Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Transcriptie

1 Afdeling Vergunningverlening BESLUIT / BESCHIKKING Pythagoraslaan 101 Postbus TH Utrecht Tel Fax Datum 26 januari 2009 Team Groen, Grond en Water Nummer 2008INT Referentie De heer ing. P. Drost Uw brief van 19 november 2008 Doorkiesnummer Uw nummer - Faxnummer Bijlage Diversen adres Peter.Drost@provincie-utrecht.nl Onderwerp vergunning ontgronding nr in gemeente Montfoort en ontheffing VNL Beslissing van Gedeputeerde Staten van Utrecht op de aanvragen ontvangen d.d. 24 november 2008 van de heer W.M. Van den Hadelkamp te Montfoort om vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Ontgrondingenwet en tot ontheffing op grond van artikel 7h lid 4 en 7j lid 2 en lid 4 van de Verordening bescherming natuur en landschap provincie Utrecht I. Besluit Wij hebben besloten: 1. de gevraagde ontgrondingsvergunning te verlenen onder de voorschriften vermeld op bijlage de gevraagde ontheffing op grond van de Verordening bescherming Natuur en Landschap provincie Utrecht 1996 (hierna VNL te noemen) te verlenen voor de insteekhaven met de afmetingen van 8,0 x 3,25 (lengte x breedte in meters) met bijbehorende afmeervoorzieningen. Het vaartuig valt qua afmetingen onder de vrijstelling van artikel 7h, lid 4 van de Vnl. Derhalve is geen ontheffing vereist voor het afmeren van het vaartuig. Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag. II. Omschrijving van de aanvragen: De nu voorliggende aanvraag om een ontgrondingsvergunning heeft betrekking op het graven van een insteekhaven in de achtertuin van de woning Mastwijkerdijk 102b te Montfoort. Bij deze ontgronding komt circa 40 m³ klei vrij die ter plaatse verwerkt zal worden.

2 De aanvraag op grond van de Vnl, betreft een verzoek om ontheffing van het verbod vervat in artikel 7j en 7h van de VNL voor het maken of hebben van een insteekhaven, vaartuigen en met de aanlegplaats verband houdende voorzieningen. De insteekhaven en het vaartuig liggen op een locatie plaatselijk bekend als Mastwijkerdijk 102b te Montfoort in de Hollandse IJssel. De aanvraag wordt gedaan in de hoedanigheid van eigenaar en gebruiker van de met de aanlegplaats verband houdende voorzieningen op de oever en in het water. De aanvraag op grond van de VNL betreft concreet: - Artikel 7j lid 1 en artikel 7j lid 4: Een verzoek om ontheffing voor het hebben van een insteekhaven met de volgende afmetingen: 8,00 x 3,25 (lengte x breedte in meters) met bijbehorende afmeervoorzieningen. - Artikel 7h lid 4: Een verzoek voor het afmeren van een vaartuig met de volgende afmetingen: 6,50 x 2,50 x 0,80 (lengte x breedte x hoogte in meters). Zoals eerder aangegeven, is voor het afmeren van het vaartuig geen ontheffing van de VNL nodig aangezien het vaartuig onder een vrijstelling valt. III. Procedure De aanvragen zijn ontvangen op 24 november De afmetingen van de insteekhaven zijn in overleg met de aanvrager aangepast van 10 bij 3 meter tot 8,00 bij 3,25 m en circa 1,50 m diep. De aanvragen zijn afgehandeld overeenkomstig het bepaalde in afdeling van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Wij hebben de aanvraag met bijbehorende stukken toegezonden aan de bestuursorganen Burgemeester en wethouders van Montfoort, en het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden. De gemeente Montfoort heeft per brief van 17 december 2008 laten weten dat de insteekhaven niet binnen de vigerende bestemming past. In hun brieven van 6 en 9 januari 2009 hebben zij laten weten dat het graven van de insteekhaven planologisch en landschappelijk geen bezwaar is. Het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden heeft laten weten dat zij geen bezwaren heeft tegen vergunningverlening. IV. Motivering Op grond van het bovenstaande hebben wij het volgende overwogen. 1. Bouwgrondstoffenbeleid De aanvraag voor de ontgrondingenvergunning moet passen in het bouwgrondstoffenbeleid zoals vastgelegd in het Bouwgrondstoffenplan provincie Utrecht van november Aan de volgende criteria moet zijn voldaan om binnen het Bouwgrondstoffenplan te vallen: a. Het moet gaan om een secundaire winning. b. Vrijkomende grond moet hoogwaardig worden toegepast. Deze aanvraag waar het doel van de ontgronding de aanleg van een insteekhaven is, is niet primair gericht op het winnen van delfstoffen. Bij de ontgronding komt circa 40 m³ klei vrij die in de voortuin van de woning Mastwijkerdijk 102b verwerkt zal worden. Hierdoor zal het huidige maaiveld met circa 0,15 m verhoogd worden. Omdat de ontgronding niet een primaire winning is en het om een geringe hoeveelheid af te graven klei gaat, bestaat ingevolge het bouwgrondstoffenbeleid geen bezwaar tegen de voorgenomen ontgronding.

