De aanpak van. Eerste Minister Minister van Justitie Minister van Binnenlandse Zaken



Vergelijkbare documenten
Rondtrekkende daders : een Belgisch perspectief

Rondtrekkende daders : een Belgisch perspectief

knowhow inzake rondtrekkende daders: korte stand van zaken

Dadermobiliteit en rondtrekkende daders

Eigendomscriminaliteit door Oost-Europese daders: mobiliteit voor en tijdens de feiten

Het aantal geregistreerde misdrijven door de politiediensten daalt in 2012

VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN GELIJKE KANSEN

PUBLIC 14277/10 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 oktober 2010 (11.10) (OR. en) LIMITE GENVAL 12 ENFOPOL 270 NOTA

Criminaliteit in Kortrijk daalt met meer dan 10%

BuurtInformatieNetwerken (BIN)

Wetenschappelijke reflecties over de toekomstige aanpak van diefstal in woningen

«Multiple communities en hun politiële aanpak»

Rapportage Transportcriminaliteit 3 e kwartaal 2015

Oost-Europese mobiele bendes

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 september 2003 (16.09) (OR. fr) 12154/03 ENFOPOL 79 ENFOCUSTOM 32

ABOUT STATISTICS, ROBBERIES AND FREE LUNCH

Politie en Beleidsevaluatie

Veiligheidscijfers Soest 2015 samenwerking loont

Prioriteiten van de lokale politiezone GRENS 2010.

INLEIDING Afdeling 1. Algemeen kader Ontstaan en doelstellingen van het onderzoek... 21

Studiedag ACV Openbare Diensten Greet Aelter. Coördinator Sociale Veiligheid. Veilig op Weg

De buurtinformatienetwerken (BIN s) Een oplossing voor de diefstalplagen Politiezone Condroz-Famenne

Aan : Betreffende : Gemeentebestuur en politie zetten sterk in op preventie bij aanpak woninginbraken!!!

Overeenkomst en Provinciaal Veiligheidsoverleg in het openbaar vervoer

Draaiboek voor een geïntegreerde aanpak van

Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 84

HET FENOMEEN TERRORISME

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Het beleid van het OM inzake witwassen in de parketten Antwerpen en West-Vlaanderen

5 maart Criminaliteit in ziekenhuizen

Toename van geweld en verwevenheid met andere criminaliteit

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Doc. nr. Th gez. en veiligheid zelfst A07 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. over een

nr. 811 van TOM VAN GRIEKEN datum: 10 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen die worden opgevoed in het buitenland

Vernieuwend Werken per

Persconferentie criminaliteitscijfers

Criminaliteitscijfers en gemeentelijke administratieve sancties 2012

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

7 speerpunten voor aanpak van winkelcriminaliteit

De nieuwe landen in het oosten

2. Het CATS heeft op 22 november 2010 deze ontwerp-conclusies van de Raad goedgekeurd.

Actieplan gekwalificeerde diefstallen in woningen Project Tupperware Politiezone Orneau-Mehaigne

Veiliger buurten. Betrek burgers bij het bestuur Er is nog leven na de politiek Plattelandsgemeenten niet altijd minder bestuurskrachtig

REFERENTIEDOSSIER. Technopreventief Adviseur - Voortgezette opleiding

BUURTINFORMATIENETWERKEN ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS

BuurtInformatieNetwerken (BIN) Benno Gekiere Voorzitter BIN Kenniscentrum

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

politieambt (CO-A )

Methodologie verdachten. Politiële criminaliteitsstatistieken

Uw netwerk voor succesvol ondernemen in de Brusselse metropool. Metropolitan

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik

Criminaliteit politiezone VLAS blijft verder dalen

De (on)veiligheid in de officina in kaart gebracht.

Rapportage Transportcriminaliteit 2 e kwartaal 2015

Verhouding politie- en IV-plannen

ERKENNINGSDOSSIER. Basisbegrippen technopreventie

H E L I N G. Samenwerken in de strijd tegen heling

GEMEENTE LENNIK. Informatievergadering 7 juli 2011

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Tabel competentiereferentiesysteem

Deel 10 : Beleid en strategie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toename van administratieve afhandeling

brochure Bouwwerven NL DEF 13/02/07 16:06 Page 1 Voorkom diefstallen op uw werf

Zij weer? Over inbrekers die twee keer langskomen

20 JULI BOUDEWIJN, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, ONZE GROET.

Bijdrage van de private veiligheidssector tot een efficiënt lokaal integraal veiligheidsbeleid

1.2. De naleving en de uitvoering van de akkoorden uit het verleden. Belangrijke akkoorden uit het verleden werden nog niet uitgevoerd.

6 secondant #6 december Groot effect SOV/ISD-maatregel

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

De hoogste interventiedruk deed zich voor tussen en uur. Voor en na uur nam het aantal tussenkomsten af.

Politionele Criminaliteitscijfers Politiezone Westkust

PIJLER 5 : Engagement en netwerkvorming (Fiche 24)

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

GEORGANISEERDE MISDAAD EN STRAFRECHTELIJKE SAMENWERKING IN DE NEDERLANDSE GRENSGEBIEDEN

Notitie bij collegebrief RVR 2015

SBI-indeling, omzetniveau en internationale handel in goederen van de leden van de FME en aangesloten brancheverenigingen

POLITIËLE CRIMINALITEITSGEGEVENS

Bergen Project Welzijn op school

BUURTINFORMATIENETWERK EN ZELFSTANDIGEN

Samenvatting van de analyse van de federale enquête

«Geld vervoeren = RISICO Hoe zich beschermen?» Studiedag bij NBB 25/04/2014

Culturele diversiteit en interculturele bemiddeling in de ziekenhuizen. Zohra Chbaral 1

5.1. Impact van de wijzigingen van het nationaliteitswetboek

ADVIES. Ontwerp van richtplan van aanleg. «Voormalige kazernes van Elsene» 21 februari 2019

WELKOM! Mini-symposium EUarbeidsmigranten. 12 oktober 2016

HAALT VEEL UIT WEINIG 2018

DIGITAAL OPKOPERSREGISTER Een uniek project in Apeldoorn NOORD- EN OOST-GELDERLAND NOG

VR DOC.0389/1BIS

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Rapport Definities Transportcriminaliteit

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht

JAARRAPPORT 2010 POLITIE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN

nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

Taskforce Wonen bundelt krachten voor woonnoden van kwetsbare groepen

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Transcriptie:

De aanpak van n e p e o r g r e d a d e rondtrekkend n e g in g a d it u e d w u ie vern Eerste Minister Minister van Justitie Minister van Binnenlandse Zaken Editie 2010

28 mei 2010 Verantwoordelijke uitgever Fernand Koekelberg, Commissaris-generaal van de Federale Politie Queteletplein, 7 1210 Brussel Realisatie FOD Binnenlandse Zaken, FOD Justitie, College van Procureurs-generaal, Federale Gerechtelijke Politie en de Vaste Commissie van de Lokale Politie Vertaling Federale Gerechtelijke Politie Lay-out en fotografie Jocelyn Balcaen, Caroline Chaidron, Karolien Snyers en Lavinia Wouters. Drukkerij van de geïntegreerde politie

