POLITIEACADEMIE JAARSTUKKEN 2009 DEEL I JAARVERSLAG

Vergelijkbare documenten
De nieuwe koers. Burgers eisen Beter Blauw

POLITIEACADEMIE JAARSTUKKEN 2010 DEEL I JAARVERSLAG

DeelRIC School voor Politiekunde

POLITIEACADEMIE JAARSTUKKEN 2008 DEEL I JAARVERSLAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Belangrijkste veranderingen in het politieonderwijs

Deel-RIC School voor Politiekunde

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Secretariaat: vestiging Bonaire

Centrale vraag bij het onderzoek is: Is het verzorgde onderwijs inclusief de periode van werkend leren en de examinering van voldoende kwaliteit?

De Minister van Veiligheid en Justitie. Datum 18 februari 2013 Onderwerp aanbieding bevindingen politieonderwijs locatie Rotterdam

Conversietabel. Informatief. Geen. Niet van toepassing. Heden. niet van toepassing. Datum 1 februari Kenmerk

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

VACATUREPROFIEL KWARTIERMAKER NATIONALE POLITIE

Toelating tot en /of vrijstelling voor een initiële opleiding van het samenhangend stelsel van het politieonderwijs

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Investeren in kwaliteit Kansrijk op arbeidsmarkt. Onderzoek met impact. Hbo als emancipatiemotor. Hbo in vogelvlucht. #hbocijfers

Samenwerkingsovereenkomst ROCKO

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Convenant samenwerking defensie- politie 2005 en verder

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus AE DEN HAAG. Datum 15 juni 2011 Betreft Sterkteontwikkeling politie 2010

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Contextschets Techniek

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Leidse Onderwijsinstellingen BV

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016

Vergelijkbaarheid; combineren van simulatie en praktijkproeven

Biologie, scheikunde en medische opleidingen

Tabel wederhoorreactie

Datum 2 juli 2018 Onderwerp Beantwoording vragen AO Politie 20 juni 2018 Politieonderwijs en Instroomarrangement

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers

POLITIEACADEMIE JAARSTUKKEN 2011 DEEL I JAARVERSLAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Staat van het Nederlandse politieonderwijs 2011

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Evenredige verdeling man / vrouw bij het Veenplaspersoneel

GRONDPLAAT politieonderwijs naar beroep en taken

Verantwoordingsdocument September 2014 PERSONEELSPLAN

BIJLAGE 1 Uitwerking modellen

Onderzoeksplan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018

Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland

Datum 20 december 2018 Onderwerp Georganiseerde criminaliteit in relatie tot bescherming personenstelsels bewaken en beveiligen en getuigenbescherming

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs,

Factsheet. Samenvatting

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Convenant. College van Burgemeester en Wethouders. Dagelijkse Besturen:

Gebruik model bij Politieacademie. Kees van Wijngaarden

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Subsector overig. Subsector overig

Subsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs,

Sociaal jaarverslag 2012

mr. A.F. (Sandor) Gaastra - Congres: De toekomst van het Nederlandse Politiebestel

Op weg naar efficiënte en effectieve studenten registratie

Convenant. Kinderopvang en Onderwijs: Competentiegericht opleiden in de Kinderopvangorganisaties in de regio Limburg Zuid

Aandacht voor jouw ambitie!

Instroom en inschrijvingen

Tilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013

STUDENTEN EN NEVENACTIVITEITEN: (voorheen studentactivisme) DE VISIE VAN DE UNIVERSITEIT TWENTE

Kan de minister voor de studierichting Bachelor in de Verpleegkunde volgende vragen beantwoorden.

Opleiding Docent Gevaarbeheersing

Bedrijfsvoering voor Rotterdam en Amsterdam. Directeurennetwerk Shared Services Bedrijfsvoering 31 maart 2015

DeelRIC School voor Handhaving

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

Opleiding Officier van Dienst - Politie

Uitval en studiesucces van Avans studenten vergeleken met de landelijke cijfers in 2017

Subsector psychologie

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Subsector sociale wetenschappen

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. mei 2010

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa

Directeur Dienstverlening en directeur Bedrijfsvoering Slachtofferhulp Nederland

Datum 20 november 2012 Onderwerp Beleidsreactie bij Rapport 'Aangifte doen: de burger centraal' van de Inspectie Veiligheid en Justitie

ITEMLIJST voor EXTERNE GESPREKKEN

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018

Vragen over samenwerkingsovereenkomst Defensie Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

De motor van de lerende organisatie

De studieloopbaan van mbo-deelnemers

ICT EN INFORMATIEBELEIDSPLAN

Leergangkader Leergang Tactisch manager

Kadernotitie professionalisering

Advies onderzoeksfase Lef L up! Samenvatting

SERVICECODE AMSTERDAM

Bor Veen Algemeen Directeur Werkkracht

Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO

Per mail verstuurd aan Geachte leden van de Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

DIRECTEUR BELEID EN STRATEGIE

Transcriptie:

POLITIEACADEMIE JAARSTUKKEN 2009 DEEL I JAARVERSLAG Apeldoorn, 2 april 2010

2

INHOUDSOPGAVE VOORWOORD COLLEGE VAN BESTUUR blz. 4 HOOFDSTUK 1 STRATEGIE EN SAMENWERKING blz. 6 HOOFDSTUK 2 WERVING & SELECTIE blz. 12 HOOFDSTUK 3 ONDERWIJS blz. 14 HOOFDSTUK 4 ONDERZOEK, KENNIS & ONTWIKKELING blz. 22 HOOFDSTUK 5 BESTUUR EN TOEZICHT blz. 26 HOOFDSTUK 6 BEHEER & BEDRIJFSVOERING blz. 32 HOOFDSTUK 7 PERSONEEL & ORGANISATIE blz. 35 HOOFDSTUK 8 FINANCIEN blz. 39 BIJLAGE: VERANTWOORDING BESTEDING BIJZONDERE BIJDRAGEN blz. 45 3

