Begroting 2015 1. Algemeen. De Begroting 2015 Verenigingsniveau (bijlage 1) komt tot stand door de samenvoeging van de begrotingen van de acht verschillende scholen, de Begroting Bovenschoolse Kosten (bijlage 2) en de Begroting Bestuurskantoor (bijlage 3). Uitgangspunt met betrekking tot de financiële zaken op de scholen is het volgende: de directeur is primair verantwoordelijk voor het opzetten van de begroting van zijn/haar school en is budgethouder. De school bepaalt binnen de begroting zelf de prioritering binnen de vastgestelde kaders maar er is toestemming vereist van de algemeen directeur in geval van overschrijding. Complicerende factor bij het opstellen van een jaarbegroting in het onderwijs is, dat er gewerkt wordt met schooljaar en boekjaar. Personele verplichtingen die aangegaan zijn voor een schooljaar, liggen dus al voor zeven maanden (tot 1 augustus) vast voor het betreffende boekjaar. Dat is dus ook nu weer het geval. Er wordt gewerkt met een webbased versie van Planning en Control van het administratiekantoor Dyade. Deze kan de algemeen directeur gebruiken als rekenmodel. Ook op het onderdeel personele lasten (salarissen). Dat maakt directere sturing mogelijk. Per kwartaal worden het bevoegd gezag en de GMR op de hoogte gehouden van de financiële ontwikkelingen d.m.v. de managementrapportage. Bij grote tegenvallers wordt het bevoegd gezag direct in kennis gesteld. 1.1. Recente ontwikkelingen. De teldatum 1 oktober 2014 gaf conform de prognose een daling van het aantal leerlingen te zien. (van 1873 naar 1828 leerlingen). Een daling van 45 kinderen met een rijksvergoeding van ongeveer 5.000 per leerling betekent een inkomstendaling van 225.000,-- op verenigingsniveau. Daarnaast dalen de inkomsten vanuit het ministerie vanwege het feit dat er steeds minder 4-7 jarigen op de scholen instromen ten opzichte van het aantal 8-12 jarige kinderen ten opzichte van 2014. Ter info: de vergoeding voor jonge kinderen (4-7 jaar) is 500,-- hoger dan voor de oudere kinderen (8 jaar en ouder.). Door een verschuiving in de verhouding jonge kinderen / oudere kinderen wijzigt de bekostiging. Ook andere ontwikkelingen zetten de begroting onder druk. Het vervallen van de vergoeding voor LGFleerlingen (zogenaamde rugzakkinderen) zorgt ervoor dat De Oorsprong ongeveer 100.000 minder te besteden heeft aan zorgleerlingen. We hebben dit aangekaart binnen het Samenwerkingsverband en om een extra vergoeding gevraagd om de kinderen optimale zorg binnen onze scholen te kunnen verlenen. Dit verzoek wordt echter pas in februari 2015 behandeld. Het is dus nog onzeker of dit verzoek extra inkomsten genereert. Dit is dan ook buiten de begroting gehouden. Daarnaast is er een nieuwe cao vastgesteld. De zogenaamde BAPO-regeling is gewijzigd. Het ministerie van OC&W geeft een toeslag van 2% op de loonkosten om de BAPO van de werknemers te kunnen betalen. Bij de Oorsprong wordt jaarlijks ongeveer 4% opgenomen. (oude opgebouwde rechten, waarvoor geen compensatie is verleend). De kosten van opname zijn per augustus 2014 ongeveer gelijk gebleven. De extra bovenschoolse kosten bedragen net als vorig jaar 159.000,--. Dat zijn bijna drie formatieplaatsen waarvoor geen vergoeding komt. Het is nog niet bekend of de regelingen uit de nieuwe cao effecten zullen hebben op de bovenschoolse bijdrage van De Oorsprong, omdat de opname van BAPO met ingang van augustus 2015 nog kan wijzigen. Voor de zuiverheid is in deze begroting hetzelfde bedrag opgenomen, zoals dit in het formatieplan 2014-2015 is vermeld. De verwachting is overigens, dat de bijdrage lager uit zal vallen. Maar onduidelijk is hoeveel dat zal zijn. Daarom is deze mogelijke meevaller buiten de begroting gelaten. Gelukkig heeft het ministerie besloten om het lumpsumbedrag structureel te verhogen. Voor 2015 is de verhoging 100 euro per leerling. Dat betekent op verenigingsniveau ongeveer 182.000 extra Rijksbekostiging. Het geld middels de Prestatiebox wordt ook dit jaar volledig ingezet t.b.v. de kwaliteit van het personeel en het onderwijs. Speerpunt is Opbrengst Gericht Werken en scholing van personeel. Recapitulerend de negatieve invloed op de begroting bedraagt: Minder leerlingen 225.000,-- Minder subsidie voormalige LGF-leerlingen 100.000,--
