Impressie Slotconferentie HO-tour 2 maart 2015



Vergelijkbare documenten
De waarde(n) van weten

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

DE GRAAF THOM. knowing what to do, when you re not knowing what to do

Bijlage 2. Human Capital Agenda s

Opbrengst vsv cafe 3 april talentontwikkeling Pagina 1

Flexibilisering van het onderwijs aan volwassenen kan alleen door het systeem volledig anders te gaan opzetten en is niet gebaat bij het veranderen

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

HOGER BEDRIJFSDIPLOMA

FLEXIBILISERING, MAAR DAN METEEN GOED

Meer jarige Beleidsagenda

Vernieuwing masterfase UU Inputsessies met studenten. Sessie 3 Keuzemogelijkheden en interdisciplinariteit

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa

Advies Universiteit van Tilburg

Speech bij nieuwjaarsbijeenkomst Vereniging Hogescholen (17 januari 2018)

DAS Lectorenbijeenkomst 13 november Annemarie Knottnerus Platform Bèta Techniek

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG

Professionele leeromgeving. Inleiding

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Macrodoelmatigheidsdossier BSc Business Analytics AANVRAAGFORMULIER NIEUWE OPLEIDING. 1. Basisgegevens. Tongersestraat LM Maastricht

Onderwijsconcept Albeda Zet De Toon!

workshop Kwaliteitsafspraken 2.0 perspectief vanuit de hogeschool

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie. Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden

Premaster Managementwetenschappen

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour

Zoek het uit! Studiekeuze123

Studenten over onderwijskwaliteit en talentontwikkeling. Uitkomsten van een dialoog met studenten van Fontys Hogescholen

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam

Studiekeuze123. Thora Arnadottir en Daphne Selhorst. Studiekeuze123: Een overzicht van alle opleidingen van hogescholen en universiteiten

Discussienotitie HO-tour. Doorstroom beroepskolom en aansluiting arbeidsmarkt

Op weg naar EUR-strategie online leren

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

ASSOCIATE DEGREE EEN (PERSOONLIJKE) TERUGBLIK HANS DAALE, LEIDO

Samen verantwoordelijk voor studiesucces

1. Keuzedelen. 2. Uitrol van de Associate degree, omdat. 3. Regionale Associate Colleges. 4. Flexibilisering

FONTYS FOCUS 2020 ONTWIKKELDOELSTELLINGEN MET INDICATOREN

TU/e Bachelor College Herontwerp bacheloropleidingen. VSNU Conferentie Studiesucces 13 juni 2012 dr. Diana Vinke en drs.

studenten die gekozen hebben voor een studie aan deze Universiteit.

Geachte mevrouw Schippers,

Van prestatieafspraken naar kwaliteitsafspraken

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Platform Bèta Techniek. Connect Chemiedag Hoe kunnen onderwijs en bedrijfsleven succesvol samenwerken?

Blok 5. Ouderbetrokkenheid, 1 uur

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Instellingsbeleid doelstellingen en profiel

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Colofon Juni Eindredactie: Dorine van Walstijn, projectleider. EDventure Bezuidenhoutseweg AG Den Haag

Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt; kan dat wel?

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en

Binnen het mogelijke is verrassend weinig onmogelijk

Duurzaam leren, werken en innoveren

Studenten met een functiebeperking helpen naar succes!

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland

Verslag dialoog: Onderwijs en Werken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ron Bormans Voorzitter CvB Hogeschool Rotterdam. Bestuur Vereniging Hogescholen Lid Commissie Veerman

Instellingstoets: vloek of zegen?

Zorgpact. Leiden, 9 september 2015

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Strategische agenda. Auteur Datum. Jan Bartling

Het vmbo van de toekomst. Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan!

VAN KORTSLUITING NAAR CONTACT BETA CHALLENGE PROGRAMMA EEN LEERROUTE MAVO-MBO-HBO

Mekelweg 4, kamer LB CD Delft

Auditrapport HG/VNO-NCW Noord kwaliteitslabel Ondernemen

Studententevredenheid als kwaliteitsmaat?

