Variant IV-A Persoonlijk pensioen vermogen met collectieve risicodeling Beleggingsrisico individueel

Vergelijkbare documenten
Notitie. CTP/ Januari Aan. Commissie Toekomst Pensioenstelsel (CTP) Van

Naar een nieuw pensioencontract

Naar persoonlijk pensioen met collectieve risicodeling?

Actuele ontwikkelingen en trends rond pensioenen in Nederland keynotespeech Mariëtte Hamer Den Haag, 4 oktober 2016

Het pensioenstelsel van de toekomst

Stand van zaken in het debat over de toekomst van de pensioenen

Notitie. Commissie Toekomst Pensioenstelsel (CTP) SER Secretariaat Den Haag 10 mei 2016 Betreft Analyse subvarianten IV-C. 1.

Nieuw pensioencontract. DIRK BROEDERS, Toezichtstrategie Seminar voor vermogensbeheerders, 27 juni 2012

Netspar 14 nov Jan Tamerus 1

Position Paper DNB Concept Wetsvoorstel variabele pensioenuitkeringen 14 augustus 2015

Wat is er aan de hand moet onze pensioenen?

Persoonlijk Pensioen met aanvullende Risicodeling. Theo Nijman (met Lans Bovenberg) Maart 2015

Geef elke Nederlander een persoonlijke pensioenrekening. Position paper: Toekomst pensioenstelsel

en publiek toezicht Lans Bovenberg

De waarde van intergenerationeel risico delen in pensioencontracten. 1 december Bas J.M. Werker

RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL. Vraag 1

Het 2020-plan van Klijnsma in vogelvlucht

Persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling

Onderzoeksrapport Herverdelingseffecten van verschillende projectierentes in verbeterde premieregelingen

I. Uitkeringsovereenkomst met degressieve opbouw (zowel een nominale (1A) als een reële variant (1B));

Nieuw pensioencontract Wat is de huidige stand van zaken?

WAAR EEN WIL IS, IS EEN WEG Afschaffen van de doorsneesystematiek: wie gaat dat betalen?

Quiz. Heeft u een telefoon met internet? Ga naar kahoot.it en doe mee

Berekeningen geven inzicht in effecten risico s op variabele pensioenuitkering. Agnes Joseph & Miriam Loois

Naar een nieuw pensioenstelsel

CPB Notitie. 1 Inleiding. 2 Evaluatie Wet aanpassing FTK. Vaste Commissie voor SZW

Hoge hekken, betere buren: over eigendom en risicovolle pensioenen

Oudedagsvoorziening nu en straks. Casper van Ewijk Netspar & Universiteit van Amsterdam

PENSIOEN IN BEWEGING! KLAAR VOOR DE TOEKOMST? SAMEN DELEN, EEN STERKE KEUZE

Pensioen voor de toekomst

Onderzoek naar mogelijkheden van collectieve risicodeling binnen beschikbare premieregelingen

Afschaffing van de doorsneesystematiek en betekenis van maatwerk

Regeerakkoord en nieuw pensioencontract. Theo Langejan 15 november 2017

- 1. afschaffing van doorsneepremiesystematiek

Op koers blijven voor een goed pensioen: een update van het bestuur

Op weg naar een houdbaar pensioenstelsel

Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader. Juni 2014

In dit stuk willen wij als VHP2 naar onze leden maar ook naar anderen duidelijk maken hoe wij tegen het onderwerp (generatie)solidariteit aankijken.

