Boekjaar Inleiding. De financiële positie van SPHD. Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas Verkort Jaarverslag

Vergelijkbare documenten
Boekjaar Inleiding. De financiële positie van SPHD. Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas Verkort Jaarverslag

Boekjaar Inleiding. De financiële positie van SPHD. Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas Verkort Jaarverslag

Boekjaar Inleiding. De financiële positie van SPHD. Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas Verkort Jaarverslag

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Randstad

VERKORT JAARVERSLAG 2017

VERKORT JAARVERSLAG 2016

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

JAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK RAALTE

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

JAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK OLST-WIJHE

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Overige. Wijziging rente. Rendement. Toeslagen. Uitkeringen. Premies

Terugblik 2011 in cijfers

Balans per 31 december 2017

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2016

Herstelplan ultimo 2016

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Actuariële en Bedrijfstechnische Nota. Nota, waarin het beleid van het fonds op alle relevante gebieden beschreven wordt.

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

stichting pensioenfonds wonen

Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

ANBI Publicatie Stichting DOB Equity, Amsterdam

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht uit dienst

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Procedure toetsing premie, bijlage 3 (ABTN) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 TRANSPARANT OVER ELKE FASE

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2016 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

Stichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage

Verkort Jaarverslag 2003

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

Verkort jaarverslag In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen.

Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland. Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2017

Pensioenen... Herstelplan 2017

Stichting Pensioenfonds Buizerdlaan. Waardeoverdracht uit dienst

Financieel crisisplan

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Bestuurssamenstelling, administrateur, actuaris, accountant 2. Deelnemersoverzicht 12

ANBI Publicatie Stichting DOB Ecology, Amsterdam

ANBI Publicatie Stichting DOB Ecology, Amsterdam

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018

Waardeoverdracht van VPTech naar Pensioenfonds Vegro

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Haarlem 19 juni 2018 Boxmeer 21 juni 2018 Oss 21 juni 2018

JAARREKENING 2015 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK RAALTE

JAARREKENING 2015 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK OLST-WIJHE

Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: Uw partner Y. Partner Geboren op: 5 februari 1975

Aanvullend reglement

27 september Deelnemersvergadering

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

De uitwerking hiervan is opgenomen in onze notitie van 30 april 2015 (Ref: HDr\654444\P150314).

Brochure Toeslagverlening

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Premie en pensioenuitkeringen Totale premie Pensioenuitkeringen Toeslagverlening inactieven 0,0% 0,0%

2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers

Betreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen.

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Pensioenen... Herstelplan 2016

Strengere regels voor pensioenfondsen

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

Financiële verantwoording Vereniging het Verschil

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)

Stichting Maryknoll Zusters van St. Dominicus

STICHTING VUT FONDS ECI VERKORT JAARRAPPORT 2001

Transcriptie:

