Strekt ter vervanging Voorstel 2011-135 Notitie muziekonderwijs nieuwe stijl in Peel en Maas Contouren van het geharmoniseerd en vernieuwd beleid muziekonderwijs in de gemeente Peel en Maas Inleiding Het samengaan van de voormalige gemeenten Helden, Kessel, Maasbree en Meijel in de nieuwe gemeente Peel en Maas maakt een harmonisatie van het beleid inzake muziekonderwijs noodzakelijk. Deze gelegenheid is tevens aangegrepen om te komen tot een vernieuwing van dit beleid, waarbij een verbetering en met name een verbreding van het muziekonderwijs is nagestreefd met een gelijktijdige vermindering van de kosten voor de gemeenschap. In deze notitie komen de volgende onderwerpen aan de orde: 1. Het tot stand komen van beleidscontouren op basis van dialoog 2. Huidige situatie beleid muziekonderwijs 3. Beleidskaders gemeenteraad Peel en Maas 4. Uitgangspunten muziekonderwijs in Peel en Maas 5. Visie op muziekonderwijs in Peel en Maas 6. Hoofdlijnen van muziekonderwijs in Peel en Maas 7. Financiële kaders 8. Overgangsregeling 1. Het tot stand komen van contouren op basis van dialoog a. Het initiatief om te komen tot een harmonisatie van het beleid inzake muziekonderwijs is genomen door het college van B en W. Het college heeft in het voorjaar van 2011 een eerste contourennotitie opgesteld, nadat de verschillen tussen de voormalige gemeenten in kaart waren gebracht. b. Alle organisaties van wie bekend was of verondersteld werd dat ze bemoeienis, belangen of interesse hebben bij het muziekonderwijs, zijn uitgenodigd voor een open gedachtewisseling over de eerste contouren die het college van B en W voor ogen stonden ten aanzien van het te voeren nieuwe beleid inzake muziekonderwijs. c. Na deze eerste bijeenkomst is de dialoog met en tussen partners in het muziekonderwijs intensief voortgezet, zowel gezamenlijk als bilateraal. Visies, belangen, onduidelijkheden, interpretaties en wrevelpunten zijn in alle openheid besproken. Op basis van deze open dialoog heeft het college van B en W zijn contourennotitie stap voor stap scherper uitgetekend. Allen en veel, zo niet alles, gehoord hebbende, geeft het college in deze notitie de definitieve contouren van het te voeren nieuwe beleid inzake het muziekonderwijs in de gemeente Peel en Maas. 1
d. Als afsluiting van het proces brengt het college een voorstel in de gemeenteraad om het nieuwe en geharmoniseerde beleid inzake muziekonderwijs in Peel en Maas vast te stellen. Tussentijds is de gemeenteraad via een raadsinformatiebrief en een informele bijeenkomst op de hoogte gesteld van de voortgang van het harmonisatie- en vernieuwingsproces. 2
2. Huidige situatie beleid muziekonderwijs Het beleid inzake muziekonderwijs van de vier voormalige gemeenten is in 2010 en 2011 gecontinueerd. In deze paragraaf wordt een korte aanduiding gegeven van dit beleid en de daarvoor beschikbare financiële middelen. a. In de voormalige gemeente Helden was de muziekopleiding als volgt georganiseerd: Algemene Muzikale Vorming in groepen 4 en 5 van alle basisscholen (Kreato) Instrumentale opleiding voor de jeugd via Kreato Cursussen voor volwassenen via Kreato Eigen bijdrage voor instrumentale opleiding in 2011: 211,00. Geen gesubsidieerde opleiding van verenigingen gemeentelijke subsidie in 2011: 324.780,-- b. In de voormalige gemeente Maasbree was de muziekopleiding als volgt georganiseerd: Algemene Muzikale Vorming in groep 4 van de basisscholen (KunstenCentrum Venlo) Aansluitend kunnen kinderen kiezen voor de cursus muziekexpress (KCV) Instrumentale opleiding voor de jeugd via KCV Cursussen voor volwassenen via KCV (beperkte mogelijkheden) Eigen bijdrage voor instrumentale opleiding in 2011: 339,00 (A opleiding) en 383,00 (B opleiding); het tarief voor beeldend is 215,00 en voor theater 330,00. Geen gesubsidieerde opleiding van verenigingen gemeentelijke subsidie in 2011: 127.122,-- (incl. 11.400 voor dans/musical en beeldend) c. In de voormalige gemeente Meijel was de muziekopleiding als volgt georganiseerd: Algemene Muzikale Vorming in groepen 4 en 5 via Kreato (school betaalt mee) Instrumentale opleiding voor de jeugd via Kreato Geen subsidie t.b.v. cursussen voor volwassenen Eigen bijdrage voor instrumentale opleiding in 2011: 304,00 Geen gesubsidieerde opleiding van verenigingen gemeentelijke subsidie in 2011: 37.653,-- d. In de voormalige gemeente Kessel was de muziekopleiding als volgt georganiseerd: Gesubsidieerde opleiding voor jeugdleden van verenigingen Blokfluit/slagwerkopleidingen subsidie per cursist van 140,00 Geen gesubsidieerde muziekschoolopleidingen gemeentelijke subsidie in 2011: 8.540 Op basis van de huidige afspraken was er een bedrag van 498.095 nodig voor het jaar 2011. Voor het jaar 2012 zou een bedrag van 507.950 benodigd zijn, wanneer de huidige afspraken voortgezet zou worden.. Op basis van een bezuiniging van 20 procent, is het uitgangspunt voor 2012 een beschikbaar bedrag voor muziekonderwijs van 406.344 3
3. Beleidskaders gemeenteraad Peel en Maas Het beleid inzake muziekonderwijs hoort bij het programmaonderdeel Kunst en Cultuur. Het eerste hoofddoel van dit programma is door de gemeenteraad als volgt omschreven: Alle inwoners zijn in de gelegenheid kennis te maken met, zich te verdiepen in en uiting te geven aan traditionele, diverse én innovatieve vormen van kunst en cultuur. Om dit doel te bereiken zijn op 10 november 2010 bij het vaststellen van de begroting 2011 drie uitvoeringsafspraken vastgelegd door de gemeenteraad van Peel en Maas, te weten: a. Brede deelname aan kunst en cultuur stimuleren voor iedereen; b. Stimuleren van culturele loopbaanontwikkeling voor alle jongeren (basis- en voortgezet onderwijs); c. Stimuleren van verbintenissen tussen cultuur, zorg, onderwijs en sport in samenwerking met professionele en niet-professionele organisaties in aansluiting op de ontwikkeling naar integrale kindcentra. 4
4. Uitgangspunten muziekonderwijs in Peel en Maas Mede in het licht van deze door de gemeenteraad bij de begrotingsbehandeling 2011 vastgestelde doelen en uitvoeringsafspraken, worden de volgende uitgangspunten gehanteerd voor het muziekonderwijs nieuwe stijl in Peel en Maas: a. Harmonisatie Het muziekonderwijs in Peel en Maas wordt overal hetzelfde geregeld. Tegelijk met de harmonisatie wordt een bezuiniging doorgevoerd van 20% Bij wijziging van subsidie wordt een overgangstermijn in acht genomen. b. Gericht op kinderen/jongeren De subsidie voor muziekonderwijs wordt ingezet voor kinderen. Muziekonderwijs maakt deel uit van de culturele loopbaan van het kind en de notitie tijd voor talent is hierbij van belang. Er wordt ingespeeld op de behoefte van het kind (diversiteit/vraaggericht). c. Toegankelijkheid Essentieel deel van het muziekonderwijs is gratis en richt zich op alle kinderen. Overige delen van het muziekonderwijs zijn laagdrempelig (betaalbaar). Het actief bezig zijn met muziek wordt gestimuleerd. d. Inbedding in sociale structuren Het gesubsidieerd muziekonderwijs vindt plaats binnen en buiten schooltijd. Het maakt deel uit van het educatief programma van de school. Het kan worden ingebed in het Integraal Kindcentrum/dagarrangementen. Het kan worden ingebed in het opleidingsprogramma van