Een positieve invloed op de begroting hebben: Verhoging lumpsumbijdrage OC&W 182.000,-- Aanvraag extra middelen voor zorgmiddelen vanuit SWV onzeker Minder BAPO-kosten n.a.v. nieuwe cao onzeker Beide laatste punten zijn buiten de begroting gehouden. 2. Begroting 2015 2.1. Begroting Scholen 2015 Deze komt uit op een tekort van ruim 196.000,-- (zie bijlage Exploitatiebegroting 2015) Er wordt gewerkt met een samengestelde taakstellende begroting per school. De ervaring van de afgelopen jaren leert, dat de bekostiging op materieel gebied veel te laag is. In 2013 zijn alle contracten van De Oorsprong tegen het licht gehouden om te kijken of daar kostenreductie te behalen was. Hiervoor hebben we een landelijk opererende organisatie in de arm genomen, die werkt op no cure - no pay basis. Op verenigingsniveau heeft voor dit 2014 een positieve uitwerking van ongeveer 35.000 opgeleverd. Dat werkt ook door in de begroting 2015. Er is in 2008 door De Oorsprong besloten om liggende gelden extra te investeren in de kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Dat is in de afgelopen jaren volop gebeurd. Op basis van dit vastgestelde beleid : Geen geld onnodig op de plank houden, maar zorgen voor hedendaags goed onderwijs is de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in de scholen zowel materieel als ook in extra personele formatie. Naast het feit dat er vanuit het ministerie OC&W te weinig financiële middelen komen om de materiële exploitatie van de scholen sluitend te krijgen, geven bovengenoemde gedane investeringen een extra druk op de begroting. In 2010 is besloten tot een geleidelijke afbouw van het weerstandsvermogen en de verlaging van de kapitalisatiefactor. Een logisch gevolg hiervan is, dat de begroting een (acceptabel) exploitatietekort laat zien. Dat is dus ook dit jaar het geval. Per school wordt door de algemeen directeur beoordeeld of dit tekort verantwoord is en of de gevolgen niet strijdig zijn met de gemaakte afspraken betreffende de reservepositie. 2.2. Personele exploitatie scholen De personele begroting 2015 is gebaseerd op het formatieplan. In het vastgestelde formatieplan 2014-2015 is reeds een tekort begroot van 176.000,--. Daarvan komt dus voor schooljaar 2014-2015 (7/12) en schooljaar 2015-2016 (5/12 deel) deel ten laste van het begrotingsjaar 2015. Dat is een tekort van ongeveer 103.000,-- tot de zomervakantie. Als we niets doen, zal dat tekort op de personele exploitatie in het schooljaar 2015-2016 oplopen tot ruim 500.000,--. ( 176.000 dit schooljaar formatieplan + 225.000 vanwege minder leerlingen + 100.000 minder inkomsten vanuit SWV). Gelukkig staat daar de verhoging van het lumpsumbedrag van 182.000 tegenover. Toch komen we ruim boven het maximale percentage van 85% (verhouding totale exploitatie / personele lasten voor 2015) zoals dat in ons financieel beleidsplan is afgesproken op basis van landelijke richtlijnen. Dat is geen gezonde uitkomst en dus zijn er (kosten) maatregelen nodig. In het nieuwe schooljaar zal er dus behoorlijk bezuinigd moeten worden op de personele exploitatie. Geplande maatregelen.: het niet verlengen van de aflopende tijdelijke benoemingen / uitbreidingen en natuurlijk verloop voor zover nu bekend ( dit betreft ongeveer 7 fte. => gevolgen reeds in de begroting 2015 opgenomen. Vrijwillige of verplichte mobiliteit => deels in de begroting opgenomen. Bij de bespreking van de begroting 2015 is er met de schooldirecteuren al afgesproken dat de begroting 2015 taakstellend zal zijn. Daarin is ook al afgesproken hoeveel vermindering van formatie noodzakelijk is. Door het niet