Boekjaar 2014 Inleiding Voor u ligt het verkort jaarverslag van Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas (SPHD) over het boekjaar 2014. Het volledige jaarverslag vindt u op onze website: www.pensioenfonds-hunterdouglas.nl. Op onze website vindt u ook nieuwsberichten en de actuele financiële situatie van het fonds. Doelstelling en organisatie Het doel van SPHD is om haar deelnemers, pensioengerechtigden en overige aanspraakgerechtigden voorzieningen te bieden bij ouderdom, arbeidsongeschiktheid en/of overlijden. De regels daarvoor staan in het pensioenreglement. Het bestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van dat reglement en het daarbij horende pensioen- en vermogensbeheer. Het hele beleid van SPHD is neergelegd in de zogenaamde actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN). Dit is een soort bedrijfsplan. De samenstelling van het bestuur en de taakverdeling binnen het bestuur zijn in 2014 gewijzigd. De heer Kerkhof heeft begin 2014 namelijk aangegeven dat hij zal terugtreden als aspirant bestuurder namens de werknemers. Hij is per 5 maart 2015 op gevolgd door de heer De Jongh. Ook de heer Van der Kraan heeft aangegeven af te treden. Hij was bestuurder namens de werkgever. Hij is per 5 maart 2014 geen bestuurder meer. Als zijn vervanger is de heer Holderikx aangetreden als aspirant-bestuurder namens de werkgever. Het bestuur bestaat op 31 december 2014 uit de volgende personen: Vertegenwoordigers van de werkgever C.H.J. Luijben voorzitter C.M.A. van Slingerland plaatsvervangend voorzitter Vertegenwoordiger van de werknemers R.H.A. Nusteling secretaris Vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden W.B. van der Hoek plaatsvervangend secretaris Aspirant-bestuurder namens de werkgever L.M.H. Holderikx Het fonds maakte in 2014 gebruik van de diensten van de volgende externe partijen: De externe administratie en uitkeringen worden verzorgd door AZL N.V. te Heerlen. De adviseur en actuaris van het fonds is AZL N.V. te Heerlen. De waarmerkend actuaris van het fonds is Towers Watson Netherlands B.V. te Amstelveen. De accountant van het fonds is Ernst & Young Accountants LLP te Den Haag. De adviseur en tevens lid van de beleggingscommissie is de heer J. Beenen van Mercer Investment Consulting B.V. te Amstelveen Het pensioenfonds houdt kantoor te Hunter Douglas, Piekstraat 2 in Rotterdam. Paritair bestuursmodel Vanaf 1 juli 2014 is de Wet versterking bestuur pensioenfondsen (Wvbp) in werking getreden. Deze wet heeft gevolgen voor de mogelijke bestuursmodellen van besturen van pensioenfondsen. Het bestuur heeft in 2013 geanalyseerd welk bestuursmodel het beste bij SPHD past. Er is vervolgens gekozen voor het paritaire bestuursmodel, zonder toevoeging van externe deskundigen in het bestuur. Het intern toezicht wordt vormgegeven door een jaarlijkse visitatie. De werkwijze met het verantwoordingsorgaan wordt voortgezet. Het pensioenfonds heeft de statuten aangepast aan de nieuwe wetgeving. Het paritair bestuursmodel is in werking getreden per 1 juli 2014. De financiële positie van SPHD Einde 2014 was de dekkingsgraad 106,3% Begin 2009 heeft het fonds een herstelplan ingediend bij DNB, omdat de dekkingsgraad onder de minimaal vereiste dekkingsgraad van 104,1% lag. De daarop volgende jaren hebben niet geleid tot een structurele verbetering van de dekkingsgraad. De stijging van de levensverwachting en daling van de rente hebben de afgelopen jaren namelijk een negatieve invloed gehad op de financiële positie van het fonds. Door de stijging van de gemiddelde levensverwachting moeten pensioenen gemiddeld langer worden uitgekeerd. Het fonds moet daardoor meer geld reserveren. Bij rentedalingen moet het fonds meer geld opzij zetten om in de toekomst de uitkeringen te kunnen voldoen. De interne administratie wordt verzorgd door L.P. de Groot en J.P. Kraaijeveld. Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas Verkort Jaarverslag 2014 1