De aanpak van rondtrekkende dadergroepen [ Inhoud ] vernieuwde uitdagingen Context........................................................................................ 2 Definitie....................................................................................... 3 Recente evolutie in verband met rondtrekkende dadergroepen.................................. 4 Belangrijkste fenomenen waarin de rondtrekkende dadergroepen actief zijn.................................. 4 Woninginbraken........................................................................................................4 Skimming...............................................................................................................5 Georganiseerde winkeldiefstallen....................................................................................5 Georganiseerde gauwdiefstallen.....................................................................................6 Inbraken in bedrijven en handelszaken...............................................................................6 Ladingdiefstal langs autosnelwegen.................................................................................6 Metaaldiefstallen......................................................................................................8 Werfdiefstallen en diefstal van werfvoertuigen.....................................................................8 Aard en de verschijningsvorm van de dadergroep.......................................................... 10 Aard van de dadergroepen.......................................................................................... 10 Daders uit het voormalige Oostbloklanden..................................................................... 10 Sedentaire daders................................................................................................ 10 Herkomst van de daders............................................................................................. 11 Sociale cohesie en achterliggende structuren..................................................................... 11 Criminele werkmethodes.................................................................................. 12 Globale evolutie...................................................................................................... 12 Contrastrategieën.................................................................................................... 13 Synthese van de evolutie van rondtrekkende dadergroepen................................................. 14 Aanpak van de rondtrekkende dadergroepen : een actualisering................................16 Beeldvorming............................................................................................. 16 Bestuurlijk preventieve aanpak............................................................................ 17 Veiligheid : een gedeelde verantwoordelijkheid.................................................................... 17 Versterken bestaande bestuurlijk preventieve maatregelen....................................................... 17 Nieuwe accenten bestuurlijk preventieve aanpak................................................................. 20 Versterkt bestuur als aanvulling op een preventief beleid................................................... 20 Aanpak helingactiviteiten........................................................................................ 21 Netwerking en partners.......................................................................................... 22 In kaart brengen van de goederenstroom van juwelen en horloges........................................... 22 Repressieve aanpak....................................................................................... 23 Principes en aandachtspunten...................................................................................... 23 Richtlijnen van het College van Procureurs-generaal.............................................................. 24 Creëren van synergie tussen de actoren............................................................................ 24 Nazorg ten aazien van slachtoffers........................................................................ 28 Opvolging van veroordeelde daders........................................................................ 29 Bijzonder aandachtspunt : de internationale agenda...........................................30 Besluit.......................................................................................31 1

De aanpak van rondtrekkende dadergroepen [ Context] vernieuwde uitdagingen De rondtrekkende dadergroepen kwamen in beeld toen, eind jaren 90 - begin jaren 2000, werd vastgesteld dat Oost- en Centraal- Europese bendes in snel toenemende mate verantwoordelijk waren voor systematische inbraken in woningen, handelszaken en bedrijven, voor ramkraken en bepaalde vormen van voertuigdiefstal. Uit de modi operandi kon toen al worden afgeleid dat de bendes goed georganiseerd en planmatig te werk gingen en dat ze vooral belangstelling toonden voor geld en goederen die ze in de illegale helersmarkten en tweedehandsmarkten kwijt konden. Naargelang het duidelijk werd dat deze problematiek meer en meer impact kreeg op het onveiligheidsgevoel van de bevolking, hebben politieoverheden overal te lande de handschoen opgenomen en de gepaste maatregelen uitgelokt. Tal van beleidslijnen werden uitgevaardigd op de diverse bestuursniveaus, die we onder meer terugvinden in de opeenvolgende Nationale en Zonale veiligheidsplannen, de Kadernota Integrale Veiligheid, alsook in richtlijnen van het College van Procureursgeneraal 1 of andere overheden. Binnen dit regelgevende kader, nam de beleidsverklaring van 22 maart 2007 van de Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie, en opgesteld onder coördinatie van de Eerste Minister, een centrale plaats in 2. In dit beleidsdocument werd een eenduidige defi nitie van het begrip rondtrekkende daders vastgelegd en werden de verschillende criminele fenomenen, alsook hun aard en verschijningsgrond grondig besproken. Op basis van deze analyse, werd een overzicht gemaakt van de verschillende politiemaatregelen die dienden te worden getroffen, en dit volgens de fi losofie van de veiligheidsketen. Dit beleidsdocument gaf aanleiding tot tal van initiatieven vanwege gerechtelijke en bestuurlijke overheden, zowel op federaal, arrondissementeel en lokaal niveau, zoals : het verspreiden van een omzendbrief door het College van Procureurs-generaal aan de parketten en politiediensten van het land met concrete maatregelen 3 ; het nemen van tal van bestuurlijke maatregelen door de directie-generaal Veiligheid en Preventie van de FOD Binnenlandse Zaken. Fenomeengericht overleg wordt opgestart met tal van actoren ; het intensifi ëren van de recherchematige aanpak op initiatief van de procureurs des Konings en de Federaal Procureur. Daarenboven coördineert deze laatste daar waar nodig, en stimuleert in het bijzonder de internationale gerechtelijke samenwerking ; het voorzien van de nodige capaciteit en referentiepersonen door de lokale en federale politie. Bovendien kreeg dit beleidsdocument (de zogenaamde groene brochure ) een belangrijke waarde als informatiedrager voor de vele diensten die rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken zijn in de aanpak van rondtrekkende daders. Drie jaar na verspreiding van dit beleidsdocument, is de behoefte tot aanpassing al een realiteit. Vooreerst is er de sterk wijzigende externe omgeving. De uitbreiding van de grenzen van de Europese Unie laten zich voelen, en de fi nancieel economische crisis slaat hard toe. Daarnaast boren rondtrekkende daders, vanuit een cost-benefi t benadering, momenteel nieuwe criminele markten aan, en laten andere vallen. Tot slot hebben politieoverheden en politiediensten hun know-how omtrent deze problematiek dermate verrijkt, dat het belangrijk is dat deze kan worden overgedragen aan alle betrokken partijen. Dit alles leidde ertoe dat een geactualiseerd beleidsdocument werd uitgewerkt. Volledig in de geest van de integrale en geïntegreerde aanpak, werden daarbij de bevoegde actoren door middel van het organiseren van informatiesessies en het oprichten van werkgroepen omtrent specifi eke aspecten maximaal betrokken in het opstellen van de eindtekst. Het geheel brengt ons tot een aangepaste beleidsverklaring, die de titel draagt : De aanpak van rondtrekkende dadergroepen : vernieuwde uitdagingen. 1 In 2003 kreeg het strafrechtelijk beleid met betrekking tot de aanpak van de rondtrekkende dadergroepen vorm door twee circulaires van het College van procureurs-generaal. De Col 12/2003 en de Col 13/2003, beide van 1 oktober 2003, hebben betrekking op de politionele en gerechtelijke aanpak van ramkraken en op de informatie-uitwisseling inzake de Oost-Europese bendes. 2 De aanpak van rondtrekkende dadergroepen : een actualisatie, Brussel, 2007. 3 Col 1/2008 van 13 februari 2008 betreffende de rondtrekkende dadergroepen. 2

