Wensen en behoeften van (o)ggz-cliënten in de regio Noordwest-Veluwe

Vergelijkbare documenten
De participatieladder bouwen! Cliëntparticipatie Doelgroep Maatschappelijke Zorg Noord West Veluwe

De resultaten van het (O)ggz-spiegelonderzoek in Oost-Gelderland

DE GGZ IN DE 9 PRESTATIEVELDEN

Herstel en rehabilitatie in het licht van herziening zorgstelsel

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE

Begeleid Wonen. Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld

BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT

Bijdragen aan een gezonde samenleving

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

De Wmo adviesraad en het gemeentelijk beleid

Meldactie AWBZ oktober 2010

Wmo-kanteling. Raadpleging Inwonerpanel Dongen

Housing First: eerst een huis, dan de zorg. Een nieuw thuis na een zwervend bestaan

Waarom de inzet van ervaringsdeskundigen bijdraagt aan herstel en participatie van kwetsbare burgers

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

wonen met zorg vanuit een nieuw perspectief

FACT Flevoland. Met voldoening regie voeren over je leven. Kwaliteitsonderzoek vanuit cliëntenperspectief bij GGz Centraal Flevoland.

Het Maatschappelijk SteunSysteem als brug tussen GGz en samenleving

DOC UMENT] gemeentelijk participatiedossier

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Bijlage 5 Verslag panelgesprekken met deelnemers

CarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO

De slimste route? Vormgeven toegang

Welkom bij RIBW Arnhem & Veluwe Vallei

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers ,

Waardevolle dag. 24 mei Anna van Deth (Movisie) en Iwan Ottens (Ervaringswerker GGZ)

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Rapport Monitor decentralisaties Federatie Opvang

Inwoners met een ernstig psychiatrische aandoening in de wijk

Samen voor een sociale stad

VAN BESCHERMD WONEN NAAR EEN BESCHERMD THUIS IN OOST-VELUWE

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE

Symposium Onderzoeksresultaten

TEVREDENHEIDSONDERZOEK KETENPARTNERS SUN GRONINGEN

Inwoners van gemeente Schiedam laten zien waar goede zorg om draait. december 2018

Je steunsysteem is overal om je heen.

Beschrijving Doelstellingen Wmo Stabilisering en Groei

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Besluit tot wijziging van de Beleidsregels beschermd wonen en opvang gemeente Dordrecht 2016, eerste wijziging

Clientprofielen maatwerkvoorzieningen Kempengemeenten Reusel-De Mierden, Bergeijk, Bladel en Eersel 19 mei 2014

Betekenisvol, integraal en effectief samenwerken rond oudere inwoners

Kanteling Wmo Iedereen doet mee

Evaluatie Meldpunt Zorg en Welzijn Stichting Samen Onbeperkt

Informatieblad. Kwaliteit van werken binnen 1Gezin1Plan RDOG HOLLANDS MIDDEN

Wat zijn mogelijke oorzaken voor de toename?

Bijlage 3 Samenvatting onderzoek HAN naar werkzame factoren vanuit gebruikersperspectief

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2011

DOC UMENT] gemeentelijk participatiedossier

Verslag basiscursus Wmo d.d. 12 april 2013 LSR in (Utrecht)

Marktconsultatie Beschermd Wonen

Vier zorgprogramma s ingezet vanuit het veiligheidshuis. [ontwikkeld door Palier]

Doel. Inleiding. De mantelzorger als samenwerkingspartner MANTELZORGBELEID VIERSTROOM

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

De Sociaal Psychiatrische WMO. Mogelijkheden of valkuilen

DOC UMENT] gemeentelijk participatiedossier

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Wmo beleidsplan Maatschappelijke Zorg Centrumgemeenteregio Zuid-Holland Zuid

DOC UMENT] gemeentelijk participatiedossier

Respijtzorg in de regio

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Rapport tevredenheid burgers Wmo Gemeente Oss

Spiegel voor de keten

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD

De rol van ervaringsdeskundigen in cliëntondersteuning

ASVZ heeft afgesproken goede zorg te willen leveren. Deze zorg kan goed of soms minder goed zijn. Dit noemen we de kwaliteit van de zorg.

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Participatiewiel: een andere manier van kijken

Zijn gemeenten klaar om mensen met psychische problemen aan het werk te helpen?

Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet

Van Kooten en de bie. De rol van de vrijwilliger en de betekenis van de Kanteling

Productbeschrijving Wmo contract 2016

DOC UMENT] gemeentelijk participatiedossier

Cliënttevredenheidsonderzoek

Wmo-loket. In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning

DOC UMENT] gemeentelijk participatiedossier

Van binnen naar buiten

DOC UMENT] gemeentelijk participatiedossier

Kwaliteit van GGz specifieke zorgstandaarden en modules

Goed samenspel met mantelzorgers loont! SharingDay

DOC UMENT] gemeentelijk participatiedossier

Bijzondere mantelzorgers. Bijzondere mantelzorgers. Opbouw. Opbouw. Bijzondere mantelzorg Aandacht voor naasten - een korte historie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

CQ-Index GGZ Beschermd Wonen

Speerpunten en kwaliteitscriteria Bijzondere Subsidieverordening Ondersteuning Mantelzorg en Vrijwilligerswerk Amsterdam

Gemeente IJsselstein. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Concept 12 juli 2016

Mijn leven in stukken opgedeeld. Ervaringen van mensen met een complexe hulpvraag. Hertaald door: Carlijn Schraven en Peter Eggen