of slechts deels invullen van vacatures die in de loop van het schooljaar 2014-2015 ontstaan, kunnen ingeschatte tekorten reeds in de loop van het schooljaar worden weggewerkt of verminderd. De voorgenomen bezuiniging op personeel met vaste contracten is dus nog niet opgenomen. Het is immers nog niet bekend welke personeelsleden met een vast contract mogelijk vrijwillig gaan vertrekken, of meer personen aan zullen geven minder te willen gaan werken in het nieuwe schooljaar of wellicht overgeplaatst moeten worden middels verplichte of vrijwillige mobiliteit. In december 2014 wordt op alle scholen een inventarisatie gehouden onder het personeel betreffende de wensen voor het nieuwe schooljaar. Dan wordt ook meer duidelijk over natuurlijk verloop en eventuele wensen om minder te gaan werken. Bij het vaststellen van de begroting is dit dus nog niet bekend. (ter info: de begroting van de afgelopen jaren kende steeds een groot tekort. We hebben steeds dezelfde doelstelling afgesproken: via de carrousel en met natuurlijk verloop proberen de exploitatie toch sluitend te krijgen. De afgelopen jaren hebben we steeds kunnen constateren dat er afgesloten kon worden met een
acceptabel tekort, conform de geformuleerde doelstelling. Maar behaalde resultaten uit het verleden zijn natuurlijk geen garantie voor de toekomst.) Ontwikkelingen: 1. Om de fusie van De Klim-op en De Wegwijzer goed te laten verlopen is afgelopen schooljaar extra geïnvesteerd in personeel. Hierbij is een beroep gedaan op de reserve van de school. Met ingang van het schooljaar 2015-2016 zal er van dat extra personeel afscheid moeten worden genomen om de exploitatie van de fusieschool weer op orde te krijgen. 2. Per 1 augustus 2015 is de fusie tussen de Triangel en Hoog Moersbergen een feit. Om die fusie goed te laten verlopen is er extra inzet van personeel nodig. Het is nog duidelijk hoe een en ander zal verlopen, omdat we ons op het moment van schrijven (december 2014) nog aan het begin van dat traject bevinden. 3. Daarnaast heeft het bestuur het moeilijke voorgenomen besluit genomen om de Werkhof op te heffen vanwege te weinig leerlingen. Pas in januari 2015 zal een beslissing vallen wanneer deze opheffing ingaat. Pas dan is ook duidelijk met ingang van welke datum er personele consequenties zijn. Als de sluiting per 1 augustus 2015 plaats zal vinden, dan heeft dit ook gevolgen voor de formatie van komend schooljaar en wellicht de plaatsing van personeel in het RDDF. 4. Net als in het schooljaar 2014-2015 zal indien nodig een vervangingspool worden ingericht, waarin boventallig personeel kan worden geplaatst. Deze personeelsleden kunnen worden ingezet om zieke of anderszins afwezige leerkrachten te vervangen. De salariskosten komen (deels) voor rekening van het Vervangingsfonds, dat daarmee het salaris van het overtollige personeel bekostigt. De verwachting is namelijk, dat deze mogelijkheid voortgezet wordt in het nieuwe schooljaar. Hiermee is de kans op RDDF-plaatsing erg klein, maar dat zal blijken bij het nieuwe formatieplan 2015-2016. Met het oog op bovenstaande feiten kan nog niet exact worden ingeschat of er leerkrachtfuncties met ingang van 1 augustus 2015 in het RDDF moeten worden geplaatst. Bij het opzetten van de personele begroting 2015 is de doelstelling uit het Strategisch Beleidsplan gehanteerd, namelijk beleidsrijk begroten. Mits de school voldoende financiële middelen in de personele reserve heeft, kan er bewust gekozen worden om een negatief exploitatiesaldo te accepteren. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de leerlingenprognose voor de komende jaren. Natuurlijk is hiervoor altijd de toestemming van de algemeen directeur noodzakelijk. De Voorziening Jubilea etc. is op het vereiste niveau. Er hoeft dus niet meer aan verdere opbouw te worden gedaan. De hoogte van de afdracht van de scholen is terug gebracht naar verwachte uitgaven op dit terrein in 2015. 