[ Definitie] In de beleidsverklaring De aanpak van de rondtrekkende dadergroepen : een actualisatie van 22 maart 2007 werd een nieuwe defi nitie van rondtrekkende dadergroepen vastgelegd om te beantwoorden aan een nieuwe realiteit, namelijk de opkomst van de sedentaire daders onder de rondtrekkende dadergroepen en het gebruik van minderjarigen voor het plegen van feiten. De aanpassing van de defi nitie in 2007 bleek terecht. De sedentaire dadergroepen en de minderjarige daders komen meer en meer in beeld. Intussen zorgt de multi-criminaliteit en het opportunisme van de rondtrekkende dadergroepen er echter voor dat de defi nitie flexibel moet gehanteerd worden inzake op te volgen fenomenen van eigendomscriminaliteit. De rondtrekkende daders duiken namelijk in zeer diverse vormen van de eigendomscriminaliteit op en spelen zeer sterk in op evoluerende trends (bv. stijging metaalprijzen) of nieuwe mogelijkheden (bv. skimming). Afhankelijk van de opportuniteiten die zich aanbieden, veranderen ze van crimineel activiteitsdomein. Dit is dan ook de reden waarom aan de tweede paragraaf van de defi nitie van 2007 actueel nog drie fenomenen worden toegevoegd, namelijk : georganiseerde gauwdiefstallen, georganiseerde winkeldiefstallen en skimming. De huidige defi nitie luidt bijgevolg als volgt : Een rondtrekkende dadergroep is een vereniging van misdadigers, die systematisch woninginbraken, of inbraken in bedrijven en handelszaken, waaronder ramkraken, ladingdiefstallen, metaaldiefstallen of diefstal van werf(voer)tuigen pleegt ; waarvan de leden hoofdzakelijk afkomstig zijn uit de voormalige Oostbloklanden 4 of een sedentaire dadergroep 5 in België uitmaken, en ; opereren of aangestuurd worden vanuit het buitenland, of vanuit de grote agglomeraties in België, en ; die een belangrijk aantal feiten op een groot gedeelte van het grondgebied plegen, en ; waarbij mogelijks gebruik wordt gemaakt van minderjarigen. Deze defi nitie sluit evenwel niet uit dat een rondtrekkende dadergroep subsidiair ook kan betrokken zijn bij andere feiten, zoals diefstal gewapenderhand, caren homejackings, diefstal van waardevolle documenten, voertuigzwendel, diefstal met list, georganiseerde gauwdiefstallen, georganiseerde winkeldiefstallen en skimming. 4 De voormalige Oostbloklanden worden in de definitie niet afgebakend maar de centrale directie Criminaliteit tegen goederen (DGJ/DJB) neemt de volgende landen in rekening voor de beeldvorming : de voormalige Sovjetunie nu 15 onafhankelijke staten : Armenië, Azerbeidjan, Wit-Rusland, Estland, Georgië, Kazakstan, Kirghizistan, Letland, Litouwen, Moldavië, Russische Federatie, Tadzjikistan, Turkmenistan, Oekraïne, Oezbekistan. Verder de landen van Ex-Joegoslavië : Republiek van Macedonië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Servië, Montenegro, Slovenië, Kosovo. Tenslotte de landen Albanië, Bulgarije, Polen, Roemenië, Tsjechië, Slowakije, Hongarije. 5 De sedentaire dadergroepen zijn vooral samengesteld uit nomaden uit ex-joegoslavië, Roemenië, Frankrijk en België, die verblijven in de grote agglomeraties en/of in de grensstreken met de ons omringende landen. Deze landen zijn de meest voorkomende oorspronglanden van de sedentaire groepen actief in ons land. 3

De aanpak van rondtrekkende dadergroepen [ Recente evolutie in verband met rondtrekkende dadergroepen vernieuwde uitdagingen ] De evolutie in verband met rondtrekkende dadergroepen, wordt bekeken vanuit drie invalshoeken : de fenomenen eigendomscriminaliteit waarin de rondtrekkende dadergroepen actief zijn en de activiteitsgraad van de rondtrekkers in deze (zie infra) ; de aard en de verschijningsvorm van de dadergroepen (zie pagina 10) ; hun criminele werkmethodes (zie pagina 12). Belangrijkste fenomenen waarin de rondtrekkende dadergroepen actief zijn 6 80000 70000 60000 50000 40000 30000 20000 10000 0 Woninginbraken 70510 63504 58348 56566 57315 58343 49718 50382 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Op basis van de evolutie van de fenomenen, de sterke of minder sterke aanwezigheid van rondtrekkende dadergroepen en de graad van organisatie van deze dadergroepen, komen op dit ogenblik acht fenomenen binnen de eigendomscriminaliteit naar voor die bijzondere aandacht vragen. De woninginbraken, skimming en georganiseerde winkeldiefstal zijn fenomenen waarin de rondtrekkende daders sterk actief zijn en die een onrustwekkend stijgende trend vertonen. Ook het fenomeen gauwdiefstal is vanwege het sterk georganiseerde gebruik van minderjarigen zeer problematisch. Daarnaast zijn er fenomenen die een permanente aandacht van politiediensten vereisen omdat de risicograad op slachtofferschap binnen het fenomeen zeer hoog is of omdat een opfl akkering op elk moment mogelijk is, met name de inbraken in handelszaken, de ladingdiefstallen, de metaaldiefstallen, de werfdiefstallen en de diefstallen van werf(voer)tuigen. Bron : Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) Sinds enkele jaren vinden de inbraken meer plaats in de namiddag, en minder in de nachtelijke uren. Qua buit oefenen juwelen, geld en elektro-apparatuur een grote aantrekkingskracht uit. In het jaar 2009 zijn juwelen de meest gestolen buit. In meer dan 40 % van de woninginbraken worden sieraden gestolen. De activiteitsgraad van rondtrekkende daders in de woninginbraken blijft hoog. Opvallend is de sterke aanwezigheid van minderjarige daders bij de feiten waar rondtrekkende daders bij betrokken zijn. In minstens één op de drie woninginbraken is een minderjarige betrokken. Woninginbraken Woninginbraken kennen een gevoelige daling van 2002 tot en met 2005. Van 2005 naar 2006 is er een sterke stijging en dan blijft het aantal woninginbraken vrij stabiel tot in 2008. In 2009 treedt er echter opnieuw een sterke stijging op, wat het probleem van de woninginbraken opnieuw erg acuut maakt. 6 De cijfers die worden weergegeven in dit deel verwijzen naar de feiten gepleegd door alle daders (en niet enkel naar deze gepleegd door rondtrekkende dadergroepen) 4

met magneetstrook, dit kunnen ook klantenkaarten zijn) gezet, waarmee dan geld wordt afgehaald. Het aantal feiten is de laatste jaren meer dan verdubbeld en de rondtrekkende daders hebben zich de laatste jaren meer en meer toegelegd op en gespecialiseerd in deze vorm van informaticacriminaliteit. Georganiseerde winkeldiefstallen 25000 20000 15000 Winkeldiefstallen 19762 18339 18527 18396 16405 17164 14733 21766 Skimming 10000 1000 800 Skimming 859 5000 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 600 639 Bron : ANG 400 200 0 419 2007 2008 2009 Bron : ANG Skimming is het illegaal kopiëren van de gegevens van de magneetstrook van een betaalkaart, met behulp van gespecialiseerde apparatuur (skimmer). Daarnaast wordt ook vaak de persoonlijke code geregistreerd (bv. met behulp van een minicamera). Meestal worden de gekopieerde data op white plastics (witte kaarten Het fenomeen van de winkeldiefstallen vertoont een duidelijke stijgende trend sinds 2002. Even was er een stabilisatie in de periode 2005 tot 2007, maar in 2008 en 2009 wordt opnieuw een opmerkelijke stijging van het aantal geregistreerde feiten genoteerd. Het dark number in dit fenomeen is zeer groot. Bovenstaande cijfers tonen slechts een fractie van de werkelijkheid. Aangifte van feiten wordt voornamelijk gedaan als ook een dader gevat is. In dit criminaliteitssegment zijn rondtrekkende daders en minderjarige daders duidelijk aanwezig. Nederlands onderzoek 7 naar de winkelcriminaliteit door rondtrekkende daders toont aan dat het een Europese problematiek is. Overal in Europa wordt een stijging van 7 VAN GEFFEN (R.). Itinerant groups target stores in European Union - An urgent cross-border problem, Amsterdam, Detailhandel Nederland, 2009. 5

