Intensivering en vroeg beginnen met Engels. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Vergelijkbare documenten
Tussentijdse opbrengsten schoolleiders - DTT

Doeltaal is voertaal. Engels geven in het Engels. Whitepaper. Doeltaal is voertaal Marion Ooijevaar, 30 januari Introductie

Engels in het basisonderwijs:

In de praktijk: Engels in het basisonderwijs. Taal

Passende perspectieven praktijkonderwijs

Met deze brief breng ik u op de hoogte van het plan van aanpak voor Engels in het primair onderwijs. 1

Meer kansen door internationaal basisonderwijs

15% vvto en FLiPP: ervaringen en resultaten van vroeg vreemdetalenonderwijs. Rick de Graaff Platform vvto Nederland

Deskresearch 6 februari Hello, how are you? Fedor Baarslag, MLI2014A S ENLI-CMT.XX.13. S Fedor Baarslag, versie 6 februari

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Engels in het basisonderwijs: wel of niet vroeg beginnen?

Monitoring vernieuwde examenprogramma aardrijkskunde vmbo

Curriculumontwikkelingen in het talenonderwijs Rick de Graaff

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Verkenning van competenties voor leerkrachten Engels in het basisonderwijs. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus LV Den Haag Parnassusplein 5 T F

Vroeg vreemdetalenonderwijs. Visiedocument

Datum 10 mei 2017 Schriftelijk overleg internationalisering van het onderwijs: nota naar aanleiding van het verslag

Landelijk Overleg Lerarenopleidingen Basisonderwijs (LOBO) HBO-raad, sector pedagogisch onderwijs, vaste kamercommissie OC&W

Formatief evalueren en de DTT wiskunde in de les

In artikel 18 van de Wet op de expertisecentra wordt na het tweede lid een lid

Kies jij Duits? Docentenhandleiding doorstromers havo en vwo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Engels in het basisonderwijs: verkenning van de stand van zaken

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

Trends in leermiddelen Leermiddelenmonitor 07-12

Brochure versie 1 februari 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

CLIL in het basisonderwijs

Beroepsproducten. Tweetalig basisonderwijs vanaf groep 1. Voorbereiding pilot Tweetalig primair onderwijs. Media, Informatie en Communicatie

Engelse taal. Kennisbasis Engelse taal op de Pabo

Wetenschap en Technologie, Science, óók voor hoogbegaafde leerlingen op PO en onderbouw VO.

Criteria bij ERK methodes

EarlyBird, voor meer, vroeger en beter Engels. Inhoud en werkwijze bij de visitatie voor erkenning als EarlyBird-school

Engels in het basisonderwijs

Engels en moderne vreemde talen

Kies jij Frans? Docentenhandleiding afbuigers havo en vwo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Initiatiefvoorstel. Initiatiefvoorstel van de raadsleden de heer Paternotte en de heer Toonk getiteld: Amsterdamse pilot tweetalig primair onderwijs.

VERANTWOORDINGSTEKST Profielproduct KJKramer. 1. Inleiding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Engels op KBS De Rietkraag

Spinnenweb-model: leerlingparticipatie in samenhang

Tpo: a new kid on the block

Onderzoek Zuid-Afrika

Factsheet Tweetalig Primair Onderwijs

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Digitale geletterdheid en de lerarenopleidingen, een ontwikkelplan

Curriculum in beweging

SCOL Sociale Competentie Observatielijst. Analyse doelen Jonge kind

Feedback conceptvisie MENS & MAATSCHAPPIJ

Tweede Kamer der Staten-Generaal

21 e eeuwse vaardigheden in het onderwijs. stand van zaken en toekomstige mogelijkheden. Petra Fisser VELON-studiedag Breda, 13 november 2015

Kies jij Frans? Docentenhandleiding havo en vwo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Hoe vaardig zijn onze groep 8-leerlingen in Engels?

Effectieve inbedding van de DTT bij het vak wiskunde

VERSLAG N.A.V. VIERDE CONSULTATIEFASE (JANUARI-MAART 2019) Ontwikkelteam Engels / Moderne Vreemde Talen

Still going strong? Uitkomsten van de vierde peiling EIBO in toekomstig perspectief. Symposium PPON 25 jaar, 7 november Prof. Dr.

Leermiddelenmonitor 13/14

Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam

Vak(ken) afronden op een hoger niveau

Engels voor kleuters

Voorwoord. Graag bedanken we iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan dit document:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inleiding 4. Engels in het basisonderwijs 5. Words&Birds een verrijking van de les, een verbreding van de wereld 6. Wat is Words&Birds?

