Managementsamenvatting



Vergelijkbare documenten
HANZEHOGESCHOOL GRONINGEN

HAN DUURZAAM. Focus bedrijfsvoering Accent EnergieEfficientyPlan EEP. Presentatie 31januari 2013 voor Surf door Wim van Pelt

HANZEHOGESCHOOL GRONINGEN

31/03/ :32:39 Hanzehogeschool Groningen

HANZEHOGESCHOOL GRONINGEN

CO 2 Voortgangsrapportage Kwartaal 3 en 4. Akkoord Directie:

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015

MJA-Sectorrapport 2012 Wetenschappelijk onderwijs

Klimaat Voetafdruk Hogeschool Leiden

Milieubarometerrapport 2016

Energie Jaarverslag 2013 Hanzehogeschool Groningen

Milieubarometerrapport 2017

HANZEHOGESCHOOL GRONINGEN

Milieubarometerrapport 2014

CO2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2018

Milieubarometerrapport 2015

Milieubarometerrapport 2014 (2014 mei t/m dec)

Zonder investeren besparen 10 tips en vragen voor de facilitair manager

Groene bedrijfsvoering

CO2-reductieplan. Samen zorgen voor minder CO2. Rapportage M

HANZEHOGESCHOOL GRONINGEN

Rapportage Energiebus

CO 2 footprint tussenrapportage e half jaar

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013

15/04/ :59:49 Hanzehogeschool Groningen

Op weg naar CO 2 -neutrale huisvesting voor Hoger Onderwijs in Routekaarten beschrijven hoe we deze opgave gaan realiseren

Periodieke rapportage eerste helft 2018

Milieubarometerrapport 2013

CO2-reductieplan 2015

Milieubarometerrapport 2015

Voortgangsrapportage 2013 scope 1 en 2

Duurzaam contractmanagement

Milieubarometerrapport 2011

Compensatie CO 2 - emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2012

Aanleiding. Datum : 6 maart 2014

Energiezorgplan Van Dorp installaties bv Versie 3.0 (Summary)

Externe publicatie CO2 Prestatieladder

2016/ Ketenanalyse Papier. Rapportage: KAP 2017 Datum: Opgesteld door: Monique Harmsen Versie: 1.3

Figuur 1: impressie Rabobank Dommelstreek te Geldrop. Figuur 2: uitleg ontwerpconcept oorwarmers

Milieubarometer

Milieubarometerrapport 2012

MJA-Sectorrapport 2013 Wetenschappelijk onderwijs

F (zie toelichting in bijlage)

4 Energiebesparingsadvies

CO2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2017

Milieubarometerrapport 2017

Periodieke rapportage eerste helft 2017

CARBON FOOTPRINT 2015 Hogeschool Utrecht 3 MAART 2016

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van Automaten. Versie 8 april 2015

Voortgangsrapportage Carbon Footprint 1 e helft 2018

Milieubarometerrapport 2012

Deel 1 Bedrijfsbeleid en organisatie Versie:1 Status: definitief Hoofdstuk F MVO en CO2 prestatieladder Pagina 1 van 5 Datum: 30 januari 2015

Milieubarometer

Edwin Waelput Tempas Bouwmanagement bv Breda DuurSaam cooperatie ua

3.C.1 Voortgangsrapportage CO2 over het jaar 2018

CO 2 Voortgangsrapportage Kwartaal 1 en 2. Akkoord Directie:

Energieneutraal via de Passief bouwen route

Periodieke rapportage tweede helft 2017

Search CO2 footprint. Rapportage

Evaluatie Convenant Duurzaam Zoetermeer en Energiescan

De cijfers worden in GJ (GigaJoule) uitgedrukt. Dit is de eenheid van Warmte. Ter vergelijk, 1 GJ komt overeen met 278 kwh of +/- 32 m3 gas.

Daar waar van belang zullen de gegevens van beide metingen met elkaar worden vergeleken. Achtereenvolgens worden de volgende onderwerpen behandeld:

Cursus energiebesparing bij de dorpshuizen in Tytsjerksteradiel

A (zie toelichting in bijlage)

31/03/ :02:30 Hanzehogeschool Groningen

CARBON FOOTPRINT 2014

MJA-Sectorrapport 2012 Textielservicebedrijven

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1

Energie Beoordeling Co2 reductie

Ketenanalyse Papier. Rapportage: KAP 2015 Datum: 21 augustus 2015 Opgesteld door: Rick Arts Versie: 1.1

CO2 prestatieladder niveau 5

Milieubarometerrapport 2014

(Interne) Energieaudit (-verslag) & Directiebeoordeling

CO2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2016

Energienota

Meer wooncomfort. en minder energieverbruik door een warmtepomp. voltalimburg.nl/warmtepomp

Energiezorgplan Van Dorp CO 2 Prestatieladder. Versie 4.0

CO2 Prestatieladder Voortgangs rapportage e half jaar

Energiemanagement CO 2 -prestatie

Milieubarometerrapport 2018

Milieubarometerrapport 2016

Voortgangsrapportage emissies scope 1, 2 en 3. Monitoring doelstellingen 2015 scope 1 en 2

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

CO2-reductieplan 2015

Energie en emissiebeleid

W & M de Kuiper Holding

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van Automaten Versie 26 januari 2016

Voortgangsrapportage scope 1 en 2 analyse eerste halfjaar 2014

MJA-Sectorrapport 2015 Wetenschappelijk onderwijs. Beste energiebesparingsproject 2015 Gebouw Helix, TU Eindhoven

Energiebeoordeling. Batenburg Energietechniek 1 januari 2018 t/m 31 december 2018

Voortgangsrapportage. Scope 1 en 2 CO2 emissies. Eerste halfjaar 2013

Milieubarometerrapport 2017

Wie zijn wij? Van 0-meting tot haalbare business case. Programma. De methode. Meten van duurzaamheid. Heldere kijk op duurzaamheid.

Milieubarometerrapport 2014

CO 2 Voortgangsrapportage 2016 Prins Bouw B.V.

edup 2015 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn januari 2016

Inhoud. Pagina 2 van 7

CO-2 Rapportage Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

Winst en comfort uit duurzaamheid. Bouw op onze kennis

Milieubarometerrapport 2012

Transcriptie:

Managementsamenvatting De Hanzehogeschool heeft zicht gecommitteerd aan het MJA-3 convenant. Deze EEP-rapportage is een opvolging van de EEP-rapportage 2009 en dient voor de termijn 2013-2016. De maatregelen uit de EEP 2009 zijn voor een deel uitgevoerd en hebben nog niet de geplande besparing bereikt. In de EEP 2009 heeft qua energieverbruik alleen betrekking op de kooppanden. De huurpanden zijn destijds buiten beschouwing gehouden omdat hier de invloed op het energieverbruik moeilijker is. In de EEP 2009 is bepaald dat van de huurpanden wel een energieprestatie adviesrapportage zou worden opgesteld. Dit is nog niet uitgevoerd en zal in deze EEP-periode worden uitgevoerd. Momenteel zijn er een aantal renovaties en/of maatregelen in uitvoering dan wel in voorbereiding om uitgevoerd te worden. Deze rapportage geeft aan wat er aan besparing is gerealiseerd in de periode 2009-2012. Daarnaast wordt het proces weergegeven van de opleiding tot en met de keten. Voor de horizon 2013-2016 wordt een overzicht gegeven van de te nemen maatregelen om de afgesproken besparing op energie (2% per jaar) te realiseren. EEP-maatregelen gaan gepaard met investeringen en opbrengsten. Per maatregel is de eenvoudige terugverdientijd berekend, oftewel de investering gedeeld door de besparing. Vervolgens zijn deze maatregelen gecategoriseerd in een drietal groepen; - Terugverdientijd 0-6 jaar; - Terugverdientijd 5-10 jaar; - Terugverdientijd 10 jaar en langer. Tevens is in de categorisering weergegeven wat de reeds gerealiseerd besparing is en wat de reeds in (geplande) uitvoering zijnde werken voor besparing opleveren. Omschrijving maatregelen De diverse maatregelen zijn verdeeld in een aantal categorieën; te weten: - Input studenten en medewerkers (change), bevorderen energiebesparend gedrag onder personeel en studenten; - Actualiseren maatregelen EEP 2009, de niet uitgevoerde maatregelen uit de vorige periode; - Renovaties, de te nemen maatregelen bij op stapel staande renovaties; - Ketenmaatregelen, maatregelen die wel een CO2 besparing tot gevolg hebben maar niet direct terug te zien zijn in het energiegebruik van de Hanzehogeschool (bv. groene stroom); - Aanvullende EEP-maatregelen technisch, technische maatregelen om energie te besparen. De maatregelen uit het Change-programma vergen veel organisatorische inspanningen. De uiteindelijk beoogde besparing wordt pas in 2016 verwacht. Het Change programma is een energiebesparingsprogramma, energie sparen door middel van gedragsverandering, die afgelopen jaren bij Duitse hogescholen en universiteiten is uitgevoerd onder begeleiding van de Universiteit Bochum en De Hochschul-Informations-System (HIS) te Hannover. Door de Rijks Universiteit Groningen (RUG) en de Hanzehogeschool (HG) is met het HIS afgesproken dat van het ontwikkeld materiaal en van de opgedane ervaringen gebruik kan worden gemaakt. In 2