Gemeente Sittard-Geleen laat zien waar goede zorg om draait. maart 2017

Cliëntenperspectief op de compensatieplicht

SAMENVATTING BOUWSTENEN ZELFMANAGEMENT EN PASSENDE ZORG

Positieve en blijvende veranderingen met een ZKM traject

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Programma Lokale Versterking GGz

EDNAH Ervarings- Deskundigheid Niet-Aangeboren Hersenletsel

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Transcriptie:

Wensen en behoeften van (o)ggz-cliënten in de regio Noordwest-Veluwe Drie onderzoeken In deze InZicht beschrijven we de uitkomsten van drie verschillende onderzoeken* onder (o)ggz-cliënten in de regio Noordwest-Veluwe. Alle drie zijn uitgevoerd in 2010 en 2011. We kijken eerst naar de opvallende overeenkomsten in de uitkomsten; daarna gaan wij dieper in op de afzonderlijke onderzoeken. Deze publicatie is bedoeld voor beleidsmakers in de regio, Wmo-raden, belangenbehartigers voor de doelgroep ggz en overige geïnteresseerden. Algemene aanbevelingen uit de verschillende onderzoeken De drie onderzoeken geven vergelijkbare uitkomsten te zien. Die uitkomsten geven aanleiding tot de volgende conclusies over en aanbevelingen op de volgende onderwerpen: Communicatie Outreachende zorg (Vrijwilligers)werk, dagbesteding en opleiding Ervaringsdeskundigheid Voorlichting Goede zorg Cliëntenparticipatie Communicatie Uit de verschillende onderzoeken komt naar voren dat er veel verbeterd kan worden aan de communicatie met en rondom cliënten. Cliënten weten vaak niet tot nauwelijks wat er in gemeenten voor hen voor mogelijkheden zijn. Informatie bereikt cliënten veelal niet of is vanwege moeilijk taalgebruik niet te begrijpen. Zorg voor leesbare informatie in begrijpelijk taalgebruik. Deze informatie moet te vinden zijn op plekken waar cliënten komen, denk aan Dag Activiteiten Centra (DAC's), bibliotheek en Wat is (o)ggz? In deze publicatie gebruiken we (o)ggz als verzamelnaam om de doelgroep aan te duiden. De geestelijke gezondheidzorg (ggz) staat in het algemeen voor zorg aan mensen met psychische, psychiatrische of gedragsproblematiek. Vooral bij ernstige problematiek kunnen zich ook beperkingen voordoen op diverse levensgebieden zoals wonen, werk, sociale contacten. De hulp richt zich dan ook op die levensgebieden. Bij de openbare geestelijke gezondheidszorg (o)ggz) gaat het om zorg voor mensen die zelf moeilijk om hulp vragen en bij wie de problemen vaak ook het openbare leven raken, bijvoorbeeld omdat ze dakloos zijn, verloederen of voor overlast zorgen. In het kader van de openbare orde heeft de gemeente al lang te maken met de oggz. Met de komst van de Wmo heeft de gemeente ook uitdrukkelijk verantwoordelijkheden gekregen voor de gehele ggz. Overigens is de scheidslijn tussen ggz en oggz niet altijd scherp te trekken. De drie* onderzoeken zijn: het (O)ggz-spiegelonderzoek van het Landelijk Platform GGz en Geestdrift, door Zorgbelang Gelderland met hulp van ervaringsdeskundigen; het onderzoek naar cliëntenparticipatie Doelgroep maatschappelijke zorg (Zorgbelang Gelderland, MEE Veluwe en de Participatiemanager Maatschappelijke zorg van de Regio Noord Veluwe); het Elburgse narratief onderzoek, naar behoeften, vragen en mogelijkheden van burgers met psychische beperkingen in opdracht van de gemeente Elburg het lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantenperspectief van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen. 1

Colofon Deze InZicht is een uitgave van Zorgbelang Gelderland en gaat over drie verschillende onderzoeken over wensen en behoeften van (o)ggz-cliënten. Een digitale versie van deze InZicht vindt u in de bibliotheek van de website www.zorgbelanggelderland.nl. Voor meer informatie over deze publicatie kunt u contact opnemen met Mieke Biemond bij Zorgbelang Gelderland, telefoon 026 384 28 22, e-mail: miekebiemond@zorgbelanggelderland.nl. 2012 - Zorgbelang Gelderland Tekstredactie: Mieke Biemond en Sacha van Geel (Eind)redactie en vormgeving: Jos Rochette... Zorgbelang Gelderland Informatie Klachtenopvang Belangenbehartiging Postbus 5310 6802 EH Arnhem IJsselburcht 4 6825 BP Arnhem Telefoon 026 384 28 22 Fax 026 384 28 23 www.zorgbelanggelderland.nl info@zorgbelanggelderland.nl 2

