Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Vergelijkbare documenten
Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

De herinrichting is inzichtelijk gemaakt op de tekening in voorschrift 1, zie bijlage.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Wij hebben besloten: 1. de gevraagde vergunning te verlenen onder de voorschriften vermeld op bijlage 1.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Er zijn geen zienswijzen ingebracht naar aanleiding van de aanvraag en het ontwerpbesluit.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING

I. BESLISSING DE MELDING. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

provinci renthe r (o592) j6 tt tt VERZ0NDEN 2r0tt,2013 Binnengekomen adviezen n (o592) j6 t7 7t Assen, 18 december2013

De inrichting is gelegen aan De Schans nummers 14 en 16 te Soest, kadastraal bekend gemeente Soest, sectie A, nummers 5385 en 5387.

1 Inleiding. 2 Beschikking. Gemeente Montfoort t.a.v. de heer J. Dronkert Postbus ZG MONTFOORT. Geachte heer Dronkert,

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN DE ONTGRONDINGENWET

Gemeente* Bergambacht

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN DE ONTGRONDINGENWET

Aan: Stichting Bodemsanering NS T.a.v. de heer T. Bussink Postbus GV Utrecht. Geachte heer Bussink,

I. SAMENVATTING BESLUIT

I. BESLISSING HET VERZOEK. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van het verzoek en de inrichting

Op 12 juli 2018 heeft u een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van een tijdelijke proefterp nabij De Weel - Markermeerdijken.

Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken.

minuut Hierbij delen wij u mede dat op uw d.d. 23 augustus 2012 bij het college ingekomen verzoek om een omgevingsvergunning voor de activiteit(-en):

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Besluit Omgevingsvergunning, Industriestraat 10 te Goes

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

I. BESLISSING DE WIJZIGING. II.A. Beschrijving van de inrichting

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (gedeeltelijk verleend)

I. SAMENVATTING BESLUIT

Afdeling Vergunningverlening

Besluit Ontgrondingenwet

Afdeling Vergunningverlening

Bij brieven van 3 juni 2008, kenmerk , , en , hebben wij

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Akkoord. Bespreken. bhloi'

DEFINITIEVE BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT CONSIDERANS

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Aan: Gemeente Utrecht Dienst Stadsontwikkeling afdeling Milieu & Duurzaamheid T.a.v. de heer J. Van Grunsven Postbus RJ Utrecht

Ontgrondingenwet en Omgevingsverordening Limburg

Reguliere Bouwvergunning BV9275

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD

Hoofdstuk 1. Algemeen

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Enkweg (kad. Voorst K 337) in Voorst

BESLUIT ONTGRONDINGENWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Skuniadyk 14 te Bakhuizen

Gemeente^ Bergambacht

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

1 Inleiding. 2 BUS-melding. Aan: Beelen Sloopwerken BV T.a.v. de heer K.K. van Es Postbus AJ HARDERWIJK. Geachte heer Van Es,

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat:

* *

III IIII! II III Mil III III! vergunningnummer: WO/2014/152 poststuk nummer.: U

Hierbij delen wij u mede dat op uw d.d. 26 juni 2013 bij het college ingekomen verzoek om een omgevingsvergunning voor de activiteit(-en):

- Haverstuk 8, 9203 HB Drachten, de bouw van 22 woningen, datum bekendmaking: 14 juli 2015

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde

1 Inleiding. 2 BUS-melding. Aan: Blokvast XV BV en Beheer en Handelsmij Blokker BV T.a.v. de heer E Pot Van der Madeweg BS Amsterdam

II.B Aanleiding voor het indienen van de aanvraag Als reden wordt opgegeven de aanleg van een tracé voor een nieuwe drinkwatertransportleiding.

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN ALGEMENE BEPALINGEN

Omgevingsvergunning OPENBARE EN GEBOUWDE OMGEVING

1 Inleiding. 2 Beschikking. KDK Project Vof T.a.v. de heer W.J.M. Visscher Postbus AA Volendam. Geachte heer Visscher,

Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken.