VOORWOORD COLLEGE VAN BESTUUR Wegens verbouwing gesloten? Het academiejaar 2009 wordt gekenmerkt door een ingrijpende reorganisatie onder het motto Burgers eisen Beter Blauw. De terugkeer naar de kerntaken werving en selectie, onderwijs, onderzoek, kennis en ontwikkeling en tegelijkertijd invoering van procesverantwoordelijkheid in de ondersteuning, vormden de basis voor een slagvaardiger en efficiëntere organisatie die vanaf 1 juli van start is gegaan. Een heldere besturing, scherpe afbakening van taken en bevoegdheden op de niveaus van hoofden, directeuren en College van Bestuur zorgden er voor dat in de tweede helft van 2009 een noodzakelijke ombuigingsoperatie kon worden uitgevoerd. De nieuwe organisatie heeft zich daarmee al bewezen op het gebied van slagvaardigheid. Het reorganisatieproces (planning, overleg en medezeggenschap, voorbereiding en uitvoering) werd door gezamenlijke inspanning van het reorganisatiebureau, de directeuren, de hoofden en de Onderdeelcommissies (OC s) en de Ondernemingsraad in een recordtijd gerealiseerd. Het personeelsplaatsingsplan resulteerde in 65 herplaatsingskandidaten en voor al het overig personeel (vooralsnog) in perspectief binnen de Politieacademie. De conclusie is dan ook op zijn plaats dat dit proces transparant, zorgvuldig en rechtvaardig is verlopen voor de medewerkers. In het najaar van 2009 is ook een begin gemaakt met het invullen van onze beloften die wij hebben gedaan richting onze studenten, medewerkers, korpsen en de samenleving. In alle opzichten hebben we, ondanks de grote aandacht voor de reorganisatie, onze primaire taken op een betere wijze uitgevoerd dan in het jaar ervoor. Werving en selectie haalt de doelstellingen voor wat betreft de gewenste kwantiteit, kwaliteit en diversiteit aan kandidaten en binnen de afgesproken termijn van 30 dagen (28). In het onderwijs is in tegenstelling tot de verwachting, meer initieel en postinitieel onderwijs uitgevoerd en bovendien is het contractonderwijs (voormalig Maatwerk) kostendekkend gemaakt. Minder studie-uitval, betere examenresultaten en een korter EVC-proces (Erkenning Verworven Competenties) en verhoogde de waardering van de studenten voor het onderwijs. Onderzoek leverde spraakmakende rapporten op (zoals het rapport Van Oud naar Nieuw; Blijven Leren van Jaarwisselingen ) en de kennisfunctie werd gekoppeld aan het onderwijs en de politiepraktijk (o.a. door snelle kennismobilisatie). De hoofden kunnen zich concentreren op hun kerntaken doordat de ondersteunende taken voor hen geregeld worden op het gebied van o.a. communicatie, planning en control, financiën en facilitaire ondersteuning. Dit samenspel wierp zijn vruchten af door een ombuigingsoperatie in de exploitatie van ca. 10 M in de tweede helft van 2009. Die ontwikkelingen leveren een positief bedrijfsresultaat op van 6,9 M en de overtuiging dat de academie veel beter in control is dan in de periode hieraan voorafgaande. Er moet intern nog veel gebeuren (verbeteren Administratieve Organisatie/Interne Controle, vervanging onderwijsadministratie in de 2 e helft 2010, invoering van het Kandidaatvolgsysteem en het Studentvolgsysteem), digitalisering van administratieve processen etc.) maar we weten nu waar we staan. Daarnaast is er de intentie om de kostprijs van de activiteiten te verlagen. Besteldiscussies, financiële problemen in Politie Nederland, rijksbrede bezuinigingen kunnen in de komende periode de academie onder druk zetten. Daartoe is het van belang de zelfstandige onafhankelijke positie te behouden, de risico s goed in te schatten en de gevolgen ervan te kunnen overzien en nieuwe initiatieven niet uit de weg te gaan zelfs op te zoeken. Hierbij dient zich een belangrijk punt aan en dat is de vorming die nodig is om de gevolgen van de reorganisatie 26 mln. goed in beeld te hebben en zorg te dragen dat er budget is om de daadwerkelijke te maken kosten 5 mln. te reserveren en tegelijkertijd de herplaatsingkandidaten declarabel te houden c.q. te maken. De Politieacademie heeft zich in 2009 in vele opzichten van haar beste kant laten zien: ondanks de structurele verbouwing is de taakuitvoering onveranderd doorgegaan. Dit was slechts mogelijk door de grote inzet van heel velen en het incasseringsvermogen van de mensen die teleurgesteld waren over hun positie. Dat is klasse en verdient ook erkenning, respect en waardering. Het College van Bestuur is er trots op dat wij gezamenlijk deze resultaten hebben neergezet met respect voor alle medewerkers. U mag daar ook met recht trots op zijn en dat uitdragen. 4

Dit alles was niet mogelijk geweest zonder de expliciete steun van de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie en de bijdrage van de Raad van Toezicht Politieacademie. Daarvoor onze dank. Het College van Bestuur, A.P.P.M. van Baal Hoofdcommissaris van Politieacademie Voorzitter College van Bestuur 5

HOOFDSTUK 1 STRATEGIE EN SAMENWERKING Inleiding; reorganisatie Zoals eind 2008 al voorzien, was 2009 een cruciaal jaar, waarin de Politieacademie een reorganisatie uitvoerde, om de volgende doelen te bereiken: - de relatie met de politie versterken door de hoofdtaken (werving & selectie, onderwijs en onderzoek, kennis & ontwikkeling) duidelijker herkenbaar te maken in de organisatieopbouw; - concentratie op de kerntaken, nadat de academie de afgelopen jaren taken op zich had genomen, die inmiddels beter thuishoren bij de VtS Politie Nederland of het KLPD; - functioneren als één samenhangende organisatie, ten opzichte van korpsen, studenten, het departement en andere instellingen. De opdracht van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om op 1 januari 2011 een personeelsbezetting van maximaal 1701 fte te hebben, is de belangrijkste randvoorwaarde van de reorganisatie. Deze externe doelen stonden voorop. Daarnaast waren er meer interne beweegredenen voor de reorganisatie, zoals: de bedrijfsvoering verder op orde brengen door het concentreren van ondersteunende processen (zoals de informatiehuishouding), meer samenhang tussen hoofdprocessen en ondersteunende processen, het financieel gezond maken van de maatwerkactiviteiten en een slagvaardiger besluitvorming. Per 1 juli 2009 is de nieuwe organisatie van de Politieacademie van start gegaan. De organisatie is opgebouwd rond de drie kerntaken van de Politieacademie: werving & selectie, politieonderwijs en onderzoek, kennis & ontwikkeling. Elke kerntaak is ondergebracht bij één organisatieonderdeel. Daarnaast zijn ondersteunende taken gestandaardiseerd en belegd bij de Bestuurs- & Concernstaf, voor de beleidsondersteuning en de Concernondersteunende Dienst, voor de beheersmatige, uitvoerende ondersteuning. Korpsen, studenten en anderen die nu naar de Politieacademie kijken, zien: - Werving & Selectie als gezicht voor belangstellenden en sollicitanten voor een functie bij de politie. Werving & Selectie verwerkt hun aanmeldingen en sollicitaties, beantwoordt hun vragen over een functie bij de politie en voert het selectieproces uit. Bij het Landelijk Contactcenter komen alle aanmeldingen binnen van belangstellenden en sollicitanten; - Het Loket, waar studenten en korpsen zich inschrijven voor alle soorten onderwijs en waar ze aanvragen doen voor de erkenning van verworven competenties; - de locaties van de School voor Politiekunde in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Eindhoven, Apeldoorn en Drachten voor studenten die de opleidingen Assistent Politiemedewerker, Politiemedewerker en Allround Politiemedewerker volgen; - de School voor Hogere Politiekunde in Apeldoorn voor studenten die de opleiding Bachelor of Policing of Master of Science in Policing volgen; - voor het onderwijs op de specialistische taken binnen de politie de vier scholen:. de School voor Politie Leiderschap;. de School voor Recherche;. de School voor Handhaving;. de School voor Gevaar- & Crisisbeheersing. Dat geldt zowel voor het bekostigde specialistisch onderwijs, als voor contractonderwijs; - De lectoraten als het gezicht voor onderzoek. Zij organiseren programmacolleges en kenniskringen rondom de onderzoeksagenda en bij de uitvoering van praktijkonderzoek. 6

