FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Vergelijkbare documenten
WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN GLOBAAL RAPPORT

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT EIWITELEKTROFORESE ENQUETE 2013/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT EIWITELEKTROFORESE ENQUETE 2015/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT EIWITELEKTROFORESE ENQUETE 2019/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT EIWITELEKTROFORESE ENQUETE 2018/1

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE GLOBAAL RAPPORT

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2003/1. Mei

CHEMIE CRP en CRP hs

FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT EIWITELEKTROFORESE ENQUETE 2014/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2014/1

FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU, COMMISSIE KLINISCHE BIOLOGIE

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE CHEMIE - IMMUNOASSAYS

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE GLOBAAL RAPPORT

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2016/1

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2019/2

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2015/1

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE IMMUNOASSAYS

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2005/1. Mei

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2019/1

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE IV

FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2017/4

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE URINE ENQUETE 2014/3

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE IMMUNOASSAYS-SCHILDKLIER

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2018/2

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED ENQUETE 2016/2

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE II

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE CHEMIE - IMMUNOASSAYS

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE CHEMIE - IMMUNOASSAYS

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE GLOBAAL RAPPORT

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2019/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED ENQUETE 2014/2

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE CHEMIE ENQUETE 04/2009

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE IMMUNOASSAYS

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE - URINE ENQUETE 2013/2

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE URINE ENQUETE 2016/4

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2017/1

JAARRAPPORT 2008 EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE CHEMIE

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE NIET INFECTIEUZE SEROLOGIE ENQUETE 01/2009 ANA

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED ENQUETE 2013/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2018/1

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE IMMUNOASSAYS

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT NIET-INFECTIEUSE SEROLOGIE RF/anti-CCP ENQUETE 2017/1

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE II

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2004/2. Oktober

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED ENQUETE 2017/2

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE CHEMIE

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT POCT BLOEDGASSEN EN CO-OXYMETRIE ENQUETE 2019/1

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2018/3

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE ENQUETE 2015/1

JAARRAPPORT 2006 EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE NIET INFECTIEUZE SEROLOGIE

WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID DIENST KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA & COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE URINE ENQUETE 2018/3

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE THERAPEUTISCHE MONITORING

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2018/4 Verbeterde Versie

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE IMMUNOASSAYS

FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU, COMMISSIE KLINISCHE BIOLOGIE

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE URINE ENQUETE 2017/3

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2012

DEFINITIEF JAARRAPPORT 2013

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE URINE ENQUETE 2015/4

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU, COMMISSIE KLINISCHE BIOLOGIE

WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID DIENST KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA & COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN

DEFINITIEF GLOBAAL JAARRAPPORT Allergie 2016

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE III

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2014

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2018/1

FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2013

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE IMMUNOASSAYS

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE IMMUNOASSAYS

JAARRAPPORT 2008 EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE NIET INFECTIEUZE SEROLOGIE. AAN RF/WR/aCCP / Coelakie merkers

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT NIET-INFECTIEUZE SEROLOGIE RF/anti-CCP ENQUETE 2018/1

DEFINITIEF GLOBAAL JAARRAPPORT Allergie 2018

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT IMMUNOASSAYS ENQUETE 2014/1

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2015

DEFINITIEF JAARRAPPORT Allergie 2015

FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT NIET-INFECTIEUZE SEROLOGIE RF/anti-CCP ENQUETE 2016/2

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE IMMUNOASSAYS

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2017

Transcriptie:

ISSN 0778-8363 WIV J. Wytsmanstraat, 14 B-1050 BRUSSEL FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU DIENST VOOR LABORATORIA VAN KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE EIWITELEKTROFORESE ENQUETE 01/2007 WIV 07/01/ELEC 01 Dit rapport mag uitsluitend worden gereproduceerd, gepubliceerd of gedistribueerd met toestemming van het WIV.

COMITE VAN EXPERTEN VOOR ELEKTROFORESE WIV (secretariaat) TEL. : 02/642.55.22 FAX : 02/642.56.45 Coördinators (Dr. Apr. N. Hamers) (Dr. Sc. Ch. Van Campenhout) 02/642.55.26 02/642.53.95 e-mail : n.hamers@iph.fgov.be c.vancampenhout@iph.fgov.be Prof. ALBERT A. TEL. : 04/366.25.91 FAX : 04/366.25.96 e-mail : aalbert@ulg.ac.be Prof. BERGMANN P. TEL. : 02/477.24.88 FAX : 02/477.21.66 e-mail : pbergman@ulb.ac.be Prof. BOURDOUX P. TEL. : 02/477.25.81 FAX : 02/477.25.63 e-mail : pbourdou@ulb.ac.be Dr. CAVALIER E. TEL. : 04/366.76.92 FAX : 04/366.88.23 e-mail : etienne.cavalier@chu.ulg.ac.be Prof. COTTON F. TEL. : 02/555.51.56 FAX : 02/555.66.55 e-mail : fcotton@ulb.ac.be Prof. DECLERCQ P. TEL. : 011/30.97.79 FAX : 011/30.97.50 e-mail : peter.declercq@pharm.kuleuven.be Dr. FILLEE C. TEL. : 02/764.67.16 FAX : 02/764.69.05 e-mail : catherine.fillee@lbcm.ulb.ac.be Prof. GORUS F. TEL. : 02/477.50.30 FAX : 02/477.50.47 e-mail : frans.gorus@uzbrussel.be Apr. Biol. MARTIN M. TEL. : 03/821.35.79 FAX : 03/825.11.48 e-mail : manou.martin@uza.be Dr. MEUNIER J.Cl. TEL. : 071/92.47.57 FAX : 071/33.08.78 e-mail : jean-claude.meunier@chu.charleroi.be Prof. NEELS H. TEL. : 03/217.78.04 FAX : 03/217.78.00 e-mail : hugo.neels@zna.be Prof. SMITZ J. TEL. : 02/477.50.50 FAX : 02/477.50.60 e-mail : lriaszj@uzbrussel.be Apr. Biol. VAN HAUTE B. TEL. : 02/264.46.67 FAX : 02/264.46.54 e-mail : benedicte.vanhaute@mil.be Prof. VANSTAPEL F. TEL. : 016/34 70 20 FAX : 016/34 70 42 e-mail : florent.vanstapel@uz.kuleuven.be Prof. VERSTRAETE A. TEL. : 09/240 34 07 FAX : 09/240 49 85 e-mail : alain.verstraete@ugent.be Prof. WALLEMACQ P. TEL. : 02/764.67.20 FAX : 02/764.69.20 e-mail : wallemacq@lbcm.ucl.ac.be Apr. Biol. WINNOCK F. TEL. : 053/76.49.23 FAX : 053/76.49.25 e-mail : frederic.winnock@asz-aalst.be 18-02-2008 2/30