2013 zal het Change programma, zoals het er nu naar uit ziet, door de TU Braunschweig verder worden "uitgerold". De HG heeft in overleg met het HIS zich hiervoor aangemeld. Maatregelen in relatie tot MJA-3 In 2009 is de Hanzehogeschool (HG) het MJA3 convenant aangegaan. Vanaf 2010 zijn de eerste energiebesparende maatregelen ingevoerd. Op dit moment loopt de HG achter op de doelstelling (2% besparing per jaar). Om in 2016 bij te zijn moet er ca. 18 Terajoule (TJ) aan energie bespaard worden t.o.v. het jaar 2009, oftewel een besparing van 14%. Tot het jaar 2011 is hiervan totaal 4,5 TJ bespaard (3,7%). De maatregelen welke op dit moment in uitvoering zijn of in voorbereiding zijn leveren totaal een besparing op van 0,5 TJ (0,4%). Onderdeel van deze besparing is het uitbreiden van de ventilatie in het gebouw van Doorenveste. Dit is een zogenaamde ontsparende maatregel omdat deze comfort verhogende maatregel meer energie kost en dus ook een negatieve terugverdientijd veroorzaakt. Er zal dus meer energie bespaard moeten worden dan voordat deze maatregel ingevoerd werd. De maatregelen met een TVT van 0-6 jaar leveren een besparing op van ca. 12,1 TJ (10,2%). De betreffende maatregelen hebben een geprognotiseerde oplevering van 2012 tot 2016. De maatregelen met een TVT van 6-10 jaar vergen nadere (financiële) beschouwing. Met deze maatregelen wordt ca. 1,4 TJ (1,2%) bespaart. De maatregelen met een TVT van 10 jaar of langer betreffen met name grote ingrepen, bouwkundig dan wel technisch. Een aantal van deze maatregelen geven comfort verhogende resultaten. Met deze maatregelen kan totaal een besparing van 6,1 TJ (5,2%) worden bereikt. Effecten energiebesparende maatregelen samengevat: Maatregelen investering Invest.MJA besparing primaire energie TJ Bijdrage t.o.v. 2009 1. reeds uitgevoerd (zie energiejaarverslag) 4,5 3,7% N.v.t. doelstelling t.o.v. 2011 2. in uitvoering/planning (PE) 1.235.333 140.804 0,5 0,4% 0,4% 3. terugverdientijd < 6 jaar (cat. A, PE+KE) 487.900 322.900 12,1 9,9% 10,2% 4. terugverdientijd 6 t/m 10 jaar (cat.b, KE+PE) 181.200 161.200 1,4 1,2% 1,2% 5. Terugverdientijd > 10 jaar (cat.c, PE+KE) 5.820.435 3.336.435 6,1 5,0% 5,2% Totaal t.o.v. 2009 24,7 20,1% Totaal t.o.v. 2011 7.724.868 3.961.339 20,2 17% De maatregelen met een terugverdientijd < 10 jaar plus het isoleren van de gevel gebouw F Zernikeplein 1 (maatregel 41) worden uitgevoerd in de periode tot 2016. Dit levert een besparing op van 11,8%. Hiermee wordt de beoogde besparing van 8% gehaald. De totale besparing t.o.v. 2009, dus inclusief de reeds vanaf 2010 getroffen maatregelen is 15,2%. Waarmee de in 2016 te behalen doelstelling van ca. 14% wordt behaald. In de maatregelen met een TVT <6 jaar zitten ook ketenmaatregelen. Deze zullen niet als besparing terug te zien zijn op de energienota s. 3

Inhoudsopgave Managementsamenvatting... 2 2. Context EEP... 7 2.1 Algemeen... 7 2.2 Inhoudelijke beschouwing... 8 2.3 ETS ronde 2013 2016... 8 3. Energiezorg... 9 3.1 Stand van zaken... 9 3.2 Wijze van energiemonitoring en organisatie... 9 3.3 Budget en menskracht... 9 4. Beschrijving en analyse productieproces... 10 4.1 Productieproces/onderwijs als primaire gebruiksfunctie... 10 4.2 Energiebalans en prestatiemaat... 13 4.2.1 Bouwkundige staat gebouwen... 13 4.2.2 Technische staat gebouwen... 13 4.2.3 Energieverbruik... 14 4.2.4 Prestatiemaat en energieverbruik... 15 4.2.5 Energieverbruik in relatie tot MJA... 16 4.3 Ontwikkelingen gebouwen... 17 4.4 Overige relevante zaken... 18 4.4.1 Isolatiegraad... 18 4.4.2 Rendement verwarming... 18 4.4.3 Bemetering... 18 4.3.4 Aantal studenten... 19 4.4.5 Klimaatinstellingen... 19 4.4.6 Energiezuinig Ventileren... 19 4.4.7 Efficiënte verlichting... 20 4

4.4.8 Energiebeheer pc s... 20 5 Beschrijving en analyse van de keten... 21 5.1 Energieverbruik in de keten... 21 5.2 Proces gebonden aspecten en analyse van de keten... 23 6.1 Algemene visie... 28 6.2 Visie in de praktijk... 28 7. Vertaalslag van voorstudie naar EEP... 30 7.1 Toekomstvisie hoger onderwijs algemeen... 30 7.2 Toekomstvisie hoger onderwijs Hanzehogeschool... 31 7.3 Vertaling routekaart voor HG... 31 7.4 Beschrijving projecten/activiteiten en maatregelen... 31 8. Inventarisatie besparingsmogelijkheden... 33 8.1 Afwegingskader... 33 8.2 Geanalyseerde maatregelen... 35 8.2.1 Uitgevoerde maatregelen t/m 2011... 35 8.2.2 Maatregelen in uitvoering/planning (categorie A, zeker)... 35 8.2.3 Maatregelen met terugverdientijd <6 jaar (categorie A, zeker)... 36 8.2.4 Maatregelen met terugverdientijd tussen 5 en 10 jaar (categorie B, voorwaardelijk)... 37 8.2.5 Maatregelen met terugverdientijd > 10 jaar, (categorie C, voorwaardelijk)... 37 8.3 Geplande maatregelen... 39 8.4 Berekeningsmethode... 39 8.5 Energietarieven... 40 9. Overige activiteiten... 40 Bijlage 1: Omschrijving maatregelen... 41 Bijlage 2: Overzicht geanalyseerde maatregelen... 47 Bijlage 3: Energiehuishouding individuele gebouwen... 50 5