Evaluatie herstelplan Het bestuur evalueert jaarlijks het herstelplan. Dan wordt bekeken of het pensioenfonds voldoende herstelt en of er aanvullende maatregelen nodig zijn. Het bestuur heeft het herstelplan begin 2014 geëvalueerd. Het bestuur heeft daarbij geconstateerd dat de in 2013 getroffen maatregelen, waaronder een verlaging van de pensioenen, de financiële positie sterk hebben verbeterd. Eind 2013 was er geen dekkingstekort meer, omdat de dekkingsgraad hoger was dan de minimaal vereiste dekkingsgraad. Het kortetermijnherstelplan was daarmee afgerond. Einde 2014 was de dekkingsgraad met 106,3% nog altijd hoger dan de minimaal vereiste dekkingsgraad. De dekkingsgraad is echter wel lager dan de dekkingsgraad die volgens het herstelplan werd verwacht. Dit komt vooral door de daling van de rente waarmee het pensioenfonds moet rekenen. Daartegenover staat een goed beleggingsrendement, waardoor het vermogen is gestegen. Het positieve effect van het gestegen vermogen was echter kleiner dan het negatieve effect van de rentedaling. Het langetermijnherstelplan was in 2014 nog steeds van kracht. De dekkingsgraad was einde 2014 namelijk lager dan de vereiste dekkingsgraad van 128,4%. Beleggingen Het belegd vermogen van het fonds (inclusief liquide middelen) nam in 2014 toe met 29 miljoen tot 309 miljoen (2013: 280 miljoen). Het gemiddelde rendement op basis van total return bedroeg in 2014 12,03% (2013: 11,99%). Premie en opbouwpercentage De pensioenpremie is voor 2014 verlaagd naar 25% van de pensioengrondslag. In 2013 was de premie nog 29% van de pensioengrondslag. Het bestuur heeft voor 2014 besloten om voor de pensioenopbouw het opbouwpercentage van PME te volgen. Voor 2014 bedraagt het opbouwpercentage daarom 1,90%. Het opbouwpercentage is voor 2015 verder verlaagd, namelijk naar 1,875%. Dit is het gevolg van de nieuwe pensioenwetgeving. Het opbouwpercentage van 1,875% is het fiscaal maximaal toegestane opbouwpercentage. Toeslagverlening Het fonds kent een voorwaardelijk toeslagbeleid waarbij, afhankelijk van de financiële positie, jaarlijks per 1 januari toeslagen kunnen worden verleend. Bij de toeslagverlening wordt onderscheid gemaakt tussen de actieve deelnemers en de inactieve deelnemers (gewezen deelnemers en pensioengerechtigden). Nieuw herstelplan Op 1 januari 2015 zijn nieuwe financiële regels voor pensioenfondsen in werking getreden, het zogenaamde nieuw Financieel toetsingskader. Dit betekent onder meer dat alle bestaande herstelplannen vervallen en pensioenfondsen een nieuw herstelplan moeten opstellen. SPHD heeft dat ook moeten doen. De reden hiervoor is dat de dekkingsgraad begin 2015 lager was dan de vereiste dekkingsgraad (reservetekort). Het bestuur verwacht op grond van het nieuwe herstelplan dat de financiële positie van het pensioenfonds goed genoeg zal verbeteren om de pensioenen niet opnieuw te hoeven verlagen. Over de financiële positie van het fonds worden maandelijks nieuwsberichten op de website van het fonds gepubliceerd. Uitgangspunt voor de toeslagverlening aan de actieve deelnemers per 1 januari 2014 was de ontwikkeling van de algemene looncomponent bij Hunter Douglas in de periode van 1 januari 2013 tot en met 1 januari 2014. Deze ontwikkeling bedroeg 2,35%. Met ingang van 1 januari 2014 zijn de pensioenaanspraken van de actieve deelnemers, met inachtneming van de financiële positie van het fonds en het in de ABTN opgenomen beleidskader, niet verhoogd. Uitgangspunt voor de toeslagverlening aan de inactieve deelnemers per 1 januari 2014 was de ontwikkeling van de afgeleide consumentenprijsindex reeks voor alle huishoudens zoals deze zich heeft voorgedaan in de periode juli 2012 tot juli 2013. Deze ontwikkeling bedroeg 0,59%. Met ingang van 1 januari 2014 zijn de pensioenrechten van de inactieve deelnemers, met inachtneming van de financiële positie van het fonds en het in de ABTN opgenomen beleidskader, niet verhoogd. Gelet op de financiële positie van het fonds heeft het bestuur in besloten om ook per 1 januari 2015 geen toeslagen toe te kennen aan de actieve en inactieve deelnemers. 2

Op basis van de financiële positie van het fonds zal het bestuur de mogelijkheden voor het verlenen van (inhaal)toeslagen blijven monitoren. De op deelnemersniveau gemiste toeslagen worden geadministreerd. Ter financiering van de voorwaardelijke toeslagverlening is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. Ontwikkelingen in 2015 De sociale partners hebben besloten om de pensioenregeling te wijzigen. Dit is door het bestuur vastgelegd in het pensioenreglement 2015. De wijziging is het gevolg van de aangepaste fiscale en pensioen wetgeving. De eerste belangrijke wijziging is dat de pensioenleeftijd is verhoogd van 65 naar 67 jaar. De tot 1 januari 2015 opgebouwde pensioenen zijn omgezet naar 67 jaar. De tweede belangrijke wijziging is dat het pensioengevend salaris is gemaximeerd (2015: 100.000,-). De derde belangrijke wijziging is dat de toeslagverlening voor actieve deelnemers wordt gebaseerd op de prijsontwikkeling. Tot 2015 was dat de loonontwikkeling. Het jaar 2015 staat voor het bestuur grotendeels in het teken van de implementatie van de gewijzigde pensioenregeling en van het nieuw Financieel Toetsingskader (nieuw FTK). Dit zijn de nieuwe financiële spelregels voor pensioenfondsen. De gevolgen van het nieuw FTK voor het pensioenfonds kunt u lezen in het volledige jaarverslag. Wij vertrouwen erop u met dit jaarverslag een goed inzicht te hebben gegeven in de werkzaamheden van het bestuur, de hoofdlijnen van het beleid en de financiële ontwikkeling van het pensioenfonds. Meer informatie vindt u op: www.pensioenfondshunterdouglas.nl. Het bestuur Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas Verkort Jaarverslag 2014 3