Blik op de toekomst: verschil tussen DB en DC vervaagt. dr. Roel Mehlkopf Tilburg University & Netspar 8 oktober 2015, Amsterdam

CPB Notitie. Samenvatting. SER-Commissie Toekomst Pensioenstelsel

Datum 22 november 2018 Betreft Kamervragen van het lid Van Rooijen over de brief van de president van De Nederlandsche Bank

Marcel Lever, Thomas Michielsen

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De SER varianten nader beschouwd. Kennisbijeenkomst bij PGGM Theo Nijman December 2016

Stabiele pensioenen - stabiele economie FTK macro-economisch bezien

VERKENNING Mei Persoonlijk pensioenvermogen. collectieve risicodeling SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD

Argumenten voor en tegen actuele SER varianten: belang afstemming tussen economen en juristen. Theo Nijman September 2016

Is een life-cycle pensioen te conservatief? Een vergelijking van de risicoallocatie in nftk en duaal systeem

Pensioenactualiteiten

Internet appendix bij : Gedeelde uitgangspunten en dilemma s bij het ontwerp van nieuwe pensioencontracten en het bijbehorende FTK

Verkenning persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling

Datum: 12 december 2014 Betreft: Effecten aanpassing pensioenregels 2015: een toelichting

Waardering van pensioenrechten en de rekenrente. Theo Nijman Tilburg University December 2018

Datum: 28 november 2016 Betreft: Welvaartswinst van risicodeling en renteafdekking bij pensioen

10 puntenplan minister Koolmees vergeleken met toetsingscriteria

Position Paper FTK Datum: 1 september 2014 Onderwerp: Wet aanpassing financieel toezichtskader

Pensioenen Jos Berkemeijer

2513AA22. Effecten life cycle beleggen

Pensjoen Jos Berkemeijer. ALV NVOG 22 november 2017

Debatmanifestatie Pensioenen WELKOM. Senioren

Visie van de raad op pensioen in de toekomst

Duurzame vormgeving van het Nederlandse collectieve aanvullende pensioen

Het verbeterde financieel toetsingskader (ftk) Zeist, 26 juni 2014

Transitie economisch bezien

Pensioenfonds DSM Nederland

Beleggingsaspecten voorontwerp van wet herziening ftk

Generatie- en premie-effecten aanpassing FTK Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Samenvatting principeakkoord pensioenstelsel

Voorstel voor een stabiel FTK met keuzemogelijkheden zonder perverse prikkels. Lans Bovenberg. Theo Nijman. 6 september 2013

Ontwikkelingen in pensioenland

ABC van het FTK Agnes Joseph

Ten eerste: afschaffing van de al genoemde doorsneesystematiek en ten

Keuzevrijheid en maatwerk in nieuwe pensioencontracten

Position Paper DNB ten behoeve van de nationale pensioendialoog 15 januari 2015

Toekomst Pensioenstelsel

Wijzigingen in pensioenlandschap

Persoonlijk pensioen en de nieuwe regels voor premieregelingen. Theo Nijman Tilburg University 16 september 2015

Pensioen van de toekomst?

reëel financieel toetsingskader (FTK2)

Vernieuwde beschikbare premieregelingen

Persoonlijker pensioen. Lans Bovenberg en Theo Nijman

Doel is om voor deelnemers een beeld te schetsen van hoe het pensioen in elkaar steekt en hoe hun eigen pensioen er voorstaat.

De stelling die vandaag voorligt is: Het pensioen van de toekomst vergt meer dan een stelselherziening.

Datum: 18 november 2016 Betreft: Generatie-effecten verlenging hersteltermijn pensioenfondsen

Workshop financiële opzet en beleggingen

1. Uitwerking wetgeving voor de afschaffing van de doorsneesystematiek

Gebruik van verwacht rendement in de pensioenpremie Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ik heb nog steeds geen antwoord op mijn vraag over

De toekomst van het Nederlandse pensioenstelsel Dick Sluimers Voorzitter Raad van Bestuur APG

Sociale Partners en pensioen

Nieuwe FTK: is het beter en kan het nog beter? Theo Nijman Tilburg University 26 Juni 2014

ABP Reactie consultatiedocument Wet variabele pensioenuitkering

Herstelplan PME Vastgesteld door het algemeen bestuur op 25 juni 2015

Waarom een Tilburgse Variant (TiV) op FTK 1+? Lans Bovenberg en Theo Nijman 1. Inleiding