zorginstellingen. Niet alle cliënten hebben een vaste woon- en verblijfplaats, houd daar rekening mee. Benader cliënten actief. Neem cliënten serieus; veelal weten zij als geen ander wat het beste is voor hen. Wat opvalt, is dat cliënten ervaren dat er tussen instellingen onderling of tussen afdelingen rondom cliënten nog wel eens iets mis gaat. Cliënten moeten te vaak informatie opnieuw vertellen of stukken opnieuw aanleveren. Dit levert veel ergernis op en frustreert het herstel. Verbeter de communicatiestromen tussen instellingen en afdelingen onderling. Maak mogelijk dat cliënten niet steeds opnieuw informatie aan moeten leveren. Outreachende zorg Veel cliënten geven aan geen ervaring of kennis te hebben van outreachende zorg maar daar wel voor open te staan. Investeer in outreachende zorg. Blijf in contact met de cliënt, ook als deze (tijdelijk) minder zorg nodig heeft. Breng cliënten op de hoogte over deze werkwijze. (Vrijwilligers)werk, dagbesteding en opleiding Veel cliënten geven aan (vrijwillig) te willen werken en/of een opleiding te willen volgen om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Echter, wat frustreert zijn een beperkt aanbod en onvoldoende financiële armslag om opleidingen te bekostigen. Wat cliënten ook aangeven, is dat zij vaak wel opleidingen gevolgd hebben maar door ziekte niet tot afronding van de opleiding zijn gekomen of er zijn competenties ontwikkeld buiten het reguliere opleidingsaanbod om. Zorg voor een passend opleidingsaanbod, ook op hbo-niveau. Zorg voor goede financiële ondersteuning. Zorg voor goede waardering van de ontwikkelde competenties van cliënten. Zorg voor passende werkplekken, ook op hbo-niveau. Vervul daarin als gemeente of instelling een voorbeeldfunctie door (ex)cliënten een (betaalde) werkplek te bieden. Zorg voor een divers aanbod op het gebied van dagbesteding. Maak reguliere dagbestedingsplekken toegankelijk voor cliënten. Bied cliënten die uitstromen uit de zorg ook goede opleidingskansen en kansen op werk. Ervaringsdeskundigheid Uit alle onderzoeken komt naar voren dat cliënten vinden dat meer ervaringsdeskundigen aan het werk zouden moeten kunnen binnen zorg en welzijnsinstellingen. Ook binnen gemeenten zijn voldoende mogelijkheden om ervaringsdeskundigen werk aan te bieden. 3

Creëer meer werkplekken voor ervaringsdeskundigen; denk aan loketfuncties, gastvrouw/heer functies, voorlichting en ondersteuning van cliënten. Financier opleidingsplekken voor ervaringsdeskundigen. Zorg voor goede voorlichting over het zinvolle werk dat ervaringsdeskundigen kunnen doen bij gemeenten en bij instellingen Waardeer de inzet van ervaringsdeskundigen ook financieel. Voorlichting over GGz-problematiek Goede voorlichting over GGz-problematiek blijft belangrijk, dit om stigmatisering en uitsluiting te voorkomen. Zorg voor voldoende kennis over GGz-problematiek bij burgers, gemeenten, woningbouwstichtingen, scholen, sportclubs etc. Betrek cliënten zelf hierbij, zij kunnen als geen ander vertellen wat het is. Goede zorg rondom de cliënt Cliënten geven aan dat zij niet altijd gebruik (kunnen) maken van passende zorg en/of ondersteuning, bijvoorbeeld doordat zij onvoldoende kennis hebben van de mogelijkheden of niet tot de zorg worden toegelaten vanwege het ontbreken van een vaste verblijfplaats. Geef cliënten zoveel als mogelijk de eigen regie in handen maar spring bij daar waar nodig. Zorg dat cliënten kennis kunnen nemen van de mogelijkheden waar zij gebruik van kunnen maken. Zorg dat ook de cliënten Maatschappelijke Zorg toegang krijgen tot deze zorg. Investeer in ketenzorg. Benader cliënten individueel. Werk zoveel mogelijk met een vaste contactpersoon. Cliëntparticipatie Cliëntparticipatie is afgelopen jaren steeds beter georganiseerd. Toch blijft cliëntparticipatie kwetsbaar. Onder andere vanwege terugkerende of chronische gezondheidsproblematiek is deze cliëntengroep in tegenstelling tot andere groepen burgers waar gemeenten en instellingen mee te maken hebben kwetsbaar. Blijf investeren in cliëntparticipatie. Betrek hierbij ook de cliënten Maatschappelijke Zorg. Blijf de ondersteuning van cliënten die actief zijn in Wmo- en cliëntenraden regionaal ondersteunen. Het uitwisselen van ervaringen is essentieel voor een goede inbreng in de raden. 4

Drie onderzoeken Na de conclusies en aanbevelingen waarmee we deze InZicht begonnen, gaan we nu dieper in op de drie afzonderlijke onderzoeken. Achtereenvolgens staan we stil bij het (O)ggzspiegelonderzoek, de interviews over Cliëntenparticipatie Doelgroep Maatschappelijke Zorg Noordwest-Veluwe en het Elburgs narratief onderzoek. Het (O)ggz-spiegelonderzoek Een spiegel voorhouden Regionale resultaten afgezet tegen landelijke gemiddelden en cliëntervaring afgezet tegen de gemeentelijke visie Het onderzoeksdoel Wat vinden cliënten van de (openbare) geestelijke gezondheidszorg van het gemeentelijk beleid dat over hun voorzieningen en hulpverlening gaat? Hoe oordelen gemeenten daar zelf over? En waar vinden cliënten en gemeenten verbeteringen mogelijk? Wat is specifiek voor het onderzoek. Dit betrof een landelijk onderzoek, bestaande uit een zeer uitgebreide vragenlijst om de meningen en ervaringen van zowel cliënten als gemeenten te peilen. Het onderzoek toetste de gemeenten op de volgende zes criteria: beschikbaarheid aanbod; integraal werken; toegankelijkheid aanbod; eigen regie; outreachend werken; beleidsparticipatie. Verder informeerde het (O)ggzspiegelonderzoek naar ervaringen in de drie volgende leefgebieden: zelfstandig functioneren; dagbesteding, activering en werk; leefbaarheid. Over de deelnemers Het onderzoek is gericht op de groep GGz-cliënten die niet langdurig is opgenomen in een instelling maar zelfstandig woont, eventueel met begeleiding of in een beschermde woonvorm. Sommigen hebben geen vaste woonplek. Aan het onderzoek hebben 47 cliënten deel genomen uit de zes verschillende gemeenten. De gemeenten die hebben deelgenomen aan het onderzoek zijn Elburg, Ermelo, Harderwijk en Oldebroek. 5