Smartphone of tablet? Open de browser en ga naar:

Datum 8 februari 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Mohandis (PvdA) over het bericht dat selectie aan de poort allochtonen dupeert

Onderzoek: Sociaal leenstelsel

Leiderschap bij verandering in school Curriculumontwikkeling. 30 maart 2017 VO-congres

fr, Vere : Geachte mevrouw Bussemaker,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Public Administration Arbeidsmarkt

Ouderbetrokkenheid. Ouders: Studiekiezers: Mijn kind moet zelf kiezen. mijn ouders zijn belangrijk 55% wo, 70% hbo studenten

forum beroepsonderwijs. DEC 6 dilemma s pittige discussies constructieve uitkomsten én hilarische momenten 1 oktober

Conferentie Promoveren en promotietrajecten. VU Amsterdam, 15 mei 2013

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Best practices in academische vaardigheden bij bèta-bacheloropleidingen

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

WAAR GAAN WE IN HET HBO MET DE Ad NAAR TOE? en: Hoe zit het nou met die flexibilisering in ons onderwijssysteem?

4 Toegankelijkheid optimaliseren

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG

Regionaal verslag. Landelijk debat Ons Onderwijs Den Haag, 28 mei 2015

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Zoek het uit! Opdrachten. Studiekeuze123.nl

LOB beleidsontwikkelingen. Thea van den Boom Directie mbo, OCW 17 maart 2017

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK

Profiel leden Stichtingsbestuur, Algemeen

Onderwijs-pedagogische visies van mbo-docenten

Fontys Kwaliteitsagenda Groei door aandacht en uitdaging

Kopopleiding Leraar Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

Stichtingsdocument

Adviezen voor studiekiezers op basis van de Startmonitor

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters

Contextschets Techniek

Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014

Aan de slag! Notitie over de aansluiting op de arbeidsmarkt

Plenair Debat Profielen Vmbo

Transcriptie:

Impressie Slotconferentie HO-tour 2 maart 2015 Op 2 maart vond de Slotconferentie van de HO-tour plaats bij De Fabrique in Utrecht. De Slotconferentie markeert het einde van de HO-tour en de eindsprint naar de strategische agenda hoger onderwijs. Minister Bussemaker gaf het in haar speech ook al aan, het mag dan een Slotconferentie heten, maar nu begint het eigenlijk pas. De minister refereerde met een knipoog naar de recente gebeurtenissen in Amsterdam: Tijdens de HO-tour heb ik opgeroepen tot competente rebellen, creatieve dwarskijkers en constructieve nee-zeggers. Die heb ik gekregen. Medezeggenschap is heel belangrijk, daarom worden er ook wijzigingen in de wet doorgevoerd. Maar het gaat niet alleen om papier, vooral cultuur en de dialoog in bijvoorbeeld opleidingscommissies is belangrijk. De minister daagt de instellingen dan ook uit: laat de minimumeisen in de wet, in de praktijk niet het maximum zijn! Met verwijzing naar de gebroeders Wright met de Wright Flyer, benadrukte de minister dat onze enige zekerheid voor de toekomst instabiliteit en veranderlijkheid is. Het hoger onderwijs moet studenten voorbereiden op een complexe en instabiele wereld. Naast kennis en ervaring, zijn de competenties creativiteit, lef en zelfstandig en kritisch kunnen denken daarom erg belangrijk. Dat zijn kwaliteiten en competenties die passen bij hoe de huidige generatie studenten leert en wat de arbeidsmarkt en de samenleving van hen vraagt. De minister heeft uit de HO-tour gehaald dat studenten nog altijd veel kennis te verstouwen krijgen, terwijl er ook meer aandacht nodig is voor persoonsvorming en bildung. De tweede constatering uit de HO-tour is dat instellingen veel meer moeten differentiëren en kleur bekennen; niet alleen op inhoudelijke thema s, maar ook in hun keuze voor een pedagogisch-didactisch concept. Wat de minister ook van belang vindt is dat instellingen, zeker in regionaal verband, veel meer gaan redeneren vanuit de student en zijn leerloopbaan. En de balans tussen onderwijs en onderzoek moet beter volgens minister Bussemaker. Tot slot: de docenten. Zij zullen een leven lang leren. Dat vraagt ook iets van hun werkgevers en van de overheid. Bijvoorbeeld als het gaat om meer variatie in carrièreperspectieven. Frans van Vught, voorzitter van de Reviewcommissie hoger onderwijs, nam ons mee door de midterm review van de prestatieafspraken. Deze focuste op de onderdelen profilering en centres of expertise. De eindbeoordeling op alle onderdelen vindt plaats in 2016. Alle midtermadviezen over profilering zijn positief. Er is een ontwikkeling te zien naar verbreding van de bachelor-opleidingen, maar er zijn nog maar weinig masters in het hbo. Er is steeds meer focus te zien binnen de instellingen, ze sluiten aan bij hun eigen sterktes, topsectoren, masterplan bèta en technologie, de EU-programma s en de sectorplannen. Duurzame verankering van de Centres of Expertise in de regio lijkt in verreweg de meeste gevallen goed gelukt. De Centres of Expertise zijn nog veel gericht op topsectoren en economische onderwerpen en minder op maatschappelijke vraagstukken zoals de zorg. Tot slot geeft de heer Van Vught aan dat er met de prestatieafspraken belangrijke stappen zijn gezet, maar dat we er nog niet zijn. Het rendement moet beter, de kwaliteit is nog niet over de volle breedte op orde en instellingen moeten meer differentiëren en responsiever worden. Ook in de internationale concurrentie blijft zwaartepuntvorming noodzakelijk. 1

