Titel Opleidingsvariant Actieve aarde Voltijd Collegejaar 2015-2016 1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAAA-PACTIEF-14 1.2 Cursusnaam Actieve aarde 1.3 Cursusnaam in Engels Active Earth 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau D (propedeuse) 1.6 Opleiding (varianten) 1.7 Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: EJ van Eekeren (tel. 7277) (jaap.vaneekeren@hu.nl) Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie Totale contacttijd in minuten per blok In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? Diverse werkvormen niet verplicht 3 maal per week 7560 minuten bij aanvangsblok 2: blok 2 Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 12 1.12 Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar In welke blokken wordt de toets aangeboden? presentatie Numeriek 1 decimalen 5,5 20 2 bij aanvangsblok 2:. blok 2. blok 3 Schriftelijk tentamen Numeriek 1 decimalen 5,5 80 2 bij aanvangsblok 2:. blok 2. blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De student kan geologische processen beschrijven en verklaren op verschillende geologische tijdschalen. De student kan geologische processen in ruimte en tijd relateren aan klimatologische zones. De student heeft kennis van de ontwikkeling van de geologie en fysische geografie van de laatste 300 jaar. De student kan de rol van de geologische processen in het voorkomen van natuurrampen herkennen en analyseren. De student kan één geologisch gegrip helder presenteren in woord en beeld. 2.2 Cursus inhoud Korte beschrijving: Er lijkt een relatie te bestaan tussen klimaten en de aanwezige landschapsvormen te zijn. Zijn er nog meer processen die op de landschapsvormen van invloed zijn? Doel van de cursus is dat de student greep krijgt op het scala van samenwerkende factoren die landschapsvormen bepalen (in verleden, heden en toekomst). Vanuit een casus waarbij studenten reiservaringen uitwisselen wordt ingezoomd op landschapsvormen. Er lijkt een relatie te bestaan tussen klimaten en de aanwezige landschapsvormen te zijn. Zijn er nog meer processen die op de landschapsvormen van invloed zijn? Doel van de cursus is dat de student greep krijgt op het scala van samenwerkende factoren die landschapsvormen bepalen (in verleden, heden en toekomst). Legitimering: SBL 3, 4, 7. Dublin descriptoren: zie cursushandleiding Kennisbasis: 1.1 Geogenese en geomorfologie 1.2 Ecologische systemen 2.2 Draagkracht van het fysische milieu 2.4 Milieubeleid en duurzaamheid 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Hoofdstukken 11, 12, 13, 15 en 17 uit Christopherson, R.W. Geosystems. Pearson Education, Inc. Upper Saddle River, New Jersey, USA. 2009. 7th edition or 8th edition 2010 2.5 Workload Contactduur (uren): 126 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 12 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/2/oaaa-pactief-14
Titel Opleidingsvariant Regio 1: Europa Voltijd Collegejaar 2015-2016 1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAAA-PEUROPA-14 1.2 Cursusnaam Regio 1: Europa 1.3 Cursusnaam in Engels Region 1: Europe 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau D (propedeuse) 1.6 Opleiding (varianten) 1.7 Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: GH van der Pot (tel. 9331) (gerhard.vanderpot@hu.nl) Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie Totale contacttijd in minuten per blok In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? Diverse werkvormen niet verplicht 3 maal per week 5040 minuten bij aanvangsblok 3: blok 3 Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 56 1.12 Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar In welke blokken wordt de toets aangeboden? Essay Numeriek 1 decimalen 5,5 50 2 bij aanvangsblok 3:. blok 3. blok 4 Opstellen schriftelijk tentamen Numeriek 1 decimalen 5,5 50 2 bij aanvangsblok 3:. blok 3. blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De student gaat zich verdiepen in sociaal en fysisch geografische aspecten van Europa. In deze cursus gaat de student vanuit verschillende disciplines (o.a. fysische geografie, economische geografie, politieke geografie, historische geografie en demografie) de ontwikkeling van de Europese integratie onderzoeken. Welke consequenties voor burgers zijn verbonden aan de voortschrijdende Europese integratie? Voor de bevolking, voor de economie, en? Naast vakinhoudelijke aspecten komen vakdidactische onderdelen aan bod, het schrijven van een essay en het construeren van toetsvragen m.b.v. een taxonomie. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student ontwikkelt zijn vakinhoudelijke en vakdidactische competenties. Kennis: fysisch en sociaal geografische verdieping van Europa. Vaardigheden: de student werkt aan vakinhoud en didactiek opdat hij voor een krachtige leeromgeving in het voortgezet onderwijs kan zorgen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: De student maakt zichzelf expert op het gebied van sociaal en fysisch geografische aspecten van Europa. Dat doet hij aan de hand van twee eindopdrachten waarbij hij regelmatig samenwerkt met medestudenten. Tijdens bijeenkomsten worden de studenten gecoacht door de docent daarbij ontvangen zij ook feedback. Toetsen en beoordelingscriteria: Deze cursus wordt afgesloten met diverse toetsvormen, pas als alle onderdelen hiervan voldoende zijn, treedt onderstaande weging inwerking. De diverse toetsvormen bestaan uit: Toets 1: Opstellen van een schriftelijk tentamen (50%), cesuur is 5,5. Toets 2: Essay (50%), cesuur is 5,5. In de studiehandleiding, die bij de start van de cursus wordt uitgedeeld, worden de toetsings- en beoordelingscriteria nader gespecificeerd. 1 e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2 e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 e toetsmoment was. Legitimering: SBL 3. Dublin descriptoren: zie cursushandleiding Kennisbasis: 1.1Geogenese en geomorfologie 2.1 Mens-milieu relaties 4.3 Geografie van stad en platteland 5.1 Politieke geografie 5.2 Culturele geografie 6.3 Thema s en regio s 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Europa: een nieuwe geografie. Ben de Pater en Leo Paul. Eerste druk, uitgave 2015: ISBN 9789491269103 Denken over regio's. Ben de Pater e.a. Derde druk, uitgave 2011: ISBN 9789046902820 Eventuele overige literatuur wordt door de docent bekend gemaakt 2.5 Workload Contactduur (uren): 84 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 56 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur.
Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/2/oaaa-peuropa-14
Titel Opleidingsvariant Geografie van ontwikkelingslanden. Voltijd Collegejaar 2015-2016 1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAAA-PGEOONTW-14 1.2 Cursusnaam Geografie van ontwikkelingslanden 1.3 Cursusnaam in Engels Geography of developing countries 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau D (propedeuse) 1.6 Opleiding (varianten) 1.7 Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: GH van der Pot (tel. 9331) (gerhard.vanderpot@hu.nl) Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie Totale contacttijd in minuten per blok In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? Diverse werkvormen niet verplicht 3 maal per week 7560 minuten bij aanvangsblok 2: blok 2 Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 11 1.12 Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar In welke blokken wordt de toets aangeboden? Schriftelijk tentamen Numeriek 1 decimalen 5,5 100 2 bij aanvangsblok 2:. blok 2. blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In het voortgezet onderwijs wordt aandacht besteed aan ontwikkelingslanden. Het doel van deze cursus is om studenten kennis en inzicht op te laten doen aangaande thema`s met betrekking tot de algemene ontwikkelingsproblematiek. Via (groeps-)opdrachten is er aandacht voor de didactische vertaling van thema`s naar het niveau van leerlingen in de basisvorming. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De competenties waaraan deze cursus een bijdrage levert behoren tot de context van het vakinhoudelijk en het vakdidactisch handelen en het samenwerken met collega`s. De cursus richt zich specifiek op: Het in samenwerking met medestudenten ontwikkelen van bekwaamheden die het mogelijk maken te zorgen voor een krachtige leeromgeving bij de lessen, door uitdagende opdrachten voor leerlingen te kunnen maken. Het verkrijgen van inhoudelijke bagage die het de student mogelijk moet maken snel en adequaat lesmateriaal te zoeken, te maken en toe te passen in voorkomende situaties. Leerstof, werkvormen en activiteiten: De module is cursorisch. Per week staat een thema met betrekking tot de Derde Wereld centraal. Bij de bijeenkomsten worden verschillende werkvormen gehanteerd: hoorcollege, groepswerk, blended learning en individuele (korte) presentaties, welke van feedback worden voorzien door de docent. Studenten zijn in groepsverband actief met het bedenken van didactische ideeën voor het aan de orde laten komen van verschillende begrippen. Naast het groepswerk werken studenten individueel aan (keuze) opdrachten die gericht zijn om kennis en inzicht te verkrijgen in thema`s met betrekking tot de algemene ontwikkelingsproblematiek van Derde Wereld landen. Studenten oefenen en werken o.a met statistische gegevens en technieken. Toetsen en beoordelingscriteria: Toets: Deze cursus wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen. Cesuur 5,5. Weging 100%. In de studiehandleiding, die bij de start van de cursus wordt uitgedeeld, worden de toetsings- en beoordelingscriteria nader gespecificeerd. 1 e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2 e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 e toetsmoment was. Legitimering: SBL 3 en 4. Dublin descriptoren: zie cursushandleiding Kennisbasis: Kennisbasis aardrijkskunde: thema 5, categorie 5.3, nr. 1 tot en met 5. Kennisbasis ICT: indicator 3. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Boek : Nederpelt, J. Een wereld apart, otwikkelingslanden van uitsluiting naar participatie. Uitgeverij Van Gorcum, Assen. 2011. ISBN 9789023248019. Boek (verplicht) : Boek : Knox, P. Places en regions in global context, 5th edition. Santa Barbara. 2010. ISBN 9780321561862. Hieruit H2 en H8. 2.5 Workload Contactduur (uren): 126 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 11 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur.
Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/2/oaaa-pgeoontw-14
Titel Nederlandse landschappen 1 Opleidingsvariant Voltijd Collegejaar 2015-2016 1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAAA-PNLAND1-14 1.2 Cursusnaam Nederlandse landschappen 1 1.3 Cursusnaam in Engels Dutch landscapes 1 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau D (propedeuse) 1.6 Opleiding (varianten) 1.7 Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: RF Houtgast (tel. 06 23699863) (rob.houtgast@hu.nl) Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie Totale contacttijd in minuten per blok In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? diverse werkvormen niet verplicht 3 maal per week 3240 minuten Practicum verplicht 3 maal per week 1080 minuten bij aanvangsblok 3: blok 3 bij aanvangsblok 3: blok 3 Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 66 1.12 Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar In welke blokken wordt de toets aangeboden? Praktisch tentamen Numeriek 1 decimalen 5,5 20 2 bij aanvangsblok 3:. blok 3. blok 4 Schriftelijke tentamen Numeriek 1 decimalen 5,5 80 2 bij aanvangsblok 3:. blok 3. blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De student heeft kennis van de geologische tijdstabel en kan deze toepassen in de Nederlandse situatie. De student kan de variatie aan landschappen in Nederland, de ontstaanswijze(genese) en de rol van de mens beschrijven, toepassen en verklaren. De student kan de landschapsvormende processen in tijd en ruimte plaatsen. De student kan verschillende soorten zand herkennen, beschrijven en verklaren. De student kan verschillende gesteentes herkennen, beschrijven en verklaren. De student kan verschillende gesteentes in de juiste hoofdgroep plaatsen. 2.2 Cursus inhoud Korte beschrijving: Het Nederlandse landschap is zeer gevarieerd. Het uiterlijk van een landschap wordt voor een belangrijk deel door de mens bepaald, maar de fysische grenzen spelen toch ook een grote rol. Verschillen in ondergrond (gesteente en reliëf), bodem en waterhuishouding zorgen voor een grote verscheidenheid. Het huidige landgebruik is een weerspiegeling van de samenhang tussen deze menselijke en natuurlijke factoren. De verschillende landschappen van Nederland worden behandeld en enkele landschappen worden bezocht tijdens een excursie. Ook wordt kennisgemaakt met de verschillende soorten gesteenten tijdens een practicum, afgesloten door een toets. Legitimering: SBL 3, 5. Dublin descriptoren: zie cursushandleiding Kennisbasis: 1.1 Geogenese en geomorfologie 1.2 Ecologische systemen 2.1 Mens-milieu relaties 2.2 Draagkracht van het fysische milieu 3.1 Natuur- en cultuurlandschappen 3.2 Nederlandse cultuurlandschappen 3.3 Strijd van Nederland tegen het water 7.1 Globes, kaarten en atlasssen 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Terlingen en van Eekeren, Nederlandse landschappen, Malmberg, Den Bosch, ISBN 90 208 0785 4. Reader (verplicht) : Reader (uitgedeeld tijdens het eerste college): Literatuur & opdrachten bij colleges 2.5 Workload Contactduur (uren): 72 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 66 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/2/oaaa-pnland1-14
Titel Opleidingsvariant Stadsgeografie Voltijd Collegejaar 2015-2016 1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAAA-PSTADGEO-14 1.2 Cursusnaam Stadsgeografie 1.3 Cursusnaam in Engels Urban Geography 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau D (propedeuse) 1.6 Opleiding (varianten) 1.7 Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd 1.9 Contactpersoon GH Jansen (tel. 7578) (alienke.jansen@hu.nl) Nee 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie Totale contacttijd in minuten per blok In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? Diverse werkvormen niet verplicht 3 maal per week 6480 minuten veldwerk verplicht 3 maal per week 1920 minuten bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 1: blok 1 Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren -2 1.12 Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar In welke blokken wordt de toets aangeboden? Schriftelijk tentamen Numeriek 1 decimalen 5,5 70 2 bij aanvangsblok 1:. blok 1. blok 2 Veldwerkverslag Numeriek 1 decimalen 5,5 30 2 bij aanvangsblok 1:. blok 1. blok 2
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: De hoorcolleges en de bestudering van het handboek verschaffen de basiskennis van de stadsgeografie. Binnen en naast de colleges ga je samen met medestudenten een aardrijkskundeveldwerk ontwikkelen. Dit houdt in het voorbereiden, organiseren en uitvoeren van veldwerkopdrachten ten behoeve van een veldwerkdag in een stedelijke omgeving. Dit veldwerk is bestemd voor je medestudenten. Voor ieder dagdeel worden gevarieerde opdrachten ontwikkeld. Vakdidactische componenten: uitleg van begrippen op eigen niveau. Een ander didactisch aspect betreft de transformatie van theoretische stof, opgedaan in colleges en uit de literatuur, m.b.t. stadsgeografie naar de praktijksituatie in de stad. Leerdoelen van deze cursus zijn: De student heeft inzicht in het ontstaan van verschillende vormen van samenleving in verschillende gebieden De student kan geografische kernbegrippen uit H1, H10, H11 toepassen op steden en op de ontwikkeling van steden De student kent verschillende fasen in de ontwikkeling van de stad en kan de erfenis van deze verschillende fasen op kaart en in werkelijkheid herkennen: o ontwikkeling van agrarische nederzettingen tot stad; o ontwikkeling en geleding van pre-industriële steden o ontwikkeling en geleding van de stad tijdens de industriële revolutie o veranderingen in de ontwikkeling en geleding van de stad onder invloed van een aantal, in handboek en colleges besproken, visionairen. De student kan de ontwikkelingen in opbouw en geleding van de stad vanaf de tweede helft van de 20e eeuw beschrijven, verklaren en herkennen. Het betreft onder andere (maar niet beperkt tot) -opkomst tertiaire sector -opkomt suburbanisatie -ontstaan bedrijfsterreinen aan de randen -ontstaan van nieuwe stedelijke kernen bij uitvalswegen De student kan de ontwikkeling van en verschuivingen in stedelijke systemen, op verschillende schaalniveaus, onder invloed van toenemende mobiliteit en globalisering, beschrijven en verklaren. De student kent drie verschillende modellen die de geleding van de stad weergeven (Burgess, Hoyt, Harris & Ullman) Het toepassen van theoretische stof, opgedaan in colleges en uit de literatuur, op veldwerksituaties. De student ontwerpt een klein stadsgeografische onderzoek. Daarbij kan de student: o o o o Een vraagstelling formuleren Passende deelvragen ontwerpen Een passende aanpak ontwerpen per deelvraag Een passende verwerkingsvorm voor de resultaten ontwerpen, om zo samen met medestudenten en de docent tot een conclusie te kunnen komen. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: Bij deze cursus wordt algemene kennis van stadgeografie door middel van hoorcolleges, werkcolleges, veldwerk in steden (waaronder groepswerk) verworven. Een belangrijk onderdeel van deze cursus zijn de verplichte veldwerkdagen. Bij dit veldwerk wordt de stadsgeografische kennis concreet toegepast in begeleiden en zelfstandig uit te voeren veldwerken. Dit veldwerk wordt voorbereid in werkcolleges waarbij de studenten regelmatig feedback van de docenten ontvangen. De student bepaalt de uitwerking en uitvoering van het stadsgeografische thema. Toetsing en beoordelingscriteria: Toets 1 :Schriftelijk tentamen over de literatuur en de collegestof(weging: 70%) cesuur 5,5. Toets 2: Veldwerkverslag (weging: 30%), cesuur 5,5. In de studiehandleiding, die bij de start van de cursus wordt uitgedeeld, worden de toetsings- en beoordelingscriteria nader gespecificeerd. 1 e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2 e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 e toetsmoment was.
