Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Vergelijkbare documenten
Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT I. MELDING II. PARTIJEN

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld inartikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 lid 1 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Transcriptie:

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2283/Mandemakers - Brugman I. MELDING 1. Op 27 december 2000 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Mandemakers Groep B.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Brugman Beheer B.V. en Brugman C.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 2 van 3 januari 2001. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. II. PARTIJEN 2. Mandemakers Groep B.V. (hierna: Mandemakers) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. De aandelen in Mandemakers worden gehouden door Pinmill B.V., de beheersmaatschappij van Mandemakers. Mandemakers is producent en verkoper van keukens en onderdelen van keukens. 3. Brugman Beheer B.V. en Brugman C.V. (hierna tezamen: Brugman) zijn respectievelijk een besloten vennootschap naar Nederlands recht en een commanditaire vennootschap naar Nederlands recht. De beherend vennoot van Brugman C.V. is Brugman Beheer B.V. De commanditaire vennoot van Brugman C.V. is Vorwerk Interholding Einbaukchen GmbH (hierna: Vorwerk), een Duitse vennootschap actief in de keukenbranche. De huidige eigenaar van Brugman Beheer B.V. is eveneens Vorwerk. Brugman verkoopt keukens en onderdelen van keukens alsmede badkamers. III. DE GEMELDE OPERATIE 4. De gemelde operatie berust op een Agreement for the sale and purchase of all of the issued shares in the capital of Brugman Beheer B.V. and the sale and purchase of all of the rights and obligations of the limited partner in the limited partnership Brugman C.V. (hierna: koopovereenkomst) d.d. 24 december 2000 en behelst de verkoop van Brugman door de huidige rechthebbende, Vorwerk, aan Mandemakers. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt ertoe dat Mandemakers uitsluitende zeggenschap verwerft over Brugman. 6. Betrokken ondernemingen zijn Mandemakers en Brugman. 7. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkt(en) 8. De activiteiten van Mandemakers en Brugman overlappen elkaar op het gebied van wederverkoop van keukens en onderdelen van keukens aan eindgebruikers. Mandemakers is daarnaast in beperkte mate actief op het gebied van de productie van keukens en onderdelen van keukens, maar deze worden voor het overgrote deel verwerkt in door Mandemakers als wederverkoper geleverde complete keukens, zodat deze productie tot de markt voor wederverkoop van keukens kan worden gerekend. 9. Partijen wijzen op twee eerdere besluiten, in zaak 1674/Hans Verkerk Horn Keuken Bad/Horn Keukens Belgi[1] en zaak 2008/Nobia Poggenpohl[2], waarin is geconcludeerd dat de markt voor de productie en verkoop van keukens nader kan worden afgebakend naar (deel)markten voor de productie en verkoop van keukens en de wederverkoop van onderdelen van keukens. Bij deze besluiten is in het midden gelaten of er een onderscheid gemaakt dient te worden tussen de markt voor de productie en verkoop van keukens en de markt voor de productie en verkoop van onderdelen van keukens. Ook in het onderhavige geval menen partijen dat een nadere afbakening in het midden kan blijven. 10. In het onderhavige geval kan, evenals in zaak 1674/Hans Verkerk Horn Keuken Bad/Horn Keukens Belgi[3], in het midden worden gelaten of er een markt voor wederverkoop van keukens is of dat deze markt moet worden onderverdeeld naar deelmarkten voor wederverkoop van de mogelijke onderdelen van keukens, omdat de materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie de punten 13 tot en met 16). Relevante geografische markt(en) 11. Partijen zijn van mening dat de geografische dimensie van de markt(en) voor wederverkoop van keukens nationaal is. Hoewel de relevante geografische markt enerzijds regionale en lokale kenmerken heeft door de catchment area (de afstand die de consument bereid is af te leggen om genoemde producten te kopen) van de individuele aanbieders van keukens en keukenonderdelen, kan anderzijds worden vastgesteld dat vele concurrentieparameters op de markt(en) voor wederverkoop van keukens,