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

I. BESLISSING DE AANVRAAG. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de aanvraag

: Ontgrondingsvergunning realisatie compenserende maatregelen voor het Polderhoofdkanaal, locatie Kadeherstel Polderhoofdkanaal BESCHIKKING

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (geweigerd)

De aanvraag gaat over Schietbaanweg 8, kadastraal bekend gemeente Emmen, sectie T, nummer 178 en is bij ons geregistreerd onder zaak

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 17 februari 2017

Buitenplanse afwijking (tevens sprake van bouw of aanlegactiviteit) 8.500,00 Bouwactiviteiten 1.265,00 Welstandstoets 75,00 Totaal 9.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

- beschikking - ernst en niet-spoedeisendheid bodemverontreiniging Dorpsstraat 113 te Harmelen gemeente Woerden

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Aan: Gemeente Woudenberg T.a.v. de heer M. Sengers Postbus EA Woudenberg. Geachte heer Sengers,

Archimedeslaan 6 Postbus AE Utrecht. Ontheffing van GS van Utrecht

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

Omgevingsvergunning. Documentnummer: 01-CG

Erfgoedverordening gemeente Houten

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

ONTWERP Omgevingsvergunning UV 23675

Ter plaatse van de hierboven genoemde percelen is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb.

~ W'~I /t ".. di t R t I k B h

In antwoord op uw brief, binnengekomen op 20 maart 2014, zenden wij u hierbij de gevraagde watervergunning.

Transcriptie:

Afdeling Vergunningverlening BESLUIT Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 16 januari 2008 Team Groen, Grond en Water Nummer 2007INT212407 Referentie ing. M. klein Tank Uw brief van 1 november 2007 Doorkiesnummer 030-2583125 Uw nummer jb/a12-0089/avb Faxnummer 030-2582990 Bijlage diverse E-mailadres maurice.klein.tank@provincie-utrecht.nl Onderwerp vergunning ontgronding nr. 1485, Aansluiting Rijksweg A12 Woerden Oost nabij Harmelen, gemeente Woerden Beslissing van Gedeputeerde Staten van Utrecht op de aanvraag d.d. 1 november 2007 van aannemer MNO- Vervat uit Nieuw-Vennep om vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Ontgrondingenwet. I. Besluit. Wij hebben besloten de gevraagde vergunning te verlenen onder de voorschriften vermeld op bijlage 1. Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag. II. Omschrijving van de aanvraag. De nu voorliggende aanvraag om een ontgrondingsvergunning heeft betrekking op het graven van drie vijverpartijen t.b.v. het project Aansluiting Rijksweg A12 Woerden Oost nabij Harmelen, gemeente Woerden. Deze aansluiting komt ter hoogte van de twee benzinestations Hellevliet en Bijleveld en bestaat uit de aanleg van in- en uitvoegers van en naar de A12, inclusief een viaduct over de A12 met de daarbij behorende toegangswegen. Tussen de wegen ontstaan verdiepte liggingen die verder uitgegraven worden tot de drie vijverpartijen en dienen voor waterberging. Bij deze ontgronding komt circa 15.000 m³ bovengrond en veen vrij die binnen het totale project hergebruikt zal worden. De werkzaamheden horen bij het project A12 BRAVO, een samenwerkingsverband van Rijkswaterstaat, Provincie Utrecht en de gemeenten Utrecht, Woerden, Montfoort, Reeuwijk en Bodegraven. III. Procedure. Het verzoek is compleet ontvangen op 1 november 2007. De aanvraag is afgehandeld overeenkomstig het bepaalde in afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht. De aanvraag is toegezonden aan burgemeester en wethouders van Woerden en aan het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden. De gemeente en het hoogheemraadschap hebben laten weten dat zij geen bezwaren hebben tegen vergunningverlening. 1

