DE TECHNIEK WAARMEE DE BEENDEREN EN KRAAKBEENDEREN VAN HET MENSELIJK LICHAAM MOETEN KLAARGEMAAKT WORDEN VOOR ONDERZOEK. HOOFDSTUK XXXIX.

Vergelijkbare documenten
DE ONDERKAAK. Hoofdstuk X.

HET BOT, ZIJN FUNCTIE EN DE VERSCHILLENDE soorten. Hoofdstuk I.

HET DIJBEEN. Hoofdstuk XXX

3,7. Antwoorden door een scholier 706 woorden 15 april keer beoordeeld

Hoe zit je skelet in elkaar? In je lichaam zitten 206 botten. Samen vormen ze je skelet.

DE RUG, EN EEN ALGEMEEN OVERZICHT van zijn beenderen. Hoofdstuk XIV.

De beenderen in het hoofd vormen samen de schedel. De schedel word gedragen door de wervelkolom die in de romp naar beneden loopt.

DE ACHT BEENDEREN VAN DE HERSENPAN EN DE naden die ze bijeenhouden. Hoofdstuk VI.

Geraamte vmbo-b12. banner. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

DE SLEUTELBEENDEREN. Hoofdstuk XXII.

MIND & MOVEMENT COACH. Bewegen

platte botten Langwerpige en smalle botten met aan één kant een gewricht, of botten met brede, platte kanten en een gewrichtskom.

DE ONDERLINGE SAMENHANGVAN DE beenderen en de structuur ertussen. Hoofdstuk IV.

DE BEENTJES DIE TUSSENKOMEN bij de bouw van het gehoororgaan. Hoofdstuk VIII.

Opdrachten Pathologie Hoofdstuk 3 / Bouw van het skelet

Het Menselijke skelet vertelt

De bouwonderdelen bij dit nummer

ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL. DE NAMEN WAARMEE DE DELEN EN DE plaatsen van de beenderen worden aangeduid. Hoofdstuk III.

Werkblad schedels groep 1

Spreekbeurtpakket - het skelet

Het maken van een Buzzer Game

NAAIEN Alle onderdelen worden vastgezet met een overhandse steek. Kijk in het Voorwoord gedeelte voor meer info.

Geraamte vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Ik en de maatschappij. Gezondheid

Belangrijkste anatomische structuren van de wervelkolom

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

DE SCHOUDERBLADEN. Hoofdstuk XXI. EERSTE FIGUUR VAN DE TWEEDE DE DERDE HET EENENTWINTIGSTE hoofdstuk

DE WERVELS VAN DE BORSTKAS. Hoofdstuk XVI.

Geraamte hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Herhalingsles Het lichaam. Ademhaling. Benoem de aangeduide delen op onderstaande tekeningen aan.

( Hoe moet deze oefeningen doen? )

HET SCHEENBEEN EN KUITBEEN. HOOFDSTUK XXXI. EERSTE FIG. DE TWEEDE DE DERDE DE VIERDE van hoofdstuk XXXI.

Het overtrekken van een stoel, stap voor stap.

Dienst Orthopedie Stedelijk Ziekenhuis Roeselare LUMBALE KANAAL STENOSE WAARVOOR DECOMPRESSIE

Weefstokjes. Afb.1 De scheringdraad wordt door het gaatje onderaan het stokje getrokken.

Naam: BOTTEN EN SPIEREN Het menselijk lichaam

Owl. Uil.

HET HEILIGBEEN EN HET STAARTBEEN. HOOFDSTUK XVIII. EERSTE FIGUUR VAN DE TWEEDE het achttiende hoofdstuk.

M O N T A G E - I N S T R U C T I E S D E U R E N

Lader rol reiniging FS 2000 / FS 3000 series

OVER DE BEENDEREN DIE MET DE zijkanten van het sacrum samenkomen. HOOFDSTUK XXIX

DE HALS- OF NEKWERVELS. Hoofdstuk XV.

Samenvatting Biologie H2

Een Belgisch - Frans seinhuis in H0 van meerlangs papier.

Bouw zelf een windmolen

Handleiding. voor de podofix nagelcorrectie beugel

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

Cursus beenbewerken algemeen Ans Nieuwenburg - Bron

Opgemaakt door Arno Kanters Geplaatst

DE HUMERUS OF HET BEEN VAN DE ARM. Hoofdstuk XXIII. INDEX VAN DE LETTERTEKENS VAN DE TWEE FIGUREN VAN dit hoofdstuk (die de volgende pagina toont).

DE BEENDEREN VAN DE VOET. Hoofdstuk XXXIII.

OPGAVE A. Bijlagen Bijlage A1: brief van de cliënt Bijlage D1: gepubliceerde octrooiaanvrage

BYDUREON 2 mg poeder en oplosmiddel voor suspensie voor injectie met verlengde afgifte

OVER DE TANDEN, DIE OOK TOT de beenderen gerekend worden. Hoofdstuk XI.

Modelvliegtuigbouw. Leerlingenhandleiding. De Fantra VMBO II. Auteur; Wout Heijne. Lay out Jeroen van den Brand

Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen

A. Schedel B. Romp C. Bovenste extremiteit (Arm) D. Bekken (Pelvis) E. Onderste extremiteit (Been)

Nederlandse handleiding

Papier recyclen. Inlage

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten

Vertaling Uitgave maart 2014 Bonsaiblad Satsuki Kenkyu

Vertaling van het December nummer 2014 van The Satsuki Kenkyu. Deze les wordt u gepresenteerd voor diegene die graag Satsuki bomen willen vormen in

Slijpmal voor messen SVM-45

DE KAATSHANDSCHOEN: LASTENBOEK (jaar 2019) bestemd voor de handschoenfabrikanten 1. Handschoen die vervaardigd mag worden : Enkel de handschoen van

,B4(8TJJ4H genoemd wordt.

EINDMONTAGE VAN DE SCHOKDEMPERS

VERWERKEN VAN EEN SCHAAP

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest

Cursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER

Een verhaal uit het tijdschrift Handwerken zonder grenzen. ( 4/81 )

Scouts instructie: hakken Hoe je veilig je houtvoorraad aan kan leggen

5.3.3 Een patiënt verplaatsen Verplaatsen in het bed: een patiënt op de zij draaien (omkeren) Zachtjes het gebogen been en de schouder van de

Neerzetten van het krat stapelen

DE BEENDEREN VAN DE THORAX. Hoofdstuk XIX. Index van de lettertekens van de zeven figuren van het negentiende hoofdstuk.

Cervicale fusie. Dienst orthopedie Stedelijk ziekenhuis Roeselare

Werkstuk Biologie Het menselijk lichaam

GEBRUIKSAANWIJZING BOUWPAKKET BEAR CHAIR BC201

De plant is een Miki no mai van 52cm hoog en is vijf jaar oud. De stam heeft goede bewegingen naar rechts en links en veel scheuten.

Het bouwen van het flyball apparaat 7 maart 2010

OVER DE TWAALF BEENDEREN VAN DE BOVENKAAK, WAARTOE OOK DE neusbeenderen gerekend worden. Hoofdstuk IX.

DE VINGERS. Hoofdstuk XXVII.

6,8. Werkstuk door een scholier 1479 woorden 24 januari keer beoordeeld. Geschiedenis. Inhoudsopgave:

Botbreukoperatie afdeling Chirurgie

01. links: De unit met verrotte ophangranden. 03. onder: Het los snijden van de verrotte ophangrand aan de. kant van het kunststof frame.

