De positie van FSE in het nieuwe brandbeveiligingsconcept Louis Witloks Basis voor Brandveiligheid FSE- congres 12 en 13 november 2013 VERSIE 8 november 1
Risicobeheersing Kerngedachte Sectorale insteek wringt met integrale noodzaak Onveiligheid toelaten is veiligheid duiden Dwingen tot nadenken Koers van sectoraal integraal van regelgericht risicogericht preventie resultaat verbeteren 2
Basis voor brandveiligheid De onderbouwing van brandbeveiliging in gebouwen A: Denkraam & aanpak 1. Denkraam 2. Brandpreventie: van regelgeving naar risicogericht 3. Risicogerichte brandpreventie (FSE) 4. Voorzieningen en maatregelen B: Kaders 5. Risico s bij brand 6. Wettelijk kader en doelen brandpreventie 7. Wetenschappelijke onderbouwing in historisch kader 8. Brand en brandverloop C: Bijlagen A. Kenschets gebouwen B. Analysemodel vluchtveiligheid C. Casuïstiek van branden D. Literatuurlijst Reikwijdte: publieke brandveiligheid 3
Brandrisico - typering Risicofactoren (primair*) - gebouw - omstandigheden van verblijf menselijk gedrag Risicofactoren (secundair*) - gebruik De meest effectieve methode van risicoreductie is de kans op brand zoveel als mogelijk te beperken. Als er geen brand ontstaat, zijn er immers ook geen gevolgen *geen duiding mate van belangrijkheid 4
Model voor risico-indicatie - Richtinggevend hulpmiddel voor inventarisatie - Dwingt tot nadenken over risicoprofiel 5
Model voor risico-indicatie - Richtinggevend hulpmiddel voor inventarisatie - Dwingt tot nadenken over risicoprofiel In document -> 4 gebouwgroepen 6
4 gebouwgroepen meest bepalende risicofactoren gebouwsoort *) 1 personen zelfredzaam kantoorgebouwen onderwijsgebouwen gebouwen met een publieksfunctie industriegebouwen 2 personen zelfredzaam en slapen 3 personen niet zelfredzaam en slapen 4 bewoners zelfredzaam en slapen logiesgebouwen gezondheidszorggebouwen cellen en cellengebouwen woongebouwen en woningen *) niet limitatief 7
Methodisch - Probabilistisch - Kwalitatief Risicobenadering (in uitvoering) Schematisch - 6 stappen 1 Gebouw of deel van gebouw met risico-indicatie 3 2 Kans Kans op op brand brand? Nee Ja Scenariodenken Bepalen maatgevend(e) brandscenario(s) 4 Raamwerk - Risicoreductiemodel - Scenario s (oorzaak-gevolgrelaties) 5 Risicoanalyse van beveiligingsopties Omzetten van scenario(s) in beveiligingsopties Kerngebeurtenis Ja 6 Restrisico acceptabel? Oorzaken Gevolgen Instrumenten Nee 8
kans-effectmatrix gebeurtenissenboom Effect/gevolg A B1 B.. B.. Bn ja nee Gevolgen ----------...... A... Kans/waarschijnlijkheid Toekenning van faalkansen en berekening 9
kans-effectmatrix gebeurtenissenboom Effect/gevolg A B1 B.. B.. Bn ja nee Gevolgen ----------...... A... Kans/waarschijnlijkheid Toekenning van faalkansen en berekening 10
Denkraam brandpreventie Risico reduceren tot maatschappe- lijk aanvaardbaar niveau van Brandveiligheid. - voorkomen - veilig vluchten - beheersen (geen schadepreventie) - veilig en effectief optreden Input Hoofddoelen brandpreventie Kenmerkenschema Kern: gevaar met risico s centraal stellen Brandgebeurtenissenschema Output Voorz.en maatregelen 11
Kenmerkenschema Vluchtscenario Repressief scenario Mate brandveiligheid Brandscenario Mens Brand Psychonomie Gebouw Bouw- en installatietechniek Brandfysica Omgeving Interventie Bedrijfshulpverlening en brandweer 12
Gebeurtenissenschema brand Gebeurtenissen - Ontstaan - Ontdekken - Alarmeren (intern) - Ontruimen /vluchten - Blussen (BHV/pers.) - Automatisch blussen - Melden - Opkomen brandweer - Inzetten brandweer - Redden brandweer - Blussen brandweer - Nazorg Ontruimen Alarmeren Blussen Ontstaan brand Ontdekken brand Automatische blussen Begidsen Melden Opkomen Inzetten Redden Blussen Nazorg *) Begidsen is verdisconteerd in overige gebeurtenissen 13
Beveiligen is beinvloeden gebeurtenissen (in tijd) met behulp van voorzieningen en/of maatregelen Gebeurtenis Beveiligingsdoel Concretisering dmv voorzieningen en/of maatregelen 14
Van gebeurtenis naar beveiligingsdoel naar concretisering Gebeurtenissen - Ontstaan - Ontdekken - Alarmeren (intern) - Ontruimen /vluchten - Blussen (BHV/personeel) - Automatisch blussen - Melden - Opkomen - Inzetten - Redden - Blussen - Nazorg Beveiligingsdoelen - Het voorkomen - Het zo snel mogelijk ontdekken - Het zo snel mogelijk alarmen - Het tijdig ontruimen /vluchten - Het blussen van een beginnende brand (BHV/personeel) - Het zo snel mogelijk automatisch blussen - Het zo snel mogelijk melden aan meldkamer - Interventie brandweer. opkomen (zo snel mogelijk). inzetten (zo snel veilig en effectief mogelijk). redden (zo snel mogelijk). blussen (zo snel en effectief mogelijk) - Nazorg (zo snel en adequaat mogelijk) 15