muziekverenigingen. e. Kwaliteit gegarandeerd De muzikale opleiding voldoet aan professionele eisen (geldt voor Algemene muzikale vorming en voor instrumentale vervolgopleidingen) Inzet van vrijwilligers gebeurt onder verantwoordelijkheid van beroepskracht (bij muzikale activiteiten in kader van naschoolse opvang hoeven dit geen muzikaal geschoolde beroepskrachten te zijn) 5. Visie op muziekonderwijs in Peel en Maas Muziek is een fundamenteel deel van onze cultuur en kan een grote rol spelen in de opvoeding van een kind. Muziek maken heeft een positieve uitwerking op de cognitieve vermogens van kinderen. Muziek leert kinderen op een natuurlijke en evenwichtige manier hun emoties uit te drukken en te communiceren met de omgeving. Muziek helpt het kind motorische, sociale, cognitieve en zintuiglijke vaardigheden op te bouwen. Muziek is een integraal deel van cultuureducatie. Behalve in de thuissituatie vindt deze binnen school plaats, buiten school (dagarrangementen) en binnen verenigingen/verbanden die daarbij al dan niet samenwerken met het onderwijs ter plaatse. 5
Hoofdlijnen van muziekonderwijs in Peel en Maas a. Drie trajecten In het beleid inzake muziekonderwijs wordt onderscheid gemaakt tussen drie trajecten: Traject 1: Algemene muzikale basisvorming: - is gericht op alle kinderen die het basisonderwijs volgen - gemeente stelt subsidie beschikbaar voor 2 jaar muzikale vorming - school voegt daar zelf extra middelen bij voor 1 jaar muzikale vorming - school stelt hiervoor het programma op en overlegt hierover met relevante partijen - in het programma worden toetsbare kwaliteitseisen opgenomen waaronder in elk geval de gangbare eindtermen AMV. Daarmee is verzekerd dat kinderen die daarvoor gemotiveerd zijn aan het eind van groep 5 de kennis en vaardigheden hebben om te kunnen instromen in het vervolgtraject (d.w.z. kunnen starten met IVM/blokfluitlessen dan wel met muzieklessen in traject 3) - er wordt geen financiële bijdrage gevraagd van de ouders van kinderen Traject 2: Verbreding en verdieping in kader van buitenschoolse activiteiten: - gericht op kinderen die naast het algemene basisprogramma hun muzikale vorming willen verbreden en verdiepen - deze activiteiten vinden plaats in kader van naschoolse activiteiten - school/scholen en hiervoor in aanmerking komende organisaties (bijvoorbeeld muziek- en zangverenigingen) stellen hiervoor samen een programma op - onderdeel van dit programma zijn de cursusactiviteiten die de tussenstap vormen tussen het AMV (traject 1) en het instrumentaal onderwijs (traject 3). Deze activiteiten voldoen aan de gangbare eindtermen voor het Instrumentaal Voorbereidend Muziekonderwijs (IVM) - het programma is er mede op gericht kinderen te enthousiasmeren voor het deelnemen in het vervolgtraject 3 (de instrumentale muzieklessen) en/of tot een actieve muziekbeoefening in verenigingsverband - er kan een geringe eigen financiële bijdrage worden gevraagd van ouders van kinderen die aan buitenschoolse activiteiten meedoen Traject 3: Muzieklessen verzorgd door gekwalificeerde docenten - gericht op jeugdigen tot 18 jaar die muziekles krijgen van gekwalificeerde docenten - de muziekles is gericht op het behalen van in de muziekwereld erkende diploma s of van een daarmee gelijk te stellen niveau van muziekbeoefening. Ook worden leerlingen gestimuleerd tot een actieve muziekcarrière in verenigingsverband dan wel anderszins (in een ensemble, in een popbandje, als solist enz.) - er wordt een substantiële eigen bijdrage gevraagd van (ouders van) jeugdigen De voor de verschillende trajecten geldende prestatie-eisen worden vastgelegd in een prestatieen verantwoordingscontract. Het naleven daarvan wordt als voorwaarde opgenomen in de subsidiebeschikking. Jaarlijks vindt in de maand mei een evaluatie plaats met het veld. De uitkomsten daarvan zijn mede richtinggevend voor de invulling in het volgende schooljaar. De resultaten van de jaarlijks evaluatie worden ter kennis gebracht van de gemeenteraad. 6
