Stand van zaken op 1 maart 2012 A. Inleiding De teksten inzake het brugpensioen, die eind vorig jaar werden aangenomen, zijn de volgende: Twee koninklijke besluiten van 28 december 2011 (BS 30.12.2011), het eerste ter vervanging van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 betreffende het conventioneel brugpensioen; het tweede ter vervanging van het koninklijk besluit vzn 30 juli 1994 inzake het halftijds brugpensioen. De wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen (BS 30.12.2011), betreffende de gelijkstelling van de brugpensioenperiodes voor de berekening van het pensioen. Deze teksten zijn nog steeds van kracht. Maar, na druk van de vakbonden die meenden dat de regeringsmaatregelen arbitrair werden genomen en, in het verlengde van de staking van 30 januari 2012, werd nu toch een versoepeling doorgevoerd, meer bepaald op het conventioneel brugpensioen. Wat de geplande verdwijning op termijn van het halftijds brugpensioen die de regering had beslist betreft: hier werd niet op teruggekomen. Deze nota geeft dus een overzicht van de situatie op 1 maart 2012: Vermits de onderhandelingen nog bezig zijn, zullen wij zeker niet nalaten u verder te informeren over de evolutie in dit dossier. Echter, volgens onze bronnen zou de definitieve situatie al vastliggen en de volgende zijn: Maar eerst herhalen we twee principes omdat we gemerkt hebben, uit de bevraging van onze studiedienst de afgelopen weken, dat daar enige ongerustheid over bestaat: Inzake de berekening van de beroepsloopbaan: het artikel 4 van het KB van 3 mei 2007 over de berekening van de beroepsloopbaan voor het conventioneel brugpensioen werd niet gewijzigd. De inhoud van dit artikel is nog steeds geldig en het berekenen van de beroepsloopbaan kan dus nog altijd op de vroegere manier gebeuren. Wat de werknemers van het stads en streekvervoer aangaat: deze werden uitgesloten van het toepassingsveld van het KB van 3 mei 2007 (artikel 1), goedgekeurd n.a.v. het Generatiepact. Zij blijven onderhevig aan de vroegere (soepelere) reglementering van het KB van 7 december 1992. Het koninklijk besluit van 28 december 2011 houdt dienaangaande geen enkele wijziging in. De werknemers die ressorteren onder het paritair comité van het stads en streekvervoer blijven dus onderworpen aan de regels van het KB van 7 december Prépension Situation 1er mars 2012 NL 1
1992. Wat de gelijkstelling van de brugpensioenperiodes voor de berekening van het pensioen betreft: hierover is nog geen duidelijkheid. B. Vergelijking tussen huidige en toekomstige toetredingsvoorwaarden Conventioneel brugpensioen Wat is er veranderd door het koninklijk besluit van 28 december 2011? heet voortaan «werkloosheidsstelsel met bedrijfstoeslag» «Bruggepensioneerde» heet voortaan «werkloze met bedrijfstoeslag» Toegangsleeftijd en loopbaanvoorwaarden worden opgetrokken (zie tabel) Voor de nieuwe CAO s: verhoging van de leeftijds en anciënniteitsvoorwaarden, respectievelijk tot 60 jaar en tot 40 jaar, sinds 1 januari 2012 Voor de bestaande CAO s die verlengd worden zonder onderbreking: verhoging van de leeftijds en anciënniteitsvoorwaarden tot 60 jaar en tot 40 jaar, vanaf 1 januari 2015, met evenwel opeenvolgende verhoging van de anciënniteitsvoorwaarde voor vrouwen De leeftijdslimieten inzake toegang tot het brugpensioen voor ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering veranderen ook (zie tabel) Hoewel het koninklijk besluit geen enkele bepaling bevat over dit onderwerp, dient men te noteren dat op basis van het regeerakkoord de leeftijdsvoorwaarde zal kunnen verhoogd worden tot 62 jaar, binnen het kader van de CAO 17, na evaluatie van de tewerkstellingsgraad van oudere werknemers, uiterlijk in 2014. Prépension Situation 1er mars 2012 NL 2