4

Balans per 31 december (na resultaatverdeling; in duizenden euro) Activa 2014 2013 Beleggingen voor risico pensioenfonds Aandelen 172.643 155.703 Vastrentende waarden 122.490 109.594 Derivaten 273 1.188 Overige beleggingen 14.757 13.083 310.163 279.568 Beleggingen voor risico deelnemers Vastgoedbeleggingen 118 49 Aandelen 635 399 Vastrentende waarden 535 532 Overige beleggingen 316 461 1.604 1.441 Vorderingen en overlopende activa 11 887 Liquide middelen 2.085 1.903 Totaal activa 313.863 283.799 Passiva 2014 2013 Stichtingskapitaal en reserves 17.891 32.810 1) Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds 283.465 240.774 Overige technische voorzieningen 0 216 283.465 240.990 Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers 1.604 1.441 Langlopende schulden 9.107 8.113 1) Kortlopende schulden en overlopende passiva 1.796 445 Totaal passiva 313.863 283.799 Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas Verkort Jaarverslag 2014 5

Staat van baten en lasten (in duizenden euro) 2014 2013 Beleggingsopbrengsten voor risico pensioenfonds Directe beleggingsopbrengsten 799 655 Indirecte beleggingsopbrengsten 32.636 29.424 Kosten van vermogensbeheer -240-210 33.195 29.869 Beleggingsopbrengsten voor risico deelnemers Indirecte beleggingsopbrengsten 176 31 Premiebijdragen van werkgevers en werknemers 6.453 7.631 Premiebijdragen voor risico deelnemers 20 89 Saldo van overdrachten van rechten -242 60 Onttrekking beleggingen voor risico deelnemers -33-38 Pensioenuitkeringen -9.905-10.434 Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Wijziging rentecurve -46.322 7.478 Benodigde intresttoevoeging 1) -903-871 Inkoop nieuwe pensioenaanspraken -5.790-5.929 Binnenkomende waardeoverdracht -796-383 Uitgaande waardeoverdracht 1.028 276 Toename voorziening toekomstige kosten -153-169 Vrijval excassokosten 285 289 Uitkeringen 9.651 9.761 Actuarieel resultaat op sterfte -287-759 Actuarieel resultaat op arbeidsongeschiktheid -197-290 Actuarieel resultaat op mutaties -65 495 Korting pensioenaanspraken actieven -15-71 Korting pensioenaanspraken slapers 16 6 Korting pensioenaanspraken pensioentrekkenden -1 113 Wijziging sterftegrondslagen 1.067 0 Overige mutaties technische voorzieningen -209-457 -42.691 9.489 1) Benodigde intrest conform 1-jaars rente conform rentetermijnstructuur DNB. 6

2014 2013 Mutatie overige technische voorzieningen Voorziening TOP-SUM uitkering Benodigde intresttoevoeging 0-1 Vrijval excassokosten 4 18 Uitkeringen 130 606 Actuarieel resultaat op sterfte 0-3 Actuarieel resultaat op mutaties -1-28 Korting pensioenaanspraken pensioentrekkenden 0 4 133 596 Voorziening langdurig zieken Wijziging rentecurve 0 5 Actuarieel resultaat op arbeidsongeschiktheid 83 21 83 26 Totaal mutatie overige technische voorzieningen 216 622 Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers -163-82 Totaal mutatie VPL-verplichting -994-1.186 2) Herverzekering -254 272 Pensioenuitvoerings- en administratiekosten -697-667 Saldo van baten en lasten -14.919 35.656 1) Bestemming van het saldo Algemene reserve -14.919 35.656 1) 2) Vergelijkend cijfer aangepast als gevolg van stelselwijziging. Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas Verkort Jaarverslag 2014 7

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Algemeen Toepassing richtlijnen voor de jaarverslaggeving Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas heeft bij de samenstelling van dit jaarverslag de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving en BW2 Titel 9 toegepast. Stelselwijziging inzake VPL-regeling De Bestemmingsreserve VPL die tot en met vorig boekjaar is gevormd, wordt vanaf boekjaar 2014 verantwoord als langlopende schuld en niet meer als bestemmingsreserve. Dit is verwerkt middels een stelselwijziging, waarbij tevens de vergelijkende cijfers van boekjaar 2013 zijn aangepast. Hierdoor is het resultaat over boekjaar 2013 met 1.186 gedaald. Stand eigen vermogen 31 december 2013 : 40.923 Effect stelselwijziging : -8.113 Stand eigen vermogen 1 januari 2014 : 32.810 Naar aanleiding van een DNB-uiting ten aanzien van VPL-gelden is door het fonds nadere invulling gegeven aan de aanbevelingen van DNB ten aanzien van VPL-gelden. Mede op basis hiervan zijn afspraken met de cao-partijen vastgelegd. Aan de hand van deze gemaakte afspraken en een ontwerprichtlijn uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ ) inzake de verwerking van VPL- gelden heeft een heroverweging plaatsgevonden over de wijze van verslaglegging van deze post. Dit betekent dat de vergelijkende cijfers zijn aangepast. De post mutatie VPL-verplichting bedroeg in de oorspronkelijke staat van baten en lasten 2013 0. In de huidige jaarrekening zijn de vergelijkende cijfers aangepast en bedraagt de post mutatie VPL-verplichting -1.186. Deze stelselwijziging heeft geen impact op de dekkingsgraad. Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voor delen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch poten tieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post vorderingen of schulden uit hoofde van effectentransacties. Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen. 8

Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden om gerekend naar Euro tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. Waardering Derivaten Beleggingen in beursgenoteerde derivaten worden gewaardeerd tegen de op 31 december bekende markt prijzen. Beleggingen welke onderhands zijn gekocht, waarvoor geen directe marktwaardering beschikbaar is, worden gewaardeerd op basis van actuele markt parameters. RJ 610 schrijft voor dat derivaten met een negatieve waarde op de passiva zijde van de balans moeten worden weergegeven. Overige beleggingen De ter beurze genoteerde overige beleggingen worden gewaardeerd tegen de beurswaarde ultimo boekjaar. De niet ter beurze genoteerde overige beleggingen worden gewaardeerd tegen hun actuele waarde, zijnde de intrinsieke waarde ultimo boekjaar, waarbij de onderliggende beleggingen zijn gewaardeerd op marktwaarde. Balans De waardering van de beleggingen geldt zowel voor de beleggingen voor risico pensioenfonds als voor de beleggingen voor risico deelnemers. Vastgoedbeleggingen De ter beurze genoteerde aandelen in vastgoedbeleggingsfondsen worden gewaardeerd tegen de beurswaarde ultimo boekjaar. De niet ter beurze genoteerde fondsen worden gewaardeerd tegen hun actuele waarde, zijnde de intrinsieke waarde ultimo boekjaar, waarbij de onder liggende beleggingen zijn gewaardeerd op marktwaarde. Aandelen De ter beurze genoteerde aandelen worden gewaardeerd tegen de beurswaarde ultimo boekjaar. De niet ter beurze genoteerde fondsen worden gewaardeerd tegen hun actuele waarde, zijnde de intrinsieke waarde ultimo boekjaar, waarbij de onderliggende beleggingen zijn gewaardeerd op marktwaarde. Vastrentende waarden De ter beurze genoteerde obligaties worden gewaardeerd tegen de beurswaarde ultimo boekjaar. De niet ter beurze genoteerde fondsen worden gewaardeerd tegen hun actuele waarde, zijnde de intrinsieke waarde ultimo boekjaar, waarbij de onderliggende beleggingen zijn gewaardeerd op marktwaarde. Voor participaties in hypothekenfondsen is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert. Algemene reserve Het jaarlijkse resultaat volgens de rekening van baten en lasten wordt toegevoegd aan de algemene reserve. Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Per 1 januari 2007 is de Pensioenwet in werking getreden. Onderdeel van de Pensioenwet is het Financieel Toetsingskader (FTK). In het FTK is de manier waarop De Nederlandsche Bank (DNB) haar toezicht op pensioen fondsen uitoefent vastgelegd. Het FTK stelt daarbij de kaders waarbinnen een pensioenfonds moet opereren. Besloten is het FTK ook toe te passen voor de jaar verslaglegging daar dit aansluit bij het door het bestuur gehanteerde beleid. De voorziening pensioenverplichtingen is vastgesteld als de contante waarde van de tijdsevenredig opgebouwde pensioenaanspraken. Voor de arbeidsongeschikte deel nemers is de voorziening pensioenverplichtingen gebaseerd op de te bereiken aanspraken. De duration (ultimo 2014) van de voorziening pensioenverplichtingen bedraagt 16,8. Schattingswijzigingen In 2014 heeft de Commissie Overlevingstafels van het AG een nieuwe prognosetafel gepubliceerd, zijnde de Prognosetafel AG2014, en heeft het fonds besloten over te gaan op deze nieuwe overlevingstafel. Dit is in 2014 verantwoord als een schattingswijziging. Ultimo 2014 is de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds verlaagd met 0,4% als gevolg van deze schattingswijziging. Het effect van deze schattingswijziging op Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas Verkort Jaarverslag 2014 9

