Plasticsoep = linke soep! leskist, groep 7 en 8

Vergelijkbare documenten
Sheet 2: Bekijk met de kinderen de tussenstand van Afval the Game op Instagram en/of Facebook. Hoe gaat het bij de kinderen met inzamelen?

WERKEN AAN EEN WERELD WAAR AFVAL NIET BESTAAT!

Lesbrief nr 3. Opdracht 1. Club + app. voor Groep

LESBRIEF NR 3 OPDRACHT 1 REPORTERS- CLUB + APP VOOR GROEP

ZWERFAFVAL EN PLASTIC SOEP

Want wat betekent die grote hoeveelheid zwerfafval voor de natuur, de dieren en de mensen?

Inhoudsopgave. Inhoud van de leskist

handleiding 1. Inleiding 2. Achtergrondinformatie

Wij zijn een Mooi Schoon school

KRINGLOOPSPEL Afval=Grondstof

AAN DE SLAG MET AFVAL HANDLEIDING EEN UUR AFVALLES

Handleiding Afvalspel groep 3 en 4

Handleiding Introductieles vmbo/havo/vwo Zwerfafval onder de loep

Schematisch en natuurgetrouw

AAN DE SLAG MET AFVAL DOE-OPDRACHTEN Groep 7-8

AAN DE SLAG MET AFVAL HANDLEIDING EEN UUR AFVALLES

Plasticvervuiling in de oceaan - De Oceaan

Algemene doelen en de link met de vakoverschrijdende eindtermen vind je in de handleiding bij dit lespakket.

LESBRIEF LES 1 DE VOEDSELKETENLES SAMENVATTING LES 1 VOORBEREIDING BENODIGDHEDEN DUUR LESDOELEN LINK ZAAKVAKKENINHOUD. Wat is voedselverspilling?

lesbrieven een plastic eiland avonturenpakket de uitvinders en het werkbladen Lesbrief 1:

A1 Wat is de boodschap van de Plastic Soup Surfer? Zijn boodschap/missie is om aandacht te vragen voor plastic afval in zee

KRINGLOOPSPEL Afval=Grondstof

bedoeld wordt met hoeveelheidbegrippen als: alle, geen, niets, veel, weinig, meer, minder, evenveel. Ordent hoeveelheden om ze te Groep 1 Groep 2

ANTWOORDMODEL LESBRIEF IKCIRCULEER. titel: Plastic soep. Dat eet je niet! Antwoordmodel opdracht A (T1)

Inhoudsopgave. Inhoud van de leskist

Ik ben de Bloem! De Bloem (van plastic) is een meid van nu! Tikkeltje brutaal! Het MILIEU 5 6 GROEP

WERKEN AAN EEN WERELD WAAR AFVAL NIET BESTAAT!

Doe-opdrachten Aan de slag met afval. Groep 7-8

Trash Hunten met de klas

Beach Clean-up Naam: Klas: Mentor: Vakgroep Biologie ( ) Penta college CSG Scala Rietvelden

Inhoudsopgave. Bijlage:

Doelgroep. Lesdoelen. Materialen. Experimenteren met Biochemie / Bioplastic

Ontdekdoos Zaden. groep 5 en 6. docentenhandleiding

LESBRIEF LES 2 DE THT-LES SAMENVATTING LES 2 BENODIGDHEDEN DUUR LESDOELEN WERKVORMEN LINK ZAAKVAKKENINHOUD VOORBEREIDING

Klassengesprek - knutselen. Open de envelop, laat de foto zien en lees samen de brief:

Doe-opdrachten Aan de slag met afval. Groep 1-2-3

China. Stadsgeluiden in China. 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad. Vakgebied: Muziek. Lesduur: 60 minuten per les

Wat moet je doen? Lees de informatie in dit pakketje

Lespakket Water. Instructieblad groep 5-8. Inhoud pakket: Lessuggesties: Achtergrondinformatie Instructieblad groep 5-8

Paddenstoelen kweken in de klas

4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in:

Maak eerst een aantal schetsen van het bord over welk verbod voor welk soort afval. Kies binnen de groep er één uit en werk deze in het groot uit

Afval scheiden. Yvonn van de Grootevheen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Beestenbende SLODDERVOSSEN

AAN DE SLAG MET AFVAL DOE-OPDRACHTEN Groep 1-2-3

I LOVE AFVAL SCHEIDEN! JIJ OOK?

Plant in de klas Instructieblad leerkracht Groep 6/7/8

inhoud blz. Inleiding 1. De afvalberg 2. Soorten afval 3. Vier belangrijke stappen 4. Voorkomen 5. Opnieuw gebruiken 6. Afval als bran dstof

Een duurzame auto INHOUD OPDRACHT DOELEN

Ontwikkel je eigen ijsje!

Les ontwerpend leren Het verfexperiment

Antwoordkaart Denkopdrachten.

Een vreemde planeet groep 5-8

Drijven, zweven of zinken?

Leskist THEMA-handleiding Opgeruimd houdt netjes Groep 3 en 4

Voorbereiding post 1. De kringloop van het water Groep 6-7-8

Fossiele brandstoffen? De zon is de bron!

Laat de kinderen ook opzoeken in een woordenboek en/of spreekwoorden boek

AAN DE SLAG MET AFVAL DOE-OPDRACHTEN 7-9 JAAR

Papier maken in de klas

lesprogramma Duurzaamheid les 1: maken Cradle to Cradle uitgelegd voor kinderen

Materiaal keuzes. Globaal genomen zijn er 4 basis functies denkbaar waarom men het product wilt verpakken.

GROEP 5 EN 6 HOEZO AFVAL?

LESINSTRUCTIE GROEP 5/6

GROEP 7 EN 8 AFVALSCHEIDEN!

Plasticvervuiling in de oceaan - De Oceaan

Ontdekdoos Kleuren groep 3 en 4. handleiding

ZWERFAFVAL EN PLASTIC SOEP

LESBRIEF LES 2 DE THT-LES SAMENVATTING VOORBEREIDING BENODIGDHEDEN DUUR LESDOELEN LEGENDA. Het waarom van voedselverspilling

GROEP 7 EN 8 HOEZO AFVAL?

De Bloem (van plastic) is een meid van nu! Tikkeltje brutaal!

Ο Doe-opdracht met een werkblad voor de leerlingen om zelfstandig of in kleine groepen uit te voeren.

Trend: Toename van biobased in verpakken. Karen van de Stadt

Pak voor de activiteit Hoe eten astronauten? de foto van de etende astronaut uit de bijlage.