Legitimering: SBL 3, 4 en 7. Dublin descriptoren: zie cursushandleiding Kennisbasis: Kennisbasis Aardrijkskunde, Thema (Domein) 4, Categorie (Subdomein) 4.3, met de leerdoelen in de 4 e kolom (de startbekwame docent heeft kennis van en inzicht in) geformuleerd nr. 1, 2, 3, 4, 5 en 8. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Kosten: EUR 50 (De geschatte eigen bijdrage van de student voor de veldwerkdagen bedraagt 50,- Denk hierbij aan vervoer, lunch etc. Eventuele veldwerkkosten (entree etc.) worden evenredig over de deelnemers verrekend.) Materiaal: Boek (verplicht) : Boek: (Handboek sociale geografie) Knox, P. and S. Marston. Human geography, Places and Regions in global context, 6th edition, Santa Barbara,2012, ISBN 9780321728876.. Hieruit H1, H10, H11. Latere editie mag ook. 2.5 Workload Contactduur (uren): 140 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): -2 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/2/oaaa-pstadgeo-14
Titel Vakdidactiek en vaardigheden 1 Opleidingsvariant Voltijd Collegejaar 2015-2016 1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAAA-PVAKDID1-14 1.2 Cursusnaam Vakdidactiek en vaardigheden 1 1.3 Cursusnaam in Engels Teaching methods and skills 1 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau D (propedeuse) 1.6 Opleiding (varianten) 1.7 Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: GH van der Pot (tel. 9331) (gerhard.vanderpot@hu.nl) Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie Totale contacttijd in minuten per blok In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? Diverse werkvormen niet verplicht 3 maal per week 7560 minuten bij aanvangsblok 1: blok 1 Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 12 1.12 Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar In welke blokken wordt de toets aangeboden? Eindopdracht Numeriek 1 decimalen 5,5 50 2 bij aanvangsblok 1:. blok 1. blok 2 Schriftelijk tentamen Numeriek 1 decimalen 5,5 50 2 bij aanvangsblok 1:. blok 1. blok 2
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In de doorlopende leerlijn VAVA (1,2) maken de studenten voor het eerst kennis met vakdidactiek en vaardigheden die noodzakelijk zijn om als toekomstige aardrijkskundedocenten goed te functioneren. Atlassen en kaarten zijn belangrijke instrumenten in de geografie en het aardrijkskunde-onderwijs en spelen een centrale rol in deze cursus. Studenten bekwamen zich in kaartvaardigheden (gebruik en productie) en leren al doende aan welke eisen een goede kaart moet voldoen. Om inzicht te krijgen van de omgeving is het kunnen werken met kaarten niet de enige vaardigheid die in deze cursus wordt aangeleerd. Het doen van grondboringen, het documenteren en verwerken van gegevens en daar conclusies uit weten te trekken komt ook aan bod. Aan de hand van verschillende introductie-activiteiten en opdrachten krijgen de studenten een helder beeld van de opleiding en het toekomstig werkveld. 2.2 Cursus inhoud Door middel van hoor- en werkcolleges verdiept de student zich in de theorie van kaarten en kaartvaardigheden. De student leert omgaan met kaarten als informatiedrager van ruimtelijke informatie. De theorie van het maken van kaarten, inclusief de daartoe benodigde berekeningen, maakt de student zich eigen door het maken van opdrachten. De student ontwikkelt zijn vakdidactische competenties. De student kent de veranderingen op hoofdlijnen van het aardrijkskundeonderwijs en de ontwikkelingen in de didactiek. De student heeft kennis van, en inzicht in, hoe leerlingen aardrijkskunde leren en hij kan verschillende didactische aanpakken daarvan toepassen voor de onderwijspraktijk. In deze cursus wordt het gebruik van de atlas en GPS geoefend door middel van opdrachten. Verder wordt in deze cursus het maken van (thematische)kaarten en geologische dwarsdoorsneden behandeld en toegepast. De student maakt verder enkele opdrachten waaruit zijn vakdidactische kennis en vaardigheden blijkt. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Reader Kaartvaardigheden Berg, v.d. G. e.a. Vakdidactiekboek aardrijkskunde, expertisecentrum aardrijkskunde, 2009 (www.vakdidactiekaardrijkskunde.nl) Eventuele overige literatuur wordt door de docent bekend gemaakt Diversen (verplicht) : Kosten i.v.m. veldwerk / excursie activiteiten worden aan het begin van de cursus bekend gemaakt. 2.5 Workload Contactduur (uren): 126 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 12 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/2/oaaa-pvakdid1-14