de technische voorziening ad 1.067 in 2014 is als mutatie in het resultaat verwerkt. Sterfte Mannen: Prognosetafel AG2014 (startjaar 2015). Vrouwen: Prognosetafel AG2014 (startjaar 2015). Deze tafels worden toegepast rekening houdend met ervaringssterfte, waarbij de ervaringssterftetabel van PME en Stork 2012 is gehanteerd. Rekenrente Voor de vaststelling van de voorziening pensioenverplichtingen per 31 december in enig jaar wordt gebruik gemaakt van de nominale rentetermijnstructuur ultimo verslagjaar zoals deze is gepubliceerd door De Nederlandsche Bank. Voor Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas leidt een rekenrente van 1,86% tot dezelfde voorziening ultimo 2014, als de martkwaarde voorziening op basis van de DNB-rentetermijnstructuur. Ultimo 2013 gold een afgeleide rekenrente van 2,74%. De 1-jaars intresttoevoeging aan de voorziening pensioenverplichtingen is gelijk aan 0,379%. Partnerfrequenties Ten aanzien van de tariefstelling wordt vóór de pensioendatum uitgegaan van gehuwdheids-/partnerfrequenties, welke gesteld worden op: Leeftijd Mannen Vrouwen < 18 0 0 18 0,06 0,09375 19 0,125 0,1876 20 0,1875 0,28125 21 0,25 0,375 22 0,3125 0,46875 23 0,375 0,5625 24 0,4375 0,65625 25 0,50 0,75 26 0,58 0,77 27 0,66 0,79 28 0,74 0,81 29 0,82 0,83 30 0,90 0,85 60 0,90 0,85 62/65 1,00 1,00 10

Voor tussenliggende leeftijden wordt lineair geïnterpoleerd. Na de pensioendatum wordt uitgegaan van de werkelijke burgerlijke staat. Uitkeringen De uitkeringen worden continu betaalbaar verondersteld. Leeftijdsverschil Uitgangspunt is dat de vrouw drie jaar jonger is dan de man. Excassokosten Voor excassokosten na pensioeningang wordt 3% van de VPV gereserveerd. Jaarlijks zal hierdoor 3% van de pensioenuitkeringen voor dekking van excassokosten beschikbaar komen. zijn de voorwaardelijke TOP SUM aanspraken in 2006 omgezet in voorwaardelijke SUMO aanspraken. Het tijdelijk pensioen is daarbij omgezet in een combinatie van levenslang ouderdomspensioen en partnerpensioen. Voor de financiering van de overgangsregeling SUMO is begin 2006 een bestemmingsreserve gevormd uit gelden van sociale partners. Jaarlijks wordt daaraan het beleggingsrendement toegevoegd en eventueel worden er nog aanvullende premies gestort (in overleg met de werkgever). De lasten van het onvoorwaardelijk worden van de SUMO aanspraken bij pensionering worden aan de bestemmingsreserve onttrokken. Met ingang van boekjaar 2014 wordt de bestemmingsreserve in de jaarrekening opgenomen als een langlopende schuld in plaats van bestemmingsreserve. Resultaatbepaling Arbeidsongeschiktheid Bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid wordt (gedeeltelijke) vrijstelling van premiebetaling verleend. Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Wezenpensioen De koopsomlasten voor niet-ingegaan wezenpensioen zijn gesteld op 5% van de netto lasten voor niet-ingegaan partnerpensioen. Tot de pensioendatum wordt voor niet-ingegaan wezenpensioen een voorziening gevormd door de voorziening voor niet-ingegaan partnerpensioen te verhogen met 5%. Na de pensioendatum wordt aan genomen dat er geen kinderen meer zullen zijn die aanspraak op wezenpensioen zullen hebben. Herverzekering Met ingang van 1 januari 2013 is een nieuwe herverzekeringsovereenkomst afgesloten met SCOR. Zowel het overlijdensrisico als het risico op premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid zijn volledig herverzekerd. Directe beleggingsopbrengsten Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt in dit verband verstaan: rente; dividend; soortgelijke opbrengsten. Indirecte beleggingsopbrengsten Onder indirecte beleggingsopbrengsten worden de volgende resultaten opgenomen: gerealiseerde en niet-gerealiseerde koersverschillen van aandelen, aandelen vastgoedmaatschappijen en obligaties; valutaverschillen inzake deposito s en bankrekeningen in buitenlandse valuta en valutatermijntransacties. Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers De waardering van de beleggingen voor risico deelnemers bepaalt de hiertegenover staande voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers. Langlopende schulden VPL-verplichting De voorwaardelijke overgangsregeling SUMO komt voort uit de TOP SUM regeling. Deelnemers geboren in 1950 of later kunnen geen gebruik maken van de TOP SUM regeling. In plaats daarvan Kosten vermogensbeheer Onder de kosten vermogensbeheer worden de administratiekosten opgenomen die verband houden met het beheer van de beleggingen. De kosten van het vermogensbeheer laten een hoger niveau zien dan in 2013. Dit wordt vooral veroorzaakt door verschillende wijze van doorbelasten van kosten van fondsen. Aangezien de netto resultaten van de fondsen worden beoordeeld heeft dit voor een verdere beoordeling geen consequenties. De beleggingskosten bedragen rond de 1,0%, waarbij opgemerkt dient te worden dat tussen de diverse beleggingscategorieën door hun afwijkende karakters grote verschillen zitten. Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas Verkort Jaarverslag 2014 11