De aanpak van rondtrekkende dadergroepen vernieuwde uitdagingen het aantal feiten en het aantal actieve rondtrekkende dadergroepen vastgesteld. Het jaarlijkse verlies door winkeldiefstallen gepleegd door rondtrekkende dadergroepen in Europa wordt geschat op 7,6 miljard euro. In België zou winkelcriminaliteit gepleegd door rondtrekkende daders een verlies van 250 miljoen Euro per jaar veroorzaken voor de kleinhandel. Georganiseerde gauwdiefstallen Gauwdiefstal of zakkenrollerij is een diefstal zonder geweld en zonder verzwarende omstandigheden, op een publiek toegankelijke plaats, van een voorwerp dat het slachtoffer bij of op zich draagt. structuren. Daarnaast zijn de sterk georganiseerde dadergroepen en dadernetwerken, die schuilgaan achter deze criminaliteitsvorm en waarvan de minderjarige het slachtoffer is, moeilijk te detecteren en aan te pakken. Inbraken in bedrijven en handelszaken 30000 25000 20000 15000 Inbraken in bedrijven en handelszaken in België 28089 25793 22536 23088 22033 21849 21539 20265 35000 30000 25000 20000 Gauwdiefstallen - zakkenrollerij 32900 32452 31776 30722 31487 31229 30945 31485 10000 5000 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Bron : ANG 15000 10000 5000 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Bron : ANG Per jaar worden tussen de 30000 en 32000 gauwdiefstallen geregistreerd door de politiediensten. Dit fenomeen is voor de rondtrekkende dadergroepen een zeer geliefd activiteitsdomein. De georganiseerde rondtrekkende dadergroepen maken hierbij graag gebruik van minderjarigen, vanaf de leeftijd van 8 jaar, die ze op grote schaal uitsturen tot het plegen van deze vorm van diefstal. De minderjarigen zijn zowel dader als slachtoffer van mensenhandel. Het zijn daders die moeilijk op te vangen zijn binnen de bestaande politionele en gerechtelijke De inbraken in bedrijven en handelszaken kennen in feite een continue daling sinds 2002, van 28.089 feiten naar 20.265 feiten in 2009. Ondanks deze positieve trend is het aantal inbraken nog steeds hoog en is het risico op een inbraak, vooral voor winkels en horecazaken, nog steeds zeer groot. Ook in dit fenomeen blijven de rondtrekkende daders actief, zij het in mindere mate dan in de woninginbraken. Tot hun specifi eke modi operandi behoren de nachtelijke inbraken via het dak of de muur. Er wordt vastgesteld dat de diefstal vaak voorafgegaan wordt door een voorverkenning door de daders. Vooral geld en consumptiegoederen worden ontvreemd, alsook volledige brandkasten. Het aantal gerapporteerde pogingen stijgt jaar na jaar, wat er op kan wijzen dat de preventiebevorderende maatregelen van de laatste jaren een positief effect hebben. 6

Ladingdiefstallen langs autosnelwegen 800 700 600 500 400 300 200 100 0 591 Ladingdiefstallen langs autosnelwegen 322 273 705 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Bron : expertdatabank DGJ/DJB/Georganiseerde diefstal In 2002 waren er 591 ladingdiefstallen langs autosnelwegen. Daarna was er een scherpe daling naar 273 feiten in 2004. In 2005 en 2006 werd deze problematiek opnieuw acuut met respectievelijk 705 en 524 feiten. 524 127 221 286 De arrestatie van een aantal belangrijke dadergroepen leidde tot een forse daling van het aantal feiten in 2007 tot 127 feiten. De ladingdiefstallen langs autosnelwegen vertonen de laatste drie jaar opnieuw een stijgende trend maar de 286 feiten in 2009 liggen nog steeds een stuk lager dan de pieken in 2005 en 2006. Het aantal feiten kan enigszins beperkt worden dankzij een nauwgezette opvolging van het fenomeen en snel ingrijpen bij verhoogde activiteit van dadergroepen. Rondtrekkende daders zijn sterk aanwezig in dit fenomeen waarbij ze vaak opereren vanuit de agglomeratie Brussel. Ladingdiefstallen langs autosnelwegen zijn een typisch cyclisch fenomeen waar dadergroepen, eens terug vrijgekomen, steeds opnieuw hun plaats innemen in de markt. Het vraagt dus een voortdurende waakzaamheid teneinde dit fenomeen beheersbaar te houden. 7

De aanpak van rondtrekkende dadergroepen vernieuwde uitdagingen Metaaldiefstallen Metaaldiefstallen 4000 3837 3500 3000 3000 2500 2000 1577 1500 1319 1000 712 804 500 3591 1583 nog 3591 feiten opgetekend maar in 2009 is het aantal metaaldiefstallen meer dan gehalveerd en worden nog slechts 1583 feiten vastgesteld. De in dit domein genomen initiatieven 8 hebben ongetwijfeld ook een impact gehad op dit crimineel fenomeen. In dit fenomeen is het verband tussen de prijs van het koper en het aantal metaaldiefstallen onmiskenbaar. Eind 2009 en begin 2010 is er opnieuw een stijging van de koperprijs, wat doet vrezen voor een nieuwe golf van metaaldiefstallen. Een permanente monitoring is dus geboden. 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Bron : ANG In 2002 waren er 712 metaaldiefstallen, vanaf dan stijgt het aantal metaaldiefstallen tot in 2007. Eerst een gestage stijging tot in 2005 en vervolgens een bijna verdubbeling van het aantal incidenten van 2005 naar 2006 naar meer dan 3000 feiten. Deze stijging loopt samen met de sterke stijging van de prijs van metalen in het algemeen en van koper, het meest gestolen metaal, in het bijzonder. De explosieve stijging blijft zich doorzetten in 2007, plus 25 % ten opzichte van 2006, naar een piek van 3837 feiten. Het hoge aantal metaaldiefstallen houdt aan tot het najaar van 2008, het moment dat de prijs van koper een sterke daling vertoont. In 2008 worden Koper, in het bijzonder koperen elektriciteitskabels, is het meest diefstalgevoelige metaal. De meeste diefstallen gebeuren op bouwwerven, werven langs de openbare weg en op de terreinen van de NMBS - holding. De metalen worden meestal geheeld via schroothandelaars in België of in de buurlanden. Rondtrekkende daders blijken ook in deze markt actieve spelers. Werfdiefstallen en diefstal van werfvoertuigen 5000 4000 3000 Werfdiefstallen 2981 2848 2685 3047 3674 3974 4031 3251 2000 1000 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Bron : ANG Werfdiefstallen zijn populair bij dieven omdat werven vaak gemakkelijk toegankelijk zijn, het toezicht beperkt is 8 Cfr verder Versterken bestaande bestuurlijk preventieve maatregelen. 8