Tabel 1: Rapportcijfers op hoofdcriteria criterium cliënten Noordwest-Veluwe n=47 gemeenten Noorwest-Veluwe n=4 cliënten landelijk gemeenten landelijk beschikbaarheid 6,8 7,0 6,3 6,8 toegankelijkheid 6,9 6,0 6,3 6,7 outreachend werken 5,0 6,0 5,3 6,4 integraal werken 5,5 6,5 5,6 6,8 eigen regie 6,9 5,0 6,2 6,3 beleidsparticipatie 5,6 6,5 5,6 6,4 gemiddeld 6,1 6,2 5,9 6,6 Tabel 2: Beschikbaar aanbod en het percentage dat hier gebruik van maakt financiële hulp vanuit Wmo-loket % cliënten landelijk cliënten Noordwest- Veluwe 31 10 15 5 nazorg 13 5 thuisbegeleiding woonbegeleiding dagbesteding begeleiding scholing/ werk sociale activiteiten 24 8 14 22 37 21 18 6 17 10 anders 31 12 De uitkomsten van het onderzoek in cijfers In de interpretatie van de tabellen op deze pagina, hebben wij vooral gekeken naar grootste verschillen tussen het gemiddelde cijfer van de 47 cliënten afgezet tegen het gemiddelde cijfer landelijk. Zo zijn er opvallende verschillende af te lezen uit tabel 2. Deels is dit te verklaren doordat er relatief veel mensen uit beschermde woonvormen de vragenlijst hebben ingevuld, deels zijn dit dus de vlakken waarop het aanbod in de regio op verbeterd zou moeten worden. Beschikbaarheid van het aanbod algemeen Een groot aantal cliënten wist niets van de Wmo. Dit kan verklaard worden door het feit dat de ondervraagden voor het grootste deel beschermd woont. Ook uit andere onderzoeken blijkt dat de Wmo niet breed bekend is onder de doelgroep. Het gaat niet alleen om mensen die buiten de instellingen verblijven; ook cliënten die in instellingen verblijven, zouden op de hoogte moeten zijn van de Wmo. Kennis van ondersteuningsmogelijkheden buiten de instellingen maakt de overstap naar de maatschappij misschien wel gemakkelijker. Zeker gezien De Kanteling en het scheiden van wonen en zorg. Als het aanbod van de instelling voldoet, blijven de gemeentelijke voorzieningen buiten beeld. Het verklaart ook waarom er betrekkelijk vaak gebruik wordt gemaakt van woonbegeleiding en er weinig beroep wordt gedaan op financiële hulp, Wmoloket, nazorg, thuisbegeleiding, dagbesteding en begeleiding naar werk. Gemeenten en instellingen zouden samen zorg moeten dragen dat alle GGz-cliënten gemakkelijk toegang zouden moeten hebben tot kennis over en faciliteiten vanuit de Wmo. 6

citaten over beschikbaarheid van het aanbod Ik vind dat ik goed begeleid word. Bij begeleid wonen is het goed en op de plek zelf veel ruimte. In de gemeente is er niet veel ruimte voor. Probleem is dat mensen niet gemakkelijk toegang hebben tot de sociale huurmarkt. De hulp en het aanbod zijn afkomstig van GGz Centraal (ziekenhuis) en niet van de gemeente. Er is genoeg, maar vaak niet passend genoeg voor veel mensen, met ernstige problematiek op sociaal, emotioneel gebied. Beschermd wonen bij de Ganzenhof van Meerkanten is prima! Had tot vandaag nog nooit van de Wmo gehoord. conclusie Veel mensen in de beschermde woonvormen zijn redelijk tevreden over het aanbod van zorg van de eigen instelling. Zij maken weinig gebruik van voorzieningen die het leven in de maatschappij mogelijk maken, zoals de toeleiding naar vrijwilligerswerk en werk. Dit is mogelijk een belemmering als mensen herstellen en zelfstandig wonen mogelijk wordt. Algemeen wordt gedacht dat dagbesteding leidt tot betere geestelijke gezondheid. Als mensen succesvol op zichzelf willen gaan wonen, is het van belang dat er ook stappen gezet worden richting dagbesteding in welke vorm dan ook. Outreachend werken algemeen Outreachend werken past goed in recente ontwikkelingen zoals De Kanteling in de Wmo en Welzijn Nieuwe Stijl. Eigenlijk kan ondersteuning aan mensen uit de (o)ggz-doelgroep niet zonder deze wijze van werken. Omdat een aanzienlijk deel in een isolement verkeert en mensen het moeilijk vinden om zelf hulp te vragen of de juiste wegen niet weten te vinden, moeten ze tot contact verleid worden: mensen geven aan dat ze veel dingen vaak zelf moeten uitzoeken als het gaat om bijvoorbeeld aanvragen van dagbesteding of financiële vergoedingen; als mensen ergens niet komen opdagen, krijgen zij geen bericht met de vraag: waar was u? het wordt ook niet altijd doorgegeven als een afspraak niet doorgaat van de kant van de professional. citaten over outreachend werken Ik ben nooit benaderd Ik benader zelf mensen 'van buiten' om deel te nemen aan activiteiten in het ziekenhuis. Ik had er wel behoefte aan, er was niets, heb alles zelf geregeld. Te vaak weinig persoonlijk en actieve benadering, meer alles uit eigen initiatief overlatend. Het zou fijn zijn als er via een flyer of poster te zien is wat en waar en voor wie er iets gedaan wordt en zo. Laat ze me maar eens benaderen. Dat ze contact opnemen over welke hulp en ondersteuning er wordt is. Van goot naar stoeprand is een flinke stap alleen er zit geen hulpverlening tussen. conclusie Outreachend werken kan beter. Cliënten moeten weten wat het inhoudt en welke verwachting ze er van mogen hebben. 7

