GIDS. Daltonwerk- en ontwikkelingsplan KBS Noorderpoort daltonschool i.o. daltonontwikkelingsplan 1

Vergelijkbare documenten
Waarom kiest t Kienholt voor Daltononderwijs?

niet apart, maar samen

Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan

WAT IS DALTONONDERWIJS?

GRO TE REIS. Het leven is één WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2

Welkom 29 oktober 2015

De dagelijkse praktijk op de Fredericus

Hoofdstuk 6. De weektaak The assignment represents a contract between student and teacher (Helen Parkhurst)

Daltonhandboek. Tweede versie, dec 2013

DALTONBOEK KBS NOORDERPOORT, DONGEN

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

1 De Johannes de Doperschool, een bijzondere school

Plannen Groep 1/ 2. Taken plannen groep 1/2 Cds De Klister, Marieke Folkers

Daltonontwikkelingsplan van

Beleidsdocument: Zelfstandig werken

Ons daltononderwijs. In dit nummer. Inrichting van de lokalen. Maart 2018 Nieuwsbrief Dalton

Checklist groep 3 4 Doorgaande lijn Daltononderwijs

Tijdens de vergadering van

Daltonhandboek Het Kompas

Doel Het vergroten van de motivatie en het zelfvertrouwen van de leerlingen, het bevorderen van de effectieve leertijd en sociale vaardigheden.

Beleidsnotitie Zelfstandig werken OBS DE BOUWSTEEN

IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN

Uitgangspunten: Daltononderwijs. Waar komen wij vandaan?

Daltonlijn. Verantwoordelijkheid

ZELFSTANDIG WERKEN OP DE. TWEEMASTER /Catamaran

Vrijheid, vrijheid in gebondenheid of toch maar verantwoordelijkheid? Het begrip vrijheid in de praktijk van het Nederlandse daltononderwijs

Dalton op De Windwijzer

Daltonbeleidsplan

Doorgaande lijn Vrijheid in Gebondenheid Groep 1-2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8. instructie aan de. doen.

Daltonbasisschool De Springplank

ONTWIKKELINGSPLAN

Inhoud. Daltonschool De Vrijheid

leerlijn zelfstandig werken o.b.s. Theo Thijssen - Assen

K.B.S. De Plataan voor katholiek basisonderwijs Vledderstraat 3E 7941 LC Meppel tel

Visitatieverslag Zie handleiding visitatie lidscholen primair onderwijs (Gebaseerd op Toetsingskader Erkenning Daltoninstellingen)

Fluitend naar school. obs de Zandheuvel

Daltonplan De aanloop naar daltononderwijs

BAS: Zelfstandige Leerhouding

Inleiding. Namens het team van daltonschool de Tjalk Aïscha Bulsing, daltoncoördinator

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Rondleiding door school met tekst en foto s

Zelfstandig werken op CBS Ichthus. Beleidsdocument over zelfstandig werken

Nieuws. Dalton. Hallo Allemaal, Ouders in de klas. Dit Daltonkrantje is gemaakt met inbreng van ouders, kinderen en leerkrachten.

BAS: Zelfstandige Leerhouding

Uitwerking Dalton visitatie 2018

Leerlijn zelfstandig werken. Schooljaar

Leerlijn leren leren. Vakoverstijgend

De Edelsteen laat ieder kind stralen!

DE GESCHIEDENIS NAAR ONS DALTONONDERWIJS

Daltonontwikkelingsplan

BAS: Weektaken. Oktober 2016

Versie Zelfstandig werken

o.b.s. De Tandem " Your talents, our future "

De Kiezel en de Kei weektaken januari

Visitatieverslag Zie handleiding visitatie lidscholen primair onderwijs (Gebaseerd op Toetsingskader Erkenning Daltoninstellingen)

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1 Inleiding 4. Hoofdstuk 2 Voor wie is dit document geschreven? 5

1. Inhoudsopgave - 2 -

DALTON-ONTWIKKELINGSPLAN

Zelfstandig Leren

Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016

Daltonboek Over het hoe en waarom

-DALTON HANDBOEK

Informatie groep 5 (schooljaar )

Daltondocument. Visie en praktische uitwerking van het Daltononderwijs. PCBO De Voorde, Drachten. Drachten, oktober Flevo JT- Drachten

Bijlage 3. Visitatie lidscholen primair onderwijs Nederlandse Dalton Vereniging. Visitatieverslag

Rondleiding door school met tekst en foto s

Daltononderwijs in de praktijk.

Dalton Beleids plan

Daltonbeleidsplan. Christelijke Basisschool. Het Anker

DALTON WERKBOEK. Verantwoordelijkheid Samenwerking Zelfstandigheid Doelmatigheid Reflectie Borging

- Leerlijn Leren leren - CED groep. Leerlijn Leren leren CED groep

1. Inhoudsopgave - 2 -

Zelfstandige leerhouding 3 Begeleid zelfstandig leren

Onze schooleigenvisie op huiswerk

LEREN LEREN: WERKHOUDING EN AANPAKGEDRAG

Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde

Christelijke Basisschool De Bron. Frankenskamp DE Harderwijk

Groepen 1 en 2 We starten in augustus 2016 met twee kleutergroepen. De kinderen komen hier spelenderwijs in aanraking met de Daltonbeginselen, waarbij

STRATEGISCH PLAN BASISSCHOOL DE VORDERING

Checklist BCDE- model

HUISWERKBELEID. Inhoudsopgave Inleiding Het doel van dit huiswerkbeleid Voorwaarden huiswerkbeleid... 2

Onder huiswerk verstaan we:

Dalton Boek

Huiswerkprotocol Mattheusschool

Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7 it Bynt Winsum

DALTON IN DE PRAKTIJK

Algemene belangrijke zaken

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

Huiswerk op de Sint Josephschool.

Informatieavond groep 5

Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7

Daltonboek. Team ODS de Vuurvogel Zwanenhoek

Tijdens de vergadering van 6 januari 2015

Basisschool De Poolster straalt, vanuit deze gedachte werkt het team samen met de kinderen en ouders aan kwalitatief goed onderwijs op onze school.

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht


Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde

Thermometer leerkrachthandelen

Werken met instructieblokken

Transcriptie:

GIDS Daltonwerk- en ontwikkelingsplan KBS Noorderpoort daltonschool i.o. daltonontwikkelingsplan 1

Inhoudsopgave 1. Inleiding 03 2. Waarom daltononderwijs 05 3. De doorgaande lijn 07 4. Relatie met andere beleidsstukken 10 5. Daltononderwijs in de praktijk 11 5.1 Dagkleuren 11 5.2 Dagritme 12 5.3 Symbolen 13 5.4 Even stemmen 15 5.5 De Taak 16 5.6 Checklist voor het samenstellen van een taak 22 5.7 De Taakadministratie 23 5.8 Huishoudelijke taken 24 5.9 Handelingswijzers 24 5.10 Materialen 25 5.11 Instructie en de instructietafel 26 5.12 Correctie en de correctietafel 27 5.13 Magtaken 28 5.14 Zelfstandig werken en werken met uitgestelde aandacht 29 5.15 De vragen magneet 32 5.16 Samenwerken 32 5.17 Werkplekken 33 5.18 Evaluatie en reflectie 34 5.19 Zorg 35 6. Informatie en rapportage 36 7. DaltonOntwikkelingsPlan 37 8. Bijlagen Zelfstandigheidsontwikkeling in 20 afspraken Taakbrieven daltonontwikkelingsplan 2