6

2. Context EEP 2.1 Algemeen Figuur 2.1 Organogram Hanzehogeschool Bovenstaand het organogram van de Hanzehogeschool. 7

De Hanzehogeschool is gehuisvest in verschillende gebouwen veelal in en rondom Groningen. Onderstaand zijn de hoofdlocaties weergegeven binnen Groningen. Figuur 2.2 Overzicht locaties Hanzehogeschool Groningen 2.2 Inhoudelijke beschouwing De Hanzehogeschool (HG) is in 2010 gestart met de MJA. Echter vanaf 2011 zijn actief maatregelen uitgevoerd om energie te besparen. De meeste maatregelen hebben effect aan het einde van het jaar 2011 of aan het begin van 2012. Hierdoor heeft de HG een kleine achterstand voor wat betreft de MJA-afspraken, dit is ook te zien in de realisatiecijfers. HG is voornemens om voor de jaargangen 2013-2016 de achterstand in te halen en daarnaast aan haar verplichtingen te voldoen voor de EEPperiode (2% per jaar). 2.3 ETS-ronde 2013-2016 Niet van toepassing voor de Hanzehogeschool Groningen. 8

3. Energiezorg 3.1 Stand van zaken Het behalen van de MJA3 ambities is slechts mogelijk indien binnen een organisatie voldoende draagvlak, committent en continuïteit is gewaarborgd. Een belangrijke eerste stap hiertoe is om energiezorg binnen de instelling te organiseren. In de voorgaande EEP-periode is met name de aandacht gericht geweest op het technische vlak; het goed beheren en registreren van het energieverbruik. In de komende EEP-periode zal het breed uitdragen van de energie-afspraken binnen de organisatie worden uitgevoerd. Hiervoor zal de Basischeck Energiezorg als leidraad worden gehanteerd. Er wordt op dit moment een stappenplan kwaliteitsborging opgesteld. De doelstelling is om eind 2013 80% van de 2J- en 3J-vragen positief te kunnen beantwoorden. Eind 2014 wil de Hanzehogeschool volledig aan de basischeck energiezorg voldoen. De eerste prioriteit zal worden gesteld bij het betrokken maken van de medewerkers en studenten van de Hanzehogeschool met energiebesparing ( good housekeeping ). Dit omdat hier de grootste winst is te halen. 3.2 Wijze van energiemonitoring en organisatie Energiemonitoring wordt door de Hanzehogeschool Groningen in de komende periode verder ter hand genomen. De verbruiken van gas, warmte, water en elektriciteit worden al maandelijks opgenomen en (automatisch) verwerkt in een verbruiksregistratieprogramma (Erbis). Momenteel vindt uitbreiding plaats van het aantal meters om zo een nauwkeuriger registratie van energie te verkrijgen. Tevens wordt het registratieprogramma verder geactualiseerd en benut zodat automatische verbruiksrapportages, alsmede managementrapportages, gegenereerd kunnen worden. Daarnaast worden momenteel de energiemeters geijkt. Jaarlijks wordt de energiemonitoring aan Agentschap (d.m.v. E-MJV) worden gecommuniceerd. Op basis van de output van het registratieprogramma wordt per jaar een energiebegroting opgesteld (vanaf 2011). De verbruiken per gebouw worden gespiegeld aan de verbruiken van voorgaande jaren en tevens vindt vergelijking plaats tussen de diverse gebouwen onderling. Op basis van deze informatie wordt inzicht verkregen of de genomen EEP-maatregelen het verwachte resultaat hebben opgeleverd en of genomen maatregelen wellicht ook interessant zijn voor andere gebouw(del)en. Als laatste wordt met deze vergelijking inzicht verkregen in de stand van zaken rondom MJAverplichting; wordt aan de doelstelling voldaan of moet e.e.a. worden bijgesteld. Met bovenstaande informatie wordt jaarlijks, ingaande 2011, een managementrapportage opgesteld, bestemd voor het College van Bestuur (CvB). 3.3 Budget en menskracht De uitvoering van de werkzaamheden en uitvoering van de maatregelen zoals beschreven worden in dit plan, zullen gecoördineerd worden door de energie- en (milieu)coördinator. In de uitvoering van genoemde maatregelen en het signaleren van mogelijke nieuwe maatregelen zal hij ondersteuning krijgen van de afdelingen Faciliteiten, Bedrijfsbureau, Vastgoed en FEZ. Daarnaast zullen waar nodig externe adviseurs worden ingeschakeld voor procesmatige- en inhoudelijke ondersteuning. De budgettering, voor zover bekend voor aankomende maatregelen, is in hoofdstuk 8 opgenomen. Een aantal van deze maatregelen valt binnen het meer-jaren-investeringsschema van de afdeling Vastgoed van de Hanzehogeschool Groningen. 9

4. Beschrijving en analyse productieproces 4.1 Productieproces/onderwijs als primaire gebruiksfunctie De HG is de oudste multisectoriële hogeschool van Nederland. In 2013 viert zij haar 215-jarig bestaan. Met vestigingen in Groningen, Assen, Leeuwarden en Amsterdam telt de hogeschool circa 26.000 studenten en 2.700 personeelsleden. De hogeschool ontwikkelt zich met ruim 30 lectoraten en 6 kenniscentra tot een kennisinstelling voor onderwijs en toegepast onderzoek. Dit gebeurt uiteraard in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven en non-profit instellingen. Het onderwijsaanbod van de HG omvat momenteel 70 bachelor opleidingen, 4 programma's voor Associate degree en 13 masteropleidingen. Er zijn zowel Nederlands-, als Duits- en Engelstalige opleidingen. Jaarlijks maken zo'n 1.500 cursisten uit overheid en bedrijfsleven gebruik van kennisproducten van HanzeConnect, de zakelijke dienstverlener van de hogeschool. De volgende locaties van de Hanzehogeschool Groningen zijn opgenomen in dit EEP: Gedempte Zuiderdiep 158 Academie Minerva Zuiderkuipen 19 - School van de Architectuur Praediniussingel 59 - Museum Eyssoniusplein 18 - Wiebengacomplex Radesingel 6 - Singelhuis Veemarktstraat 76 - Prins Claus Conservatorium Zernikeplein 23 - Marie KamphuisBorg Zernikeplein 23 - IFD Units Zernikeplein 11 - Van DoorenVeste Zernikeplein 17 - Willem-Alexander Sportcentrum Landleven 10 - BrugsmaBorg Zernikeplein 1 - Bouwdeel F Zernikeplein 7 - Bouwdeel G Zernikeplein 5 - Bouwdeel ABC Zernikeplein 5 - Appel Zernikeplein 7 - Van OlstToren Zernikeplein 5 - Bouwdeel E + Atrium Zernikeplein 1 - Bouwdeel H Zernikeplein 7 - Bouwdeel I Daarnaast heeft de Hanzehogeschool onderstaand pand in eigendom. Deze is in beheer bij de RUG (sportcentrum). Blauwborgje 4 (Sportcentrum), Groningen Verder heeft de Hanzehogeschool Groningen de volgende panden in medegebruik / huur: Deusinglaan (Tandheelkunde/ medegebruik RUG), Groningen Industrieweg Assen (Ziengs gebouw) Zernikepark 4 (OZ), Groningen (huurcontract t/m 2015) Zernikeperk 2 P&O, Groningen (huurcontract t/m 2015) Laan Corus den Hoorn (Meerwold), Groningen (huurcontract t/m 2013) Ulgersmaweg, Groningen Achter den Hoven, Leeuwarden 10

Akkerstraat, Groningen Het merendeel van bovenstaande panden zijn gehuurd dan wel in medegebruik. Voor al deze panden geldt dat de Hanzehogeschool Groningen de kwaliteit van het gebouw en installaties als een gegeven moet aanvaarden en hierop nauwelijks directe invloed kan uitoefenen. Vandaar dat deze panden buiten dit EEP zijn gehouden. Wel zal als ketenmaatregel worden opgenomen om in de huurpanden, daar waar mogelijk, energie te besparen, zoals het beheersen van kloktijden, gebruikersgedrag etc. Tevens zullen de te nemen ketenmaatregelen zoals papiergebruik etc. (zie hiervoor de lijst met geplande maatregelen), daar waar mogelijk, worden doorgevoerd in de huurpanden. Bij het afsluiten van eventuele nieuwe huurcontracten kan een energiebesparende renovatie een voorwaarde zijn voor continuering van het huurcontract. De afdeling Vastgoed van het Facilitair Bedrijf is verantwoordelijk voor het onderhoud van het gebouw en de werktuigkundige- en elektrotechnische installaties. T.b.v. het onderwijsproces is gas, elektra, warmte en water nodig voor onderstaande functies: o Gebouwverwarming; o Gebouwkoeling; o Ventilatie; o Sanitaire installaties; o Keuken/catering; o ICT; o Verlichting; o Beveiliging en besturing. De HG koopt gas, elektra en warmte in om bovenstaande primaire processen te kunnen bewerkstelligen. Daarnaast wekt HG ook warmte en elektra op binnen de inrichting. In onderstaande energiematrix is weergegeven hoe de verwarming en koeling wordt gerealiseerd en waar de inkoopgrenzen liggen. In de matrix, figuur 4.1 op pagina 10, is te zien dat er naast warmte- en koude opwekking binnen de inrichting ook van buiten warmte en koude wordt ingekocht. Deze bestaat uit twee gedeelten; 1. WKK-installatie ondersteund met cv-ketels, geëxploiteerd door het energiebedrijf; 2. WKO-installatie geëxploiteerd door een externe leverancier, niet zijnde het energiebedrijf. 11

