Examen Burgerschap Niveau Opgavenummer Examenduur : KSE2 : BU2(01) : 60 minuten Instructies Dit examen bevat 40 opdrachten. Vul in het onderstaande vak uw gegevens in. Kruis bij elke vraag het goede antwoord aan. Streep fouten in uw antwoorden duidelijk door. Lever dit examen in voordat u de examenruimte verlaat. Naam kandidaat : Kandidaatnummer : Examenplaats : Examendatum : IVIO-Examenbureau. Nadruk verboden. Deze opgave blijft eigendom van het IVIO-Examenbureau.
Lees de vragen en kruis steeds het goede antwoord aan Verkiezingen 1. Welke overheden worden rechtsreeks gekozen door de kiezers bij verkiezingen? Gemeente, provincie en landelijk bestuur Gemeente, landelijk en Europees bestuur Provincie, landelijk en Europees bestuur Gemeente, provincie en Europees bestuur 2. De wethouder bedenkt nieuwe wetten in de gemeente. Wie hebben dezelfde taak in de provincie en in het landelijk bestuur? De gedeputeerden en de ministers De burgemeester en de Kamerleden De commissaris van de koning en de ministers De raad en het parlement 3. Een minister heeft heel veel kennis nodig maar kan toch nooit alles alleen weten van zijn vakgebied. Wie helpt hem bij zijn werk? Ambtenaren en griffiers Staatssecretarissen en ambtenaren Wethouders en griffiers Ambtenaren en wethouders IVIO-Examenbureau BU2(01) - 2 -
4. Hoe vaak zijn er verkiezingen voor de gemeenteraad? Eens in de drie jaar Eens in de vier jaar Eens in de vijf jaar Eens in de zes jaar 5. Wat is een taak van de koning in Nederland? De wetten controleren Sporters aanmoedigen Wetten maken Wetten ondertekenen 6. Wat is een taak van de regering? De wetten controleren De Tweede Kamer controleren Wetten maken Wetten ondertekenen 7. Wat zijn politieke partijen in Nederland? De CDA, VVD en PvdA De CNV, FNV en AOB De PVV, AOW en UWV De PvdD, FNV en AOW 8. Wie worden er gekozen tijdens verkiezingen in Nederland? De koning, de ministers en de wethouders De Kamerleden en de raadsleden De ministers en Kamerleden De antwoorden bij A,B en C zijn alle drie goed 9. Welke artikelen in de Grondwet botsen met elkaar? Het artikel tegen discriminatie en het artikel over de vrijheid van meningsuiting Het artikel over godsdienstvrijheid en het artikel over homorechten Het artikel tegen discriminatie en het artikel over godsdienstvrijheid Alle drie antwoorden zijn goed IVIO-Examenbureau BU2(01) - 3 -
Rechten en plichten van burgers in Nederland 10. Wanneer is iets discriminatie? Als het om een bepaalde godsdienst gaat Als er een groep mensen anders is behandeld dan anderen Als er meer dan drie personen er last van hebben Als mensen hun baan verliezen 11. Welke uitspraak over de wetten in ons land is waar? Wetten zorgen voor een goede sfeer in de maatschappij Wetten zorgen ervoor dat burgers zich goed gedragen Wetten geven aan wat wel en niet mag, maar de burgers maken zelf de samenleving Wetten zijn alleen belangrijk als er onrust in het land is 12. Wat is een voorbeeld van een wet in ons land? Alle burgers moeten een uitkering krijgen Alle burgers moeten voor zieke mensen zorgen Alle burgers moeten stemmen met de verkiezingen Alle burgers moeten belasting betalen 13. Wat zijn drie belangrijke vrijheden uit de Grondwet? Vrijheid van godsdienst, vrijheid van drukpers en vrijheid van discriminatie Vrijheid van mening, vrijheid van godsdienst en vrijheid van drukpers Vrijheid van drukpers, vrijheid van privacy en vrijheid van mening Vrijheid van godsdienst, vrijheid van geslacht en vrijheid van economie IVIO-Examenbureau BU2(01) - 4 -