1. Inleiding Hoewel er in verschillende documenten zoals de schoolgids en het schoolplan staat beschreven wat wij met daltononderwijs willen bereiken, is er ook de behoefte ontstaan om alles eens duidelijk op een rijtje te zetten. Wat doen we nu allemaal, wat hebben we tot nu toe gerealiseerd? Daardoor ontstaat een handzaam stuk, een daltonwerkplan. Dit stuk geeft aan hoe wij op KBS Noorderpoort werken. Tevens wordt erin uiteengezet hoe we de komende jaren het daltononderwijs verder vorm willen gaan geven. De koers die we willen gaan varen. Een daltonontwikkelingsplan dus. Gemakshalve spreken we niet van daltonwerk en ontwikkelingsplan, maar hanteren we de term daltongids. Dit beleidsstuk, de daltongids, is geschreven voor de volgende groepen: het personeel van de school vervangers ouders met kind(eren) op onze school nieuwe belangstellende ouders het schoolbestuur schoolbegeleiders andere belangstellende daltonscholen visiteurs van de Nederlandse Dalton Vereniging de inspectie van het onderwijs De drie pijlers van daltononderwijs zijn zelfstandigheid, samenwerking en verantwoordelijkheid (vrijheid in gebondenheid). Verder heeft iedere school te maken met organisatie, pedagogiek en didactiek. Zetten we deze aspecten samen in een matrix, dan vormen die zogenaamde negenveld. zelfstandigheid samenwerking verantwoordelijkheid organisatie pedagogiek didactiek In het stuk proberen we bij elk item uit daltononderwijs in de praktijk steeds een koppeling met het negenveld te maken. Daardoor wordt duidelijk waarom deze principes zo belangrijk zijn. In het algemeen en dus ook in het bijzonder. daltonontwikkelingsplan 3

Het is de bedoeling dat deze daltongids een werkbaar en levend document blijft, geschreven op de dagelijkse praktijk. Daarom zal het stuk daar waar nodig is jaarlijks worden aangepast. Het meest recente stuk is ook terug te vinden op onze website: www.kbsnoorderpoort.nl Marius Jansen Directeur KBS Noorderpoort daltonschool i.o. (schooljaar 2009-2010) daltonontwikkelingsplan 4

2. Waarom daltononderwijs We willen goed onderwijs geven, zoals we dat in onze visie hebben omschreven. KBS Noorderpoort erkent dat ieder kind verschillend is en wil door het bevorderen van de zelfstandigheid, samenwerking en verantwoordelijkheid (vrijheid in gebondenheid) het beste in het kind naar boven halen. Voor de dagelijkse praktijk houdt dit in dat we ons zijn gaan richten op aspecten van het daltononderwijs. Daltononderwijs is een onderwijsvorm ontstaan in de plaats Dalton in Massachusetts, gelegen in de Verenigde Staten van Amerika. Daar bedacht de onderwijzeres Helen Parkhurst in 1916 een manier om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de verschillen die nu eenmaal bestaan tussen kinderen. Zij wilde maatwerk leveren: aansluiten bij de behoeftes, interesses en mogelijkheden van het kind; kinderen leren minder afhankelijk te zijn van andere; sociale vaardigheden en verantwoordelijkheidsgevoel versterken. KBS Noorderpoort daltonschool i.o. KBS Noorderpoort is een daltonschool in oprichting. Wij werken volgens de daltonmethodiek. De kernbegrippen bij dalton zijn: zelfstandigheid samenwerken verantwoordelijkheid (vrijheid in gebondenheid) De manier van werken heeft invloed op de dagelijkse praktijk. Naast klassikale momenten zijn er ook taakuren. In opbouw leren de kinderen werken met een weektaak. Daarin staat wat het werk voor een week is. Uitleg en instructie is op maat, aan kleine groepjes kinderen, aan de instructietafel of tijdens service-rondes. Op deze wijze komen we tegemoet aan de ontwikkelingsdrang van kinderen. Zelfontdekkend leren staat voorop. Zelfstandigheid Niet alle kinderen zijn vanzelf zelfstandig, maar kinderen kunnen dat wel leren. Zelfstandig kun je zijn wanneer er aan drie voorwaarden is voldaan: Je moet de kans krijgen dit te leren. Wat wordt van je verwacht? Wat is zelfstandigheid? Je moet de ruimte krijgen zelfstandig te mogen zijn! Je moet weten hoe we met elkaar en de materialen omgaan. Uiteindelijk leidt dit leren en het vertrouwen tot veel effectieve leertijd. Kinderen zijn vaak al aan het werk voordat de les is begonnen. Er wordt geen tijd verspild aan organisatorische problemen. daltonontwikkelingsplan 5

Samenwerken Samenwerken is bij dalton een gegeven. Kinderen leren veel van elkaar. Het zijn vaak meesters in het uitleggen van opdrachten aan elkaar. Daarom zijn er in de klas en elders in school werkplekken gemaakt waar kinderen samenwerken. Ook hier geldt dat eerst duidelijk moet zijn wat onder samenwerken wordt verstaan. Verantwoordelijkheid/vrijheid in gebondenheid Kinderen voelen zich verantwoordelijk voor hun werk en de kwaliteit ervan. Motivatie is een logisch gevolg van plezier in school en het verantwoordelijk (mogen) zijn voor het werk. Naarmate kinderen die verantwoordelijkheid beter leren dragen, krijgen ze meer vrijheden: er is keuze met wie wordt samengewerkt de kinderen beslissen hoe een opdracht wordt aangepakt de volgorde van de taken wordt door de kinderen gekozen de kinderen bepalen welke hulpmiddelen worden gebruikt er is een zekere vrijheid bij de keuze van de werkplek Overal in het leven zal blijken dat een mens ondanks vrijheid en zelfstandigheid niet zonder zijn medemens kan. Een medemens om steun aan te geven en om steun van te krijgen. Een medemens kan ook de grens van de persoonlijke vrijheid mede bepalen. De grens van de individuele vrijheid wordt altijd gevormd door de vrijheid van een ander. Daarom is het samenwerken een belangrijke vaardigheid voor het goed kunnen functioneren als mens. Met deze uitgangspunten menen wij de kinderen een duidelijke meerwaarde te verschaffen, waardoor ze met een goedgevulde gereedschapskist de wereld in kunnen trekken. Een wereld waarin vervolgonderwijs een rol speelt, niet alleen het traditionele huiswerk maken, maar ook de grotere verantwoordelijkheid voor studieopdrachten. Een wereld waarin we een plek krijgen als beroepsbeoefenaar, waar mensen worden gewaardeerd om hun initiatief, verantwoordelijkheidsgevoel en creativiteit. Overlegsituaties met collega s, opdrachtgevers en instanties. Een wereld waarin je medeburger bent en waarin jij je betrokken voelt en waarbij jij je actief in wilt zetten voor de samenleving en de mensen die het nodig hebben. De daltonprincipes worden ook duidelijk vormgegeven in de volgende afbeelding: daltonontwikkelingsplan 6

Er zijn aan alle begrippen twee kanten: - vertrouwen kun je schenken aan, maar ook krijgen van de ander. - Verantwoordelijkheid kun je op je nemen, maar ook overdragen, geven aan de ander. - Verantwoording over je handelen dien je af te leggen aan de ander, maar men kan dat ook van de ander vragen. De driehoek die om de basisprincipes van het daltononderwijs is getekend, heeft als basis het woord vertrouwen. Een leerkracht die handelt volgens de daltonprincipes begeleidt de kinderen bij het komen tot oplossingen door vrijheid te bieden binnen duidelijke kaders (verantwoordelijkheid en zelfstandigheid), open vragen te stellen, wederzijdse afhankelijkheid, wederzijds vertrouwen en respect (samenwerking, we hebben elkaar nodig en kunnen daadwerkelijk op elkaar rekenen), gaat uit van de mogelijkheden van een kind en probeert daar zo goed mogelijk op in te spelen. 3. De doorgaande lijn Er zullen niet meer zo veel scholen zijn waar nog overwegend klassikaal wordt gewerkt. De huidige maatschappelijke ontwikkelingen en dus ook de onderwijsontwikkelingen zijn steeds meer competentiegericht. Waar zijn we goed in en kunnen we nog meer perfectioneren? Waar zijn we minder goed in, wat kunnen we daarin verbeteren of wat hoeven we juist minder of geen extra aandacht te besteden? Termen als onderwijs op maat, adaptief onderwijs en passend onderwijs zijn daar het concrete bewijs van. Om meer gerichte individuele hulp te kunnen bieden, is het van belang dat kinderen zelfstandig (= zonder directe hulp van de leerkracht) met hun werk bezig kunnen zijn. Daarom wordt er op veel scholen aandacht besteed aan zelfstandig werken en samenwerken. Waarin onderscheidt een daltonschool zich dan van een reguliere basisschool? Wij vinden dat dat vooral te maken heeft met het beschrijven van en het werken aan doorgaande (ontwikkelings) lijnen en het gezamenlijk (uit)dragen van een pedagogische (dalton)visie. Daarom hebben we de doorgaande lijnen beschreven voor zelfstandigheid en samenwerking op onze school. We kunnen er daardoor meer gericht mee bezig zijn. 3.1 Doorgaande lijn vaardigheden zelfstandigheid Wekelijks wordt een van de vaardigheden / doelstellingen centraal gesteld op de taakbrief of op het bord om extra aandacht (het oefenen van) de betreffende vaardigheid te besteden. daltonontwikkelingsplan 7

