Praten zonder geweld Een fascinerende man leert zelfs gezworen vijanden succesvol met elkaar te communiceren Desiree L. Röver Ontelbare malen stond hij al voor een zaal en nam hij mensen mee door de gedachtenstappen naar geweldloze communicatie. In een presentatie van hoog theatergehalte zet Marshall Rosenberg de principes ervan neer met z'n markante kop en twee handpoppen - een jakhals en een giraf. Humoristisch. En onmiskenbaar duidelijk. Hij maakt zichtbaar hoe statisch en leven vervreemdend de meest gebruikte taal is: Jakhalstaal, de taal van het (ver)oordelen, verwijten en/of beschuldigen. Daarentegen is de taal van de giraffe - het vriendelijke, sterke landdier met het grootste hart - de taal van de meelevendheid, van het de ander in zijn waarde laten. De kwaliteit ervan is beweeglijk, verbindend. Het model van geweldloze communicatie bevat geen nieuwe, uitheemse of ingewikkelde elementen, Rosenberg selecteerde en rangschikte slechts enige alledaagse menselijke eigenschappen. Hij stelt ons voor de simpele keus: 'willen we onszelf vervreemden van... of ons verbinden met?' Zijn model begeleidt ons in hoe we dat laatste effectief kunnen vorm geven. 'Zinloos' geweld Wanneer we om ons heen kijken wordt een training in geweldloze communicatie met de dag belangrijker. Immers, de bloemen ter nagedachtenis van een aankomend fietsenmaker die werd vermoord in een flits van zinloos geweld zijn nog nauwelijks verwelkt, of duizenden mensen lopen zwijgend een demonstratieve tocht omdat twee onschuldige meisjes om het leven kwamen door een andere verschijningsvorm van hetzelfde fenomeen. Zinloos geweld, een krankzinnige term, want is geweld niet altijd zinloos? Wanneer we ons Rosenbergs geweldloze communicatievaardigheden eigen maken, kunnen we misschien niet meteen alle trekkergrage gekken (Jakhalstaal) van nu stoppen, maar wel kunnen we een begin maken met het creëren van een betere wereld in onze eigen, directe leefomgeving. Want wanneer iedereen zich daar gehoord en erkend weet, zullen er zich tenslotte steeds minder gelegenheden voordoen waarin iemand de behoefte heeft om op welke gewelddadige manier dan ook de aandacht naar zich toe te trekken. Deze benadering houdt in dat we ons niet bezighouden met het bestrijden van de symptomen van 'zinloos' geweld, door bijvoorbeeld het verzinnen van strengere wetten en straffen (niets anders dan meer Jakhalstaal). Nee, we gaan dieper, we kijken naar wat daaronder ligt en we genezen de oorzaak. En in feite genezen we zo ook onszelf, want een leven in geweldloze communicatie is niet alleen positief, maar behoort zelfs tot ons
geboorterecht. Het brengt ons in een win/win situatie. Het enige dat we ervoor moeten meebrengen is ons bewustzijn over hoe we ons tot onze medemens richten en de beslissing om te blijven vasthouden aan de stappen in Rosenbergs model. Bewustzijn Geweldloos communiceren begint met bewustzijn en waarneming. Wil niet iedereen worden gehoord? Wil niet iedereen serieus worden genomen? Dan is het de ander geven wat we zelf graag willen ontvangen een logische stap. Maar zolang we voor onszelf onze eigen behoeften niet eens aan het woord laten, kunnen we ons die van anderen niet bewust worden en is de stap naar waarneming nog moeilijk te zetten. We zijn in deze maatschappij ontmoedigd geraakt om onze ware gevoelens te tonen ('grote jongens huilen niet'). Gevoelens zijn echter de markering van behoeften. Vanwege onze conditionering vereist het dus enige oefening om onszelf de uitdrukking van onze gevoelens weer toe te staan, om daarna de (onbeantwoorde) behoefte daarachter te leren ontcijferen. Zowel bij onszelf als bij de ander. Elke stap naar verandering begint bij jezelf. Wat voor het toepassen van geweldloze communicatie in eerste instantie nodig is, is bewustzijn. Je neemt een persoonlijk besluit het voortaan bewust anders te doen. Jakhalstaal De Amerikaanse psychiater Gerald Jampolsky ('Love is Letting Go of Fear') stelt dat elke actie die een mens doet, wordt ingegeven of vanuit liefde, of vanuit angst. Giraffentaal hoort bij het eerste, Jakhalstaal laat zien dat er bij de spreker gevoelens