IPH-ISP-WIV CONVERSIETABEL TOT PROTEIN g/l X 1,0000 g/l TOT PROTEIN g/dl X 10,000 g/l TOT PROTEIN g% X 10,000 g/l ALGEMENE INFORMATIE UPDATING KITS Om de juistheid van de resultaten van de externe kwaliteitscontrole te verzekeren, is het belangrijk dat alle informatie met betrekking tot de methode en de gebruikte kits correct is. Wij stellen bij elke enquête vast dat een klein aantal laboratoria de juistheid van deze informatie vergeet te controleren. Indien u uw kit niet terugvindt in de TOOLKIT, aarzel dan niet om ons zo vlug mogelijk te contacteren of een mail te sturen naar het volgende adres: Christel.VanCampenhout@iph.fgov.be VERVALLEN KITS Wanneer een bepaalde kit vervallen is (niet meer in productie), verdwijnt hij uit de TOOLKIT. Een waarschuwingsbericht verschijnt op het scherm: «Uw kit is vervallen. Wilt u uw nieuw catalogusnummer invoeren?». Het is dus noodzakelijk dat u uw nieuwe kit herparametreert, zelfs indien het maar om een verandering van het catalogusnummer gaat. Indien u deze updating niet uitvoert, worden uw gegevens niet statistisch verwerkt. Voor alle methoden die «kit afhankelijk» zijn, wordt het principe van de methode automatisch toegekend. Voortaan zal het niet meer mogelijk zijn om kwantitatieve resultaten te encoderen indien niet alle informatie met betrekking tot de kit werd ingevoerd. 18-02-2008 3/30

TER BESCHIKKING STELLEN VAN DE RAPPORTEN Zoals u reeds kon vaststellen, vragen wij u om uw antwoorden vlugger terug te sturen zodat de resultaten voor de laboratoria, onder de vorm van een eerste niet gevalideerde draft, zo vlug mogelijk na het afsluiten van de enquête beschikbaar zijn. Voor die laboratoria waarvoor omwille van onvoorziene omstandigheden voor een bepaalde enquête er een probleem zou zijn voor de tijdslimiet, kan de toegang tot de TOOLKIT uitzonderlijk worden verlengd. Dit vertraagt echter de productie van de rapporten voor het geheel van de groep. In eenieders voordeel vragen wij u dus om aandachtig te zijn en de voorgestelde termijnen te respecteren. Gelieve ook te noteren dat vanaf het moment van beschikbaarheid van de individuele niet gevalideerde rapporten op onze site, er geen enkele correctie meer zal worden doorgevoerd, noch m.b.t. gebruikte methoden, noch m.b.t. encodeerfouten, eenheden, enz. Deze beslissing werd genomen enerzijds om de reeds bekomen statistische gegevens niet te beïnvloeden en anderzijds om extra aandacht te vragen naar de deelnemers toe om naar aanleiding van elke enquête de parameterisatie te verifiëren en tijdig de nodige wijzigingen aan te brengen en de ingevoerde gegevens te controleren. Enkel via de juiste informatie kan aan alle deelnemers correcte statistische informatie worden bezorgd. Na de validatie van de enquête door het Expertencomité zal het gevalideerd globaal rapport beschikbaar zijn op onze Website op het volgende adres: http://www.iph.fgov.be/clinbiol/bckb33/index_nl.htm: Kies Rapporten in het voorgestelde menu of op het volgende adres: http://www.iph.fgov.be/clinbiol/bckb33/activities/external_quality/rapports/_nl/rapports_annee.htm 18-02-2008 4/30

INTERPRETATIE VAN HET INDIVIDUEEL RAPPORT Wat de kwantitatieve resultaten betreft, wordt de positie van uw resultaten gegeven in vergelijking met het geheel van de deelnemende laboratoria (behalve voor de enzymen) en in vergelijking met de andere deelnemers die dezelfde methode gebruiken. De volgende informatie wordt gegeven: - Uw methode - Uw resultaat - De globale mediaan: de centrale waarde van de resultaten bekomen door het geheel van de laboratoria voor alle methoden. - De mediaan van uw methode: de centrale waarde van de resultaten bekomen door de laboratoria die eenzelfde methode gebruiken. - SD of standaarddeviatie: meting van de spreiding van de resultaten bekomen door het geheel van de laboratoria en door uw gebruikersgroep. - CV of variatiecoëfficient : CV= SDx100/ M (%) - Z of afstand (uitgedrukt in SD) van uw resultaat tot de mediaan: Z= (R-M)/SD - een grafische interpretatie van de positie van uw resultaat in vergelijking met de mediaan gebaseerd op de methode van Tukey, voor elke parameter en voor elk geanalyseerd staal. R: uw resultaat M: mediaan H: percentielen 25 en 75 I: interne limieten (M ± 2.7 SD) O: externe limieten (M ± 4.7 SD) De globale grafiek en deze van uw methode worden uitgedrukt volgens dezelfde schaal, op deze wijze zijn beide vergelijkbaar. Deze grafieken geven u een ruw geschatte indicatie, de nauwkeurige positie van uw resultaat wordt gegeven door de waarde Z. Wij herinneren u er aan dat er 3 brochures beschikbaar zijn op onze Website op het volgende adres: http://www.iph.fgov.be/clinbiol/bckb33/index_nl.htm: kies Brochures in het voorgestelde menu of op het volgende adres: http://www.iph.fgov.be/clinbiol/bckb33/activities/external_quality/brochures/_nl/brochures.htm De 3 volgende documenten verschijnen: 1) Informatiebrochure over de externe kwaliteitsevaluatieprogramma's voor klinische laboratoria (Algemene informatiebrochure over de externe evaluatie) 2) Statistische brochure (Algemene statistische berekeningsprocedure opgesteld door Professor Albert) 3) Verwerking van gecensureerde waarden (Statistische berekeningsprocedure toegepast op de gecensureerde waarden opgesteld door Professor Albert). 18-02-2008 5/30

ENQUÊTE SPECIFIEKE INFORMATIE AARD VAN DE MONSTERS Ter gelegenheid van deze enquête werd naar alle deelnemers 1 monster verstuurd; een patiëntenserum CP/7951, afkomstig van een 40-jarige man met een monoklonale gammopathie (lichte ketens lambda Light chain disease ) en een renale insufficiëntie. INFORMATIE VERMELD IN DE TOOLKIT DATABASE De volgende informatie werd voor beide stalen in de TOOLKIT database vermeld: Monster CP/7951: Man van 40 jaar nuchter bij afname van serum; resultaten te interpreteren in het kader van een volledig patiëntenrapport. 18-02-2008 6/30