en de buit interessant. Er wordt sinds jaar en dag gestolen op werven. Tot 2005 schommelde het aantal werfdiefstallen rond de 3000 feiten per jaar. Vanaf 2006 is er een opmerkelijke stijging van het aantal diefstallen op werven. In 2007 stijgt het aantal zelfs tot boven de 4000 feiten. Het stijgende aantal metaaldiefstallen, die vaak plaatsvinden op werven, is hier duidelijk een bepalende factor. In 2009, wanneer het aantal metaaldiefstallen sterk daalt, daalt het aantal feiten van werfdiefstal terug tot onder het niveau van voor het jaar 2006 naar 3251 feiten. 600 500 Diefstallen van werf(voer)tuigen 505 400 390 362 385 371 300 200 100 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Bron : ANG Elk jaar ligt het aantal diefstallen van werfvoertuigen tussen de 350 à 400 feiten op en buiten werven, echter met een grote uitschieter in 2006 met 505 feiten. De prijs van een werfvoertuig gaat van 50 000 euro voor kleine voertuigen tot meer dan 250 000 euro voor middelgrote en grote werfvoertuigen, zodat het economische verlies bij elke diefstal aanzienlijk is. Werfmateriaal en werf(voer)tuigen zijn in de voormalige Oostbloklanden, die in volle opbouw zijn, heel aantrekkelijk en een aantal rondtrekkende dadergroepen hebben zich dan ook sterk toegelegd op deze beide marktsegmenten. Het is een fenomeen dat zeker nog niet uitgedoofd is. 9

De aanpak van rondtrekkende dadergroepen vernieuwde uitdagingen Aard en de verschijningsvorm van de dadergroep Inzake aard en verschijningsvorm van de rondtrekkende dadergroepen komen we tot een aantal bevindingen. Aard van de dadergroepen De mobiliteit vormt een belangrijk basiskenmerk van deze dadergroepen. Daders uit voormalige Oostbloklanden Recent wetenschappelijk onderzoek 9 en vroeger onderzoek binnen de politie 10 tonen duidelijk aan dat de aanwezigheid van de Oost-Europese rondtrekkende daders het gevolg is van een combinatie van factoren, waarbij de economische drijfveer heel belangrijk is. Twee types van daders komen hierbij te voorschijn : daders die criminele intenties hebben op het ogenblik dat ze ons land betreden. Ze komen naar hier met de bedoeling eigendomsdelicten te plegen. Deze daders verblijven meestal kortere periodes in ons land, gaande van enkele dagen tot enkele maanden. Daarna keren ze terug naar hun thuisland of reizen door naar een ander (Europees) land om daar hun criminele activiteiten verder te zetten. Hierbij wordt aansturing vanuit het land van herkomst vastgesteld ; anderen, komen in de eerste plaats naar hier om een (beter) leven op te bouwen. Ze verblijven hier al dan niet illegaal. Voor sommigen wordt het snel duidelijk dat het niet gemakkelijk is om hier een beter leven op een eerlijke manier te realiseren. Wanneer deze personen tijdens sociale gelegenheden de mogelijkheden zien om snel en veel geld te verdienen is de stap naar de criminaliteit vaak ook snel gezet. De Oost-Europese dadergroepen verblijven veelal in de grote agglomeraties Brussel, Luik, Antwerpen en Charleroi, waar er een grotere anonimiteit heerst. Daarnaast beschikken daders meer en meer over voorposten buiten de grote agglomeratie, bijvoorbeeld Vakantieverblijven, of plegen ze hun feiten vanuit grootsteden in buurlanden. Sedentaire daders Sedentaire daders komen de laatste jaren meer en meer in beeld. Onder sedentaire daders worden nomaden verstaan, afkomstig uit de voormalige Joegoslavische 9 VAN DAELE (S.). Helingprocessen bij rondtrekkende dadergroepen : een bevraging bij Roemeense en Servische daders, Gent, IRCP Universiteit Gent,2009, p.27. 10 DE COCK (K.), CHARLIER (R.), GEURTS (D.), CLAEYSSENS (S.), JUCHTMANS (G.), Dader Profiel - Analyse rondtrekkende daders Deel 2 : Kwalitatief Luiik.Brussel, Federale politie,2006. 10

Republiek, Roemenië, Frankrijk of uit België 11. Deze nomaden zijn in feite een volk dat geen echt thuisland heeft. Historisch gezien is deze bevolkingsgroep in grote migratiegolven naar West-Europa gekomen. Ze hebben intussen de Belgische nationaliteit, zoeken asiel of verblijven in de illegaliteit. Ondanks het feit dat een groot deel zich sedentariseert, is de breuk tussen sedentair zijn en rondtrekken niet radicaal en nooit defi nitief 12. Soms versterken ze hun schijnbare sedentarisatie door terreinen en panden aan te kopen. Families die niet meer reizen hebben echter vaak nog een mobiele woning of sommigen hebben een vaste woonplaats maar veranderen vaak van verblijfplaats. Sedentaire groepen kunnen plots opnieuw beginnen rondtrekken, zeker wanneer ze verontrust worden door de politiediensten, terwijl alles leek aan te geven dat ze defi nitief gehuisvest waren. Wanneer we het criminele segment van deze bevolkingsgroepen in beeld brengen, gaat het vaak om dadergroepen die van criminaliteit hun levenswijze hebben gemaakt. Ze zijn veelal sterk georganiseerd, opereren op nationale en internationale schaal, minderjarigen en vrouwen nemen actief deel aan de criminaliteit. In dit laatste onderscheiden de sedentaire dadergroepen zich op een uitdrukkelijke manier van de andere rondtrekkende dadergroepen. Herkomst van de daders De meeste dossiers hebben betrekking op dadergroepen van Ex-Joegoslavische 13 en Roemeense afkomst. Binnen de heterogene groep van Ex-Joegoslaven zijn vooral de Serviërs actief in de eigendomscriminaliteit. Er dient verder opgemerkt te worden dat veel daders van Moldaafse origine de Roemeense nationaliteit opgeven. Ervaring op het terrein leert dat Moldaafse criminele dadergroepen zeer sterk en hiërarchisch georganiseerd zijn en een reëel probleem vormen. Ongeveer een vijfde van de dossiers op rondtrekkende daders betreffen sedentaire dadergroepen. Deze zijn vooral afkomstig uit de Ex-Joegoslavische republieken. Sociale cohesie en achterliggende structuren Rondtrekkende daders uit de voormalige Oostbloklanden opereren in kleine groepjes. De feiten worden doorgaans gepleegd door twee tot vijf personen. Deze groepen bevinden zich echter niet in een sociaal vacuüm, maar maken deel uit van bredere criminele netwerken. Voor groepen die gedurende een korte periode naar West- Europa komen, ligt het achterliggende netwerk in het land van herkomst. Dit netwerk is actief bij de heling van gestolen goederen in het thuisland en zorgt ervoor dat de groepjes een wisselende samenstelling kunnen hebben wanneer zij na verloop van tijd een nieuwe trip naar West-Europa maken. Daders die gedurende langere tijd in West-Europa verblijven, bouwen hier een netwerk uit. Ook deze netwerken worden gebruikt om goederen te helen en regelmatig andere personen bij de eigenlijke criminaliteit te betrekken. Naast mededaders en helers omvatten deze netwerken verschillende andere sleutelfi guren. Het gaat onder meer om personen die betrokken zijn bij huisvesting en transport. Veelal zijn de netwerken flexibel van aard. Helers, transporteurs en verantwoordelijken voor de logistiek werken samen met verschillende dadergroepen. Zicht op deze sleutelfi guren kan dus informatie opleveren over meerdere dadergroepen. In dat kader kan het belang van deze personen niet genoeg benadrukt worden. 11 De aanpak van rondtrekkende dadergroepen : een actualisatie, Brussel, 2007, p.14. 12 Folder van het Waals gewest, Les Gens du Voyage en Wallonie. 13 Omwille van de permanent veranderde situatie in deze regio, is het op dit ogenblik methodologisch nog onmogelijk een onderscheid te maken naar de exacte verhoudingen tussen de verschillende nationaliteiten afkomstig uit Ex-Joegoslavië. 11