Essaywedstrijd Op de oproep van minister Bussemaker in NRC Next zijn maar liefst 67 essays ingestuurd. Het winnende essay is van Karlijn Ligtenberg. Zij pleit voor een combinatie van studeren, werken en reizen. Op www.rijksoverheid.nl/hotour is het essay te lezen. Ook de essays van Tom Bolsius en Roel Meijvis, de nummers 2 en 3, zijn hier terug te vinden. Werkgroepen In de werkgroepen kregen de deelnemers de kans dieper in te gaan op de thema s voor de strategische agenda. En tijdens het slotdebat gingen panel en zaal, onder leiding van dagvoorzitter Anouschka Laheij, met elkaar in gesprek over de belangrijkste conclusies uit de werkgroepen. Hieronder staat per werkgroep een korte samenvatting van de discussies. 1. Trends en ontwikkelingen: implicaties van de toekomstige arbeidsmarkt voor het hoger onderwijs van de toekomst. Professionele carrières zullen langer duren en gevarieerder zijn, ook zullen er nieuwe competenties nodig zijn: harde kennis, verschillende soorten (internationale) vaardigheden, maar men zal vooral flexibeler moeten worden. Maar hoe organiseer je flexibel onderwijs? En als kwalificaties via verschillende routes worden verkregen, hoe garandeer je dan een gewenst eindniveau? En om welke kennis en skills gaat het eigenlijk? De student wil een grote mate van flexibiliteit, maar wel de garantie dat zijn kwalificatie wordt herkend en erkend door het bedrijfsleven. De LSVb is groot voorstander van de flexstudent : Studenten weten vaak al welke kant ze op willen, maar binnen instellingen is er weinig flexibiliteit. Je kunt in deeltijd studeren in de avond, of een vol programma van 60EC. Waarom kun je niet slechts 20EC volgen? Je eigen curriculum bij elkaar bouwen. We wonen flexibel, we werken flexibel, waarom kunnen we niet flexstuderen? De VH is van mening dat we steeds meer die richting op gaan, we zitten in een denkproces hierover. De VH is het eens met de gedachte om onderwijs te organiseren vanuit de individuele ontplooiing van studenten. Voor de VSNU is dit een brug te ver. Sociale interactie tussen studenten-docenten en studenten onderling is ook belangrijk: ze vormen samen een gemeenschap. Voor een bepaald type student is het flexstuderen heel zinvol, maar niet voor alle studenten. We krijgen jonge mensen binnen die in een levensfase zitten waarin ze te maken krijgen met vaste structuren en kennisoverdracht; dat is goed. Het ISO geeft aan dat je flexstuderen niet moet verwarren met individualisering. Studenten kunnen, met de juiste begeleiding, heel goed bepalen hoe zij hun studie willen samenstellen. Minister Bussemaker vindt het een van de meest ingewikkelde onderdelen van de strategische agenda. Jongeren zitten met enorm veel keuzestress, daarbij moeten we hen niet volledig hun eigen programma laten samenstellen. 2. Bildung, de balans tussen kennisverwerving, persoonsvorming en socialisatie Uit deze werkgroep is een aantal noties gekomen: - Geef instellingen geen vertrouwen, maar heb vertrouwen in de instelling. - Er moet meer persoonlijke en maatschappelijke vorming bij studenten plaatsvinden, docenten moeten het vuur aanjagen en zijn hard nodig voor de begeleiding. Laat studenten fouten maken, daar leren ze van. - De arbeidsmarkt moet ook meer verenigd worden met de instellingen. 2