Eind groep 2 beheersen de kinderen de volgende vaardigheden m.b.t. zelfstandigheid: - Leerling kan materiaal verzorgen. - Leerling kan gedifferentieerde instructie aan. - Leerling kan eigen plek verzorgen. - Leerling kan materiaal controleren. - Leerling kent gebruik van materialen. - Leerling kan in wisselende groepsgrootte werken. - Leerling komt afspraken na. - Leerling kan hulp geven. - Leerling maakt afgesproken taak af. - Leerling durft hulp te vragen. - Leerling kan hulp aanvaarden. - Leerling kan aanwijzingen opvolgen. Eind groep 5 beheersen de kinderen de volgende vaardigheden m.b.t. zelfstandigheid: - Leerling kan materiaal verzorgen. - Leerling kan individueel werken. - Leerling kan taakgericht werken. - Leerling kan meepraten over de opdracht. - Leerling kan initiatief nemen. - Leerling kan open organisatie aan. - Leerling kan eigen werk administreren. - Leerling kan tijd goed gebruiken. - Leerling kan afleiding weerstaan. - Leerling kan op positieve wijze kritiek leveren. - Leerling is zelf verantwoordelijk voor het zich houden aan afspraken / regels. Eind groep 8 beheersen de kinderen de volgende vaardigheden m.b.t. zelfstandigheid: - Leerling kan eigen tijd indelen. - Leerling kan eigen werk controleren. - Leerling kan eigen werk indelen. - Leerling kan andere leerling bevragen. - Leerling kan zelf onderwerpen bedenken. - Leerling kan zelf experimentjes uitvoeren. - Leerling kent eigen leerstijl. - Leerling kan zelf kiezen uit diverse verwerkingstechnieken. - Leerling kan coachen door en aan andere leerling aan. - Leerling kan zelf activiteiten organiseren. - Leerling kan eigen functioneren evalueren. - Leerling kan kritiek verdragen. - Leerling kan zelfstandig conflicten oplossen. daltonontwikkelingsplan 8

3.2 Doorgaande lijn vaardigheden samenwerking Wekelijks wordt een van de vaardigheden / doelstellingen centraal gesteld op de taakbrief of op het bord om extra aandacht (het oefenen van) de betreffende vaardigheid te besteden. - Elkaar uit laten praten. - De inbreng van een ander accepteren. - Bij je groepje blijven. - Rustig praten en werken. - Materiaal met elkaar delen. - Om de beurt praten. - Aan de taak werken tot deze af is. - Hulp vragen aan een ander. - Reageren op wat een ander zegt. - Elkaar een complimentje geven. Eind groep 2 beheersen de kinderen de volgende vaardigheden: - Elkaars naam gebruiken. - Elkaar aankijken tijdens het praten. - Vriendelijk op elkaar reageren. - Een eigen inbreng durven hebben. - Zo duidelijk praten dat anderen je kunnen verstaan. - Meewerken aan de groepsopdracht. - Luisteren naar elkaar. Eind groep 5 beheersen de kinderen de volgende vaardigheden: - Vragen stellen aan elkaar. - en toe herhalen wat iemand zegt. - Elkaar vragen hardop te denken. - Elkaar aanmoedigen mee te doen. - Elkaar aanbieden iets uit te leggen. - Elkaar helpen zonder voor te zeggen. - Het werk plannen. - Elkaar herinneren aan de opdracht. - Verschil van mening accepteren. - Elkaar gelegenheid geven mee te doen. - Richting geven aan de uitvoering van de taak. daltonontwikkelingsplan 9

Eind groep 8 beheersen de kinderen de volgende vaardigheden: - Je in het standpunt van een ander verplaatsen. - Ook op langere termijn een goede relatie behouden. - Overeenstemming met elkaar bereiken. - Kritiek formuleren op ideeën, niet op personen. - Met elkaar problemen oplossen. - Op een vriendelijke manier zeggen dat je het ergens niet mee eens bent. - Verschillende ideeën integreren. - Ideeën verder uitbouwen. - De groep stimuleren, motiveren. - Ondersteunende opmerkingen maken. - Met alle groepsleden samenwerken. - en toe de voortgang samenvatten. 4. Relatie met andere beleidsstukken. 4.1 Het schoolplan Iedere Nederlandse school heeft een Schoolplan, waarin uitgebreid wordt verwoord hoe er wordt gewerkt, waarom er zo wordt gewerkt, welke materialen daarbij worden gebruikt en wat de ontwikkelingsplannen voor een periode van vier schooljaren zijn. De reikwijdte van het schoolplan is daarmee groter dan die van het plan dat nu voor u ligt. In de daltongids worden voornamelijk de praktische afspraken beschreven die binnen het onderwijsteam zijn gemaakt. 4.2 De schoolgids Aan het begin van ieder schooljaar wordt de schoolgids gemaakt. Deze schoolgids is, via onze website, beschikbaar voor alle ouders van kinderen op onze school. Daarnaast krijgen ouders die overwegen hun kind aan te melden op KBS Noorderpoort een actuele schoolgids. daltonontwikkelingsplan 10

In deze gids staat veel praktische informatie voor ouders, maar er wordt ook in uitgelegd wat daltononderwijs inhoudt. Het is een uiteenzetting op hoofdpunten. Wie door de tekst in de schoolgids geïnteresseerd is geraakt in het daltononderwijs en meer gedetailleerd wil weten hoe er in de praktijk mee wordt gewerkt, kan verdieping vinden in deze daltongids. 4.3 Overige plannen: formatieplan en zorgplan Het basisonderwijs kent verder ook het formatieplan en het zorgplan. Het eerste beschrijft, vrij technisch, hoe de door de overheid beschikbaar gestelde personele formatie wordt ingezet en het tweede beschrijft hoe de leerlingenzorg wordt vormgegeven binnen het samenwerkingsverband van scholen waar onze school deel van uitmaakt. Voor beide plannen geldt, dat het daltonelement er niet rechtstreeks in te herkennen zal zijn. Toch zijn er wel raakvlakken. Zo streven wij ernaar om door de inzet van personeel en door de daltonwerkwijze veel tijd te kunnen besteden aan de individuele leerlingen, waardoor de leerlingenzorg goed tot zijn recht kan komen. Op deze wijze geeft KBS Noorderpoort mede vorm aan adaptief onderwijs. 5. Daltononderwijs in de praktijk In dit stuk proberen we bij elk item steeds een koppeling met de drie daltonprincipes (de pijlers) van het daltononderwijs te maken: - Zelfstandigheid - Samenwerken - Verantwoordelijkheid (vrijheid in gebondenheid) Daardoor wordt duidelijk waarom deze principes zo belangrijk zijn. In het algemeen en dus ook in het bijzonder. 5.1 Dagkleuren Iedere dag van de week wordt in de hele school aangegeven met een vaste kleur. Deze kleuren structureren de week voor de kinderen. Dit helpt hen om een planning te kunnen maken. De kleuren hangen in iedere groep aan de muur, zodat het kind steeds kan zien waar we in de week zijn. Daarnaast worden de dagkleuren gebruikt bij de dagelijkse administratie. Groep 1-2 In groep 1-2 wordt de dag van de week aangegeven door middel van een pijl op het taakbord die boven de desbetreffende ochtend of middag wordt gehangen. Deze pijl wordt iedere ochtend door één van de leerlingen opgehangen. De kinderen hangen voor het werken een taakkaartje achter hun foto, bij het juiste dagdeel. Vooruit plannen mag ook, ze hangen het kaartje dan op bij de juiste dagkleur (zie ook het stukje taakbord). daltonontwikkelingsplan 11