De meerwaarde van intergenerationele risicodeling en asymmetrische verdeelregels. Miriam Loois en Dick Boeijen

Uw mening over pensioen

Verkenning persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling

OWASE Pensioenforum 26 juni juli 2013 OWASE. Welkom. bij

CPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen

CPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Aan: Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen

Transcriptie:

1 Notitie Aan Commissie Toekomst Pensioenstelsel (CTP) Van SER Secretariaat Den Haag 10 mei 2016 Betreft Analyse subvarianten IV-C In deze internetbijlage worden de diverse varianten uit de SER-verkenning nader omschreven aan de hand van een lijst eigenschappen, om de uitwerking van deze varianten te kunnen vergelijken. NB. slaat terug op de voorgaande kolom in dezelfde rij. A B Eigenschap Delen risico s financiële markten Reikwijdte deling financiële risico s gedeeld in Ja Ja Nee Opbouwfase: Nee Uitkeringsfase: Ja - Actieven - Gepensioneerden / slapers - Toekomstige deelnemers C Beleggingsbeleid Uniform beleggingsbeleid Door gespreide doorwerking van schokken in uitkeringen verschuift risico wel van ouderen naar jongeren - Actieven - Gepensioneerden / slapers - Toekomstige deelnemers gedeeld toekomstige opbouw Ja (voor versie IV-C-R enkel aandelenrisico, geen renterisico) - Individueel - Gepensioneerden - Actieven - Gepensioneerden / slapers - Toekomstige deelnemers Lifecycle beleggingsbeleid Lifecycle beleggingsbeleid opbouwfase Uniform beleggingsbeleid Lifecycle beleggingsbeleid pensioenvermogen Uniforme beleggingsmix voor buffer

gedeeld in gedeeld toekomstige opbouw D E Hoogte en stabiliteit pensioeninkomen Vooraf gedefinieerde verdeelregels Zie kwantitatieve analyse CPB 1 Er gelden vooraf vastgestelde randvoorwaarden voor het toekennen van indexatie, premiestelling en buffervereisten. Daarbinnen hebben sociale partners en pensioenfondsen een mate van (discretionaire) beleidsvrijheid, waardoor er geen sprake is van vooraf gedefinieerde verdeelregels. De verdeelregels over het uitsmeren van schokken zijn vooraf gedefinieerd. Doordat de vaststelling van de disconteringsvoet een subjectief karakter kent en tot herverdeling tussen groepen deelnemers kan leiden, zal er hieromtrent discussie bestaan en kan dus tot aanpassingen van de verdeelregels leiden. Dit nadeel geldt niet voor de subvariant I-B RTS. Ja. De verdeelregels over het uitsmeren van schokken in de zijn vooraf gedefinieerd. Op basis van allocatieregels buffers (omvang buffer, aanspreken buffer, aanvullen buffer). Daarbij zou er mogelijkheid kunnen zijn een fondsbestuur deze regels aan te passen aan veranderende omstandigheden (discretie). Bufferregels kunnen vanwege belangentegenstelling onderwerp van debat zijn, doordat de vaststelling van de buffergrenzen een arbitrair element bevattenen. Bij versie IV- C-D spelen tevens rendementsverwachtingen een belangrijke rol in de vaststelling van het doelvermogen (dit geldt niet voor versie IV-C-R). Doordat een onjuiste 1 Zie CPB publicatie: Marcel Lever en Thomas Michielsen, SER-varianten toekomstig pensioenstelsel, www.cpb.nl

