5. Kindermishandeling? Een baby krijgt stuipen en wordt door zijn Afrikaanse moeder met jonge twijgen op de rug geklopt. De buurvrouw ziet het gebeuren en belt de politie. Het kindje wordt weggehaald wegens mishandeling en kan pas drie weken later terug naar huis. Beide vrouwen zijn even bezorgd om het kind. De moeder heeft in haar thuisland geleerd om jonge twijgen van een speciale plant te gebruiken bij stuipen. De buurvrouw ziet alleen een moeder die haar baby mishandelt en belt uit bezorgdheid naar de politie. Wanneer wordt een handeling mis-handeling? Het is niet altijd duidelijk waar de grens ligt van wat toelaatbaar is, behalve als het heel duidelijk gaat om een schending van de mensenrechten. Veroordeel daarom niet te snel, maar treed in dialoog zodat je de redenen van het gedrag kunt achterhalen. Vaardigheid 7 Je gaat zonder vooroordelen op zoek naar de positieve redenen van het gedrag van iemand. Om iemands gedrag te begrijpen, probeer je het te bekijken vanuit het perspectief van de andere. Je tracht de volledige context in beeld te krijgen. Wil je een stap verder gaan en constructief en oplossingsgericht werken, dan helpt het op zoek te gaan naar de positieve beweegredenen achter iemands gedrag. Wanneer je de positieve redenen begrijpt en erkent, kan je komen tot een gevoel van herkenning en gemeenschappelijkheid. Vanuit dat besef kan je constructief samenwerken. Soms bots je tegen grenzen. Positieve redenen van de ene persoon betekenen niet altijd een rechtvaardiging voor de andere. Soms benadrukken beweegredenen eerder de verschillen tussen mensen dan het gemeenschappelijke. Je weet bijvoorbeeld dat ouders hun kind af en toe thuis houden van school. Maar doen ze het omdat het kind moet zorgen voor de grootouders of omdat ze vinden dat de school kinderen opzet tegen hun ouders. Als leraar zal het bijzonder moeilijk zijn om in dit laatste geval een constructief gesprek aan te gaan met de ouders. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 1
Vaardigheid 7 Werkvorm: Het eiland Doelstellingen: Onbevangen en zonder vooroordelen leren kijken naar het gedrag van de andere en zoeken naar de positieve beweegredenen van dat gedrag. Bewust worden hoe mensen van verschillende culturen communiceren en op elkaar reageren. De culturele taboes en de grenzen van tolerantie bestuderen. Bewust worden van de mogelijkheden die ons geboden worden via interculturele samenwerking. Tijd: 120 min. Groepsgrootte: vanaf 10 deelnemers Wat heb je nodig: Een ruim lokaal Pen en papier. Kopieën van de rolfiches voor de stammen. Genoeg drank, bekers en koekjes voor iedereen. Een kaart met de plaatsaanduiding van de verstopte ballonnen. 5 ronde, rode ballonnen. 3 andere ballonnen van een verschillende vorm en kleur, bijvoorbeeld een ronde gele, een lange groene, een lange blauwe ballon. 2 gelijke ballonnen, maar verschillend van de andere verstopt op een geheime plek. Een touw om de ballonnen dicht te knopen. Plakband om de ballonnen aan de muur te kunnen vastplakken. Een gereedschapsdoos met spelden, scharen, rode lippenstift, rode clownneus, plakband. Extra voorbereiding Het is belangrijk op voorhand alle instructies door te lezen en alles goed op te stellen om dit spel te laten slagen. Deel de zaal in twee: de heuvels waar stam Y woont; de kust waar stam Z woont. Zoek een geschikt plekje om de twee gelijke ballonnen te verbergen, maar blaas ze niet op. Teken een kaart met de plaatsaanduiding van deze ballonnen zo dat deze op een vierde van de kaart kan worden afgelezen. Snijd de kaart in vier en steek twee onbelangrijke delen in een enveloppe. Vouw de andere twee delen op en steek deze in twee ballonnen voor stam Y. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 2