Wat konden de vakbonden bereiken? Aanvankelijk verhoogde het koninklijk besluit van 28 december 2011 de leeftijds en loopbaanvoorwaarden voor de volgende brugpensioenformules: CAO 17 langdurige loopbaan (58 jaar/38 of 35 jarige loopbaan) zware beroepen (58 jaar/35 jarige loopbaan) Het overleg tussen de regering en de sociale partners heeft tot resultaat gehad dat de geplande verstrenging betreffende de toegangsmaatregelen voor het brugpensioen zware beroepen er niet is gekomen. Het stelsel blijft dus onveranderd behouden zonder verhoging van leeftijds, noch loopbaanvoorwaarde en wordt verlengd in plaats van geleidelijk afgebouwd. Daarnaast werden ook de toegangsvoorwaarden tot het brugpensioen extra lange loopbanen versoepeld. Tot nog toe legde de wet van 12 april 2011 (ingevolge de CAO nr. 96) een leeftijdsvoorwaarde op van 56 jaar en een loopbaanvoorwaarde van 40 jaar waarbij men 78 dagen moest gewerkt hebben voor de leeftijd van 17 jaar. Deze laatste voorwaarde valt nu weg en het recht wordt verlengd in de wet tot en met 31 december 2015 (i.p.v. 31.12.2012). Halftijds brugpensioen Hier verandert er niets! Het koninklijk besluit van 28 december 2011 heeft het halftijds brugpensioenmechanisme sinds 1 januari 2012 afgeschaft. Er bestaan nog wel overgangsmaatregelen. Het oude stelstel van deeltijds brugpensioen blijft van toepassing in de volgende 2 situaties: o De werknemers die in deeltijds brugpensioen waren vóór 1 januari 2012 o De werknemers die vóór 28 november 2011 een akkoord met hun werkgever hebben gesloten met het oog op de vermindering van hun prestaties tot halftijds, voor zover hun halftijds brugpensioen aanvangt vóór 1 april 2012. Prépension Situation 1er mars 2012 NL 3
Nieuwe tabbellen, n.a.v. het overleg stelsel «CAO 17» «langdurige loopbaan» Voorwaarden voor de herziening Leeftijd: 60 jaar Loopbaan: M: 35 jaar V: 28 jaar (35 in 2028) Sector of bedrijfscao Leeftijd: 58 jaar Loopbaan: M: 38 jaar V: 35 jaar (38 jaar in 2014) CAO eerste maal gesloten na 31.12.2011 Nieuwe situatie leeftijdsvoorwaarde CAO, gesloten en neergelegd voor 1.1.2012 of na 31.12.2011 maar die zonder onderbreking een CAO verlengt die voor 1.1.2012 werd gesloten 60 jaar Leeftijdsvoorwaarde kan opgetrokken worden tot 62 jaar mocht uit een evaluatie uiterlijk in 2014 blijken dat de tewerkstellingsgraad van oudere werknemers te laag is 60 jaar op 1.1.2012 60 jaar op 1.1.2015 CAO eerste maal gesloten na 31.12.2011 Nieuwe situatie loopbaanvoorwaarde CAO, gesloten en neergelegd voor 1.1.2012 of na 31.12.2011 maar die zonder onderbreking een CAO verlengt die voor 1.1.2012 werd gesloten 40 jaar op 1.1.2012 1 M: 35 jaar op 1.1.2012 ; 40 jaar op 1.1.2015 V: 28 jaar op 1.1.2012 ; 31 jaar in 2015; 32 jaar in 2016 ; 33 jaar in 2017 ; 34 jaar in 2018 ; 35 jaar in 2019 ; 36 jaar in 2020 ; 37 jaar in 2021 ; 38 jaar in 2022; 39 jaar in 2023 ; 40 jaar in 2024. M: 40 jaar op 1.1.2012 V: 35 jaar op 1.1.2012 ; 38 jaar op 1.1.2014 ; 40 jaar op 1.1.2015 M: 38 jaar op 1.1.2012 ; 40 jaar op 1.1.2015 V: 35 jaar op 1.1.2012 ; 38 jaar in 2014 ; 39 jaar in 2016 ; 40 jaar in 2017. stelsel Huidige situatie Toekomstige situatie «zware beroepen» Zware beroepen= opeenvolgende diensten, nachtdiensten, onderbroken diensten Leeftijd: 58 jaar Loopbaan: 35 jaar waarvan gedurende 5 jaar zwaar beroep beoefend over laatste 10 jaar of gedurende 7 jaar over de laatste 15 jaar Na bijsturing door de regering : onveranderd behoud van systeem (dat in 2015 zou verdwijnen) «extra lange loopbanen» (CAO 96 NAR) Wet van 12 april 2011 (artikel 47) 56 jaar 40 jarige loopbaan waarvan 78 gepresteerde arbeidsdagen voor de leeftijd van 17 jaar Na bijsturing door de regering : onveranderd behoud van systeem tot en met 31.12.2015 + voorwaarde 78 dagen te hebben gewerkt voor zijn 17 jaar vervalt Sectoraal brugpensioen «nachtarbeid en bouw» 56 jaar 33 jaar beroepsloopbaan Onveranderd behoud van het systeem 1 1 Theoretische hypothese aangezien de CAO 17 een CAO voor onbepaalde duur is en die vóór 1.1.2012 gesloten en neergelegd is. Prépension Situation 1er mars 2012 NL 4
