Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra Armoede, ongelijkheid en ontwikkeling Ides Nicaise KU Leuven (HIVA / PPW)
Verschuivingen in de wereldagenda Armoedebestrijding Ongelijkheid Ontwikkeling 2
DEEL 1: ONTWIKKELING 3
Het gaat goed met de ontwikkeling op wereldschaal Gapminder 4
Het gaat goed met de ontwikkeling van het Zuiden aandelen v.h. Zuiden in de wereldproductie: 33% in 1980 => 45% in 2011 in de wereldhandel 25 => 47% in buitenlandse investeringen: 20 => 50% Aandeel Brazilië, China en India in wereldproduct: 10% in 1950 => 40% in 2050 6 grootste landen van het Noorden: 50 => 20% Aandeel Z-Z handel: 8% in 1980 => 27% in 2011 5
Kantelende wereldverhoudingen in ontwikkeling 6
Maar verschuivingen in de wereldagenda Groeiend besef dat ontwikkeling grotendeels voorbijgegaan is aan de armsten 1995, VN-top over sociale ontwikkeling: armoedebestrijding als top-prioriteit voor ontwikkelingssamenwerking 2000, Millenniumdoelstelling 1: halvering armoede tussen 1990 en 2015 (1,25 $/dag-maatstaf) Armoededoelstelling voortijdig gerealiseerd => zelfgenoegzaamheid? intussen ongelijkheid toegenomen 2015, Doelstellingen voor Duurzame Ontwikkeling: armoede (à 1,25$/dag) uitroeien tegen 2030 én welvaart herverdelen door inkomens van de armste 40% op te trekken 7
DEEL 2: ARMOEDE 8
VN Definitie van armoede Fundamentally, poverty is a denial of choices and opportunities, a violation of human dignity. It means lack of basic capacity to participate effectively in society. It means not having enough to feed and cloth a family, not having a school or clinic to go to, not having the land on which to grow one s food or a job to earn one s living, not having access to credit. It means insecurity, powerlessness and exclusion of individuals, households and communities. It means susceptibility to violence, and it often implies living on marginal or fragile environments, without access to clean water or sanitation (Juni 1998 ondertekend door alle hoofden van VN-organisaties)
Armoedemeting: 1,25 $ / dag (nu 1,9 $) Van 1,958 miljard in 1990 tot 902 miljoen in 2012 Van 37,1% van de wereldbevolking in 1990 tot 12,7% van de wereldbevolking in 2012 2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 1990 2012 N % 10
Armoedetrend: China rest van de wereld 11
Armoedetrend, afhankelijk van de gehanteerde grens 12
Armoede: 1,25 $ / dag? Voordelen Eenvoud Kwantificeerbare doelstellingen Impact van beleid is meetbaar Kritieken Ééndimensionele maatstaf Arbitraire grens, onrealistisch laag Enkel toegepast op OL cognitieve dissonantie Niet participatief 13
Alternatieve maatstaven UNDP: Human Development Index (op landniveau: combinatie van BNP/capita, levensverwachting bij geboorte, alfabetisatiegraad, participatie van kinderen aan onderwijs Human Poverty Index (op huishoudniveau: combinatie van % risico van overlijden vóór 40, analfabetisme, geen toegang tot zuiver water / gezondheidszorg, kinderen met ondergewicht) Univ. Oxford: Global Multidimensional Poverty Index: combinatie van gezondheid (voeding, kindersterfte), onderwijs (# jaren scholing volwassenen, participatiegraad kinderen) en levensstandaard (el, water, sanitair, vloer, brandstoffen, vermogen) 14
Human development Index, 2014 15
Probleem: welke middelen voor armoedebestrijding? Officiële ontwikkelingshulp? Doelstelling 0,7% nooit gehaald installeren van de afhankelijkheid Noord-Zuid kapitaalstromen? Mobilisatie private economie Risico van monetaire destabilisatie Handel? Motor van efficiëntie en groei Protectionisme van het Noorden kost OL een veelvoud van de ontwikkelingshulp Draaien aan alle knoppen van de welvaartsverdeling op wereldschaal (ook bv. klimaat: jaarlijkse kost van natuurrampen - vnl. in Zuiden = 3x alle ontwikkelingshulp) Shift van hulp naar rechtvaardigheid 16
DEEL 3: ONGELIJKHEID 17
Inkomensverdeling op wereldschaal, 2007 Gemiddeld beschikbaar inkomen per gezin = 2850$ /maand 18