2.3. Materiële exploitatie scholen Het is bekend dat het een landelijk probleem is om de materiële exploitatie van de scholen sluitend te krijgen. Ook voor verschillende scholen van De Oorsprong is dat het geval. Sommige scholen kunnen door neveninkomsten (verhuur) de exploitatie nog sluitend krijgen. Maar dat wordt door de crisis ook minder. Ook hier geldt weer het principe van beleidsrijk begroten, zoals dat ook bij de personele exploitatie geldt. In de komende jaren zal rekening gehouden moeten worden met extra lasten door leegstand van lokalen vanwege de krimp van leerlingenaantallen. Het beleid om extra te investeren met het oog op de (te) hoge kapitalisatiefactor en weerstandsvermogen heeft vanzelfsprekend gevolgen voor de exploitatie van de scholen vanwege hogere afschrijvingslasten. Met deze begroting geven de scholen vorm aan het ingezette beleid om meer te investeren in goed onderwijs. Het blijkt dat de kleine scholen en de scholen met twee locaties de meeste moeite hebben met om hun materiële exploitatie rond te komen. Het tekort komt ten laste van de Algemene Reserve van de scholen. De renovatie van De Uilenburcht zal naar verwachting 120.000,-- meer gaan kosten dan in de voorziening onderhoud van de school is opgenomen. De directie heeft in samenspraak met de medezeggenschapsraad een aanvraag ingediend om een deel van de materiele reserves hiervoor in te zetten, zodat de noodzakelijke aanpassingen betreffende frisse scholen toch mogelijk zijn. Hiervoor is toestemming gegeven gezien de hoogte van de materiele reserve van de school. Dit zal dan waarschijnlijk grotendeels via de exploitatie van 2015 lopen. Dat is echter buiten de begroting gehouden. Wellicht dat ook al een bedrag middels de exploitatie van 2014 zal lopen. 2.3.1. Prestatiebox. Vanuit de overheid is voor een aantal jaren de Prestatiebox beschikbaar gesteld, dat betreft extra middelen voor zowel de materiële exploitatie als de personele exploitatie. Doel van deze extra financiële middelen is om de kwaliteit van het onderwijs op de scholen te verbeteren. Dat bedrag wordt jaarlijks afgebouwd en
omgezet in een structurele lumpsumvergoeding. Voor de besteding van dit bedrag zijn op verenigingsniveau afspraken gemaakt. De schooldirecteuren hebben afgesproken om gezamenlijk op te trekken wat betreft de doelstelling, namelijk het verbeteren van de leerresultaten door middel van Opbrengst Gericht Werken. Ieder schoolteam kan daarin zelf school-specifieke keuzes maken. Voor gezamenlijke scholing op verenigingsniveau wordt in het begrotingsjaar 15.000,-- uitgetrokken. De rest van het beschikbare bedrag ( 90.000,--) wordt op schoolniveau besteed, bijvoorbeeld aan scholing van de teamleden, extra materialen of extra inzet intern begeleiders. 2.4. Bovenschoolse Kosten (98) Vanuit de Prestatiebox is minder geld beschikbaar. Daardoor is er minder gereserveerd voor gezamenlijke scholing in het kader van Opbrengst Gericht Werken. De begroting is ruim 9.000 negatief. We schatten in dat de afdracht BAPO minder zal worden en dat het dalende ziekteverzuim doorzet. Hierdoor hopelijk minder ARBO-kosten. De rentebaten worden door de bank ongeveer even hoog ingeschat als in 2014 (Zie verder de opmerkingen bij de bijlage Begroting 2015 Bovenschoolse Kosten ) 2.5. Bestuurskantoor (97) In de begroting Bestuurskantoor 2015 zijn de lasten van het bestuurskantoor opgenomen, bestaande uit de personele lasten van algemeen directeur, beleidsmedewerker(s) en secretariaat en de materiële lasten. Deze begroting is sluitend. Hierin zijn geen wijzigingen ten opzichte van vorig jaar. (Zie verder de opmerkingen bij de bijlage Begroting 2015 Bestuurskantoor ) 3. Investeringen en Voorziening Groot Onderhoud 2015. 