leven van angst, schaamte, van denken te kort te schieten, of niet aan bod te zullen komen. Kortom, van onvervulde behoeften. Iedere uiting van kritiek, oordeel, straf of verwijt behoort tot het Jakhalsjargon en is daarmee een vorm van geweld. In deze maatschappij worden we er voortdurend door omringd. Voor een kind kan één van de meest schokkende eerste kennismakingen met Jakhalstaal zijn wanneer pappie (of mammie) van achter het stuur het rijgedrag van medeweggebruikers ondertitelt. Op school worden kinderen en hun prestaties in vakjes ingedeeld, ze krijgen cijfers, worden voortdurend be- en veroordeeld: goed/fout, mooi/lelijk, ijverig/lui. Oordeel Toen hij lesgaf aan de universiteit weigerde Marshall Rosenberg cijfers te geven, omdat die Jakhalsbenadering haaks stond op zijn gevoel voor ethiek. Hij constateert dat het huidige onderwijs niet gericht is op educatie, maar dient als conditioneringsmethode. Studenten leren er hoe ze later in het arbeidsproces kunnen werken voor een extrinsieke beloning, zonder daarbij lastige vragen te stellen, bijvoorbeeld of het produkt waaraan ze meewerken wel deugt. Rosenberg: "Voor veel kinderen staat school gelijk aan een plek om veroordelingen op te lopen. Qua gevoel misschien nog het best te vergelijken met een uitzichtloos lang bezoek aan de tandarts". Conditionering Rosenberg kreeg eens van onderwijzers de vraag hoe zij in vredesnaam zonder de etiketten 'goed/fout, etc.' zouden kunnen functioneren. Hij bood aan om twee dagen in hun klassen les te geven. Alle uren werden op videoband vastgelegd. Achteraf hoorde hij hoe men aan de eerste 10 minuten daarvan genoeg had gehad, zo overtuigend had hij zijn
benadering daarin neergezet: Een negenjarig jongetje telt 6 op bij 8 en krijgt 15. In plaats van hem te zeggen dat hij het fout heeft gedaan, vraagt Rosenberg "Ik ben benieuwd hoe jij aan dat antwoord komt. Ik heb een andere uitkomst gevonden". Resultaat: het kind werd volledig in zijn waarde gelaten en kreeg de gelegenheid zich te realiseren wat hij had gedaan. Echter, na drie jaar scholing bleek zijn conditionering jammer genoeg al zodanig op gang dat hij Rosenburg met tranen in de ogen aankeek. "Ik heb 't fout gedaan", snikte hij. Het arme joch had niet eens meer kunnen horen wat Rosenberg precies had gezegd, hij had er al meteen zijn eigen vernietigende, door schade en schande aangeleerde interpretatie voor in de plaats gezet... De bouwelementen van het geweldloze communicatiemodel zijn: Waarnemen: kijken zonder invullen, zonder oordeel Gevoelens: herkennen, erkennen en uitdrukken Behoeften: verantwoordelijkheid nemen voor onze gevoelens Verzoeken: verzoeken die het leven verrijken Waarnemen 'Jan loopt demonstratief weg en kwakt de deur achter zich dicht'. Deze zin bevat uitsluitend interpretaties. 'Jan loopt de kamer uit en trekt de deur dicht zodat de ramen ervan rinkelen'. Dit is een reeks waarnemingen. Interpretaties zijn meestal glansrijk bezijden de waarheid; misschien moest Jan wel zo plotseling naar het toilet dat in de haast de deur uit zijn hand glipte... Krishnamurti zei eens "Waarnemen zonder te oordelen is de hoogste vorm van menselijke intelligentie". Een waarneming wordt een beoordeling door een interpretatie of een analyse. Het is de kunst om de waarneming te scheiden van de interpretaties en gevoelens die deze oproept. Pure waarneming - onontbeerlijk instrument in geweldloze communicatie - vereist enige oefening, het vraagt om het scherpen van het bewustzijn. Gevoelens Voor het bepalen van gevoelens is gebruik van het woord 'voelen' verraderlijk. Dit beschrijft namelijk zowel gevoelens als interpretaties. 'Ik voel me gelukkig' is inderdaad een gevoel. 