Figuur.., Schematische weergave van gebeurtenis naar beveiligingsdoel Van gebeurtenis naar beveiligingsdoel naar concretisering Beveiligingsdoelen - Het voorkomen Analyse Concretisering Voorbeelden toepassing van: - onbrandbare materialen - situering gebouw - enz - Het zo snel mogelijk ontdekken - automatische brandmeldinst. - gebruik brandmeldinst. - enz - Het.enz - enz Analyse: Koppelen bepaald brandverloop (met fasering) aan de prestatie van beoogde voorziening of maatregel Noodzaak fasering -> mogelijkheid voor analyse 16
Voorbeeld van fasering in tijd BHV Ontdekkingstijd & alarmeringstijd Minuten 0 BRANDWEER Ontdekkingstijd & meldtijd Verdeling bepaald brandverloop in fasen Ontvluchtingsontruimingstijd 15 (dealen in tijd) 30 Interventietijd brandweer 60 4 groepen - Utiliteit: zelfredzaam - Utiliteit: zelfredzaam en slapen - Utiliteit: niet-zelfredzaam en slapen - Wonen: bewoners zelfredzaam Opmerking: De gegeven tijden zijn uiterste tijden en niet doelstellend. enz, enz 17
bepaald brandverloop Temperatuur-tijd Invoer Berekend Brandvermogen Graden Celsius Interventie BHV Vermogen in MW 1000 800 600 400 Punt van vlamoverslag Punt van vlamoverslag 200 0 15 30 60 Tijd minuten 0 Ontstaan van brand Tijd minuten Interventie brandweer 18
Brandbeveiligingsvoorzieningen & maatregelen op hoofdlijnen Aandachtsgebieden: - Omgeving - Bouwkunde - Installatietechniek - Inventaris - Gebruik - Bedrijfshulpverlening - Brandweer Als voorbeeld: 2.1 Het voorkomen van brand 2.1 Het voorkomen van brand Groep 1: zelfredzaam Groep 2: zelfredzaam, slapen / Groep 3: niet zelfredzaam, slapen Groep 4: zelfredzaam, slapen utiliteitsgebouwen utiliteitsgebouwen utiliteitsgebouwen woongebouwen en woningen Nadere typering van beveiligingsdoel: Bij het voorkomen van brand gaat het erom de kans op brand te reduceren (kansreductie). Omgeving De situering en de vorm van een gebouw behoren zodanig te zijn dat optimale (sociale) controle mogelijk is om brandstichting te voorkomen. De afstand tussen gebouwen onderling behoort zodanig te zijn dat tengevolge van een brand in het ene gebouw geen brand ontstaat in een ander gebouw. Bouwkunde De mate van brandbaarheid van de toegepaste constructieonderdelen behoort zodanig te worden beperkt dat de kans op brandvoortplanting, gelet op de bestemming van de ruimte waarin deze constructieonderdelen worden toegepast, voldoende klein is. Materiaal toegepast ter plaatse van of in de nabijheid van een rookkanaal enz, enz, 19
melden van brand opkomsttijd inzettijd red- en blustijd interventietijd brandweer Uit preventief oogpunt geen vastgesteld voorschot nemen op een repressieve prestatie (een repressief succes) 20
Vergelijk regelgerichte benadering met denkraam Aanpak regelgericht Aanpak denkraam - Nauwelijks relatie met risico s - Statisch - Standaard brandverloop - Nodigt uit tot toepassen - Integraliteit is mogelijk - Beveiligingsopties: passief - Niet toegerust op gelijkwaardigheid - Menselijk gedrag speelt geen rol - Relatie met risico s voorwaardelijk - Dynamisch - Natuurlijk brandverloop - Dwingt tot nadenken - Integraliteit is verankerd - Beveiligingsopties: ook actief - Toegerust op gelijkwaardigheid - Menselijk gedrag speelt rol Gebouwen moeten in termen van doelen aan prestaties voldoen (regels staan niet centraal) 21
Mate brandveiligheid Vluchtveiligheid Brand en rookontwikkeling Modellen en submodellen, bijv. - brandmodellen - vluchtmodellen - modellen activering branddetectie-elementen - modellen constructieve veiligheid Mens M Gebouw Brand Omgeving *) simulatiemodellen / vergt veelal computerondersteuning Kenmerkenschema Bouwregelgeving (als referentie) Interventie Respons Vooralsnog niet beschikbaar 22
FSE-tools Uitkomsten modellen - verschaffen inzicht (in tijd) in de ontwikkeling van brand en rook, bijvoorbeeld in samenhang met de ontvluchting, bouwconstructiegedrag en/of arbeidsveiligheid van brandweerpersoneel Betrekkelijkheid (geen waarzeggerij) - versimpelde weergave van werkelijkheid - geen voorspellende waarde - resultaten gaan gepaard met onzekerheden - goed vergelijkingsmateriaal 23
FSE-tools Inzicht is beter in vergelijk generale regels Resultaat: op risico afgestemde brandveiligheid Voorwaardelijk: - inhoudelijke deskundigheid - conceptueel denken - expertoordeel (kennisasymmetrie) - duidelijkheid over verantwoordelijkheden - vertrouwen - adequate communicatie voor proces en werkwijze 24
1 schetsontwerp voorlopig ontwerp definitief ontwerp realisatie oplevering 2 informeel overleg Rapportage quick scane.. Rapportage scenario s, risico s en bev.opties Definitieve rapportage gelijkwaardige brandveiligheid Rapportage oplevering.. Rapportages: navolgbaar 3 vooroverleg aanvraag verlening controle oplevering Onderwerpen voor informeel overleg:. quick scan. scenario s, risico s en beveiligingsopties 1: ontwerp en bouwproces 2: proces informeel overleg 3: vergunningproces 25
DANK 26