3.1. Investeringen 2015. Voor alle acht scholen gezamenlijk is in de Investeringsbegroting 2015 een bedrag aan investeringen opgenomen van 353.000. (tegen 299.000,-- in 2014) Dit betreft investeringen in het onderwijsleerpakket (lesmethodes etc.), ict en meubilair op basis van de meerjarenplannen en meerjarenbegroting van de scholen. In een aantal gevallen betreft het doorgeschoven posten vanuit 2014. Tegenover de investeringen staat een toevoeging aan de liquide middelen van 203.000 op basis van afschrijvingslasten Gezien de reservepositie van de betreffende scholen zijn de geplande investeringen verantwoord. Indien nodig is het mogelijk om in de loop van het schooljaar incidenteel extra investeringen te doen, mits goed onderbouwd door de schoolleiding en mits er voldoende financiële ruimte is. Dit ter beoordeling van de algemeen directeur. Het kan noodzakelijk zijn extra uitgaven te doen om de school beter te profileren. Mede in het kader van krimp van de leerlingenaantallen. Het is ook mogelijk om middelen uit de Prestatiebox hiervoor (deels) aan te wenden. Aan de andere kant is het mogelijk dat bepaalde investeringen in de loop van het jaar worden opgeschoven / tegengehouden door de algemeen directeur, bijvoorbeeld als er door overschrijdingen van de exploitatie teveel druk op de reserves van een school komt te staan. Hieronder de verwachte ontwikkeling van de Algemene Reserve Materieel tot 2019 van alle scholen gezamenlijk op basis van de geplande investeringen en de afschrijvingslasten. (uitgaande van een jaarlijks sluitende exploitatie)
3.2. Voorziening Onderhoud 2015 Voor 2015 is de Voorziening Onderhoud opgesplitst in een voorziening binnen-onderhoud en een voorziening buitenonderhoud. Reden daarvan is de doordecentralisatie van het buitenonderhoud van de gemeente naar de schoolbesturen met ingang van 1 januari 2015. We hebben besloten om de voorziening onderhoud voor de binnenkant van de scholen te laten zoals het was, namelijk op schoolniveau. Het buitenonderhoud wordt betaald vanuit een gezamenlijke bovenschoolse voorziening. Hiertoe is een separaat voorgenomen besluit genomen in december 2014. De gegevens hieruit zijn opgenomen in dit hoofdstuk. (zie verder document Gezamenlijke Voorziening Onderhoud buitenkant schoolgebouwen. In deze begroting worden de voorziening van het onderhoud aan de binnenkant en de buitenkant van de scholen separaat uitgewerkt. 3.2.1. Voorziening Onderhoud Binnenkant van de scholen. Voor alle scholen gezamenlijk is op basis van het meerjarenonderhoudsplan een uitgave van 365.000,-- ten laste van de Voorziening Groot Onderhoud begroot. (Dit bedrag bestaat voor een deel uit doorgeschoven posten van 2014). Hierin is inbegrepen de ingrijpende renovatie van De Uilenburcht van ruim 120.000,-- De hoogte van de gezamenlijke voorziening onderhoud binnenkant wordt jaarlijks bij de accountantscontrole getoetst. Tot en met 2013 was deze voorziening (ruim) op het vereiste niveau. 3.2.2. Voorziening onderhoud Buitenkant van de scholen. (bovenschools) Nar aanleiding van de overheveling van het onderhoud aan de buitenkant van de scholen van de gemeenten naar de scholen, is besloten om hiervoor een gezamenlijke bovenschoolse voorziening te vormen. Uitgangspunt is vooralsnog dat de dotatie vanuit het ministerie dekkend moet zijn voor het onderhoud. Het onderhoud aan de scholen vindt plaats op basis van het Meerjarenonderhoudsplan dat is opgesteld. Omdat dit niet voor alle jaren dekkend is, is een (op papier) extra startdotatie van 150.000 vanuit de voorziening onderhoud binnenkant van de scholen opgevoerd, zodat de dotatie vanuit de exploitatie van de scholen niet nog verder onder druk komt te staan. Totaal 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 Planning onderhoud 250.714 95.836 86.657 252.707 87.556 230.449 155.842 87.191 93.432 73.756 Dotatie/ bijdrage OC&W 128.567 128.567 128.567 128.567 128.567 128.567 128.567 128.567 128.567 128.567 Startdotatie 150.000 Standvoorziening 27.854 60.585 102.496-21.643 19.368-82.513-109.788-68.411-33.275 21.536 4. Financiële risico s voor 2015. In deze notitie zijn al verschillende zaken genoemd die invloed hebben op de begroting. Met name de fusie van de scholen Hoog Moersbergen en Triangel en de sluiting van De Werkhof op termijn zijn onzekere factoren die financiële risico s met zich meebrengen. Deze zijn nog niet te overzien en/of in geld uit te drukken. Daarnaast is sinds medio 2014 de Belastingdienst steekproefsgewijs bezig te onderzoeken of de scholen zich wel houden aan de belastingafdracht voor vrijwilligerswerk. De regelgeving hiertoe is aangescherpt en door de scholen van De Oorsprong inmiddels aangepast. Onduidelijk is of de Belastingdienst met