De leerkracht registreert in een map hoe en wanneer (d.m.v. de dagkleur) een leerling zijn taak heeft gedaan. Groep 3 t/m 8 Op de taakbrief geven de kinderen met de dagkleur aan dat ze een bepaalde opdracht af hebben gekregen. Vooral als de taak meerdere dagen beslaat, geeft dit de leerkracht informatie over de leer- en werkstijl van het kind en biedt het hem / haar de mogelijkheid om het kind hierbij te begeleiden. Een kind dat in het begin van de week weinig productief is en vervolgens alles op het laatste moment moet maken, moet geleerd worden dit beter te spreiden. Kinderen die duidelijk te snel van start gaan en daarbij veel fouten maken, moeten worden geleerd dat de kwaliteit van het werk belangrijker is dan dat het snel af is. De dagkleuren worden ook gebruikt om een planning op de taakbrief te maken. De dagkleuren zijn: maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag maandag rood donderdag groen dinsdag blauw vrijdag geel woensdag oranje Daltonprincipes Zelfstandigheid: de kinderen kunnen zelfstandig administreren. Samenwerking: m.b.v. de dagkleuren kunnen kinderen ook elkaar steunen met plannen van en afspraken maken voor samenwerkingsopdrachten. Verantwoordelijkheid: de kinderen nemen verantwoordelijkheid voor de eigen planning. 5.2 Dagritme De dagkleuren zorgen door de hele school heen voor een ordening van de week. Daarnaast hanteren we in de groepen aanvullende materialen om de kinderen steun te bieden bij het ordenen van tijd en hun bezigheden. Groep 1-2 De dagritmekaarten zijn een hulpmiddel om een dagdeel voor de jongste kinderen te ordenen. Op de kaarten staan afbeeldingen van verschillende activiteiten die op een dag kunnen worden gedaan. Deze activiteiten worden aan het begin van het dagdeel op volgorde gehangen. Het gebruik van de dagritmekaarten brengt ordening en structuur en geeft de kleuters een gevoel van veiligheid en rust. daltonontwikkelingsplan 12

Groep 3 t/m 8 In groep 3 vindt er een overgang plaats van de dagritmekaarten van de kleuters naar een dagrooster op het magneetbord. In groep 3 wordt het programma aanvankelijk nog aangegeven met symbolen. In de hogere groepen, als de kinderen kunnen lezen, wordt het dagprogramma op het magneetbord aangegeven. Daltonprincipes Zelfstandigheid: de dagritmekaarten en het gebruik van het programma op het magneetbord zijn een voorstadium van ondersteuning bij het zelfstandig leren plannen. Samenwerking: bij het plannen van samenwerkingsopdrachten is het dagritme een welkom hulpmiddel. Verantwoordelijkheid: De kinderen voelen zich mede verantwoordelijk voor het verloop van de dag. Het stimuleert hun taakbesef. 5.3 Symbolen Door de school heen wordt met een aantal symbolen gewerkt. Deze symbolen zijn voor iedereen waarneembaar en duidelijk. Het symbool voor uitgestelde aandacht: Groep 1-2: PomPom Groep 3, 4,5 en 6: het stoplicht Groep 7 en 8: de klok; chronometer (digibord) Groep 1 t/m 8: de kleurenklok voor zowel klassikaal als individueel gebruik. daltonontwikkelingsplan 13

Het symbool voor de toiletten: In de onderbouw wordt gewerkt met een kralenketting. Als je naar het toilet gaat, moet je die omdoen zodat de anderen kunnen zien dat het toilet bezet is. Het symbool voor taakjes: In de groepen 1 t/m 3 worden verschillende symbolen gebruikt voor verschillende taakjes op het taakbord zodat de kinderen kunnen zien wat er gedaan kan en mag worden. Ook voor de huishoudelijke taakjes worden symbolen gebruikt op het huishoudelijk taakbord. (zie ook het hoofdstuk het huishoudelijk taakbord) daltonontwikkelingsplan 14

Het symbool voor maatjes: Ieder kind op school heeft een magneetje met zijn / haar foto of naam erop. Deze namen worden in het lokaal twee aan twee gerangschikt op metalen stroken. Zo is voor iedereen te zien wie zijn / haar maatje is. Daltonprincipes Zelfstandigheid: door het lezen van een symbool kan het kind zelfstandig beslissingen nemen, zonder dat iets aan de leerkracht hoeft te worden gevraagd. Samenwerking: Door symbolen te respecteren, houden we rekening met elkaar. Verantwoordelijkheid: Symbolen verschaffen duidelijkheid, zodat het kind verantwoordelijkheid kan nemen voor eigen keuzes. Daarnaast geven ze ook de mate van vrijheid aan. 5.4 Even stemmen In alle groepen en op verschillende werkplekken worden maken we gebruik van Even stemmen. Hierbij hanteren we de volgende drie-indeling: - Maatjesstem: je praat zachtjes tegen je schouder of oogmaatje. Een plaats verder kan men niet horen wat je zegt. - Tafelstem: je praat binnen je tafelteam. Een ander tafelteam kan het niet verstaan. - Klasstem: je praat tegen alle kinderen in de klas. De hele klas kan je horen. Daltonprincipes Zelfstandigheid: door stemgebruik is er geen interventie van de leerkracht nodig. Samenwerking: door het stemgebruik te respecteren, houden we rekening met elkaar Verantwoordelijkheid: het gebruiken van een bepaald type stem geeft duidelijkheid, zodat het kind verantwoordelijkheid kan nemen voor eigen keuzes. daltonontwikkelingsplan 15

5.5 De Taak Taakwerk De taak is een van de bekendste onderdelen van het daltononderwijs. De taak is een middel om leerstof te ordenen en om pedagogische doelen te bereiken. Tijdens het taakwerken wordt er zelfstandig gewerkt aan de taak. De taak is een hoeveelheid leerstof die het kind in een bepaalde periode moet maken: de dagtaak / weektaak. Tijdens het werken aan de taak mogen de kinderen samenwerken en genieten zij een zekere vrijheid. (zie ook samenwerken) Deze vrijheid is begrensd, de taak moet na een gestelde periode wel af zijn. Binnen de school zijn afspraken gemaakt over: - de tijd die aan de taak wordt besteed, - de periode die de taak omvat, - de omvang en inhoud van de taak. Aan het werken met een taakbord/taakbrief gaat een korte instructie vooraf. Op een taakbord/taakbrief staan alle taken die in een ½ week/week moeten worden afgewerkt. Door het bundelen van alle dagtaken in de vorm van een weektaak krijgen de kinderen een beeld van: - de hoeveelheid werk, - de samenstelling van een taak, - de soorten opdrachten, - de verschillende vakgebieden. Omdat het werk steeds met dagkleuren wordt afgetekend, wordt het inzicht in en het overzicht van het weekritme versterkt. Als de kinderen een taak af hebben, kleuren ze het betreffende hokje in met de dagkleur van de dag waarop zij de taak hebben voltooid. Vrijwel alle vakken zijn geschikt om in een taak op te nemen. Verder is in alle groepen keuzewerk een vast onderdeel van de taak (zie ook keuzewerk). Op de taakbrief is voor alle kinderen dezelfde basistaak aangegeven. Leerlingen met een individuele leerlijn krijgen een aparte taak. Vanaf groep 5 wordt er gewerkt met een weektaakbrief. Er wordt gebruik gemaakt van 3 taakbrieven: - een basistaakbrief: voor de grootste groep kinderen - een minimale taakbrief: voor kinderen die qua leerstof en/ of tempo extra zorg nodig hebben. - Een maximale taakbrief: voor kinderen die meer leerstof aankunnen. daltonontwikkelingsplan 16