EVALUATIE CRITERIA Z - SCORE EN U-SCORE Op uw individueel rapport staan per parameter de Z - en U - scores vermeld. De acceptatielimiet voor de Z - score is deze van de algemene EKE met name Z 3. De acceptatielimieten voor de U - scores ( maximale toelaatbare afwijking -%- of t.o.v. de groepsmediaan van uw methode;u d ), zijn deze voorgesteld door Westgard http://www.westgard.com/biodatabase1.htm, met uitzondering van de limiet voor albumine waar deze van het WIV wordt voorgesteld. De acceptatielimieten voor U zijn weergegeven in onderstaande tabel : PARAMETER Albumine 1-globulinen 2-globulinen β-globulinen γ-globulinen d (%) 6.2 15.7 12.6 11.7 16.8 Het is de bedoeling dat elk laboratorium zijn resultaten toetst aan bovenstaande criteria en indien nodig een onderzoek instelt in geval van sterk afwijkende waarden. TOTAAL EIWIT g/l CP/7951 Methode Médiane SD CV N labo VIS photometry - Biuret without blank (001) 65.0 0.1 0.1 % 9 VIS photometry - Biuret with blank (002) 66.0 1.5 2.2 % 115 Reflectance photometry (003) 65.0 1.3 1.9 % 26 VIS photometry - Biuret without blank (Beckman) (011)* 61.9* 1.6 2.5 % 16 Totaal 66.0 1.8 2.7 % 166 RESULTATEN Interpretatie Aantal Pervcentage Normaal 154 92.77 % Verlaagd 12 7.23 % Verhoogd 0 0 % Totaal 166 *De resultaten voor totaal eiwit bekomen met methode 011 (Coulter-Beckman zie ook de tabel en grafiek op volgende bladzijde en globaal rapport chemie 2007/3) zijn opmerkelijk lager in vergelijking met de bekomen resultaten voor de andere systemen. Aangezien het hier een patiëntenserum betreft vrij van additieven, is dit verschil reëel en niet het gevolg van eventuele matrixeffecten. Voor de evaluatie van de absolute eiwitconcentraties van de verschillende fracties bekomen met elektroforese, wordt bijgevolg een onderverdeling gemaakt in fracties berekend uitgaande van de totale eiwitconcentratie al dan niet bekomen met methode 011. 18-02-2008 7/30

Resultaten bekomen voor totaal eiwit (g/l) per meetsysteem C/7929 ABBOTT (001) COULTER (011) DADE (002) JOHNSON & JOHNSON (003) OYMPUS (002) ROCHE HIT / MOD (002) ROCHE INTEGRA (002) SIEMENS (002) MEDIAAN (g/l) SD (g/l) CV (%) 65.0 61.9 66.0 65.0 66.0 66.0 67.0 65.5 0.1 1.6 0.52 1.3 1.3 1.04 2.08 0.96 0.1 2.5 0.7 1.9 2.0 1.6 3.1 1.5 N 9 16 7 26 10 61 29 6 g/l 68,0 66,0 64,0 62,0 60,0 TOTAL PROTEIN PER METHOD ABBOTT (001) COULTER (011) DADE (002) JOHNSON (003) OLYMPUS (002) ROCHE HIT/POD (002) METHOD ROCHE INTEGRA (002) SIEMENS (002) 18-02-2008 8/30

Albumine (%) CP/7951 Methode Mediaan SD CV N labs ELECTROPHORESIS SEBIA AMIDOBLACK (002) 67.0 1.8 2.7 % 45 ELECTROPHORESIS SEBIA CAPILLARY (003) 62.8 1.0 1.5 % 57 ELECTROPHORESIS COULTER PARAGON (004) 65.6 2.3 3.5 % 14 ELECTROPHORESIS COULTER CAPILLARY (005) 60.5 0.7 1.2 % 32 ELECTROPHORESIS HELENA ACID BLUE (006) 60.5 3.7 6.0 % 8 ELECTROPHORESIS HELENA CELLULOSE PONCEAU S (007) 60.2-53.6 63.3 **** **** 3 ELECTROPHORESIS SEBIA HR (008) 68.2-69.4 **** **** 2 Totaal 63.1 3.6 5.6 % 161 Interpretatie Aantal Percentage normaal 153 95.03 % verhoogd 8 4.97 % verlaagd 0 0 % Totaal 161 Hogere waarden worden bekomen voor gelelektroforesesystemen van SEBIA (002-008) en COULTER (004). 18-02-2008 9/30

Albumine g/l CP/7951 Methode Mediaan SD CV N labs ELECTROPHORESIS SEBIA AMIDOBLACK (002) 43.95 1.70 3.9 % 32 ELECTROPHORESIS SEBIA CAPILLARY (003) 41.20 1.56 3.8 % 41 ELECTROPHORESIS COULTER PARAGON (004) 43.70 1.48 3.4 % 11 ELECTROPHORESIS COULTER CAPILLARY (005) 40.00 0.82 2.0 % 21 ELECTROPHORESIS HELENA ACID BLUE (006) 40.9-38.2 40.5 *** *** 3 ELECTROPHORESIS HELENA CELLUSOSE PONCEAU S (007) 41.7 *** *** 1 ELECTROPHORESIS SEBIA HR (008) 45.8 *** *** 1 ELECTROFORESIS SEBIA AMIDOBLACK- Total protein with Beckman(Coulter) (102) ELECTROPHORESIS SEBIA CAPILLARY- Total protein with Beckman(Coulter) (103) ELECTROPHORESIS COULTER PARAGON- Total protein with Beckman(Coulter) (104) ELECTROPHORESIS HELENA ACID BLUE- Total protein with Beckman(Coulter) (106) 41.9-41.0-41.85 *** *** 3 38.00 1.26 3.3 % 6 38.7 41.3 *** *** 2 37.2 *** *** 1 Totaal 41.35 2.52 6.1 % 122 Interpretatie Aantal Percentage normaal 113 92.62 % verhoogd 3 2.46 % verlaagd 6 4.92 % Totaal 122 Ter illustratie vindt u in onderstaande tabel de resultaten bekomen voor ditzelfde monster in de EKE CHEMIE 2007/3 (zie ook pag.27 Albumine bepaald m.b.v. elektroforese versus albumine bepaald met routine analyzers ). ALBUMIN (00380) g/l CP/7951 METHOD Mediaan SD CV No.labs 001 VIS photometry (Bromocresol Green) 42.20 0.89 2.1% 86 002 VIS photometry (Bromocresol Purple) 38.30 0.74 1.9% 20 004 Reflectance Photometry (Bromocresol Green) 39.80 0.82 2.0% 25 005 Turbidimetry 38.83 3.19 8.2% 22 006 Nephelometry 40.32 1.96 4.9% 12 009 Electrophoresis 40.50 2.13 5.3% 11 Global results (all methods and all measuring systems) 41.35 2.41 5.8% 176 18-02-2008 10/30