Figuur 4.1 Energiematrix gebouwen 2011 12

4.2 Energiebalans en prestatiemaat 4.2.1 Bouwkundige staat gebouwen Tabel 4.1 Energielabels locaties Hanzehogeschool Groningen Gebouw Bouwjaar Label Energie-Index Zernikeplein 11 - van Dooren Veste 1996 A 0,84 Zernikeplein 23 - IFD Units 1996 A 0,86 Landleven 10 - BrugsmaBorg 1983 A 0,90 Zernikeplein 5 - Bouwdeel E + Atrium 1993 A 0,91 Zernikeplein 7 - van Olst Toren 2005 A 0,95 Zernikeplein 17 - Willem-Alexander Sportcentrum 2008 A 1,01 Zernikeplein 7 Bouwdeel G 1997 A 1,02 Zernikeplein 7 - Bouwdeel I 2002 A 1,03 Zernikeplein 1 - Bouwdeel H 2000 B 1,12 Zuiderkuipen 19 School van Architectuur 1998 B 1,15 Zernikeplein 23 - Marie Kamphuisborg 1975 C* 1 1,21 Zernikeplein 5 - Bouwdeel ABC 1985 C 1,23 Eyssoniusplein 18 - Wiebengacomplex 1923/1998 C 1,27 Zernikeplein 1 - Bouwdeel F 1993 C 1,30 Zernikeplein 5 - Appel 1994 D 1,35 Veemarktstraat 76 - Prins Claus Conservatorium 1985 D* 1 1,44 Gedempte Zuiderdiep 158 - Minerva 1983 G 1,82 Radesingel 6 - Singelhuis 1900 G 2,20 Praediniussingel 59 - Museum 1900 G 2,60 *1 de thermische schil is gedeeltelijk verbeterd. Er is echter geen nieuwe EPA-berekening gemaakt en dus niet voorzien van een nieuw energielabel. 4.2.2 Technische staat gebouwen Tabel 4.2 Technische staat locaties Hanzehogeschool Groningen Isolatie- Rendement Instellingen Graad verwarming verwarming Gedempte Zuiderdiep 158 - Minerva Zuiderkuipen 19 - School van de Architectuur Energiezuinig ventileren Efficiëntie verlichting Energiebeheer PC s matig goed redelijk redelijk slecht goed goed goed redelijk redelijk matig goed Preadiniussingel 59 - Museum slecht matig redelijk matig redelijk goed Eyssoniusplein 18 - matig redelijk redelijk matig goed goed Wiebengacomplex Radesingel 6 - Singelhuis matig goed redelijk slecht matig goed Veemarktstraat 76 - Prins matig goed redelijk matig goed goed Claus Conservatorium Zernikeplein 23 - Marie redelijk matig redelijk goed goed goed Kamphuisborg Zernikeplein 23 - IFD Units goed goed redelijk goed goed goed Zernikeplein 11 - van Dooren redelijk redelijk redelijk redelijk redelijk goed Veste Zernikeplein 17 - Willem- goed goed redelijk redelijk redelijk goed Alexander Sportcentrum Landleven 10 - BrugsmaBorg matig matig redelijk redelijk goed goed Zernikeplein 1 - Bouwdeel F goed goed redelijk matig goed goed Zernikeplein 7 Bouwdeel G goed goed redelijk redelijk goed goed 13

Vervolg tabel 4.2 Technische staat locaties Hanzehogeschool Groningen Isolatie- Graad Rendement verwarming Instellingen verwarming Energiezuinig ventileren Efficiëntie verlichting Energiebeheer PC s Zernikeplein 5 - Bouwdeel matig goed redelijk matig redelijk goed ABC Zernikeplein 5 - Appel redelijk goed redelijk matig goed matig/redelijk Zernikeplein 7 - van Olst goed goed redelijk matig goed matig/redelijk Toren Zernikeplein 5 - Bouwdeel E + goed goed redelijk goed goed matig/redelijk Atrium Zernikeplein 1 - Bouwdeel H goed goed redelijk redelijk goed matig Zernikeplein 7 - Bouwdeel I goed goed redelijk redelijk goed matig/redelijk Bovenstaande beoordelingen zijn nader toegelicht in paragraaf 4.4. 4.2.3 Energieverbruik Tabel 4.3 Energieverbruik gebouwen 2011 Gebouwen (excl. Huurpanden) Warmte Gas Totaal eq. gas Elektra GJ m3 m3 kwh HG totaal 5.400 1.292.959 1.714.381 8.098.877 Eysoniusplein 18 0 12.086 279.222 768.875 Gedempte Zuiderdiep 0 100.404 100.404 414.246 Zernikeplein 1 bouwdeel H 0 zit in zp 5 Praediniussingel 59 0 44.374 44.374 107.851 Radesingel 0 37.571 37.571 91.191 Veemarktstraat 0 42.834 42.834 456.454 Zernikeplein 17 5.400 31.946 186.232 1.153.251 Zernikeplein 11 via gas 28.694 28.694 2.320.113 Zernikeplein 23 0 152.979 152.979 765.610 Zernikeplein 5-7 via gas 836.250 836.250 1.686.602 Zernikeplein 7 D-gebouw via gas zit in zp 5-7 zit in zp 5-7 310.177 Zuiderkuipen 0 5.821 5.821 24.507 In bovenstaande tabel 4.3 zijn de energieverbruiken in 2011 weergegeven. De hoeveelheden warmte en gas zijn tevens omgerekend naar equivalent gasverbruik. 14

4.2.4 Prestatiemaat en energieverbruik Tabel 4.4 benchmark gebouwen Gebouwen Kengetal Agentschap HBO *1 Oppervlakte gasverbruik elektraverbruik m2 m3/m2 kwh/m2 Verbruikskengetallen Agentschap Gas Verbruikskengetallen Agentschap Elektra m3/m2.jaar kwh/m2.jaar 20% 50% 80% 20% 50% 80% 8 21 35 20 57 94 HG totaal 119086 14 68 14 68 Eysoniuspln 18 15581 18 49 18 49 Gedemte Zuiderdiep 8157 12 51 12 51 Huisvesting 282 0 0 Praediniussingel 59 3178 14 34 14 34 Radesingel 1893 20 48 20 48 Veemarktstraat 3926 11 116 11 Zernikeplein 17 11481 16 100 16 Zernikeplein 11 24315 1 95 1 Zernikeplein 23 14819 10 52 10 52 Zernikeplein 5-7 29456 14 57 14 *2 57 Zernikeplein 7 D-geb 5472 zit in ZP 5-7 57 57 Zuiderkuipen 526 11 47 11 47 116 100 95 *1 De kengetallen van Senter Novem geven aan de waarde die geldt voor de onderste 20% en de bovenste 20% van de waarnemingen. Ook is de mediaan weergegeven *2 warmteopwekking tevens voor Zernikeplein 11 en 7 (D-gebouw) Bovenstaande tabel 4.4 laat zien hoe de gebouwen presteren t.o.v. de branche. De gas en elektra verbruiken zijn gespiegeld aan de kengetallen van Agentschap (voorheen Senter Novem). Hieruit is tevens af te leiden hoe de gebouwen onderling ten opzichte van elkaar presteren. De gebouwen op het Zernikeplein hebben voor een gedeelte een gezamenlijke warmte opwekking. De verbruiken geven hierdoor een enigszins vertekend beeld. Binnen de gebouwen is het energieverbruik aan verschillende primaire functies toe te wijzen. In onderstaande figuur 4.1 is weergegeven hoe de energieverdeling is binnen de gebouwen. 2% 1% Verwarming 12% 34% Koeling Tapwater Verlichting 20% Apparatuur Ventilatoren 3% Pompen 25% 3% Verwarming bassin zwembad Figuur 4.1 energieverdeling gebouwen 15