Integraal werken algemeen De (O)ggz-doelgroep krijgt te maken met veel verschillende instanties en hulpverleners; cliënten ondervinden immers vaak beperkingen op verschillende leefgebieden. Bovendien wisselen intramurale en extramurale zorg elkaar af en heeft zorg haar oorsprong in verschillende domeinen (Wmo, Awbz, Zvw, jeugdzorg, forensische zorg). Vanuit het perspectief van de cliënt is de wereld van zorg en welzijn niet altijd even overzichtelijk. Samenhang in het (hulp)aanbod en goede samenwerking tussen diverse instanties en hulpverleners is belangrijk. Hulp en ondersteuning moeten goed aansluiten op de individuele wensen. Een integrale aanpak moet voorkomen dat: cliënten telkens opnieuw hetzelfde verhaal moeten vertellen; er overlappingen of juist hiaten in het zorgaanbod zitten; er door te veel hulpverleners (die op verschillende levensterreinen met de cliënt actief zijn) tot overbelasting en gebrek aan overzicht ontstaat; er tegenstrijdige adviezen en boodschappen afgegeven worden. citaten over integraal werken Ik heb alleen begeleiding nog bij poli Hoogstede, daarbuiten, heb ik niet het idee of geef ik niet altijd aan dat ik ex psychiatrisch patiënt ben. Daartussen bestaat nooit een koppeling. De gemeente kan beter samenwerken met de sociale dienst. Ze moeten beter communiceren en zo inzien hoe ze te werk moeten gaan. De fouten die gemeentes maken, mag ik niet maken. Dan raak ik alles kwijt. conclusie Het is zeer waarschijnlijk dat de bundeling van (vrijwel) alle vormen van zorg en ondersteuning binnen GGz Centraal ertoe leidt dat 72% van de ondervraagden aangeeft één aanspreekpunt te kennen. Dat slechts één gemeente aangeeft te investeren in één aanspreekpunt, vormt zeker geen verklaring voor dit hoge percentage. Verder is het opvallend dat drie van de vier gemeenten niet weten of cliënten met behoud van een uitkering deeltijdwerk of scholing kunnen volgen. Dertig procent van de ondervraagde cliënten geeft met behoud van een uikering in deeltijd te werken of scholing te volgen. 8

Eigen regie algemeen Het (opnieuw) vat krijgen op het eigen leven is een centraal thema voor mensen met langdurende psychiatrische of psychosociale problemen. Zij zijn vaak vergroeid met hun rol als afhankelijke cliënt. Versterking van eigen kracht en van het sociale netwerk om hen heen helpt hen de eigen regie weer te nemen. citaten over eigen regie Het hangt veel af van geld. Ik kan wel veel zelf beslissen, maar er zitten gaten in zorg, hulp en begeleiding mijn inziens. Beter eigen keuzen maken, kan volgens de ondervraagden als volgt: Stimuleer en motiveer de deelname aan sociale, culturele activiteiten. Doe dit niet in lotgenotengroepen; die zijn te vaak toch te deprimerend of qua niveau niet passend. Neem ons serieus en denk niet dat we gek zijn. Laat me mijn eigen keuzes maken; dat kan ik. Ik wil meer weten wat is mogelijk en hoe het haalbaar is voor mij en wat het kost de cliënt geeft aan Iets meer dan de helft van de ondervraagden geeft aan dat zij iets te kiezen hebben in de hulp en activiteiten die zij krijgen aangeboden. Driekwart kan zelf bepalen wat zij belangrijk vinden in de begeleiding; landelijk ligt dat percentage aanzienlijk lager (59%). Ook beschikken de ondervraagden op de Noordwest-Veluwe over een groter sociaal netwerk dat kan helpen bij de dagelijkse dingen, dan landelijk gemiddeld (59% versus 41%). Daarnaast sluit het traject voor dagbesteding, werk of scholing op de Noordwest-Veluwe beter aan bij de wensen voor de toekomst dan dit landelijk het geval is (46% versus 36%). Wat opvalt in de cijfers is dat gemeenten de eigen regie door cliënten als onvoldoende beoordelen. conclusie Zorg die vanuit instellingen wordt geleverd, vormt de basis voor de positieve oordelen. Het valt op dat het oordeel van de cliënten en de gemeenten ver uit elkaar liggen. 9