Medisch brugpensioen 20 jaar nachtdienst of gewerkt in bouw, medisch attest dat getuigt van arbeidsongeschiktheid Geactiveerd door het IPA of door de regering Voor mindervalide werknemers of werknemers met ernstige lichamelijke gebreken, op basis van CAO 91 van de Nar voor brugpensioenen die ten vroegste op 1.1.2010 aanvangen Onveranderd behoud van het systeem «onderneming in moeilijkheden» Huidige situatie 52 jaar, zelfs 50 jaar in uitzonderlijke omstandigheden Toekomstige situatie als begin van de periode van ministeriële erkenning : > 31.12.2011 is voor onderneming in moeilijkheden ; > 31.12.2012 voor bedrijf herstructurering 52 jaar in 2012 52 ½ jaar in 2013 ; 53 jaar in 2014 ; 53 ½ jaar in 2015 ; 54 jaar in 2016 ; 54 ½ jaar in 2017 ; 55 jaar in 2018 «onderneming in herstructurering» 55 jaar zelfs 52 jaar, in functie van het percentage van de werknemers getroffen door het collectief ontslag; 50 jaar in geval van uitzonderlijke omstandigheden 55 jaar in 2013 Tussen 2013 en 2017, bij collectief ontslag = 20% + viseert alle werknemers van een TBE of volledig activiteitssegment dat al minstens 2 jaar bestaat op dag van aankondiging van het collectief ontslag: regel onderneming in moeilijkheden. C. De gelijkstellingen inzake pensioen Ook hier heeft de druk van de vakbonden resultaat opgeleverd! Inderdaad, vóór de aanpassingen van de maatregelen zag de situatie er als volgt uit: Alle brugpensioenjaren zonder onderscheid werden in rekening genomen voor de berekening van het rustpensioen. Dit rustpensioen werd berekend op het laatst verdiende loon dat werd geherwaardeerd, rekening houdend met de evolutie van de consumptieprijzen en het algemeen welzijn. De wet van 28 december 2011 brengt hier verandering in. Tot op heden is ze nog steeds van toepassing en geven artikelen 122 en volgende de Koning de mogelijkheid om, via een in de ministerraad beraadslaagd koninklijk besluit, de bijzondere toegangsmodaliteiten vast te leggen, alsook de berekening van de periodes die aan arbeid worden gelijkgesteld en plaatsvinden vanaf 1 januari 2012, en onder meer betrekking hebben op: De periodes van brugpensioen voor de leeftijd van 60 jaar, met uitzondering van de brugpensioenen in het kader van de ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering, alsook de brugpensioenen in het kader van de extra lange loopbanen (CAO 96: zie bovenstaande tabel). Prépension Situation 1er mars 2012 NL 5
De wet sluit uit haar toepassingsveld die personen uit die op 28 november 2011 al in een brugpensioenstelsel zaten en diegenen die voor 28 november 2011 een aanvraag tot een recht op brugpensioen hadden ingediend. Dankzij de vakbonden dus. De nieuwe maatregelen zijn van toepassing op alle pensioenen die vanaf 1 januari 2013 aanvangen. Wat dan de periodes van brugpensioen voor 60 jaar betreft, moeten deze gevaloriseerd worden in de berekening van het pensioen op basis van het minimumrecht per beroepsloopbaanjaar 2 met evenwel de twee eerder genoemde uitzonderingen: brugpensioenen in het kader van de ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering brugpensioenen voor extralange loopbanen (CAO 96 : zie bovenstaande tabel) De vruchten van