1. Ga naar buiten bij de parkeerplaats en verzamel bij de afvalcontainers. Opdracht: Teken de afvalbakken na en schrijf erbij welk afval erin

Opdracht Afvalspel. afval. Afval, wat is dat eigenlijk? Je ziet hier het woord afval staan met daar omheen een aantal vakjes.

c. Waarom is het slecht voor het milieu om textiel weg te gooien bij het restafval?

Verwonderen STICHTING KIND EN VOEDING. Groep 7 en 8

Lespakket Water. Instructieblad groep 3 & 4. Inhoud pakket - Achtergrondinformatie. Lessuggesties:

LESINSTRUCTIE GROEP 7/8

LESPROGRAMMA LES 1. INTRODUCTIELES

Werkblad. LES 7: Hygiëne. GROEP 5-6. Namen groepje:

Trash Hunten met de klas

Voorbereiding post 1. De kringloop van het water Groep 4-5

Een gezonde lunch. Een gezonde lunch. Ontbijt en energie

Thema: Noordpool, natuur, dieren, reizen, klimaat

recyclage van kunststof

Magnetische velden groep 7-8

hoge stroming Fase Ontdek en onderzoek

Wist je dat. Bitter Zuur Zout Zoet. ... de bobbeltjes op je tong je smaakpapillen zijn. Hiermee proef je of iets bitter, zuur, zout of zoet is.

Vormen van een raket Raketten

Inleiding Doelgroep Opzet van de lescyclus Algemeen doel Doelstellingen... 4

AAN DE SLAG MET AFVAL HANDLEIDING EEN UUR AFVALLES

Lesmateriaal Geluid. Tijdsduur: 50 minuten

Het meten van effectiviteit van lessen over zwerfafval

Verwonderen STICHTING KIND EN VOEDING. Groep 4, 5 en 6

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS

Wereldoriëntatie - Natuur Wereldoriëntatie - Techniek Geschatte lesduur Hoofdstuk 1.2. Nuttige microben benadrukt dat niet alle

Transcriptie:

Plasticsoep = linke soep! leskist, groep 7 en 8 docentenhandleiding

Uitgave: ANMEC Colofon Copyrights BuitenWijs, CNME Landgoed Schothorst, De Groene Belevenis, ODRU en ANMEC en Centre of Expertise Biobased Economy Redactie Jolanda Zeilmaker, Kees van Wegen, Elena Francissen en Joost Buddingh Eindredactie Annemarieke Holland Illustraties Olivier Rijcken Grafische vormgeving Jolanda van der Heijden Met dank aan Dit lesmateriaal is gebaseerd op hoofdstuk 1 van de Biobased Lessenset van het Centre of Expertise Biobased Economy van Avans Hogeschool en HZ University of Applied Sciences. Jaar van uitgave 2016 2

Inhoud 1 In het kort 5 2 Overzicht van de lessen 9 3 Beschrijving van de lessen: Les 1: Plastic is overal 8 Les 2: Zetmeel aantonen en bioplastic maken 11 Les 3: Microplastics en scrubs 13 Les 4: Linke soep 15 Achtergrondinformatie 17 Leerlingenboekje 19 Opdrachtkaarten 24 3

4

1 In het kort Inleiding Per 1 januari 2016 mogen winkeliers geen plastic tasjes meer weggeven aan klanten. Per 1 januari 2015 moeten gemeentes hun inwoners de mogelijkheid bieden om plastic gescheiden in te zamelen. Plastic is een prachtig product: het is licht, goedkoop en in alle vormen te maken. Toch zitten er ook veel nadelen aan plastic. Het traditionele plastic wordt gemaakt van aardolie. Dit is een fossiele grondstof die opraakt. Bij de verbranding van plastic komen giftige stoffen vrij. Plastic verteert niet. Er verdwijnt veel plastic via het riool en de sloot naar zee waar het vervolgens naar de oceaan drijft. In de Atlantische oceaan is een plastic eiland ontstaan, zo groot als Frankrijk, Spanje en Portugal samen. Dit eiland wordt de plastic soep genoemd. Grote zeedieren en vogels krijgen stukken plastic binnen waarin ze verstrikt raken of stikken. In de Noordzee heeft 95% van de zeevogels plastic in hun lijf. Door licht en verwering valt plastic uiteen in deeltjes (kleiner dan 3mm), maar het verdwijnt niet. Deze kleine deeltjes worden microplastics genoemd. Microplastics komen ook in het water doordat ze aan verzorgingsproducten (zoals scrubs) zijn toegevoegd en doordat ze loskomen als synthetische kleding wordt gewassen in de wasmachine. Vissen krijgen ongemerkt de microplastics binnen. Vervolgens krijgen wij de microplastics ook binnen door het eten van vis. We hebben dus een probleem! Doelgroep Groep 7 en 8 Doelen De leerlingen: ontdekken dat er zetmeel zit in meelsoorten die afkomstig zijn van aardappel, maïs, rijst en tarwe. ontdekken / leren dat er alternatieve, groene grondstoffen zijn voor plastic. leren wat de voor- en nadelen en eigenschappen zijn van (bio)plastic. leren dat bioplastic geen afval is. Het kan volledig verteren en weer opgenomen worden in de kringloop en is dus beter dan gewone plastics. tonen aan dat er in sommige verzorgingsproducten microplastics zitten die via het afvoerputje in de zee terecht komen. verwerken de opgedane informatie door het maken van een poster. denken na over hun handelingsperspectief. Aansluiting kerndoelen De lessen hebben betrekking op techniekonderwerpen uit verschillende methodes en de kerndoelen 42, 44, en 45 van het primair onderwijs. Voorbereiding Voor les 2 moeten er voedingsmiddelen verzameld worden en voor les 3 verzorgingsproducten met microplastics. Opbouw en organisatie van de lessen Les 1 is een introductie over plastic en in deze les wordt het probleem van de plastic soep bekeken. In les 2 ontdekken de leerlingen hoe je zetmeel kunt aantonen en hoe je bioplastic kunt maken. De ene helft van de klas werkt in groepjes; elk groepje werkt tegelijkertijd aan proef 1. De andere helft van de klas werkt in groepjes onder begeleiding van een ouder aan proef 2. Als de eerste groep proef 2a doet, kijken de andere drie groepjes. Als de tweede groep proef 2b uitvoert kijken de andere drie groepen. Etc. In les 3 leren de leerlingen wat microplastics zijn en hoe je die aan kunt tonen in verzorgingsproducten. De ene helft van de klas werkt in groepjes aan proef 3. Elk groepje voert proef 3 tegelijkertijd uit. De andere helft van de klas werkt in groepjes aan proef 4. In les 4 verwerken de leerlingen wat ze geleerd hebben in een poster. 5