b. Algemene muzikale basisvorming voor alle kinderen (traject 1) 1. In zijn schoolloopbaan krijgt ieder kind drie jaar algemene muzikale vorming: eerste kennismaking met actieve muziekbeoefening, muziekbeleving, zingen, muziekoriëntatie, muziekgeschiedenis, leren luisteren, leren muziek te waarderen, invloed van muziek, kennismaking met alle vormen van muziek. 1 Ieder kind krijgt tijdens zijn schoolloopbaan drie jaar langs gratis muziekonderwijs/cultuureducatie. Met deze algemene basisvorming wordt een stevige basis gelegd waarop door kinderen die daarvoor kiezen een verbreding en verdieping in muziek/cultuureducatie kan plaatsvinden. 2. De gemeente stelt daarvoor jaarlijks een subsidie beschikbaar van maximaal 97.600 (prijspeil 2012) waarbij de norm wordt gesteld dat 1 uur AMV (= 45 minuten) gerealiseerd moet worden voor de kostprijs van maximaal 58,-- (gebaseerd op kosten die in 2011 door laagste aanbieder in rekening zijn gebracht voor het verzorgen van AMV-lessen). 3. De gemeente geeft subsidie voor algemene muzikale vorming gedurende twee schooljaren. Aan de subsidie die de gemeente verstrekt, voegt de school uit eigen middelen 50% toe voor muziekonderwijs in de brede zin van het woord (inclusief b.v. dans, drama, beeldend) waaraan alle kinderen tijdens hun schoolloopbaan een jaar lang deelnemen. In totaal krijgt ieder kind derhalve drie jaar algemene muzikale vorming. 4. De school kan zelf de jaargroepen kiezen en stelt zelf haar muziekprogramma op en bepaalt zelf waar en wanneer de activiteiten binnen het programma van de school plaatsvinden. Bij goede onderbouwing en vergelijkbare resultaten staat het de school vrij om het drie-jarig programma uit te smeren over de gehele schoolloopbaan van het kind. De gekozen invulling moet met een degelijk en deugdelijk beargumenteerd leerplan worden onderbouwd, dat ter medefinanciering aan het college wordt aangeboden. 5. Wat betreft traject 1 van het muziekonderwijs heeft de school de regie. De school moet ter verkrijging van gemeentelijke subsidie een leerplan overleggen waarin concrete doelen worden benoemd en waaruit blijkt dat er sprake is van een aanwijsbare uitbreiding van het muziekonderwijs dat in het regulier onderwijs gebruikelijk is. De school is verantwoordelijk voor de opstelling en uitvoering van dit leerplan/programma: zij is degene die door de gemeente hierover aangesproken kan worden. Over dit programma/plan en over de te bereiken resultaten en kwaliteiten moet vooraf overleg plaats vinden met organisaties die belang hebben bij muzikale verbredings- en verdiepingstrajecten (bij voorbeeld blokfluitles en/of instrumentaal muziekonderwijs). Behalve over de inhoud en opzet van het te geven muziekonderwijs geeft dit programma inzicht in de wijze waarop met relevante partijen buiten school overleg is gevoerd over dit programma. 2 6. De plannen worden vóór 1 april voorafgaande aan het schooljaar ingediend. 1 Muziekonderwijs moet in dit voorstel breed opgevat worden. Het kan ook betrekking hebben op al dan niet muzikaal ondersteunde vormen van drama, toneel en andere vormen van expressie. De partners hebben hierin enige vrijheid. De gekozen invulling moet wel met een degelijk en deugdelijk beargumenteerd plan/programma worden onderbouwd. 2 Het initiatief voor dit overleg over het muziekprogramma dient uit te gaan van bedoelde organisaties; deze moeten bij de schoolorganisatie(s) kenbaar maken dat ze overleg willen over het muziekprogramma. 7