4.2.5 Energieverbruik in relatie tot MJA In onderstaande tabel zijn de primaire energieverbruiken weergegeven voor de gehele Hanzehogeschool. De verbruiken zijn gespiegeld aan de MJA afspraken. Tabel 4.5 gerealiseerd energieverbruik in relatie tot MJA 2009 2010 2011 Verbruik primaire energie (TJ) 123,036 134,496 118,526 besparing t.o.v. 2009 0,00% 9,31% 3,67% MJA convenant 0% 2% 4% stand besparing t.o.v. MJA convenant 0,00% 11,31% 0,33% gerealiseerde besparing t.o.v. 2009 (TJ) 0,00 11,460 4,510 benodigde besparing t.o.v. 2009 (TJ) 0 2,461 4,921 De rode getallen geven aan dat er niet bespaard is maar dat er juist meer energie verbruikt is. Bovenstaande tabel 4.5 geeft aan dat er in 2010 een achterstand is opgelopen welke in 2011 grotendeels is ingehaald. In 2011 is er een achterstand van 0,33% t.o.v. het MJA-convenant. (Deze tabel is opgesteld conform het format van Agentschap NL. Dit maakt dat de getallen niet één op één vertaald kunnen worden naar het opgeleverde energiejaarverslag 2011.) De kloof tussen de doelstelling en de realisatie dient te worden opgevangen door aanvullende EEPmaatregelen of ketenmaatregelen, zodat uiteindelijk de MJA doelstelling wordt bereikt. Als graadmeter voor de ontwikkeling van het energieverbruik en de uitvoering van energiebeleid op de HG gelden in belangrijke mate het verbruik van elektriciteit en gas. In onderstaande figuur 4.2 is de ontwikkeling van het gas- en elektriciteitsverbruik weergegeven na invoering van de vastgestelde efficiency-maatregelen. Figuur 4.2 grafische weergave ontwikkeling energieverbruik Ontwikkeling aardgas 16

Het gasverbruik is in 2010 en 2011 fors gestegen (blauwe lijn, in figuur 4.2). De stijging van het aardgasverbruik wordt grotendeels veroorzaakt door het in eigendom nemen van de vernieuwde WKK installaties in de Van Olst Toren (Zernikeplein 5-7). In het verleden huurde de HG een WKK installatie van de energieleverancier. De energieleverancier bracht geen kosten voor gasverbruik in rekening, maar kosten voor warmte, omgerekend naar equivalent aardgasverbruik. Nu voor de eigen WKK installatie zelf gas wordt ingekocht, is het gasverbruik uiteraard ook een stuk hoger. Als gevolg hiervan is de warmteafname gedaald. In de prognoseperiode wordt verwacht dat het gasverbruik als gevolg van de in het EEP opgenomen maatregelen zal dalen. Ontwikkeling elektriciteit Het elektriciteitsverbruik (paarse lijn, in figuur 4.2) is in 2010 en 2011 ten opzichte van 2009 respectievelijk met 2 en 9% gedaald. Als gevolg van de in het EEP opgenomen maatregelen wordt verwacht dat in 2015 het elektriciteitsverbruik ten opzichte van 2009 11% lager ligt. Dit is in lijn met de geformuleerde MJA3 doelstellingen, een jaarlijkse daling van het energieverbruik van 2%. Elektriciteit wordt op de HG voornamelijk gebruikt voor gebouwinstallaties (t.b.v. verlichting, klimaat) en ICTvoorzieningen. De daling van het verbruik is gerealiseerd ondanks een toename van elektrische apparaten en intensiever gebruik van gebouwen en apparaten (t.g.v. toename aantal studenten). Ontwikkeling warmte Het warmteverbruik is in 2010 en 2011 fors gedaald (oranje lijn in figuur 4.2), 56% ten opzichte van 2009. De reden staat genoemd onder bij ontwikkeling aardgas. In de prognoseperiode wordt verwacht dat het warmteverbruik, als gevolg van de in het EEP opgenomen maatregelen, verder zal dalen. 4.3 Ontwikkelingen gebouwen T.b.v. het Prins Claus Conservatorium zijn aan de Meeuwerderweg in Groningen een tweetal woningen aangekocht welke in 2014/2015 volledig worden geïntegreerd in het conservatorium. Bij het combineren van de gevels wordt tevens de gevelisolatie opgewaardeerd. De renovatie van de Preadiniussingel is in 2011 gereed gekomen en is vanaf 2012 volledig in gebruik. De renovatie van de Mariekamphuisborg, in hoofdlijnen bestaand uit het aanbrengen van ventilatie en het verbeteren van de isolatiewaarde van glas en gevel, is in 2012 gereed gekomen. De Hanzehogeschool ontwikkelt samen met de RUG het project Energy Valley. Bij dit project wordt in tijdelijke huisvesting proeven gedaan betreffende energie en de besparing daarvan. De exacte impact op het energieverbruik is onbekend. Wel kan dit tot significante toename leiden van het energieverbruik. Ten aanzien van dit energie onderzoek zullen we in overleg treden met Agentschap NL over het al dan niet meenemen van de hiermee gemoeide energie verbruiken in MJA3. In het EEP van 2009 is de ambitie uitgesproken om ook de huurpanden te voorzien van energielabels. Dit is vooralsnog niet uitgevoerd maar zal in de komende EEP periode worden opgepakt. 17

4.4 Overige relevante zaken 4.4.1 Isolatiegraad De isolatiegraad van de panden is verschillend. Zo zijn er oude slecht geïsoleerde panden met name in het centrum van Groningen en goed geïsoleerde panden met name locatie Zernikeplein. Verbeteren van de isolatiegraad van slecht geïsoleerde locaties is een kostbare aangelegenheid en wordt slechts geadviseerd als er sprake zal zijn van het vervangen van kozijnen en beglazing of het isoleren van platte daken bij vervanging van dakbedekking. Bij grootschalige renovaties wordt onderzocht of het verbeteren van de thermische schil financieel en technisch tot de mogelijkheden behoort. 4.4.2 Rendement verwarming Enkele panden worden nog verwarmd met een Vr-ketel. Het rendement op warmteopwekking wordt hierbij als matig beschouwd. Verder zijn er nog panden met HR-107 ketels of warmtepompen (o.a. sportcentrum). Het rendement op warmteopwekking wordt hierbij als goed beoordeeld. Vele panden aan het Zernikeplein werden verwarmd vanuit een centraal ketelhuis met een centrale WKK installatie aangevuld met Hr- en Vr-ketels. In 2011 is de warmteopwekking vernieuwd en zijn er decentrale WKK-installaties geplaatst welke ondersteund worden door decentrale HR-ketels. Door over te stappen van centrale installaties naar decentrale installaties worden transportverliezen voor een groot deel voorkomen. Het rendement van de warmteopwekking met een WKK is goed, omdat warmte een restproduct is van de elektriciteit opwekking. De WKK werkt op warmtevraag. 4.4.3 Bemetering De Hanzehogeschool maakt gebruik van het programma Erbis voor de bemetering van gebouwen en delen van gebouwen. Op dit moment vindt optimalisatie plaats van het (verder) automatiseren van de registratie van meetgegevens. Hierbij wordt gekeken of aanvullende meters nodig zijn om zo het energieverbruik van gebouwen of gebieden nauwkeuriger inzichtelijk te maken. Indien dit optimalisatieproces gereed is zal het programma Erbis ook worden gebruikt voor monitoring en rapportage-doeleinden. Deze optimalisering bevindt zich in een ver gevorderd stadium. 18