Blaas de 8 gekleurde ballonnen op en maak ze met touw vast zodat ze kunnen worden afgelaten zonder ze te beschadigen. Maak vier rode ballonnen vast aan de muur van de kust waar stam Z woont en de vier andere ballonnen aan de muur van de heuvels waar stam Y woont. Leg de enveloppe met de twee kaartdelen bij stam Z. Plaats de doos met gereedschap in het midden van de zaal. Vertel niet waarvoor het gereedschap kan worden gebruikt. Het is aan de deelnemers om te beslissen of ze het al dan niet zullen gebruiken, afhankelijk van de regels van hun cultuur. Voeg er andere zaken aan toe als je denkt dat ze nuttig kunnen zijn, bijvoorbeeld een vergrootglas als de kaart heel klein is, een zaklamp als de kaart op een donkere plaats verstopt is, een sleutel om een doos te openen als de kaart daarin zit. Verloop 1 Deel de groep in twee en lees het spelschema voor. Op een eiland leven twee aparte stammen. Stam Y leeft in het heuvelachtige binnenland en stam Z leeft aan de kust. Ze bestaan naast elkaar en hebben zelden contact met elkaar. De twee stammen hebben verschillende talen en culturen, alhoewel voor beide stammen ballonnen een speciale betekenis hebben. In stam Y hechten de mensen om godsdienstige redenen veel waarde aan de verscheidenheid van de ballonnen en proberen ze zo veel mogelijk verschillende soorten, vormen en kleuren te verzamelen. In stam Z gebruiken de mensen om medische redenen voornamelijk ronde, rode ballonnen. Onlangs is er bij mensen van stam Z een vreemde ziekte uitgebroken, waartegen er volgens de legende maar één therapie bestaat, namelijk een ballon met magische krachten die enkel gevonden kan worden op een onbekende plaats op het eiland. Gelukkig voor hen bestaat er een kaart die van generatie op generatie overgeleverd is en waarvan ze zeker zijn dat die hen naar de zeldzame ballon zal leiden. Jammer genoeg is de kaart heel wat jaren geleden verscheurd en stam Z heeft nog maar de helft van de kaart. De legende zegt dat stam Y de andere helft heeft. Het doel van het spel is voor stam Y om hun ballonnen te beschermen en voor stam Z om de magische ballon te vinden. Maar, net zoals in het echte leven, kunnen de deelnemers misschien onverwachte uitwegen vinden. 2 De twee stammen leren hun cultuur en creëren hun eigen taal. Stuur de twee groepen naar hun kant in de zaal. Deel per stam de kopieën met de rolfiches uit, en pen en papier om notities te maken. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 3
Vraag de groepen een naam te kiezen voor hun stam, de regels van hun cultuur te leren en een speciale taal te creëren. Daarna krijgen ze 20 minuten om hun taal samen te ontwikkelen en te oefenen en ervoor te zorgen dat iedereen van de groep deze vlot beheerst. Dit is een goede kans voor de groep om creatief uit de hoek te komen. Als een groep het moeilijk vindt om dit te doen, kan je voorstellen dat ze alle medeklinkers door één enkele letter vervangen, bijvoorbeeld l of r ; elk woord achterstevoren zeggen of elk woord met een bepaalde letter beginnen. Zorg ervoor dat alle leden van de groep hun taal vlot beheersen vooraleer verder te gaan en zorg dat ze hun cultuur kennen. 3 De twee stammen ontmoeten elkaar. Dit is een gelegenheid om met elkaar te leren communiceren en samen te werken door het eten en de drank met elkaar te delen: 1. Geef stam Y de koekjes en stam Z het drinken en de bekers. 2. Vraag de twee groepen samen te komen in het midden van de zaal (neutraal terrein). 3. Vertel iedereen dat de simulatie vanaf nu begint. Vanaf nu moet iedereen zijn of haar rol spelen, ze moeten dus de taal en de cultuur van hun stam gebruiken. 4 De zoektocht naar de ballonnen. Hiervoor heeft de groep 45 minuten. Stam Z kan beginnen onderhandelen over het gemiste deel van de kaart en proberen om de verstopte ballonnen te vinden. Er zijn veel mogelijke uitwegen, afhankelijk van de onderhandelingsvaardigheden, het temperament en de belangrijkheid van culturele waarden voor de deelnemers. Tips voor de begeleider Als het spel in het slop geraakt, kan je tussenkomen met één of meer tips. Het scenario zou als volgt kunnen gaan: De spelers van stam Z moeten de stukjes papier zoeken in de ballonnen van stam Y. Ze moeten uitzoeken hoe ze de stukjes van de kaart kunnen verkrijgen en tegelijkertijd toch de ballonnen van stam Y respecteren. Door aandachtig te observeren kunnen de stammen erachter komen dat de ballonnen opengemaakt, afgelaten en weer opgeblazen kunnen worden. Leden van stam Z zullen heel goed moeten onderhandelen om stam Y ervan te overtuigen dit te laten doorgaan. Iemand zal het culturele taboe moeten doorbreken dat ballonnen niet aangeraakt mogen worden en stam Y mag degene die dit doet vragen om bijvoorbeeld een rode neus te dragen en in een cirkel te lopen. Dit is dan een ander taboe om te doorbreken. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 4