Cliëntparticipatie Doelgroep Maatschappelijke Zorg Noordwest-Veluwe Het onderzoeksdoel De behoeften van de meest kwetsbaren (hiermee wordt bedoeld de (ex)- dak- en thuislozen) uit onze samenleving zichtbaarder te maken bij de beleidsmakers in de regio. Specifiek voor het onderzoek Er is een brug gebouwd tussen de WMO-raden van de RNV en de doelgroep Maatschappelijke Zorg van de prestatievelden 7, 8 en 9, die zich met name in verschillende opvanginstellingen bevinden en een oplossing proberen te vinden voor de participatieproblematiek. Uitkomsten De uitkomsten van de interviews zijn onder te verdelen in verschillende aandachtsgebieden: wonen, daginvulling, welzijn en zorg. Per aandachtsgebied zijn in de volledige publicatie ook verbetersuggesties beschreven. In deze samenvatting beperken wij ons tot de uitkomsten en komen de verbetersuggesties terug in de algemene aanbevelingen waar deze publicatie mee begonnen is. Door de samenwerking van de drie betrokken organisaties MEE Veluwe, Zorgbelang Gelderland en de participatiemanager, is de kennis op het gebied van regionale ontwikkelingen, de ondersteuning van cliënten Maatschappelijke Zorg en de kennis van cliëntparticipatie bij elkaar gebracht. Insteek was om op laagdrempelige wijze de doelgroep Maatschappelijk Zorg te benaderen. Binnen dit project is er voor gekozen om de interviews af te laten nemen door cliënten uit de doelgroep. Cliënten van de verschillende instellingen in regio Noord West Veluwe zijn door de Procesmanager Participatie Maatschappelijke Zorg benaderd met de vraag of zij een bijdrage aan deze participatie wens zouden willen leveren door het afnemen van interviews binnen de doelgroep, Zorgbelang heeft hiervoor de vragenlijst aangeleverd, MEE Veluwe heeft voor de coaching en begeleiding van de vrijwilligers gezorgd. Wonen Over het algemeen zijn respondenten tevreden met hun woonomgeving. Cliënten geven aan dat men overlast ervaart van de allochtone inwoners in de regio. Deze overlast lijkt met name voort te komen uit wederzijds onbegrip. Het wooncomfort wordt beïnvloed door een aantal factoren zoals privacy, onderhoud van de woning, groen in de omgeving en de mate van financiële armslag. Cliënten geven aan dat zij hun privacy voldoende gewaarborgd vinden maar dat op onderhoud van de woningen en de groenvoorziening in de buurt winst te halen valt. Een cliënt gaf aan binnenkort te verhuizen in verband met de staat van onderhoud van de huidige woning! Over de deelnemers Vrijwilligers uit de doelgroep en de respondenten zijn cliënten uit de doelgroep Maatschappelijke Zorg en bezoeken allen een of meerdere instellingen in de regio zoals De Ontmoeting, De oude Synagoge, IrisZorg, Tactus en Meerkanten. Over het algemeen staan zij al voor langere tijd buiten het arbeidsproces en hebben al voor langere tijd te maken met de hulpverlening. Tijdens dit onderzoek zijn 23 interviews afgenomen. Het betreft hierbij grotendeels een andere cliëntenpopulatie dan die bevraagd is in het (O)GGzspiegelonderzoek. 10

Daginvulling Cliënten zijn over het algemeen niet werkzaam of nemen in beperkte mate deel aan het arbeidsproces. Cliënten ervaren dit als beperking en zouden meer willen doen met hun capaciteiten en volwaardig mee willen doen aan het arbeidsproces. Een groot deel van de cliënten geeft aan dat zij zich onvoldoende (financieel) gewaardeerd voelen voor de werkzaamheden die zij verrichten. Dagbesteding wordt niet altijd als passend ervaren. Daarnaast hebben cliënten vaak een onderbroken arbeidsverleden of zijn door hun beperking gedwongen om van werkzaamheden te switchen. Om hier daadwerkelijk handen en voeten aan geven is niet voor iedereen mogelijk, mede door het ontbreken van voldoende financiële armslag. De huidige bezuinigingen in de dagopvang zorgen voor veel onrust. Cliënten geven aan bang te zijn dat het teruglopen van de mogelijkheden om van dagopvang gebruik te kunnen maken een nadelige invloed heeft op hun welbevinden. Welzijn Cliënten Maatschappelijke Zorg zijn veelal afhankelijk van een uitkering. Uit de respons op de interviews blijkt, dat met name in het contact tussen gemeente en cliënt winst te behalen valt. Het vertrouwen van cliënten in de gemeenten is laag. Cliënten ervaren een gebrek aan kennis over de specifieke problemen waar zij tegenaan lopen. Het ontbreken van een vast aanspreekpunt lijkt hier een rol in te spelen. Ook gaat er vaak veel mis tussen de verschillende instanties onderling, wat het vertrouwen van cliënten negatief beïnvloed. Cliënten zijn veelal niet op de hoogte van de verschillende regelingen die gemeenten bieden om minder draagkrachtigen financieel te ondersteunen. Focus van de gemeenten lijkt op schuldsanering en ouderenzorg te liggen. Weinig respondenten geven aan tot een van deze doelgroepen te behoren. Bij het ontbreken van een vaste verblijfplaats, is het gebruik maken van financiële regelingen niet mogelijk. Ook het woud aan formulieren is een struikelblok. Zorg Het algemeen beeld dat hierin naar boven komt, is dat cliënten over het algemeen ontevreden zijn over de zorg die door instellingen in de regio geboden wordt. Problemen die cliënten ervaren, liggen op het terrein van de communicatie tussen de verschillende instanties. Ook vinden veel cliënten dat ze te weinig zorg krijgen en dat de zorg die geboden wordt vaak pas na het vragen om zorg ingezet wordt. Veel cliënten geven aan dit anders te willen. Outreachende bemoeizorg lijkt hierin een oplossing te kunnen zijn, maar alleen dan als er open en eerlijk naar cliënten gecommuniceerd wordt. Bemoeizorg lijkt gewenst maar bemoeienis met cliënten niet! Problemen op het gebied van onderlinge communicatie tussen instellingen wordt ervaren bij Tactus, Meerkanten, Multitoon, en Iriszorg (nachtopvang). Met betrekking tot de interne communicatie wordt er vooral een probleem geconstateerd bij Meerkanten; respondenten geven aan dat afdelingen onderling onvoldoende communiceren waardoor zij te vaak informatie opnieuw aan moeten leveren. In Harderwijk functioneert de thuislozen opvang onder de maat; cliënten geven aan dat de instellingen werkzaam in deze gemeente weinig tot niets voor elkaar krijgen in het belang van de (geïnterviewde) cliënt. 11