IV. Motivering. Ten aanzien van de aanvraag van de vergunning hebben wij het volgende overwogen. 1. Bouwgrondstoffenbeleid. De vergunningaanvraag moet passen in het bouwgrondstoffenbeleid zoals vastgelegd in het Bouwgrondstoffenplan provincie Utrecht van november 2001. Aan de volgende criteria moet zijn voldaan om binnen het Bouwgrondstoffenplan te vallen: a. Het moet gaan om een secundaire winning. b. Vrijkomende grond moet hoogwaardig worden toegepast. Deze aanvraag, waar het doel van de ontgronding het realiseren van waterberging is, is niet primair gericht op het winnen van delfstoffen. Bij de ontgronding komt ongeveer 15.000 m³ bovengrond en veen vrij, welke niet geschikt zijn voor andere hoogwaardige doeleinden dan waarvoor ze ingezet worden. Wij hebben mede daarom geen bezwaar tegen de verwerking van de vrijkomende grondpartijen binnen het project Aansluiting Rijksweg A12 Woerden Oost. 2. Ruimtelijke Ordening. Op verzoek van de gemeente Woerden hebben Gedeputeerde Staten van Utrecht d.d. 3 juli 2007 besloten voor de realisatie van de aansluiting Woerden Oost aan de A12 (BRAVO-project 7) ten name van de provincie Utrecht, Dienst Wegen en Vervoer, Sector Aanleg wegen te Utrecht, een algemene verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) af te geven (met kenmerk 2007REG001703i). Toepassing van artikel 19 van de WRO was noodzakelijk, omdat het project niet kan worden gerealiseerd op basis van het geldende bestemmingsplan Buitengebied Harmelen 2001. In het vigerende bestemmingsplan Harmelen 2001 hebben de betrokken gronden de bestemmingen verkeersdoeleinden, Agrarisch gebied met landschappelijke waarde en aardgastransportleiding. In dit bestemmingsplan wordt het voorliggende project al genoemd. Ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan Harmelen 2001 is derhalve reeds bekendheid gegeven aan het voornemen om deze aansluiting te realiseren. Het beleid van de provincie Utrecht is neergelegd in het Streekplan Utrecht 2005 2015. In het streekplan wordt het BRAVO-project aangeduid als een van de belangrijke infrastructurele projecten binnen de provincie Utrecht. Het project wordt in zijn totaliteit gerealiseerd in samenwerking met Rijkswaterstaat directie Utrecht en de betreffende gemeenten. Het doel is het beter bereikbaar maken van de langs de A12 gesitueerde stedelijke gebieden en bedrijventerreinen en het opheffen van de nadelige effecten van de huidige verkeerssituatie ten aanzien van veiligheid en leefbaarheid. Onderdeel 7 van het BRAVO-project betreft de aansluiting/verbindingsweg van de A12 op Leidsche Rijn en Woerden Oost. Dit zorgt voor een betere ontsluiting van Leidsche Rijn en Woerden, alsmede voor ontlasting van de wegen rond Harmelen. Het project past in de visie op de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van het betreffende gebied, zoals die is weergegeven in de ruimtelijke onderbouwing en het Streekplan Utrecht 2005-2015. Ook zijn de ruimtelijke effecten van het project op de omgeving aangegeven. Planologisch zijn de geplande ontgrondingen aanvaardbaar. 3. Archeologie. Het provinciaal beleid voor archeologische monumentenzorg is er in de eerste plaats op gericht waardevolle archeologische vindplaatsen te behouden in de bodem. Dit beleid is nader uitgewerkt en vastgelegd in de provinciale Cultuurnota, in het streekplan en in de Handleiding Bestemmingsplannen Buitengebied. Archeologisch onderzoek wordt in principe geadviseerd bij ruimtelijke plannen, indien bodemingrepen plaatsvinden in ongeroerde grond op plaatsen met een vastgestelde archeologische waarde volgens de 2