Titel Opleidingsvariant Ecologie en landschap Voltijd Collegejaar 2015-2016 1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAEM-PECOLAN-12 1.2 Cursusnaam Ecologie en landschap 1.3 Cursusnaam in Engels Ecology and landscape 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau D (propedeuse) 1.6 Opleiding (varianten) 1.7 Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd 1.9 Contactpersoon AJ Kooman (tel. 7205) (addy.kooman@hu.nl) Nee 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie Totale contacttijd in minuten per blok In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? Diverse werkvormen verplicht 1 maal per week 960 minuten Excursie verplicht 1 maal per blok 2400 minuten Practicum verplicht 1 maal per week 1440 minuten bij aanvangsblok 4: blok 4 bij aanvangsblok 4: blok 4 bij aanvangsblok 4: blok 4 Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 57 1.12 Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar In welke blokken wordt de toets aangeboden? Dossier Numeriek 1 decimalen 5,5 50 2 toets Numeriek 1 decimalen 5,5 50 2 bij aanvangsblok 4:. blok 4. blok 5 bij aanvangsblok 4:. blok 4. blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In deze cursus staat het bestuderen en beschrijven van (Nederlandse) landschappen centraal. Dit gebeurt aan de hand van colleges over geologie, bodemkunde, natuur- en cultuurlandschap en bostypen en een excursieprogramma in een voorbeeldlandschap. Doelstellingen/competenties: De student - kan een beschrijving maken van het ontstaan van enkele (Nederlandse) landschappen, de belangrijkste landschapselementen en van de componenten van de belangrijkste ecosystemen - kan het ontstaan van deze landschappen, de landschapscomponenten en de componenten van de ecosystemen in die landschappen met elkaar in verband brengen. - is in staat om met behulp van kaarten en in het veld componenten van het landschap en ecosystemen te herkennen en te onderzoeken met behulp van voorgeschreven veldwerktechnieken en de resultaten op een heldere manier vast te leggen. - kan opvallende kenmerken, kleuren en elementen in een landschap benoemen en van daaruit komen tot een aanpak om patronen te beschrijven en vragen te stellen over ontstaan van die patronen. - kan een aantal veelvoorkomende planten- en diersoorten herkennen en de soortnaam en familienaam benoemen (biologie) - kan een aantal bodems herkennen en benoemen (aardrijkskunde) Toetsen en beoordelingscriteria: Het dossier bestaat uit: - De opdrachten die uitgevoerd zijn tijdens de excursie in het voorbeeldlandschap. Belangrijk hierbij zijn: inzicht in ontstaan van het landschap en de relatie tussen landgebruik, bodems en vegetatie. Het schriftelijk tentamen bestaat uit : Biologiestudenten: Het herkennen van planten en dieren + de geologie, natuur- en cultuurlandschappen. Aardrijkskundestudenten: een theorietoets over Bodemkunde, geologie, natuur- en cultuurlandschappen en bostypen In de studiehandleiding, die bij de start van de cursus wordt uitgedeeld, worden de toetsings- en beoordelingscriteria. nader gespecificeerd. Weging: voor het eindcijfer telt het tentamen mee voor 50% en het dossier voor 50% 1 e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2 e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 e toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicumbijeenkomsten en excursies is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5 en 6 Dublin descriptoren: zie cursushandleiding Kennisbasis: De volgende concepten uit de kennisbasis biologie komen aan bod: 1.1 Ecologische systemen 2.1 Draagkracht van het fysische milieu 3.1 Nederlandse cultuurlandschappen Kennis van het schoolvak: Soort, populatie, ecosystemen, biosfeer, kringloop, voesdelrelaties, dynamiek, evenwicht, biodiversiteit, interactie met (a)biotische factoren. Domein: 1E, 1F, 1G, 2F, 2G, 3D 5G. - Beroepskennis: vakoverstijgend project, veldwerk, beschrijvend onderzoek De volgende concepten komen uit de kennisbasis aardrijkskunde aan bod: 1.1 Geogenese en geomorfologie 1.2 Ecologische systemen 2.1 Mens-milieu relaties 2.2 Draagkracht van het fysische milieu 2.4 Milieubeleid en duurzaamheid 3.1 Natuur- en cultuurlandschappen 3.2 Nederlandse cultuurlandschappen 3.3 De strijd van Nederland tegen het water 7.1 Globes, kaarten en atlassen 7.2 Digitale informatieverwerking
Thema s: Natuurlijke systemen op en rond de aarde, Milieugeografie, Landschappen, Geografische concepten, Het geografisch instrumentarium. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: Dit is een vakoverstijgende cursus, waarin inhouden uit de biologie en uit de aardrijkskunde in samenhang aan bod komen, nl. de landschappen van Nederland met het ontstaan van het landschap en de relatie tussen het landgebruik, de bodems en de vegetatie. Het herkennen van planten, dieren en bodems vormt ook een onderdeel van deze cursus. Biologie en aardrijkskunde studenten wisselen hun expertise uit in het veld. Studenten voeren zelf veldwerk uit (in Zuid-Limburg) en ontwerpen een excursie / veldwerkprogramma voor leerlingen in een van de andere landschappen. 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: geen 2.4 Kosten en studiematerialen Kosten: EUR 150 (Voor de verblijfkosten tijdens de excursie naar Zuid-Limburg ben je ongeveer 150,00 euro kwijt. De reiskosten betaal je zelf.) Materiaal: Boek (verplicht) : Boek: Campbell NA, Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2015). Biology, a Global approach. Global edition. Harlow: Pearson Education Ltd. ISBN 10: 1-292- 00865-2; ISBN 13: 978-1-292-00865-3 Tenth edition. Reader (verplicht) : Cursushandleiding Boek (verplicht) : Meijden, R. van der. Heukels Flora van Nederland. Wolters-Noordhof, Groningen, 22e ed. 1996 of 23e ed. 2005. Boek (verplicht) : Een veldgids voor planten en dieren. In overleg met docent Boek (verplicht) : Claessens, S. en Griethuyzen, G. van. Veldwerk in de tweede fase.een handleiding voor leerlingen en docenten. Stichting Veldstudie Hei & Boeicop., 2001. Boek (aanbevolen) : H.J.A. Berendsen (2005): Landschappelijk Nederland. 3e druk. Koninklijke van Gorcum, 2005, ISBN 90232 41487 2.5 Workload Contactduur (uren): 80 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 57 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/18/oaem-pecolan-12