Beleggingsoverzicht Overzicht beleggingen voor risico pensioenfonds 2014 2013 x 1.000 % Norm% x 1.000 % Norm% Aandelen Aandelen beleggingsfondsen 172.643 55,9 155.703 55,6 172.643 55,9 45,0 155.703 55,6 45,0 Vastrentende waarden Obligatie beleggingsfondsen 122.490 39,7 109.594 39,2 122.490 39,7 50,0 109.594 39,2 50,0 Derivaten Valutaderivaten: opties -1.124-0,4 1.188 0,4 Valutaderivaten: valutatermijncontracten 39 0,0 0 0,0-1.085-0,4 0,0 1.188 0,4 0,0 Overige beleggingen Hedgefunds 7.794 2,5 9.936 3,6 Liquiditeitenfonds 6.963 2,3 3.147 1,1 Vorderingen u.h.v. effectentransacties 0 0,0 247 0,1 14.757 4,8 5,0 13.330 4,8 5,0 Totaal 308.805 100,0 100,0 279.815 100,0 100,0 12

Verzekerdenbestand Actieve Gewezen Pensioendeelnemers deelnemers gerechtigden Totaal Stand per 31 december 2013 687 1.133 1.227 3.047 Mutaties door: Nieuwe toetredingen 33 0 0 33 Ontslag met premievrije aanspraak -33 33 0 0 Waardeoverdracht 0-20 0-20 Ingang pensioen -7-44 81 30 Overlijden -1-5 -56-62 Afkoop 0-5 -34-39 Andere oorzaken -3 6-3 0 Mutaties per saldo -11-35 -12-58 Stand per 31 december 2014 676 1) 1.098 1.215 2.989 2014 2013 Specificatie pensioengerechtigden Ouderdomspensioen 802 818 Nabestaandenpensioen 393 386 Wezenpensioen 20 23 Totaal 1.215 1.227 1) Inclusief 40 deelnemers met (gedeeltelijke) vrijstelling van premiebetaling. Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas Verkort Jaarverslag 2014 13