Burgers eisen Beter Blauw : de nieuwe koers De reorganisatie was géén doel op zich, maar het startpunt van een nieuwe koers. Een koers die in september 2009, dus na de formele start van de reorganisatie van 1 juli, is gepresenteerd onder de titel Burgers eisen Beter Blauw. De bestaansreden van de Politieacademie blijft in deze koers hetzelfde: ze draagt bij aan de kwaliteit en kwantiteit van de Nederlandse politie door werving & selectie, onderwijs en kennis, onderzoek & ontwikkeling. Professionalisering van de politie is nog steeds de rode draad in alle activiteiten. De kracht van de academie is, met haar kennis van de politie en het politievak, ervoor zorgen dat de politie de beste mensen krijgt en dat politiemensen zich kunnen blijven ontwikkelen. De politie krijgt meer gezag door haar professionaliteit te vergroten en burgers krijgen meer vertrouwen in de politie door de verhoging van de effectieve inzet. Vandaar het motto voor het doel van de reorganisatieplannen: Burgers eisen Beter Blauw. Een belangrijk algemeen motto van de nieuwe koers is de student centraal : alles is erop gericht om de individuele student te vormen tot een volwaardige politiefunctionaris met gezag. De student staat centraal en de politiepraktijk is uitgangspunt voor kennis, opleiding en groei. De Politieacademie had geen goede reputatie, als het gaat om service, dienstbaarheid en efficiëntie. Dit in contrast met de waardering voor de inhoud van de opleidingen en leergangen. Het centraal stellen van de student houdt onder meer in dat de roosters op tijd en in orde zijn, dat er minimale en zeker geen onnodige lesuitval is, dat studenten goed worden geïnformeerd over praktische zaken en dat de ondersteunende faciliteiten op orde zijn. Kortom: de kleine kwaliteit moet verbeteren. De Politieacademie verbetert haar dienstverlening niet alleen bij het onderwijs zelf, maar ook bij de examinering en EVC-beoordeling (Erkenning Verworven Competenties). Het afgelopen jaar zijn op dit gebied al resultaten geboekt: in de standaardisering en versnelling van EVC, in het verminderen van het aantal examens, in de inrichting van Het Loket en, meer recent, in de vereenvoudiging van de samenspelregels tussen Politieacademie en de korpsen bij de inschrijvingen voor het politieonderwijs. Maar de service, dienstbaarheid en efficiëntie moeten nog beter. De in opdracht van de Politieacademie gehouden reputatiemeting van eind 2008 heeft ook laten zien dat de Politieacademie meer moet functioneren als één organisatie. Korpsen, studenten en andere afnemers van onze diensten geven aan dat ze de Politieacademie ervaren als een ingewikkelde, versnipperde organisatie, waarin ze de weg niet eenvoudig weten te vinden en die niet altijd doet wat ze zegt (en omgekeerd). Een onderdeel van de koers is ook om dat beter te organiseren. Een volgend onderdeel van de nieuwe koers is dat de Politieacademie haar docenten, hun vak (domein) teruggeeft. Dat houdt in dat docenten weer meer gaan toetsen, aan onderzoek doen en een grotere rol krijgen in de continue verbetering van het onderwijs en alles wat daarmee samenhangt. Docenten hebben inzicht in alternatieve aanpakken en knelpunten en hun deskundigheid en ervaring kan nog meer worden ingezet voor verbeterdoeleinden. De Politieacademie gaat voort met haar beleid voor professionalisering van docenten en zet extra in op stages en detacheringen van docenten in korpsen (en omgekeerd). In het verlengde daarvan legt de nieuwe koers de nadruk op de verantwoordelijkheid van iedere medewerker voor de kwaliteit van de dienstverlening van de Politieacademie. Elke (gast)docent, student, trajectbegeleider en elke ondersteunende collega heeft hierin een rol. Het individueel gedrag is bepalend voor de reputatie en dienstverlening: iemand correct te woord staan aan de telefoon, nadenken over welk effect het sturen van een brief kan hebben, over consequenties voor studenten bij gewijzigd beleid, het serieus nemen van klachten, enzovoort. Van groot belang is de manier waarop de Politieacademie naar buiten treedt en de manier waarop een medewerker met korpsen, studenten en andere partijen de dialoog aangaat. Iedere medewerker en ook iedere student is ambassadeur van de organisatie en draagt in belangrijke mate aan het imago bij door haar/zijn gedrag en houding. De koers is en blijft dat de Politieacademie een bijdrage levert aan landelijke (politie)programma s en prioriteiten, zoals Versterking Opsporing en Vervolging, Multicultureel Vakmanschap (in het kader van de landelijke afspraken diversiteit), Intelligence, Financieel Economische Criminaliteit en Gebiedsgebonden Werken. Ook heeft de Politieacademie vanuit haar (opleidings)rol een aandeel in veel specifieke landelijke projecten, zoals de invoering van een nieuw dienstpistool. Die bijdrage bestaat vaak uit het ontwikkelen en geven van opleidingen, maar ook uit praktijkonderzoek. 7