Een student in de zaal geeft aan dat het vuur niet alleen door docenten aangewakkerd hoeft te worden, dat kan ook door communicatie en interactie met medestudenten. Alleen is de setting van een collegezaal daar niet geschikt voor. Een van de universiteiten is van mening dat het niet de taak van docenten is om het vuur aan te wakkeren, dat is een ouderwetse visie op de paternalistische rol van de docent. Het zijn juist de studenten die elkaar scherp moeten houden door met elkaar in discussie te gaan. Een van de aanwezige decanen vindt dat er te weinig aandacht is voor de University Colleges. Als je mag selecteren en een community kunt bouwen, dan krijg je een enorme drive in je onderwijs. In de reguliere opleiding heb ik geen tijd om mijn studenten de feedback te geven die ze nodig hebben, dat is een financieel probleem. 3. Verwevenheid onderwijs en onderzoek De werkgroep is het erover eens dat de verwevenheid van onderwijs en onderzoek in zowel het hbo al het wo van belang is en beter kan. Deze verwevenheid kan echter wel verschillend worden ingevuld tussen en binnen instellingen. Het type onderzoek dat aan de orde moet komen is verschillend voor hbo en wo. Waar in het hbo de nadruk ligt op toegepast en praktijkgericht onderzoek, ligt in het wo de focus op fundamenteel onderzoek. In het wo moet nog veel gebeuren om onderzoekers als docent te laten werken. Vanuit het hbo en wo wordt verschillend gedacht over het moment waarop onderzoek (en interdisciplinariteit) in de opleiding een plek zou moeten krijgen. In het wo is de master de daarvoor aangewezen plek, terwijl dit in het hbo tijdens de vier jaar durende bachelor is. Dit komt ook doordat het hbo nog maar weinig professionele masters kent. De werkgroep vindt dat de minister structureel meer moet investeren in onderwijs om de verwevenheid met onderzoek te verbeteren. In het hbo zou er een vaste voet voor onderzoek moeten komen. Minister Bussemaker is het daar echter niet mee eens onderwijs moet de aandacht krijgen die het verdient, extra geld voor onderzoek lost dat niet op. De minister benadrukt de meerwaarde van het binaire stelsel. Zowel het hbo als wo heeft een hele mooie eigen kracht; ook als het gaat om onderzoek. Instellingen zouden verschillende carrièreperspectieven moeten bieden, zowel in onderzoek als in onderwijs. Ook moeten de instellingen hun HR-beleid aanpassen op hun visie om onderwijs en onderzoek te verweven. Dat vraagt om een andere waardering en beloning van onderwijs en onderzoek door docenten. Ook moeten instellingen ontmoetingsplaatsen bieden voor docenten om hun didactische kennis en ervaringen uit te kunnen wisselen. Volgens een van de deelnemers kun je ook al eerder in de bachelor meer ruimte voor onderzoek creëren. Het is buitengewoon inspirerend als studenten in een regionaal onderzoeksprogramma participeren. Dat kost geen geld en je kunt het inkleden als een stage of iets dergelijks. 4. Toegankelijkheid, aansluiting en doorstroom: meer samenwerking in de keten De werkgroep is het erover eens dat de samenwerking in de keten verder geoptimaliseerd kan worden en dat de student en zijn leerloopbaan hierin centraal moet staan. De werkgroep vindt dat de overheid beleid teveel rondom de stelsels organiseert in plaats van om de student die je een doorlopende leerweg zou willen bieden. De overheid zou ruimte moeten bieden om te experimenteren met financiering op basis van leeruitkomsten. En het onderwijs moet meer flexibel worden ingericht. Maar tegelijkertijd moeten studenten die geen gebruik willen 3