F G H Eigenschap Dempen van uitkomsten pech- en gelukgeneraties Beheersing discontinuïteitsrisico 3 Inzicht in (ex ante) asymrische overdrachten / mate van herverdeling 4 gedeeld in gedeeld toekomstige opbouw veronderstelling van het verwachte rendement ook tot overdrachten kan leiden, zullen aanpassingen hiervan gevoelig liggen. Zie kwantitatieve analyse CPB 2 Lastig in deze variant, door het toestaan van het (beperkt) doorschuiven van tekorten naar de toekomst. Doordat binnen deze variant sprake is van een systematiek van voorwaardelijke aanspraken collectieve buffers en er ruimte is voor een discretionaire bevoegdheid van het pensioenfonds, kunnen er nog steeds asymrische overdrachten plaatsvinden. De rekenrente speelt hierbij Er is geen sprake van toekomstige generaties. Daarmee is discontinuïteitsrisico beheerst. Transparant: Er zijn alleen overdrachten die voortvloeien uit de deling van biorische risico s. Transparant: Er zijn alleen overdrachten die voortvloeien uit de deling van biorische risico s (de beleggingsrisico s worden namelijk gedeeld door een gesloten spreidingsmechanisme). Discontinuïteitsrisico wordt beheerst door enkel positieve buffers van beperkte omvang toe te staan. Door opsplitsing tussen vermogen en collectieve buffer, is transparant in welk gedeelte overdrachten plaatsvinden. De ex-ante overdrachten binnen dit collectieve gedeelte zullen afhankelijk zijn van de onder- en bovengrenzen van de 2 Zie CPB publicatie: Marcel Lever en Thomas Michielsen, SER-varianten toekomstig pensioenstelsel, www.cpb.nl 3 Risico op discontinuïteit ontstaat bij het doorschuiven van grote tekorten naar de toekomst en bij krimpende en vergrijzende sectoren. Toekomstige toetreders zouden dan mogelijkerwijs niet meer willen deelnemen aan de pensioenregeling of bereid zijn blootgesteld te zijn aan deze schokken. 4 Aangezien deze tabel uitsluitend beschrijvend is en geen normenkader biedt, wordt hier niet bepaald over de mate van herverdeling maatschappelijk acceptabel zou zijn.

gedeeld in gedeeld toekomstige opbouw een rol in zowel de bepaling van eigendomsrechten als de verdeelregels van het collectief vermogen binnen het pensioenfonds, wat potentieel tot conflicten kan leiden. buffer en de allocatie- en financieringsregels van de buffer. Aanpassingen van de onder- en bovengrenzen van de buffer, evenals de allocatie- en financieringsregels van de buffer, zullen daarbij tot herverdeling leiden. I J Levenslange pensioenuitkering Begrijpbaarheid voor betrokkenen Bij de versie IV-C-D spelen daarbij ook de verwachtingen van rendementen een belangrijke rol voor de vaststelling van het doelvermogen, die tevens tot herverdeling kunnen leiden. Deze herverdeling zal voor deelnemers lastig te doorgronden zijn. Ja Enerzijds kan het werken een uitkeringsregeling erg begrijpelijk zijn voor een deelnemer. Qua communicatie is het voor deelnemers namelijk vooral van belang om te weten wat voor een type (uitgezonderd de passage over de nominale schijnzekerheid. In deze variant wordt namelijk geen zekerheid meer gegeven aan deelnemers). Het In deze variant heeft iedere deelnemer een pensioenvermogen, waardoor de waarde van de pensioenopbouw helder is voor de deelnemer, evenals het verband. Bovendien kan een (geleidelijke) conversie van een opbouwfase naar een voor een deelnemer wellicht lastig te begrijpen zijn. Bij deze subvariant is een duidelijk onderscheid tussen vermogen en collectief vermogen. Voor het pensioenvermogen: zie IV-A.