Koers werving & selectie De Politieacademie heeft in opdracht van de Raad van Hoofdcommissarissen en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) het Businessplan Werving & (Voor-)Selectie per december 2008 ingevoerd. Er is sinds eind 2008 een Landelijk Contactcentrum bij de Politieacademie voor iedereen die belangstelling heeft om bij de politie te gaan werken. Korpsen besteden een groot deel van de werving- en selectieactiviteiten uit aan de Politieacademie. Doel van deze verandering is dat de politie zich eenduidig als werkgever presenteert op de arbeidsmarkt. Daarnaast is het werving- en selectieproces kwalitatief verbeterd en gestandaardiseerd. De Politieacademie voert de regie uit over het gehele proces. Concreet betekent dit onder andere dat het proces voor iedere sollicitant op dezelfde manier verloopt en dat de doorlooptijd voor sollicitanten maximaal drie maanden is. Belangrijke activiteiten voor Werving & Selectie (W & S) ter uitvoering van die koers zijn: invoering van een Kandidaatvolgsysteem (KVS) om het nieuwe werving- en selectieproces geautomatiseerd goed te ondersteunen; een pilot voor volledige resultaatverantwoordelijkheid van de academie voor W & S; onderzoek naar verbetering/continuïteitsborging van de systemen van W & S; periodieke nieuwe arbeidsmarktcampagnes ontwikkelen; verbeteren van de W & S-processen en van de informatievoorziening in de gehele keten; uitbouwen van de monitoring- en onderzoeksactiviteiten op het gebied van W & S. Koers politieonderwijs Op basis van de uitgebreide evaluatie van het politieonderwijs (2006/2007) heeft de minister de opdracht gegeven een programma op te stellen voor de doorontwikkeling van het politieonderwijs, in samenwerking met de korpsen. Dat is het programma Versterking Politieprofessie geworden, dat in 2008 is gestart en in 2009 en 2010 doorloopt. Het bestaat uit een samenhangend geheel van projecten, die het bestaande politieonderwijs vervolmaken, onder meer op basis van de opgedane ervaringen in de eerste jaren na de invoering. Niet alle acties uit het programma zijn acties van de Politieacademie. In opdracht van de minister herijkt de Politieonderwijsraad (POR) de beroepsprofielen, oorspronkelijk vastgesteld in 2000. Op de beroepsprofielen is de inhoud van het onderwijs gebouwd. Voorgenomen acties op het gebied van politieonderwijs ter invulling van die koers zijn: - invoering van het Studentvolgsysteem (SVS), waar korpsen toegang toe hebben; - flexibilisering van opleidingen, onder andere door:. de opleiding Allround Politiemedewerker in 3 jaar in plaats van 4 jaar;. een brugjaar politie MBO;. benutting door korpsen van de reeds bestaande mogelijkheden tot flexibilisering; - (verdere) ontwikkeling van deeltijdvarianten voor HBO-ers en doorstromers:. door een deeltijdopleiding Bachelor of Policing;. door een deeltijd doorstroomtraject Politiemedewerker - Allround Politiemedewerker;. op basis van pilots (havisten; m.b.t. flexibiliteit en praktijkgerichtheid) Amsterdam- Amstelland en Flevoland; - aanpassingen in het duale ritme: de eerste instituutskwartielen worden langer, de laatste korter, zodat de student naarmate de opleiding vordert minder op school is (Flevoland); - verbetering van de dienstverlening aan studenten en korpsen:. oplossen van klachten en een antwoord op vragen van studenten in vijf dagen;. vaste termijnen voor afhandeling van Erkenning Verworven Competenties (EVC);. vervolmaking van de één-loketfunctie;. verbeteringen in facturatie: facturen die kloppen en die de korpsen op tijd ontvangen; - vernieuwing van de samenwerking met ROC s (Regionale Opleidingscentra) en hogescholen. - verschuiving van het afnemen van examens naar toetsing tijdens de opleiding, door:. clustering van kernopgaven; 8

. één proeve van bekwaamheid per cluster;. meer kennistoetsen;. docenten een rol te geven in de beoordeling; - uitvoering van pilots waarbij aspiranten de eerste twee jaar niet in dienst van een korps zijn; - extra aandacht in het onderwijs voor houding en gedrag van de studenten, ten behoeve van het gezag van de politie. Verder kwam er eind 2009 een einde aan niet-politiespecifiek contractonderwijs. De afgelopen jaren had de Politieacademie trainingen, opleidingen en advies aangeboden die niet altijd politiespecifiek waren, bijvoorbeeld op het gebied van leiderschap en management. De Politieacademie heeft die activiteiten afgebouwd en is daarbij de lopende verplichtingen ten opzichte van - met name korpsen - nagekomen. Politiespecifiek contractonderwijs, dat een aanvulling vormt op het initieel en postinitieel onderwijs en waaraan korpsen behoefte blijken te hebben, wordt nu aangeboden door de zes scholen. Koers Onderzoek, Kennis & Ontwikkeling De koers op dit gebied is ongewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren en terug te vinden in het Blauwboek, dat de betekenis van de kennisfunctie voor het politiewerk en voor het politieonderwijs duidelijk maakt. De Politieacademie oefent haar kennis- en onderzoeksfunctie uit om twee redenen. In de eerste plaats is de kwaliteit van het onderwijs onlosmakelijk verbonden met onderzoek en kennis: voor een stevig en actueel onderwijsprogramma is verbinding met onderzoek onmisbaar. Ten tweede vindt politiewerk plaats in een context waarin hoogwaardige onderzoekskwaliteit aanwezig moet zijn. Het vermogen om kennis te ontwikkelen behoort steeds meer tot de kern van het politiewerk. De kennisfunctie ondersteunt de korpsen door nieuwe kennis te ontwikkelen en beschikbaar te maken. Het Blauwboek is richtinggevend geweest voor concrete acties in 2009 en blijft dat voor 2010. Acties zijn onder andere: - een nieuwe opzet van PolitieKennisNet (PKN):. van aanbodgericht naar vraaggestuurd;. meer afgestemd op de (inhoud van de) intranetten van korpsen;. meer gebruikt in het politieonderwijs en beter toegankelijk; - creatie van een virtuele Politieacademie:. waarin PKN en e-campus geïntegreerd zijn;. waarin profchecks en serious gaming een aandeel hebben; - versterking van de relatie onderwijs onderzoek:. door inzet van docenten bij onderzoek;. door onderzoek door studenten van de School voor Hogere Politiekunde;. door actieve kennistransfer naar het onderwijs; - verheldering van de aansluiting van de onderzoeksagenda op de strategische agenda van de Raad van Korpschefs i.o. en op de landelijke prioriteiten politie; - snel ter beschikking hebben van de ontwikkelfunctie voor korpsen:. mobilisatie onderzoekscapaciteit voor korpsen;. ondersteuning korpsen bij het oplossen van strategische vraagstukken/prioriteiten. Koers beheer en bedrijfsvoering: Huis op orde Tot de koers behoort ook het verder op orde brengen van het huis. De reorganisatie draagt daaraan bij door het concentreren van ondersteunende processen, waardoor er centrale regie over de ondersteunende processen ontstaat, gevoerd door de hoofden Personeel & Organisatie, Informatie & Changemanagement, Inkoop, Financiële & Salarisadministratie, Huisvesting, Facilitair & Middelen, Controlling en Communicatie & Marketing. 9