De aanpak van rondtrekkende dadergroepen vernieuwde uitdagingen Toch maken sommige groepen gebruik van vastere structuren. Het gaat in het bijzonder om groepen die sterker georganiseerd zijn en vaak ook feiten op bestelling plegen. De sedentaire dadergroepen kenmerken zich ook door vastere structuren die vooral gebaseerd zijn op brede familiebanden 14. Dit betekent dat de leden hoofdzakelijk bestaan uit verwanten. Dit sluit echter niet uit dat niet-verwanten in een groep worden opgenomen. Deze banden zorgen voor een breed netwerk op internationale schaal, waarvan deze criminele groepen maximaal gebruik maken om hun activiteiten te ontplooien en het ingrijpen van politie en gerecht te bemoeilijken. Ook hier is identifi catie van belangrijke fi guren in deze familiale netwerken essentieel voor de aanpak van deze georganiseerde criminaliteit. Criminele werkmethodes Globale evolutie De rondtrekkende dadergroepen verblijven veelal in de grote agglomeraties (of thuisarrondissementen) en plegen hun feiten niet alleen in de onmiddellijke nabijheid van de verblijfplaats, maar leggen daartoe vaak ook grote afstanden af. Hun actieradius omvat vaak verschillende arrondissementen (of feitenarrondissementen). Het zijn veelplegers die het principe van de minste weerstand toepassen. De gestolen goederen worden snel geheeld of overgebracht naar het thuisland. Belangrijk is om, naast de logistieke basissen, ook oog te hebben voor cafés en trefplaatsen waar de daders elkaar regelmatig ontmoeten, waar plannen gesmeed worden, afspraken gemaakt worden om samen op stap te gaan en waar vaak gestolen goederen worden doorverkocht. Bij de uitvoering van de diefstallen is er vaak een vooraf afgesproken taakverdeling. De keuze van de doelwitten, zeker bij de woninginbraken, is vooral opportunistisch en weinig voorbereid. Men selecteert een bepaalde regio op basis van vroegere ervaringen, en eenmaal ter plaatse kiest men het doelwit uit na kortstondige observatie. Welvarend uitziende huizen, voornamelijk in woonwijken nabij grote verkeersassen, vormen een specifi ek aantrekkingspunt. Bij diefstallen in bedrijven en handelszaken is er meestal een meer specifi eke voorverkenning. Bij de inbraken proberen de rondtrekkende daders contact met het slachtoffer te vermijden. Hierop zijn weliswaar uitzonderingen mogelijk. Wanneer deze daders zich in het nauw gedreven voelen, bijvoorbeeld door alerte bewoners of tijdens een politiecontrole, kunnen ze agressief worden. Rondtrekkende daders zijn op zoek naar buit die gemakkelijk transporteerbaar is, snel en gemakkelijk te verkopen en een hoog fi nancieel rendement oplevert. Meer dan andere daders, hebben rondtrekkende daders dan ook belangstelling voor juwelen. Bij de inbraken in woningen zijn juwelen, naast geld, hun meest gegeerde buit. De buit vindt meestal snel zijn weg naar de afzetmarkt via helers. De buit wordt ofwel doorverkocht in België (goud, juwelen, informatica) ofwel doorgestuurd naar het land van herkomst (geld, werktuigen, elektro). In België vormen de cafés een grote afzetmarkt. In bepaalde gevallen is een deel van de buit bestemd voor persoonlijk gebruik van de dader (voedsel, kledij, enz). 14 Antropologen maken het onderscheid tussen een band en een stam, een samenlevingsvorm op basis van zuiver familieverband. Bij een band is het mogelijk dat ook niet-familie wordt opgenomen. 12

Contrastrategieën De rondtrekkende daders maken gebruik van wisselende contrastrategieën. Deze daders vormen immers op zich een vorm van lerende organisatie die zich snel aanpast aan politiemethodes en - tactieken. Het gebruik van een valse naam, of alias, is niet eigen aan de rondtrekkers, maar ze gebruiken deze bijna systematisch. De aliassen zorgen ervoor dat daders ontsnappen aan controle of veroordeling, dat onbestaande personen worden gesignaleerd in de ANG, dat personen worden veroordeeld en/of in de gevangenis zitten onder foute of onbestaande namen en dat sommigen een straf uitzitten die niet overeenstemt met hun werkelijke antecedenten aangezien ze niet gekend zijn. Correcte identifi catie van daders is dus onontbeerlijk en moet een prioriteit worden. In de mate dat zij betrokken zijn in gerechtelijke dossiers, steken rondtrekkende daders ook veel op van de gebruikte politiemethodes. Zo maken ze minder gebruik van telefonie, plaatsen ze de gestolen voertuigen niet meer in de onmiddellijke omgeving van hun verblijfplaatsen of plegen ze minder seriematig feiten in hetzelfde kwartier, omdat zij weten dat dit voor politiediensten vaak aanknopingspunten zijn voor opheldering. Zoals hoger vermeld, maken de sedentaire dadergroepen vaak gebruik van minderjarigen. In tegenstelling tot de sedentaire dadergroepen gebruiken de andere rondtrekkende dadergroepen niet echt minderjarigen. Binnen de sedentaire dadergroepen begint de opleiding vanaf 5 jaar. Men kent als het ware een levenslange criminele carrière die reeds aanvang neemt vanaf 8 jaar 15. Vanaf die leeftijd worden kinderen stelselmatig ingezet 15 PAULUSSEN (L.). Strategisch rapport sedentaire dadergroepen. Brussel, Federale Gerechtelijke Politie, 2007. 13