Materialen Bijna alle benodigde materialen zitten in de leskist. Bij de proeven wordt er gewerkt in groepjes van 4 leerlingen. De leskist bevat voldoende materiaal voor een schoolklas van ongeveer 32 leerlingen. In het Overzicht van de lessen (zie hoofdstuk 2) staan de materialen die in de leskist zitten per proef vermeld. Om de leerlingen vooraf te motiveren voor dit onderwerp en hun kennis te laten maken met (bio) plastics, is het goed om leerlingen (bio)plastics van huis te laten meenemen. Mogelijk kunt u zelf ook een en ander meenemen. In de leskist zit een zak met diverse soorten verpakkingsplastic. Na afloop van de les Alle materialen moeten weer schoon en droog in de leskist worden gedaan. Aan de hand van de inhoudslijst kunt u controleren of er niets ontbreekt. Als er na gebruik materialen ontbreken of stuk zijn, laat dit dan weten. Evaluatieformulier Op het evaluatieformulier kunt u uw ervaringen, opmerkingen en suggesties kwijt. Wij gebruiken dit om te kijken of dit product goed aansluit bij uw wensen. Wilt u het evaluatieformulier na afloop van de lessenserie. Bedankt! 6

2 Overzicht van de lessen Les 1 Plastic is overal 65 minuten INHOUD Wat weten wij over plastic en bioplastic? LOCATIE GROEPSVORM Klaslokaal Klassikaal en in groepjes MATERIALEN UIT DE LESKIST VOORBEREIDING LEERKRACHT / MATERIALEN ZELF REGELEN 10 soorten plastic, inclusief bioplastic USB met filmpjes Verzamel met de leerlingen verschillende voorwerpen van (bio)plastic. Les 2 Zetmeel aantonen en bioplastic maken 55 minuten INHOUD Wat weten wij over plastic en bioplastic? Hoe toon je zetmeel aan? Aan de slag met bioplastic maken. LOCATIE GROEPSVORM Klaslokaal Klassikaal en in groepjes MATERIALEN UIT DE LESKIST VOORBEREIDING LEERKRACHT / MATERIALEN ZELF REGELEN Beker en tasje van bioplastic Proef 1: per groepje: 4 bakjes: aardappelzetmeel, maïzena, rijstemeel, tarwemeel 4 kleine, glazen schaaltjes, 1 theelepel 1 stuk keukenrol, 1 flesje jodium Gelamineerde opdrachtkaart 1 Proef 2: voor proef 2a, 2b, 2c en 2d 1 eetlepel, 1 theelepel, 2 pannetjes 1 bakje aardappelmeel 1 flesje azijn en 1 flesje glycerol 1 houten pollepel en 1 vel bakpapier 1 druppelflesje kleurstof Gelamineerde opdrachtkaarten (2a,2b,2c,2d) Maatbeker Verzamel met de leerlingen verschillende voedingsmiddelen waar zetmeel in zit: aardappels, bonen, maïs, suikerbiet, tarwekoekjes enz. Mesje, kopje water Begeleider vragen Werkblad 1 en 2 kopiëren Kookplaatje Les 3 Microplastics en scrubs 55 minuten INHOUD Aan de slag met het onderzoek naar waar de meeste microplastics in zitten en aan de slag met het maken van een eigen scrub. LOCATIE GROEPSVORM Klaslokaal Klassikaal en in groepjes of keuze voor demonstratieproef MATERIALEN UIT DE LESKIST VOORBEREIDING LEERKRACHT / MATERIALEN ZELF REGELEN Proef 3: per groepje: verzorgingsproduct dat microbeads bevat 1 koffiefilter en koffiefilterzakjes 2 maatbekers en 1 eetlepel 1 stuk keukenrol (ook voor proef 4) Voor groepjes samen: 1 phonoscoop Proef 4: per groepje 1 theelepel, 1 eetlepel 1 flesje olijfolie 4 bakjes: lijnzaad, kokos, couscous, suiker 1 biologisch afbreekbare beker Verzamel producten die misschien microplastics bevatten: scrubs, tandpasta, haargel, shampoo PowerPoint scrub Werkblad 3 en 4 kopiëren Papier, lijm en potloden of stiften, scharen Waterkoker 4 lege glazen potjes Les 4 Linke soep 45 minuten INHOUD De leerlingen maken een poster LOCATIE GROEPSWERK MATERIALEN UIT DE LESKIST VOORBEREIDING LEERKRACHT / MATERIALEN ZELF REGELEN Groepswerk Geen Papier, lijm, stiften, scharen Foto s, filmpjes 7

Les 1 Plastic is overal Inleiding Deze les is een introductie over plastic en de plastic soep. Voorbereiding Verzamel (met de klas) verschillende voorwerpen (gebruiksvoorwerpen en verpakkingsmateriaal) van plastic. Ook plastic gemaakt van een plantaardige bron, de zogenoemde bioplastics. Deze zijn te herkennen aan het logo (hiernaast afgebeeld). Leg de materialen op een plek in de klas zodat de leerlingen ze kunnen bekijken en onderzoeken. Doelen De leerlingen kunnen: onderscheid maken tussen verschillende soorten plastic verklaren dat de kunststof plastic leidt tot twee onomkeerbare problemen bij productie en afval: het wordt gemaakt van aardolie, een grondstof die opraakt en het vergaat niet waardoor het in het milieu blijft en in de voedselketen terecht komt. In de tweede les voeren ze verschillende proefjes uit. Inleiding - 45 minuten Voorkennisvragen: Kijk eens binnen een halve meter om je heen. Welke voorwerpen zie je? Kun je benoemen waar de voorwerpen van zijn gemaakt? Van welke stof? Wat is plastic? Plastic is geen natuurlijke stof, maar een kunststof die door mensen wordt gemaakt van de grondstof aardolie. In 1907 werd ontdekt dat plastic gemaakt kon worden uit aardolie. Het is dus net 100 jaar oud. Door het te verwarmen wordt het vloeibaar en is het in allerlei vormen te gieten. Plastic heeft veel kwaliteiten: het is licht en toch sterk, het kan soepel of stijf zijn en alle kleuren hebben. Het kan in elke vorm worden gemaakt en gaat niet gauw kapot. En het is goedkoop. Er wordt van alles van gemaakt. Gebruiksvoorwerpen zoals kleding, onderdelen van auto s, vliegtuigen en schepen. Maar ook verpakkingsmateriaal zoals flesjes, tassen en verpakkingen van voorverpakte etenswaren. Activiteit Kijk nog eens de klas rond en benoem wat je ziet van plastic. Maak een lijst op het bord / verzamel ze voorin de klas / in de kring. Bekijk ook de plastics die verzameld zijn. Waar gebruiken we plastic voor? Wat gooien we weg? Sorteren Maak in tweetallen plastic-families: kijk goed naar de eigenschappen en probeer de verschillende soorten in groepjes in te delen. Geef zo n groepje of plastic-familie een naam. Verdieping: Kun je een andere stof bedenken voor het maken van deze producten? Plastic kun je indelen in drie soorten. Plastics die zacht blijven. Plastics die hard en onbreekbaar zijn. En plastics die van vorm veranderen als je ze verhit. Zacht plastic (elastomeren): schoenzolen, elastiek Hard plastic (thermoharders): stopcontacten, surfplanken, tuinstoelen Plastic dat van vorm kan veranderen (thermoplasten): plastic zakken, frisdrankflessen, bekertjes. Er zijn plastics die gebruikt worden voor gebruiksvoorwerpen, maar ook worden er plastics gebruikt voor verpakkingen, die snel worden weggegooid. 8