Daarmee is de bedrijfsvoering van de Politieacademie nog niet voldoende op orde. De informatiehuishouding is nog te versnipperd en brengt niet alle benodigde informatie voort, bijvoorbeeld informatie om de studievoortgang van individuele studenten te volgen. Een belangrijk onderdeel in het kader van het huis op orde is de invoering van een Nieuw Onderwijs Administratie Systeem (NOAS). Medio 2009 is besloten om over te gaan tot aanschaf van een onderwijsadministratiesysteem dat in praktijk van het reguliere onderwijs bewezen heeft te werken ( commercial off the shelf/proven quality ). De eind 2009 uitgevoerde aanbesteding zal 2010 leiden tot gunning, waarna NOAS wordt ingevoerd. De aanbesteding is uitgevoerd op basis van een gunningsleidraad die beschrijft aan welke eisen het systeem en de leverancier moeten voldoen. Het welslagen van NOAS is voor de bedrijfsvoering van de Politieacademie van groot belang. Ten eerste moet NOAS de huidige bedrijfsrisico s ten aanzien van de juistheid, tijdigheid en volledigheid van onderwijsinformatie wegnemen. Verder moet NOAS ook een zodanige standaardisatie en vereenvoudiging van (onderwijs) administratieve processen opleveren, dat binnen enkele jaren een aanzienlijke reductie van administratief personeel behaald kan worden. Een bredere informatiearchitectuur zal leidend worden voor de inrichting van alle informatieprocessen en -systemen. Ook de interne controle, het financieel en personeelsbeheer en de administratieve organisatie zijn voor verbetering vatbaar. Acties in dat licht zijn onder andere uitvoering van het reeds vastgestelde Plan van Aanpak Versterking Administratieve Organisatie en van een meerjarenaudit- en controleplan. Samenwerkingspartners De Politieacademie is nauw verbonden met de beroepspraktijk van de politie, vanuit een eigenstandige positie binnen het politiebestel en met de minister van BZK als opdrachtgever. Het hoofdstuk bestuur en toezicht (hoofdstuk 6) geeft een beeld van wat in 2008 de belangrijkste gebeurtenissen en ontwikkelingen waren in de bestuurlijke verhouding tussen de minister als opdrachtgever en de Politieacademie als opdrachtnemer. Los van deze bestuurlijke positie is de wederzijdse afhankelijkheid tussen korpsen, ministerie(s) en Politieacademie groot, onder andere door het duaal vormgegeven onderwijs, waarbij de studenten afwisselend leren op de werkplek van het korps waar ze in dienst zijn en leren op de Politieacademie. De samenwerkingspartners als hier bedoeld zijn niet de korpsen of de politiebranche als geheel, maar de partners die een verwante opleidings- of kennistaak hebben als de Politieacademie, waardoor samenwerking meerwaarde heeft. De afgelopen jaren is het aantal strategische samenwerkingsrelaties van de academie (vaak in de vorm van een samenwerkingsovereenkomst of een intentieverklaring) steeds groter geworden. Dit weerspiegelt de voortgaande verbreding van het veiligheidsdomein en de verdergaande vermaatschappelijking van de politie. Hieronder een uitsnede daarvan, mede op basis van ontwikkelingen in 2009. Regulier onderwijs: ROC s, hogescholen en Universiteiten Met de invoering van het (post)initieel onderwijs zijn meerdere ROC s en hogescholen bij de uitvoering van het initieel onderwijs betrokken geraakt. Vervolgens is, met de invulling van de kennisfunctie, het netwerk binnen het reguliere onderwijs ook verbreed naar universiteiten c.q. onderzoeksinstellingen als Clingendael en TNO. Koninklijke Marechaussee Sinds 2004 werkt de Politieacademie nauw samen met de Koninklijke Marechaussee (KMar). De medewerkers van de KMar nemen deel aan politieonderwijs en politiemedewerkers maken gebruik van het onderwijs bij het Landelijk Opleidings- en Kenniscentrum KMar (LOKKMar, voorheen OCKMar). De Politieacademie en de KMar werken vooral heel concreet samen bij de uitvoering van onderdelen van het postinitieel onderwijs op de diverse domeinen (recherche, gevaarsbeheersing). Voorbeelden van politieonderwijs waaraan medewerkers van de KMar deelnemen, zijn opleidingen op het gebied van zeden, vuurwapens, financieel rechercheren, algemene recherche en verdovende middelen. Voorbeelden van KMar-onderwijs waaraan politiefunctionarissen deelnemen, zijn cursussen op het terrein van documenten, grensbewaking en vreemdelingentoezicht. Doelstelling is om het onderwijs betreffende recherche, drugs en zeden exclusief bij de Politieacademie te laten plaatsvinden en het 10