Archeologische Monumentenkaart (AMK) of met een (middel)hoge verwachtingswaarde volgens de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW). In het plangebied liggen geen terreinen met een vastgestelde archeologische waarde volgens de AMK. De te ontgronden percelen liggen volgens de IKAW in een gebied waaraan een lage indicatieve archeologische verwachtingswaarde is toegekend. Archeologisch onderzoek of extra voorschriften zijn vanwege de geringe verwachting archeologisch waardevolle waarden aan te treffen niet nodig gebleken. 4. Waterhuishouding. Ten behoeve van onder andere de waterbergingscapaciteit worden over een oppervlakte van ongeveer 1 ha drie vijverpartijen gerealiseerd, deels ter plaatse van bestaande watergangen. Hierbij wordt tot maximaal 1,5 m mv ontgrond. De grondwaterstand varieert tussen 0,85 en 0,95 m -mv. De afdeling Bodem en Water van de provincie Utrecht heeft een watertoets uitgevoerd. De toets is bedoeld om bij ruimtelijke plannen en besluiten de invloed op de waterhuishouding te bekijken. Er zijn geen bijzonderheden of aandachtspunten naar voren gekomen. Aan het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden (HDSR) hebben wij gevraagd welke waterhuishoudelijke effecten op de omgeving van deze ontgronding zijn te verwachten, en of men hieromtrent zienswijzen had. HDSR heeft krachtens artikel 37 van de Keur vergunning verleend voor project aansluiting Woerden - Oost op A12 nabij Harmelen, op de locatie te Harmelen, in de gemeente Woerden (code 178951). Het betreft de Keurvergunning d.d. 2 november 2007 met kenmerk nr. 181170. In dit kader zijn de waterhuishoudkundige aspecten en eventuele risico s voor de ontgrondingen afgewogen. 5. Natuur en Landschap. De omgeving van het plangebied heeft voornamelijk een agrarische bestemming waaraan in het bestemmingsplan landschappelijke waarden zijn toegekend. De voorgenomen ontgrondingsplannen voor de drie te realiseren vijverpartijen bevinden zich in de directe nabijheid van de twee bestaande benzinestations. Er vindt als gevolg van deze werkzaamheden naar onze mening geen onaanvaardbare aantasting van landschappelijke of natuurwetenschappelijke waarden plaats. 6. Zienswijzen. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Gelet op het bovenstaande hebben wij besloten zoals is weergegeven onder I. V. Bezwaar. Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit gemotiveerd bezwaar maken bij Gedeputeerde Staten van Utrecht, t.a.v. de secretaris van de Awb-commissie, Pythagoraslaan 101, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht, binnen zes weken na de datum van bekendmaking. Hoofdstuk 6 (algemene bepalingen over bezwaar) en de afdelingen 7.1 en 7.2 (bijzondere bepalingen over bezwaar) van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing. Tevens hebben belanghebbenden de mogelijkheid, indien gelet op de belangen onverwijlde spoed is vereist, een verzoek om voorlopige voorziening te vragen bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA 's-gravenhage. Hiervoor is griffierecht verschuldigd. 3

VI. Inwerkingtreding. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag volgende op de dag waarop de termijn van 6 weken afloopt voor het indienen van een bezwaarschrift. Indien gedurende die termijn bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. Wij wijzen erop dat er andere vergunningen nodig kunnen zijn die verband houden met deze ontgronding. VII. Verzending. Een afschrift van dit besluit is toegezonden aan: a. de aanvrager van de vergunning: MNO-Vervat, t.a.v. de heer K. Leunge, Postbus 185, 2150 AD Nieuw- Vennep; b. Rijkswaterstaat directie Utrecht, t.a.v. de heer S. Vizee, Postbus 650, 3430 AR Nieuwegein; c. Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden, t.a.v. mevr. M.H.M. Hilgeman, Postbus 550, 3990 GJ Houten; d. Gemeente Woerden, afdeling Bouwzaken, t.a.v. de heer Verkleij, Postbus 45, 3440 AD Woerden. Gedeputeerde Staten voornoemd, namens hen, Mr. D.A.E. van Egmond-Bleumink, Afdelingsmanager Vergunningverlening 4

