LOKAAL HORECACONVENANT OLDEBROEK Ondergetekenden: de burgemeester van de gemeente Oldebroek; hierna te noemen 'de burgemeester'; de politie Oost Nederland, team Veluwe Noord, te dezen vertegenwoordigd door de teamchef J.B.A. Bijsterbosch, hierna te noemen 'de politie'; deelnemende horeca-inrichtingen in de gemeente Oldebroek, hierna te noemen 'de horeca'; overwegende dat - een gezellig, veilig en aantrekkelijk imago van de horeca binnen onze gemeente een gezamenlijk belang is; - een diversiteit aan horecabedrijven en de sociale functie die de horeca vervult een gemeenschappelijk belang is; - geweld en overlast in uitgaansgebieden deze belangen bedreigen en daarom voorkomen dienen te worden; - partijen van oordeel zijn dat alleen met een goede samenwerking een veilig en verantwoord uitgaansklimaat kan worden bereikt; - partijen elkaar om die reden willen versterken en stimuleren in het oplossen van horeca gerelateerde problemen, die liggen binnen de bevoegdheid en verantwoordelijkheden van partijen, waarbij ruimte blijft om op een positieve wijze in te spelen op de lokale omstandigheden; maken de volgende afspraken: Artikel 1 - Deelnemende horeca-inrichtingen Aan het lokaal convenant nemen regulier commercieel-economisch opererende horecainrichtingen deel die in ieder geval alcoholhoudende drank schenken.
Artikel 2 Sluitingstijden 1. Op grond van artikel 5:2 APV zijn horeca-inrichtingen in de regel voor publiek gesloten op maandag tot en met zaterdag tussen 01:00 uur en 07:00 uur, en op zondag tussen 00:00 uur en 07:00 uur. 2. Deelnemende horeca-inrichtingen in de gemeente Oldebroek kunnen op aanvraag in aanmerking komen voor een ontheffing van de sluitingstijd. 3. Met een ontheffing als bedoeld in lid 2 mogen horeca-inrichtingen na het algemeen geldende sluitingsuur uit artikel 5:2 van de APV geen nieuwe bezoekers meer toelaten. Het op dat moment in de inrichting aanwezige publiek mag tot uiterlijk 03.00 uur in de inrichting verblijven. Deze horeca-inrichtingen dienen verder tussen 03.00 uur en 07.00 uur voor het publiek gesloten te zijn. 4. De horecaondernemer draagt er zorg voor dat het uitgaanspubliek op de hoogte is van de instap- en sluitingstijden. 5. De politie ziet in het algemeen toe op de naleving van de sluitingstijden. 6. Bij overtreding van de sluitingstijdenregeling wordt door de politie proces-verbaal van bevindingen opgemaakt en wordt de burgemeester schriftelijk op de hoogte gesteld. 7. Op verzoek van de horecaondernemer kan afgeweken worden van het sluitingstijdstip van 23.00 uur voor een bij het horecabedrijf behorend terras. Artikel 3 Portier De burgemeester bepaalt in overleg met de desbetreffende teamchef van de politie wanneer het raadzaam is om een horeca-inrichting te verplichten gebruik te maken van een portier. Artikel 4 Maatregelen en inzet van de horecaondernemer 1. De horecaondernemer is zich bewust van zijn (mede) verantwoordelijkheid over overmatig alcoholgebruik. 2. Het is toegestaan om in de horeca-inrichting activiteiten/evenementen te organiseren mits geen gevaar bestaat voor: - de veiligheid van het publiek en de deelnemers; - wanordelijkheden; - aantasting van de algemene normen van zedelijkheid. 3. De horecaondernemer zorgt door huis- en gedragsregels voor een correcte gang van zaken binnen het bedrijf. 4. De horecaondernemer onthoudt zich van verkoop bevorderende activiteiten (zoals happy hours en all-inclusive) inzake alcoholhoudende drank, die gericht zijn op jongeren. 5. De horecaondernemer draagt er zorg voor dat de wettelijke bepalingen ten aanzien van de verstrekking van alcoholhoudende drank aan minderjarigen consequent wordt nageleefd. Er wordt aan personen jonger dan 18 jaar geen alcohol verstrekt, ook niet via derden.