Bioplastic Omdat plastic geen natuurlijke stof is, kan het niet verteerd worden in de natuur. Er bestaan nu plastics die in de natuur wél vergaan (= verteren, oplossen, verdwijnen in natuurlijke deeltjes). Vraag de leerlingen daar een naam voor te bedenken. Voorbeelden van antwoorden van leerlingen: natuurplastic of plantenplastic. Die afbreekbare plastics worden bioplastics genoemd. Bioplastic is de naam die gegeven wordt aan plastic dat gemaakt wordt uit natuurlijke producten en daardoor afbreekbaar is! In les 2 gaan we bioplastic beter bekijken en ook zelf maken. Aflevering van het Klokhuis bekijken - 20 minuten Bekijk de eerste 10 minuten van het filmpje. Het filmpje vat goed samen wat er is besproken. Wanneer plastic is ontstaan, waarvan en hoe het wordt gemaakt, welke soorten plastic er zijn en de impact van plastic op het milieu. Tijd: 15 minuten. Link: http://tvblik.nl/het-klokhuis/plastic-1 of http://www.npo.nl/het-klokhuis/03-04-2014/nps_1243914 Samenvatting: Speciale Klokhuisaflevering in het kader van de Z@pp Your Planet Plasticweek. We maken met z n allen op deze aardbol ieder jaar zo n 280 miljard kilo plastic! Wat is plastic eigenlijk? Waar wordt het van gemaakt? En kunnen we zonder? Nienke legt uit hoe dit superhandige maar milieubelastende materiaal in elkaar zit. Ze gaat op zoek naar alternatieven die makkelijk afbreken. Wat dacht je van bioplastic van aardappelen? Begrippen uit de aflevering: plastic, polymeer, synthetisch, bindmiddel, aardolie, verteren, vervuiling, bioplastic, zetmeel, microplastic, hergebruiken. Vanaf 10:09 gaat het over alternatieven voor aardolie. Dit deel is geschikt om te laten zien bij les 2. Voor geïnteresseerden: in de achtergrondinformatie (en op de USB) staat een link naar filmfragmenten over aardolie. 9

Nabespreking - 20 minuten Wat zijn de nadelen van plastic? Een probleem is dat de olievoorraad langzaam opraakt. Bij verbranding van plastic komen schadelijke stoffen vrij. (Dit wordt niet besproken in het filmpje.) Er zijn veel plastic wegwerpartikelen, zoals flesjes en bekertjes. Ze worden maar kort gebruikt. Het zorgt voor veel afval. Daarvan komt een deel als zwerfafval in de natuur terecht. Plastic verteert niet. Wat kan jij doen? Verminder je plasticverbruik door te kiezen voor een broodtrommel, drinkbeker, tas mee, geen voorverpakte levensmiddelen kopen (koekjes, drinkpakjes). Neem altijd je eigen tas mee naar de winkel. Per 1 jan. 2016 mogen winkeliers geen gratis tasjes meer meegeven. Ze vragen er geld voor of ze bieden een alternatief aan. Sindsdien neemt 80% van de consumenten een eigen tas mee. Dit vermindert de berg aan plastic afval. Wat gebeurt er met deze plastic tasjes als deze ergens buiten terechtkomen? Dan wordt het zwerfafval. Het waait bijvoorbeeld een park, een bos of het water in. Door een slootje drijft het naar een rivier en vandaar naar zee. Dat plastic breekt moeilijk af. Ook als je bijvoorbeeld een dop in de put gooit, komt dat in het riool en via de rioolwaterzuivering komt het in de rivier en in de zee terecht. De put is dus geen prullenbak! Inventariseer: Heb je wel eens gehoord van de plastic soep? Uitleg: Al het plastic dat uiteindelijk in het water terechtkomt, drijft via de sloten, rivieren, kanalen, naar de zee en komt in de oceaan terecht. In onze oceanen en zeeën drijft steeds meer plastic afval, dat in kleine stukjes uit elkaar valt. Plastic verteert niet. Plastic in water is voor veel zeedieren dodelijk. Ze raken er in verstrikt of ze stikken erin. Voor meer dan de helft van de wereldbevolking is de oceaan de voornaamste voedselbron. Voorbereiding op de volgende les - 2 minuten De leerkracht vraagt de leerlingen of ze van thuis verschillende voedingsmiddelen waar zetmeel in zit willen meebrengen. In ieder geval aardappels. Maar ook bijvoorbeeld: knolgewassen (suikerbieten), graanproducten (meel of maïs), peulvruchten (bonen) etc. 10