BIJLAGE 1 Voorschriften behorende bij besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht d.d. 14 januari 2008, afdeling Vergunningverlening, nr. 2007INT212407. De vergunning heeft betrekking op het ontgronden van de volgende percelen kadastraal bekend gemeente Harmelen, sectie B, nummers 131, 132, 147, 152, 2581, 2589, 2590, 2591, 2597, 3193, 3348 en 3349. UITVOERING 1. Bij de voorschriften behoren de volgende tekeningen: a. Aansluiting Rijksweg A12 Woerden Oost, Overzichtskaart met tekeningnr.: 1485-1; b. Aansluiting Rijksweg A12 Woerden Oost, Inrichting en dwarsdoorsneden 3 vijvers met tekeningnr.: 1485-2 Schaal 1: 2.500. 2. De percelen dienen te worden ontgrond zoals aangegeven op de in voorschrift 1 genoemde tekeningen. 3. De blijvende taluds van ingraving moeten worden gegraven zoals aangegeven op de in voorschrift 1, onder b. genoemde tekening. 4. Van het begin van de ontgrondingswerkzaamheden moet een week van tevoren schriftelijk worden kennis gegeven aan Gedeputeerde Staten van Utrecht, afdeling Handhaving, Pythagoraslaan 101, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht. 5. Binnen één week na gereedkomen van de ontgronding moet hiervan schriftelijk kennis gegeven worden aan Gedeputeerde Staten van Utrecht, afdeling Handhaving, Pythagoraslaan 101, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht. 6. De vergunning moet gedurende de uitvoering van de werkzaamheden op het terrein aanwezig zijn en op eerste vordering aan politie en aan de met toezicht op ontgrondingen belaste medewerkers worden getoond. METINGEN EN REGISTRATIES 7. Ten behoeve van het van provinciewege verrichten van controlemetingen moet de vergunninghouder meetgereedschap ter beschikking stellen. Hulp verlenen met het naar het werkterrein overbrengen van peilen, het aanbrengen van hoogtemerken, het doen van waterpassingen en opmetingen en dergelijke. De vergunninghouder moet desverlangd materialen voor het aanbrengen van hoogtemerken beschikbaar stellen. BOUWGRONDSTOFFENBELEID 8. De vrijkomende grond, maximaal circa 15.000 m³, dient ter plaatse te worden verwerkt. ARCHEOLOGIE 9. Indien bij graafwerkzaamheden zaken worden aangetroffen, waarvan de vinder weet of redelijker wijs moet vermoeden dat het gaat om archeologische vondsten of sporen, dan is hij volgens de Monumentenwet verplicht dit direct te melden (artikel 47). De melding dient te gebeuren bij het 5

meldpunt archeologie van de provincie Utrecht (030-2582134 of 06-18300526). Bij het achterwege laten van een melding zijn de artikelen 56 en 57 van de Monumentenwet van toepassing. 10. Medewerkers van de provincie Utrecht die zijn belast met archeologie kunnen aanwijzingen geven over de uitvoering van de ontgronding. Deze dienen te worden opgevolgd. 11. Tijdens de graafwerkzaamheden dient aan (amateur) archeologen gelegenheid te worden gegeven tot het doen van archeologische waarnemingen. WATERHUISHOUDING 12. Ten behoeve van de waterbeheersing c.q. waterhuishouding moeten de aan het ontgrondingsterrein gelegen watergangen worden vrijgehouden van grond, bagger, etc. en zonodig op eerste aanzegging van ons worden opgeschoond. NATUUR EN LANDSCHAP 13. Het ontgronde terrein moet altijd worden vrijgehouden van afvalstoffen en indien nodig van ongewenste begroeiing. AFWERKING 14. Indien de afwerking van het terrein naar het oordeel van ons onvoldoende voortgang heeft, mag er geen bovengrond of veen meer worden ontgraven of afgevoerd. Indien de door of namens ons gegeven aanwijzingen of de afwerking van het terrein niet worden opgevolgd, is ontgraven van bovengrond of veen evenmin geoorloofd. 15. Het terrein moet binnen 3 jaar na het onherroepelijk worden van alle benodigde vergunningen of toestemmingen geheel afgewerkt worden opgeleverd. Onder vergunninghouder wordt verstaan MNO-Vervat, Postbus 185, 2150 AD Nieuw-Vennep 6