maken van flexibel onderwijs daarvan kunnen afwijken. Niet iedere student is gebaat bij flexibilisering. Instellingen zouden docenten meer moeten stimuleren om in de regio met elkaar samen te werken. Van de private instellingen kunnen we het nodige leren als het gaat om aansluiting en begeleiding van doorstromende leerlingen. En, naast goede docenten, is bestuurlijk commitment ook erg belangrijk, zo concludeert de werkgroep. De student moet zich verantwoordelijk voelen voor zijn eigen leerloopbaan, hij moet het gevoel hebben dat hij over zijn eigen opleiding gaat. Maar daarbij is wel goede begeleiding vanuit de instelling nodig. Bereid leerlingen in het vo al voor op de overgang naar het ho. Tegelijkertijd moeten studenten het ho ook gewoon ervaren. Je kunt niet alles in een elegante doorstroom stoppen. Zo is wiskunde een enorm goede voorspeller voor studiesucces bij een opleiding. Scholieren die slecht scoorden, nodigden we uit voor een summercamp. Iedereen die we na dat summercamp adviseerden om zich niet in te schrijven, is alsnog aan de studie begonnen. Dit is niet de ideale situatie, maar aan de andere kant: het is goed om eens je neus te stoten, onderuit te gaan. Men mag fouten maken. De werkgroep vraagt zich wel af of er in ons stelsel voldoende ruimte zit voor studenten om deze fouten te maken. De LSVb vindt dat studenten meer moeten kunnen meedenken over hun eigen opleiding en instelling. Ook met interdisciplinaire trajecten kun je veel meer bereiken. Instellingen moeten meer gebruik maken van de kennis en het netwerk van studenten. Minister Bussemaker sluit de discussie af door te zeggen dat er de afgelopen tijd stappen zijn gezet om meer samen te werken met po-vo-mbo-ho. Samen met de staatssecretaris ben ik bezig met vo en ho, vooral op het gebied van arbeidsmarktoriëntatie. Er wordt meer samengewerkt, en daar gaan we ook volop mee door. Uit de zaal komt nog de opmerking dat de samenwerking met oud-studenten ontbreekt in de discussie. Die alumni kunnen we echt goed inzetten om zittende studenten te motiveren. 5. Responsieve instellingen: verbinding tussen kennisinstellingen en de regio De werkgroep spreekt over het begrip regio. Het belang van de regio is opgekomen vanwege het innovatiebeleid dat is afgestemd op regio s. Het perspectief van hogescholen is anders dan dat van universiteiten. Universiteiten zijn van oudsher gericht op grotere bedrijven, terwijl hogescholen meer gericht zijn op het mkb. Hogescholen zijn verder dan de universiteiten met de verbinding in de regio. Instellingen (docenten en studenten) kunnen veel meer gebruik maken van over de vloer komen bij bedrijven door stages, bezoeken, etc. Dit versterkt het de interactie op macroniveau tussen branches en instellingen. Mogelijkheden voor het bewerkstelligen van deze doelen zijn het inrichten van een mkb-loket of het oprichten van een BV waarbinnen studenten projecten voor bedrijven uitvoeren. Bij het opzetten van doorlopende leerlijnen in de regio lopen de instellingen aan tegen institutionele barrières, zoals onderwijs- en examenregelingen. Instellingen moeten zorgen voor partnership tussen universiteiten en hogescholen in de regio en zorgen voor onderwijsaanbod zonder institutionele barrières. De werkgroep kwam met drie concrete aanbevelingen voor de overheid: - De overheid moet investeren in praktijkgericht onderzoek in het hbo, ook met het oog op startups die uit het praktijkgericht onderzoek kunnen voortkomen. - De overheid moet ook investeren in de binding van het wo met de arbeidsmarkt. - En de overheid zou moeten zorgen voor regie, door er als procesverantwoordelijke voor te zorgen dat instellingen regionale samenwerkingsovereenkomsten aangaan. 4