Manifest. De toekomst van het tweetalig onderwijs in Nederland: kansrijk in nieuwe richtingen

Het belang van leren programmeren

Voorstel taal- en rekenbeleid [school]

25. 21e eeuwse vaardigheden: wat moet je er mee en wat kan je er mee?

Kies jij wiskunde? Docentenhandleiding 3 vwo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Startnotitie leerplanontwikkeling pilot tweetalig primair onderwijs (tpo)

Voorwoord. Wij wensen u veel plezier en inzicht in het gebruik van de leerlijnen! Team Mondomijn. Bedankt!

Talige startcompetenties in het hoger onderwijs

Leermiddelenmonitor. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Internationalisering in het curriculum van de toekomst

Deelnameniveaus bewegingsonderwijs onderbouw vo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Omschrijving kwaliteitstandaard vvto Indicator nvt cruciaal

Doorlopende leerlijnen taal: ervaringen met 3 scholen

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel.

Kwaliteitsstandaard tweetalig onderwijs 2.0

Fiets van Jansen: didactisch model voor leerlingparticipatie

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag BVE/IenI/

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Referentieniveaus Taal. BAVO Eemlanden 14 maart 2012

Monitoring invoering Chinese taal en cultuur

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Hoofdlijnenbrief SLOA

Referentieniveaus Nederlandse taal

Thuis in de wereld! Een visie op het tweetalig onderwijs _Opl.2.000_

De kwaliteit van het onderwijs in rekenen en wiskunde

Uitgegeven: 3 februari , no. 10 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLAN

Leesparade Nieuw. Kerndoelanalyse SLO

Engels in het basisonderwijs

Slo, Uitwerking kerndoelen. 13 De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten.

INTAKE INTERVIEW. We help you improve your English language skills.

Achtergrond onderzoeksvraag 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Observatielijst peuters. Analyse doelen Jonge kind

Transcriptie:

Intensivering en vroeg beginnen met Engels SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Verantwoording 2016 SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande toestemming van de uitgever deze uitgave geheel of gedeeltelijk te kopiëren en/of verspreiden en om afgeleid materiaal te maken dat op deze uitgave is gebaseerd. Auteur: Bas Trimbos Informatie SLO Postbus 2041, 7500 CA Enschede Telefoon (053) 4840 840 Internet: www.slo.nl E-mail: info@slo.nl AN: 9.7601.698

Inleiding Het eindadvies van het Platform Onderwijs2032 (2016) besteedt de nodige aandacht aan het vak Engels. Om goed te kunnen communiceren en samenwerken in een internationale context is beheersing van de Engelse taal van groot belang. In het voortgezet onderwijs behoort Engels al jaren tot de kernvakken. Het platform vindt het belangrijk dat Engels ook in het basisonderwijs een duidelijker positie krijgt: het zou tot de basis moeten behoren en er zou al vroeg mee moeten worden begonnen. Daarvoor is het nodig om het aanbod van Engels in het basisonderwijs te intensiveren en de aansluiting met het voortgezet onderwijs te verbeteren. Na het verschijnen van het eindadvies van het Platform ontstond er hier en daar discussie over het nut van (vroeg) Engels in het basisonderwijs. Daarbij ging het over het algemeen niet zozeer om feiten als wel om emotie: gaat meer Engels niet ten koste van de beheersing van het Nederlands (en dan met name bij anderstalige kinderen)? Voor zover bekend uit onderzoek naar kinderen met een tweetalige thuissituatie, blijkt dat niet het geval: kinderen kunnen heel goed twee of meer talen tegelijk leren. Verder is er geen bewijs dat het per week aanbieden van enkele uren les in het Engels, ten koste zou gaan van de Nederlandse taalontwikkeling van leerlingen (al dan niet anderstalig). Wel verdient het aanbeveling om wat daarover uit (internationaal) onderzoek bekend is nader te analyseren, vooral waar het gaat om intensieve vormen van Engelstalig aanbod, zoals in de pilot tweetalig primair onderwijs (Van den Broek, de Graaff, Unsworth & van der Zee, 2014). Doel van deze notitie is op een rij te zetten waarover weinig tot geen onenigheid bestaat, zodat bij een mogelijke uitwerking van het advies voor Engels helder is wat het vertrekpunt kan zijn om Engels te intensiveren en vroeg(er) aan te bieden in po. En met welke aandachtspunten rekening gehouden moet worden. Daartoe is door SLO en Bureau Onderwijs2032 gesproken met enkele experts: Rick de Graaff (hoogleraar didactiek van de vreemde talen en tweetalig onderwijs); Myrna Feuerstake (adjunct-directeur van EarlyBird); Stephan Meershoek (Hoofd Netwerken po/vo EP/Nuffic). Deze notitie zet op een rij wat verschillende betrokkenen van het intensiveren van Engels vinden en de aandachtspunten bij het bereiken ervan en gaat in op waarover al overeenstemming bestaat. Betrokkenen Wat vinden de leerlingen? De attitude ten opzichte van het vak Engels is positief. De meeste leerlingen vinden Engels geen erg gemakkelijk vak, maar wel een redelijk leuk en vooral belangrijk vak. Ook buiten de school komen leerlingen dagelijks in contact met Engels op een informele manier (Geurts & Hemker, 2013). Zowel leerlingen die vvto (vroeg vreemdetalenonderwijs) volgen als leerlingen in het Eibo-programma (Engels in het basisonderwijs) zijn gemotiveerd om Engels te leren. De correlatie tussen scores op de gemaakte taaltoetsen enerzijds en motivatie en houdingen anderzijds is niet in alle gevallen substantieel (Stegmann, 2014); dat wil zeggen dat zowel leerlingen met een hoge als met een lage toetsscore een positieve attitude en motivatie hebben. Voorwaarde voor het verwerven van een taal is dat de doeltaal zo veel mogelijk als voertaal en als leermiddel wordt gehanteerd. Zonder blootstelling aan de vreemde taal is er geen of weinig leerwinst (Westhoff, 2008). Juist die blootstelling aan de vreemde taal is voor een aantal leerlingen, afhankelijk van leeftijd lastig, omdat ze niet begrijpen wat er gezegd wordt (Lobo, 2013). Het is volgens Dönszelmann e.a. (2016) echter een kwestie van de didactische en pedagogische kwaliteiten van de leraar om de leerlingen te bereiken. 3