de betrachtingen van de vakbonden konden nog niet worden geplukt, in die zin dat een nieuwe reglementering terzake nu eerst nog moet worden aangenomen. Wat we desalniettemin kunnen melden is dat, in principe, alle brugpensioenperiodes zouden gelijkgesteld worden met arbeidsprestaties voor de berekening van het pensioen zoals vroeger behalve voor de brugpensioenen lange loopbanen op 58 jaar (38 (M) of 35 (V) jaar loopbaan). Voor deze zou het jaar voor de 59 ste verjaardag gelijkgesteld worden op basis van het minimumrecht. Naar analogie, worden de periodes van pseudobrugpensioen voor de 59 ste verjaardag eveneens gelijkgesteld op basis van het minimumrecht. Zullen dus volledig gelijkgesteld worden: de brugpensioenen op 56 jaar van de bouwsector, mits arbeidsongeschiktheid + 33 jarige loopbaan (opgelet voor intreders zal de volledige gelijkstelling pas volledig zijn als men 5 of 7 jaar anciënniteit in de bouwsector heeft over de laatste 10 of 15 jaar) de sectorale brugpensioenen, op 56 jaar, mits 20 jaar nachtarbeid + 33 jarige beroepsloopbaan de brugpensioenen voor zware beroepen, op 58 jaar, mits 35 jarige beroepsloopbaan de medische brugpensioenen, op 58 jaar, mits 35 jarige beroepsloopbaan Het brugpensioen voor extra lange loopbanen op 56 jaar (mits 40 jarige loopbaan) en het brugpensioen in het kader van een onderneming in herstructurering of in moeilijkheden kenden al deze volledige gelijkstelling. 2 Dit minimumrecht bedraagt 21.326,67 EUR (indexcijfer 130,80 op 01/09/2011) voor volledig gelijkgesteld jaar (312 dagen) Prépension Situation 1er mars 2012 NL 6
D. Andere informatie a. Vervangingsplicht Vandaag geldt voor elke bruggepensioneerde (behalve voor ondernemingen in herstructurering of in moeilijkheden) die in brugpensioen vertrekt voor de leeftijd van 60 jaar, een vervangingsplicht. De bruggepensioneerde moet vervangen worden door een volledig uitkeringsgerechtigde werkloze gedurende een periode van minstens 3 jaar. De leeftijd voor de vervangingsplicht wordt opgetrokken tot 62 jaar, in navolging van de verhoogde brugpensioenleeftijd, voor alle afwijkende stelsels (lange loopbanen, nachtwerk, bouwsector en medische ongeschiktheid), cf. het schema van verhoging van de brugpensioenleeftijd. b. Maatregelen uit het Generatiepact die nog niet werden uitgevoerd met het oog op het vergemakkelijken van de situatie van de oudere werknemers De regering verbindt zich ertoe voorstellen te formuleren inzake de uitvoering van maatregelen ten voordele van de oudere werknemers, meer bepaald: recht op begeleiding bij een externe loopbaan mogelijkheid voor de werknemer om deel van de eindejaarspremie om te zetten in bijkomende verlofdagen mogelijkheid om over te stappen op lichter werk c. Beschikbaarheid van bepaalde bruggepensioneerden Dit betreft de bouwsector (arbeidsongeschiktheid + 33 jarige loopbaan + 56 jaar) en het nachtwerk (20 jaar + 33 jarige loopbaan + 56 jaar). Het huidige regeerakkoord voorziet dat deze bruggepensioneerden beschikbaar moeten blijven voor de arbeidsmarkt. Maar het gaat om een passieve beschikbaarheid tot aan de leeftijd van 60 jaar (= werkaanbiedingen ontvangen maar actieve zoektocht naar werk moet niet aangetoond worden). d. Behoud van het recht op brugpensioen Om te vermijden dat personen die vandaag recht hebben op het brugpensioen, maar morgen niet meer, de kans aangrijpen en opteren voor dit brugpensioen, wordt er een principe uitgewerkt dat voorziet dat éénmaal het recht op brugpensioen verworven (leeftijds en loopbaanvoorwaarde zijn voldaan) het recht voor betrokkene behouden blijft. De modaliteiten hiervan zijn nog nader te bepalen. Prépension Situation 1er mars 2012 NL 7