6. Responsieve instellingen: profilering en differentiatie Differentiatie is niet beperkt tot onderzoek. Differentiatie kan ook op onderwijsgebied, onderwijsinhoud (University Colleges) en onderwijsniveau (associate degree, 3 jaar hbo). Met een keuze voor het eigen studieaanbod, zou de profilering van de instelling ook duidelijk naar voren moeten komen. In het bijzonder profilering op opleidingsmethodiek en niveau. Instellingen kunnen zich ook profileren op het gebied van flexibiliteit. De vraag is wel of de keuze voor een dergelijk profiel ook door de rest van de instelling wordt herkend en gedragen. Het instellingsprofiel kan ook meer worden afgestemd op de eigenschappen van de regio en kan zo meer responsief zijn op (regionale) economische vraagstukken. Bij het bespreken van de problematiek van kleine opleidingen bespreekt de werkgroep de mogelijkheid om brede bachelorprogramma s op te zetten waar meerdere opleidingen in worden samengevoegd. Masters kunnen in de vorm van een joint degree met andere landen worden ontwikkeld. Ook zou regionale samenwerking een brug kunnen slaan tussen masteropleidingen. Hierbij kan er gezocht worden naar een samenwerkingsverband om een master die weinig arbeidsperspectief biedt (dit is iets anders dan dat er te weinig interesse voor de opleiding is) in samenhang met andere masters aan te bieden (zoals Duits) waardoor het geheel wel (economisch) aantrekkelijk wordt. De werkgroep oppert ook het initiatief om over de grenzen van de kolommen (vo, mbo, hbo, wo) heen de regionale samenwerking in te zetten en profilering daarin door te voeren. Immers, interesse en ambitie van de student zijn leidend. De werkgroep stelt dat een stelselcoördinator nodig is. We zitten met het probleem dat er moeite is met profileren: sommige instellingen kiezen 11 onderwerpen, anderen 4. Daar is een onafhankelijke autoriteit voor nodig die adviseert. De minister is hier geen voorstander van. Op onderdelen kan ik me voorstellen dat het handig is als iemand incidenteel meekijkt op het gebied van profilering. Maar het probleem is niet duidelijk genoeg om zo n autoriteit te rechtvaardigen. De VH geeft aan dat we een reviewcommissie hebben. Die geeft aan dat de profilering uitstekend gaat. We moeten uitgaan van vertrouwen, pas als dat niet goed werkt ga je denken over dit soort bureaucratische structuren. 7. Bestuurlijke verhoudingen We denken van oudsher vanuit de driehoek overheid-instelling-student, maar de tijden zijn veranderd. De overheid moet meer op afstand sturen; toetsing en medezeggenschap moet binnen de schoolgemeenschap liggen en ook bij de directe omgeving (het werkveld). Daar moet de kwaliteit worden getoetst. Daarnaast zou het onderwijs meer samen met studenten ontwikkeld moeten worden waarbij studenten meer op hun rol en verantwoordelijkheid worden aangesproken. Interne en externe verantwoordingsinstrumenten moeten we dichter bij elkaar brengen, zodat we het proces efficiënter kunnen inrichten. Is het niet raar dat er een verschil is tussen interne en externe kwaliteitsborging en controle? Maak als instelling de NVAO-kaders tot je eigen eisen aan kwaliteit van onderwijs. Studenten willen extern toezicht met gelijkluidende kaders wel graag handhaven omdat er anders te grote verschillen tussen instellingen ontstaan. Bestuurlijke verhoudingen blijken toch vooral te gaan over de bestuurscultuur. De werkgroep kwam er uiteindelijk op uit dat het belangrijk is om het goede gesprek op alle niveaus te voeren. 5

Dat gesprek komt helaas lang niet altijd tot stand. De minister hoeft daar eigenlijk niets voor te doen, de ruimte en regels zijn er al. De instellingen moeten duidelijk zijn over hun visie, zodat ze door studenten en docenten uitgedaagd kunnen worden om hierover mee te praten. Het belangrijkste is dat zowel studenten goed geschoold moeten worden om op bestuursniveau over visie en strategie te praten en dat tegelijkertijd de bestuurders toegerust moeten zijn om dat gesprek aan te kunnen gaan. Een van de deelnemers aan de conferentie geeft aan dat CvB s de wet nu nog wel eens als het maximale zien i.p.v. het minimale. De LSVb is van mening dat er nog wel een taak voor de minister ligt. Helaas zijn hier vandaag weinig studenten, wel veel grijze, oude mannen in pak. Juist in het Maagdenhuis vindt nu de academische lente plaats, waarom komt de minister zometeen niet met ons mee die kant op? De minister heeft al toegezegd om in het Maagdenhuis naar het debat toe te gaan. Ik begrijp heel goed de roep om helderheid over de investering van het studievoorschot, daar ga ik graag het debat over aan. Het Maagdenhuis is een politieke strijd, het is de vraag wie eigenaar is van de problemen die daar spelen. Een groot deel gaat over bestuurscultuur: met elkaar het goede gesprek blijven voeren. Juist de academische gemeenschap moet hierin het voortouw nemen. Top 5 Bij elke bijeenkomst mochten een student en een docent een suggestie doen voor het aanpassen van de Top 5 met investeringsprioriteiten. De originele Top 5 werd opgesteld door ISO en LSVb, en wijzigde na elk bijeenkomst. Tijdens de Slotconferentie heeft de minister de pitches die gedurende de HO-tour in de Top 5 zijn gezet, samengevat in 5 lijnen. Deze vijf lijnen zullen ook duidelijk herkenbaar terugkomen in de strategische agenda die voor de zomer uitkomt: 1. Bildung en persoonlijke ontwikkeling 2. Kwalitatief en kleinschalig onderwijs 3. Aansluiting en doorstroming van en naar ho, en naar arbeidsmarkt 4. Stevig inzetten op digitalisering en flexibilisering die bijdraagt aan een stimulerende kwaliteitscultuur 5. Verwevenheid onderwijs en onderzoek 6