4.3.4 Aantal studenten Tabel 4.6 overzicht studenten 2011 School/ Opleiding 2011 Inst. voor Bedrijskunde Totaal 2.328 2.328 2.328 Inst. voor Fin.Ec.Management 0 Totaal 1.546 1.546 1.546 Inst. voor Mangem. en Marketing 0 Totaal 1.808 1.808 1.808 Internation Business School 0 Totaal 1.240 1.240 1.240 Inst. voor Comminicatie & Media 0 Totaal 1.891 1.891 1.891 Inst. voor Facility Managem. 0 Totaal 912 912 912 Inst. voor Rechtenstudies 0 Totaal 1.666 1.666 1.666 Inst. voor Sportstudies 0 Totaal 1.482 1.482 1.482 Ac. voor Sociale Studies 0 Totaal 2.396 2.396 2.396 Ac. voor Verpleegkunde 0 Totaal 1.471 1.411 60 1.471 Ac. voor Gezondheisstudies 0 Totaal 2.888 2.706 182 2.888 Pedag. Academie 0 Totaal 869 869 869 Ac. Minerva/ Dans Ac. NN/ NN Conserv. 0 Totaal 1.354 242 691 421 1.354 Vooropleidingen Muziek/Dans 0 9998 DT VO Dans 99 99 99 9999 DT VO Muziek 154 154 154 Totaal Arts inc. vooropl 1.607 396 691 520 1.607 Inst. voor Inform. en Com.techn. 0 Totaal 659 659 659 Inst. voor Engineering 0 Totaal 1.587 1.587 1.587 Ac. voor Arch. Bouwk. en Civ.Techn. 0 Totaal 810 810 810 Inst. voor Life Science Techn. 0 Totaal 581 581 581 HIT 0 Totaal 66 66 66 Totaal 25.554 9063 869 3637 1482 4724 4117 242 691 729 25.554 Totaal inc. KUO vooropl 25.807 9063 869 3637 1482 4724 4117 396 691 828 25.807 Zernikeplein 1,5,7 Zernikeplein 9 Zernikeplein 17 Zernikeplein 11/ Zuiderkuipen Zernikeplein 23 Veemarktstraat/ Radesingel Essoniusplein 18/ P. Driesenstraat Gedempte Zuiderdie 159/ Praediniussingel Elders Totaal 4.4.5 Klimaatinstellingen De klimaatinstellingen van de verschillende locaties worden beheerd door de huisinstallateur. Tot voor kort had de Hanzehogeschool weinig inzicht in de instellingen. Inmiddels is beheer op afstand in de meeste panden mogelijk. Uit inventarisatie is gebleken dat de instellingen over het algemeen redelijk goed zijn ingesteld. Op dit moment vindt actieve evaluatie van de setpoints plaats om zo verdere optimalisering te bewerkstelligen. 4.4.6 Energiezuinig Ventileren Bij de beoordeling op het aspect energiezuinig ventileren speelt warmteterugwinning uit ventilatielucht een grote rol. Niet op elke locatie wordt warmteterugwinning uit ventilatielucht toegepast. Veel ruimten 19

zoals collegezalen en tentamenzalen zijn nog niet voorzien van vraag gestuurde ventilatie waardoor de ventilatie vaak onnodig in bedrijf is terwijl er geen personen in de ruimte aanwezig zijn. 4.4.7 Efficiënte verlichting Over het algemeen wordt er op de locaties energiezuinige hoogfrequente TL verlichting toegepast in combinatie met spaarlampen. Op een aantal locaties wordt tevens daglichtregeling of aanwezigheidsdetectie toegepast. Voor de panden waar dit niet het geval is valt een optimaliseringsslag te behalen. 4.4.8 Energiebeheer pc s De studenten pc s gaan na 30 minuten in de screen safe stand en loggen na 17:30 uit. Het verbruik blijft dan ongeveer 8 watt. Bovenstaande geldt ook voor management pc's indien de medewerker zich heeft uitgelogd. Indien een medewerker zich niet heeft uitgelogd blijft de PC aan. Verdere optimalisatie is mogelijk o.a. door het automatisch uitloggen na 30 minuten en na de hibernationstand gaan (8 watt). Volledig uitschakelen is natuurlijk ook mogelijk. In de hibernationstand komt de PC na terugkomst van een medewerker terug in de stand waar in hij werd achter gelaten. 20

5 Beschrijving en analyse van de keten 5.1 Energieverbruik in de keten Naast het directe energiegebruik (gas, elektra en warmte in de gebouwen) wordt er ook aandacht besteed aan de zogenaamde verbredingthema s (VT s). Hieronder valt ook het energiegebruik in de productieketen van producten zoals papier en ook het energiegebruik als gevolg van vervoersbewegingenn van en naar de onderwijsinstelling. Om de verschillendee energiegebruiken in de ketens te structureren is gekozen omm drie hoofdketens te Onderscheiden, te weten: - huisvesting (gebouw, basisvoorzieningen), - ondersteunende diensten en producten (ICT, catering, etc.) en - mobiliteit (studenten en medewerkers). Onderstaande figuur 5.1 geeft aan hoe het totale energiegebruik wordt opgedeeld en hoe per fase en keten subtotalen kunnen worden berekend. Figuur 5. 1 schematische weergave energieverbrue uik per fase Op basis van het rekenmodel UES onderwijs is het energieverbruik in de keten voor Hanzehogeschool Groningen bepaald. In dee onderstaande grafiek wordt het totale energieverbruik weergegeven en tevens de verdeling per deel post. 21

Figuur 5.2 schematische weergave energieverbruik per proces Uit figuur 5.2 is af te leiden dat het totale energieverbruik voor 39% bepaald wordt door het gebouw gebonden energieverbruik. In vergelijking met overige Hogescholen is het aandeel Woon-werkverkeer en dienstreizen gering. Dit komt doordat veel medewerkers en studenten in de stad Groningen wonen. In de onderstaande figuur 5.3 wordt de CO2 uitstoot van de Hanzehogeschool weergegeven. Figuur 5.3 schematische weergave CO 2 uitstoot per proces 22

5.2 Proces gebonden aspecten en analyse van de keten Huidig beleid Bij de keuze van maatregelen kan grof onderscheid worden gemaakt in maatregelen die ingrijpen op: 1) Materiaalgebruik: Kies voor energie-extensieve materialen uit de regio, stimuleer hergebruik en voorkom afval 2) Type apparatuur: Kies energiezuinige apparatuur. De grootste energiebelasting zit bij apparatuur vaak in de gebruiksfase 3) Transportbewegingen: Stimuleer fiets- en/of loopgedrag van studenten en werknemers. Voorkom energie-intensief autogebruik en of vliegtuiggebruik. 4) Duurzaam: De HG heeft een nieuw elektriciteitscontract afgesloten op basis van groene stroom. 5) De HG stimuleert zoveel mogelijk het nieuwe werken door uitbreiding van haar faciliteiten hiervoor. Binnen Hanzehogeschool Groningen zijn er een aantal onderwerpen onder de drie hoofdketens die al onder de aandacht zijn en blijven. Een aantal hiervan staan hieronder kort beschreven. Deze en andere maatregelen worden ook weergegeven in tabel 5.1. Een aantal maatregelen is nog niet gekwantificeerd en ook nog niet ingedeeld in zekere en voorwaardelijke maatregelen. Het is de intentie van Hanzehogeschool Groningen dit in de komende periode verder te onderzoeken. Deze maatregelen kunnen gebruikt worden bij het schrijven van het beleid. Huisvesting De locaties Zernikeplein 23 (Marie Kamphuisborg) en Praediniussingel 59 (voormalig museum) zijn verbouwd en voldoen aan de huidige gebruikerseisen. Bij beide panden is de gevel voorzien van extra isolatie en bij Zernikeplein 23 is er HR++ glas geplaatst. Tevens is er een compleet ventilatiesysteem en nieuw verlichtingssysteem aangebracht in de Marie Kamphuisborg. Daarnaast zal in 2014 Zernikeplein 11 (Van Doorenveste) worden gerenoveerd. Bij de aanpassing zal zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van energie- en milieuvriendelijke maatregelen en technieken. Uit het gebouw Van Olst is de afdeling vastgoed verhuisd naar de Marie Kamphuisborg. Hierdoor staat gebouw G, IFD-bouw, leeg. Energie-efficiënt onderhoud aan gebouwen Bij vernieuwing, vervanging en reparaties zal zoveel mogelijk gebeuren met gebruik maken van energie en milieuzuinige producten. Energie en milieuaspecten spelen een grote rol bij genoemde activiteiten. Het Elektrotechnisch en Werktuigbouwkundig (ETWB) onderhoud is begin 2012 aanbesteed. Onderdeel van de aanbesteding waren de volgende aspecten: Opdrachtgever hecht waarde aan duurzaamheids- en milieuaspecten en heeft voorkeur een contract af te sluiten met een Inschrijver die een aantoonbaar duurzaamheids- milieubeleid hanteert. De HG draagt momenteel onder andere als volgt bij aan duurzaamheid; De HG zoekt een werkwijze die de aannemer voor ogen heeft voor vervangingen met de minste milieubelasting, in de meest brede zin, en waarbij het optimum wordt gevonden in innovatieve technieken en bewezen technieken. Milieu en innovatie is tevens opgenomen in de beoordelingscriteria en wordt meegewogen in de score. 23