6. De horecaondernemer staat geen gebruik en/of handel van drugs en wapens toe in zijn bedrijf. Hij stemt zijn handelen hier duidelijk en consequent op af door: - personen die kennelijk onder invloed van drugs verkeren niet toe te laten tot het horecabedrijf. - direct in contact te treden met de politie wanneer hij constateert dat in zijn horecabedrijf drugs worden of zijn gebruikt en/of in drugs wordt gehandeld. - personen die in bezit zijn van een (vuur)wapen of een voorwerp dat als zodanig kan worden gebruikt de toegang te weigeren of uit de inrichting te verwijderen. - enig voorval waar een wapen bij is betrokken bij de politie te melden. 7. Bij vermeend constateren van drugshandel overleggen politie en de betrokken ondernemer over de wijze van aanpak, die mede is gericht op voorkoming van risico voor de ondernemer. 8. Indien klanten zich niet conform de huisregels gedragen, kan de individuele horecaondernemer overgaan tot formele ontzegging van de toegang voor de eigen horecagelegenheid voor bepaalde tijd. Dit kan bijvoorbeeld naar aanleiding van: - De toepassing van verbaal of fysiek geweld naar bezoekers of personeel; - Het ergerlijk lastig vallen van horecaondernemer / personeel of bezoekers (bijvoorbeeld seksuele intimidatie); - Overlast gevend gedrag, ook in de directe omgeving (25 meter) van de horecagelegenheid; - Overmatig drankgebruik; - Uitingen van discriminatie; - Vernielingen; - Diefstal; - Wapenbezit; - Handel in en/of gebruik van drugs. De horecaondernemer stelt de politie in kennis van de individuele ontzegging. 9. De verantwoordelijkheid van de horecaondernemer houdt niet op bij de deur. Indien een incident, dat in de inrichting is ontstaan dreigt te escaleren en zich naar buiten toe verplaatst, zal de politie hiervan direct in kennis worden gesteld. 10. De horecaondernemer weert consequent personen uit zijn zaak die in kennelijke staat van dronkenschap zijn. Aan in de zaak aanwezige personen wordt geen alcoholhoudende drank meer geschonken, wanneer deze in kennelijke staat van dronkenschap dreigen te raken. Artikel 5 Maatregelen en inzet van de gemeente 1. Minstens eenmaal per jaar controleert de gemeente de juistheid van de Drank- en Horecawetvergunningen aan de hand van het register van de Kamer van Koophandel. 2. De horeca-inrichting wordt minimaal eenmaal per jaar door een ambtenaar van de gemeente bezocht en gecontroleerd op de naleving van relevante wetgeving.
3. De gemeente neemt consequent maatregelen bij een gegronde klacht over geluidsoverlast van een horecabedrijf. 4. De gemeente voert een alcoholmatigingsbeleid met betrekking tot minderjarigen en controleert op alcoholgebruik van minderjarigen conform het vastgestelde beleid. 5. De gemeente zorgt ervoor dat er structureel overleg plaatsvindt tussen Koninklijk Horeca Nederland, afdeling Noord Veluwe, gemeente en desgewenst politie en/of individuele horecaondernemers. Artikel 6 Maatregelen en inzet van de politie 1. De politie draagt er zorg voor dat tijdens de uitgaansuren op vrijdag en zaterdagavond sprake is van adequaat en zichtbaar toezicht door tenminste twee politiefunctionarissen. 2. De politie maakt met de burgemeester nadere afspraken over toezicht. 3. De politie is op de uitgaansavonden bereikbaar via de mobiele 'horecatelefoon', waarvan het nummer bij de horeca-inrichting bekend is gemaakt. 4. Bij de politie is een functionaris als 'horeca-aanspreekpunt' aangewezen, die op de hoogte is van de lokale omstandigheden in de gemeente. Deze functionaris is het aanspreekpunt voor zowel de gemeente als de horeca. 5. De politie stelt, bij signalen of tips over vermeende handel in of gebruik van drugs en wapens in een inrichting of de omgeving daarvan, een onderzoek in en koppelt het resultaat hiervan terug aan de melder. 6. De politie maakt werkafspraken met de horecaondernemers onder meer over het inleveren van aangetroffen drugs en wapens. Artikel 7 - Handhaving 1. De bevoegdheden van de burgemeester, politie en justitie inzake bestuurs- en strafrechtelijk optreden onverlet latende, kan het niet nakomen van dit convenant leiden tot de volgende gevolgen: a. Een schriftelijke waarschuwing van de burgemeester met vermelding van de overtreding(en) b. Vindt vervolgens herhaling plaats dan kan de burgemeester over gaan tot het opleggen van vervolgmaatregelen, zoals bijvoorbeeld beperking van de openingstijden, het opstarten van een dwangsomprocedure of (tijdelijke) sluiting van de onderneming. 2. Indien de gemeente of politie het convenant niet nakomen, kan een individuele ondernemer de bewuste partij daarop aanspreken. De in gebreke blijvende partij is verplicht de klager binnen vier weken te berichten over de te treffen maatregelen.
Artikel 8 - Looptijd en evaluatie Het convenant wordt aangegaan voor een periode van telkens vier jaar. Op basis van opgedane ervaringen kan in het jaarlijks te houden horeca breed overleg besloten worden om de afspraken op onderdelen aan te vullen of te wijzigen. Indien gewenst zullen partijen tussentijds overleg voeren. Indien geen van de partijen dit aangeeft wordt het convenant stilzwijgend met een periode van vier jaar verlengd. Aldus opgemaakt en getekend op te Oldebroek op te op te de burgemeester mr. A. Hoogendoorn de politie J.B.A. Bijsterbosch de horeca-inrichting