α 1 globulinen (%) CP/7951 Methode Mediaan SD CV N labs ELECTROPHORESIS SEBIA AMIDOBLACK (002) 2.5 0.2 8.9 % 45 ELECTROPHORESIS SEBIA CAPILLARY (003) 5.4 0.6 11.0 % 57 ELECTROPHORESIS COULTER PARAGON (004) 3.4 0.4 10.9 % 14 ELECTROPHORESIS COULTER CAPILLARY (005) 7.4 0.4 6.0 % 32 ELECTROPHORESIS HELENA ACID BLUE (006) 3.4 0.8 22.7 % 8 ELECTROPHORESIS HELENA CELLUSOSE PONCEAU S (007) 2.6-4.6-2.5 **** **** 3 ELECTROPHORESIS SEBIA HR (008) 2.5-2.4 **** **** 2 Totaal 5.0 2.5 50.4 % 161 Interpretatie Aantal Percentage normaal 120 74.53 % verhoogd 39 24.22 % verlaagd 2 1.24 % Totaal 161 Hogere waarden worden bekomen voor de capillaire systemen ( 003 005 ). 18-02-2008 11/30

α 1 globulinen g/l CP/7951 Methode Mediaan SD CV N labs ELECTROPHORESIS SEBIA AMIDOBLACK (002) 1.70 0.41 24.0 % 32 ELECTROPHORESIS SEBIA CAPILLARY (003) 3.50 0.37 10.6 % 41 ELECTROPHORESIS COULTER PARAGON (004) 2.40 0.51 21.4 % 11 ELECTROPHORESIS COULTER CAPILLARY (005) 4.80 0.25 5.3 % 20 ELECTROPHORESIS HELENA ACID BLUE (006) 2.3-1.1-1.35 *** *** 3 ELECTROPHORESIS HELENA CELLUSOSE PONCEAU S (007) 1.6 *** *** 1 ELECTROPHORESIS SEBIA HR (008) 1.7 *** *** 1 ELECTROFORESIS SEBIA AMIDOBLACK Total protein with Beckman(Coulter) (102) ELECTROPHORESIS SEBIA CAPILLARY Total protein with Beckman(Coulter) (103) ELECTROPHORESIS COULTER PARAGON Total protein with Beckman(Coulter) (104) ELECTROPHORESIS HELENA ACID BLUE Total protein with Beckman(Coulter) (106) 1.4-2.0-1.4 *** *** 3 3.60 0.22 6.2 % 6 2.0-2.1 *** *** 2 2.3 *** *** 1 Totaal 3.20 1.41 44.0 % 121 Interpretatie Aantal Percentage normaal 102 84.3 % verhoogd 13 10.74 % verlaagd 6 4.96 % Totaal 121 18-02-2008 12/30

α 2 globulinen (%) CP/7951 Methode Mediaan SD CV N labs ELECTROPHORESIS SEBIA AMIDOBLACK (002) 11.6 0.8 7.0 % 45 ELECTROPHORESIS SEBIA CAPILLARY (003) 9.4 0.4 4.7 % 57 ELECTROPHORESIS COULTER PARAGON (004) 10.5 1.4 13.5 % 14 ELECTROPHORESIS COULTER CAPILLARY (005) 11.8 0.6 4.7 % 32 ELECTROPHORESIS HELENA ACID BLUE (006) 12.3 1.4 11.5 % 8 ELECTROPHORESIS HELENA CELLUSOSE PONCEAU S (007) 15.6-11.0 11.4 **** **** 3 ELECTROPHORESIS SEBIA HR (008) 10.7-11.3 **** **** 2 Totaal 11.0 1.6 14.8 % 161 Interpretatie Aantal Percentage normaal 142 88.2 % verhoogd 19 11.8 % verlaagd 0 0 % Totaal 161 De waarden zijn gelijklopend voor alle systemen. 18-02-2008 13/30

α 2 globulinen g/l CP/7951 Methode Mediaan SD CV N labs ELECTROPHORESIS SEBIA AMIDOBLACK (002) 7.64 0.56 7.3 % 32 ELECTROPHORESIS SEBIA CAPILLARY (003) 6.30 0.44 7.1 % 41 ELECTROPHORESIS COULTER PARAGON (004) 6.60 0.78 11.9 % 11 ELECTROPHORESIS COULTER CAPILLARY (005) 7.65 0.43 5.6 % 20 ELECTROPHORESIS HELENA ACID BLUE (006) 6.8-8.4 6.99 *** *** 3 ELECTROPHORESIS HELENA CELLUSOSE PONCEAU S (007) 7.5 *** *** 1 ELECTROPHORESIS SEBIA HR (008) 7.1 *** *** 1 ELECTROFORESIS SEBIA AMIDOBLACK- Total protein with Beckman(Coulter) (102) ELECTROPHORESIS SEBIA CAPILLARY- Total protein with Beckman(Coulter) (103) ELECTROPHORESIS COULTER PARAGON- Total protein with Beckman(Coulter) (104) ELECTROPHORESIS HELENA ACID BLUE- Total protein with Beckman(Coulter) (106) 6.9-7.0-6.6 *** *** 3 5.85 0.30 5.2 % 6 6.7-6.7 *** *** 2 8.8 *** *** 1 Totaal 7.00 1.02 14.5 % 121 Interpretatie Aantal Percentage normaal 112 92.56 % verhoogd 7 5.79 % verlaagd 2 1.65 % Totaal 121 18-02-2008 14/30

β-globulinen (%) CP/7951 Methode Mediaan SD CV N labs ELECTROPHORESIS SEBIA AMIDOBLACK (002) 9.8 0.8 8.3 % 45 ELECTROPHORESIS SEBIA CAPILLARY (003) 10.1 0.3 2.9 % 57 ELECTROPHORESIS COULTER PARAGON (004) 10.9 1.1 10.2 % 14 ELECTROPHORESIS COULTER CAPILLARY (005) 8.9 0.3 3.7 % 32 ELECTROPHORESIS HELENA ACID BLUE (006) 10.9 1.5 13.4 % 8 ELECTROPHORESIS HELENA CELLUSOSE PONCEAU S (007) 11.0-11.4-5.6 **** **** 3 ELECTROPHORESIS SEBIA HR (008) 10.7-11.3 **** **** 2 Totaal 9.9 0.8 8.2 % 161 Interpretatie Aantal Percentage normaal 155 96.27 % verhoogd 0 0 % verlaagd 6 3.73 % Totaal 161 De waarden zijn voor de meeste systemen gelijklopend. 18-02-2008 15/30