Afval ophalen en verwerking Voor het ophalen van bedrijfsafval van de Hanzehogeschool Groningen is het bedrijf SITA ingeschakeld. De Hanzehogeschool Groningen acht het zijn plicht om afval op de minst milieubelastende wijze af te voeren en te (laten) verwerken binnen geldende redelijkheideisen. SITA dient aan de Hanzehogeschool Groningen een overzicht te verschaffen van de wijze waarop alle afvalstromen van de Hanzehogeschool Groningen worden verwerkt, inclusief de verwerkingsmethode van de afvalstof en de locatie van verwerking (ook tussenopslag locaties aangeven). De Hanzehogeschool Groningen streeft naar een verdere scheiding aan de bron van afvalstromen in verantwoorde inzamelbare, opnieuw bruikbare en verwerkbare eenheden. Van SITA wordt verwacht dat deze een positieve bijdrage levert aan dit streven door de Hanzehogeschool Groningen te adviseren over mogelijkheden, technieken en relevante ontwikkelingen op dit gebied Op dit moment wordt een nulmeting uitgevoerd door Sita en de Mileudienst, waarbij de hoeveelheden afgevoerd afval worden gewogen. Dit meten heeft wat achterstand opgelopen vanwege het niet goed werken van het volmeldsysteem. Ieder kwartaal wordt er door SITA een rapportage een digitaal bewerkbare managementrapportage per locatie waarin de volgende onderwerpen zijn opgenomen: Overzicht totaal afgevoerde en verwerkte hoeveelheden c.q. gewichten per afvalstroom; Overzicht van het aantal en de grootte van de op de locaties geplaatste inzamelmiddelen; Aantal uitgevoerde transportbeweging en aard voertuigen; Overzicht van de door Opdrachtgever gemelde problemen, storingen en klachten en de daarop door Inschrijver ondernomen acties; Door Inschrijver overig geleverde producten en/of diensten; Een advies inzake mogelijke verbeteringen in de afvalscheiding en mogelijkheden tot reductie van de afvalstromen. Schoonmaak Met ISS, het bedrijf dat de schoonmaak verricht van de Hanzehogeschool, is het volgende afgesproken betreffende het milieu: ISS dient alleen gebruik te maken van de minst milieuschadelijke producten. De aan te wenden producten dienen op het punt van primaire biologische afbreekbaarheid minimaal te voldoen aan de hiervoor geldende EG norm. Daarnaast zorgt opdrachtnemer voor voldoende voorlichting aan zijn medewerkers omtrent juist en milieubewust gebruik van schoonmaakmiddelen Het Nieuwe werken/ Flexwerken Indien er nieuw huisvestingsbeleid wordt opgesteld, dient er rekening gehouden te worden met het Nieuwe Werken/flexwerken. Door flexwerken te stimuleren hoopt Hanzehogeschool Groningen het aantal vervoersbewegingen van medewerkers, door bijvoorbeeld thuiswerken, op andere locaties te kunnen werken, te verminderen. Vervoersplan De Hanzehogeschool Groningen voert een actief parkeerbeleid. Met de volgende zaken wordt dit gestuurd: Betaald parkeren; Bevorderen dicht bij het werk te wonen door laag woon-werk tarief; Wonend binnen een straal van 5 km. geen parkeerkaart; Goed aanbod van stallingsplaatsen voor fietsen; Vergoeding voor openbaar vervoer is hoger dan vergoeding woon-werk verkeer auto; Oplaadpunt voor e-bikes is beschikbaar. 24

Kopieer apparatuur Met OCE, de leverancier van onze kopieerapparatuur, is het volgende afgesproken betreffende het milieu: - alle aangeboden machines dienen voorzien te zijn van een CE markering - alle machines dienen te voldoen aan de in de Richtlijn Arbeidsmiddelen gestelde eisen - voor de uitstoot van ozon, stof en andere eventuele uitstoot dienen alle aangeboden machines te voldoen aan de advieswaarden van de commissie WGD van de Gezondheidsraad - de geluidsproductie is een criterium bij het beoordelen van de technische eisen - bij plaatsing wordt bij iedere machine een productveiligheidsblad, conform het Veiligheidsinformatie- bladenbesluit wet Milieugevaarlijke stoffen, van de te gebruiken toner meegeleverd. - er geldt een terugnamegarantie voor verpakkingsmaterialen - er geldt een terugnamegarantie voor verbruiksmaterialen als toner en vervangende onderdelen - gebruikte materialen en onderdelen zijn bij voorkeur recyclebaar - het vervangen of bijvullen van toner moet zonder stofvorming kunnen geschieden - alle aangeboden machines dienen geschikt te zijn voor het verwerken van minder milieubelastend papier en kringlooppapier - in de gebruikshandleiding dient het energieverbruik te zijn aangegeven bij maximale belasting en in de stand-by stand - om het papierverbruik terug te dringen staan alle machines in de default stand op dubbelzijdig. Inkoop In het inkoopjaarplan van het Facilitair Bedrijf is het volgende opgenomen betreffende duurzaam inkopen. In 2008 is tussen de HBO Raad en Ministerie van VROM een convenant gesloten met als doelstelling om in 2012 voor minimaal 50% duurzaam in te kopen. Doelstelling 2015: 100%. De huidige situatie is dat indien de duurzaamheidcriteria beschikbaar zijn op SenterNovem, deze worden doorgevoerd in aanbestedingen (dit gebeurt echter niet altijd). Tweejaarlijks wordt in november gerapporteerd aan VROM over het toepassen van de SenterNovem criteria. Beïnvloeding gedrag gebruikers (studenten en personeel) In navolging op de ambities uit het EEP 2009 heeft de Hanzehogeschool zich nu aangemeld voor het vervolg op het Change programma (Uni Magdeburg). Dit Change programma is in 2008 gestart met het doel via gedragsverandering van de gebruikers te komen tot energiebesparing. Naar verwachting wordt het door de Uni Magdeburg opgezet programma/ onderzoeksprogramma eind dit jaar goedgekeurd en kan in de loop van 2013 het programma worden uitgevoerd. De Hanzehogeschool zal actief mee gaan doen met dit changeprogramma door de acties uit dit programma uit te voeren. Verder zal de Hanzehogeschool deelnemen aan het Energie Forum TH Clausthal 2014 en zal daarnaast een bijdrage leveren aan diverse workshops in dit forum. Dit met als doel te leren van andere deelnemers om zo het energiebeleid binnen de HG te intensiveren. In deze EEP zijn energiebesparende resultaten geprognotiseerd als gevolg van dit change programma. Tabel 5.1 overzicht ketenmaatregelen Inkoop Gebruik Afdanking Huisvesting Gebouw (schil, constructie, vloeren, installaties, lampen, etc) Bij de verbouwing op de locaties zullen de energie en milieubesparende aspecten aandacht krijgen: - verlichting - luchtbehandeling - inbouwpakket - In het nieuwe ETWB-contract isl een milieuparagraaf opgenomen, waarin het bedrijf aangeeft dat zij continu monitort welke energie- en milieubesparende maatregelen mogelijk zijn en de Hanzehogeschool Groningen daarvoor adviseert. Op naleving wordt toegezien. Bij de verbouwing op de locaties zullen de energie en milieubesparende aspecten aandacht krijgen: - verlichting - luchtbehandeling - inbouwpakket 25