3 2. Ruimtelijke Ordening De ontgronding is gelegen in de tuin van de bedrijfswoning van de aanvrager. Enkele jaren geleden heeft de gemeente Montfoort een bouwvergunning verleend voor de bouw van deze bedrijfswoning, Mastwijkerdijk nr. 102b. De gemeente Montfoort heeft in haar brief van 17 december 2008, kenmerk 8431, aangegeven dat de insteekhaven binnen de bestemming Primaire waterkering en de bestemming Bedrijfsdoeleinden (bh) ligt van het geldende bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Montfoort. Het bestemmingsplan is door de gemeenteraad vastgesteld op 16 oktober 2000 en door Gedeputeerde Staten van Utrecht goedgekeurd op 29 mei Uit de doeleindenomschrijving van het bestemmingsplan blijkt dat de ontgronding niet zondermeer in deze bestemming past. De voorschriften voor de bestemming Primaire waterkering bepalen dat bouwwerken ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, slechts toelaatbaar zijn, indien en voorzover de belangen van de waterkering hierdoor niet onevenredig worden geschaad. In de brieven van 6 en 9 januari 2009, kenmerk PR /uit en 8431 bericht de gemeente Montfoort ons dat nader onderzoek heeft aangetoond dat de voorschriften van het bestemmingsplan tweeërlei zijn te interpreteren. Strikt formele toepassing van de voorschriften leidt tot strijdigheid van de insteekhaven met het vigerende bestemmingsplan. Worden de voorschriften ruimer geïnterpreteerd ten behoeve van het woongenot van de bedrijfswoning dan levert de insteekhaven geen strijdigheid op met het bestemmingsplan. Vanwege deze laatste bevinding is de gemeente Montfoort van mening dat de aanvraag voor een bouwvergunning zonder toepassing van een ontheffingsprocedure verleend kan worden. In 2007 zijn door de gemeente Montfoort bouwvergunningen verleend voor het realiseren van inkassingen aan de Hollandse IJssel bij een woonhuis en een agrarisch bedrijf. De gemeente is van mening dat deze lijn doorgezet kan worden. Planologisch en landschappelijk zijn er volgens de gemeente Montfoort geen bezwaren. Voorwaarde is wel dat het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden aangeeft dat de waterkering door de aanleg van het haventje niet onevenredig wordt geschaad. Zie ook onder punt 4 waterhuishouding. 3. Archeologie Het provinciaal beleid voor de archeologische monumentenzorg is er in de eerste plaats op gericht waardevolle archeologische vindplaatsen te behouden in de bodem. Dit beleid is nader uitgewerkt en vastgelegd in de provinciale cultuurnota, in het streekplan en in de Handleiding Bestemmingsplannen Buitengebied. Archeologisch onderzoek wordt in principe geadviseerd bij ruimtelijke plannen, indien bodemingrepen plaatsvinden in ongeroerde grond op plaatsen met een vastgestelde archeologische waarde volgens de Archeologische Monumentenkaart (AMK) of met een (middel)hoge verwachtingswaarde volgens de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW). De ontgronding ligt niet op een terrein zoals aangeduid op de AMK en ligt in een gebied met een lage archeologische verwachtingswaarde volgens de IKAW. Gelet op de zeer beperkte afmetingen van de ontgronding is de kans op het aantreffen van archeologisch waardevolle waarden zeer gering. Er zijn daarom geen extra voorwaarden m.b.t. archeologisch onderzoek opgenomen. Wij zijn van mening dat de archeologische belangen hiermee voldoende zijn meegewogen in de plannen. 4. Waterhuishouding. De insteekhaven komt te liggen in de primaire waterkering. Circa 2 jaar geleden zijn, voor de bouw van de bedrijfswoning, de gehele tuin waarin de insteekhaven wordt aangelegd en het bouwperceel tot boven de hoogte van de primaire waterkering gebracht. De waterkering blijft derhalve in voldoende mate behouden. Bij het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden is een keurvergunning aangevraagd. De waterhuishoudkundige aspecten worden in dit kader nader afgewogen. Zij hebben ons bericht dat de keurvergunning binnenkort zal worden afgegeven.