gedeeld in gedeeld toekomstige opbouw pensioenuitkering zij kunnen verwachten. In deze variant is echter wel sprake van een systeem waarbij een (nominale) schijnzekerheid wordt geboden: deelnemers hebben de fictie op een vast pensioen, maar die zekerheid kan in praktijk niet worden geboden en daarnaast neemt de waarde van het pensioeninkomen in koopkrachttermen af wanneer het pensioen niet wordt geïndexeerd. Dit kan tot onbegrip en teleurstelling onder deelnemers leiden. Verder is het verband tussen de mate van inleg, kosten, beleggingsopbrengsten en het uiteindelijke pensioenresultaat niet helder gedefinieerd. Dit komt doordat de waarde van de pensioenaanspraken afhankelijk is van de ontwikkeling van de financiële positie van het collectieve gebruik van een subjectieve macrostabiele discontovoet leidt tot herverdeling die niet voor alle deelnemers transparant is. Dit nadeel geldt niet voor de subvariant I-B RTS. tussen de mate van inleg, kosten, beleggingsopbrengsten. De relatie tussen dit vermogen en het pensioen dat een deelnemer kan verwachten is minder helder. De safspraken over de biorische risico s zullen voor deelnemers lastiger te begrijpen zijn. De allocatie en financieringsregels voor de buffer zullen lastiger te begrijpen zijn voor de deelnemer. Bij versie IV- C-D is de relatie tussen het doelvermogen, het zelf behaalde rendement en het aanwezige e pensioenvermogen daarbij ook lastiger te doorgronden.

gedeeld in gedeeld toekomstige opbouw pensioenfonds, waarbij in de financiële sturing niet alleen de ontwikkeling van het collectieve vermogen, maar ook de verdeelregels van het pensioenfonds waarin ook de veronderstelde waarde van de verplichtingen een rol spelen. K Maatschappelijk draagvlak Aanpassingen van de verdeelregels, zoals de discontovoet (UFR), leidt daarbij tot een herverdeling die niet voor alle deelnemers transparant is. Deze variant sluit enerzijds goed aan op de wens van veel deelnemers om een stabiele uitkering te hebben, waarbij risico s tussen groepen worden gedeeld. Anderzijds sluit deze variant minder goed aan op de maatschappelijke roep op meer inzicht in het pensioenvermogen, meer Bovendien kent deze variant een subjectief element: de disconteringsvoet. Een aanpassing van de disconteringsvoet kan leiden tot herverdeling tussen generaties, wat maatschappelijk niet wenselijk lijkt. Dit nadeel geldt niet voor de subvariant I-B RTS. Dit type pensioencontract sluit beter aan op de maatschappelijke roep op meer inzicht in het pensioenvermogen, meer maatwerk / keuzevrijheid en een betere aansluiting op een dynamische economie. Wel kent deze regeling minder dan het huidige Dit type pensioencontract sluit beter aan op de maatschappelijke roep op meer inzicht in het pensioenvermogen, meer maatwerk / keuzevrijheid en een betere aansluiting op een dynamische economie. Het in de samen blijven delen van risico s kan waarschijnlijk op draagvlak rekenen. Het pensioenvermogen sluit goed aan op maatschappelijke trends (zie IV-A). Een collectieve buffer kan enerzijds op draagvlak rekenen, omdat deze buffer zou kunnen bijdragen aan een stabieler pensioeninkomen.anderzijds kunnen de verdeelregels van de buffer tot debat leiden. Dit geldt specifiek voor Versie