onderwijs op het gebied van documenten, grensbewaking en vreemdelingenrecht exclusief bij de KMar te beleggen. Ook gevaarsbeheersing is een domein waarop de academie en de KMar samenwerken. De KMar en de Politieacademie wisselen bestaande kennis uit op het gebied van internationale politiemissies, terreurbestrijding, grootschalig optreden, opsporing, documenten en explosieven. Dit gebeurt door docentenuitwisseling, gezamenlijke themadagen en conferenties, via PKN, etc. Dit alles is eerder (2008) samengebracht en herbevestigd in een raamovereenkomst, waarin ook praktische afspraken zijn gemaakt over de onderlinge verrekening van de inzet van mensen en middelen bij de verschillende vormen van samenwerking. Nederlands Forensisch Instituut, Hogeschool en Universiteit van Amsterdam De Politieacademie, het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), de Hogeschool en de Universiteit van Amsterdam werkten op het gebied van forensische kennis (en opleidingen) veelal al op bilaterale basis samen. Verdergaande samenwerking kan een belangrijke meerwaarde opleveren en een bijdrage leveren aan de opsporing en vervolging, door te voorzien in de grote vraag naar forensisch-technische specialisten. Partijen voeren een convenant uit, onder andere gericht op de totstandkoming van een vooraanstaand expertisecentrum op het gebied van forensische wetenschappen. Ook sluiten de opleidingen op elkaar aan: de bacheloropleiding Forensisch Onderzoek (Hogeschool van Amsterdam) geeft bijvoorbeeld toegang tot de masteropleiding Forensisch Technisch Recherchekundige van de Politieacademie. Nederlands Instituut voor Fysieke Veiligheid & Nederlandse Defensie Academie In 2007 sloten de Nederlandse Defensie Academie, het Nederlands Instituut voor Fysieke Veiligheid (NIFV) en de Politieacademie een convenant over onderlinge samenwerking in opleiden, kennis genereren, en (multidisciplinair) oefenen. Dit convenant is de basis geweest voor de ontwikkeling van een Contourenplan CENS 2 : Center of Excellence for National Safety and Security, een landelijke infrastructuur voor multidisciplinair opleiden, trainen en (met name) oefenen. CENS 2 beoogt de kwaliteit van multidisciplinair opleiden en oefenen te verhogen en daarmee de nationale veiligheid. Het plan sluit aan bij de beleidsvoornemens van het Rijk, zoals onder meer verwoord in de BZK-nota Strategie Nationale Veiligheid en het werkprogramma 2007-2008. De vorming van Veiligheidsregio s stimuleert naar verwachting de multidisciplinaire samenwerking (politie brandweer GHOR defensie). De behoefte aan het houden van multidisciplinaire oefeningen zal daarmee groeien. In 2009 hebben de Nederlandse Defensie Academie, het NIFV en de Politieacademie hun programmaplan (2009) CENS 2 uitgevoerd; een plan ter uitvoering van een aantal concrete projecten in de periode vanaf 2009 ten aanzien van het multidisciplinair opleiden en oefenen. Het programma CENS 2 kent drie onderdelen: opleidingen, oefenen en kennis. CENS 2 ondersteunt de veiligheidsregio s, onder andere bij het voldoen aan kwaliteitseisen op het gebied van geoefendheid in multidisciplinair optreden. CENS 2 heeft de vorm van intensieve samenwerking tussen de drie partners: NIFV, Defensie Academie en Politieacademie, met een gezamenlijk programmabureau. In dit verband zijn ook de eerste verkenningen uitgevoerd voor een virtuele veiligheidsacademie. Veiligheidsplatform kennisinstellingen Op initiatief van Politieacademie, het NIFV en de HBO-raad is in het kader van integrale veiligheidszorg destijds het Veiligheidsplatform Kennisinstellingen opgestart, een bestuurlijk platform van waaruit een of meer deelnemers waar mogelijk bilaterale afspraken over onderlinge samenwerking maken en uitvoeren. Dit platform is actief. Begin 2008 is besloten om met het Veiligheidsplatform - met daarin onder meer het NIFV, de SSR (Stichting Studiecentrum Rechtspleging), het CCV (Centrum Criminaliteitspreventie Veiligheid) en de HBO-raad - verder te gaan als periodiek overleg tussen de bestuurders van de betrokken instellingen. De ervaring leert dat het platform voor dat doel, als licht bestuurlijk netwerk, het beste functioneert en minder geschikt is om met álle deelnemende instituten collectieve initiatieven te ontplooien. Politiemuseum In 2008 heeft het CvB de bestuurlijke uitgangspunten met betrekking tot de betekenis van de politiegeschiedenis voor de ontwikkeling van politieprofessionaliteit - en daarmee voor het politieonderwijs en voor onderzoek bevestigd. De samenwerking tussen Politieacademie en Politiemuseum vindt in dat licht plaats, bijvoorbeeld bij de collectievorming en de ontsluiting van historische bronnen en bij de ontwikkeling van leermiddelen op het gebied van politiegeschiedenis. Ook zijn de mogelijkheden uitgewerkt om de collectie- en archieffunctie ten aanzien van de politiegeschiedenis op de nieuwe concernlocatie te vestigen. Het gaat hier vooral om opslagruimte. 11

HOOFDSTUK 2 WERVING & SELECTIE Werving De Politieacademie heeft tot taak de personeelsvoorziening van de politie te ondersteunen door de landelijke werving van aankomende politiemedewerkers. De Politieacademie doet dat door de uitvoering van landelijke arbeidsmarktcampagnes van en voor de politie, zoals de nieuwe campagne Goed dat je er bent die in 2009 is gelanceerd. Verder verwerkt de Politieacademie sollicitaties van belangstellenden voor een functie bij de politie en beantwoordt ze hun vragen. De Politieacademie ondersteunt, als landelijke organisatie, alle korpsen in Nederland bij de werving van personeel en, in bredere zin, bij de vervulling van hun kwantitatieve en kwalitatieve personeelsbehoefte. De politie is in 2009 opnieuw uitgeroepen tot de meest favoriete werkgever in de non-profit sector. In 2009 is het Landelijk Contactcenter van start gegaan, het resultaat van de samenwerking tussen de korpsen op het gebied van werving & (voor)selectie, in de vorm van hun gezamenlijke uitbesteding van de voorselectie aan de Politieacademie. De samenwerking tussen korpsen bij de werving en (voor)selectie is één van de landelijke samenwerkingsafspraken politie. Het uiteindelijke doel van de afspraken op dit punt is dat de politie zich eenduidig als werkgever presenteert op de arbeidsmarkt, met kortere doorlooptijden voor de werving en selectie, tegen lagere kosten en met uniforme standaarden. De start van het Landelijk Contactcenter is de eerste belangrijke stap in de invoering van één landelijk uniform proces van werven (en selecteren). Een nog in te voeren Kandidaatvolgsysteem (2010) ondersteunt de korpsen en de Politieacademie daarbij. Alle belangstellenden voor een functie bij de politie komen nu in eerste instantie bij het Landelijk Contactcenter terecht in plaats van bij alle korpsen afzonderlijk. Het Contactcenter is het centrale loket van de politie waar aanmeldingen voor sollicitaties en voorlichtingsbijeenkomsten binnenkomen en worden verwerkt. Het Contactcenter beantwoordt alle vragen van belangstellenden en sollicitanten. Deze wervingsactiviteiten gaan vooraf aan de selectie van kandidaten op hun geschiktheid voor de uitoefening van het politievak (zie hoofdstuk 3). In 2009 zijn op het gebied van werving de volgende resultaten geboekt: aantal bezoekers van de wervingswebsite kombijdepolitie.nl : 1.059.410 (waarvan 774.407 uniek) aantal sollicitaties : 21.635 waarvan toegewezen : 12.061 van de toegewezen sollicitaties was 29% vrouw en 21% van niet-westerse, allochtone, herkomst. Een toegewezen sollicitant is een sollicitant die voldoet aan de vaste wettelijke minimumeisen (t.a.v. opleidingsniveau en leeftijd) en die is toegewezen aan een korps - waarna hij wordt geselecteerd. Resultaten werving 2006 2007 2008 2009 Aantal potentials [1] (t/m 2008) n.b. 14.795 16.864 Aantal toegewezen sollicitanten [2] (vanaf 2009) 12.061 Aantal unieke bezoekers van de wervingssite www.kombijdepolitie.nl 520.500 923.940 645.231 774.407 [1] Potentials = belangstellenden die aan de landelijke aanstellingsnormen voldoen. [2] Sollicitant getoetst aan de wettelijke eisen (minimaal opleidingsniveau en leeftijd) en na positieve toetsing toegewezen aan korps. Verder is in 2009: de nieuwe arbeidsmarktcampagne Goed dat je er bent gelanceerd; een gerichte werving met scherp schieten gestart (focus vrouwen en niet-westerse allochtonen) een nieuwe beursstand voor beurzen en evenementen in gebruik genomen. een interne vacaturebank voor doorstroomfuncties bij de politie gestart. een pilot Beroepsoriëntatiebijeenkomsten gestart. De bijeenkomsten vinden in 2010 plaats. De Politieacademie ondersteunt niet alleen de werving van aspiranten. Ze heeft in 2009 op contractbasis ook de werving uitgevoerd van recherchekundigen, AT-personeel (Arrestatieteams) en van persoonsbeveiligers (voor de DKDB). 12