c. Verbreding en verdieping in kader van buitenschoolse activiteiten (traject 2) 1. Een aantal kinderen zal na of tijdens de algemene basisvorming kiezen voor een verbreding en verdieping. Dat kan plaats vinden in het kader van buitenschoolse activiteiten. Wat betreft deze muzikale verbreding en verdieping in het kader van buitenschoolse activiteiten wordt aangesloten bij de ontwikkeling rond het integrale kindcentrum. In dit kader kunnen allerlei vormen van samenwerking worden opgezet met betrokkenheid van ouders, groepen en verenigingen in dorp/wijk. De organisatie en ondersteuning van dergelijke samenwerkingsvormen kan mogelijk voor een deel gefaciliteerd worden door de regeling betreffende de combinatiefunctionarissen die door de gemeente nog nader ingevuld moet worden en die zich naast de sportsector ook uitstrekt tot de sector van kunst en cultuur. 2. De gemeente stelt voor de verbreding en verdieping in het kader van buitenschoolse activiteiten jaarlijks een subsidie beschikbaar van maximaal 48.200 (prijspeil 2012). 3. Omwille van het doorlopen van leerlijnen is het van belang dat de school bij activiteiten in het kader van het integrale kindcentrum een spilfunctie vervult, maar de betrokkenheid en deelname van (groepen) ouders en andere organisaties in de wijk of het dorp zijn daarbij eveneens nodig. Van belang is dat er per kern/wijk of schoolvoedingsgebied een samenwerkingsverband van partners en ouders wordt gevormd die in samenspraak en samenwerking een plan opzetten ter verbreding en verdieping van de muzikale vorming van kinderen/jeugdigen die hierin interesse hebben als aanvulling op de algemene basisvorming. Partijen kunnen niet worden buitengesloten bij het opzetten van het plan. De basisscholen zijn steeds een deelnemende partij. Het consortium van deelnemende partijen vraagt subsidie aan en wijst een penvoerder/brievenbus aan voor het ontvangen van de subsidiegelden. 4. Dergelijke verbredings- en verdiepingsplannen worden door de samenwerkingspartners gezamenlijk ondertekend en ingediend voor 1 april voorafgaand aan het schooljaar en bevatten naast een omschrijving van de inhoud van de op te zetten activiteiten een specificatie van de kosten, alsmede de dekking van deze kosten (gebruik van gemeentelijke bijdrage en de bijdrage die daarnaast nog van de ouders wordt gevraagd). De intentie van de gemeente is om deze activiteiten laagdrempelig te houden, opdat alle kinderen die hierin interesse hebben aan deze muzikale verdiepingsactiviteiten kunnen deelnemen. 5. De buitenschoolse activiteiten kunnen het karakter hebben van een in tijdsomvang beperkte kennismaking met muzikale uitingsvormen. Het is evenwel ook mogelijk dat de muzikale verdieping zich uitstrekt over het gehele jaar (bijvoorbeeld een jaar lang blokfluitles of zangles in het kader van buitenschoolse activiteiten). 6. De blokfluitles (Instrumentaal Voorbereidend Muziekonderwijs) is een opleiding voor de duur van een jaar, waar wekelijks les wordt gegeven aan een groep. Deze les wordt doorgaans gegeven door een professional. De cursus kan worden gegeven aan kinderen als onderdeel van opleiding A en vindt bij voorkeur plaats in de naschoolse tijd. Als ouders, verenigingen en school daar gezamenlijk voor kiezen kan een deel van het subsidie voor traject 2 ingezet worden ter bekostiging van dit IVM (de blokfluitles). Het ligt evenwel in de rede hiervoor ook een toereikende eigen bijdrage te vragen van de ouders. 7. Aan deze buitenschoolse activiteiten worden nadrukkelijk geen professionele normen opgelegd om in aanmerking te komen voor subsidiëring in het kader van het beleid inzake 8