Samenvatting Biologie Thema 1: stevigheid

De bouwonderdelen bij dit nummer

Montage. handleiding. Maak de verpakking(en) per meubel open en sorteer de onderdelen. In de verpakking vindt u:

Cursus Hoornbewerking (door Ans Nieuwenburg - Bron)

Klankkast. Figuur 2. Figuur 3

Yogales maart 2019!! Bewust staan

Metamorfose achtertuin

Een goede mondhygiëne. informatie voor patiënten

BELANGRIJK! BEWAREN TER REFERENTIE IN DE TOEKOMST

Home Sweet Home! Deel 7

Knooptechnieken Binana

Tot nu toe hebt u de planken

Werkstuk Biologie Het menselijk lichaam

Click wheel ipod Classic Installatie handleiding

Oefeningen nekklachten. Paramedischcentrum Landauer

Accu ipod Nano 5G Installatie handleiding

Transcriptie:

ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 370 DE TECHNIEK WAARMEE DE BEENDEREN EN KRAAKBEENDEREN VAN HET MENSELIJK LICHAAM MOETEN KLAARGEMAAKT WORDEN VOOR ONDERZOEK. HOOFDSTUK XXXIX. RTSEN die de kunst van Hippocrates waardig uitoefenen en niet louter geboren zijn om siropen voor te schrijven en de mensen te bedriegen, zijn gewoon, met een niet geringe inspanning, de beenderen te verzamelen die voor het onderricht bewaard worden, om ze, ofwel alle onderling verbonden, ofwel elk afzonderlijk te onderzoeken. Gewoonlijk immers ontdoen ze het lijk van een gehangene of van een andere dode eerste voor het grootste gedeelte van het vlees en snijden ze de ingewanden weg zonder één enkel gewricht van het lichaam uiteen te halen. Hierna plaatsten ze het zo ontleedde lichaam in een lange kist, vulden de ganse kist op met kalk en besprenkelden het hierna met een beetje water. Vervolgens, wanneer ze de kist zo gedurende een achttal dagen in het oog hadden gehouden, plaatsten ze haar in een snelvloeiende waterstroom, na ze overal met kleine gaatjes doorboord te hebben, opdat het kalk samen met de reeds verteerde resten van het vlees na verloop van tijd weggespoeld zou worden en overal van de beenderen zou loskomen. Na enige dagen werd het lijk eruit genomen en met behulp van messen volledig gereinigd, erop lettend dat hierbij geen enkele verbinding tussen de beenderen zou losgemaakt worden en dat de gewrichtsbanden die de beenderen onderling verbinden (door tussenkomst van dewelke ze aaneenhangen) volledig bewaard bleven en ten slotte alles blonk behalve de gewrichten van de beenderen. Het gereinigde kadaver werd zo op de grond opgesteld dat het ofwel een zittende, ofwel een rechtopstaande houding had of een andere houding naargelang ze het wensten te bestuderen, zodat de gewrichtsbanden, gedroogd door de warmte van de zon, de gewrichten van de beenderen in deze houding bestendigden. Waarlijk deze wijze van prepareren is niet alleen De manier waarop de beenderen in kalk moeten geweekt worden en daarna in een rivier gereinigd.

a ) G e scheidt dit o p d e m a n i e r zoals ge DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I lastig, vuil en moeilijk, maar ze toont bijna geen enkel uitsteeksel, aanhangsel, kop, of holte of dergelijke zaken die met een bijzondere aandacht bij de beenderen moeten bekeken worden. Ze worden namelijk alle nog bedekt door de opvallende zwart wordende gewrichtsbanden, zodat deze wijze om beenderen te reinigen inderdaad vrijwel ongeschikt is voor de studie. Evenmin als de belachelijke manier om de spieren, pezen, banden, zenuwen, aders en slagaders in het licht te stellen - hetgeen tot op heden de professoren van onze kunst aan de kandidaten in de geneeskunde oplegden - iets waardevols bijbrengt. Maar het stompt eerder de gedachten van de studenten af bij hun verlangen naar een demonstratie door deze Rabijnen, van de organen die ik zojuist opnoemde. Deze immers beweerden dat ze alleen kunnen bestudeerd worden in lichamen die vergaan waren in waterstromen (indien het de goden behaagt), maar niet bij een vers lijk, alsof iets waardevols zou kunnen geleerd worden door gebruik van dergelijk lijken die op deze wijze klaargemaakt of liever, bedorven zijn, en alsof al deze dingen door ons bij een recent overleden mens niet veel beter kunnen getoond worden, dan zijzelf gewoon zijn om aan de studenten het oppervlakkig uitzicht te tonen van de lever, de darmen of het hart. Zij stelden deze immers zeer onnauwkeurig voor en lieten ondertussen de overige lichaamsdelen onbesproken. Overigens, op welke wijze de overige delen moeten aangepakt worden, zullen wij voor elk op zijn plaats ruimschoots uiteenzetten; de beenderen echter zult ge op de manier die ik hieronder zal beschrijven met weinig moeite klaarmaken, als ge tenminste leergierig zijt en gij geduldig en ijverig zult werken, wat ook Galenus vooral verlangde van een beoefenaar van de lijkschouwingen. Als ge beschikt over een of ander toevallig verkregen lijk, welk het ook weze (hoewel ge echter een door ziekte uitgemergeld lijk veel geschikter zult achten) zult ge er voor zorgen een vat bij de hand te hebben om het vlees, de ingewanden en de huid in te leggen en om het bloed in op te vangen, samen met een grote en ruime ketel van het soort waarmee vrouwen de was boven het vuur hangen, daar deze het meest geschikt is om de beenderen te koken. Hierin dus zullen de beenderen gegooid worden. Bovendien dient een groot stuk papier opengespreid te worden op een plank om er de kraakbeenderen, die niet gekookt dienen te worden, op te leggen en ze ordelijk te kunnen schikken. // Daarna maakt ge met een scherp mes een cirkelvormige insnede over het voorhoofd, de slapen en het achterhoofd, die tot op de schedel doordringt. Op een omtrek van deze cirkelsnede wordt daarna met een zaag het schedeldak verwijderd zonder u zorgen te maken mocht ge de hersenen beschadi- 371 De manier om beenderen d oor koken klaar te maken.

ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 372 ziet dat in hst. 6 de z e v e n d e fig. van de zesde ges c h e ide n is. Het is nu n i e t d e bedoeling om u, die nu goed o p d e h o o g t e bent van de beender e n e n kraakbeen deren, nog iets bij te leren. gen of de schedel een weinig lager of hoger doorzagen, aangezien het hier slechts de bedoeling is de beenderen en de kraakbeenderen te zwichten en te bewaren. Wanneer het schedeldak dus afgenomen is, a worden de hersenen met de blote handen eruit genomen en in het vat gegooid en het deel van de schedel dat verwijderd is van de rest van het hoofd wordt in de kookketel gelegd na het echter eerst van zijn schedelhuid bevrijd te hebben. Nu wordt beiderzijds het oor zeer dicht bij het slaapbeen afgesneden en apart op de plank geschikt waarop de kraakbeenderen gelegd worden, samen met de oogleden en de neuspunt die uit kraakbeenderen bestaat en die zeer dicht moeten losgesneden worden bij de beenderen en de huid waarmee ze zijn verbonden. Daarna maakt ge de onderkaak los uit haar verbinding, en met een klein mesje zult ge de kraakbeenderen die, zoals wij zegden, alleen aangetroffen worden binnen hun gewrichten met de schedel, lossnijden van de banden die het gewricht bijeenhouden en ze in volgorde op het papier leggen waarop ze direkt vastkleven. Wanneer ge de onderkaak wegneemt en haar ondertussen bevrijdt van de huid en van de tong (en als ge wenst van de overgebleven spieraanhechtingen) en ze tenslotte in de kookketel gooit, moet gij er voor oppassen het been dat op een u gelijkt en de larynx niet te breken, maar de volledige larynx mét dit been, de tong en een stuk van de slokdarm en de luchtpijp uit de keel weg te nemen en zonder verdere reiniging op de plank bij de oren neer te leggen. Nu maakt ge een insnede van de punt van het borstbeen tot aan het schaambeen, die doordringt tot het omentum. Vervolgens wordt hieraan een andere insnede toegevoegd die dwars van de rechter naar de linker flank loopt en zonder onderscheid verwijdert ge alles wat de buikholte bevat, zoals slachters dit doen, en gooi het in het vat. Verder snijdt ge de buikhuid samen met de spieren van de beenderen af en neemt ge het bloed op met sponzen en wring het uit in het vat. Nu brengt ge een diepe insnede aan van de hals tot aan de borstbeenpunt, doordringend tot op het borstbeen, zodat ge de huid samen met de spieren die de borstkas bedekken kunt verwijderen van de ribben en hun kraakbeenderen en zodat tegelijkertijd ook de sleutelbeenderen, bevrijd van het vlees, bloot komen te liggen. Deze moeten nu met behulp van een zeer scherp mesje van het borstbeen worden losgemaakt, en de kraakbeenderen eigen aan deze gewrichten moeten (zoals ge gedaan hebt met de kraakbeenderen van de onderkaak) zorgvuldig vrijgemaakt worden en daarna op orde op het papier aangebracht worden. Het borstbeen zal samen met de ribkraakbeenderen zorgvuldig losgemaakt worden van de ribbeenderen, met insneden van een scherp en niet al te dik mes in de kraakbeenderen aangebracht, juist

DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 373 daar waar de ribbeenderen erin overgaan. En dit zal vlot uitgevoerd worden wanneer men maar niet vergeet dat het kraakbeen van de eerste rib zich verder zijwaarts bevindt van het midden van het borstbeen dan het kraakbeen van de tweede rib. Niet alleen moeten de kraakbeenderen die aan het borstbeen vastzitten van de ribben losgemaakt worden, maar ook alle kraakbeenderen van de valse ribben die vooral door tussenkomst van de tussenribspieren aan de hoger gelegen kraakbeenderen vastzitten. Na de kraakbeenderen op deze wijze losgemaakt te hebben, heft ge het borstbeen op van de halswortel en bevrijdt het van de aders en slagaders die zich van de hals tot daar uitstrekken en tevens van de vliezen die de borstruimte afsluiten. Snijdt tenslotte de kraakbeenderen los van het middenrif en leg ze zonder verdere reiniging samen met het borstbeen op het papier, waarna nog de schouderbladen samen met de sleutelbeenderen van de borstkas moeten losgesneden worden. Na nu een lange insnede over één van beide armen gemaakt te hebben die van de schoudertop langs de arm en de voorarm naar de duim loopt, ontdoet ge het schouderblad, het opperarmbeen, de voorarm en de hand van huid en vlees, zonder u al te veel zorgen te maken, zelfs als ge een deel van de pezen en het vlees nog aan de beenderen vastgehecht blijft. Zo volstaat het zelfs de huid van de hand ter plaatse te laten en deze met enige insneden hier en daar te splijten, waardoor de hand later gemakkelijk gekookt wordt. Nu wordt het sleutelbeen van de schoudertop afgesneden, na erop gelet te hebben of er hier tegen het schouderblad-uitsteeksel dat wij de schoudertop noemen en het sleutelbeen, geen ander, derde been voorkomt. Als ge dit gedaan hebt en het speciale kraakbeen van dit gewricht op het papier hebt gelegd, gooi dan het sleutelbeen in de kookketel en scheidt het schouderblad van het opperarmbeen en daarna het opperarmbeen van de voorarmbeenderen. De verbinding van de voorarm met de hand bewarend legt ge alles samen eveneens in de kookketel. Vooraleer echter het schouderblad in de kookketel te leggen zult ge er goed aan doen het kraakbeen van het schouderblad te verwijderen, dat de schouderbladholte enigszins vergroot, waaruit de kop van het opperarmbeen getrokken wordt, en het samen bij de andere kraakbeenderen op het papier aan te brengen. Dit dient op dezelfde manier ook te gebeuren met de arm aan de andere zijde en dan moet onmiddellijk opnieuw verdergegaan worden met de borstkas, waaruit ge eerst de longen met het hart en het middenrif wegsnijdt; en vooraleer ge het hart in het vat gooit, scheidt ge de basis van het hart dwars van de rest van het lichaam ervan en daarna neemt ge de basis wederom weg van de vaten die eruit vertrekken, zodat ge de onge-

ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 374 D i kwijls e l d e r s, m a a r vooral in b o e k 3 over de Lijkschou wingen. schonden kleppen van de vena arterialis [arteria pulmonalis] en de grote slagader [=aorta] hebt, en daarna plaatst ge ze, indien ge dit wenst, op het papier om ze te bewaren samen met de kraakbeenderen. De overige strukturen nu die in de borstruimte aangetroffen worden zult ge in het vat gooien, het lijk voorover wentelen en voorzover het gaat zult ge de hals en de rest van de rug samen met de ganse borstruimte van het vlees reinigen, er zorgvuldig voor oppassend niet één der ribben, die uiterst fragiel zijn, te breken of dat ge een uitsteeksel schendt door het vlees te kortbij weg te snijden. Maar hiervoor moet nog meer opgepast worden als ge straks de verschillende ribben afzonderlijk zult losmaken van de borstwervels. // Na het lijk opnieuw achterover gelegd te hebben, moet gij immers met een scherp mesje het kopje van de rib scheiden van de uitholling in het wervellichaam, en na vervolgens de gewrichtsbanden geleidelijk gescheiden te hebben, moeten de ribben tevens losgemaakt worden van de dwarsuitsteeksels van de wervels en na voorlopige reiniging in de kookpot gelegd worden. De benen behandelt ge op dezelfde wijze als ge de armen aangevat hebt, het ganse femur reinigend van het vlees, daarna het onderbeen en de ganse voet. Wanneer ge echter de knie blootlegt snijdt ge de knieschijf los uit de pezen die de voorzijde van de knie innemen en gooi ze onmiddellijk in de kookketel evenals het dijbeen, wanneer ge het hebt losgemaakt van het heupbeen en het scheenbeen, en gij de kraakbeenderen hebt losgesneden die de holten van het scheenbeen vergroten die de koppen van het dijbeen omvatten; ook deze immers kleeft ge best op het papier; daarna legt ge het scheenbeen samen met het kuitbeen en de voet in de kookketel. Zodra dit bij elk been is geschied, en de beenderen die zijdelings aan het heiligbeen vastzitten een beetje gereinigd zijn, moeten de kraakbenige verbindingen tussen de wervellichamen zorgvuldig worden uitgesneden en in volgorde op het papier gelegd. Wanneer hiertoe de banden die de wervellichamen oppervlakkig bedekken met een zeer scherp mes verwijderd zijn, maakt ge een insnede tussen de bovenkant van het heiligbeen en de kraakbenige verbinding, die tussen het heiligbeen en de onderste lendenwervel ligt, en die deze verbinding of dit kraakbeen, zoals het Galenus toescheen, scheidt van het heiligbeen. Maak opnieuw een insnede tussen het lichaam van de onderste lendenwervel en de bovenkant van het zopas vermelde kraakbeen, en neem zo het ganse kraakbeen weg. Wanneer ge het ergens op het papier hebt gelegd snijdt ge de volgende er net zolang uit tot ge terechtkomt bij de tweede halswervel. Als ge op die manier dus drieëntwintig kraakbeenderen of kraakbenige verbindingen op het papier hebt aangebracht,

DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 375 dient de rug in drie of vier delen uiteen gehaald te worden, voorzichtig en op het gemak, zodat ge per ongeluk geen werveluitsteeksel breekt door overhaasting bij dit werk. Hierom ook dient ge te vermijden de eerste wervel onvoorzichtig van het hoofd los te maken. Men mag immers de halswervels samen met het hoofd in de kookketel leggen, evenals de borstwervels met de lendenwervels als ge deze eerst maar van het heiligbeen hebt losgemaakt. Niets verhindert echter het heiligbeen samen met de beenderen die eraan verbonden zijn (die bestaan uit de darmbeenderen, heupbeenderen en schaambeenderen) in de kookketel te doen, gezien de nog rauwe darmbeenderen natuurlijk moeilijk en lastig losgemaakt kunnen worden van het heiligbeen. Het kraakbeen van de schaambeenderen zou zodoende eveneens geschonden worden, terwijl ge het anders volledig kunt bewaren als ge de schaambeenderen in de kookketel gooit zonder ze te scheiden. Wanneer de beenderen op deze wijze in de kookketel gebracht zijn wordt deze helemaal met water gevuld zodat de beenderen diep onder water zitten en er geen enkel stuk van de beenderen uitsteekt. Hierop vooral dient gedurende de ganse kooktijd gelet te worden, dat elk been door het water bedekt wordt en vooral dat zij niet door de rook aangetast worden door buiten de ketel uit te steken; hierom ook moet een grote kookpot gebruikt worden. Voor dit ganse kookproces is er geen speciale techniek vereist, maar zoals men anders kookt moet het schuim zorgvuldig verwijderd worden, waardoor ge het kookvocht meer helder houdt en ge de beenderen zelf er properder kunt uithalen. Om dezelfde reden dient alle vet, dat gewoonlijk voor het grootste gedeelte bovendrijft, afgeschept te worden en in een vat gebracht, vooral ten behoeve van de gewone man, die het de kracht toeschrijft wonden te doen helen en zenuwen en pezen te vormen. Er is geen voorafbepaalde duur van de kooktijd, daar deze sterk verschilt volgens de leeftijd. Twee of drie uur kan immers meer dan voldoende zijn, vooral wanneer beenderen van kinderen gekookt worden, aangezien men bij het reinigen van deze beenderen ervoor moet oppassen dat er geen aanhangsels loskomen, waar bij mensen op gevorderde leeftijd de vergroeiing omzeggens nooit zal loskomen, hoelang gij ook kookt. Het doel van het koken is immers, dat men de beenderen met behulp van een mes goed kan reinigen, zoals men doet bij het eten. Om dit echter vlot te doen neemt ge onder het koken, op uw eentje, beetje bij beetje een been met de vuurtang en ge reinigt het; tenzij er toevallig een ijverige kameraad aanwezig is die bij het werk een handje toesteekt. Er dient immers met een uiterste zorg voor gewaakt te worden dat een onervarene bij het kraakbeen geen enkele verhevenheid, uitsteeksel,

ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 376 kop en holte van de beenderen beschadigt, of een of ander zacht kraakbeen waarmee de beenderen als met een korst bedekt zijn onvoorzichtig weghaalt. Want vooral deze moeten in het oog gehouden worden als ge de beenderen reinigt van het omgevende vlees, banden, pezen en vliezen. Deze taak zou ik niet aan een onbekwame willen toevertrouwen of aan iemand die weinig geïnteresseerd is in Anatomie, en niet alleen om die reden, maar ook opdat, wanneer ge elk been apart reinigt, ge nauwgezet zijn holten en koppen en vooral de natuur van de banden, de aanhechting van de pezen en de oorsprong van de spieren zoudt kunnen bekijken. Want ik kan moeilijk zeggen hoeveel kennis van de [lichaams-]delen gij u door dit werk eigen kunt maken. Wanneer ge dus op deze wijze de beenderen na elkaar uit het kokende vocht haalt, en gereinigd op de grond of in een mandje neerlegt moet ge er geen aandacht aan schenken welk been u het eerst ter hand komt. Wanneer ge echter de hand met de voorarmbeenderen er uithaalt dient ge er met zorg op te letten de handwortel niet met geweld van de voorarmbeenderen te scheiden, maar maak met een mes de banden van het gewricht geleidelijk los en maak de handwortel zorgvuldig vrij van de voorarmbeenderen. Hetzelfde dient te gebeuren bij de scheiding van de middenhandbeenderen van de handwortel. Ik zou immers willen dat ge erop let de handwortelbeentje niet van elkaar los te maken; zo zult ge ze direct als één geheel losmaken van de voorarm en van het eerste been van de duim en van de middenhand. Overigens maakt ge enkel de pezen en banden los die er bovenop vastzitten, erop lettend dat de beenderen niet diep aan hun buiten- en binnenzijde van de banden worden gereinigd, daar de handwortelbeentjes dank zij de banden onderling aaneenhouden. Door de banden van de handwortel hierna immers aan het vuur bloot te stellen // en langzaam te doen drogen, houden ze de beenderen ervan stevig aaneen en kan hij bij het monteren van het skelet met minder moeite verbonden worden met de beenderen van de voorarm en de middenhand. Tenzij ge wellicht zeer bedreven zijt in het verbinden van de beenderen en ge de handwortelbeentje van elkaar durft scheiden en van hun banden reinigen en ze nadien met koperdraad aaneen verbinden of ook afzonderlijk wilt bewaren. Vervolgens, wanneer ge de handwortel op deze wijze aan het vuur hebt blootgesteld, neemt ge een papier waarin ge de grondig gereinigde middenhandsbeentjes en vingerkootjes legt, zonder de sesambeentjes te vergeten; waardoor ze, in dit papier gewikkeld, niet met de beenderen van de andere hand verward worden en minder werk bijbrengen bij het aaneenzetten van de beenderen. Het zal dus nuttig zijn de beenderen van handen en voeten afzonderlijk in vier

DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 377 papieren te wikkelen. Vooraleer ge echter de beenderen van deze of gene hand of voet in een papier stopt, dient vooraf steeds nagegaan te worden of er geen been niet gereinigd overblijft, zodat ge bij het weggooien van het afval en het vocht niet achteloos enige beenderen samen ermee weggooit en indien ge soms een nagel zoudt wensen te bewaren, zult ge deze uitrukken terwijl ge de beenderen van tenen en vingers reinigt. Wij zien immers dat menselijk nagels niet minder dan de nagels van vogels en viervoeters van de poten verdwijnen wanneer ze in kokend water geplaatst worden. Vergeet verder, wanneer ge de ellepijp en het spaakbeen reinigt, het kraakbeen niet, dat van het spaakbeen voortkomend, de ellepijp voor het grootste gedeelte van de handwortel scheidt. Dit wordt immers vrijgemaakt van de ellepijp, opdat het, nog steeds verbonden met het spaakbeen bij het aaneenvoegen van de beenderen, opnieuw tussen de ellepijp en handwortel zou komen. Zo ook wanneer ge het hoofd reinigt, let dan zeer goed op als gij het vlees wegtrekt dat de gehooropening omgeeft, dat ge de kleine beentjes die bij de bouw van dit orgaan tussenkomen niet onachtzaam verwijdert. Hierom moeten deze, na een stift ergens heen in de opening gebracht te hebben, er voorzichtig in losgewrikt en tegelijk uitgeschud worden. Deze beentjes legt ge ergens bij de rest van de verzameling beenderen, en haal tenslotte de wervels uit het kookvocht evenals het heiligbeen; tenzij ge wellicht na nog wat koken het staartbeen van het heiligbeen wenst los te maken, daar de beentjes ervan, wegens de kraakbenige ligamenten die ze namelijk aaneenhouden, gewoonlijk van elkaar loskomen indien ze langer gekookt worden. Indien ge echter, om het staartbeen los te maken, het heiligbeen er uithaalt, moet dit opnieuw in de kookpot gebracht worden en het staartbeen afzonderlijk op het papier gelegd worden of in een mandje bijeengebracht, waarin ge de kleine beentjes zult leggen, zoals de tanden indien er toevallig uitgevallen zijn, of een of ander beenstuk dat onachtzaam afgebroken werd. Om nu het kraakbeen van de schaambeenderen te bewaren moeten de schaambeenderen, vooraleer ge de heupbeenderen van het heiligbeen bevrijdt, aan de voor- en achterzijde oppervlakkig gereinigd worden en vervolgens uitsluitend met de handen van elkaar gescheiden worden, zodat het kraakbeen dat ertussen zit loskomt van het ene been en enkel met het andere verbonden blijft. Later, bij het ineenzetten van de beenderen, kan het met weinig moeite met het andere schaambeen verbonden worden. De beenderen die op deze wijze gereinigd zijn telt ge opnieuw, uitgezonderd deze van de handen en voeten die ge vooraf reeds afzonderlijk in papier hebt gewikkeld, maar onderzoek het deel van de hersenpan, dat ge met

ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 378 een zaag van de rest van het hoofd hebt afgenomen; hierbij gaat ge na of er geen deeltjes van de slaapbeenderen, die als een schelp geplaatst zijn tegen de beenderen van de kruin en die gewoonlijk met de zaag van het overig deel van de slapen verwijderd worden, door het koken uitgevallen zijn, en zorg ervoor dat ze niet samen met de afval van de beenderen of het kookvocht weggegooid worden. Ze komen immers gemakkelijk los van de beenderen van de kruin in geval de insnede van de zaag ver boven het oor geplaatst is. Ga verder nauwkeurig na of er geen tand uit de boven- of onderkaak gevallen is, tel de vierentwintig wervels en evenveel ribben, twee sleutelbeenderen, twee schouderbladen, twee opperarmbeenderen, twee ellepijpen, en twee spaakbeenderen, het heiligbeen waarvan het staartbeen reeds voordien verwijderd werd, de twee grote beenderen die verbonden zijn met de zijkanten van het heiligbeen, twee spaakbeenderen, twee scheenbenen en twee kuitbeenderen en ook twee knieschijven. Zodra ge ze allemaal geteld hebt, is het sterk aan te raden, de beenderen opnieuw in proper water te dompelen en zodra ze eruit gehaald zijn afzonderlijk met een ruige en ruwe doek af te vegen, zodat wat overblijft van de ligamenten of vliezen of aanhechtingen of oorsprongen van spieren kan afgewreven worden en weggeveegd, hierbij oppassend, het gladde kraakbeen niet mee te verwijderen dat als een korst op de beenderen aangebracht is. Terwijl ze in een kring rond het vuur geplaatst lichtjes gedroogd worden, worden de kraakbeenderen van de oren ondertussen ontdaan van de huid en dienen ze op het papier gelegd te worden, samen met de overige kraakbeenderen. Hetzelfde moet gedaan worden met de kraakbeenderen van de oogleden en de neus en daarna zult ge met een scherp mesje het been dat op een u gelijkt, rauw en zo volledig mogelijk, reinigen van de spieren die erop samenkomen. Na reiniging van dit been zult ge de kraakbeenderen van de keel die eveneens rauw zijn, nauwkeurig van vlees en vliezen bevrijden, evenals enkele kraakbeenderen van de stam van de ruwe arterie, die gelijken op een C. Nu reinigt ge met zorg het borstbeen en de kraakbeenderen die ermee verbonden zijn, hetgeen niet zo gemakkelijk uitvoerbaar is, aangezien het door talrijke vliezen bedekt wordt en vettig is en nochtans volstrekt niet mag gekookt worden. Wanneer ge de kraakbeenderen van vlees ontdoet moet er inderdaad voor opgepast worden dat ge het vlies dat de kraakbeenderen zeer dicht bedekt niet verwijdert, noch het overeenkomstige dat het been omgeeft en hierom door de Grieken B,D4@FJ,@< genoemd wordt. Wanneer dit vlies immers van de kraakbeenderen wordt weggetrokken, hechten deze minder stevig vast aan het borstbeen en worden ze kort ineengedrongen en misvormd. En

DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I opdat deze kraakbeenderen zo weinig mogelijk zouden samentrekken moet het borstbeen niet bij het vuur gedroogd worden maar dient het elders op een niet al te vochtige plaats neergelegd te worden, tot gij u voorneemt de beenderen aaneen te zetten, zodat de kraakbeenderen niet enigszins slap worden, en later aanleiding geven tot een misvormde bouw van de benige borstkas. // Er is inderdaad niets dat de elegante opbouw van het skelet zozeer zou schaden als het borstbeen met de kraakbeenderen indien deze slordig behandeld worden en men ze laat drogen vooraleer de beenderen ineengezet zijn en niet erna. De overige kraakbeenderen echter die op het papier aangebracht werden mag men een beetje bij het vuur plaatsen, maar zo dat ze niet teveel inkrimpen, daar het beter is dat ook deze na het monteren uitdrogen. Nu is het volledig aan U, al naargelang ge ze monteert of ze los wilt hebben, de beenderen en kraakbeenderen op de wijze die ik straks zal aangeven aaneen te voegen of ze los te bewaren, hetgeen ook veruit de voorkeur verdient. De losse beenderen immers, ordelijk geschikt in een langwerpige kist, kunnen gelijk wanneer afzonderlijk bekeken worden en alles bijbrengen wat te maken heeft met de kennis van de beenderen; als ze echter gemonteerd en verbonden zijn, tonen ze niet zo precies de uithollingen en koppen van de beenderen, maar om de waarheid te zeggen dienen ze meer voor uiterlijk vertoon dan voor de studie. Trouwens, voor de studie zijn daarentegen deze beenderen het meest geschikt die weggehaald worden uit Italiaanse graven, gebouwd als opslagplaatsen - zoals daar bijna alle - en zo blootgesteld aan de lucht dat ze nu en dan regen ontvangen. Buiten het feit immers dat de graven zodoende vochtig zijn, en er regelmatig water binnenkomt, waardoor alles wat aan de beenderen vast hangt zeer snel vergaat, zodat deze beenderen als ze na enige jaren worden weggenomen en vluchtig afgespoeld zeer gaaf zijn, vertonen ze op zicht geen verschil met de beenderen die in een kist op orde gelegd worden zonder ze aaneen te zetten. Zij zijn immers helemaal ongeschikt om aaneengezet te worden, niet alleen wegens hun buitengewone hardheid maar ook wegens het ten gronde gaan van de kraakbeenderen van de ribben en van het ganse lichaam, die als ze toevallig teruggevonden worden broos zijn en overal van de beenderen losgeraakt zijn door de verrotting. Wederom zijn voor dat doel on- geschikt deze [beenderen] die in andere landen uit de aarde worden opgegraven en opeengestapeld bewaard worden in kerkhoven. Buiten het feit immers dat ze beschadigd worden door rotting wegens de droogte van de grond, zult ge omzeggens nooit alle beenderen van eenzelfde persoon aantreffen zoals in de zojuist genoemde graven, zelfs in het Parijse kerkhof les 379 Welke beenderen het meest geschikt zijn voor de studie.