4 5. Natuur en Landschap a. Beleid met betrekking tot havens en aanlegplaatsen Sinds 18 oktober 2002 is de voormalige Woonschepenverordening provincie Utrecht opgegaan in Hoofdstuk III Wateren van de Verordening bescherming natuur en landschap provincie Utrecht 1996 als uitvloeisel van de Notitie Woonschepenbeleid (hierna de Notitie genoemd). De VNL is één van de uitvoeringsinstrumenten van het Beleidsplan natuur en landschap provincie Utrecht en haar uitwerkingsplannen. Paragraaf 3 en 5 van de VNL gaan in op het afmeren van vaartuigen en (drijvende) voorwerpen met hun voorzieningen en het maken of hebben van havens en aanlegplaatsen. Artikel 7j lid 1 van de VNL geeft het verbod om havens en aanlegplaatsen te maken of te hebben. Op grond van artikel 7j lid 2 van de verordening is het verboden om met havens of aanlegplaatsen verband houdende voorzieningen (onder andere vlonders, steigers en beschoeiingen) te maken of te hebben. Havens en aanlegplaatsen op bepaalde locaties kunnen de door de verordening beschermde belangen aantasten. Indien de insteekhaven landschappelijk niet ingepast kan worden is ontheffingverlening niet mogelijk. Ontheffingen worden slechts verleend indien geen onaanvaardbare aantasting ontstaat aan natuurwetenschappelijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden. b. NLCA waarden en toetsing van de aanvraag De insteekhaven De insteekhaven is gesitueerd in de achtertuin van de woning Mastwijkerdijk 102b langs de Hollandse IJssel. De recent gebouwde woning met tuin ligt achter het bedrijf met bouwmaterialen Mastwijkerdijk 102a te Montfoort. Dit bedrijfsterrein heeft een oppervlakte van circa 1,5 ha. Direct naast de te realiseren insteekhaven, op de grens met het kadastraal perceel gemeente Linschoten, sectie D, nr. 411, staat een circa 2 m hoge schutting. De insteekhaven zal alleen vanaf het water en niet vanaf de openbare weg of aangrenzende percelen zichtbaar zijn. De oever van de Hollandse IJssel ter plaatse van de woning 102b is voorzien van een harde oeverbeschoeiing. De tuin en woning zijn voor de bouw van de woning verhoogd tot boven de hoogte van de waterkering. De Hollandse IJssel is in zijn geheel aangewezen als ecologische verbindingszone (Zone XIII. Hollandse IJssel, Natuurgebiedsplan Zuidwest Utrecht, provincie Utrecht 16 maart 2004). Ecologische verbindingen zijn een essentieel onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur. De oever van de Hollandse IJssel heeft echter ter plaatse van de insteekhaven geen natuurwaarden, vanwege de aanwezige harde oeverbeschoeiing en de recent aangelegde tuin. De locatie van de insteekhaven is momenteel bestraat. De Hollandse IJssel ligt in het Nationaal Landschap Groene Hart. In de Nota Ruimte zijn hiervoor de kernkwaliteiten Verkavelingspatroon, groen karakter door beplante dijken en kades en grote mate van openheid aangegeven. De rivier is een belangrijke landschappelijke lijn in het veenweidelandschap van de Utrechtse Waarden. Het is de ontginningsbasis waarvandaan het natte veengebied in gebruik is genomen, de basis van het verkavelingspatroon. De doorgaande lijn van de rivieroever met de dijken is een belangrijk onderdeel in het landschapsbeeld. De verkaveling van het achterliggende veenweidegebied staat hier min of meer haaks op. Deze confrontatie van lijnen is een belangrijke landschappelijke kwaliteit die zichtbaar moet blijven in het landschap. De insteekhaven past in dit patroon door de situering haaks op de oeverlijn. De woning 102b ligt niet in een bebouwingslint en in de nabijheid liggen geen andere insteekhaventjes. Bovendien is de insteekhaven niet groter dan noodzakelijk voor het af te meren vaartuig. Aanleg van deze insteekhaven leidt derhalve niet tot een onaanvaardbare verbrokkeling van de oeverlijn. Het vaartuig. De ligplaats van het vaartuig ligt in het toepassingsgebied van de verordening. Op deze locatie is de uitzonderingsbepaling van artikel 7h, lid 4 van de verordening van toepassing: er is sprake van een ligplaats bij een erf. Volgens deze bepaling mag aan een erf één open vaartuig met een maximale lengte van 7 meter worden afgemeerd. Het vaartuig valt onder deze vrijstellingsbepaling en daarom is hiervoor geen ontheffing vereist.