Vermogensverdeling op wereldschaal, 2015 62 superrijken bezitten evenveel als armste helft wereldbevolking 1000 Britse superrijken tweemaal rijker tussen 2008 en 2015 19
Ongelijkheid meten: Lorenz-curve / Gini-coëfficiënt A B Gini-coëfficiënt = uniek cijfer dat mate van ongelijkheid weergeeft = A/(A+B) Varieert van 0 (perfecte gelijkheid) tot 1 (extreme ongelijkheid) Meestal op land-niveau 20
Gini-coëfficiënten in rijke landen 21
Waarom ontspoort de ongelijkheid? Standaard visie in Noorden: globalisering Groei ongelijkheid in lonen en werkloosheid Oorzaak: globalisering goed voor hooggekwalificeerden, slecht voor ongeschoolden 7-7-2016 22
Maar waarom ontspoort ongelijkheid in het Zuiden? Globalisering zou moeten leiden tot daling ongelijkheid in het Zuiden: Arbeidsintensieve industrie Transfer van goedkoper kapitaal en technologie 23
Waarom ontspoort ongelijkheid dan (ook) in het Zuiden? Oxfam: het Noorden preekt globalisering met twee maten en gewichten (liberalisering in het Zuiden, protectie in het Noorden) Piketty: ongelijke verdeling van vermogen => sneeuwbal van ongelijkheid omdat r > g Sassen: speculatief kapitalisme zuigt kwetsbare economieën leeg 24
(Waarom) is ongelijkheid een probleem? Orthodoxe economen: Kapitaalsaccumulatie is de motor van vooruitgang geweest in het Westen Hoge toplonen zijn vergoeding voor innovatie => ongelijkheid leidt tot welvaart voor allen Piketty (Cf. Verklaring RvdM 1789) Mensen worden gelijk geboren in vrijheid en rechten Sociale verschillen kunnen enkel gegrond zijn op het algmeen belang Nog steeds even actueel? 7-7-2016 25
(Waarom) is ongelijkheid een probleem? Bijkomende argumenten Piketty: principe van de omgekeerde bewijslast : ongelijkheid die niet a priori maatschappelijk verantwoord wordt, is verwerpelijk?? Er zijn sterkere argumenten Top-vermogens worden vaak meer speculatief dan productief geïnvesteerd Erfenissen > talent en inspanning Ongelijkheid ontmoedigt initiatief onderaan de inkomensladder => remt groei Ontwijking van (mede)verantwoordelijkheid voor armoedebestrijding 7-7-2016 26
(Waarom) is ongelijkheid een probleem? kapitaal is niet kleurloos Het sociaal geëngageerde kapitaal Sociale economie (vzw, coöperatieven, sociale inschakelingseconomie ) Corporate Social Citizenship (Business for Society) Gemeenschapseconomie (Focolare beweging) Deeleconomie (van AirB&B tot weggeefwinkels) Het criminele kapitaal Fiscale fraude en ontwijking (1 triljoen / jaar in EU) Collectivisering van de verliezen (cf. bankencrisis) Graaicultuur topmanagers publieke sector Aasgierfondsen Ondermijning van democratie (lobbying, ISDS in handelsverdragen) 7-7-2016 27
(Waarom) is ongelijkheid een probleem? Wilkinson & Pickett (The spirit level) 7-7-2016 28
(Waarom) is ongelijkheid een probleem? OECD (In it together. Why less inequality benefits all) Gelijkaardig patroon qua geletterdheid en gecijferdheid jongere generatie 29
(Waarom) is ongelijkheid een probleem? OECD (In it together. Why less inequality benefits all) Meer ongelijkheid resulteert in lagere economische groei 30
(Waarom) is ongelijkheid een probleem? Saskia Sassen Explosieve groei van financieel kapitalisme: gebaseerd op virtueel kapitaal, dringt door in alle sectoren van de reële economie Armen betalen de prijs verdrijving van boeren door bodemvergiftiging, opkoop van land voor mijnbouw, afsluiting van water-bronnen Schuldoverlast en dakloosheid door ontwrichte huurmarkten als gevolg van speculatie op immobiliënmarkten 7-7-2016 31
DEEL 4: BESLUIT EN BELEIDSIMPLICATIES 32
Besluit Inkomens- en vermogensongelijkheid zijn niet per se verwerpelijk. Ze worden dat duidelijk wel wanneer ongelijkheid leidt tot onwelzijn wanneer extreme rijkdom samengaat met armoede (zeker wanneer er een causaal verband tussen beide bestaat) wanneer concentratie van vermogen de democratie ondermijnt Beleidsimplicaties Herstel progressiviteit in belastingen? Mondiale vermogensbelasting? Basisinkomen op wereldschaal? Oxfam: eerlijke globalisering Agenda voor duurzame ontwikkeling 7-7-2016 33