Selectie De Politieacademie selecteert kandidaten voor een baan bij de politie op hun geschiktheid voor de uitoefening van het politievak en brengt daarover aan de korpsen (selectie-)adviezen uit, waarop de korpsen hun besluit tot aanstelling van de betreffende kandidaat kunnen baseren. De nieuwe politiefunctionaris stroomt vervolgens bij de Politieacademie in als student. De selectie van kandidaten gaat gemiddeld genomen 6 tot 9 maanden vooraf aan het moment van indiensttreding. Aantallen reguliere selecties 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Aantal 5.410 5.027 5.416 5.104 4.998 5.387 De gemiddelde doorlooptijd van de selectie deel A (taaltest, intelligentietest, persoonlijkheidsvragenlijst en sporttest) tot het verzenden van het selectierapport van de Politieacademie aan het korps bedroeg in 2009 28 werkdagen (2008: 28 werkdagen). De doelstelling om dit binnen 30 werkdagen af te handelen is daarmee gehaald. Het aantal kandidaten voor een reguliere selectie in 2009 bedroeg 5.387 (2008: 4.998). Van deze 5.387 selecties waren er 4.991 voor het niveau 2-4 en 396 voor het niveau bachelor en master. De korpsen hebben de aangeboden capaciteit niet volledig benut. Dit werd grotendeels veroorzaakt door de voorselectie die het merendeel van de korpsen in eigen beheer uitvoert. Het aantal kandidaten dat bij speciale projecten werd behandeld bedroeg 4.982 (2008: 3.285). Dit betreft speciale trajecten zoals persoonsbeveiligers, recherchekundigen, grensbewakers en arrestantenverzorgers. 13

HOOFDSTUK 3 ONDERWIJS Algemeen De Politieacademie verzorgt initieel en postinitieel Politieonderwijs. Het initieel onderwijs bereidt aspiranten voor op de algemene uitoefening van het politievak op vijf niveaus. De vijf niveaus van het initieel politieonderwijs komen overeen met de niveaus van het reguliere beroepsonderwijs (MBO) en het hoger onderwijs (HBO en WO): - Assistent Politiemedewerker (MBO-kwalificatieniveau 2, studieduur 1,5 jaar); - Politiemedewerker (MBO-kwalificatieniveau 3, studieduur 3 jaar); - Allround Politiemedewerker (MBO-kwalificatieniveau 4, studieduur 4 jaar); - Politiekundige bachelor (HBO-kwalificatieniveau 5, studieduur 4 jaar); - Politiekundige master (HBO/WO-kwalificatieniveau 6, studieduur 1 jaar na de Bachelor). Studenten die initieel politieonderwijs volgen zijn aspiranten: beginnende beroepsbeoefenaren, die tijdens hun studie in dienst zijn van een korps. Postinitieel onderwijs sluit aan op het initieel onderwijs en bereidt zittende politiemedewerkers voor op de uitoefening van leidinggevende en specialistische politietaken op de domeinen van het politievak. Het postinitieel onderwijs is opgebouwd uit meerjarige leergangen. De leergangen hebben een algemeen deel en één of meer afstudeerrichtingen. Leergangen zijn op hun beurt opgebouwd uit kernopgaven, die studenten ook veelal afzonderlijk volgen. Een aparte categorie kernopgaven zijn de functiegerichte applicaties. Dit betreft onderwijs dat heel specifiek is gericht op het verwerven van een bekwaamheid/ bevoegdheid voor bepaalde, bij wet, voorbehouden politiehandelingen. Het politieonderwijs, initieel en postinitieel, heeft een aantal basiskenmerken: het is duaal van opzet: de student leert afwisselend op de academie en op zijn werk in het korps; het is competentiegericht: het gaat uit van kernopgaven, die vragen om bepaalde competenties; het is contextgebonden: het is verbonden met de concrete politiepraktijk; het is gebaseerd op beroepsprofielen, gevalideerd door de politiepraktijk en vastgesteld door de minister. Initieel onderwijs Instroom Hieronder een overzicht van de ontwikkeling van de instroom in het initieel onderwijs in de jaren 2004-2009 per opleidingsniveau. Instroom per niveau 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Assistent Politiemedewerker 232 354 339 185 167 162 Politiemedewerker 534 669 1.054 1.395 1.069 856 Allround Politiemedewerker 703 757 852 919 1.026 791 Politiekundige bachelor 57 48 129 300 303 247 Politiekundige Master 7 8 3 29 6 18 Vrijwillige Politie 192 182 140 133 35 140 Totaal 1.725 2.018 2.517 2.961 2.606 2.214 Na 2007 is de totale jaarlijkse instroom afgenomen. Deze afname is relatief en absoluut het grootst bij de opleidingen tot (allround) politiemedewerker. Door de jaren heen zijn er weinig verschuivingen in de samenstelling van de instroom. Het aandeel vrouwelijke aspiranten bedraagt doorgaans zo n 35%. Het aandeel allochtone aspiranten schommelt rond de 7%. Met name het percentage Turkse studenten dat instroomt is in 2009 toegenomen. Daarnaast is er een groter aandeel allochtonen van niet-bekende afkomst. De gemiddelde leeftijd van de startende studenten blijkt iets te stijgen: 22 jaar voor de assistent politiemedewerker, 24 jaar voor de (allround) politiemedewerker. Het aandeel jonge studenten (jonger dan 20 jaar) is iets dalende. Elk korps besluit hoeveel aspiranten het aanneemt en op welk opleidingsniveau. Het aannamebeleid van korpsen loopt in de praktijk onderling zeer uiteen, maar is behoorlijk stabiel per korps. De korpsen 14