gedeeld in gedeeld toekomstige opbouw L M Maatwerk om door pensioenfonds gewenste beleggings-risico exposure te kiezen per (groep van) deelnemers Individuele keuze in de opbouw mogelijk zonder negatief effect op andere deelnemers 6 maatwerk / keuzevrijheid en een betere aansluiting op een dynamische economie. Bovendien kunnen tegenstellingen tussen verschillende groepen deelnemers binnen het collectief tot spanningen leiden. Nee; er geldt een uniforme beleggingsmix en verdeelregels 5. Door gespreide doorwerking van schokken kunnen jongeren effectief wel veel aandelenrisico lopen. Het loslaten van de doorsneesystematiek maakt in deze variant meer keuzemogelijkheden mogelijk op het gebied van de inleg functie. Dit is echter wel beperkt om de pensioencontract: het beleggingsrisico wordt niet gedeeld. Maatwerk op het gebied van beleggingsrisico per leeftijdscohort door fondsbestuur mogelijk door leeftijdsspecifiek beleggingsbeleid. (voor opbouwfase) In een uniforme beleggingsmix. Ja Ja in opbouwfase. In de zijn er geen keuzes mogelijk op het gebied van de beleggingsmix. IV-C-D, waarbij de verwachtingen over het toekomstige rendement van grote invloed zijn op het doelvermogen. voor het individuele pensioenvermogen. De collectieve buffer kent een uniforme beleggingsmix en biedt daarom geen ruimte voor maatwerk. Er is bij deze variant een e gedeelte en een expliciete collectieve buffer. Door keuzes alleen toe te staan voor wat betreft het e gedeelte kunnen die keuzes actuarieel fair worden vormgegeven. Dit 5 Een leeftijdsafhankelijk indexatiebeleid zou dit (deels) kunnen ondervangen. 6 Impact die keuzemogelijkheden op uitvoeringskosten kunnen hebben, worden hierbij buiten beschouwing gelaten. Daarnaast kan individuele keuzevrijheid bij beleggen de mogelijkheid om in het collectieve beleggingsbeleid te alloceren naar beleggingen die een illiquiditeitspremie zich meebrengen begrenzen. Hierdoor kan het resultaat bij keuzevrijheid lager uitkomen. Dit is ook niet meegenomen. Daarnaast is ook afgezien van keuze mogelijkheden van het type pensioenuitkering. In ieder systeem zou het volledig kunnen opnemen van de pensioenuitkering (bijvoorbeeld door kennis van de resterende levensverwachting) tot invloed kunnen hebben op andere deelnemers.

gedeeld in gedeeld toekomstige opbouw toekomstige generaties in tact te kunnen houden: individuele keuzes zullen niet actuarieel fair zijn en zullen daardoor impact hebben op waarde andere deelnemers. Als voorbeeld: wanneer er sprake is van een positieve impliciete buffer, dan zorgt de keuze voor meer premie-inleg ervoor dat je als deelnemer in absolute zin meer van de buffer zal profiteren. biedt ruimte voor keuzemogelijkheden. Wel stelt de uitgebreide via een buffer grenzen aan keuzevrijheid. N Economische waarde 7 gelijk aan pensioen- vermogen Individuele keuze voor een beleggingsmix is niet mogelijk. Nee er kan een verschil zijn tussen de contante waarde van de pensioenaanspraken en de economische waarde hiervan (bijvoorbeeld door de buffers). Ja Ja Binnen het individuele gedeelte is de economische waarde gelijk aan de waarde van het pensioenvermogen. Het vermogen binnen de additionele collectieve 7 Onder economische waarde wordt verstaan wat de waarde is van het werkelijk te verwachten pensioen dat volgt uit de pensioenaanspraak, waarbij ook de voorwaardelijke op- en afslagen die kunnen voortvloeien uit een buffer worden gewaardeerd (zie Boender, G., A.L. Bovenberg, D. Broeders, P. Gortzak, Th. Kocken, Th. E. Nijman en J. Tamerus (2013). Gedeelde uitgangspunten en dilemma s bij het ontwerp van nieuwe pensioencontracten en het bijbehorende FTK, Netspar Occasional Paper.). Daarbij wordt afgezien van verschillen in levensverwachting tussen deelnemers.