Les 2 Zetmeel aantonen en bioplastic maken Inleiding Wat is bioplastic? Bioplastic is composteerbaar plastic. Dit plastic breekt op natuurlijke wijze af door micro-organismen. Het materiaal is te herkennen aan het logo dat hiernaast is afgebeeld. Bioplastics worden van zetmeel gemaakt. In aardappel en maïs zit veel zetmeel. Deze planten zetten suiker om in zetmeel om als voeding op te slaan voor de winter. Doelen De leerlingen leren: wat zetmeel is, in welke gewassen zetmeel aanwezig is, eigenschappen en toepassingen van zetmeel kennen, een simpele proef uitvoeren, resultaten verzamelen en interpreteren (proef 1). een eenvoudige proef uit te voeren (proef 2). door het mengen van verschillende producten een nieuw product te maken (proef 2). experimenteren bij het uitvoeren van een proef. Voorbereiding - 10 minuten Verzamel met de klas verschillende voedingsmiddelen waar zetmeel in zit. In ieder geval aardappels. Maar ook bijvoorbeeld: knolgewassen (suikerbieten), graanproducten (meel of maïs), peulvruchten (bonen) etc. Regel een extra begeleider zoals een stagiair(e) of een ouder om bij de proeven aanwezig te zijn en te helpen. Zorg voor een of meerdere kookplaatjes. Kopieer voor ieder groepje de bijbehorende werkbladen 1 en 2. Zet de materialen voor de proef klaar. Leg bij elke proef de opdrachtkaart. Werkwijze Omdat het niet mogelijk is om alle leerlingen alle proefjes te laten uitvoeren, worden de taken verdeeld. Maak twee groepen in de klas: de ene helft voert proef 1 uit. De andere helft doet proef 2. Bij de proeven wordt in groepjes van 4 gewerkt. Bij proef 2 is assistentie van een begeleider nodig. Terwijl 1 groepje opdracht 2a uitvoert, kijken de andere leerlingen van deze helft van de klas. Daarna doet een volgend groepje proef 2b enz. Introductie van de les - 5 minuten Verwijs terug naar de vorige les waarin de plastics zijn besproken. Aan het eind kwam bioplastic aan de orde. Wie weet nog wat dat is? Bekijk de laatste 5 minuten van het Klokhuisfilmpje (start 10:09). Laat een tasje en beker van bioplastic en gewoon plastic rondgaan zodat de leerlingen kunnen kijken en voelen. Deze les gaan de leerlingen kijken hoe bioplastic gemaakt wordt. Introductie Proef 1 Laat de aardappel zien aan de klas. Snijd de aardappel doormidden. Laat een druppel jodium (betadine) op de aardappel vallen. Laat het even inwerken. In een aardappel zit zetmeel. De aanwezigheid van zetmeel kun je aantonen met jodium. Als het bruinrode jodium in contact komt met zetmeel wordt het donkerpaars van kleur. Vertel dat aardappelzetmeel gedroogde, gemalen aardappel is. Kennen de leerlingen dit? Weten ze of dit thuis in de keuken wordt gebruikt? Hebben ze wel eens gehoord van Maïzena (maïszetmeel)? Dat is gedroogde, gemalen maïs en wordt in de keuken gebruikt om sauzen en soepen dikker mee te maken. Laat de leerlingen de informatie lezen die bij de inleiding van de proef beschreven staat. Bespreek wat zetmeel is en waarvoor we het allemaal kunnen gebruiken. En hoe je zetmeel kunt aantonen. Vertel dat ze zetmeel kunnen aantonen met behulp van jodium. Als zetmeel en jodium met elkaar in aanraking komen, ontstaat er een chemische reactie. Het product kleurt dan donkerblauw tot paars. 11

Introductie Proef 2-5 minuten Vertel dat de leerlingen zelf een soort bioplastic gaan maken. Herhaal met de klas wat bioplastic is en waarvan het gemaakt kan worden. Zetmeel uit sommige planten kan gebruikt worden om bioplastic te maken. De leerlingen gaan met zetmeel tijdens deze proef zelf een soort bioplastic maken. De tweede helft van de groep gaat proef 2 doen. Door een kleurstof erin te mengen wordt het proefje extra aantrekkelijk. Eventueel kunt u een andere vorm gebruiken, zoals een siliconenvorm of een blik bekleed met bakpapier. Kern: Proef 1 en Proef 2-20 minuten De helft van de klas voert proef 1 uit. Er gaan 4 groepjes aan de gang met elk één voedingsmiddel en jodium. Bekijk nadat proef 1 is gedaan de resultaten. Waar zit het meeste zetmeel in en hoe zie je dat? Pak een voedingsmiddel erbij dat verzameld is en laat de leerlingen voorspellen of zetmeel aangetoond zou kunnen worden. Probeer het uit. Voor proef 2 gaat de andere helft aan de gang. Als introductie kun je het Klokhuisfilmpje aan de leerlingen laten zien. Hier zien ze hoe het moet. https://youtu.be/xlw7g6whn5e Of zoek op YouTube naar Het Klokhuis Doe het zelf: Bioplastic Laat de leerlingen in een halve cirkel voor de tafeltjes zitten, waarop de proef gedaan wordt. Om de beurt wordt er gebruik gemaakt van een of meer kookplaatjes. Ieder groepje maakt een ander plastic (proef 2a, 2b, 2c, 2d). Terwijl proef 2a door een groepje wordt uitgevoerd, kijken de andere leerlingen, daarna doet een volgend groepje opdracht 2b enz.. Eventueel kunnen ze ook bioplastic maken met maïszetmeel. Nabespreking de volgende dag - 15 minuten Als het plastic na een dag droog is, vergelijk je de verschillende plastics met elkaar. Bespreek met de klas de vragen op de werkbladen. Wat was welk plastic en hoe is het gemaakt? Zie je verschil tussen de plastics met en zonder glycerol en azijn? Zetmeel is een polymeer; het bestaat uit een reeks suikerdeeltjes. Als je azijn toevoegt, worden de moleculen uit elkaar gehaald. Wanneer je het water opwarmt, helpt de azijn om het zetmeel uit elkaar te halen en makkelijker lange ketens te vormen. Dat combineer je met een zogenaamde weekmaker, de glycerol, die ervoor zorgt dat het plastic ook na het drogen soepel en flexibel blijft. De leerkracht vertelt - 10 minuten Op de tasjes van het Kruidvat staat: deze tas is groen. Terwijl de kleur van de tas rood is. Wat bedoelen ze hiermee? Het wordt groen genoemd omdat het goed is voor het milieu. De bioplastic Kruidvattasjes zijn gemaakt van suikerriet. Deze zijn biologisch afbreekbaar. Je kunt een aantal plastic en bioplastic producten begraven en kijken wat er is gebeurd na 2 en 4 en 6 en x weken. Plastic vergaat niet, maar bioplastic wel! Voorbereiding op de volgende les De leerkracht vraagt de leerlingen of ze van thuis voor een proefje een verpakte tandpasta, scrub of shampoo of handzeep mee mogen nemen om op school iets van te gebruiken. Verzamel 4 lege glazen potjes voor de zelfgemaakte scrub. 12