Wat vinden leraren Engels po? Niet alle leerkrachten die Engels verzorgen in het po delen de behoefte om Engels te intensiveren en er vroeg mee 1 te beginnen. Op de stelling of Engels in de onderbouw of middenbouw zou moeten worden aangeboden reageert slechts 41% positief. (Thijs, Tuin & Trimbos, 2011). Verder vinden leerkrachten zichzelf niet altijd voldoende bekwaam op het gebied van hun eigen Engelse taalvaardigheid. Dat geldt meer voor leerkrachten van de vvtodan van de Eibo-variant (Geurts & Hemker, 2013). Wat vinden leraren Engels vo? Voor leraren in het vo is niet altijd even duidelijk op welk niveau ze kunnen aansluiten. In het vo wordt vaak weer opnieuw begonnen, zoals leraren het formuleren, omdat de variatie tussen de leerlingen die binnenstromen uit het po enorm groot is. In de praktijk is het niveau van leerlingen eigenlijk nooit nul, en wordt in de brugklas wel degelijk voortgebouwd op een hoger receptief niveau (dat voor een flink deel juist is opgebouwd door taalcontact buiten school). Enige duidelijkheid over instroomniveaus is wenselijk (Thijs, Trimbos, Tuin, Bodde & de Graaff, 2011). De eindtoets Engels van Bureau ICE, die sinds 2016 op de markt is, meet ERK-niveaus en kan hierbij mogelijk behulpzaam zijn. Wat vinden ouders? Er is vanuit onderzoek weinig bekend over wat ouders vinden van intensivering van Engels. Wel geven EP-Nuffic en EarlyBird aan dat ze al jarenlang signalen krijgen van ouders om in het onderwijs vroeg te beginnen met Engels. Harde gegevens hierover ontbreken echter. Waarover bestaat overeenstemming Er is meer duidelijkheid nodig over beheersingsniveaus aan het einde van po Er zijn grote verschillen in het aanbod, zowel wat betreft het leerjaar waarmee met Engels wordt begonnen als het aantal uren dat er aan Engels wordt besteed (Thijs, Tuin & Trimbos, 2011). De belangrijkste varianten wat betreft het moment waarop met Engels in het po wordt gestart zijn: beginnen in de onderbouw (vvto), in groep 7 en 8 (Eibo) of vanaf groep 5-6 (vervroegd Eibo). Het gevolg van die variatie is dat de beheersingsniveau van leerlingen aan het eind van het basisonderwijs sterk verschillen. In hun reacties op het eindadvies van het platform, geven zowel VLLT (Vereniging van Leraren in Levende Talen), Vedocep (netwerk van docenten Engels aan de Pabo) en EP/Nuffic (2016) aan dat het van belang is om heldere doelen en uitstroomniveaus per onderwijssector te hebben. Vroeger beginnen is niet automatisch/vanzelfsprekend beter Door Engels voor alle leerlingen te intensiveren zou het beheersingsniveau van bijna alle leerlingen kunnen verbeteren, is de aanname. Vroeger met Engels beginnen zou daar ook bij kunnen helpen. Er is echter geen eenduidig bewijs dat vroeger beginnen altijd beter is (Muñoz, 2008). Daarvoor spelen meerdere factoren een rol, bijvoorbeeld de didactische kwaliteiten van de leerkracht en een doorlopende leerlijn (Unsworth, de Bot, Persson & Prins, 2012). 1 In het po kent Engels verschillende varianten: Eibo (Engels in het basisonderwijs) in groep 7 en 8; vervroegd Eibo, vanaf groep 5; vvto, vanaf groep 1. 4