muziekonderwijs. Het gaat om kennismakingsactiviteiten en/of om eerste voorbereidende lessen die verzorgd kunnen worden door vrijwilligers die al dan niet verbonden zijn aan muziekverenigingen. De aansturing van eventuele vrijwilligers gebeurt door professionals die beroepsmatig betrokken zijn bij naschoolse activiteiten. Dat hoeven derhalve niet per se mensen te zijn die gekwalificeerd zijn op het terrein van muziek. 8. Omdat de gemeente de ontwikkeling van het integrale kindcentrum wil bevorderen, wordt bepaald dat betrokkenheid van de school een vereiste is om in aanmerking te komen voor subsidiëring door de gemeente. De school kan evenwel niet in haar eentje een subsidiabel programma van buitenschoolse muziekactiviteiten opstellen; er moet minimaal een en liever enkele muzikale verenigingen of groepen ouders uit de betreffende wijk/dorp concreet participeren aan de organisatie van deze buitenschoolse muzikale activiteiten. Ter verkrijging van gemeentelijke subsidie moet een gezamenlijk plan worden ingediend, waarbij aangegeven wordt wie als penvoeder en subsidiekanaal fungeert. 9. In het geval dat het aantal deelnemende kinderen voor de muzikale verdieping in het kader van buitenschoolse activiteiten per schoolomgeving te klein is om een plaatselijke cursus aan te bieden, kan samenwerking worden gezocht bij een dorp/wijk in de buurt. 9
d. Muzieklessen verzorgd door gekwalificeerde docenten(traject 3) 1. Naast de algemene basisvorming voor alle kinderen (in schoolprogramma) en naast een eerste muzikale verbreding/verdieping (via laagdrempelige groepsactiviteiten in kader van buitenschoolse opvang) kunnen kinderen/jongeren tot 18 jaar individueel of in groepsverband muzieklessen volgen die leiden tot de certificering A, B, C en D of kwalificaties van gelijke strekking. 2. De gemeente stelt voor muzieklessen jaarlijks een subsidie beschikbaar van maximaal 260.544 (prijspeil 2012). 3. Om jaarlijkse schommelingen in het aantal gesubsidieerde cursussen te voorkomen, wordt een schommelfonds ingesteld waardoor eventuele overschotten en tekorten van jaar tot jaar mogelijk kunnen worden opgevangen. Daarmee wordt de kans verkleind dat gewerkt moet worden met wachtlijsten. 4. De subsidie voor de kosten van huisvesting/huur is onderdeel van de totale subsidiëring. 5. Om in aanmerking te komen voor deze subsidie gelden de volgende voorwaarden: a. Niet-commerciële instellingen kunnen subsidie aanvragen voor het aanbieden van muzieklessen in de brede zin van het woord. b. Het gaat om de muziekleerling die als amateur muziekonderwijs (instrumentaal of vocaal) volgt, die bij aanvang van het cursusjaar (1 september) jonger is dan 18 jaar en die ingeschreven staat bij de basisadministratie van de gemeente Peel en Maas. c. Het muziekonderwijs wordt gegeven door een erkende muziekschool dan wel door een erkende docent Muziek. Per cursusjaar kan een subsidie worden toegekend voor het volgen van muziekonderwijs bij één instelling of één docent voor ten hoogste één instrument. De lessen, alsmede de organisatie en dienstverlening moeten aan bepaalde omvang en kwaliteitseisen voldoen, opdat de gemeente weet dat de ter beschikking gestelde middelen goed worden ingezet en de ouders en leerlingen weten dat hun bijdrage in de muzieklessen goed is besteed. (Er moet door gekwalificeerde docenten opgeleid worden voor kennis en vaardigheden die vergelijkbaar zijn met de diploma s A, B, C, of D, in een tijdsomvang die op jaarbasis gelijk staat aan 40 x 15 minuten les). 