Les 3: Microplastics en scrubs Inleiding Wat zijn microplastics? Aan verzorgingsproducten zoals shampoo, gel en scrub, worden vaak, als schuurmiddel, hele kleine korrels plastic toegevoegd: microplastics. Micro betekent: klein. Deze plastic deeltjes komen via het doucheputje in het riool. Omdat die deeltjes zo klein zijn, gaan ze door de filter van het riool en komen ze in zee terecht. Vissen eten deze deeltjes op en zo komen ze ook in ons voedsel terecht! Ook door slijtage van kleding in de wasmachine en het uiteenvallen van grotere stukken plastic door golfslag en zonlicht ontstaan kleine plastic deeltjes die in de voedselketen terechtkomen. Doelen De leerlingen: leren kijken naar de samenstelling van producten en de functie en eigenschappen van een aantal ingrediënten (proef 3). leren resultaten te verzamelen en interpreteren (proef 3). kunnen een eenvoudig recept bereiden en ontdekken dat er een aantal alternatieven zijn voor microplastics (proef 4). ontdekken de werking van scrubs: zachte en lekker ruikende handen. Voorbereiding - 5 minuten De leerlingen hebben van huis een shampoo, tandpasta, gel of scrub meegenomen. De naam van de leerling staat erop. Verzamel glazen potjes voor de zelfgemaakte scrubs. Kopieer voor ieder groepje de bijbehorende werkbladen 3 en 4. Zet de PowerPoint klaar (zie USB). Zet de materialen voor de proeven klaar. Leg bij elke proef het opdrachtblad. Kook water en laat het wat afkoelen voordat de leerlingen ermee aan het werk gaan. Introductie - 5 minuten Laat het filmpje van Stichting De Noordzee zien. Hierin wordt uitgelegd wat microplastics zijn en hoe deze aangetoond kunnen worden. https://youtu.be/8mow_bnk3b4 (of zoek op YouTube naar Microplastics in de Noordzee) Open de PowerPoint. Je ziet de scrub van de Hema. Zoek op het etiket naar plastic. Let op: polyethyleen (PE) polypropyleen (PP) polyethyleenterephtalaat (PET) nylon of polyamide (PA) copolymeer crosspolymeer polyethyleenglycol (PEG) polypropyleenglycol (PPG) Vertel dat de helft van de klas proef 3 en de andere helft proef 4 uitvoert. Vertel dat ze bij proef 3 microplastics gaan aantonen en bij proef 4 een eigen scrub zonder microplastics gaan maken. Neem de proefopstellingen door. 13

Kern: Verzorgingsproducten onderzoeken en zelf een scrub maken - 20 minuten Organisatie: Verdeel de klas in twee groepen: de ene helft voert in maximaal 4 groepjes proef 3 uit en de andere helft in maximaal 4 groepjes proef 4. De leerlingen werken in viertallen. Proef 3 De leerlingen bekijken de etiketten van de producten die zijn meegenomen. Staat er een ingrediënt bij dat een microplastic is? (Zie de lijst op het werkblad van proef 3.) Vervolgens kiest een groepje een product uit waar op staat dat er een microplastic in zit en gaat onderzoeken of het eruit te filteren is. Als er nog tijd over is, kunnen ze ook nog een ander product kiezen. Ieder groepje kiest een ander merk product. Zorg dat minstens één groepje de scrub uit de leskist onderzoekt. De microbeads (de plastic korrels die in de filter achterblijven) kunnen met de phonoscoop / smartscope bekeken worden. Zorg er voor dat het lampje in de bovenste opening zit en dat het lampje naar beneden schijnt. Draai de objecttafel naar beneden met de grijze draaiknop. Zet het lampje aan (on). Knip een stukje koffiefilter met plastic korrels uit, zodat dit past op de objecttafel. Plaats een smartphone met de cameralens op de lens van de phonoscoop. Stel scherp door aan de grijze draaiknop te draaien. Maak een foto. Proef 4 De groepjes gaan ieder een eigen scrub maken. Er is keus uit toevoeging van een van de volgende 4 verschillende alternatieven voor microplastics: suiker, kokos, lijnzaad of couscous. De leerlingen volgen nauwkeurig het recept. Uiteindelijk worden er 4 scrubs gemaakt en testen de leerlingen welke het lekkerst of fijnst is. Nabespreking - 25 minuten Bespreek met de klas de resultaten en de vragen bij de proeven. Herhaal wat de gevolgen zijn als deze microplastics in het riool komen. De groepjes die de scrubs gemaakt hebben vertellen over de bereiding van de scrubs en wat ze van de scrubs vinden. Bekijk en bespreek met elkaar de verschillende scrubs. Laat de leerlingen de verschillende scrubs uitproberen. Daardoor ervaren ze de werking van de scrubs. Gelukkig zijn er steeds meer fabrikanten die stoppen met het toevoegen van microplastics in verzorgingsproducten. Daarom is het lastig om verzorgingsproducten te vinden die microplastics bevatten. Op http://www.beatthemicrobead.org staat een lijst met producten die nog wel microplastics bevatten. Je kunt ook de app downloaden op je smartphone. Toch zijn microplastics niet te voorkomen. Er komen namelijk ook microplastics in het water als synthetische kleding (fleece, acryl, nylon, polyester) wordt gewassen in de wasmachine. 14

Les 4: Linke soep Inleiding - 2 minuten In deze laatste les bundelen de leerlingen de informatie en leggen ze vast wat ze geleerd hebben. Hieraan voegen ze hun eigen handelingsperspectief toe. Ze kiezen een doelgroep uit waarvoor ze een poster gaan maken. Eventueel kunnen ze ook een folder maken die ze kunnen uitdelen aan de doelgroep. Doelen De leerlingen verwerken de informatie van de lessen tot een duidelijke poster. De leerlingen kunnen uitleggen waarom plasticsoep linke soep is. De leerlingen leren na te denken over hun handelingsperspectief. Voorbereiding - 5 minuten Leg de materialen klaar (grote vellen papier, schaar, lijm, stiften, foto s). Zet op de computers links naar filmpjes. Opdracht - 3 minuten In deze opdracht maak je een poster. Met deze poster wil je een doelgroep vertellen wat je geleerd hebt en wat er anders moet. Kies een doelgroep: Producenten Verkopers Consumenten Medeleerlingen Kies een boodschap: Producenten: geen microplastic meer in producten verwerken of geen plastic verpakkingen om producten heen. Verkopers: geen plastic zakken meer aanbieden, alleen alternatieven. Consumenten: kies bewust en let op je plastic-koop-gedrag: koop geen plastic verpakkingen / koop geen producten met microplastics. Medeleerlingen: Informeer leerlingen van andere klassen wat je geleerd hebt en wat ze anders zouden moeten doen. Je kunt een papieren poster maken, maar ook een digitale poster. Noem in ieder geval de woorden Plastic soep en Linke soep. Wat betekent link? De poster moet er aantrekkelijk uitzien en de boodschap moet duidelijk zijn. Verwerk er een handelingsperspectief in (wat moet de doelgroep doen om de plastic soep te voorkomen / verminderen?). Kern - 30 minuten De leerlingen gaan in groepjes aan de slag. Om aan meer informatie te komen kunnen ze de onderstaande filmpjes bekijken: http://www.schooltv.nl/video/plastic-soep-hoe-komt-plastic-in-onze-voedselketen-terecht/ http://plasticsoupfoundationjunior.org/plastic-soep/filmpjes/ http://tvblik.nl/het-klokhuis/plastic-en-dieren http://tvblik.nl/het-klokhuis/plastic-soep Presentatie - 30 minuten De leerlingen presenteren de posters. De rest van de klas geeft een oordeel. Is de doelgroep duidelijk? Is de boodschap duidelijk? Zit er een handelingsperspectief in? Is de poster aantrekkelijk? 15