De aanpak van rondtrekkende dadergroepen vernieuwde uitdagingen bij gauwdiefstallen, winkeldiefstallen en later bij woninginbraken. De minderjarigen worden vaak op heterdaad betrapt, maar komen gewoonlijk snel weer vrij en recidiveren onmiddellijk. Bij deze minderjarige daders leveren verhoren, fouillering, confrontatie weinig resultaat op. Er is een sterk gevoel van straffeloosheid. Huiszoekingen en telefonieonderzoek zijn zelden mogelijk wegens geen gekende verblijfplaats en geen GSMgebruik. Tijdens observaties blijkt dat de minderjarigen zelfs getraind zijn in contra-observaties en in het bewust afleggen van omleidingtrajecten om eventuele achtervolgers af te schudden alvorens naar hun uiteindelijke basis terug te keren 16. Minderjarige kinderen worden soms uitgewisseld tussen verschillende clans en ouders of voogden verplichten hun kinderen een bepaald bedrag per dag terug te brengen. Het gebruik van minderjarigen is zonder meer een zeer verontrustende problematiek. Synthese van de evolutie van rondtrekkende dadergroepen De bovenvermelde vaststellingen leiden tot de volgende synthese : de fenomenen die momenteel een bijzondere aandacht vragen zijn : - de woninginbraken, de skimming en de georganiseerde winkeldiefstallen gezien de hoge activiteitsgraad van rondtrekkende daders en de stijgende trend ; - de georganiseerde gauwdiefstallen wegens het georganiseerd gebruik van minderjarigen ; - de inbraken in handelszaken gezien de hoge risicograad ; - de ladingdiefstallen langs autosnelwegen, de metaaldiefstallen, de werfdiefstallen en de 16 Ibidem. 14

diefstallen van werfvoertuigen wegens hun zeer grote kans op plotse opfl akkering. waakzaamheid van politiediensten blijft uiteraard geboden in alle criminele segmenten van de eigendomscriminaliteit omdat rondtrekkende dadergroepen zeer opportunistisch inspelen op nieuwe mogelijkheden ; de grote agglomeraties blijven belangrijke aandachtspunten, gezien zich daar meestal de tijdelijke verblijfplaatsen, logistieke basissen en ontmoetingsplaatsen situeren ; juwelen blijken een zeer gegeerde buit bij de rondtrekkende daders omwille van de transporteerbaarheid, de verkoopbaarheid en het fi nanciële rendement ; de evolutie van de georganiseerde criminaliteit door sedentaire dadergroepen is verontrustend. Een vijfde van de dossiers op rondtrekkende daders betreft deze specifi eke criminele organisaties ; de activiteit van minderjarigen in criminaliteitsdomeinen zoals woninginbraken, winkeldiefstallen en gauwdiefstallen vraagt een bijzondere aandacht ; rondtrekkende dadergroepen maken deel uit van bredere criminele netwerken. Het is noodzakelijk sleutelfi guren te identifi ceren en achterliggende structuren voor heling en logistiek bloot te leggen ; rondtrekkende daders zijn lerende organisaties en passen contrastrategieën toe om zich te onttrekken aan de rechtshandhaving ; deze daders opereren niet alleen in ons land, maar zijn internationaal actief zodat een aanpak op Europees niveau meer dan wenselijk is. De belangrijkste landen van herkomst zijn in het algemeen genomen Servië en Roemenië. Ook Moldaven die zich uitgeven voor Roemenen komen vaak in beeld. Andere landen kunnen belangrijk zijn in functie van een specifi ek crimineel fenomeen, zoals Bulgarije voor het probleem skimming. 15

De aanpak van rondtrekkende dadergroepen [ Aanpak van de rondtrekkende dadergroepen : een actualisering] [ vernieuwde uitdagingen Het hierboven vermelde overzicht toont aan dat een verdere beheersing van het fenomeen van rondtrekkende dadergroepen het opstarten van nieuwe acties of het versterken van bestaande acties noodzakelijk maakt. Deze initiatieven dienen weliswaar te kaderen binnen het veiligheidsketen-gericht denken : beeldvorming, preventief bestuurlijke aanpak, repressieve aanpak, nazorg t.a.v. slachtoffers en de opvolging van veroordeelde personen zijn de belangrijkste schakels. Het kan niet voldoende benadrukt worden dat een bestuurlijk preventief luik, een politioneel luik en een justitieel luik telkens optimaal op elkaar afgestemd dienen te worden. Op deze manier kunnen justitie, politiediensten, overheden én burgers de handen in elkaar slaan en elk hun specifi eke verantwoordelijkheid opnemen. Veiligheid is immers een zaak van iedereen! Beeldvorming De aanpak van de rondtrekkende daders kan slechts succesvol zijn indien zij gebaseerd is op een gedegen beeldvorming. De veelzijdigheid van deze dadergroepen zorgt ervoor dat politie en justitie voor verschillende uitdagingen geplaatst worden. Een adequaat beeld is dan ook belangrijk om op deze uitdagingen een gepast antwoord te vinden. Dit beeld omvat in de eerste plaats de concrete feiten die door rondtrekkende daders worden gepleegd. Om ten volle inzicht te krijgen in dit criminele fenomeen moet men echter ook inzicht verwerven in de minder zichtbare aspecten van deze dadergroepen, in het bijzonder de achterliggende structuren en de zogeheten criminele processen. Om te komen tot een doorgedreven beeldvorming is een combinatie van verschillende methoden vereist : feitenanalyse, netwerkanalyse (structuren, sleutelfi guren), dossieranalyse (totaalbeeld van een groep), interviews met onderzoekers (bredere inclusief niet-criminele informatie) en daderinterviews (modus operandi, doelwitten, heling, ). In dit kader werden sinds het vorige beleidsplan al verschillende stappen ondernomen. De realisaties omvatten onder meer strategische rapporten met betrekking tot de drijfveren voor de aanwezigheid van rondtrekkende daders, de heling, de sedentaire daders, de communicatiemiddelen en de mobiliteit. De geleverde inspanningen op het vlak van beeldvorming hebben resultaat opgeleverd en hun meerwaarde aangetoond. In de eerste plaats dient daarom op hetzelfde elan verder gewerkt te worden : wat de feiten betreft, blijft de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) de belangrijkste bron van informatie om evoluties op middellange en lange termijn in beeld te brengen ; met betrekking tot de daders kan de verdere studie van verschillende criminele processen of methodes bijdragen tot een diepgaander inzicht in de criminele netwerken en hun faciliterende (f)actoren. In de tweede plaats dienen nieuwe initiatieven bij te dragen tot een verdere uitdieping van de beeldvorming : voor wat betreft de criminele feiten waarin rondtrekkende daders actief zijn, is het belangrijk om kort op de bal te spelen. Nieuwe trends dienen snel onderkend te worden, en alle partners dienen snel en effi ciënt te worden geïnformeerd ; een ander nieuw initiatief is gericht naar het systematisch in beeld brengen van de verschillende dadernetwerken, om de beeldvorming van de actieve groepen, netwerken en daders te actualiseren en ook hierbij bepaalde trends te kunnen detecteren. 16