Huurpanden Meubilair (stoelen, tafels, kasten, vloerbedekking) Openingstijden Inkoop Gebruik Afdanking Bij contractverlenging van Actieve energiebesparing op basis huurpanden zal getracht van setpoints en kloktijden worden energiebesparende installaties. maatregelen af te dwingen Bij inkoop zullen de criteria van Duurzaam Inkopen aangehouden worden. Verlengen levensduur door goed en regelmatig onderhoud en stimuleren zuinige omgang Bij inkoop zullen de criteria van Duurzaam Inkopen aangehouden worden. Inkoop Gebruik Afdanking De HG heeft haar kantoortijden aangepast aan de lestijden en vakanties. De HG hanteert een vervroegde sluitingstijd voor personeel tijdens vakanties Ondersteuning Repro / ICT Bij inkoop zullen de onderstaande aspecten aandacht krijgen: Inkopen van energiezuinige apparatuur Dubbelzijdige print optie voor printers Intelligente en geïntegreerde ICT apparatuur Standaard dubbelzijdig printen en kopiëren is in 2012 ingevoerd. Printers en computers worden via het netwerk uitgeschakeld. Er wordt papier met FSC-keurmerk gebruikt. Cartridges worden gerecycled Terugnamegarantie voor verbuiksmaterialen Catering Bij aanbesteding zullen de onderstaande aspecten aandacht krijgen: Inkoop van lokale voedingsproducenten Gebruik biologische voeding Beperken verpakkingen Isolatie automaten Slimme automaten Onderzoeken mogelijkheden apparatuur en automaten uit te zetten in de nachten, weekenden en vakanties. Scheiden afval Schoonmaak Onderzoek mogelijkheden gerecycled toiletpapier Er wordt door ISS zoveel mogelijk gebruik gemaakt van microvezeldoekjes Archief Er zal worden overgegaan op digitaal archiveren zodat papier en opslagruimte bespaard wordt Mobiliteit Woon- werk verkeer N.V.T. Om het gebruik van openbaar vervoer te stimuleren, kunnen medewerkers die hiervan gebruik maken in aanmerking komen voor een (gedeeltelijke) vergoeding van de gemaakte kosten. De regeling geldt alleen voor medewerkers die voor het woon-werkverkeer gebruik maken van het openbaar vervoer én geen toegang hebben tot een afgesloten parkeervoorziening van de Hanzehogeschool of afzien van dit recht. N.V.T. 26

Inkoop Gebruik Afdanking (Openbaar) vervoerbeleid: Het betreft hierbij met name de (verdere) ontwikkeling van het busvervoer van en naar de ZernikeCampus. Naast het busvervoer is ook de ontwikkeling van de Regiotram * 1 (waarvan de geplande eerste lijn naar het Zernikecomplex zal lopen) onderwerp van overleg met overleg met Gemeente Groningen, Rijksuniversiteit Groningen en het Trambureau Er moet nog een vervoersplan worden opgesteld. Dienstreizen Regeling dienstreizen: Voor elke dienstreis die u maakt, heeft u toestemming nodig van de verantwoordelijke budgethouder. De regeling dienstreizen HG gaat ervan uit dat u gebruik maakt van het openbaar vervoer. Alleen met toestemming van de budgethouder kunt u van eigen vervoer gebruik maken. Op een aantal locaties is een dienstauto aanwezig waarop u kunt inschrijven. Aanvoer producten door leveranciers Kantoorartikelen worden centraal ingekocht en centraal opgeslagen. De centraal opgeslagen kantoorartikelen worden met ongemotoriseerd vervoer op het Zerniketerrein vervoerd. N.V.T. * 1 Vanaf 2015 had in Groningen de tram moeten terugkeren. Laatste ontwikkeling is dat dit waarschijnlijk toch niet door gaat. Groningse collegepartijen D66 en SP weigeren steun te geven aan de huidige begroting waarin de tram is opgenomen. De andere coalitiepartners GroenLinks en de PvdA willen wel dat de tram er komt. 27

6. Visie op duurzame energie 6.1 Algemene visie Duurzaamheid als onderdeel van maatschappelijke verantwoordelijkheid behoort al jaren tot de centrale kernwaarden van de Hanzehogeschool. Zo is er in 1999 al een convenant (Handvest Duurzaam HBO) gesloten tussen de hogescholen, de HBO-raad, de ministeries VROM, OCW, LNV en EZ en de stichting duurzaam hoger onderwijs (DHO) betreffende de integratie van duurzame ontwikkeling in onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering in het hoger onderwijs. Het Handvest Duurzaam HBO is in 2004 geactualiseerd. In dit handvest wordt voor duurzame ontwikkeling de begripsomschrijving van de VN-commissie Brundtland gebruikt: Duurzame ontwikkeling is een proces van maatschappelijke verandering dat aandacht vraagt voor verschillende aspecten van menselijk handelen in hun onderlinge verwevenheid zoals ecologische, economische, sociaal-culturele, politieke en gezondheidsaspecten. Het is een ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen, aldus de definitie van de VN commissie Brundtland uit 1987. Duurzaamheid gaat over de schaarste van hulpbronnen waarmee welvaart wordt voortgebracht, zowel nu als in de toekomst. De mogelijkheden van de aarde zijn eindig. Grondstoffen kunnen opraken, de opnamecapaciteit van de atmosfeer en onze natuurlijke omgeving kent haar grenzen. Bij duurzame ontwikkeling is sprake van een ideaal evenwicht tussen sociale, ecologische en economische belangen (people, planet and profit). Alle ontwikkelingen die op technologisch, economisch, ecologisch, politiek of sociaal vlak bijdragen aan een gezonde aarde met welvarende bewoners en goed functionerende ecosystemen zijn als duurzaam aan te merken. De HG vertaalt bovengenoemde begripsomschrijving door in al haar activiteiten maatschappelijk verantwoord te handelen. De HG levert dan ook een belangrijke bijdrage aan duurzame ontwikkeling. Kennis vanuit de opleidingen komt ten goede aan de maatschappij en omgekeerd ten gunste van de opleidingen. Naast een brede en diverse hogeschool is de HG een maatschappelijke onderneming. Dat betekent aandacht voor duurzaamheid in de bedrijfsvoering. 6.2 Visie in de praktijk Energieopslag De HG heeft het streven om voor nieuwbouwprojecten duurzame opwekking te hanteren. Zernikeplein 17, Instituut voor Sportstudies, is voorzien van een bron voor warmte- en koude. Deze wordt door een exploitant geëxploiteerd. Op het Zernike terrein, waar de Hanzehogeschool deel van uit maakt, zijn meerdere gebouwen, waaronder die van de Rijks Universiteit Groningen, op een WKOsysteem aangesloten. Al deze WKO-systeem vallen onder één exploitant. De totale onttrekking en laden van warmte-en koude, verdeeld over de diverse bronnen, moet in balans zijn en valt onder verantwoordelijkheid van de exploitant. De onbalans bij het gebouw Instituut voor Sportstudies wordt elders op het terrein gecompenseerd. De onbalans wordt met name vereffend door een rekencentrum op het terrein. Een rekencentrum heeft veel koude nodig. HG verkent te allen tijde de mogelijkheid om daar waar uitbreiding van koeling en/of verwarming plaats vindt binnen het gebouw, deze op de bron aan te sluiten. Met name aanvullende lokale koeling is op de WKO aangesloten. Om de koeling van bovenstaande bron verder uit te nutten heeft HG ook Zernikeplein 5-7 op de WKO aangesloten. Totaal aandeel van deze bron is 5400 GJ warmte en 1660 GJ koude levering. 28