Nabespreking / Evaluatie - 20 minuten Stel de volgende vragen aan de leerlingen: Wat vond je van deze lessen? Wat vind je het belangrijkste dat je geleerd hebt? Welke poster vind je sterk? Nu je dit allemaal weet over (bio)plastic, ga je dingen anders doen? Wat dan? Hoe dan? Het onderwerp kan veel vragen oproepen. Niet op alle vragen is makkelijk een antwoord te geven. Antwoorden op bijvoorbeeld de vraag Waarom zie je zo weinig verpakkingsmateriaal of producten van bioplastics? kan de leerkracht eerst doorspelen naar de andere leerlingen: Waardoor komt het denken jullie dat er nog zo weinig verpakkingsmateriaal of producten zijn van bioplastics? Mogelijke antwoorden: Het is nu nog duurder dan gewoon plastic. Misschien moeten er meer zetmeelproducten worden verbouwd als grondstof voor bioplastics. 16

Achtergrondinformatie Plastic is overal Er wordt van alles van gemaakt. Kleding, onderdelen van auto s, vliegtuigen en schepen. Maar ook flesjes, tassen en verpakkingsmateriaal. Het is naast staal, hout en steen één van de belangrijkste materialen die mensen gebruiken. Het is geen natuurlijk materiaal. Het is door de mens gemaakt. Wat is plastic? Alle stoffen bestaan uit moleculen. Moleculen zijn heel kleine deeltjes. Plastic bestaat uit kralenkettingen van moleculen. Deze noemen we ook wel polymeren. Poly betekent veel. Plastic soep Plastic soep is een uitdrukking die bedacht is door een Amerikaanse kapitein. Deze kapitein, Charles Moore, zeilde over de Grote Oceaan, tussen Hawaii en de Verenigde Staten. Hij ontdekte dat er een gebied was (zo groot als Frankrijk, Spanje en Portugal) midden in de oceaan, waar opvallend veel stukken plastic drijven. Hij schrok ervan om zo ver van de bewoonde wereld plastic flesjes te zien drijven. En tandenborstels, aanstekers, speelgoed, shampooflesjes... Je kon het zo gek niet bedenken of hij kwam het tegen. Meestal waren deze plastic spullen niet meer heel. Hij zag vooral kleine stukjes waarvan het onduidelijk was wat het geweest was. Wat we hier zien, zei hij toen, is eigenlijk een grote plastic soep. Denk aan de groentesoep thuis, water waar van alles in drijft, kleine en grotere stukjes groente. Daar lijkt het op. Nadat de kapitein de uitdrukking had bedacht, wordt deze nu in de hele wereld gebruikt als we het hebben over plastic in water. Het gaat dan niet alleen over de oceanen, maar ook over plastic in zeeën, meren, rivieren of grachten. Het plastic komt daar terecht doordat mensen plastic of kauwgom op straat of in de put gooien. Dat afval noemen we zwerfafval. Het plastic komt in riolen terecht en daarna in kanalen of rivieren en dan in zee en wordt het plastic soep. Het probleem van plastic is dat het niet vergaat. Daarom is de plastic soep zo groot. Wel valt plastic uit elkaar en gaan die kleine stukjes plastic in het water zweven. Dieren slikken die kleine stukjes plastic in en gaan dood want ze kunnen plastic niet verteren. Microplastics Microplastics zijn kleine deeltjes plastic. Ze komen gemakkelijk in het milieu terecht. Met name in zeeën en oceanen kunnen microplastics tot problemen leiden. Vissen slikken de deeltjes in. Hierdoor komen de microplastics in de voedselketen terecht. De deeltjes zijn afkomstig van slijtage van synthetische kleding tijdens wasbeurten maar worden ook toegevoegd aan scrubproducten, tandpasta en cosmetica. Een deel van de in het milieu aanwezige microplastics is afkomstig van zwerfafval: grotere stukken plastic afval slijten en vallen uiteen door golfslag en zonlicht. Aanduidingen voor microplastics op verpakkingen zijn polyethyleen (PE), polypropyleen (PP), polyethyleentereftalaat (PET), nylon of polyamide (PA), copolymeer, crosspolymeer, polyethyleenglycol (PEG) en polypropyleenglycol (PPG). Plastic recyclen Plastic is een mooi product met veel voordelen. Als het plastic maar niet als afval verdwijnt. Het afvalplastic moet opnieuw als grondstof kunnen worden ingezet. Dus de plastics moeten recyclebaar zijn. En al het plastic afval moet worden ingeleverd, zodat er geen plastic, samen met ander restafval, verbrand wordt of als zwerfafval in het milieu terechtkomt. Gelukkig kunnen uit de diverse soorten gewoon plastic een aantal soorten gehaald worden die opnieuw als grondstof kunnen dienen. Deze overblijvende soorten kunnen verwerkt worden tot plastic tuinpaaltjes, planken, tuinbanken, schuttingen e.d. 17

Bioplastic Zetmeel is een polymeer; het bestaat uit een ketting van suikerdeeltjes. Als je azijn toevoegt worden de moleculen uit elkaar gehaald. Wanneer je het water opwarmt, helpt de azijn om het zetmeel uit elkaar te halen en makkelijker lange ketens te vormen. Dat combineer je met de glycerol, die ervoor zorgt dat het plastic ook na het drogen soepel blijft. Overzicht bruikbare filmpjes: Filmpje over het ontstaan van aardolie Je hebt al geleerd dat het meeste plastic gemaakt wordt van aardolie. Maar wat is aardolie eigenlijk? In dit korte filmpje zie je hoe aardolie is ontstaan. Tijd: 1 minuut Link: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clippopup/20030623_aardolie02 Filmpje over de verwerking van aardolie In dit filmpje zie je hoe aardolie wordt verwerkt tot verschillende producten. Tijd: 1 minuut Link: http://www.schooltv.nl/share/wo_ntr_429252 18

Plasticsoep = linke soep! groep 7 en 8 leerlingenboekje naam:...