gedeeld in gedeeld toekomstige opbouw O P Samenstelling collectiviteiten i.c. of deze passen bij het soort gedeeld risico Flexibiliteit voor bestuur/ sociale partners om contract aan te passen aan de veranderende omstandigheden Er geldt een uniform beleggingsbeleid. Een heterogeniteit qua risicovoorkeur tussen deelnemers kan daarbij leiden tot belangentegenstellingen tussen deelnemers. In sectoren of bij ondernemingen waarbij de instroom van toekomstige deelnemers niet is gewaarborgd, is het lastig risico s te delen toekomstige opbouw. Het bestuur / de sociale partners hebben de mogelijkheid het beleggingsbeleid van het collectieve fonds aan te passen aan veranderende omstandigheden, op basis van de risicobereidheid van Maatwerk is mogelijk. Maatwerk is mogelijk in de opbouwfase. Er geldt een uniform beleggingsbeleid binnen de. Een heterogeniteit qua risicovoorkeur tussen deelnemers kan daarbij leiden tot belangentegenstellingen tussen deelnemers. Ja; aanpassingen leiden namelijk niet tot waardeverschuivingen tussen deelnemers. In de opbouwfase is er veel flexibiliteit. Tegengestelde voorkeuren van deelnemers op het gebied van risicohouding kunnen een dergelijke beslissing lastiger maken door de uniforme beleggingsmix in de buffer is niet toebedeeld aan deelnemers. Dit leidt er toe dat de economische waarde van de verwachte pensioeninkomen niet gelijk is aan het pensioenvermogen. Maatwerk is mogelijk. Aanpassingen van het beleggingsbeleid binnen het pensioenvermogen leiden niet tot waardeverschuivingen tussen deelnemers en zullen daardoor goed te

gedeeld in gedeeld toekomstige opbouw het collectief aan deelnemers. Daarnaast zouden ze andere verdeelen rekenregels kunnen voorstellen. Dit zou kunnen leiden tot een verschuiving van marktwaarden tussen deelnemers. Daardoor zal de overheid pensioenfondsen hier niet veel ruimte voor geven. Tegengestelde voorkeuren van deelnemers op het gebied van risicohouding kunnen een dergelijke beslissing lastiger maken door de uniforme beleggingsmix. Q Invloed overheid Aanpassingen in de verdeelen rekenregels kunnen tot waardeverschuivingen tussen deelnemers kunnen leiden. Daardoor zal de overheid sociale partners Omdat er geen overdrachten zijn tussen generaties, zal de bemoeienis van de overheid minder vergaand zijn. In sommige landen. In de opbouwfase zijn er geen overdrachten tussen generaties en daardoor zal de bemoeienis van de overheid minder kunnen zijn dan binnen het huidige realiseren zijn. Wel kan een aanpassing van het beleggingsbeleid er toe leiden dat het toekomstige bufferverloop wijzigt. Aanpassing van verdeelregels van de buffer (bijvoorbeeld wanneer de buffer gevuld dient te worden en wanneer er vermogen van de buffer naar het pensioenvermogen gaat) door veranderende omstandigheden zou mogelijk kunnen zijn, maar is complex doordat dit tot waardeverschuivingen leidt tussen deelnemers. Bij versie IV-C-D speelt dit specifiek voor aanpassingen in het verwachte rendement. De overheid zal invloed hebben via de vaststelling/begrenzing allocatie en financieringsregels buffer om generatie effecten te

gedeeld in gedeeld toekomstige opbouw weinig ruimte geven voor aanpassing hiervan. Daarom zal de overheid regels voorschrijven rondom bestendige indexatie, buffereisen, hersteltermijnen, aanpassingen van het beleggingsbeleid en rekenregels. DC-regelingen treft de overheid regels over het beleggingsbeleid contract. In de zijn er alleen overdrachten tussen de deelnemers die in de zitten. Dit zal daardoor ook tot minder overheidsbemoeienis leiden dan in het huidige contract. voorkomen. Bij versie IV- C-D betreft dit ook de verwachting voor toekomstige rendementen. Aanpassing van die regels kan lastig zijn aangezien dit tot overdrachten tussen generaties kan leiden. Indien het macrolanglevenrisico wordt gedeeld door middel van ruilcontracten, dan zal de overheid de hodiek voor de waardering voor de deze contracten reguleren, doordat deze prijzen niet (goed) kunnen worden afgeleid uit financiële markten. 8 Het pensioenvermogen is overdraagbaar Onderzocht wordt of buffer onder voorwaarden overdraagbaar kan zijn. R Portabiliteit (overdraagbaarheid) bij wisseling van baan Waardeoverdacht mogelijk van nominale aanspraken, maar de buffer is niet overdraagbaar. Dit kan ongunstig zijn voor de mobiliteit op de Doordat sprake is van pensioenvermogen, zijn waardeoverdrachten eenvoudiger te organiseren. Dat is goed 8 Op termijn kan wellicht ook een echte markt worden gecreëerd waarbij vraag en aanbod van deelnemers of pensioenfondsen bij elkaar kunnen komen. Daarbij is het echter wel de vraag of dit zou kunnen lukken gegeven een mogelijk vraagoverschot aan deze ruilcontracten. Binsbergen, J. van, D. Broeders, R. Koijen and M. de Jong (2013), Het belang van transparantie garanties in pensioenfondsen, Economisch Statistische Berichten 98 (4658).