β-globulinen g/l CP/7951 Methode Mediaan SD CV N labs ELECTROPHORESIS SEBIA AMIDOBLACK (002) 6.53 0.63 9.6 % 32 ELECTROPHORESIS SEBIA CAPILLARY (003) 6.70 0.37 5.5 % 41 ELECTROPHORESIS COULTER PARAGON (004) 7.00 0.89 12.7 % 11 ELECTROPHORESIS COULTER CAPILLARY (005) 5.90 0.19 3.1 % 20 ELECTROPHORESIS HELENA ACID BLUE (006) 6.7 8.4-7.34 *** *** 3 ELECTROPHORESIS HELENA CELLUSOSE PONCEAU S (007) 7.8 *** *** 1 ELECTROPHORESIS SEBIA HR (008) 5.9 *** *** 1 ELECTROFORESIS SEBIA AMIDOBLACK Total protein with Beckman(Coulter) (102) ELECTROPHORESIS SEBIA CAPILLARY Total protein with Beckman(Coulter) (103) ELECTROPHORESIS COULTER PARAGON Total protein with Beckman(Coulter) (104) ELECTROPHORESIS HELENA ACID BLUE Total protein with Beckman(Coulter) (106) 6.4-6.0-5.25 *** *** 3 6.28 0.07 1.2 % 6 6.6-6.8 *** *** 2 7.2 *** *** 1 Totaal 6.56 0.74 11.3 % 121 Interpretatie Aantal Percentage normaal 108 89.26 % verhoogd 0 0 % verlaagd 13 10.74 % Totaal 121 18-02-2008 16/30

γ-globulinen (%) CP/7951 Methode Mediaan SD CV N labs ELECTROPHORESIS SEBIA AMIDOBLACK (002) 9.3 0.8 8.8 % 45 ELECTROPHORESIS SEBIA CAPILLARY (003) 12.2 0.4 3.6 % 57 ELECTROPHORESIS COULTER PARAGON (004) 9.8 0.8 8.3 % 14 ELECTROPHORESIS COULTER CAPILLARY (005) 11.4 0.3 2.6 % 32 ELECTROPHORESIS HELENA ACID BLUE (006) 12.8 1.6 12.4 % 8 ELECTROPHORESIS HELENA CELLUSOSE PONCEAU S (007) 10.9-12.7 13.1 **** **** 3 ELECTROPHORESIS SEBIA HR (008) 8.4-9.3 **** **** 2 Totaal 11.3 1.9 16.4 % 161 Interpretatie Aantal Percentage normaal 149 92.55 % verhoogd 1 0.62 % verlaagd 11 6.83 % Totaal 161 Lagere waarden worden bekomen voor de gelelektroforese systemen van SEBIA ( 002-004 ) en COULTER ( 008 ). 18-02-2008 17/30

γ-globulinen g/l CP/7951 Methode Mediaan SD CV N labs ELECTROPHORESIS SEBIA AMIDOBLACK (002) 6.00 0.63 10.5 % 32 ELECTROPHORESIS SEBIA CAPILLARY (003) 8.00 0.30 3.7 % 41 ELECTROPHORESIS COULTER PARAGON (004) 6.50 0.69 14.8 % 11 ELECTROPHORESIS COULTER CAPILLARY (005) 7.50 0.33 4.4 % 20 ELECTROPHORESIS HELENA ACID BLUE (006) 8.2-7.2-5.8 *** *** 3 ELECTROPHORESIS HELENA CELLUSOSE PONCEAU S (007) 7.1 *** *** 1 ELECTROPHORESIS SEBIA HR (008) 5.5 *** *** 1 ELECTROFORESIS SEBIA AMIDOBLACK- Total protein with Beckman(Coulter) (102) ELECTROPHORESIS SEBIA CAPILLARY- Total protein with Beckman(Coulter) (103) ELECTROPHORESIS COULTER PARAGON- Total protein with Beckman(Coulter) (104) ELECTROPHORESIS HELENA ACID BLUE- Total protein with Beckman(Coulter) (106) 5.4-6.0 5.85 *** *** 3 7.74 0.30 3.8 % 6 6.4-6.3 *** *** 2 8.7 *** *** 1 Total 7.40 1.41 19.0 % 121 Interpretatie Aantal Percentage normaal 99 81.82 % verhoogd 1 0.83 % verlaagd 21 17.35 % Totaal 121 SAMENVATTEND Algemeen kunnen we stellen dat de capillaire systemen (methodes 003-005 ) procentueel lagere waarden vertonen voor albumine en hogere waarden voor de α -1 globulinen en de γ- globulinen in vergelijking met de gelelektroforese systemen (methodes 002-004-008 ). Opmerkelijk is dat voor het TITAN III systeem van HELENA (kit n 3023) methode 007 enkel referentiewaarden worden vermeld in absolute concentraties namelijk g/dl en niet in %. Aangezien de absolute concentraties worden berekend uitgaande van de resultaten voor totaal eiwit en gezien zoals werd aangetoond, deze niet voor alle testsystemen gelijk lopen, is deze wijze van rapportering van referentiewaarden niet geschikt. 18-02-2008 18/30