terugwerkende kracht sancties gaat opleggen aan de scholen. Dat betreft dan met name de vergoeding aan overblijfmedewerkers, die de scholen in het verleden onder verantwoordelijkheid van de oudercommissies hebben opgesteld. Het is onduidelijk of dit nog gevolgen voor de individuele scholen zal hebben. Alle verder bekende ontwikkelingen op financieel gebied zijn in de begroting 2015 opgenomen, dus er zijn op dit moment geen extra risico s aan te geven. 5. Conclusie Door de krimp van leerlingen en invoering van Passend Onderwijs (minder geld LGF-leerlingen) is de druk op de begroting toegenomen. Dat geldt zowel voor de materiële als de personele exploitatie. Toch hebben we als vereniging voldoende reserves om aan deze ontwikkelingen op een goede manier het hoofd te kunnen bieden. Er is een stabiele financiële basis. De algemeen directeur en de schooldirecteuren zullen hun uiterste best doen om binnen de voorgestelde begroting te blijven en om de geplande doelstelling betreffende terugdringing van de personele inzet te behalen. Vanzelfsprekend wordt het bevoegd gezag bij financiële tegenvallers z.s.m. geïnformeerd. De controller van het bestuurskantoor houdt de uitgaven en inkomsten nauwlettend in de gaten. Deze ontwikkeling zorgt ervoor dat het Beheer van de financiële middelen beter door de algemeen directeur gemonitord kan worden, maar dat anderzijds ook het geformuleerde financiële Beleid beter uitgevoerd kan worden.
Exploitatie begroting 2015 Begroot 2014 Begroot 2015 Saldo baten en lasten Baten 3.1 Rijksbijdrage OC&W 8.479.105 8.170.168 3.2 Overige overheidsbijdragen 25.000 25.000 3.5 Overige Baten 245.200 526.150 Totaal Baten 8.749.305 8.721.318 Lasten 4.1 Personele Lasten 7.294.551 7.222.579 4.2 Afschrijvingen 208.606 203.174 4.3 Huisvestingslasten 705.472 834.602 4.4 Overige materiële lasten 406.595 385.885 4.5 Leermiddelen 325.409 323.376 Totaal Lasten 8.940.633 8.969.616 Totaal Saldo baten en lasten -191.328-248.297 Saldo Overigen Baten 5.1 Financiële baten 64.000 64.600 Totaal Baten 64.000 64.600 Lasten 5.2 Financiële lasten 12.306 12.306 Totaal Lasten 12.306 12.306 Totaal Saldo Overigen 51.694 52.294 Totaal -139.634-196.003 Opmerkingen: De Rijksbijdrage in gedaald vanwege minder leerlingen en het stoppen van de LGF-vergoeding. Wel zit er ook een verhoging in vanwege de overheveling buitenonderhoud. De overige baten zijn hoger vanwege de bijdrage vanuit het Samenwerkingsverband voor zorgleerlingen en de vrijval van 30.000 van geoormerkte zorgmiddelen voor 2015. De personele lasten zijn lager vanwege het niet verlengen van tijdelijke aanstellingen per 1 augustus 2015. De huisvestingslasten zijn hoger vanwege de extra dotatie buitenonderhoud. Hiervoor staan voor hetzelfde bedrag echter inkomsten tegenover via de Rijksbijdrage. Het tekort op de begroting is acceptabel gezien de reservepositie van de betreffende scholen en in het licht van de afspraken die gemaakt zijn ten aanzien van het (geleidelijk) verlagen van de kapitalisatiefactor en het weerstandsvermogen.(in verband met teveel geld op de plank. Vanuit de materiele reserve Uilenburcht zal een extra dotatie gedaan worden aan de voorziening onderhoud van de school. De hoogte daarvan is nog niet helemaal zeker. Deze dotatie zal via de exploitatie 2015 moeten lopen. Deze verschuiving is nog niet in de begroting opgenomen.