Basistaken worden als dat nodig is door de leerkracht op maat gemaakt (gedifferentieerd). In eerste instantie bepaalt de leerkracht wie welke taakbrief krijgt. Mocht blijken dat een kind meer of minder taken aankan, dan kan de indeling veranderen. Differentiatie vindt plaats binnen de jaargroepblokken. Een kind kan dus niet heel ver vooruit werken waardoor er allemaal verschillende individuele niveaus ontstaan die de leerkracht dan niet meer kan behappen. Opbouw Taakbord / taakbrief Groep Soort Taak Tijd per dag Aantal taken Lay-out 1 ½ weektaak 2 x 45 min 1 kasttaak, 1 Taakbord knutseltaak 2 ½ weektaak 2 x 45 min 1 kasttaak, 1 knutseltaak op vrijdag extra Taakbord blad taak 3 Dagtaak ½ weektaak ½ weektaak 30 naar 45 min 1-3 alleen taakjes 1 samentaak 4 taken Taakbord Taakbrief 4 ½ weektaak 45 min 6 tot 7 moettaken Taakbrief 4 tot 5 magtaken 5 weektaak 45 min 7 tot 8 moettaken Taakbrief 4 tot 5 magtaken 6 weektaak 45 min 8 a 10 moettaken Taakbrief 5 a 6 magtaken 7 weektaak 45 naar 60 min 8 a 10 moettaken Taakbrief keuze uit 10 magtaken 8 weektaak 45 naar 60 min 8 a 10 moettaken keuze uit 10 magtaken Taakbrief daltonontwikkelingsplan 17

Toelichting schema In groep 1-2 wordt er tweemaal 45 minuten per dag gewerkt met een taakbord. De kinderen krijgen 2 taakjes in de week. Op maandag en dinsdag moet er aan een taakje gewerkt worden, 2 mag. Op woensdag er donderdag komt het tweede taakje aan de beurt indien het nog niet af is. Na kerstmis krijgen de kinderen van groep 2 naast de 2 taakjes nog een derde taak. Deze taak is een werkblad. Op vrijdag krijgt groep 2 een extra taakje. De taakjes zijn gekoppeld aan het project wat in de periode van 2 of 3 weken centraal staat. In groep 3 wordt er van de zomervakantie tot de kerstvakantie met het taakbord gewerkt. Na de kerstvakantie wordt de taakbrief geïntroduceerd. In groep 3 wordt met 4 keer per week met een dagtaak ( 1 alleentaak, 1 samentaak) begonnen. In het begin 30 minuten per keer, later 45 minuten. Na de herfstvakantie volgt dan de halve weektaak. Op woensdag worden er geen taken gedaan. In groep 4 wordt gewerkt met een halve weektaak waarop verschillende vakgebieden behalve de zaakvakken staan aangegeven. Op maandag wordt de taakbrief uitgelegd. Op woensdag wordt deze taakbrief afgemaakt. Op donderdag krijgen de kinderen de tweede taakbrief. In groep 5 t/m 8 wordt vanaf het begin gewerkt met een weektaak (gemiddeld 45 minuten per dag). Op maandag krijgen de kinderen het werk voor heel de week op dat zij zelf voor die week moeten plannen. Bij het plannen en aftekenen wordt in alle groepen gebruikt gemaakt van de dagkleuren. Tijdens de taakbrief tekenen de kinderen zelf met de betreffende dagkleur hun taken af op de taakbrief en op de overzichtslijst. Dit biedt zowel voor de kinderen als voor de leerkracht overzicht en houvast. Tijdens en na het taakwerken wordt er telkens met de kinderen kort gereflecteerd. Aan het eind van de week wordt er vaak met de hele groep geëvalueerd en gereflecteerd. (zie ook reflecteren). De taak loopt voor alle groepen van maandag t/m vrijdag. daltonontwikkelingsplan 18

Taakbord in groep 1-2 In groep 1-2 maken we gebruik van taakborden om voor de kinderen inzichtelijk te maken wat er deze week van hen verwacht wordt. Leerkracht èn kinderen kunnen op deze borden zien welke taken al af zijn. Daarnaast fungeert het taakbord als kalender. Er zijn aparte borden voor de kinderen van groep 1 en 2. Een omschrijving van het bord: Het bord is 1 meter bij 50 cm en verdeeld in 9 kolommen. In de eerste kolom hangen we aan haakjes kaartjes die corresponderen met de taken van deze week. In de tweede kolom hangen de fotootjes van de kinderen onder elkaar. De volgende kolommen staan ieder voor één dag en zijn in desbetreffende dagkleur geschilderd. s Morgens en s middags hangt het kind dat daarvoor aan de beurt is de pijl bij het goede dagdeel. Zodra we gaan starten met werken, vraagt de leerkracht aan de kinderen wie er een taakje wil doen. Deze kinderen hangen het bijbehorende kaartje (bijv. een kaartje met lijm en schaar voor knutselen, een kaartje met een kast voor ontw. materiaal) dat voor hun foto hing nu achter hun foto bij de juiste dag (dat kunnen ze aan de pijl zien). Een kind mag aangeven dat het het taakje op een later moment wil doen. Dan hangt het het kaartje wel vast op bij het gewenste dagdeel. Kinderen maken zo al voorzichtig kennis met het plannen van hun werk. Als de kinderen hun werk klaar hebben, hangen ze het kaartje omgedraaid op bij het dagdeel van dat moment. Op dinsdagochtend moeten alle kinderen aan hun eerste taak begonnen zijn. Uiterlijk donderdagochtend beginnen ze aan hun tweede taak. Meestal zijn er voor alle leerlingen twee taken. Na kerstmis zijn dat er voor de oudste kinderen drie. Taakbord / taakbrief in groep 3. Grote vakantie tot herfstvakantie. Van de grote vakantie tot en met de kerstvakantie werken wij in groep 3 op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag, met het taakbord. We bouwen het aantal taakjes langzaam op. We beginnen met een dagtaak. Dit is 1 taakje per dag. Dat worden er al snel 2 per dag. Zo leren ze hun tijd over de taakjes verdelen. daltonontwikkelingsplan 19

In het taakbord en de taakbrief stoppen we taakjes die de kinderen zelf uit kunnen voeren. Dus geen nieuwe stof! Bijvoorbeeld: rekenwerk, leeswerk, spellingswerk, samen een taal of rekenspel, etc. Herfstvakantie tot kerstvakantie. Na de herfstvakantie werken we met een halve weektaak. Dat wil zeggen dat de kinderen op maandag en dinsdag en op donderdag en vrijdag 4 tot 5 taakjes moeten maken. Ze moeten zelf indelen op welke dag ze wat maken. Ook zit er altijd een samentaakje in. Op die manier leren de kinderen met elkaar af te spreken wanneer dit taakje verwerkt wordt. Eén van hun taakjes is het keuzewerk. Dit zijn leuke dingen waar je lekker uit mag kiezen. Bijvoorbeeld: een gezelschapsspel, een puzzel, een spinnenweb maken van kastanjes, etc. Kerstvakantie tot grote vakantie. Na de kerstvakantie gaan we in groep 3 met een taakbrief ( zie bijlage taakbrief groep 3) werken. Alles wat normaal op het taakbord stond, staat nu op de taakbrief. Ook het keuzewerk is terug te vinden op de taakbrief. De kinderen kruisen met de dagkleuren aan wanneer ze welke taak gaan maken en ze kruisen het ook weer aan met de dagkleur als het af is. Zo leren ze dus een planning maken en ook het aftekenen. Taakbrief in groep 4 De opbouw van de taakbrief is heel helder. Op de voorkant staat vermeld voor welke periode de taakbrief is (dag en data). Ook is er een ruimte waarin elk kind zijn naam kan noteren. Elk vak is uitgebeeld met een plaatje. Deze plaatjes staan voor taal, rekenen, schrijven en lezen. Deze vakken staan op de voorkant van de taakbrief en behoren tot de moettaken. Deze taakjes moeten de kinderen aan het einde van de werktijd af hebben. Op de achterkant staan ook drie plaatjes. Hieraan zijn ook vakken verbonden nl. computergebruik, werkbladen, creatief. Naast ieder plaatje is ruimte waar de kinderen kunnen vinden welk werk(blad) ze moeten maken. Naast zo n werkblad is weer ruimte om af te tekenen wat de kinderen vonden van de taak. Dit gebeurt door één van de drie smileys in te kleuren met de dagkleur. Hierdoor kunnen ze aangeven of ze het leuk normaal niet leuk vonden. Aan de kleur van de smiley kan gezien worden wanneer het kind het werk af had. Als kinderen hun taakbrief inleveren evalueren zij op de achterkant wat zij vonden van de taakbrief. daltonontwikkelingsplan 20