Monoklonale component Methode Aanwezig Afwezig Totaal % Aanwezig ELECTROPHORESIS SEBIA AMIDOBLACK 4 41 45 8.9 ELECTROPHORESIS SEBIA CAPILLARY 39 12 51 76.5 ELECTROPHORESIS COULTER PARAGON 2 11 13 15.4 ELECTROPHORESIS COULTER CAPILLARY 21 12 33 63.6 ELECTROPHORESIS HELENA ACID BLUE 0 7 7 0.0 ELECTROPH. HELENA CELLUSOSE PONCEAU S 0 3 3 0.0 ELECTROPHORESIS SEBIA HR 0 2 2 0.0 ELECTROFORESIS SEBIA AMIDOBLACK- Total protein with Beckman(Coulter) ELECTROPHORESIS SEBIA CAPILLARY Total protein with Beckman(Coulter) ELECTROPHORESIS COULTER PARAGON Total protein with Beckman(Coulter) ELECTROPHORESIS HELENA ACID BLUE Total protein with Beckman(Coulter) 1 2 3 33.3 6 0 6 100 0 2 2 0 0 1 1 0 Totaal 73 93 166 44 Voor deze berekeningen werd niet alleen rekening gehouden met het aantal laboratoria dat aanwezig-afwezig heeft geantwoord ter hoogte van het veld Monoklonale Component 1(zie individueel rapport), al dan niet vergezeld van een kwantificatie, maar ook met diegenen die de aanwezigheid in Commentaar hebben vermeld, of ter hoogte van Analyse van het profiel of bij Besluit van het profiel. De % aanwezig- afwezig liggen dan ook beduidend hoger in bovenstaande tabel in vergelijking met de gegevens uit het individueel rapport. De monoklonale component werd voornamelijk aangetoond m.b.v. de capillaire elektroforese systemen met name door 79% van de Sebia Capillarys gebruikers en 63.6% van de gebruikers van het Coulter CZE 2000 systeem en in mindere mate met de gelelektroforese systemen. Ondanks de lage concentratie hebben toch 30 laboratoria de monoklonale component gekwantificeerd en dit zowel relatief (%) en / of absoluut (concentraties). Alle maken gebruik van een capillair systeem : - 22 laboratoria zowel relatief (%) als absoluut (concentratie). - 2 laboratoria enkel absoluut - 6 laboratoria enkel relatief ONDERSTAANDE TABEL TOONT EEN OVERZICHT VAN DE BEKOMEN RESULTATEN MEDIAAN RANGE SD CV N Monoklonale Component (%) 2.7 0.2-5.0 0.37 14.7 28 SEBIA CAPILLARY (003) 2.6 0.2-3.5 0.30 11.4 17 COULTER CAPILLARY (005) 2.9 1.6-5.0 0.37 13.8 11 Monoklonale Component (g/dl) 0.17 0.01-0.33 0.03 17.9 24 SEBIA CAPILLARY (003) 0.17 0.13-0.23 0.02 10.6 12 COULTER CAPILLARY (005) 0.19 0.01-0.33 0.04 19.5 9 SEBIA CAPILLARY (103) 0.15-0.15-0.16 *** *** *** 3 18-02-2008 19/30

Analyse van het eiwitprofiel Verlaagd Normaal verhoogd Totaal Albumine-fractie 1 164 1 166 α 1 -fractie 3 143 20 166 α 2 - fractie 0 159 7 166 β-fractie 1 165 0 166 γ-fractie 9 157 0 166 Ter illustratie vindt u in onderstaande tabel de resultaten voor de interpretatie van ALBUMINE (EKE CHEMIE 2007/3) Interpretatie N Mediaan pct/all pct/diag consensus Normaal - (00001) 168 41.40 95.5% 96.6% X Verlaagd - (00002) 6 35.00 3.4% 3.4% geen - (none ) 2 43.00 1.1% Totaal 176 Verlaagd Normaal Verhoogd Geen differentiatie β 1 -fractie 0 146 0 20 166 β 2 -fractie 0 146 0 20 166 Totaal Afwezig Aanwezig Totaal Scherpe piek in de α 1 -regio 164 2 166 Scherpe piek in de α 2 -regio 165 1 166 Scherpe piek in de β-regio 164 2 166 Scherpe piek in de γ-regio 101 65 166 Beperkte heterogeniteit van de γ- globulinen 157 9 166 Brede band in de γ-regio 166 0 166 18-02-2008 20/30

Besluit bij het eiwitprofiel Normaal profiel 65 Hypogammaglobulinemie 3 Resultaat te controleren binnen 1 maand 3 Bijkomende onderzoeken vereist voor het opsporen en typeren van monoklonale dysglobulinemie Bijkomende onderzoeken vereist in het kader van een inflammatoir syndroom 1 Bijkomende onderzoeken vereist voor het opsporen van immuundeficiëntie Bijkomende onderzoeken vereist voor het opsporen en typeren van monoklonale dysglobulinemie Bijkomende onderzoeken vereist voor het opsporen en typeren van monoklonale dysglobulinemie Resultaat te controleren binnen 1 maand ( ) Hypogammaglobulinemie Bijkomende onderzoeken vereist voor het opsporen en typeren van monoklonale dysglobulinemie Hypogammaglobulinemie Bijkomende onderzoeken vereist voor het opsporen van immuundeficiëntie Andere ( *) 6 Aantal Totaal 166 82 1 3 1 1 (*) Andere: Immuunfixatie aangewezen Aanwezigheid van een kleine piek in de gammafractie ; immuunfixatie aanbevolen Mogelijke aanwezigheid van paraproteïnen in de gammafractie M-component tussen de β- en de γ-fractie Geen mededeling (N=2) ALGEMEEN - 39% van de laboratoria hebben Normaal profiel geantwoord ; - 55% van de deelnemers suggereerden om bijkomend onderzoek naar een mogelijke dysglobulinemie uit te voeren. - enkele laboratoria adviseerden controle op een later tijdstip ; ( ) controle na 3 maanden (eerder dan na 1 maand) wordt terecht gesuggereerd. 18-02-2008 21/30

Opsporen van een monoklonale component immunofixatie/immunosubstractie - In totaal hebben 127 /166 laboratoria verder onderzoek verricht naar aanwezigheid van een monoklonale component door middel van immunofixatie of immunosubstractie. - Hiervan hebben 117 / 166 laboratoria specifiek geantwoord voor - aanwezigheid of afwezigheid - van kappa (vrij en gebonden) en lambda (vrij en/of gebonden). Verder hebben 46 (31%) laboratoria specifiek vrij kappa en 52 (44%) laboratoria specifiek vrij lambda opgespoord gebruik makend van de overeenkomstige antilichamen voor het aantonen van de vrije lichte ketens. 1/46 laboratoria vermeldt onterecht de aanwezigheid van vrij lichte ketens kappa en slechts 1/52 laboratoria heeft de aanwezigheid van vrije lichte ketens lambda op deze wijze niet kunnen aantonen. Eveneens hebben een 15-tal laboratoria de aanwezigheid van monoklonaal IgD en IgE nagegaan gebruik makend van de overeenkomstige antisera ( anti IgD en anti IgE), geen enkel laboratorium heeft positief geantwoord. MONOKLONAAL IgG Methode Negatief Positief Totaal % Positief SEBIA HYDRAGEL IF 73 4 77 5.2 SEBIA HYDRAGEL IF AMIDO BLACK 1 0 1 0 SEBIA CAPILLARYS IMMUNOTYPING 13 2 15 13.3 PARAGON CZE 2000 7 0 7 0 HELENA SAS IFE 5 1 6 16.7 COULTER PARAGON IFE 21 0 21 0 TOTAAL 120 7 127 5.5 MONOKLONAAL IgA Methode Negatief Positief Totaal % Positief SEBIA HYDRAGEL IF 76 1 77 1.3 SEBIA HYDRAGEL IF AMIDO BLACK 1 0 1 0 SEBIA CAPILLARYS IMMUNOTYPING 15 0 15 0 PARAGON CZE 2000 7 0 7 0 HELENA SAS IFE 5 1 6 16.7 COULTER PARAGON IFE 20 1 21 4.8 TOTAAL 124 3 127 2.4 18-02-2008 22/30