Titel Beroep 1 Opleidingsvariant Voltijd Collegejaar 2015-2016 1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAR-PBEROEP1-15 1.2 Cursusnaam Beroep 1 1.3 Cursusnaam in Engels profession 1 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau D (propedeuse) 1.6 Opleiding (varianten) 1.7 Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd 1.9 Contactpersoon SW Janzing (sabine.janzing@hu.nl) Nee 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie Totale contacttijd in minuten per blok In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? Hoorcollege niet verplicht 1 maal per week 840 minuten bij aanvangsblok 1: blok 1 WERKCOLLEGE niet verplicht 2 maal per week 1680 minuten bij aanvangsblok 1: blok 1 Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 98 1.12 Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar In welke blokken wordt de toets aangeboden? Dossier Alfanumeriek en numeriek voor IA 5,5 100 2 bij aanvangsblok 1:. blok 1. blok 2
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De belangrijkste taak van een docent is lesgeven in een schoolorganisatie. Om een les/onderwijsactiviteit goed te laten verlopen is het van belang dat deze goed voorbereid en uitgevoerd wordt. Ter afsluiting van de les is het van belang dat er geëvalueerd wordt welke leerresultaten er zijn behaald. In deze cursus maakt de student kennis met de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van een les. Ook wordt er ingegaan op de rollen van de docent en begeleiden van het leerproces bij de leerlingen. Er wordt kennisgemaakt met de (mogelijk) toekomstige werkvelden; het voortgezet onderwijs en het beroepsgericht onderwijs. De student krijgt training in zaken als presentatie, stemgebruik, houding en orde houden. Daarnaast wordt in deze module gestart met de ontwikkeling van het onderzoekend vermogen van studenten. De student verwerft basale informatievaardigheden en leert observeren met een bestaand observatie-instrument. Aan het einde van de cursus zal formatief getoetst worden of de student het taalniveau 3F beheerst. Tijdens de cursus wordt gebruik gemaakt van de blended leeromgeving: dit wordt vormgegeven door middel van werkcolleges, hoorcolleges of weblectures, samenwerken binnen leerteams en de HUbl site. Informatie over de inhoud van de cursus, de materialen en de werkwijze is te vinden op de HUbl site. 2.2 Cursus inhoud Learning outcomes De student: 1. beschrijft vanuit zijn rol als toekomstig docent, zijn visie op het begeleiden van het leerproces van zijn toekomstige leerlingen, 2. onderzoekt zijn (mogelijk) toekomstige werkveld en onderkent zijn pedagogisch/didactische taken binnen het VO en Beroepsonderwijs, 3. verwerkt de verschillende onderdelen van het model didactische analyse (beginsituatie, leerdoelen, leerstof, leeractiviteiten, leermiddelen en evaluatie) in een lesplan en verantwoordt alle gemaakte keuzes vanuit de verplichte literatuur, 4. voert een les(onderdeel) uit waarbij hij de uitgangspunten van effectief klassenmanagement toepast, 5. voert een les(onderdeel) uit waarbij de uitgangspunten van directe instructie worden toegepast, 6. voert op de gevraagde methodische en kritische wijze een eenvoudig observatieonderzoek uit, 7. zoekt en vindt in een sterk gestructureerde context Nederlandstalige vakliteratuur waarmee een gegeven onderzoeksvraag beantwoord kan worden en verwerkt dit in de vorm van een eigen geschreven rapportage. In beroep 1 wordt ook aandacht besteed aan de taalvaardigheid van de student. Door middel van formatieve feedback en toetsing krijgt de student zicht op het eigen niveau van schrijven. Indien dit lager is dan minimaal 3F niveau wordt van de student verwacht dit gedurende de propedeuse zelfstandig bij te werken. Leeractiviteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. De student krijgt hoor- en werkcolleges waarin de bovenstaande doelen behaald worden. Er is in de werkcolleges speciale aandacht voor het trainen en oefenen van een aantal basale docentvaardigheden zoals houding, stemgebruik en presenteren. Thema: Leren Als docent ben je verantwoordelijk voor het leerproces bij je leerlingen. Wat is leren en hoe kun je je leerlingen daarbij begeleiden? Binnen dit thema ontwikkelt de student zijn visie over leren en en zijn visie over zijn toekomstige pedagogische en didactische rol als docent.