gedeeld in gedeeld toekomstige opbouw arbeidsmarkt. voor de mobiliteit op de arbeidsmarkt. S Uitvoeringskosten Nog onbekend Nog onbekend Nog onbekend Nog onbekend Nog onbekend T Impact op de macro-economie De afschaffing van de doorsneesystematiek kan op lange termijn positief bijdragen aan de economie. Op korte termijn zal het effect naar verwachting negatief zijn. De huidige rentegevoeligheid blijft bestaan, wat tot procycliteit kan leiden. De afschaffing van de doorsneesystematiek kan op lange termijn positief bijdragen aan de economie. Op korte termijn zal het effect naar verwachting negatief zijn. De overstap op een macrostabiele disconteringsvoet zou tot een minder procyclisch en volatiel pensioenbeleid kunnen leiden, wat bijdraagt aan de economische stabiliteit. Dit geldt niet voor de i subvariant I-B RTS. De afschaffing van de doorsneesystematiek kan op lange termijn positief bijdragen aan de economie. Op korte termijn zal het effect naar verwachting negatief zijn. Doordat de rekenrente in deze variant niet langer een rol speelt, vervalt het nadeel van de huidige procyclische werking van de rekenrente op de economie. Bovendien kent deze variant geen toegezegde uitkering meer (DC omgeving), waardoor sturen de premie minder voor de hand ligt. Dit vermindert de procycliteit. De ontwikkeling van de pot en de uitkering zijn procyclisch vanwege de schokken in het De afschaffing van de doorsneesystematiek kan op lange termijn positief bijdragen aan de economie. Op korte termijn zal het effect naar verwachting negatief zijn. Doordat de rekenrente in deze variant niet langer een rol speelt, vervalt het nadeel van de huidige procyclische werking van de rekenrente op de economie. De buffer dempt de procycliciteit die in IV A en B wel optreedt In IV C-D gebeurt dit nog sterker door het sturen op een doelvermogen.

gedeeld in gedeeld toekomstige opbouw U V Verplichte deelname van werkgever vereist om intergenerationele te waarborgen Projectierendement/ Disconteringsvoet Ja (i.v.m. opbouw impliciete buffer) Rentetermijnstructuur Ja (i.v.m. opbouw impliciete buffer) Macro-stabiele discontovoet. In de subvariant I-B RTS is de rentetermijnstructuur de disconteringsvoet. rendement en de rente. Het 5-jaars uitsmeren van schokken in de tijd kan dit enigszins mitigeren. Nee Nee Ja (i.v.m. opbouw buffer) Rentermijnstructuur minus 50bps 9 In : rentetermijnstructuur Volgens de formule x% * actuele rente + (1- x)% * verwacht rendement op zakelijke waarden 9 Dit is door het CPB gehanteerd in de kwantitatieve doorrekening. Deze aanpassing zorgt ervoor dat de jaarlijkse indexatie gemiddeld ongeveer vergelijkbaar is die in I-A en I-B.