Bestuurlijk preventieve aanpak Veiligheid : een gedeelde verantwoordelijkheid De federale overheid, en meer specifi ek Binnenlandse Zaken en Justitie, zet sterk in op een integrale veiligheidsaanpak. De politiediensten zijn binnen dit verhaal een belangrijke partner naast de andere schakels van de veiligheidsketen. Dit past binnen de opvatting dat veiligheid een gedeelde verantwoordelijkheid is. Maar deze verantwoordelijkheid is niet begrensd tot de zogenaamde klassieke politieoverheden, Binnenlandse Zaken en Justitie. Ook andere federale (bijvoorbeeld Economie, Financiën, Volksgezondheid,...) maar ook regionale bevoegdheidsdomeinen (onderwijs, lokale besturen, integratiebeleid, welzijn,...) dragen een verantwoordelijkheid binnen een integraal veiligheidsbeleid. In deze dient verwezen te worden naar het politieke akkoord van 22 februari 2010 dat via het Interministerieel Comité Veiligheid vanuit de federale overheid gesloten werd met de regionale relevante bevoegdheidsdomeinen om samen te bouwen aan een integraal veiligheidsbeleid. Het spreekt voor zich dat de lokale overheden eveneens belangrijke sleutels in handen hebben voor een succesvol veiligheidsbeleid. Een permanente dialoog, samenwerking en betrokkenheid is dan ook aangewezen. Naast deze betrokken overheden zijn organisaties, zelfstandigen, het bedrijfsleven en ook particulieren belangrijke partners die elk een zekere verantwoordelijkheid dragen binnen een performant veiligheidsbeleid. Versterken bestaande bestuurlijk preventieve maatregelen Reeds in de beleidsverklaring van 22 maart 2007 werden voor de toen geselecteerde prioritaire fenomenen, een aantal algemene en specifi eke preventiemaatregelen naar voren geschoven. Hieronder worden de meest pertinente maatregelen versterkt en bijgestuurd voor wat betreft de fenomenen die een bijzondere aandacht vereisen. Woninginbraken en inbraken in handelszaken Wat de fenomenen woninginbraken en inbraken in handelszaken betreffen, toont de cijfermatige analyse eerder 17

De aanpak van rondtrekkende dadergroepen vernieuwde uitdagingen in dit document duidelijk aan dat deze ook op preventief vlak een permanente aandacht vereist. In de eerste plaats dient hier het gratis en objectief technopreventief advies voor het beveiligen van woningen, handelszaken en (semi-) openbare gebouwen een belangrijke bouwsteen te blijven binnen het preventief beleid. Het aanbod wordt voortdurend geëvalueerd, bijgestuurd en bekendgemaakt via diverse kanalen zoals informatie-avonden, sensibilisatiecampagnes, buurtinformatienetwerken (BIN s), enz... en dit in samenwerking met de lokale actoren. Bovendien wordt er geïnvesteerd in het verder verhogen van de deskundigheid en de kwaliteit van het technopreventief advies. Zo werd er in 2009 een wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd om de effectiviteit van technopreventief advies in kaart te brengen en te verhogen en wordt ook de opleiding technopreventie verder geprofessionaliseerd door het uitwerken van een referentiedossier, het organiseren van bijscholingen en specialisatieopleidingen (bv. toegangscontrole). Daarnaast worden kwalitatieve ondersteuningstools ontworpen in samenwerking met publieke en private partners. Via het netwerk Prevnet worden de technopreventief adviseurs regelmatig op de hoogte gebracht van evoluties omtrent het fenomeen, recente ontwikkelingen inzake preventie en nieuwe beveiligingsmiddelen. Deze initiatieven dienen ook in de toekomst te worden verder gezet. Daarnaast dient de realisatie van de website www.vps.fgov.be/virtualhouse te worden vermeld en verder bekend te worden gemaakt. Via dit medium kan een uitgebreid beveiligingsadvies worden verkregen voor de woning zowel op het vlak van woninginbraken, als op het vlak van brandpreventie. Bovendien voorziet de federale overheid in fi scale stimuli voor particulieren en zelfstandige ondernemers die dergelijke beveiligingsmaatregelen nemen. De sensibilisering en bekendmaking van deze maatregel blijft eveneens een permanent aandachtspunt. Voor wat de 18

zelfstandige ondernemers en specifi eke doelgroepen betreft, wordt ook hier extensief samengewerkt met de respectievelijke representatieve organisaties. Registratie van waardevolle voorwerpen was ook in 2007 al een aandachtspunt. Ook naar de toekomst toe dient de burger nog verder gemotiveerd te worden voor het beter merken en registreren van zijn goederen. Deze registraties maken het de politiediensten immers mogelijk om teruggevonden gestolen voorwerpen sneller te identifi ceren en terug te bezorgen aan de rechtmatige eigenaars. Via de verdere implementatie en uitwerking van het meldpunt alarmsystemen Alarm Information Exchange (ALINE, via www.police-on-web.be) kan de kwaliteit van de interventies van politiediensten na alarm verder geoptimaliseerd worden. Tot slot, wat de handelszaken betreft, moet ook vermeld worden dat een sectorspecifi eke aanpak, bijvoorbeeld voor de juweliers, z n vruchten afwerpt. Dit veronderstelt een permanente monitoring voor het selecteren van de meest kwetsbare doelgroepen. Ladingdiefstallen langs autosnelwegen voorkomen door beveiligde parkings, op weg naar een Europese preventieve aanpak Sinds 2007 wordt in nauwe samenwerking met de bevoegde gewesten de transportsector, de verzekeringssector, de FOD Mobiliteit, de douane, de federale politie en de private bewakingssector gewerkt aan het verhogen van de beveiliging van de parkings voor vrachtwagens langs de autosnelwegen. Aangezien transportcriminaliteit, per defi nitie niet beperkt is tot het nationaal territorium, wordt tijdens het Belgische EU-voorzitterschap in 2010 een initiatief genomen om een Europees model van beveiligde parkings, te lanceren, gebaseerd op 5 niveaus, gaande van zeer beperkte preventie maatregelen tot sterk bewaakte parkings. Dit moet de veiligheid van én de chauffeurs én de ladingen ten goede komen en een verschuivingseffect tussen de verschillende lidstaten voorkomen. Diefstal van metalen ontmoedigen door de aanpak van helingactiviteiten Op basis van de hierboven vermelde cijfers kan besloten worden dat de diefstal van metalen sterk gebonden is aan de conjunctuur, meer bepaald aan de prijs die men kan bedingen voor metalen. Het regelgevend initiatief dat in 2009 genomen werd door de Ministers van Economie en Binnenlandse Zaken inzake de identifi catieverplichting voor particulieren die metalen aanbieden bij metaalverwerkers, heeft eveneens z n impact bewezen en dient dan ook een meer solide wettelijke basis te verkrijgen. Bij toekomstige Full Integrated Police Actions (FIPA) moet verder aandacht besteed worden aan het vervoer van metalen en indien daartoe concrete aanwijzingen zijn, kan voorzien worden in de controle van het bedrijf zelf (naleving milieuwetgeving) of in een controle op de toegangswegen naar het bedrijf. De bestuurlijk directeur coördinator van de meest getroffen arrondissementen dienen hier te voorzien in de vereiste coördinatie. De diensten van de federale politie (DGJ/DJB) hebben hiertoe een nuttig draaiboek uitgewerkt. Diefstallen van werfvoertuigen : uitbreiding fiscale aftrek beveiligingsmaatregelen naar bedrijfsvoertuigen Op preventief vlak werden er sinds de regeringsverkaring van 22 maart 2007 reeds heel wat maatregelen getroffen zoals een regelmatig overleg met de betrokken beroepsverenigingen, de realisatie van sensibiliseringsstickers, de ontwikkeling van een registratieformulier dat kan gebruikt worden voor aangifte bij politiediensten, enz. De evolutie van het fenomeen wordt ook voor het preventief beleid op de voet gevolgd, waarbij het bestaande preventiemateriaal beschikbaar blijft. Vernieuwend hier is dat in samenwerking met de FOD Financiën de fi scale aftrek voor beveiligingsinvesteringen uitgebreid wordt naar bedrijfsvoertuigen. 19