6. Er geldt een subsidieplafond. Als daardoor een wachtlijst moet worden aangelegd, hebben cursisten die al bezig zijn met een opleiding voorrang op beginnende cursisten. 7. De eigen bijdrage voor het standaardpakket bedraagt maximaal 250 per jaar per cursus zoals omschreven in punt d5. Het staat aanbieders vrij om met ouders/jeugdigen nadere afspraken te maken over een hogere eigen bijdrage bij muzieklessen die het standaardaanbod overstijgen. 8. Het staat de aanbieders vrij om in overleg met ouders te bepalen op welke wijze de lessen worden gegeven (individueel of in groepsverband). 10
7. Financiële kaders. Het in paragraaf 6 geschetste programma van muziekonderwijs vergt van de gemeente een jaarlijkse investering van maximaal 406.344- (prijspeil 2012). De financiële inbreng vanuit onderwijs en ouders is hier buiten beschouwing gelaten. 3 Ook de kosten van de eventueel beschikbaar te stellen (gedeeltelijke) combinatiefunctionaris blijven buiten beschouwing. traject 1: algemene muzikale vorming algemene muzikale vorming in twee jaargroepen (een AMV lesuur duurt 45 minuten en vergt per groep een jaarbedrag van maximaal 2.381) De bijdrage AMV voor een combinatieklas is de helft van de bijdrage voor een gewone klas. Het benodigde budget is 97.621 voor 41 klassen. 1 jaargroep muzikale vorming in de brede zin van het woord die als matching gefinancierd moet worden door het onderwijs = 50% van de gemeentelijke bijdrage 97.600 p.m. Per schoolcarrière wordt aan een kind 120 lesuren algemene muzikale vorming gegeven. traject 2: verdieping in kader van buitenschoolse activiteiten Op te zetten als naschoolse activiteit voor alleen die kinderen die hiervoor kiezen; beschikbaar bedrag berekenen op basis van totaal aantal leerlingen per school; voor alle basisscholen in Peel en Maas gaat het om 3.854 leerlingen x 12,50,-- = 48.175. Dit bedrag per leerling is alleen een rekeneenheid om beschikbaar gestelde geld eerlijk te verdelen per kindomgeving; de gemeentelijke subsidie is bedoeld om de financiële drempel voor deelname zo laag mogelijk te houden; de in te dienen plannen worden hierop mede beoordeeld. 48.200 traject 3: muzieklessen van gekwalificeerde docenten Per cursist is een gemeentelijke subsidie beschikbaar van maximaal 460,-- op jaarbasis. Er wordt gerekend met maximaal 566 cursisten. Dit bedrag geldt als het subsidieplafond voor dit onderdeel. Als er meer leerlingen komen wordt een wachtlijst gehanteerd en/of het subsidiebedrag per leerling in het navolgende jaar aangepast. Dit bedrag is inclusief eventuele huurkosten van ruimtes. De maximale eigen bijdrage van ouders voor het basispakket is 250 Om jaarlijkse schommelingen op te vangen, wordt een schommelfonds ingesteld. 260.544 totaal 406.344 3 Hetgeen vanuit de gemeente verwacht wordt van de partners wordt wel verwoord in bovenstaande tabel, maar de daarmee gepaard gaande financiële inbreng van anderen is niet ten volle in het schema verwerkt. 11
