herpolderen veiliger is. Hoe ver moeten we gaan met verruimen? De Slotakte van het Congres van Wenen is niet duidelijk over verdere verruiming. Nederland moet proberen met Vlaanderen een maximale verruiming af te spreken. pagina 32 van 41