5 6. Zienswijzen De heer Van den Hadelkamp heeft mondeling ingestemd met aanpassing van de afmetingen van de insteekhaven tot maximaal 8,0 meter lang en 3,25 meter breed. De heer Van den Hadelkamp heeft met de direct aangrenzende buurman, de heer van Leeuwen, Mastwijkerdijk 100 te Montfoort, zijn voornemen voor de aanleg van de insteekhaven besproken. De heer van Leeuwen heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de aanleg van de insteekhaven op het perceel Mastwijkerdijk 102b te Montfoort. V. Bezwaar Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit gemotiveerd bezwaar maken bij Gedeputeerde Staten van Utrecht, t.a.v. de secretaris van de Awb-commissie knr. C02.14, Pythagoraslaan 101, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht, binnen zes weken na de datum van bekendmaking. Hoofdstuk 6 (algemene bepalingen over bezwaar) en de afdelingen 7.1 en 7.2 (bijzondere bepalingen over bezwaar) van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing. Tevens hebben belanghebbenden de mogelijkheid, indien gelet op de belangen onverwijlde spoed is vereist, een verzoek om voorlopige voorziening te vragen bij de Rechtbank te Utrecht. Hiervoor is griffierecht verschuldigd. VI. Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag volgende op de dag waarop de termijn van 6 weken afloopt voor het indienen van een bezwaarschrift. Indien gedurende deze termijn bij de Rechtbank Utrecht een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. VII Andere vergunningen Volledigheidshalve wijzen wij erop dat er andere vergunningen noodzakelijk kunnen zijn die verband houden met de aanleg en het gebruik van de insteekhaven. VIII. Verzending Een afschrift van dit besluit is toegezonden aan: a. de aanvrager van de vergunning: de heer W. M. van den Hadelkamp, Mastwijkerdijk 102b, 3417 BT Montfoort; b. de buurman van de aanvrager van de vergunning: de heer Van Leeuwen, Mastwijkerdijk 100, 3417 BT Montfoort c. Burgemeester en wethouders van Montfoort, t.a.v. de heer P. van Eeuwijk, Postbus 41, 3417 ZG Montfoort; d. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, t.a.v. de heer P.A. Molleman, Postbus 550, 3990 GJ Houten; e. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directie Utrecht, Waterstaat district Utrecht, t.a.v. mevrouw E.B. Polman-Sonnema.

6 Gedeputeerde Staten voornoemd, namens hen, Mevrouw ir. A.M. van Oosterwyck, Teamleider team Groen, Grond en Water, Afdeling Vergunningverlening