8.. Overgangsregeling a. Met alle organisaties die thans subsidie ontvangen in het kader van muziekonderwijs is overleg gevoerd over de wijze waarop en het tempo waarin het nieuwe muziekonderwijsbeleid wordt geëffectueerd. De betrokken partijen hebben ermee ingestemd dat gedurende een overgangsperiode van 2,5 jaar voor alle onderdelen een gezamenlijke inspanning wordt geleverd om organisaties met wie de gemeente thans een subsidierelatie heeft in het kader van het muziekonderwijs, tijd en ruimte te geven zich op de nieuwe situatie in te stellen. b. Ten aanzien van de overgangsperiode wordt het volgende bepaald: Ten aanzien van alle trajecten geldt, dat bij de subsidieverlening vanaf schooljaar 2012/2013 het schooljaar als subsidiejaar wordt gehanteerd. Ten aanzien van traject 1 gaat de nieuwe subsidieregeling in per 1 januari 2012. Tot en met het schooljaar 2013/2014 geldt ten aanzien van het gehele door de gemeente beschikbaar gestelde subsidiebedrag de afspraak om de lessen Amv te laten verzorgen door Kreato en KCV conform de door de school bepaalde leerplannen. Vanaf schooljaar 2014/2015 is de school vrij in de keuze van de aanbieder en vrij in de keuze van de docenten. Voor het gedeelte dat niet gesubsidieerd wordt door de gemeente, zijn de basisscholen reeds vanaf 1 januari 2012 vrij in het kiezen van aanbieders. Ten aanzien van traject 2 zijn partijen met in acht neming van het dienaangaande bepaalde vrij om activiteiten te plannen vanaf januari 2012. Voor zover deze activiteiten begeleiding vergen van gekwalificeerde muziekdocenten geldt voor de periode januari 2012 tot en met schooljaar 2013/2014 de inspanningsafspraak, dat de medewerkers van de huidige muziekaanbieders worden aangetrokken. Dit geldt met name voor de eventuele blokfluitlessen die gegeven worden door gekwalificeerde muziekdocenten. Betrokken partijen treffen hiervoor in onderling overleg een regeling, in zoverre het eventueel wegvallen van het geven van deze blokfluitlessen niet opgevangen kan worden door afspraken over de uitvoering van activiteiten in het kader van traject 1. Ten aanzien van traject 3 wordt de nieuwe geharmoniseerde regeling geëffectueerd met ingang van het schooljaar 2012/2013. Voor het schooljaar 2011/2012 gelden de regelingen zoals die van kracht waren in de voormalige gemeenten. Voor de schooljaren 2012/2013 en 2013/2014 wordt de gemeentelijke bijdrage in de kosten van muzieklessen alleen verstrekt voor muziekonderwijs dat verzorgd wordt door Kreato, het Kunstencentrum Venlo of de Kesselse muziekvereniging. De gemeentelijke bijdrage geldt voor standaardopleidingen (= opleiding voor diploma s A, B, C of D in tijdsomvang van 40 weken van 15 minuten per jaar voor in totaal maximaal 9 jaar: 3 jaar A en B; C en D elk 2 jaar. Opleidingen die hiermee kwalitatief en kwantitatief vergelijkbaar zijn, zijn eveneens subsidiabel). Met ingang van het schooljaar 2014/2015 wordt de bevoorrechte positie van de huidige aanbieders losgelaten en zijn cursisten vrij om ook lessen te volgen bij andere aanbieders (deze moeten uiteraard wel voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen en overige voorwaarden). 12
Rekening houdend met de tot nu toe bestaande situatie in de voormalige gemeente Kessel wordt voor de duur van de overgangsperiode bepaald dat kinderen/jeugdigen uit de voormalige gemeente Kessel als ze daar voor kiezen zich eerst kunnen vervoegen bij de Kesselse muziekvereniging voor het volgen van muzieklessen. Als ze hiervoor niet kiezen of als deze vereniging de cursus van het gewenste instrument niet aanbiedt, kan er ingeschreven worden bij Kreato of het Kunstencentrum. c. Met in achtneming van het hiervoor gestelde wordt de nieuwe regeling ingevoerd per 1 januari 2012, onder voorbehoud dat de raad instemt met de kadernota muziekonderwijs. Aldus vastgesteld in de vergadering van het College van B en W op 15 november 2011. Burgemeester en wethouders van Peel en Maas De gemeentesecretaris/directeur Drs. H. Mensink de burgemeester W.J.G. Delissen- van Tongerlo 13