Hoofd Hals Romp Arm Been Hersenzenuwen Tabel 1 1 Aangezichtsspieren ( afb. 8.63 8.65, 11.2, 11.13) De mimische spieren hebben hun oorsprong maar deels bij duidelijk omschreven botgebieden. Ze eindigen allemaal in de huid. a voorhoofd, kruin, slapen m. occipitofrontalis m. occipitofrontalis en m. temporoparietalis worden samen de m. epicranius genoemd. O: venter frontalis: voorhoofdshuid venter occipitalis: linea nuchalis suprema A: galea aponeurotica F: voorhoofd venter frontalis: fronsen voorhoofd (verbazing) venter occipitalis: gladstrijken voorhoofdsplooien m. temporoparietalis O: huid bij de slapen, fascia temporalis A: galea aponeurotica F: naar beneden trekken van de hoofdhuid b oorschelp m. auricularis anterior O: fascia temporalis A: voor aan de oorschelp F: naar boven-voor bewegen van de oorschelp m. auricularis superior O: galea aponeurotica A: boven aan de oorschelp F: naar boven-achter bewegen van de oorschelp m. auricularis posterior O: proc. mastoideus A: achter aan de oorschelp F: naar achteren bewegen van de oorschelp 1 BOEK Deel 4.indb 1 28-07-11 11:15
Tabel 1 Hoofd Hals Romp c oogspleet m. orbicularis oculi (ligt als een sfincter om de aditus orbitae) O: pars orbitalis: pars nasalis van het os frontale, proc. frontalis van de maxilla, os lacrimale, lig. palpebrale mediale pars palpebralis: lig. palpebrale mediale, saccus lacrimalis pars lacrimalis: crista lacrimalis posterior van het os lacrimale, saccus lacrimalis A: pars orbitalis: lig. palpebrale laterale pars palpebralis: lig. palpebrale laterale pars lacrimalis: traanbuisje, ooglidranden F: sluiten van de oogleden, compressie van het traanzakje m. depressor supercilii (afsplitsing van het pars orbitalis van de m. orbicularis oculi) O: pars nasalis van het os frontale, neusrug A: mediaal derde deel van de huid van de wenkbrauw F: naar beneden trekken van de huid van de wenkbrauwen m. corrugator supercilii O: pars nasalis van het os frontale A: middelste derde deel van de huid van de wenkbrauw F: richting de neuswortel trekken van de huid van voorhoofd en wenkbrauwen veroorzaakt verticale plooi boven de neuswortel (woede, nadenken) m. procerus O: os nasale A: huid van de glabella F: dwarsplooiing van de neusrug (optrekken van de neus) 2 BOEK Deel 4.indb 2 28-07-11 11:15
Arm Been Hersenzenuwen Tabel 1 d neus m. nasalis O: pars alaris: maxilla ter hoogte van de laterale snijtanden pars transversa: maxilla ter hoogte van de hoektand A: pars alaris: neusvleugels, rand van het neusgat pars transversa: peesplaat van de neusrug F: bewegen van de neusvleugels en daarmee ook de neus pars alaris: verwijden van de neusgaten pars transversa: vernauwen van de neusgaten m. depressor septi nasi O: maxilla ter hoogte van de mediale snijtanden A: cartilago septi nasi F: naar beneden trekken van de neus e mond m. orbicularis oris O: pars marginalis en pars labialis: lateraal van de angulus oris A: huid van de lip F: sluiten van de lippen, tuiten van de mond m. buccinator O: maxilla, raphe pterygomandibularis, mandibula A: angulus oris F: aanspannen van de lippen, verhogen van de druk binnen in de mondholte, bijv. bij het blazen of kauwen m. levator labii superioris O: maxilla boven het foramen infraorbitale A: bovenlip F: naar lateraal-boven trekken van de bovenlip 3 BOEK Deel 4.indb 3 28-07-11 11:15
Tabel 1 Hoofd Hals Romp m. depressor labii inferioris O: mandibula onder het foramen mentale A: onderlip F: naar lateraal-onder trekken van de onderlip m. mentalis O: mandibula ter hoogte van de laterale snijtand van de onderkaak A: huid van de kin F: veroorzaken van het kuiltje in de kin, tuiten van de lippen (samen met de m. orbicularis oris; snoet, pruilmondje) m transversus menti O: dwarsafsplitsing uit de m. mentalis A: huid van de kinkwab F: bewegen van de huid van de kin m depressor anguli oris O: onderkant van de mandibula A: angulus oris F: naar beneden trekken van de m. risorius O: fascia parotidea, fascia masseterica A: angulus oris F: verbreden van de mondspleet (grijnzen), veroorzaken van het lachkuiltje 4 BOEK Deel 4.indb 4 28-07-11 11:15
Arm Been Hersenzenuwen Tabel 1 m. levator anguli oris O: fossa canina van de maxilla A: angulus oris F: naar mediaal-boven trekken van de m. zygomaticus major O: os zygomaticum A: angulus oris F: naar lateraal-boven trekken van de m. zygomaticus minor O: os zygomaticum A: angulus oris F: naar lateraal-boven trekken van de m. levator labii superioris alaeque nasi O: proc. frontalis van de maxilla (mediale orbitawand) A: neusvleugels, bovenlip F: optillen van de lippen en de neusvleugels f Hals ( afb. 11.2) platysma O: basis mandibulae, fascia parotidea A: huid onder de clavicula, fascia pectoralis F: aanspannen van de huid van de hals, vorming van de lengteplooien 5 BOEK Deel 4.indb 5 28-07-11 11:15
Tabel 2 Hoofd Hals Romp 2 Spieren van de tong ( afb. 8.139, 8.141, 8.147 8.150) a inwendige spieren van de tong m. longitudinalis superior O: radix linguae A: apex linguae F: verkorten en verbreden van de tong, optillen van de tongpunt m. longitudinalis inferior O: radix linguae A: apex linguae F: verkorten en verbreden van de tong, laten zakken van de tongpunt m. transversus linguae O: zijkant van de tong, septum linguae A: zijkant van de tong, aponeurosis linguae F: versmallen van de tong en, samen met de m. verticalis linguae, strekken van de tong m. verticalis linguae O: radix linguae A: aponeurosis linguae F: verbreden van de tong 6 BOEK Deel 4.indb 6 28-07-11 11:15