Je kunt niet zomaar uitspraken doen over het beste startmoment': kwaliteit en kwantiteit bepalen samen hoe ver je kunt komen. Wel weten we uit onderzoek dat de uitspraak en de vloeiendheid van het Engels zich beter ontwikkelen als kinderen jong beginnen met het leren van deze taal, mits taalaanbod en interactiemogelijkheden intensief zijn en van goede didactische kwaliteit. De aansluiting po-vo kan beter De aansluiting tussen po en vo was al voor de invoering van Engels in het basisonderwijs in 1986 een bron van zorg (Toorenburg & Bodde, 2003). Die zorg is alleen maar toegenomen. Door de grote verschillen in het aanbod in po en in buitenschoolse taalcontacten zijn ook de verschillen in beheersingsniveaus van leerlingen aan het begin van het vo groot. Door de variatie in het aanbod in het po stromen leerlingen op veel verschillende niveaus het voortgezet onderwijs binnen, waar vervolgens niet altijd recht wordt gedaan aan die verschillen. Aandachtspunten bij het intensiveren van Engels in het po Doelen en beheersingsniveaus + aansluiting po-vo Voor intensivering van Engels in po en om de aansluiting met vo te verbeteren zijn heldere doelen nodig, zo wordt in het eindadvies van het Platform Onderwijs2032 gesteld. Die doelen zijn noodzakelijk om scholen, leraren en leerlingen houvast te bieden en duidelijkheid te scheppen over het te bereiken beheersingsniveau. Concreter omschreven doelen met daaraan gekoppelde beheersingsniveaus aan het eind van het basisonderwijs, kunnen eraan bijdragen dat de variatie aan instroom in vo minder groot wordt. Ook kunnen duidelijke doelen helpen bij het ontwikkelen van doorlopende leerlijnen. In het vo zal het daardoor in theorie eenvoudiger zijn om met de verschillende niveaus om te gaan. Dat neemt niet weg dat er zeker in het vo winst te boeken is als het gaat om differentiëren. Leermiddelen die nog te weinig aandacht hebben voor verschillende taalniveaus, en de didactische vaardigheden van de leraar, spelen daarbij nu een belemmerende rol. Inspirerende voorbeelden van leraren die hier al verder mee zijn en aandacht voor differentiëren in de opleiding zouden kunnen helpen. Toerusting leraren (professionalisering) Om het beheersingsniveau van Engels van leerlingen te verbeteren is het belangrijk dat zowel de didactische vaardigheden als de eigen taalvaardigheid van leerkrachten op orde zijn (Thijs, Trimbos & Tuin, 2011, Geurts & Hemker, 2013). FLiPP onderzoek, Foreign Languages In Primary schools Project, (Unsworth e.a., 2012; Unsworth, Persson, Prins & de Bot, 2015) laat zien dat taalontwikkeling van leerlingen bij leerkrachten met ERK-niveau B1 langzamer gaat dan bij leerkrachten met C1/C2 niveau of bij native speakers. De pabo's hechten groot belang aan het verbeteren van de positie van Engels in het po. In een reactie op het Eindadvies Onderwijs2032 (Bodde, 2016) geeft Vedocep aan dat zij heldere doelen het belangrijkste vindt om te komen tot kwaliteitsverbetering van Engels in po. Daarnaast merkt zij op dat met eenduidige eindniveaus de aansluiting met vo sterk kan verbeteren. Pabo's zien ook het belang van het verbeteren van het taalniveau tijdens de opleiding, maar tijd en middelen weerhouden hen om daadwerkelijk aan het gewenste taalvaardigheidsniveau te werken. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat 50% van de leerkrachten nooit Engels op de pabo heeft gehad, terwijl het al een verplicht pabovak is vanaf 1986. 'De basis hoort echter te worden gelegd op de lerarenopleidingen', zo staat te lezen in de reactie van Vedocep. 5