Taakbrief in groep 5 t/m 8. Op de taakbrief van groep 5, 6, 7 en 8 ( zie bijlage taakbrief)is er geen sprake meer van een dagindeling. Op de voorkant (moettaken) staan de weektaken opgegeven per vakgebied. Er zijn 5 vakjes: planning, uitleg, nakijken, hulp en af. Bij het eerste en laatste vakje wordt gebruik gemaakt van de dagkleuren. Bij het vakje uitleg wordt aangegeven of een instructiemoment is. In het vakje nakijken staat genoteerd of de leerling het zelf of de leerkracht nakijkt. Bij het vakje hulp wordt een onderscheid gemaakt tussen A(lleen), S(amen), Lkr (leerkracht) of G(roep). Op de achterkant van de taakbrief staan de keuzetaken (magtaken) vermeld. Hierbij staan 4 vakjes genoteerd; uitleg, nakijken, hulp en af. Verder er aan de achterkant flink wat ruimte ingeruimd voor reflectie voor de leerling en leerkracht. Daltonprincipes Zelfstandigheid: de kinderen werken zelfstandig aan hun taak en kunnen die ook zelfstandig administreren. Samenwerking: het meeste taak werk mag samen gemaakt worden en er zijn ook gerichte samenwerkingsopdrachten. Verantwoordelijkheid: de kinderen zijn verantwoordelijk voor de keuzes die zij maken en de uitvoering daarvan. Hierbij kan specifiek gedacht worden aan het plannen en het wel of niet volgen van instructies. daltonontwikkelingsplan 21

5.6 Checklist voor het samenstellen van een taak. Wanneer taken worden samen gesteld, wordt er door de leerkrachten met veel elementen rekening gehouden. Deze checklist moet niet worden beschouwd als een antwoordenlijst bij de gemaakte opdrachten. Het is een houvast om te komen tot een evenwichtige opbouw van een taak, die recht doet aan de individuele verschillen tussen leerlingen. De volgende elementen zijn voor ons van groot belang bij het samenstellen van taken: De taak moet door de leerling zelfstandig kunnen worden uitgevoerd. Het moet de samenwerking stimuleren. De taak moet goed aansluiten bij het niveau van de leerling. We houden rekening met verschillende intelligenties (multiple intelligences). De leerling kan met de opdracht de vaardigheid van zelfstandig leren oefenen. Het kind moet het doel van de opdracht kennen. Het kind moet weten, hoe de eindopdracht er uit moet zien. Het kind moet weten of het om een oriënterende- of een verwerkende opdracht gaat. Het kind moet weten of het de opdracht zelf kan nakijken. Tevens moet het kind weten hoe de beoordeling zal plaatsvinden. De leerling heeft de strategische middelen om de opdracht te kunnen maken. De taak is afgestemd op het individuele werktempo van de individuele leerling. Het is voor de leerling duidelijk wat minimaal en wat maximaal moet worden verwerkt. Er is ruimte voor eigen / creatieve oplossingen. Er zijn handelingswijzers beschikbaar. Het is duidelijk welke vorm van antwoord van de leerling wordt verwacht: - alleen het antwoord - een motivering van het antwoord - er wordt een in-oefening verwacht(memoriseren) Er is bekend welke hulpbronnen de leerling kan gebruiken. De leerling weet wanneer er aanvullende instructie kan worden gevraagd. Er is sprake van afwisseling binnen vak- en vormingsgebieden. Er is sprake van afwisseling tussen gesloten en open opdrachten. Er is tijd voor een evaluatie van de gemaakte opdracht. Er is tijd voor procesevaluatie. De taak zou regelmatig een verrassingsopdracht moeten bevatten.( Indien mogelijk) De leerling weet hoe de taak moet worden afgetekend. Zie ook bij het hoofdstuk betreffende afspraken klassenmanagement. daltonontwikkelingsplan 22

5.7 De taakadministratie. Het werken aan de taak levert drie soorten gegevens op: 1. procesgegevens 2. observatiegegevens 3. gegevens voor ouders 1. Procesgegevens. Het dagelijks werk van een groep leerlingen levert vooral gegevens op over het werkproces. Kinderen geven zelf aan welke planning ze hebben toegepast. Vervolgens tekenen ze per dag af welke onderdelen ze hebben afgewerkt en of de planning is gehaald. De onderdelen zijn (zelf) nagekeken en zo nodig door de leerkracht van een beoordeling voorzien. Wanneer de taakbrieven per kind gebundeld worden bewaard, levert dit een schat aan gegevens op. Bovendien geeft de leerling vanaf groep 3 regelmatig weer hoe hij/zij het eigen proces van die week beoordeelt. 2. Observatiegegevens. Het werkproces leidt ook tot observatiegegevens die de leerkracht zelf zal moeten vastleggen. Juist de gegevens over: werkhouding de mate van zelfstandigheid de verantwoordelijkheid het vermogen tot samenwerken de nauwkeurigheid leveren een beeld op van de ontwikkeling die een kind doormaakt. Het door de jaren heen vastleggen van die rode draad is van groot belang voor het werken aan een doorlopend ontwikkelingsproces voor ieder kind. 3. Gegevens voor ouders. De taakbrieven worden bewaard in een mapje. Bij de ouderavond in november en in maart krijgen de ouders inzage in de taakbrieven. Op deze manier krijgen zij ook inzicht in de procesgegevens en observatiegegevens. Op het eind van het schooljaar gaat het mapje met taakbrieven mee naar huis. daltonontwikkelingsplan 23

5.8 Huishoudelijke taken In iedere groep worden op het takenbord ook huishoudelijke taken aangegeven. In de onderbouw gebeurt dat met symbolen / pictogrammen. In de bovenbouw vooral met woorden en soms ook met pictogrammen. In alle groepen wordt er gewerkt met weekhulpjes. Voorbeelden van taken zijn: Tassen uitdelen, kasten netjes houden, planten water geven, het bord schoonmaken, kwasten uitspoelen, hoeken controleren, werkplekken controleren, vloer vegen. Daltonprincipes Zelfstandigheid: de kinderen kunnen de huishoudelijke taken zelfstandig uitvoeren. Samenwerking: De taken worden tenminste in tweetallen uitgevoerd. Daardoor zal er sprake zijn van werkoverleg. Er wordt gewerkt met wisselende tweetallen. Verantwoordelijkheid: Als gebruikers van een lokaal (omgeving) zijn we ook medeverantwoordelijk voor het verzorgen van die leef-, leer- en werkomgeving. 5.9 Handelingswijzers De handelingswijzer is een instrument, dat kinderen met pictogrammen, foto s en / of tekst duidelijk maakt wat er wordt gevraagd of verlangd. Een soort handeling, stappenplan om tot een bepaald resultaat te komen. Nu nog wordt een handelingswijzer zichtbaar getoond. Het ligt in de bedoeling om per groep een map met handelingswijzers samen te stellen waarnaar kan worden verwezen. Dit proces is in ontwikkeling. daltonontwikkelingsplan 24