Werkblad 1 Hoe herken je zetmeel? Leestekst De meeste plastics worden gemaakt van aardolie. Aardolie is een grondstof die langzaam opraakt. Er zijn andere mogelijkheden om plastic te maken: bijvoorbeeld met zetmeel uit planten. Wat is zetmeel? Planten maken suiker uit kooldioxide, water en zonlicht. Suiker hebben ze nodig om te groeien. Om suiker te bewaren zet de plant suiker om in zetmeel. Zetmeel is een ketting van suikerdeeltjes. Zetmeel zit in veel producten. Zetmeel lost goed op in warm water. Er ontstaat dan een papje. Als het afkoelt, wordt het weer een beetje hard. Zetmeel wordt vaak als bindmiddel gebruikt in soepen en sauzen, en ook in drop. Zetmeel wordt ook gebruikt als grondstof in de lijm- en papierindustrie. Zetmeel is ook een belangrijke voedingsstof: je lichaam kan er weer suiker van maken en daar energie uit halen. Veel producten die je eet, bevatten zetmeel, bijvoorbeeld aardappelen, maïs en rijst. In dit proefje ga je onderzoeken in welke producten uit planten zetmeel aanwezig is. Je kunt er achter komen of er zetmeel in een product zit, door er jodium op te druppelen. Als er zetmeel in zit, kleurt het jodium donkerpaars! Volg de instructies op de opdrachtkaart. Daar zie je ook wat je nodig hebt. Soort product Kleurt het donkerpaars? Zetmeel ja/nee Bespreek met elkaar de volgende vragen. Vul daarna de antwoorden in. Kun je zien in welk voedingsmiddel het meeste zetmeel aanwezig is? Hoe zie je dat? In welke producten die in de klas verzameld zijn, zit ook veel zetmeel of suiker? Waarom is zetmeel geschikt om bijvoorbeeld lijm of plastic van te maken? 20

Werkblad 2 Kun je zelf bioplastic maken? Bij deze proef ga je zelf bioplastic proberen te maken. Bespreek met elkaar wie proef 2a, 2b, 2c en 2d doet. Pak de juiste opdrachtkaart erbij en volg de instructies. Op de kaart zie je ook wat je nodig hebt. Doe de proefjes na elkaar zodat je elkaars resultaten kunt zien. De volgende dag, als het plastic droog is, vergelijk je de verschillende plastics. Beschrijf plastic 2a. Gebruik bijvoorbeeld de volgende woorden: flexibel, dun, dik, brokkelig, ruw, doorzichtig. Of gebruik andere woorden. Bij proef 2b heb je 2x zo veel aardappelmeel toegevoegd. Welk effect heeft dit op het resultaat? Bij proef 2c voeg je geen glycerol toe. Is het resultaat anders? Waarom wordt glycerol toegevoegd in het recept voor bioplastic? Bij proef 2d voeg je geen azijn toe. Is het resultaat anders? Waarom wordt azijn toegevoegd in het recept voor bioplastic? Lees dit ook: Steeds meer fabrieken gaan beter met het milieu om. Ze proberen minder giftige stoffen te gebruiken. In Oosterhout staat een plasticfabriek. Ze maken op een bijzondere manier plastic. Ze gebruiken namelijk aardappelresten van patat- en chipsfabrieken om plastic te maken. Op deze manier slaan ze een twee vliegen in één klap. Het afval van de patatfabriek verdwijnt op een goede manier. Aardappels zijn niet giftig, dus die stoffen komen ook niet in de lucht terecht. Het belangrijkste voordeel van plastic maken van aardappelresten is dat het plastic afbreekbaar is. Dat wil zeggen dat wanneer je het plastic in de natuur zou gooien het binnen 6 maanden helemaal weg is. Het plastic is verteerbaar. Ook is het plastic minder erg voor dieren als ze het zouden eten. Natuurlijk moet je nog steeds geen plastic in de natuur gooien, want het blijft vervuiling. Vraag In welke afvalbak hoort het verpakkingsmateriaal gemaakt van bioplastic? Zet een rondje om het juiste antwoord. a Op de composthoop of in de GFT-bak b In de bak of zak voor plasticafval c In de grijze restafvalbak Wordt het bioplastic bij jou thuis goed gescheiden? 21

Werkblad 3 Microplastics Lees dit eerst Aan shampoo, gel, scrub of tandpasta worden soms kleine korrels plastic toegevoegd. Deze plastics worden microplastics genoemd, omdat ze zo klein zijn. Dit zijn voorbeelden van microplastics: polyethyleen (PE) polypropyleen (PP) polyethyleenterephtalaat (PET) nylon of polyamide (PA) copolymeer crosspolymeer polyethyleenglycol (PEG) polypropyleenglycol (PPG) Onderzoek in welke verzorgingsproducten plastic verwerkt is Kies een verzorgingsproduct. Lees de ingrediënten op de verpakking en vergelijk ze met het lijstje hierboven. Een loep kan handig zijn. Worden er microplastics genoemd als ingrediënt? Vul de eerste 3 kolommen van de tabel hieronder in. Microplastics zijn er in verschillende maten. De grootste worden microbeads genoemd. Microbeads zijn te herkennen als harde (witte) korrels zo groot als een zoutkorrel. Ze lossen niet op in water. De gaatjes in een koffiefilter zijn kleiner dan microbeads. Onderzoek met de filterproef of er microbeads in het verzorgingsproduct zitten. Volg de instructies op de opdrachtkaart. Daar zie je ook wat je nodig hebt. Vul daarna de laatste kolom van de tabel in. Soort product (gel, tandpasta, shampoo, scrub) Merk / Productnaam Microplastics JA/NEE (zie ingredientenlijst) Microbeads JA/NEE (filterproef) scrub Clearasyl Bekijk wat achtergebleven is in het filter onder de phonoscoop. Bespreek met elkaar de uitkomsten van jullie onderzoek. Wat betekent dit voor het milieu? Vul dan de antwoorden in. Werden alle microplastics tegengehouden door de koffiefilter? Wat gebeurt er met microplastics die we niet uit ons afvalwater (kunnen) filteren? Waarom zitten er microplastics in het product denk je? 22

Werkblad 4 Scrubs In de volgende proef ga je zelf een scrub maken. Volg de instructies op de opdrachtkaart. Daar zie je ook wat je nodig hebt. En dat je kunt kiezen uit een scrub gemaakt met lijnzaad, couscous, kokos of suiker. Bespreek na afloop met elkaar de volgende vragen. Vul dan de antwoorden in. Wat is volgens jou een scrub? Waarom gebruiken mensen scrub? Wat kun je toevoegen aan je recept om een schurend effect te krijgen? Smeer een beetje van de scrub op je handen. Wrijf het door je handen alsof je je handen wast. Spoel de scrub van je handen af. Hoe voelen je handen aan? Hoe ruiken je handen? 23

Opdracht 1 24

Opdracht 2a 25

Opdracht 2b 26

Opdracht 2c 27

Opdracht 2d 28

Opdracht 3 29

Opdracht 4