Algemeen Zowel de vrijwilligers als respondenten hebben door het op doen van veel negatieve ervaringen in het verleden hun vertrouwen in de gemeenten en zorginstellingen vaak verloren. Dit initiatief om cliënten te benaderen om hun mening te geven over het maatschappelijke beleid in de regio, wordt dan ook met enig scepsis bekeken. Voor instellingen ligt de uitdaging vooral in het betrekken van de cliënt bij zijn of haar eigen hulpverleningstraject en het optimaliseren van de interne communicatie rondom de cliënt. Communiceer open over het behandelaanbod dat de instelling biedt. Doe dat op een toegankelijke manier. Luister naar de cliënt, hij of zij weet vaak heel goed wat hij of zij nodig heeft met betrekking tot de zorg, zoek hierin de samenwerking met de cliënt. Zorg dat de interne communicatie op orde is. Te vaak worden cliënten geconfronteerd met het ontbreken van goede onderlinge communicatie, dit komt het behandelingstraject niet ten goede en frustreert de cliënt. Investeer in outreachende zorg. Investeer in de communicatie met andere ketenpartners rondom de zorg voor de cliënt. Waar liggen specifieke taken voor gemeenten of instellingen Uit de interviews komt naar voren dat zowel door gemeenten als instellingen winst te behalen valt als het gaat om de zorg voor cliënten Maatschappelijke Zorg. Voor gemeenten ligt de uitdaging met name op het gebied van communicatie met deze doelgroep en het bereikbaar maken van voorliggende voorzieningen. Zorg voor voldoende kennis over de doelgroep. Zorg dat cliënten kennis kunnen nemen van de voorliggende voorzieningen. Investeer in de directe woonomgeving van de cliënten Maatschappelijk Zorg. Werk intensief samen met andere organisaties om op die manier een 'zorg'kring rondom de cliënt te vormen, betrek de cliënt hierin. Maak mogelijk dat cliënten een stapje verder kunnen komen op de maatschappelijke ladder. 12

Het leven is niet altijd mooi, maar dat hoort ook wel een beetje. Een onderzoeksverslag over vraagpatronen van burgers met psychiatrische en/of psycho-sociale problemen die wonen in de gemeente Elburg Het onderzoeksdoel In Elburg is er op initiatief van de Gemeente Elburg en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen een onderzoek gedaan waarbij cliënten uit Elburg uitgenodigd zijn om hun verhaal te vertellen. De onderzoeksvraag was: "Welke wensen, behoeften en mogelijkheden hebben burgers met psycho-sociale en/of psychiatrische problemen met betrekking tot wonen, welzijn en zorg in de gemeente Elburg?" Wie zijn de deelnemers De resultaten van dit onderzoek zijn gebaseerd op open interviews met 23 bewoners van de gemeente Elburg. Zij hadden allemaal psychiatrische en/of psychische problemen. Wat is specifiek voor het onderzoek De verhalen van cliënten uit Elburg zijn geanalyseerd, wat vijf vraagpatronen heeft opgeleverd. De patronen die de onderzoekers vonden, zijn met andere belanghebbenden besproken in twee zogeheten transdisciplinaire bijeenkomsten. In deze bijeenkomsten is betekenis gegeven aan de gevonden data. De uitkomsten Tachtig procent van de respondenten uit het onderzoek weet actief vorm te geven aan zijn of haar leven. Daarbij vervullen zij diverse rollen: de rol van partner, ouder, werknemer, vrijwilliger, maatje, deelnemer aan activiteiten, leerling. De vraag die regelmatig bij professionals en gemeentes te horen is: 'Hoe kunnen burgers met psychiatrische en/of psychosociale problemen geactiveerd worden?' lijkt daarmee onterecht. Natuurlijk is er wel een deel van de doelgroep die het niet lukt om binnen- en buitenshuis actief te zijn. Deze doelgroep heeft meer pro-actieve inzet van professionals nodig. Deze inzet moeten professionals niet bij zichzelf houden maar juist verbreden naar inzet door burgers (de informele netwerken). Een tweede kern is de behoefte aan contacten bij veel respondenten. Het gaat hierbij niet altijd om een andere hoeveelheid contacten maar meestal om de kwaliteit van de contacten of de diversiteit in contacten. Aanbevelingen Aanbevelingen zijn samen geformuleerd. De onderzoeker heeft met de respondenten en professionals in een bijeenkomst nagedacht over welke bijdrage iedere betrokken partij kan geven. Hieronder een voorbeeld van de uitkomst bij elke partij als het gaat om vraagpatroon 'Neem mij serieus'. Burgers met psychosociale en/of psychiatrische problemen, blijf doorpraten en vertellen over jezelf. Er zijn angsten, negatieve ervaringen in het verleden en nog veel meer redenen waarom cliënten niet voldoende over zichzelf vertellen, zoals het gevoel dat anderen niet geïnteresseerd zullen zijn. Dit leidt ertoe dat anderen je door gebrek aan kennis niet serieus kunnen nemen. Voor alle burgers van Elburg ligt er de mogelijkheid om bij te dragen aan de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Juist deze jonge mensen moeten meekrijgen dat diversiteit van mensen normaal en leuk is. Leer jonge mensen om de waarde van ieder mens te zien. Aan professionals is de vraag om meer professionele verbindingen te leggen, bijvoorbeeld tussen welzijn en zorg. Dit bevordert een breder perspectief in het werken met de doelgroep en voorkomt dat opnames een letterlijke breuk met de maatschappij zijn. Tot slot is het verzoek aan de gemeente om nog meer initiatie ven te ondersteunen waarbij erva ringsdeskundigen worden ingezet bij de begeleiding die professio nals bieden of ze zelfs het werk van professionals deels over te laten nemen. Deze inzet is bij zowel welzijn als zorg mogelijk. 13