Daltonprincipes Zelfstandigheid: Met een handelingswijzer kunnen leerlingen zonder hulp van de leerkracht een handeling uitvoeren. Samenwerking: Handelingswijzers kunnen ook aangeven of een opdracht samen gemaakt kan worden, wie of wat je kunt raadplegen. Verantwoordelijkheid: De kinderen zijn zelf verantwoordelijk voor het feit of zij wel of niet een handelingswijzer willen raadplegen. 5.10 Materialen De inrichting van de klassen, het klassenmanagement moet zo zijn dat de kinderen alle materialen die zij nodig hebben, zelfstandig kunnen pakken, schoonmaken en opruimen. In groep 1-2 wordt al met deze vorm van zelfstandigheid begonnen. In de daarop volgende groepen wordt dit voortgezet. Als een kind bijvoorbeeld een nieuw schrift nodig heeft, dan hoeft het dat niet eerst aan de leerkracht te vragen. De materialen hebben een duidelijke plaats in de klas. Bij het zelf pakken van wat je nodig hebt, geldt een uitzondering voor zaken die mogelijk gevaar opleveren (bijv. snijmachine), die relatief duur zijn (bijv. bepaalde creatieve materialen) of waarvan er maar weinig beschikbaar zijn (bijv. computers). Kinderen mogen niet zelf materiaal uit het magazijn pakken. Voor het inleveren van het gemaakte werk zijn in elke klas inleverplekken, zoals laatjes, mandjes e.d.. Deze plekken zijn duidelijk zichtbaar in de klas. De kinderen hebben zelf de verantwoordelijkheid om hun werk in te leveren, zodat de leerkracht dit steekproefsgewijs kan nakijken en aftekenen. Daltonprincipes Zelfstandigheid: Zelf bepalen wat nodig is en dat zelf halen. Samenwerking: Overleggen over het gebruik van (schaarse) spullen. Verantwoordelijkheid: De vrijheid, verantwoordelijkheid om zonder te vragen materialen te gebruiken die nodig zijn en weer op te ruimen. daltonontwikkelingsplan 25

5.11 Instructie en de instructietafel Instructie Alle leerlingen volgen de basisinstructie, behalve: - Wanneer het kind op een geheel ander niveau (leerjaar voor of leerjaar achter) van dat vakgebied werkt. Er is dan sprake van een individuele leerlijn. Deze leerlingen krijgen op een ander moment een individuele of groepsinstructie. - Als de leerkracht van mening is dat, het kind dat op basisniveau werkt, op dat moment geen basisinstructie nodig heeft. Het kind kan dan zelfstandig aan het werk. Er is dus sprake van een gelaagde instructie: basisinstructie, extra instructie, verlengde instructie. De toetsgegevens leveren informatie op over de feitelijke stand van zaken op een bepaald niveau. Er worden methode gebonden en methode onafhankelijke (Cito) toetsen afgenomen. Na de uitslag van een methode gebonden toets wordt bepaald hoe het leerproces vervolgd zal worden. Er volgt een (korte) periode van re-teaching of van verrijking. Wanneer de toetsuitslag aan geeft dat een kind een onderdeel beheerst, kan dat deel worden afgesloten. De uitslag van een Cito toets wordt vergeleken met de methode gebonden toetsen. Bij een opvallend verschil wordt in overleg tussen IB-er en leerkracht actie ondernomen. Het is duidelijk en logisch dat ieder soort gegevens een ander soort evaluatie met de groep nodig heeft. Instructietafel In elke groep wordt gebruik gemaakt van een instructietafel. Als er geen ruimte is voor een instructietafel, dan zorgt de leerkracht ervoor dat door wisseling van plek een instructietafel wordt gecreëerd. Leerlingen die op een ander niveau dan het basisniveau werken, krijgen extra of verlengde instructie op hun niveau. Dit gebeurt aan de daltonontwikkelingsplan 26

instructietafel. Extra instructie: is voor kinderen die de basisinstructie nog even niet voldoende begrijpen of voor leerlingen die verder zijn en een extra zetje nodig hebben. Verlengde instructie: is voor kinderen die de stof niet of nauwelijks zelfstandig kunnen maken. Daltonprincipes Zelfstandigheid: De kinderen die geen (extra) instructie nodig hebben, kunnen zelfstandig aan het werk. Samenwerking: De kinderen die geen extra instructie nodig hebben, helpen elkaar om tot oplossingen te komen. Verantwoordelijkheid: De kinderen leren zelf (deels) verantwoordelijk te zijn voor hun keuze om wel of niet aan een extra instructie deel te nemen. 5.12 Correctie en de correctietafel Wij hechten grote waarde aan het zelf corrigeren door de kinderen. Dit geldt zowel voor opdrachten binnen de taak als opdrachten daarbuiten. Zelfcorrectie heeft een aantal voordelen: - Het kind krijgt meteen feedback op zijn werk. Het hoeft niet te wachten tot hij het werk pas later terugkrijgt van de leerkracht. - Het heeft een duidelijk leereffect, omdat het kind, als het een fout ontdekt, zich meteen zal afvragen hoe deze fout kon ontstaan. - Het geeft de kinderen hierdoor beter inzicht in wat ze zelf kunnen en bij welke zaken ze hulp moeten vragen van de leerkracht. Al vanaf groep 1 mogen de kinderen bepaalde opdrachten zelf corrigeren. Naarmate de kinderen ouder worden is er steeds meer mogelijk. Het streven is, om de kinderen zo veel als mogelijk is of ze aankunnen, zelf te laten corrigeren. De groepsleerkracht moet dat uiteraard voor de eigen groep steeds opnieuw inschatten. Hierbij gelden wel een aantal afspraken: - Toetsen worden nagekeken door de leerkracht. - Regelmatig neemt de leerkracht steekproeven of observeert de kinderen tijdens het werken. - De leerkracht werkt op maat dat wil zeggen dat er per leerling gekeken wordt of zelfstandig nagekeken kan worden en of de leerling over de benodigde vaardigheden beschikt. Een kind dat liever de antwoorden overschrijft of erg onzorgvuldig is, kan blijkbaar minder vrijheid aan en moet meer ondersteund en gecontroleerd worden. - Er kunnen verschillende correctievormen worden gebruikt, zoals nakijken in tweetallen, nakijken door maatjes, nakijken samen met leerkracht, klassikale correctie en nabespreking. Of nakijken in tweetallen zonder nakijkboek, daltonontwikkelingsplan 27

zodat er sprake is van vergelijken en uitleggen aan elkaar hoe men tot een oplossing is gekomen. (heel effectieve manier van samenwerkend leren) Zelf nakijken vraagt een bepaalde houding van de kinderen. De kinderen moeten zich realiseren dat je je werkt nakijkt om er iets van te leren. Als leerkracht moeten we de kinderen deze houding aanleren. We moeten ze ook leren dat ze hulp of uitleg moeten vragen zodra ze merken dat er sprake is van te veel fouten. In elke groep is een correctietafel waaraan de kinderen hun werk zelfstandig na kunnen kijken. Als er andere correctievormen worden gebruikt dan kan het nakijken volgens de groepsafspraken ook op (een) andere plek(ken) gebeuren. Daltonprincipes Zelfstandigheid: De kinderen kijken hun werk zelfstandig na. Samenwerking: in de vormen waarbij je elkaars werk corrigeert. Verantwoordelijkheid: De kinderen leren verantwoordelijkheid te nemen voor het corrigeren en om hulp / uitleg te vragen als er veel fouten zijn gemaakt. 5.13 Magtaken Vrijheid betekent niet alleen dat het kind de volgorde binnen de taak mag bepalen, maar ook dat het voor een deel zelf de inhoud van zijn / haar leren mag kiezen. Een magtaak behoort tot het normale taakpakket. Het is niet zo dat alleen de kinderen die klaar zijn met hun taak aan het keuzewerk toekomen. Een magtaak is voor alle kinderen bedoeld en is dus een onderdeel van de taak. Keuzewerk is bij ons niet even iets voor jezelf doen, het is ook niet uitloopwerk voor de snelle werkers en het is ook niet even een spelletje doen. Keuzewerk is: - een niet-vrijblijvende, wisselende educatieve activiteit; de scheidslijn educatief recreatief is niet altijd scherp te trekken. - een vast onderdeel van de basistaak - een activiteit die de kinderen zelf mogen kiezen, afhankelijk van hun belangstelling. - in groep 1-2 wordt keuzewerk bijgehouden op het taakbord - keuzewerk is in principe zelfcorrigerend, al zal de leerkracht ook hierbij volgen wat de leerlingen doen en welke kwaliteit ze leveren daltonontwikkelingsplan 28