Begroting 2015 Bovenschoolse kosten 98 - BOVENSCHOOLSE KOSTEN Begroot 2014 Begroot 2015 Saldo baten en lasten Baten 8022 Subsidie OCW niet-geoormerkt (Prestatiebox) 36.741 22.368 8029 Doorbelaste opbrengsten 52.250 52.250 Totaal Baten 88.991 104.618 Lasten 4.1 Personele Lasten 4007 Salariskosten ouderschapsverlof 17.183 17.429 4015 Kosten BGZ en Arbo zorg 34.250 34.250 4016 (Na)scholing (minder prestatiebox) 30.000 15.000 4020 OOP (BOC + BIC + begeleiding startende leerkr etc.) 11.500 41.500 4028 Overige kosten PAB 2.750 2.750 4099 Doorbelaste kosten (betreft post 4020) -11.500-41.500 4.4 Overige materiële lasten 4430 Kosten bijzondere activiteiten (jubileum vereniging) 0 10.000 4432 Jaarafsluiting 5.000 0 4433 Feesten en jubilea (bijbel groep 8) 6.000 6.000 4445 Kosten (G)MR/ OR 5.000 5.000 4495 Overige algemene kosten 10.000 10.000 4500 Uitbesteding administratie 6.000 6.000 4505 Acc.kst Contr.jaarrekening 12.000 12.000 4510 Bestuurs/managementondersteun 10.000 10.000 4511 Juridische ondersteuning 2.500 2.500 4536 Secretariaat bestuur en CvT 0 3.000 4545 Representatiekosten 500 500 4546 Kosten Public Relations 500 2.000 4.5 Leermiddelen 4305 ICT (contract centrale bovenschoolse server) 0 1.200 Totaal Lasten 141.683 167.629 Totaal Saldo baten en lasten -52.692-63.011 Saldo Overigen 5.1 Financiële baten 64.000 64.600 5.2 Financiële lasten 11.300 11.300 Totaal Saldo Overigen 52.700 53.300 Totaal 8-9.711 Opmerkingen De doorbelaste kosten (4099) zijn 30.000 hoger vanwege de bovenschoolse inzet van A. van Eck voor begeleiding startende leerkrachten etc. (4020) nascholing lager ivm vermindering subsidie Prestatiebox => geen gezamenlijke studiedag dit jaar 10-jarig bestaan wordt begroot op 10.000. Derhalve geen kerstattentie (jaarafsluiting) voor personeel dit jaar, Toevoeging kosten secretariële ondersteuning schoolbestuur / CvT conform bestuursbesluit september 2014 Kosten PR zijn toegenomen (website + communicatie) Overgang naar centrale server voor alle scholen van De Oorsprong is 1.200 aan abonnementskosten De begroting is ruim 9.000 negatief. We hopen dit op te vangen door selectief te zijn met bovenschoolse scholing. Daarnaast is het ziekteverzuim lager dan vorig jaar. Daardoor is de inzet van ARBO-middelen wellicht lager.
Begroting 2015 bestuurskantoor 97 - BESTUURSKANTOOR Begroot 2014 Begroot 2015 Saldo baten en lasten Baten 3.1 Rijksbijdrage OC&W 205.700 205.700 3.5 Overige Baten 1.000 1.000 Totaal Baten 206.700 206.700 Lasten 4.1 Personele Lasten 183.930 184.020 4.2 Afschrijvingen 1.902 1.725 4.3 Huisvestingslasten 13.900 13.980 4.4 Overige materiële lasten 5.120 5.120 4311 Aanschaf kleine inventaris 150 150 4315 Bibliotheek en docu.centrum 150 150 4316 Abonn./lectuur/tijdschriften 250 250 4320 Reproductiekosten/Drukwerk 700 700 4400 Portokosten 250 250 4401 Kantoorbenodigdheden 1.000 1.000 4405 Kosten telecommunicatie 750 750 4410 Werving/ Advertentiekosten 250 250 4420 Vakliteratuur, Abonnementen 1.000 1.000 4436 Kantinekosten 320 320 4520 Verzekeringen 100 100 4535 Vergaderkosten 200 200 4545 Representatiekosten 0 0 4.5 Leermiddelen 1.850 1.850 Totaal Lasten 206.702 206.695 Totaal Saldo baten en lasten -2 5 Totaal -2 5 Opmerking: De personele lasten zijn iets lager begroot dan de afgesproken 190.000