Thema: Lesvoorbereiding Binnen dit thema staat het belang en het nut van een lesvoorbereiding centraal. De student ontwikkelt de vaardigheden ten aanzien van een goede lesvoorbereiding. Dit resulteert in het beschrijven van een lesplan waarin de beginsituatie, leerdoelen, werkvormen en directe instructie zijn weergegeven. Thema: Het uitvoeren van een les (onderdeel) Het geven van een les vereist het toepassen van kennis en verschillende vaardigheden door de docent. De bijeenkomsten van deze cursus zijn gericht op het ontwikkelen van vaardigheden ten behoeve van het lesgeven. De volgende items komen tijdens de trainingen aan bod: houding, leerklimaat, rollen van de leraar, lesorganisatie, klassenmanagement, directe instructie, werkvormen, activeren, begeleiden en motiveren van leerlingen, controleren en evalueren van leerdoelen. Thema: Het Nederlandse onderwijssysteem: VO/ Beroepsonderwijs De student doet kennis op over de (toekomstige) werkplek: het Nederlandse onderwijssysteem. Het betreft de hele breedte van het tweedegraadsgebied: algemeen voortgezet onderwijs (AVO) en het beroepsonderwijs (VMBO/MBO). Thema: Onderzoekend vermogen Binnen de leerlijn Beroep ontwikkelt de student zijn onderzoekend vermogen. Tijdens deze fase komt het uitvoeren van een voor gestructureerd observatieonderzoek aan bod. Dit observatieonderzoek is gericht op het lesgeven door (toekomstige) leraren. De observaties vinden plaats tijdens de bijeenkomsten. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de eerste basale kennis wat betreft informatievaardigheden. De student leert in een gestructureerde context om Nederlandstalige literatuur te zoeken met behulp van zoekmachines om daarmee een gegeven onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. Deze literatuur wordt verwerkt in een inleiding rondom het Nederlandse onderwijssysteem. Vaardigheden: 1. Het maken van een lesvoorbereiding 2. Het uitvoeren van een (les)onderdeel waarbij de volgende vaardigheden centraal staan: spreekvaardigheid, het geven van uitleg/instructie, het gebruik van onderwijsleermiddelen, het begeleiden van gesprekken in de groep, orde houden, lesorganisatie en het evalueren van leerresultaten. 3. Observeren. 4. Informatievaardigheid 5. Schrijfvaardigheid op minimaal 3F niveau Toetsen en beoordelingscriteria De cursus wordt afgesloten door middel van een dossier. Het dossier bestaat uit: a) Een inleiding waarin de student vanuit zijn rol als toekomstig docent, zijn visie op het begeleiden van het leerproces van zijn toekomstige leerlingen beschrijft en zijn (mogelijk) toekomstige werkveld onderzoekt. b) Een lesplan, aangevuld met toelichting en onderbouwing van de gemaakte keuzes. c) Een terugblik op de gegeven les en de leerwinst, inclusief feedback aan de hand van het observatieonderzoek en verantwoord vanuit de literatuur. Het dossier wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie studiehandleiding) en moet ingeleverd worden binnen WinVision. Het dossier dient ten minste te worden afgesloten met een 5,5. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Kennisbasis SBL-competenties: 1,2,3,4 en 7 Competentie 8 Generieke kennisbasis: 1.1 Het concept leren 1.2 Visies op leren 1.4 Leerling kenmerken 2.1 Didactische analyse 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen
2.3 Vormgeven van leerprocessen 3.1 Communicatiemodellen 3.3 Groepsdynamica 6.1 Werken aan eigen professionele ontwikkeling 6.2 Praktijkonderzoek 7.1 Nederlandse Onderwijssysteem Addendum kennisbasis ICT: 3.1 Informatievaardigheden Addendum kennisbasis beroepsgericht onderwijs: 6.1 Werken aan eigen professionele ontwikkeling 7.1 Nederlandse Onderwijssysteem 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Ettekoven,S & Hooiveld, J.(2015). Leren en onderwijzen. Groningen/Houten: Noordhoff Boek (verplicht) : Slooter, M. (2010). De vijf rollen van de leraar. Amersfoort: CPS. Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2013). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onder-zoeksrapportage. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Gruwel-Brand, S. & Wopereins, I. (2010). Word informatievaardig! Groningen: Noordhoff. 2.5 Workload Contactduur (uren): 42 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 98 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel Beroep 2 Opleidingsvariant Voltijd Collegejaar 2015-2016 1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAR-PBEROEP2-15 1.2 Cursusnaam Beroep 2 1.3 Cursusnaam in Engels profession 2 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau D (propedeuse) 1.6 Opleiding (varianten) 1.7 Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: CA Schouten (tel. 06-53787594) (christina.schouten@hu.nl) Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie Totale contacttijd in minuten per blok In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? Hoorcollege niet verplicht 1 maal per week 1680 minuten Werkcollege niet verplicht 2 maal per week 3360 minuten bij aanvangsblok 3: blok 3 bij aanvangsblok 4: blok 4 bij aanvangsblok 3: blok 3 bij aanvangsblok 4: blok 4 Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 98 (bij alle aanvangsblokken) 1.12 Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar In welke blokken wordt de toets aangeboden? toets Numeriek 1 decimalen 5,5 25 4 bij aanvangsblok 3:. blok 3. blok 4 bij aanvangsblok 4:. blok 4. blok 5 toets Numeriek 1 decimalen 5,5 75 4 bij aanvangsblok 3:. blok 3. blok 4 bij aanvangsblok 4:. blok 4. blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte omschrijving In deze module leert de student over de ontwikkeling van de mens tijdens de adolescentie (10-22 jaar). In deze periode ontwikkelt iemand zijn vermogen om emoties en impulsen te controleren, verwerft autonomie ten opzichte van ouders en leeftijdsgenoten, is er een toenemend inlevingsvermogen in de ander en een toenemend gevoel van verantwoordelijkheid voor zichzelf en anderen. Kortom, iemand verwerft zich in deze periode een eigen identiteit. We besteden aandacht aan diverse aspecten van adolescentieontwikkeling. Wat gebeurt er biologisch, hoe ontwikkelt het brein zich? Wat speelt er op cognitief vlak? Hoe verloopt de psycho-sociale en morele ontwikkeling? Welke rol spelen het gezin, leeftijdsgenoten, de maatschappelijke en culturele context waarin een jongere groot wordt? Daarnaast staan we stil bij de verschillen die er zijn tussen leerlingen. Welke verschillen zijn er tussen jongens en meisjes?welke verschillen spelen een rol bij adolescenten met verschillende achtergronden? De student leert in deze module de belangrijkste theorieën en modellen op deze gebieden kennen. In de module hebben we ook oog voor de wijze waarop een docent om kan gaan met deze diversiteit bij en tussen leerlingen. Daarbij is de eigen inbreng van de docent van belang: vanuit welke grondhouding geeft hij invulling aan zijn rol als docent? Welke vaardigheden zet hij in bij de interactie met zijn leerlingen? Op welke wijze weet hij aan te sluiten bij de ontwikkeling van zijn leerlingen, en wat draagt hij bij aan een prettig klasklimaat? 