- ook binnen het keuzewerk zal ernaar gestreefd worden kinderen te laten samenwerken - het keuzewerk wordt alleen geadministreerd op het taakbord of op de taakbrief. Daltonprincipes Zelfstandigheid: De kinderen maken zelfstandig een keuze zonder dat de leerkracht zich daarin mengt. Ook de uitvoering gebeurt zelfstandig. Op verzoek van de leerling zal de leerkracht helpen en suggesties geven. Samenwerking: Sommige opdrachten kunnen alleen samen gedaan worden. Bij andere bestaat de mogelijkheid om ze alleen of samen te doen. Verantwoordelijkheid: De kinderen hebben de vrijheid om zelf te kiezen wat ze willen leren. Hun keuze moeten ze ook waarmaken. Ze zijn verantwoordelijk voor de uitvoering. 5.14 Zelfstandig werken en werken met uitgestelde aandacht Op onze school is het zelfstandig werken met name gericht op de inhoud van de opdracht. Het aanleren van de kennis en / of vaardigheden heeft een hoofdaccent. Het zelfstandig werken wordt steeds meer gericht op het leerproces. Het geleerde moet ook toegepast worden in andere situaties / contexten dan waarin het is aangeleerd. Om zelfstandig werken goed te kunnen realiseren op onze school zijn een aantal zaken van belang. De leerlingen: - kennen de groepsafspraken - kunnen elkaar helpen zonder voor te zeggen (tutorleren) - weten wat zelfstandig werken is - weten waar ze de materialen kunnen vinden daltonontwikkelingsplan 29

- kunnen zelfstandig problemen oplossen - kunnen zelf hun werk plannen m.b.v. taakbord en taakbrief - kunnen goed met het materiaal omgaan - zijn in staat te werken volgens het principe van de uitgestelde aandacht, weten hoe de beer, het stoplicht of kleurenklok werkt - weten wat ze kunnen doen als de dag- of weektaak af is - kunnen het gemaakte werk zonodig zelf nakijken - verbeteren zelfstandig gemaakte fouten - zijn in staat te verwoorden wat hun problemen zijn - kunnen samenwerken (maatjeswerk) De leerkracht kan: - lessituaties voorbereiden waarin zelfstandig werken van kinderen het uitgangspunt is - het klaslokaal zodanig inrichten dat de mogelijkheid tot zelfstandig werken daardoor gestimuleerd wordt - didactische stappenschema s uitwerken om de leerlingen de streefdoelen van zelfstandig werken te laten behalen - gesprekken leiden waarin het belang van zelfstandig werken verhelderd en geëvalueerd wordt - duidelijke en gedifferentieerde taakinstructie geven - hulpmiddelen hanteren die het zelfstandig werken bevorderen: symbolen voor dagritme, taakbord, teken voor uitgestelde aandacht, taakbrief, huishoudelijke taken, magneten, werken met maatjes Het materiaal is: - overzichtelijk opgesteld - goed bereikbaar voor de leerlingen - geschikt voor zelfstandig werken - in voldoende mate aanwezig - stevig genoeg De afspraken: - zijn voor iedereen duidelijk - worden door de leerlingen als vanzelfsprekend beschouwd - geven de leerlingen voldoende ruimte voor eigen initiatieven - geven de leerlingen voldoende ruimte om zelfoplossend bezig te zijn - zorgen ervoor dat de leerlingen elkaars gedrag positief corrigeren - stimuleren tot zelfverantwoordelijk gedrag - stellen de leerkracht is in staat om met pedagogisch inzicht de regels gedifferentieerd toe te passen daltonontwikkelingsplan 30

De basis van al ons handelen moet gericht zijn op het creëren van een pedagogisch klimaat waarin de sociale en emotionele veiligheid voor het kind gewaarborgd worden. In de dagelijkse activiteiten loopt het ontwikkelen van waardenbesef en oordeelsvermogen als een rode draad door het proces heen. Leerlingen moeten elkaar respecteren en juist waardering op leren brengen voor alle verschillen onderling. Veiligheid is ons uitgangspunt. Tijdens het zelfstandig werken wordt er in alle groepen gewerkt met het principe van de uitgestelde aandacht Dat gebeurt met behulp van: Groep 1-2: PomPom Groep 3, 4,5 en 6: het stoplicht Groep 7 en 8: de klok, chronometer (digibord) Groep 1 t/m 8: de kleurenklok voor zowel klassikaal als individueel gebruik. Daltonprincipes Zelfstandigheid: De hulp van de leerkracht wordt pas gegeven als niet het kind, maar de leerkracht daartoe het initiatief neemt. Samenwerking: Oplossingen door middel van samenwerken worden gestimuleerd. Verantwoordelijkheid: De kinderen hebben de vrijheid om zelf oplossingen te bedenken voor gerezen problemen en dragen tevens de verantwoordelijkheid voor de gevolgen daarvan. De vrijheid om hulp te zoeken en te geven. Verantwoordelijkheid nemen voor de eigen planning. daltonontwikkelingsplan 31

5.15 De vragen magneet De vragenmagneet is een middel dat gebruikt wordt in de groepen 3 t/m 8 tijdens het werken met uitgestelde aandacht. Als kinderen een probleem niet of zelf of met een ander kunnen oplossen, dan kunnen zij hun magneetje op het schoolbord hangen en vervolgens verder gaan met hun (andere) werk. De leerkracht ziet dan welke kinderen een probleem niet zelfstandig hebben kunnen oplossen en kan dan als hij weer beschikbaar is de betreffende leerlingen helpen. Er is dus op die manier dus sprake van uitgestelde aandacht van de leerkracht. Daltonprincipes Zelfstandigheid: De kinderen krijgen tijdens het werken met uitgestelde aandacht geen hulp of uitleg van de leerkracht. Samenwerking: De kinderen worden in eerste instantie gestimuleerd om met elkaar oplossingen te bedenken. Een magneetje kan pas worden geplaatst als je er echt samen niet meer uitkomt. Verantwoordelijkheid: De kinderen leren de verantwoordelijkheid te nemen om verder te gaan met hun andere werk omdat zij er op kunnen vertrouwen dat er uitgestelde aandacht van de leerkracht zal plaatsvinden. 5.16 Samenwerken Er is voor ons een verschil tussen samenwerken en samen werken. Onder samenwerken verstaan we samen aan een opdracht werken, waarbij van iedere deelnemer een zelfde mate van betrokkenheid, verantwoordelijkheid en inzet wordt verwacht, aangezien de samenwerking tot één resultaat moet leiden. Onder samen werken verstaan we dat kinderen weliswaar individueel aan een opdracht werken, maar dat ze wel rekening met elkaar houden en elkaar helpen. Kort gezegd: ze zitten bij elkaar en werken samen en ieder dienst zelf met een resultaat te komen. Rekening houden met elkaar houdt in, dat je elkaar niet stoort of afleidt tijdens het werk, maar ook, dat je je verantwoordelijk voelt voor het welzijn van je medeleerlingen en dat je je verantwoordelijk voelt voor de sfeer in de groep en de school als geheel. Pestgedrag hoort daar bijvoorbeeld niet bij, maar belangstelling voor een zieke klasgenoot en zorg voor een nette schoolomgeving wel. Kinderen moeten het normaal vinden dat je elkaar helpt. Het is ook heel normaal dat je af en toe eens hulp vraagt. Niet alle kinderen kunnen dit uit zichzelf. Dus moeten we het hen leren. daltonontwikkelingsplan 32