Begrippenlijst ABTN Afkorting voor actuariële en bedrijfstechnische nota. In deze, door de wet verplicht gestelde, nota worden naast de actuariële aspecten van de reglementaire pensioenen ook de hoofdlijnen van het interne beheersingssysteem en de opzet van de administratieve organisatie en interne controle beschreven. Actuariële grondslagen Dit zijn de veronderstellingen die de actuaris gebruikt bij de vaststelling van de pensioenverplichtingen en de pensioenpremie. Deze veronderstellingen hebben onder meer betrekking op de gehanteerde rekenrente, de kansstelsels en de kostenopslagen. Actuaris De actuaris combineert economische en wiskundige technieken en is gespecialiseerd in verzekeringswiskunde. De actuaris bepaalt koopsommen en premies voor pensioenverplichtingen, verricht risicoanalyses en bepaalt toekomstige pensioenverplichtingen. Verder stelt de actuaris modellen samen om verplichtingen en beleggingen optimaal op elkaar af te stemmen. ANW De Algemene Nabestaandenwet (ANW) is in de plaats gekomen van de Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW). Het is een volksverzekering die voorziet in uitkeringen bij overlijden van een verzekerde aan de partner van de verzekerde en wordt uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank. In vergelijking met de AWW kan de ANW leiden tot een lagere uitkering of zelfs geen uitkering. Hiervoor kan via de werkgever worden bijverzekerd. Benchmark Een objectieve maatstaf voor zowel de samenstelling als de performance (beleggingsresultaat) van het belegde vermogen, ter vergelijking met de prestaties van beleggers. Dekkingsgraad Een maat voor de solvabiliteit van een pensioenfonds. De dekkingsgraad wordt bepaald door de mate waarin het beschikbaar vermogen (BV) de voorziening pensioenverplichtingen (VPV) overtreft, uitgedrukt in een percentage. Een dekkingsgraad van 100% geeft aan dat het beschikbare vermogen juist toereikend is om de voorziening pensioenverplichtingen af te dekken terwijl een dekkingsgraad lager dan 100% aangeeft dat er sprake is van onderdekking. Fondsen gaan in hun financiële opzet veelal van een minimumdekkingsgraad uit die in mindere of meerdere mate ruim boven 100% ligt. Dekkingstekort De situatie waarin de middelen van het pensioenfonds niet meer hoog genoeg zijn om het minimaal vereist eigen vermogen (MVEV) te dekken. De dekkingsgraad is dan lager dan de dekkingsgraad die het pensioenfonds minimaal moet hebben. Bij de meeste pensioenfondsen ligt de minimaal vereiste dekkingsgraad ronde de 105%. Franchise Het drempelbedrag (deel van het jaarsalaris) waarover geen pensioenopbouw plaatsvindt in verband met de AOW-uitkering van de overheid. Minimaal vereist eigen vermogen (MVEV) Het minimaal vereist eigen vermogen (MVEV) is de ondergrens van het eigen vermogen dat een pensioenfonds moet hebben. Een pensioenfonds moet op elk moment over genoeg vermogen beschikken om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen. Als het pensioenfonds niet over het MVEV beschikt, dan is er sprake van een dekkingstekort. Performance Berekeningsmethode waarbij zowel de inkomsten als de gerealiseerde en niet-gerealiseerde vermogensmutaties worden uitgedrukt als percentage van het tijdsgewogen geïnvesteerde bedrag. PME (Bedrijfstak voor de Metalektro) Het pensioenfonds dat de pensioenregeling uitvoert voor alle werknemers van ondernemingen binnen de bedrijfstak Metalektro, met uitzondering van grafici, vakantiewerkers en bestuurders van NV s en BV s. Voor ondernemingen bestaat de mogelijkheid dispensatie aan te vragen voor de verplichte deelname aan de pensioenregeling. Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas beschikt over deze dispensatie en voert een eigen pensioenregeling uit. Premievrije aanspraken Indien de dienstbetrekking anders dan door pensionering of overlijden wordt beëindigd, behoudt de deelnemer zonder verdere premiebetaling aanspraak op het tot dat tijdstip opgebouwde ouderdoms- en nabestaandenpensioen. 14

Reservetekort De situatie waarin de middelen van het pensioenfonds niet meer hoog genoeg zijn om het vereist eigen vermogen (VEV) te dekken. De dekkingsgraad is dan lager dan de dekkingsgraad die het pensioenfonds moet hebben. Deze vereiste dekkingsgraad is bij de alle pensioenfondsen verschillend. SAA Strategische Asset Allocatie. De lange termijn verdeling van het vermogen over de verschillende beleggingscategorieën. Waardeoverdracht Het overdragen van de contante waarde van de pensioenaanspraken om pensioenverlies te voorkomen wanneer een werknemer van pensioenregeling wisselt. Pensioenaanspraken worden afgekocht door de pensioenuitvoerder van de oude werkgever en de afkoopwaarde wordt rechtstreeks overgedragen aan de pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever. Strategische Benchmark Het rendement van de strategische (norm) beleggingsportefeuille, waarmee de actuele beleggingsresultaten (performance) worden vergeleken. Service Level Agreement Een door De Nederlandsche Bank voorgeschreven overeenkomst voor uitbestedingen van diensten door een pensioenfonds aan derden. Sterftetafels Geven aan wat de levens- en sterftekansen zijn van mannen en vrouwen in Nederland, afhankelijk van de bereikte leeftijd. Ze worden gebruikt bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen door de actuaris. Toeslag Een toeslag is een verhoging van een pensioen of een aanspraak op pensioen welke is gebaseerd op een in het pensioenreglement omschreven regeling, dan wel op incidentele basis wordt verleend. Vereist eigen vermogen (VEV) Een pensioenfonds moet op elk moment over genoeg vermogen beschikken om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen. Dit is het minimaal vereist eigen vermogen (MVEV). Daarnaast moet een pensioenfonds een extra buffer hebben aan eigen vermogen; dit is het vereist eigen vermogen (VEV). In de wet is bepaald hoe deze extra buffers moeten worden bepaald. Is de dekkingsgraad lager dan de vereiste dekkingsgraad, dan is er sprake van een reservetekort. Voorziening Pensioenverplichtingen Bedrag dat aanwezig moet zijn om samen met de toekomstige premieontvangsten aan de reeds bestaande pensioenverplichtingen te kunnen voldoen. Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas Verkort Jaarverslag 2014 15

16