'Ik heb het gevoel onbelangrijk te zijn' is echter een interpretatie, met als onderliggend gevoel een breed scala aan mogelijkheden: angst, schaamte, teleurstelling etc. De tweede zin schetst de manier waarop iemand denkt, niet het onderliggende gevoel. Gevoelens die er wel zijn maar die we niet uiten hebben de gewoonte om voor onaangename verrassingen te zorgen. In ieder geval brengt het niet-uitspreken van wat we werkelijk voelen ons nimmer het gewenste resultaat. Een leraar die voor het eerst een klas binnenkomt en zijn gespannenheid probeert te verhullen, kan rekenen op een ijskoude douche. Wanneer hij zich aan de klas voorstelt en eerlijk is in zijn gevoel, geeft dat de leerlingen een opening om menselijk, mededogend te reageren. Zoals al eerder gezegd voelen we ons meestal niet gemakkelijk in het uiten van onze gevoelens en dat geldt in het bijzonder op de werkplek. Behoeften Gevoelens geven aan of een behoefte is vervuld, of juist niet. Zodra we ons bewust zijn dat we onze gevoelens kunnen verbinden met onze behoeften, nemen we de verantwoordelijkheid voor hun vervulling en kunnen we een effectieve strategie ontwerpen en actie ondernemen om te komen tot het gewenste resultaat. Rosenberg: "Ieder oordeel is de tragische uitdrukking van een niet-bevredigde behoefte". Met oordelen, kritiek en interpretaties vervreemden we ons van onze behoeften. Deze zelfde elementen gebruiken we vaak onbewust om onze verborgen behoeften indirect te uiten. "Ik moet altijd alles alleen opknappen" is in feite een verzoek om steun. Deze zin klinkt
echter als een verwijt en zal door de ander ook als zodanig worden opgevat. Met als resultaat dat de spreker blijft zitten met een akelige, zelfvervullende profetie. Tot Sint Juttemis. Of tot hij/zij die benadering bewust verandert. Hoe beter we leren achter onze gevoelens onze behoeften te ontcijferen, hoe meer we tenslotte met mededogen leren kijken, naar onszelf en naar de ander. Een verhaal uit de praktijk Op een korte schets van de problemen die er momenteel in Amsterdam met Marokkaanse jongeren zijn, reageert Rosenberg: "Ik leer deze jonge mensen graag hoe ze een onderdrukkend systeem kunnen veranderen in één dat ondersteunend is. Met alle plezier leer ik hen hoe de maatschappij te veranderen". Grijnzend: "Daarin heb ik overigens meer succes bij mensen die door een systeem worden onderdrukt dan bij hen die ervan profiteren!" In San Fransisco, voelde een groep jongeren van een minderheidsgroep zich onderdrukt op allerlei fronten, waaronder het schoolsysteem. Ze wilden proberen om de toelatingscriteria op een bepaalde school te veranderen. Vanuit hun minderheidsgroep werden er naar hun zin te weinig leerkrachten aangesteld en ook maar weinigen als leerling toegelaten. Deze jongeren voelden zich gediscrimineerd. Gedurende vier dagen kregen ze 's morgens van Rosenberg les in geweldloze communicatie en brachten ze 's middags het geleerde in praktijk. De eerste middag spraken ze met de directeur van de betreffende school. De volgende dag kwamen ze bij Rosenberg terug met lange gezichten "We wisten wel dat 't niet zou werken". "Zie je wel, die lui daar zijn gewoon racisten". Rosenberg vroeg hen "Wat heb je gisteren geleerd?". Ze hadden keurig neutraal waargenomen, geen oordeel uitgesproken, maar wel gezegd dat ze het erg triest vonden dat er maar zo weinigen vanuit hun bevolkingsgroep op deze school werden toegelaten en dat ze daarin graag verandering wilden zien. De directeur die hen te woord stond reageerde daarop met een "Ik vind het verheugend dat jullie je als burgers zo bij de gang van zaken betrokken voelen. Mijn deur staat altijd open. Dank voor jullie komst". Waarna ze waren afgedropen. In de ochtendles wijst Rosenberg hen erop dat ze de tweede helft van het proces waren vergeten: vragen wat de gevoelens en behoeften van deze directeur waren. "O, we wisten wel wat ie wou, dat we 'm smeerden". R.: "Hij is deel van het systeem dat jullie willen veranderen. Wat ligt er verborgen achter zijn bureaucratische vocale behang?" De volgende dag kwamen ze stralend terug. Door het invullen van de tweede helft van het proces hadden ze uitgevonden dat de directeur achter zijn afgemeten woorden gewoon bang was. Dat hij zichzelf probeerde te beschermen. In z'n hart bleek hij het volledig met de jongeren eens te zijn, maar was hij bang om zijn grote baas met zulke ideeën te confronteren omdat die er ongetwijfeld fel op tegen zou zijn. De directeur en de jongeren hadden over en weer zo goed naar elkaars behoeften en gevoelens geluisterd, dat het er tenslotte