14. Welke waarde hoort er bij de regel dat je niet mag stelen? Dapperheid Eerlijkheid Vrijheid Beleefdheid 15. Welke traditie was vroeger geen Nederlands feest? Kerstmis Suikerfeest Pasen Sinterklaasfeest 16. Welke uitspraak is waar? Waarden zijn regels voor je gedrag Normen kunnen per cultuur verschillen Een voorbeeld van een norm is gehoorzaamheid Waarden zijn in elke cultuur verschillend 17. Welke groep is in Nederland een minderheid? Moslims Katholieken Protestanten Hervormden 18. Welke gewoonten zijn door Nederlanders overgenomen van minderheden uit andere culturen? Het eten van aardappels met groente Het eten van pizza en rijst Het drinken van melk Het eten van kaas en worst 19. Wat kan je het beste doen bij een flinke burenruzie? De buurman uitschelden De familie erbij halen Naar de rechter gaan De politie erbij halen IVIO-Examenbureau BU2(01) - 5 -
20. Wanneer heeft iemand de Nederlandse nationaliteit? Als hij de Nederlandse taal goed beheerst Als hij in Nederland geboren is Als hij asiel heeft aangevraagd Als zijn ouders beide de Nederlandse nationaliteit hebben Rechten en plichten van een werknemer 21. Voor wie is een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) geldig? Voor alle mensen binnen een bepaald beroep met een tijdelijk contract Voor alle leden van een bepaalde beroepsgroep Voor alle medewerkers van een organisatie Voor alle mensen binnen een bepaald beroep met een vast contract 22. Wat staat er NIET in een CAO vermeld? Vakanties en vrije dagen Salaris en bonussen Of iemand een tijdelijk of vast contract heeft Hoe de salarisopbouw over meerdere jaren zal zijn 23. Welke verplichting hoeft een werknemer NIET na te komen? Een werknemer moet zich houden aan de Arbo-voorschriften Een werknemer moet ziekte melden aan de werkgever en beschikbaar zijn voor controle Een werknemer moet minimaal 8% van zijn salaris aan vakantiegeld betalen Een werknemer moet zich houden aan de regels van de CAO IVIO-Examenbureau BU2(01) - 6 -
24. Wat is een contract voor onbepaalde tijd? Een vast contract Een tijdelijk contract Een contract op projectbasis Een onduidelijk contract 25. Wat staat er in de arbowet beschreven? Hoe de arbeidsorganisatie dient te zijn Hoe de arbeid in de bouw is geregeld Hoe de arbeidsomstandigheden dienen te zijn Wanneer iemand arbeidsongeschikt is 26. Wat is de taak van een vakbond? De werkgevers helpen en advies geven Opkomen voor de belangen van de werknemers De werkgevers proberen af te stoppen Opkomen voor de belangen van de overheid 27. Is betaald werk altijd beter dan vrijwilligerswerk? Nee, een vrijwilliger is meestal professioneler Dat hoeft niet, maar je mag het wel verwachten Ja, want iemand die betaald werk doet heeft meer opleiding gehad Ja, want iemand die betaald werk doet weet meer dan een vrijwilliger 28. Welke hygiëneregels gelden voor een verkoper? Schone handen, kleding en haren Dagelijks naar het toilet gaan Ontsmettende zeep gebruiken na toiletbezoek Elke dag de eigen werkplek schoonmaken 29. Wanneer moet iemand naar het UWV gaan? Bij ontslag Bij klachten over de baas Bij vragen over vakantiedagen Bij het melden van een kapotte machine IVIO-Examenbureau BU2(01) - 7 -