In het begin blijkt er totaal geen voordeel in te zitten voor stam Y om stam Z te helpen omdat stam Z alleen maar rode ballonnen heeft en stam Y daar al één van heeft. Maar op het einde zal blijken dat stam Y er toch ook haar voordeel uit kan halen omdat er twee nieuwe ballons verstopt zijn en stam Z ze misschien wel wil delen. Nabespreking Begin met vragen over het spel zelf: Was het moeilijk om de talen te gebruiken en te begrijpen? Hoe communiceerde je tijdens de zoektocht? Maakte je gebruik van één taal of van beide talen? Werkte je door middel van tekens? Wat voor misverstanden waren er? Hoe loste je de problemen op als het ging over het aflaten van de ballonnen van stam Y? Wie deed dit? Hoe voelde je je als je de culturele taboes doorbrak? Mogelijke vragen over wat de deelnemers uit het spel geleerd hebben en de relatie met ons dagdagelijks leven: Is jouw cultuur belangrijk voor je? Waarom? Wat hindert ons om andere culturen te begrijpen? Wat verliezen mensen als ze hun cultuur openstellen voor andere culturen? Wat kunnen ze erbij winnen? Wat voor culturele taboes zijn er in onze samenleving? Wat is hun functie? Kunnen we ons voorstellen dat we enkel leven met datgene wat uit onze eigen cultuur of ons eigen land voortkomt? www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 5
Rolfiche voor stam Y Je woont op een eiland samen met een andere stam. De twee stammen leven samen maar je hebt een verschillende taal en cultuur en je ontmoet elkaar nauwelijks. Je taal Je moet een speciale eenvoudige taal uitvinden om tijdens het spel te gebruiken. Zorg ervoor dat iedereen in de stam die goed onder de knie heeft. Je cultuur Je hecht grote waarde aan de diversiteit van ballonnen om godsdienstige redenen. Je probeert zo veel mogelijk verschillende soorten, vormen en kleuren te verzamelen. De ballonnen zijn heilig verklaard en niemand mag ze aanraken. Als men dit doet, kan men een straf verwachten. De enige mensen die deze ballonnen mogen aanraken zijn zij die het ritueel geleerd hebben om in een cirkel rond te lopen. Tijdens dit ritueel moet die persoon een rode neus opzetten. Enkele andere aspecten van jouw cultuur moet je zelf uitvinden, onder meer een naam voor jouw stam, een groetritueel en regels over jouw sociale organisatie, bijvoorbeeld wie neemt er de beslissingen en wie is de woordvoerder van de groep. Rolfiche voor stam Z Je woont op een eiland samen met een andere stam. De twee stammen leven samen maar je hebt een verschillende taal en cultuur en je ontmoet elkaar nauwelijks. Je taal Je moet een speciale eenvoudige taal uitvinden om tijdens het spel te gebruiken. Zorg ervoor dat iedereen in de stam die goed onder de knie heeft. Je cultuur Je bent een vredevol en sociaal volk. Als je elkaar begroet, doe je dat door neuzen te wrijven. Daarom vindt men het zeer antisociaal als men niet altijd een propere neus heeft. Je hecht heel veel waarde aan ronde, rode ballonnen die je gebruikt als medicijn. Rode ballonnen zijn ook heel schaars. Enkele andere aspecten van jouw cultuur moet je zelf uitvinden, onder meer een naam voor jouw stam en regels over jouw sociale organisatie, bijvoorbeeld wie neemt er de beslissingen en wie is de woordvoerder van de groep. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 6
Vaardigheid 8 Je houdt geen waarheidsgevechten, maar gaat in dialoog over achterliggende motieven, behoeften of belangen. Een open en respectvol gesprek kunnen voeren, is waarschijnlijk de belangrijkste vaardigheid voor het omgaan met diversiteit. Een open dialoog vertrekt vanuit een oprechte interesse voor de ander. Je wil zijn mening of manier van handelen begrijpen. Daarvoor vraag je naar achterliggende motieven, waarden, logica en belangen. En tegelijk ga je ook bij jezelf op zoek naar de onderliggende verklaring voor jouw houding. Als je de diepere beweegredenen van gedrag of opinies kent, kan je op zoek gaan naar praktijkgerichte compromissen met respect voor diepere waarden en motieven. Je kan je oplossingsgericht opstellen, zonder de eigenwaarde van de betrokkenen en van jezelf te kwetsen. Te vaak raken mensen echter verwikkeld in een waarheidsgevecht. We hebben immers de reflex om de ander koste wat kost te overtuigen van onze eigen mening. In een waarheidsgevecht blijven mensen hun standpunt herhalen en verdedigen met argumenten vanuit de eigen logica. Meestal leidt dit niet tot oplossingen. Een open dialoog voeren is de enige manier om daadwerkelijk te leren van anderen, en zo je referentiekader bij te stellen. Gebruik je de informatie enkel hier en nu, of neem je ze mee naar volgende situaties? Pas je ze eenmalig toe of ook in de toekomst? Beschouw je dit nog als externe informatie, of neem je ze op in jezelf? Ben je bereid om je eigen referentiekader bij te stellen? Bewaak hierbij je grenzen en behoud je zelfrespect. Wie zijn eigen waarden verloochent, zijn eigen grenzen niet erkent, heeft geen duurzame basis voor het omgaan met diversiteit. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 7