Eindtoets, schoolexamens en centraal examen In het vo ligt de focus op leesvaardigheid, meer specifiek op tekstbegrip. Daar maakt het 50% uit van het eindcijfer. Dit komt onder andere omdat tekstbegrip goed toetsbaar is. Gespreksvaardigheid dreigt daarentegen onder te sneeuwen doordat het moeilijk toetsbaar is, terwijl het in het vo net als in het po van belang is om aan gespreksvaardigheid te werken. Een betere verhouding tussen de verschillende taalvaardigheden in het vo en de samenhang tussen de vaardigheden zou gestimuleerd moeten worden. Meer aandacht voor gespreksvaardigheid zou voor alle leerlingen in vo wenselijk zijn, maar zeker voor leerlingen die daarna naar de pabo gaan. Op die manier zou de doorlopende leerlijn verder kunnen worden versterkt en de kwaliteit van leraren verbeterd. 6

Referenties Bodde, M. (2016). Reactie Vedocep/Levende Talen op Eindadvies Platform Onderwijs 2032. Utrecht: Vedocep. Broek, E. van den, Graaff, H.C.J. de, Unsworth, S. & Zee, V. van der (2014). Voorstudie pilot Tweetalig primair onderwijs. Groningen: GION, Rijksuniversiteit Groningen. Dönszelmann, S., Kaal, A., Beishuizen, J. & Graaff, H.C.J. de (2016). Doeltaal leertaal; een didactiek en een professionaliseringstraject. Levende Talen Tijdschrift, 17(3), 35-45. EP/Nuffic (2016). De reactie van het EP/Nuffic over de rol van talen in internationalisering. Den Haag: EP/Nuffic. Geurts, B., & Hemker, B. (2013). Balans van het Engels aan het einde van de basisschool 4. Uitkomsten van de vierde peiling in 2012. PPON-reeks nr. 52. Arnhem: Cito. Lobo, V. (2013). Hoe eerder, hoe beter? Meningen en ervaringen bij Engels in groep 1 en groep 3 op de basisschool. Levende Talen Tijdschrift, 14(4), 3-13. Muñoz, C. (2008). Age-related differences in foreign language learning. Revisiting the empirical evidence. International Review of Applied Linguistics in Language Teaching, 46(3), 197-220. Platform Onderwijs2032 (2016). Ons Onderwijs2032. Eindadvies. Den Haag: Platform Onderwijs2032. Richters, J. (2016). De reactie van Levende Talen op het eindadvies van het platform Onderwijs2032. Utrecht: VLLT. Stegmann, S.M. (2014). Motivation and Attitudes towards Second Language Learning at Primary Schools; A Comparison of Teaching Programmes. Utrecht: Universiteit Utrecht. Toorenburg, H. van, & Bodde-Alderlieste, M. (2003). Vakdossier Engels basisschool. Enschede: SLO. Thijs, A., Tuin, D., & Trimbos, B. (2011). Engels in het basisonderwijs: verkenning van de stand van zaken. Enschede: SLO. Thijs, A., Trimbos, B., Tuin, D., Bodde, M., & De Graaff, R. (2011). Engels in het basisonderwijs. Vakdossier. Enschede: SLO. Unsworth, S., Bot, K. de, Persson, L. & Prins, T. (2012). Eindverslag FliPP November 2012. Utrecht/Groningen: Universiteit Utrecht/Rijksuniversiteit Groningen. Unsworth, S., Persson, L., Prins, T. & de Bot, K. (2015). An investigation of factors affecting early foreign language learning in the Netherlands. Applied Linguistics, 36, 527-548. Westhoff, G.J. (2008). Een schijf van vijf voor het vreemdetalenonderwijs (revisited). Enschede: NaB-MVT. 7

SLO heeft als nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling een publieke taakstelling in de driehoek beleid, praktijk en wetenschap. SLO heeft een onafhankelijke, niet-commerciële positie als landelijke kennisinstelling en is dienstbaar aan vele partijen in beleid en praktijk. Het werk van SLO kenmerkt zich door een wisselwerking tussen diverse niveaus van leerplanontwikkeling (stelsel, school, klas, leerling). SLO streeft naar (zowel longitudinale als horizontale) inhoudelijke samenhang in het onderwijs en richt zich daarbij op de sectoren primair onderwijs, speciaal onderwijs en voort gezet onderwijs. De activiteiten van SLO bestrijken in principe alle vakgebieden. Piet Heinstraat 12 7511 JE Enschede Postbus 2041 7500 CA Enschede T 053 484 08 40 E info@slo.nl www.slo.nl company/slo SLO_nl November 2016, Foto omslag: Freddie Westerhof