Een derg e l i j k e reeks instrum e n - ten is te zien op de plaat van hst. 7 in b o e k 2 onder de letters S, T, V, X, Y. ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL Innocents. Zelfs in de veronderstelling dat ge daar zoveel mogelijk hopen beenderen uit de grond hebt opgegraven als deze die ons zo'n overvloedige voorraad bezorgden wanneer ik voor het eerst de beenderen bestudeerde samen met MATTHAEUS TERMINUS, een vooraanstaand medicus in alle takken van de geneeskunde en zolang ik leef mijn geliefde en zeer geleerde studievriend, toen wij, grondig op de hoogte door de gewoonte van het langdurig en onvermoeibaar bekijken, het onder vrienden soms zelfs geblinddoekt aandurfden te gokken gedurende een half uur tijd geen enkel been uit zo'n grote stapel te kunnen halen dat, welk een het ook was, wij op den tast niet zouden herkennen. En dit dienden wij die leergierig waren met des te meer ijver te doen daar wij de hulp van leraren in deze tak van de geneeskunde moesten ontberen. Maar verder wat het aaneenzetten en oprichten betreft van de gekookte beenderen: dit moet kort na het reinigen aangevat worden, anders worden ze te hard. Immers, onmiddellijk na het koken kunnen de beenderen met behulp van priemen waarmee schoenzolen genaaid worden, zonder moeite doorboord worden en met koperdraad onderling verbonden worden, wat iemand des te zelfstandiger uitvoert naargelang zijn aangeboren handigheid en naarmate hij zich de opmerkingen die wij tot nu toe in het ganse boek beschreven hebben beter herinnert. Maar eerst legt men enkele priemen klaar en wat koperdraad, deels dik, deels dun. De draad wordt in het vuur gelegd, waardoor hij nadien buigzamer wordt en zonder breken zoveel ge wilt afwisselend kan gedraaid worden. Twee klemmen of tangen worden hier nog aan toegevoegd, één om de draad te plooien, de andere om hem na het plooien af te knippen. Begin nu met het aaneenzetten van de beenderen van de voet. Eerst verbindt ge het sprongbeen met het hielbeen en daarna het teerlingbeen met het hielbeen, het scheepvormig been met het sprongbeen en de drie binnenste beenderen van de voetwortel met het scheepvormig been, verbindt vervolgens met deze laatste de middenvoetsbeenderen en met deze in volgorde de teenkotjes samen met de beentjes die op sesamzaad gelijken, die ge voorzichtiger en met een dunnere priem doorboort, daar ze harder en massiever zijn en door de kracht van de priem gemakkelijker breken. Zodra ge de beide voeten aaneengezet hebt dient de knobbel van het scheenbeen die de holten scheidt om de femurkoppen te ontvangen, doorboord te worden met een langwerpig maar gebogen mes, zodat het geschikt is om een hardere staaf te ontvangen die in het dijbeen geduwd zoals een pen, het scheenbeen met het dijbeen verbindt zoals wij zien dat balken samengevoegd worden zonder lijm. Aan de onderzijde 380 De manier waarop de gereinigde beenderen a a n e e n moeten gevoegd worden.

DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 381 van het dijbeen dient immers een andere opening gemaakt, in dezelfde richting als deze die ik in het scheenbeen dacht te maken, zodat dezelfde staaf én in het dijbeen én in het scheenbeen kan geschoven worden en het kniegewricht hierdoor recht blijft. Naast deze staaf immers moet het dijbeen aan beide kanten met een nogal dikke draad aan het scheenbeen bevestigd worden, zonder de kraakbeenderen te vergeten: wanneer deze beenderen worden aaneengezet worden ze samen ermee aangespannen en blijven ze bewaard in het kniegewricht. Vervolgens wordt het kuitbeen boven- en onderaan verbonden met het scheenbeen en de knieschijf wordt tegelijk aan het dijbeen en het scheenbeen bevestigd. Zodra dit aan beide benen gedaan is, dienen de heupbeenderen met een dikkere draad vastgemaakt te worden aan de zijkanten van het heiligbeen en vervolgens moeten de schaambeenderen eveneens met hun tussengelegen kraakbeen samengevoegd worden. Nu dient er een ronde plaat ter hand te zijn waarop de beenderen zullen opgericht worden. De omtrek van deze plaat dient zo groot te zijn dat de voeten goed kunnen vastgezet worden op de plaats waar ge de beenderen dient op te richten. In het midden van deze plaat wordt een opening gemaakt, zodat wanneer ge de beenderen in een rechtopstaande kast wegbergt, de onderkant van de kast een as zou hebben die in deze opening geplaatst, en de plaat toelaat rond te draaien. Naast deze opening wordt er een andere gemaakt dicht bij de omtrek van de schijf, waarin een stuk hout kan bevestigd worden dat, gemaakt als een stok, een lans of een zeis, of wat u goedvindt, de hand van het skelet ondersteunt. // Plaats de voeten op de op deze wijze vervaardigde schijf en zorg dat de overige beenderen van de benen bovenop de voeten bevestigd worden met de hulp van een helper en daarna brengt ge de koppen van de dijbeenderen in de gewrichtskommen van de heupbeenderen, zodat ge met een draad of stokje nauwkeurig de afstand kunt meten van de ronde plaat naar de onderkant van de opening die in het heiligbeen is uitgesneden voor het ruggenmerg. Deze afstand zal namelijk aangeven van welke afmeting de ijzeren staaf zal moeten gemaakt worden, die op de schijf vastgezet en ingeschoven in de holten van het heiligbeen en van de overige wervels die het ruggenmerg doorlaten, alle beenderen mooi zal ondersteunen. Het ijzer moet immers zo gemaakt zijn dat het met nagels stevig op het midden van de schijf kan vastgehecht worden en vanaf de plaat tot aan de onderkant van de zopas genoemde opening rond of vierkant weze, maar boven deze plaats dient het breder dan dikker te zijn, opdat het nadien zou kunnen geplooid worden corresponderend met de welving van de rug en de wervels er zo zouden op letten dat ze onbeweeglijk zitten en geenszins

ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 382 kunnen rondgedraaid worden. Maar het ijzer mag slechts smaller worden vanaf de plaats waar het heiligbeen steun moet krijgen, zodat het niet omlaag kan schuiven. Tenzij dit been vastgezet en opgehouden wordt immers, zou het samen met de overige wervels geleidelijk neerzakken en na verloop van tijd zouden de benen van het skelet lelijk scheef staan. Bijgevolg moet de afstand van de ronde plaat tot de onderkant van de opening in het heiligbeen nauwkeurig gemeten worden. omtrent de verdere lengte van de ijzeren staaf dient men zich echter niet zoveel te bekommeren, want mocht ze toevallig te lang zijn dan kan ze gemakkelijk ingekort worden na het aaneenzetten van de beenderen. En bovendien, indien ge beslist de beenderen in een kast te zetten zal het aanzienlijk helpen het ijzer ongeveer twee handbreedten langer te maken dan het ganse skelet, zodat het stuk ervan dat boven de kruin uitsteekt, in een opening in de bovenkant van de kast kan gestoken worden en erin kan ronddraaien. Na dus het ijzer loodrecht op de schijf te hebben vastgehecht, zult ge met een scherp mesje het gat voor het heiligbeen dat erin uitgesneden is omwille van het ruggenmerg, geleidelijk uitsnijden zodat het ijzer er gemakkelijk kan ingeschoven worden. Want daar deze opening van nature gebogen is en uiterst schuin, laat ze geenszins het ijzer door tenzij ze, zoals wij zopas zegden, zo vergroot wordt, dat ge erin slaagt het heiligbeen voort te duwen van de punt van het ijzer tot aan die plaats van het ijzer die, wij komen er verder niet op terug, rond of vierkant moet gemaakt worden. En als toevallig blijkt dat het heiligbeen op deze plaats minder goed zou ondersteund worden dan is het nuttig de staaf op deze plaats met een vijl ruw te maken en er daarna met een koperen draad een knoop rond te wikkelen die het heiligbeen gemakkelijk ophoudt. Na het heiligbeen op deze wijze vastgezet te hebben, verbindt ge met een dikkere draad de dijbeenkoppen met de gewrichtskommen van de heupbeenderen, er zorgvuldig op lettend hoever ge ze buitenwaarts of binnenwaarts draait, zodat ge de benen toevallig niet lelijk scheefgetrokken verbindt, of dat de knieschijven meer naar de binnenkant van de benen dan naar de voorzijde kijken; wat zeker zal gebeuren tenzij ge de koppen nauwkeurig met hun holten verbindt. Hoe ge het echter ook doet, bij deze verbinding dient de draad niet helemaal ineengedraaid te worden vooraleer ge de voeten op de cirkel en met de scheenbenen zo hebt vastgemaakt als u het meest geschikt zal lijken. Probeer deze positie zoveel mogelijk te bereiken door de staf waarmee de houding van de armen zal bepaald worden: de ene houding doet immers een maaierszeis verkiezen, een andere een zwaard nog een ander een lans of de drietand van Neptunus of om het even welk ander

DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 383 gereedschap. Nu dienen alle wervels na elkaar gerangschikt te worden, waarbij ge zult merken dat het niet moeilijk is elks plaats en volgorde te vinden; dit wijst de vorm van de wervels en de verhouding van hun gewrichten immers gemakkelijk uit. Wanneer ge ze dus eerst allemaal in volgorde op een tafel hebt gelegd, verbindt ge de vijf lendenwervels onderling met twee verbindingen die aan de zijkanten van de lichamen aangebracht, meteen het kraakbenig ligament vasthouden waarvan gezegd is dat het tussen de wervellichamen ligt. Deze ligamenten dienen in volgorde afgenomen te worden van het papier waarop ge ze hebt aangebracht, deze er steeds op achterlatend die tussen de wervels moeten komen die ge nog niet met elkaar verbindt, zoals voorlopig het ligament of het kraakbeen dat tussen het heiligbeen en de onderste lendenwervel komt en dit dat tussen de bovenste lende- en onderste ruggenwervel komt. Wanneer de lendenwervels verenigd zijn worden de zes onderste ruggenwervels en daarna de zes bovenste, samen met de onderste halswervels aan elkaar vastgemaakt. De overige halswervels moeten immers niet aan elkaar vastgedraaid worden maar het tussenliggend kraakbeen [=discus intervertebralis] moet enkel op het lichaam van de eronder gelegen wervel gelijmd worden, aangezien de halswervels zelfs los van elkaar en gewoon over het ijzer geschoven, op hun plaats blijven en ze moeten niet zo onwrikbaar vastzitten als de ruggenwervels die daarna de ribben moeten ophouden. Met de methode die ik voorgeschreven heb, hebt ge terstond de wervels verenigd, en vooraleer het ijzer er doorheen te schuiven legt ge de aldus verbonden lendenwervels op het ijzer en buig het zorgvuldig volgens hun schikking of welving en verbindt vervolgens de onderste wervel met het heiligbeen zoals ge reeds eerder de lendenwervels onderling hebt vastgemaakt. Vervolgens voegt ge er de onderste ruggenwervels aan toe, het ijzer voortduwend, voor zover het wenselijk of nodig is zeer nauwkeurig buigend, en maak dan de onderste ruggenwervel vast aan de bovenste lendenwervel. Bij deze worden op gelijke wijze de bovenste ruggenwervels gevoegd en na de onderste ervan vastgebonden te hebben aan de bovenste van deze die reeds op de ijzeren staaf geplaatst werden, maakt ge op maat een platte, lange en zwart geschilderde staaf die tegen de achterkant van het ijzer wordt vastgemaakt of die, als ze erin kan, tussen ijzer en wervels naar beneden geduwd wordt, opdat de wervels dank zij deze staaf steviger aan het ijzer zouden vastzitten en geenszins zouden kunnen draaien, zodat de ganse borstkas zich nadien afzichtelijk naar deze of gene zijde zou kunnen verwringen. Om nu de schedel op de staaf te kunnen plaatsen is het nodig door de kruin een gat te boren, dat nauwkeurig met de breedte

ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 384 en de dikte van het ijzer overeenstemt, zodat de schedel als ge het ijzer erdoor steekt, niet bij elke gelegenheid in alle richtingen ronddraait. Al naargelang ge echter wenst dat het aangezicht recht naar voor of opzij kijkt // dient het gat met een mes ofwel dwars ofwel schuin uitgekerfd te worden. Op een dergelijke wijze moet de schedel opnieuw doorboord worden op de plaats waar ge met een zaag de insnede hebt aangebracht zodat hij met schoenriempjes kan aaneengezet worden en wanneer ge dit verlangt, de schedel opnieuw kan uiteen gehaald worden na hem van het ijzer afgenomen te hebben. Het is immers uiterst belangrijk de inwendige ruimte van de schedel te onderzoeken waarin zich de hersenen bevinden. Om dit te doen dienen beide delen van de schedel doorboord te worden met behulp van een gloeiend ijzer of op de punt van een mes, met drie gaten die onderling met elkaar overeenstemmen, en wel wordt best één gat in het achterhoofd gemaakt en één in beide slapen. De onderkaak bevestigt ge met een koperdraad aan de bovenste door haar koppen te verbinden met de holten in de bovenhoek. Maar wanneer deze verbinding onvoldoende stevig is om de tanden juist op elkaar te doen passen en de onderkaak afhangt en om ze met de bovenkaak keurig te doen samenkomen en ervan loskomen, dienen naast de genoemd verbinding, de scherpe uitsteeksels van de onderkaak eveneens boorboord te worden en moet er een touwtje aan vastgebonden worden dat doorheen de jukbogen gehaald, boven op het schedeldak ligt, en dat ofwel naar het voorhoofd toe of naar het achterhoofd kan getrokken worden om de tanden zo tegen elkaar te kunnen klemmen. Hoe ook, er dient een uiterste zorg besteed te worden aan het ijzer, zodat het niet op overdreven wijze achterwaarts of voorwaarts gebogen is en het lichaam op lelijke wijze rechthoudt. Opdat dit niet het geval zou zijn is het van zeer groot belang de houding van de rug te kennen. Verder is het nu het ogenblik om de ribben vast te maken aan de wervels en aan hun kraakbeenderen. Om dit nauwkeurig en met zorg te doen, scheidt ge eerst al de rechtse ribben van de linkse, wat ge kunt afleiden uit de sleuf waar de ader, de zenuw en de slagader zich naar de ribben uitstrekt, en tevens uit de bovenkant van de ribben die breder en dikker voorkomt dan de onderkant. Dan legt ge de ribben ongeveer op deze wijze ((( ))) in volgorde op tafel er voor zorgend dat de rechtse met de linkse overeenstemmen. Het zal immers gemakkelijk zijn ze elk op hun plaats te leggen als gij de middeltjes die wij hoger vermeldden om de ribben van elkaar te onderscheiden, maar niet uit het oog verliest. Uit deze reeks ribben bevestigt ge de eerste rib van elke zijde met zijn kraakbeen aan het borstbeen, daarna geeft ge het borstbeen met zijn kraak-

DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 385 beenderen aan een makker om het op zijn plaats te houden en vervolgens verbindt ge de eerste ribben met de dwarsuitsteeksels van de eerste ruggenwervel. Bevestig ook de tweede ribben aan hun wervel en daarna aan hun kraakbeenderen en zo achtereenvolgens allemaal, er ondertussen oplettend dat ge deze ribben toelaat met precies de volle tussenruimte te gapen waarmee ze door de kraakbeenderen van elkaar gescheiden waren vóór de dissectie. Nu verbindt ge het opperarmbeenderen met de schouderbladen met behulp van een dikkere draad en daarna met een dunnere draad de sleutelbeenderen met de schoudertoppen, vervolgens de schouderbladen met de ribben en de sleutelbeenderen met het borstbeen. Wanneer ge echter het opperarmbeenderen aan de schouderbladen vasthecht, moet zorgvuldig overwogen worden in welke stand ge de armen schikt te plaatsen. Dit bepaalt immers in grote mate op welke wijze de kop van het opperarmbeen met de holte van het schouderblad verbonden wordt. Tevens mag in deze verbinding geenszins het kraakbeen vergeten worden door welks hulp de holte van het schouderblad vergroot wordt, en zo ook mogen de speciale kraakbeenderen voor de kaakgewrichten en de sleutelbeenderen niet veronachtzaamd worden en dienen ze in hun gewrichten vastgemaakt te worden. Daarentegen mogen de voorarmbeenderen niet met het opperarmbeen verbonden worden vooraleer de ganse hand ineengezet is; het spaakbeen dient derhalve boven- en onderaan met de ellepijp verbonden te worden, daarna dienen de handwortelbeentjes, indien ze gescheiden zijn en van hun ligamenten ontdaan zijn, aan elkaar vastgemaakt te worden, in het ander geval echter worden ze door tussenkomst van hun ligamenten meer dan voldoende bijeengehouden. Aan hun onderkant maakt ge het eerste been van de duim vast en de vier middenhandsbeenderen en daarna aan deze de beenderen van de vingers samen met de sesambeentjes. Hierna zult ge mee de handwortel met het spaakbeen verbinden en daarna de ellepijp met het opperarmbeen. Wanneer dit aan beide armen gedaan is bindt ge de bovenste ledematen vast aan de staaf die ik gezegd heb als een zeis of een ander gereedschap stevig op de ronde plaat te bevestigen. Nadat het skelet nu opgericht is, kunt ge een halssnoer samenstellen met het been dat op een u gelijkt, met de beentjes van het gehoororgaan en met de kraakbeenderen van de luchtpijp, de oren en de oogleden en de nagels en de kraakbeenderen van het hart door deze alle op een kettinkje of een gedroogde zenuw van een been of arm vast te maken. Hieruit is duidelijk met welk een geringe moeite de beenderen van het menselijk lichaam kunnen klaargemaakt worden, geheel en al zoals ze door de geneesheer gewenst worden: voor wie het nog niet onderno-

ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 386 men heeft zal er bij dit assemblagewerk niets moeilijks toeschijnen. Aan mij immers die het voor het eerst probeerde is het nogal mooi gelukt door het voorbeeld te volgen van hen die ik soms verbrijzelde schaaltjes en stenen kookpotten zag aaneenzetten. De manier van koken om [het skelet] te verwerken echter, zal de ijver in de geneeskunst leren. Uit Parijs wegens de oorlogsonrust namelijk te Leuven teruggekeerd, en samen wandelend met GEMMA FRYSIUS, zowel een geleerd Geneesheer als een door weinigen geëvenaard wiskundige, met de bedoeling de beenderen te zien op deze plaats waar tot groot gerief van de studenten gewoonlijk alle terechtgestelden tentoongesteld worden. Langs een publieke landweg, trof ik een dergelijk uitgedroogd lijk aan, als dat van de struikrover die Galenus vermeldt zelf te hebben gezien. Ik veronderstel dat de vogels dat laatste van zijn vlees bevrijdden net zoals zij dit hadden gereinigd, doordat deze man namelijk een paar jaar voordien slechts met stro was verbrand en - zo goed als geroosterd aan de paal vastgebonden - voor de vogels een zo lekker aas bood dat de beenderen overal bloot waren en deze alleen met de ligamenten aaneenhingen, en slechts de aanhechtingen en inplantingen van de spieren bewaard waren, wat bij gehangenen nooit het geval is, gezien de vogels behalve de ogen (zelfs al denkt men daar gewoonlijk anders over) niets vaneenrijten wegens de dikte van de huid, en de beenderen bijgevolg binnen de huid volledig vergaan en volstrekt nutteloos zijn voor de studie. Dit uitgedroogde en nergens vochtig of bevuild lichaam bekijkend, heb ik mij deze onverhoopte maar allang verlangde gelegenheid volstrekt niet laten voorbijgaan. Ja, ik ben zelfs met de hulp van Gemma op de paal geklommen // heb een femur uit het heupbeen gerukt en door mijn trekken volgden ook de schouderbladen met de armen en de handen, alhoewel de vingers van één hand ontbraken, evenals de beide knieschijven samen met een voet. Na dus de benen en de armen (het hoofd samen met de romp van het ganse lichaam achterlatend) in het geheim en in verschillende keren naar huis te hebben gebracht, liet ik mij 's avonds buiten de stad sluiten om de romp te bemachtigen die met een ketting hoog vastgemaakt was. En ik brandde van zo'n verlangen en ijver om de beenderen te hebben dat ik er niet voor huiverde midden in de nacht zonder ooggetuigen de paal te beklimmen tussen de menigte van lijken en het lichaam dat ik wenste met niet weinig moeite en inspanning vaneen te trekken. De neergetrokken beenderen ver vandaar wegslepend, bracht ik ze op een geheime plaats en droeg ze de volgende dag stuksgewijze door een andere stadspoort naar huis. Maar wanneer ik vervolgens de ligamenten begon door te snijden schoot ik niets op wegens hun

DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 387 B o e k 1 over de Lijkschouwingen. buitengewone taaiheid en was ik verplicht ze te weken in kokend water en om ze naar wens te krijgen heb ik tenslotte alle beenderen maar ongemerkt gekookt en wanneer ze proper waren heb ik het skelet opgebouwd dat te Leuven bewaard wordt in het huis van GISBERTUS CARBO, sedert lang een zeer goede vriend van mij, een uitstekend en in verschillende disciplines onderlegd medicus en mijn studiemakker van kindsbeen af. Ik heb dit skelet met zo'n haast ineengezet en de hand, de voet en de twee knieschijven met niet geringe inspanning en moeite ergens elders bijeengezocht dat ik iedereen ervan overtuigde dat ik het uit Parijs had meegebracht, om elke verdenking van diefstal der beenderen uit te wissen, ofschoon de Burgemeester van de stad later zozeer de studiën begunstigde van de kandidaten in de geneeskunst, dat hij graag om het even welk lichaam bezorgde en alhoewel hijzelf geen algemene kennis verwierf in de anatomie, stond hij me regelmatig bij wanneer ik daar een lijkschouwing uitvoerde. Wanneer deze eerste poging bij ons dus zo vlug slaagde, wat moet men dan denken voor de toekomst, nu wij ook voor anderen de manier van monteren hebben beschreven? Zijn er behalve de nu volgende tekeningen in de meeste Academies, naast ons werk, geen skeletten te zien? Waarlijk, niet alleen zouden de beenderen van de mens, maar reeds ter wille van Galenus, van een aap en van honden, en zelfs ter wille van Aristoteles, van vogels, vissen en reptielen aan elkaar verbonden [tot skelet] of tenminste los vaneen moeten ter beschikking staan voor de studie van de geneeskunde en de natuurfilosofie. Tenzij wij soms zouden oordelen dat dit deel van de filosofie ons niet aanbelangt en wij zouden overtuigd zijn dat het voor ons voldoende is wanneer wij, de stervelingen onze siropen kunnen ingieten en geldkistjes vullen, zonder anatomie.