30. Wat is zwart werken? Als een werkgever en een werknemer beiden geen belasting betalen voor bepaald werk Als een werknemer het werk in de nacht doet Als een werknemer niet betaald krijgt voor bepaald werk Als een werkgever extra betaald voor overuren die een werknemer maakt Keuzes als consument 31. Waarom is het steeds moeilijker te kiezen als klant? De prijzen worden steeds hoger De verkopers geven vaak verkeerde informatie Er is komen steeds meer verschillende producten Mensen hebben steeds meer geld om uit te geven 32. Hoe kan je als consument bijdragen aan een betere wereld? Door goed te bedenken wat de gevolgen zijn van het kopen van een product Door niet te veel na te denken over wat je koopt Door gewoon altijd dezelfde producten te kopen Door meer te kopen om zo de economie te stimuleren IVIO-Examenbureau BU2(01) - 8 -
33. Wat staat er in het consumentenrecht? De rechten en plichten van consumenten en leveranciers De rechten en plichten van de overheid De rechten en plichten van de consumenten bond Zowel A, B en C is goed 34. Wat houdt de informatieplicht voor de consument in? Een klant is verplicht zijn adresgegevens aan de verkoper te geven De verkoper is verplicht om zich te registreren De consument moet exact aangeven welk product hij wil kopen De verkoper moet alle beschikbare informatie over een product delen met de klant 35. Een klant is ontevreden over een gekocht product en eist van de verkoper een nieuw product. De verkoper wil het product wel repareren maar weigert een nieuw product te geven. Wat kan de consument doen? De consument heeft het recht om alsnog een nieuw product te eisen De consument moet het aanbod van de verkoper accepteren De consument moet de consumentenbond bellen De consument eist zwart op wit dat de reparatie zal slagen 36. Wat is de bestedingsruimte? Dat is hoe groot de winkel is waar je geld kan uitgeven Dat is hoeveel geld de bevolking gemiddeld uit kan geven Dat is het geld dat nodig is voor de vaste lasten Dat is de hoeveelheid geld die een consument te besteden heeft 37. Wat is het doel van het maken van een budget? Zorgen dat er veel uitgaven gedaan kunnen worden Volgens een plan omgaan met het geld zodat er niet teveel uitgegeven zal worden Een vast bedrag klaar leggen voor kleedgeld Het bekijken van de inkomsten 38. Wat is het grootste risico van het lenen van geld? Dat het niet op tijd terug betaald kan worden Dat het geld kwijt zal raken Dat de lener onbetrouwbaar zal zijn Dat er eerder terug betaald zal moeten worden IVIO-Examenbureau BU2(01) - 9 -
39. Waarbij horen de kosten voor water en gas? Bij de vaste lasten Bij het huishoudgeld Bij de overbodige kosten Bij de overige kosten 40. Wat zijn de gevolgen voor een klant van de schuldhulpverlening? Dat zijn schuld zal worden kwijt gescholden Dat hij meer geld kan uitgeven dan daarvoor Dat hij jarenlang nog maar een klein beetje geld heeft om uit te geven Dat zijn inkomen zal toenemen Dit was de laatste opdracht. Lees de instructies op pagina 1 nog eens door en controleer of u die goed hebt gevolgd. IVIO-Examenbureau BU2(01) - 10 -
ANTWOORDEN & PUNTENTELLING BIJ TOETS BU2(01) Vraag Antwoord Punten per vraag Aftrek per fout 1 B 1 1 2 A 1 1 3 B 1 1 4 B 1 1 5 D 1 1 6 C 1 1 7 A 1 1 8 B 1 1 9 A 1 1 10 B 1 1 11 C 1 1 12 D 1 1 13 B 1 1 14 B 1 1 15 B 1 1 16 B 1 1 17 A 1 1 18 B 1 1 19 D 1 1 20 D 1 1 21 B 1 1 22 C 1 1 23 C 1 1 24 A 1 1 25 C 1 1 26 B 1 1 27 B 1 1 28 A 1 1 29 A 1 1 30 A 1 1 31 C 1 1 32 A 1 1 33 A 1 1 34 D 1 1 35 B 1 1 36 D 1 1 37 B 1 1 38 A 1 1 39 A 1 1 40 C 1 1 Totaal aantal te behalen punten 40 Voldoende bij 25 IVIO-Examenbureau BU2(01) - 11 -