mee eindigde dat de directeur de jongeren begeleidde in het helpen tot stand brengen van de bedoelde veranderingen. Rosenberg: "Werk met mensen, leer ze het proces echt goed te gebruiken en er gebeuren heel bijzondere dingen". Verzoeken Ouders en leerkrachten willen vaak dat kinderen hen domweg gehoorzamen. Maar net zoals je een paard wel naar het water kunt leiden, maar hem niet kunt forceren te drinken, kun je van een kind ook geen gehoorzaamheid eisen. Rosenberg: "Gehoorzaamheid is middeleeuwse slavernij". Wanneer een ouder of leerkracht wil dat een kind iets doet of laat, gaat hij met zijn vraag vaak te kort door de bocht, omdat hij/zij uiterst eenzijdig gericht is. Daardoor klinkt het verzoek meer als een bevel en hebben
kinderen onmiddellijk de neiging om het gevraagde vooral niet te doen. Bij navraag blijkt echter meer dan eens dat kinderen geen enkel bezwaar hebben tegen de regel of opdracht in kwestie, maar dat de manier waarop die werd gecommuniceerd hen te weinig respectvol voorkwam. Dus gooien ze hun kop in de wind. Rosenberg: "Dwing een kind je te gehoorzamen en je krijgt vroeger of later onvermijdelijk de rekening gepresenteerd". Wanneer je graag wilt dat een ander iets doet, zijn er twee vragen die je jezelf van te voren moet stellen. Ten eerste: "wat wil je dat de ander doet?? én: "wat wil je dat de redenen van de ander zijn om aan jouw wens gevolg te geven?". Met andere woorden, je wilt dat iemand iets doet omwille van zichzelf en niet vanwege oneigenlijke gehoorzaamheid. Creativiteit Ooit werd Rosenberg uitgenodigd om in een vluchtelingenkamp in Afrika zijn geweldloze communicatiemethode uiteen te komen zetten. De avond ervoor waren er onlusten in het kamp geweest en struikelend over de lege hulzen van traangasgranaten bereikte hij de ruimte waar hij zou spreken. Hij was de enige blanke in de zaal. Iemand riep: "Moordenaar!". De kreet werd overgenomen. Er ontstond een zeer ontvlambare situatie. Toen het even stil was reageerde Rosenberg met een "Ik begrijp dat jullie van de regering van mijn land een ander soort steun nodig hebben." Op de traangasgranaten stond levensgroot "Made in the U.S.A.". Van die informatie maakte hij creatief gebruik om zich met zijn gehoor te kunnen verbinden. Hij bleef hen zo lang naar hun behoeften vragen en daarin ondersteunen tot de mensen in de zaal zich tenslotte voldoende gehoord en erkend voelden om naar zijn betoog te willen luisteren. Die fase leidde hij als volgt in: "Ik heb geprobeerd om correct te begrijpen wat jullie nodig hebben, nu is het mijn behoefte om jullie te vertellen wat ik van geweldloze communicatie weet, omdat ik denk dat ik jullie daarmee kan helpen. Zijn jullie bereid naar mij te luisteren?". De belangrijkste demonstratie in hoe geweldloze communicatie werkt had hij inmiddels al gepresenteerd. Op dezelfde wijze heeft Rosenberg gewerkt met Israeli en Palestijnen, met mensen uit het voormalig Joegoslavië, uit Sri Lanka, Rwanda etc. etc. Tenslotte Niet onbelangrijk om tenslotte te vermelden is dat geweldloze communicatie niet inhoudt dat je bij het verwoorden van je gevoelens geen gebruik zou mogen maken van enige extra decibellen. Iets kan zo zijn opgelopen binnen in jezelf dat het er alleen op die manier uit kan komen, gevoed als het is door verdriet, machteloosheid of boosheid. Maar houd de boodschap die je geeft dan wel zuiver, namelijk uitsluitend bij jezelf en probeer ook vast te houden aan de vier stappen. Geweldloos communiceren is voor de meesten van ons een kunst die pas na enige oefening ontstaat. Gelukkig is Marshall Rosenberg zo eerlijk om ruiterlijk te bekennen dat ook hijzelf nog wel eens de fout in gaat. Niemand is immers perfect. Maar dat wil niet zeggen dat we de weg naar verbetering niet moeten inslaan. Tegen 'zinloos geweld' valt meer te doen dan alleen bloemen neerleggen of meelopen in een stille mars. Literatuur Marshall B. Rosenberg, Geweldloze communicatie, ontwapenend en doeltreffend. 1998, Lemniscaat, ISBN 90 5 637 121 5 www.educare.nl telefoon: 055-521 46 60 email educare ontwerp: imagen, Den Haag powered by: IPM All rights reserved Educare 2005