MONOKLONAAL IgM Methode Negatief Positief Totaal % Positief SEBIA HYDRAGEL IF 76 1 77 1.3 SEBIA HYDRAGEL IF AMIDO BLACK 1 0 1 0 SEBIA CAPILLARYS IMMUNOTYPING 15 0 15 0 PARAGON CZE 2000 6 0 6 0 HELENA SAS IFE 5 1 6 16.7 COULTER PARAGON IFE 22 0 22 0 TOTAAL 125 2 127 1.6 MONOKLONAAL IgD Methode Negatief Positief Totaal % Positief SEBIA ANTI IGD 14 0 14 0 DIASORIN ANTI IGD 1 0 1 0 DAKO ANTI IGD 2 0 2 0 TOTAAL 17 0 17 0 MONOKLONAAL IgE Methode Negatief Positief Totaal % Positief SEBIA ANTI IGE 14 0 14 0 DAKOCYTOMATION ANTI IGE 1 0 1 0 TOTAAL 15 0 15 0 MONOKLONAAL KAPPA (vrij +gebonden) Methode Negatief Positief Totaal % Positief SEBIA HYDRAGEL IF 72 2 74 2.7 SEBIA HYDRAGEL IF AMIDO BLACK 1 0 1 0 SEBIA CAPILLARYS IMMUNOTYPING 14 1 15 6.7 PARAGON CZE 2000 6 0 6 0 HELENA SAS IFE 4 1 5 20 COULTER PARAGON IFE 16 0 16 0 TOTAAL 113 4 117 3.4 18-02-2008 23/30

MONOKLONAAL LAMBDA (vrij +gebonden) Methode Negatief Positief Totaal % Positief SEBIA HYDRAGEL IF 3 71 74 95.9 SEBIA HYDRAGEL IF AMIDO BLACK 0 1 1 100 SEBIA CAPILLARYS IMMUNOTYPING 1 14 15 93.3 COULTER PARAGON CZE 2000 1 5 6 83.3 HELENA SAS IFE 3 2 5 40 COULTER PARAGON IFE 2 14 16 87.5 TOTAAL 10 107 117 91.4 MONOKLONAAL KAPPA vrij Methode Negatief Positief Totaal % Positief NIET GESPECIFIEERD 1 0 1 0 HELENA ANTI FREE KAPPA 2 0 2 0 DAKOSYTOMATION ANTI FREE KAPPA 2 0 2 0 COULTER ANTI FREE KAPPA 8 0 8 0 SEBIA ANTI FREE KAPPA 32 1 33 3 TOTAAL 45 1 46 2.2 MONOKLONAAL LAMBDA vrij Methode Negatief Positief Totaal % Positief Niet gespecifieerd 0 2 2 100 DAKOCYTOMATION ANTI FREE LAMBDA 0 3 3 100 HELENA/BIOSCIENCE ANTI FREE LAMBDA 0 2 2 100 COULTER ANTI FREE LAMBDA 1 7 8 87.5 SEBIA ANTI FREE LAMBDA 0 37 37 100 TOTAAL 1 51 52 98.1 18-02-2008 24/30

Interpretatie van het immunofixatie / immunosubstractie profiel Besluit Afwezigheid van een monoklonale component: * Hieronder bevinden zich volgende situaties: - normaal eiwitprofiel en aldus geen immunofixatie uitgevoerd - normaal eiwitprofiel ; immunofixatie wordt in eigen labo niet uitgevoerd - aanwezigheid van een M-component in het eiwitprofiel ; immunofixatie wordt gesuggereerd maar wordt door het laboratorium in routine zelf niet uitgevoerd, of onvoldoende serum (N=3) - aanwezigheid van een M-component in de betafractie ; immunofixatie negatief - normaal eiwitprofiel en immunofixatie negatief - aanwezigheid van een zwakke M-component in het eiwitprofiel, immuofixatie toont positiviteit voor IgG kappa (vrij en gebonden) ; het labo besluit: Afwezigheid van een monoklonale component. Aantal 40* 18 4 15 1 1 1 Aanwezigheid van monoklonaal Ig G-λ 2 Aanwezigheid van monoklonaal Ig A-λ 1 Aanwezigheid van monoklonale vrije lichte ketens type λ 98 Aanwezigheid van monoklonale vrije lichte ketens type λ Aanwezigheid van monoklonaal Ig D-λ Aanwezigheid van monoklonale vrije lichte ketens type λ Aanwezigheid van monoklonaal Ig E-λ Aanwezigheid van monoklonaal Ig D-λ 1 1 Andere 23 Totaal 166-100 laboratoria of 60 % hebben de aanwezigheid van vrije lichte ketens lambda gerapporteerd correct - 23 laboratoria of 14% rapporteren de aanwezigheid van een monoklonale component en suggereren op basis van de resultaten van de immunotypering dat de aanwezigheid van vrije lichte ketens lambda niet is uitgesloten en dat bijkomend onderzoek naar monoklonaal IgD, IgE en/of vrij lambda vereist is correct - bijkomend onderzoek op een 24uurs urinecollectie naar aanwezigheid van vrije lichte ketens wordt eveneens gesuggereerd correct - 2 laboratoria vinden een negatief resultaat voor immunofixatie niet correct. 18-02-2008 25/30