Vraagpratronen Bij de vijf gevonden vraagpatronen gaat het om: Ik ben een burger met mogelijkheden Mensen met psychiatrische en/of psychosociale problemen worden graag benaderd als burger en niet als cliënt. Uit de interviews wordt duidelijk dat zij vele burgerrollen wensen en ook daadwerkelijk vervullen: die van partner, werknemer, ouder etcetera. Het vraagt wel bijzondere inspanning van hen om hun behoefte aan volwaardig burgerschap te vervullen en deze rollen in te nemen. Hoe doen ze dat? Tachtig procent van hen probeert een burgerrol te vervullen door actief te zijn via opleiding, hobby's, vrijwilligerswerk, werk en dagactiviteiten. Ze dragen bijvoorbeeld bij aan beleidsvormende overleggen of helpen met het organiseren van activiteiten. Deze activiteiten zijn veel op henzelf als doelgroep gericht, waardoor hun wens en die van gemeente tot integratie niet gerealiseerd wordt. De mogelijkheden die deze burgers blijken te hebben, kunnen ook voor het algemeen nut ingezet worden en daarmee alle burgers ten dienste staan. Neem mij serieus! Mijn woorden en mijn doen en laten Iemand serieus nemen, heeft betrekking op de inhoud die iemand vertelt, de bereidheid van de geschikte toehoorder om te luisteren en de manier waarop iemand iets zegt. Mensen gebruiken taal om te vertellen over hun leven en ervaringen. Met hun taal laten ze iets van zichzelf zien aan een ander. Dit doen ze niet alleen door te vertellen over iets (een inhoud), maar ook door het op een bepaalde manier te vertellen (een vorm). Als mensen bijvoorbeeld iets zeker weten, dan spreken ze stellend ( zo is het ); als ze aarzelen, dan werpen ze hypotheses op en gebruiken ze modaliteiten ( zo zou het kunnen zijn ). Ook burgers met psychiatrische en/of psychosociale problemen laten in hun woordkeuze en manier van spreken zien hoe het leven voor hen is. Ze laten in hun keuzes voor inhouden en vormen zien wat wel of niet past bij hun leven. Daarvoor moet men niet alleen luisteren naar wat zij vertellen, maar ook naar hoe ze het vertellen. De geïnterviewden uit dit onderzoek lieten in inhoud en vorm blijken dat ze serieus genomen willen worden. Achter hun soms twijfelende antwoorden zat bijvoorbeeld kennis over hun mogelijkheden en beperkingen. 14

Help mij als ik vastzit Er zijn verschillende fases te onderscheiden in het leven van burgers met psychosociale en/of psychiatrische problemen. In fases waarin problematiek overheerst, zijn er problemen op meerdere levensgebieden. Het gaat in de verhalen van de geïnterviewden bijvoorbeeld steeds over hun problemen (hun ziekte), maar regelmatig ook over andere, terugkerende onderwerpen als financiën of behoefte aan contact. Soms zitten ze in deze fase daarbij ook letterlijk vast, ze komen bijvoorbeeld het huis en/of bed nauwelijks uit. In deze fase is het voor hen moeilijk om regie te voeren en hebben ze anderen nodig om hen op weg te helpen. Op weg helpen betekent hier niet alleen helpen om in actie te komen, maar ook helpen om meer waar te nemen of aan andere dingen te denken. Ze willen best actiever zijn, maar het moet geen verplich ting worden. Daarnaast gaat regie over eigen beslissingen kunnen nemen over de zorg voor zichzelf. Dit betreft het aantal ervaren vrijheidsgraden om te beslissen over medicatie, huishouden, woonsituatie, financiën en voorzieningen. Respondenten blijken qua woonsituatie bereid te zijn iets van hun vrijheid op te geven. Qua financiën en voorzieningen ontbreken vaak informatie over mogelijkheden en bij financiën ontbreekt het vaak aan inzicht in de logica van het systeem. Ik ben geïnteresseerd in verschillende contacten! Jij ook? Geïnterviewden geven aan dat lotgenoten goed kunnen luisteren, meevoelen en zacht zijn voor elkaar. Deze kwaliteiten zien zij minder terug bij de gewone burgers. Wat geïnterviewden bij gewone burgers zoeken, zijn andere, soms meer positieve verhalen. Ze vinden het hebben van contacten belangrijk, maar wensen ook contacten buiten de kringen van de geestelijke gezondheidszorg. Tegelijkertijd laten ze in hun verhalen zien wat zij zelf te bieden hebben: kunnen luisteren en meevoelen, nuttige ervaringskennis over het overeind blijven in moeilijke periodes van het leven. Het is niet altijd de ervaring van respondenten dat andere burgers openstaan voor contacten met hen en dat vinden ze jammer. Ik wil regie blijven houden, heb daarom geduld met mij De geïnterviewden hebben veel meegemaakt; desondanks lukt het tachtig procent van hen om actief in het leven te staan. Ze hebben werk in allerlei vormen en zijn geïnteresseerd in hobby's. De geïnterviewden laten zien dat ze regelmatig de regie nemen in hun leven en dat dit voor hen belangrijke succes momenten zijn. Toch lukt het regelmatig ook niet. De geïnterviewden willen desondanks graag uitgenodigd blijven. 15