zoals productassortiment, kwaliteit en herkomst, landelijk worden vastgesteld. Dit is onder meer een gevolg van het feit dat de meeste aanbieders van keukens en keukenonderdelen landelijk opereren. 12. Voor de beoordeling van de onderhavige concentratie kan in het midden worden gelaten[4] of de markt(en) voor wederverkoop van keukens nationaal, regionaal of lokaal is, omdat de materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie de punten 13 tot en met 19). B. Gevolgen van de concentratie 13. Partijen hebben aangegeven dat de totale waarde van de markt voor wederverkoop van keukens circa NLG 4,3 miljard, inclusief BTW, bedraagt.[5] Zowel de losse verkoop van onderdelen van keukens als de verkoop van apparatuur door wederverkopers van keukens wordt bij deze omvang meegerekend. 14. In zaak 1674/Hans Verkerk Horn Keuken en Bad/Horn Keukens Belgi is aangegeven dat de landelijke markt voor wederverkoop van keukens een omvang heeft van circa NLG 3,8 miljard.[6] Een mogelijke verklaring voor de discrepantie met de marktomvang die door partijen is genoemd is volgens partijen dat bij deze lagere marktomvang montageopbrengsten uitgesloten zijn. 15. Als wordt uitgegaan van een marktomvang van NLG 4,3 miljard heeft Mandemakers op de markt voor wederverkoop van keukens een marktaandeel van circa [0-10]%. Brugman heeft op deze markt een marktaandeel van circa [0-10]%, zodat het gezamenlijke marktaandeel van partijen op de markt voor wederverkoop van keukens circa [10-20]% bedraagt. Als wordt uitgegaan van een marktomvang van NLG 3,8 miljard, dan is het gezamenlijke marktaandeel van partijen op de markt voor wederverkoop van keukens circa [10-20]%. 16. Wat betreft eventuele deelmarkten voor wederverkoop van de mogelijke onderdelen van keukens hebben partijen aangegeven dat zij in hun showrooms slechts gehele keukens tonen en verkopen. Het is derhalve niet aannemelijk dat partijen op deelmarkten voor wederverkoop van de mogelijke onderdelen van keukens significant hogere marktaandelen zullen behalen dan op de markt voor wederverkoop van keukens. 17. Indien wordt uitgegaan van lokale markten voor wederverkoop van keukens dan zijn partijen gezamenlijk actief in de volgende plaatsen: Almere, Amersfoort, Breda, Den Haag, Hoofddorp, Numansdorp, Son en Utrecht. In deze plaatsen zijn ten minste twee, oplopend tot ruim vijftien, andere aanbieders op het gebied van wederverkoop van keukens aanwezig, waaronder nationaal opererende concurrenten zoals Hans Verkerk. Het is niet aannemelijk dat er op deze eventuele lokale markten als gevolg van de onderhavige concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt. 18. Indien wordt uitgegaan van regionale markten voor wederverkoop van keukens dan zijn partijen gezamenlijk actief in de volgende provincies: Flevoland, Gelderland, Noord-Brabant, Noord-Holland, Utrecht en Zuid- Holland. Ook op deze markten zijn vele andere aanbieders naast partijen actief op het gebied van wederverkoop van keukens en is niet aannemelijk dat op eventuele regionale markten als gevolg van de onderhavige concentratie

een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt. 19. Gezien de overwegingen in de punten 13 tot en met 18 is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van onderhavige concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. VI. NEVENRESTRICTIES 20. Partijen hebben aangegeven dat het in artikel 22 van de koopovereenkomst opgenomen non-concurrentiebeding aangemerkt dient te worden als een nevenrestrictie. In dit artikel is bepaald dat het de verkoper gedurende een periode van drie jaar na de transactie niet is toegestaan een nieuwe vestiging in de Benelux te openen. 21. Ter beargumentering stellen partijen dat dit beding ertoe strekt gedurende een overgangsperiode de waarde van de aan de koper overgedragen knowhow en goodwill te beschermen tegen concurrerende activiteiten van de verkoper. Dit beding is rechtstreeks verbonden aan en noodzakelijk ter verwezenlijking van de concentratie. 22. De koper van een onderneming zal tot op zekere hoogte beschermd moeten worden tegen concurrerende activiteiten van de verkoper. Gezien de aard van de over te dragen activiteiten wordt in het onderhavige geval een duur van drie jaar van het beding passend geacht. De geografische reikwijdte van het non-concurrentiebeding kan echter niet verder gaan dan het gebied waar Brugman thans actief is. Derhalve kan worden geconcludeerd dat het in punt 20 genoemde beding voorzover het zich in geografisch opzicht beperkt tot het gebied waar Brugman thans actief is, als noodzakelijk voor de verwezenlijking van de concentratie kan worden beschouwd. VII. CONCLUSIE 23. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 24. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. 25. Gelet op de overwegingen 20 tot en met 22 is de directeur-generaal van oordeel dat, voorzover de in punt 20 omschreven clausule een overeenkomst vormt als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge

artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomst, voorzover het zich in geografisch opzicht beperkt tot het gebied waar Brugman thans actief is. Datum: 25 januari 2001 De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze: w.g. Mr. J.C.M. Montijn-Swinkels Plv. hoofd Concentratiecontrole Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam. -------------------------------------------------------------------------------- [1] Besluit in zaak 1674/Hans Verkerk Horn Keuken en Bad/Horn Keukens Belgi van 14 februari 2000. [2] Besluit in zaak 2008/Nobia Poggenpohl van 1 augustus 2000. [3] Reeds aangehaald. [4] Evenals in zaak 1674/Hans Verkerk Horn Keuken en Bad/Horn Keukens Belgi, reeds aangehaald. [5] Partijen baseren zich op het rapport Wie baadt zich in weelde van K. Jaarsma en W. van Rijt-Veldman, Den Haag, juli 2000. Dit rapport is opgesteld in opdracht van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel. [6] Dit was gebaseerd op Woonmonitor Keukens eerste halfjaar 1999 van de Centrale Branchevereniging Wonen. Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.