2.2 Cursus inhoud Learning outcomes De student kan. 1. vanuit diverse actuele bronnen (film, literatuur, onderzoeksgegevens, etc.) een beeld geven van de diversiteit in gedrag en belevenissen van adolescenten in de vorm van een adolescentenportret. 2. gedrag van adolescenten analyseren aan de hand van de belangrijkste kennis en theoreën rondom de cognitieve, morele, seksuele, biologische en persoonlijkheidsdanwel identiteits-ontwikkeling. 3. de invloed van verschillende ecologische systemen, zoals genoemd in de theorie van Bronfenbrenner, op het gedrag van adolescenten omschrijven. 4. omschrijven hoe docenten in hun interactie met leerlingen rekening kunnen houden met verschillende aspecten van de ontwikkeling van de adolescent. 5. omschrijven hoe de verschillende egoposities uit de transactionele analyse een rol kunnen spelen bij de interactie tussen docent en leerling. 6. voorbeelden geven hoe je als docent rekening kan houden met de implicaties van de ontwikkeling van adolescenten bij het creëren van een positief leerklimaat. 7. op methodische wijze een eenvoudig onderzoek met behulp van interviews uitvoeren naar de belevingswereld van jongeren in het onderwijs. 8. in een gesprek met een adolescent zorgdragen voor veiligheid door het gesprek op een prettige wijze in te leiden, duidelijkheid te geven omtrent het gebruik van opgedane informatie en een open houding aan te nemen. 9. in een gesprek de adolescent openheid bij de adolescent bevorderen door vaardigheden toe te passen als valideren, actief luisteren, open vragen stellen, doorvragen, aansluiten bij (de bewoordingen van) de leerling en samenvatten. 10. Nederlandse vakliteratuur zoeken en vinden in de context van een eenvoudig onderzoek naar de belevingswereld van jongeren 11. een adolescentenportret schrijven dat qua leesbaarheid, spelling, interpunctie en grammatica voldoet aan 4F niveau. Leeractiviteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. Je krijgt 2 uur in de week een werkcollege waarin je de stof verwerkt en leert toepassen op casussen. De volgende thema s komen aan bod:
Thema: identiteitsontwikkeling Je leert wat identiteit is en welke ontwikkeling een adolescent doormaakt op biologisch, cognitief en psycho-sociaal gebied. Je leert dat de puberteit onderdeel is van een veel groter geheel en over het algemeen veel minder heftig en moeilijk (Sturm und Drang) is dan dat er algemeen gedacht wordt. Daarnaast bekijken we de adolescentieontwikkeling in de bredere context van de omgeving waarin een adolescent opgroeit. Deze omgeving heeft een sociaal (gezin en leeftijdsgenoten), een historisch, cultureel en maatschappelijk aspect. De belangrijkste theorieën komen hierbij aan bod en je leert deze herkennen in casuïstiek. Ook bekijk je in hoeverre je je eigen ontwikkeling herkent in de theorie die aangeboden wordt. Thema: verschillen Als we kijken naar theorieën rondom adolescentieontwikkeling is het belangrijk je te blijven realiseren dat de groep leerlingen die je lesgeeft een som der delen is. Ondanks dat er allerlei ideeën zijn over hoe adolescenten zich in het algemeen ontwikkelen zijn er veel verschillen op individueel niveau. De ene jongere is de andere niet. Je leert welke verschillen er zijn in de ontwikkeling van jongens en meisjes, welke culturele verschillen er zijn tussen verschillende etnische en sociaal-economische groepen en hoe verschillend leerlingen zijn binnen het MBO (niveau 1-4) en VMBO/HAVO/VWO. Thema: groepsontwikkeling Leerlingen bevinden zich voor jou altijd in een groep. Je leert daarom in deze module hoe een groep zich ontwikkelt en welke rollen leerlingen kunnen spelen in een groep. Hoe kun je daarmee als docent omgaan? We maken dat in deze module concreet door in te gaan op de thema s orde en klassenmanagement en de manier waarop je dat als docent kunt aanpakken. Thema: communicatie Als docent ben je voortdurend in interactie met je leerlingen. Het is belangrijk om daarin je zelf goed te leren kennen en te begrijpen welke invloed dit heeft op de manier waarop je communiceert met leerlingen. Daarom leer je in deze module de basis van het model van de transactionele analyse. Deze basis wordt in volgende modules verder uitgewerkt. Je leert in deze module de vaardigheid van luisteren, samenvatten en doorvragen in een gesprek zonder dat je meteen je oordeel, mening of advies aan een leerling geeft. Thema: interviewonderzoek Binnen de leerlijn Beroep ontwikkelt de student zijn onderzoekend vermogen. In deze module komt het uitvoeren van een onderzoek met behulp van interviewen aan bod. Je leert om op een goede manier te interviewen, de data van een interview te analyseren en hierover te rapporteren. Het onderzoek is gericht op de belevingswereld van jongeren vroeger of nu op het gebied van een keuze die je maakt uit een aantal aangeboden thema s. Toetsen en beoordelingscriteria Deze cursus wordt afgerond met een adolescentenportret en een onderzoeksverslag. Deze wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie studiehandleiding) en moet ingeleverd worden binnen WinVision. Beide onderdelen dienen ten minste te worden afgesloten met een 5,5. De weging voor het totaalcijfer is 75/25. 1 e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2 e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 e toetsmoment was. Kennisbasis SBL-competenties: 1,2,4 en 7 Competentie 8 Generieke kennisbasis: 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren 1.4 Leerlingkenmerken 3.1 Mentale modellen bij communicatie 3.2 Gespreksvoering 3.3 Groepsdynamica 4.1 Identiteitsontwikkeling van de adolescent 4.2 Morele ontwikkeling van de adolescent 4.3 Adolescent en seksualiteit 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 6.2 Praktijkonderzoek