Vaardigheid 8 Werkvorm: Aan welke kant sta jij? Doelstellingen: Standpunten en ideeën tegenover elkaar plaatsen Verschillen in denken binnen de groep duidelijk maken Bewust worden van het mechanisme van waarheidsgevechten Bij een meningsverschil niet terugplooien op de eigen waarheid en de eigen argumenten, maar vragen stellen naar de beweegredenen en motieven van de ander en tegelijkertijd de eigen diepere beweegredenen kunnen verwoorden. Tijd: 60 min. Groepsgrootte: 8 tot 30 deelnemers Wat heb je nodig: - Ruim lokaal waarin je aan de ene kant een plusteken (+) ophangt en aan de andere kant een minteken (-) - Flapbord en stiften - Lijst met stellingen op flapbord (of powerpoint) Verloop 1 Leg uit dat je een aantal stellingen zal voorlezen waarbij de deelnemers moeten kiezen: gaan ze akkoord met de stelling dan gaan ze aan de pluskant staan; gaan ze niet akkoord met de stelling dan gaan ze aan de minkant staan; hebben ze geen mening, dan blijven ze in het midden staan, maar mogen dan niet deelnemen aan de discussie. 2 Lees de eerste stelling voor en vraag de deelnemers om een kant te kiezen. Als iedereen hiermee klaar is, vraag je aan de deelnemers om te verdedigen waarom ze die kant gekozen hebben. Ze mogen daarbij met alle middelen proberen mensen van de overkant te overtuigen om over te steken. Als iedereen gesproken heeft, vraag je om de definitieve posities in te nemen. Herhaal het proces met en drietal stellingen. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 8
3 Je leest een volgende stelling en vraagt de deelnemers om een kant te kiezen. Als iedereen hiermee klaar is, vraag je aan de deelnemers om aan de mensen van de overkant vragen te stellen over het WAAROM van hun keuze. Deze keer is het niet langer belangrijk om de andere kant te overtuigen van het eigen gelijk, maar om te begrijpen waarom ze een bepaalde keuze gemaakt hebben. Als iedereen aan de beurt geweest is, vraag je om de definitieve posities in te nemen. Herhaal dit proces terug met een drietal stellingen. Nabespreking Volgende vragen kunnen aan bod komen: Hoe voelde je je bij het eerste deel van de oefening? Was het moeilijk om te kiezen? Waarom? Welke argumenten werden er gebruikt in het eerste deel, waren ze gebaseerd op feiten of waren ze emotioneel? Welke argumenten waren meest effectief? Hoe voelde je je bij het tweede deel van de oefening? Hoe voelde het om te vragen naar de diepere beweegredenen van gemaakte keuzes in plaats van je eigen standpunt te verdedigen? Welke gelijkenissen zie je met de realiteit? Tip voor begeleider Je kan de groep zelf in twee te splitsen, de deelnemers moeten dan een standpunt verdedigen dat niet noodzakelijk het hunne is. Mogelijke stellingen Natuurgeneeswijzen = kwakzalverij In België wordt de term mishandeling veel te gemakkelijk gebruikt. Afrikanen geloven nog in geesten, dat is gewoon achterlijk. Als je goed verdient is het je plicht je familie te helpen. Als vrouwen van andere herkomst gevraagd worden om mee te werken aan een project, is het enkel om het kleurtje te doen, niet om wie ze zijn. Je moet je niet bemoeien met het huishouden van de buren. Over gezinsproblemen praat je niet met buitenstaanders. Het is belangrijk om rituelen en tradities te respecteren. Jongens hebben veel vrijheid nodig, meisjes moeten beschermd worden. Vroeger hadden de vrouwen het beter, toen konden ze thuis blijven met hun gezin, nu verwacht de samenleving dat ze buitenshuis werken. Je kan als Vlaamse vrouwenvereniging nog zo hard je best doen om allochtone vrouwen uit te nodigen, ze komen toch nooit. Hoe hard allochtone vrouwen ook hun best doen, ze krijgen altijd minderwaardige jobs. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 9