7 BIJLAGE 1 Voorschriften behorende bij besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht d.d.22 januari 2009, afdeling Vergunningverlening, nr. 2008INT De vergunning heeft betrekking op het ontgronden van de volgende percelen kadastraal bekend gemeente Linschoten, sectie D, nummer 536 gedeeltelijk. UITVOERING 1. Bij de voorschriften behoren de volgende tekeningen van W.M. van den Hadelkamp a. Topografische kaart met tekeningnr ; b. Luchtfoto situatie 2006 met tekeningnr ; c. Dwarsdoorsnede met tekeningnr De percelen dienen te worden ontgrond zoals aangegeven op de in voorschrift 1 genoemde tekeningen. 3. De blijvende taluds van ingraving moeten worden gegraven zoals aangegeven op de in voorschrift 1, onder c genoemde tekening. 4. Van het begin van de ontgronding moet een week tevoren schriftelijk worden kennis gegeven aan Gedeputeerde Staten van Utrecht, Pythagoraslaan 101, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht. 5. Binnen één week na gereedkomen van de ontgronding moet hiervan schriftelijk kennis gegeven worden aan Gedeputeerde Staten van Utrecht, Pythagoraslaan 101, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht. 6. De vergunning moet gedurende de uitvoering van de werkzaamheden op het terrein aanwezig zijn en op eerste vordering aan politie en aan de met toezicht op ontgrondingen belaste medewerkers worden getoond. BOUWGRONDSTOFFENBELEID 7. Het is toegestaan de vrijkomende klei, maximaal circa 40 m³, in de voortuin van de woning Mastwijkerdijk 102b te verwerken, waarbij het maaiveld met circa 0,15 m zal worden verhoogd. 8. Het is verboden grondspecie van elders aan te voeren zonder toestemming van Gedeputeerde Staten. ARCHEOLOGIE 9. Indien bij graafwerkzaamheden zaken worden aangetroffen, waarvan de vinder weet of redelijker wijs moet vermoeden dat het gaat om archeologische vondsten of sporen, dan is hij volgens de Monumentenwet verplicht dit direct te melden (artikel 47). De melding dient te gebeuren bij het meldpunt archeologie van de provincie Utrecht ( of ). Bij het achterwege laten van een melding zijn de artikelen 56 en 57 van de Monumentenwet van toepassing.

8 10. Medewerkers van de provincie Utrecht die zijn belast met archeologie kunnen aanwijzingen geven over de uitvoering van de ontgronding. Deze dienen te worden opgevolgd. 11. Tijdens de graafwerkzaamheden dient aan (amateur) archeologen gelegenheid te worden gegeven tot het doen van archeologische waarnemingen. WATERHUISHOUDING 12. Ten behoeve van de waterbeheersing c.q. waterhuishouding moeten de aan het ontgrondingsterrein gelegen watergangen worden vrijgehouden van grond, bagger, etc. en zonodig op eerste aanzegging van ons worden opgeschoond. NATUUR EN LANDSCHAP 13. Het ontgronde terrein moet altijd worden vrijgehouden van afvalstoffen en indien nodig van ongewenste begroeiing. 14. De ontheffing op grond van de VNLis uitsluitend verleend voor de insteekhaven met de afmetingen van 8,00 x 3,25 (lengte x breedte in meters) met bijbehorende voorzieningen. De afmetingen van de insteekhaven, waarvoor ontheffing is verleend wijken hiermee af van de maten die zijn aangegeven op de situatietekening te weten 10 x 3,00 meter (lengte x breedte in meters). Hiervoor verwijzen wij ook naar III Procedure. 15. In de insteekhaven mogen geen andere schepen of drijvende voorwerpen worden afgemeerd, afgezien van hetgeen is bepaald in artikel 7h, vierde lid van de verordening. 16. Aan het uiterlijk aanzien van de insteekhaven mogen zonder voorafgaande toestemming van Gedeputeerde Staten van Utrecht geen wijzigingen worden aangebracht. 17. De zakelijk gerechtigde, bezitter, de houder of gebruiker van de insteekhaven, aan wie thans ontheffing wordt verleend, mag niet worden vervangen door een andere zakelijk gerechtigde, bezitter, houder of gebruiker zonder voorafgaande melding aan Gedeputeerde Staten van Utrecht. Deze melding moet tenminste twee weken van tevoren worden gedaan. AFWERKING 18. Het terrein moet binnen 3 jaar na het onherroepelijk worden van alle benodigde vergunningen of toestemmingen geheel afgewerkt worden opgeleverd. Onder vergunninghouder wordt verstaan de heer W.M. van den Hadelkamp.

9 BIJLAGE 2 Meldingsformulier start werkzaamheden ontgrondingsvergunning Nummer vergunning: 2008INT Datum vergunning: 22 januari 2009 Ontgrondingsnummer: 1511 Vergunninghouder: Contactpersoon : de heer W.M. van den Hadelkamp tel De vergunninghouder zorgt er voor dat dit formulier tenminste één week voordat met de werkzaamheden wordt begonnen, ingevuld en ondertekend wordt opgestuurd of gefaxt naar onderstaande adres. Gegevens van het werk: Startdatum werk: Mogelijke einddatum werk Bijzonderheden: Plaats en datum Naam en handtekening Opsturen of faxen naar: Provincie Utrecht Afdeling Handhaving Postbus TH Utrecht Fax Tel Menno.Heil@provincie-utrecht.nl