- 2 laboratoria vermelden naast de aanwezigheid van vrij lambda eveneens de aanwezigheid van IgD, en IgD - IgE niet correct - 18 laboratoria hebben op basis van een normaal eiwitprofiel geen immunofixatie uitgevoerd. Voor dit monster CP/7951 werd gevraagd om het geheel van de resultaten bekomen voor de enquête chemie 2007 / 3 te interpreteren als behorend tot eenzelfde patiënt. Een verhoogd serum creatinine (nierinsufficiëntie) en de vraag naar het uitvoeren van een eiwitelektroforese /immunofixatie immunotypering, kan een aanwijzing zijn in de richting van een dysglobulinemie. Dit werd inderdaad door een aantal laboratoria correct opgemerkt. Hierop moet men steeds bedacht zijn bij de interpretatie van het eiwitprofiel, zeker ook wanneer vb. een normaal complement zich manifesteert op een (relatief) niet vers afgenomen monster; dit kan immers een aanwijzing zijn dat een monoklonale component op de migratieplaats van complement aanwezig is. In geval van twijfel kan contact opgenomen worden met de aanvragende arts en kan bijkomend een 24 uurs urinecollectie worden gevraagd voor screening naar dysglobulinemie of Bence Jones eiwitten in het bijzonder. Aangezien slechts 52 laboratoria vrij lambda met de overeenkomstige antisera tegen vrije lichte ketens hebben opgespoord en toch 100 laboratoria de aanwezigheid van vrije lichte ketens lambda hebben vermeld, blijkt dat een aantal laboratoria enkel op basis van de aanwezigheid van klonaliteit voor lambda (zowel vrij als gebonden!), zonder overeenstemmende klonaliteit voor de zware ketens IgG, IgA of IgM, besluiten tot aanwezigheid van vrije lichte ketens lambda. Dit is voorbarig en niet correct. Voor het aantonen van vrije lichte ketens bestaan er verschillende mogelijkheden; ofwel een immunofixatie / immunosubstractie, gebruik makend van de respectievelijke specifieke antisera tegen vrije lichte ketens, ofwel een nefelometrische dosering van vrije lichte ketens in serum, ofwel een immunofixatie / immunotypering op een 24 uurs urinecollectie. Eventuele mogelijke aanwezigheid van monoklonaal IgDλ/κ of IgEλ/κ kan eveneens worden nagegaan, (voor dit monster slechts uitgevoerd door een 15-tal laboratoria) zelfs bij lage prevalentie. Wanneer een laboratorium niet over de middelen beschikt om, indien relevant, verder onderzoek naar de eventuele aanwezigheid van vrije lichte ketens uit te voeren, dient te allen tijde de mogelijke aanwezigheid van vrije lichte ketens naar de aanvrager te worden gesuggereerd. Dit werd tijdens deze enquête door een aantal laboratoria op een correcte manier geformuleerd. 18-02-2008 26/30

ALBUMINE BEPAALD m.b.v. ELEKTROFORESE VERSUS ALBUMINE BEPAALD m.b.v. ROUTINE ANALYZERS Aangezien in het routinelaboratorium albumine doseringen dikwijls zowel met elektroforetische als niet elektroforetische methodes (= routine chemie) door elkaar worden uitgevoerd, leek het ons interessant om de waarden bekomen m.b.v. beide systemen met elkaar te vergelijken. In figuur (1), zijn de medianen voor albumine bekomen per elektroforetische methode (n>8), weergegeven in stippellijn, gesuperponeerd op de medianen voor albumine (volle lijn) per methode bekomen voor de EKE Chemie 2007/3. Voor dit monster bemerken we met uitzondering van de BCG methode (001), voor de gelelektroforese systemen een duidelijke positieve bias t.o.v. de waarden bekomen met de routine chemie. Voor de capillaire systemen bemerken we eveneens een trend naar een positieve bias t.o.v. de waarden bekomen met de VIS BCP methode (002) en met turbidimetrie (005). Voor de BGC-methode (001) waarvoor de waarden duidelijk hoger liggen dan voor de andere methoden is de trend uiteraard negatief. GRAFIEK VAN DE RESULTATEN VOOR ALBUMINE PER METHODE EKE CHEMIE 2007/3 ( ) en EKE ELEKTROFORESE (.) 45 ALBUMINE (g/l) 43 41 39 37 GEL COULTER- SEBIA CAPILLARY SEBIA CAPILLARY COULTER 35 VIS BCG Meth. 1 VIS BCP Meth. 2 REFLECT Meth. 4 TURBIDIM Meth.5 NEFELOM Meth 6 METHODE Figuur 1 : Resultaten voor albumine per methode voor EKE CHEMIE 2007/3 en per methode voor EKE ELEKTROFORESE 2007/1. 18-02-2008 27/30

Voor de laboratoria waarvoor we over beide type resultaten beschikken, werden de individuele concentraties voor albumine, bekomen met een bepaald eiwitelektroforese systeem, in grafiek gezet in functie van de individuele waarden bekomen met een kolorimetrische, nefelometrische of turbidimetrische methode (= routine chemie). Op de grafieken werd de lijn van gelijkheid aangebracht ( ), alle punten op deze lijn vertegenwoordigen identieke resultaten voor beide systemen. Voor de elektroforese systemen werden de grenzen berekend gebaseerd op de vaste limiet d voor albumine, namelijk d albumine = 6.2% en weergegeven door een stippellijn ( ) Vanwege het aantal methodes voor albumine routine chemie werden (omwille van de leesbaarheid) voor deze methodes de grenzen op de grafiek niet aangebracht, maar resultaten met overschrijding van de vaste limiet d voor één of beide technieken, zijn op de grafieken omcirkeld. De laboratoria kunnen hun resultaten situeren op deze grafieken. Alle omcirkelde resultaten bevinden zich buiten de aanvaardbaarheidsgrenzen voor één of beide methodes. Het lijkt ons nuttig dat de laboratoria trachten de oorzaak hiervoor na te gaan. Indien het verschil tussen de routine chemie en de elektroforese systemen belangrijk is, dient dit eveneens verder te worden onderzocht voor meerdere concentraties. Indien er een systematisch verschil aanwezig blijkt te zijn, is het aangewezen dat de aanvragers hierover worden ingelicht. 50 ALBUMINE SEBIA (gel) versus routine CHEMIE Albumine Sebia-gel (g/l) 48 46 44 42 40 38 chemie 1 2 4 5 6 36 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 50 Albumine routine chemie (g/l) Figuur 2 : Albumine gel-elektroforese Sebia -002- versus kolorimetrie BCG (1), BCP (2), (N=29) BCG reflectometrie (4), nefelometrie (5) en turbidimetrie (6). 18-02-2008 28/30

48 ALBUMINE SEBIA (capillary) versus routine CHEMIE Albumine Sebia-capillary (g/l) 46 44 42 40 38 36 chemie 1 4 5 6 34 34 36 38 40 42 44 46 48 Albumine routine chemie (g/l) Figuur 3 : Albumine capillaire elektroforese Sebia -003- versus kolorimetrie BCG (1), (N=36) BCG reflectomtrie (4), nefelometrie (5), en turbidimetrie (6). 48 ALBUMINE COUTLER (gel) versus routine CHEMIE Albumine Coulter-gel (g/l) 46 44 42 40 chemie 1 5 6 38 38 40 42 44 46 48 Albumine routine chemie (g/l) Figuur 4 : Albumine gel-elektroforese Coulter -005- versus kolorimetrie BCG (1), (N=7) nefelometrie (5) en turbidimetrie (6). 18-02-2008 29/30

44 ALBUMINE COULTER (capillary) versus CHEMIE Albumine Coulter- capillary (g/l) 42 40 38 chemie 1 4 5 6 36 36 38 40 42 44 Albumine routine chemie (g/l) Figuur 5 : Albumine capillaire elektroforese Coulter -005- versus kolorimetrie BCG (1), (N=15) BCG-reflectometrie (4), nefelometrie (5) en turbidimetrie (6). This report may not be reproduced, published nor distributed without prior consent from the WIV-ISP END 18-02-2008 30/30