verschillen onderling in aantallen, samenstelling en opleidingsniveaus. Slechts bij tien korpsen stromen studenten in alle vijf de opleidingsniveaus in. Verder zijn er korpsen die niet meer dan één of twee opleidingsniveaus gebruiken. Ongewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren is de mate van overkwalificatie van studenten. 60 tot 70% van de instromende studenten zou wat hun vooropleiding betreft één of twee niveaus hoger kunnen instromen dan het niveau waarvoor het korps ze aanmeldt. In 2009 heeft de Politieacademie de overkwalificatie uitdrukkelijk onder de aandacht van korpsen (de RKC i.o.) gebracht. De overkwalificatie leidt tot klachten over de geringe zwaarte van het onderwijsprogramma, over te lange studieduur en over te weinig uitdaging tijdens de studie. Het aantal op te leiden studenten houdt verband met de sterktedoelstelling voor de politie. De minister van BZK bekostigt het initieel politieonderwijs met een sterktebudget. Daarnaast bekostigt de minister de initiële opleiding van zittende medewerkers van politiemedewerkers, die doorstromen van bijvoorbeeld een administratieve naar een executieve functie bij de politie. Ten derde nemen korpsen tegen betaling initieel onderwijs af (contractonderwijs). De instroom in 2009 is als volgt bekostigd: Instroom per bekostigingsvorm Begroting Realisatie Verschil Bekostigd instroom 2.035 1.731-304 Bekostigd doorstroom 288 251-37 Contractonderwijs 192 232 40 Losse kernopgaven 0 35 35 Totaal 2.515 2.249-266 In september 2009 spraken de minister en de korpsbeheerders in een financieel akkoord af dat in de periode 2010-2012 gemiddeld 1600 aspiranten naar de opleiding worden gestuurd. Dat aantal vinden zij toereikend om ook na 2014 op de beoogde politiesterkte te blijven. In het najaar van 2009 is de termijn van inschrijving van aspiranten op verzoek van de minister en de korpsbeheerders verlengd tot eind november, om korpsen in de gelegenheid te stellen te voldoen aan de 1600-afspraak tussen de minister en het KBB (Korpsbeheerdersberaad). Ook na de verlengde inschrijvingstermijn bleken de aanvragen van de korpsen voor de initiële opleidingsplaatsen in 2010 sterk achter te blijven. De totale inschrijving stokte eind 2009 rond de 1200. De korpsen geven aan dat hun financiële situatie hiervoor de belangrijkste reden is. Door- en uitstroom Het aantal ingestroomde studenten dat uiteindelijk hun diploma behaalt, stijgt licht. Het numerieke rendement stijgt van ca. 80% van de cohorten 2002-2004 naar gemiddeld zo n 82,5% in de latere jaren. Anders gezegd bedraagt het gemiddelde uitvalpercentage zo n 17,5%: een dalende tendens. Bij de groep vrijwillige politie ligt het percentage geslaagden tussen de 55 en 60%. De gemiddelde studieduur van de geslaagden is bij de meeste opleidingsniveaus iets korter dan de nominale studieduur; voor de politiekundige bachelors zelfs flink korter, namelijk 3 jaar in plaats van 4 jaar. Dit is het effect van de verkorte onderwijstrajecten en het vrijstellingenbeleid. Daar staat tegenover dat de gemiddelde uitvaller relatief laat de initiële opleiding verlaat, gemiddeld pas in de tweede helft van de studie. Onder het overall slaagpercentage van 82,5% zitten grote verschillen. Zo verschilt het aantal geslaagden en dus ook het aantal uitvallers per korps. Het percentage uitvallers is vanaf 2003 het grootst in de korpsen Rotterdam-Rijnmond en Limburg-Noord en bedraagt zo n 20%, terwijl die voor de korpsen Zaanstreek-Waterland en Twente ongeveer 8,5% bedraagt. Ook zijn er verschillen tussen de leeftijdsgroepen. Naar verhouding komen meer uitvallers voor in de jongste groep (onder de 20 jaar) en in de oudere groepen boven de 30 jaar. Van alle ooit gestarte allochtone studenten haakt 25% voortijdig af, terwijl dit bij de autochtone studenten 15% bedraagt. De organisatie van het onderwijs is de meest genoemde reden om te stoppen met de opleiding, gevolgd door de opleiding was totaal anders dan verwacht. Het stoppen met de opleiding is op eigen verzoek (vrijwillig) dan wel op verzoek van het korps (onvrijwillig). 15

Uitstroom Einde opleiding Uitstroom onvrijwillig vrijwillig met diploma Assistent politiemedewerker 7% 11% 82% Politiemedewerker 11% 9% 80% Allround politiemedewerker 7% 13% 80% Politiekundige bachelor 4% 12% 84% Politiekundige master 5% 17% 78% Totaal 9% 11% 80% Postinitieel onderwijs Het postinitieel onderwijs sluit aan op het initieel onderwijs en bereidt zittende politiemedewerkers voor op de uitoefening van leidinggevende en specialistische politietaken op de volgende domeinen van het politievak: - recherche; - gevaarsbeheersing; - verkeer & milieu; - leiderschap (op operationeel, tactisch en strategisch niveau). Aan het begin van dit hoofdstuk is de opbouw van het postinitieel onderwijs al toegelicht. In onderstaand overzicht is het aantal studenten vermeld, dat heeft deelgenomen aan kernopgaven en leergangen binnen de verschillende domeinen. De aantallen studenten zijn in minderheid de studenten per leergang en in meerderheid de aantallen studenten per kernopgave. Aantal studenten per domein 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Leiderschap 569 1.356 382 871 3.604 4.958 Verkeer & Milieu 987 628 1.109 846 929 5.821 Gevaarsbeheersing 695 960 1.015 1.465 1.523 4.822 Recherche & Vreemdelingentoezicht 1.874 1.474 2.691 3.145 4.023 5.593 Totaal 4.125 4.418 5.197 6.327 10.079 21.194 Door de integratie van de maatwerkactiviteiten in het postinitiële onderwijs naar aanleiding van de reorganisatie in 2009, zijn de aantallen studenten niet goed te vergelijken met voorgaande jaren. Dit betreft veel trainingen en specials, kortlopend, met veel studenten. Net als bij het initieel onderwijs geven de korpsen ruim van te voren aan hoeveel opleidingsplaatsen zij het daaropvolgende jaar af zullen gaan nemen. Jaarlijks stelt de minister van BZK een loopbaanbudget ter beschikking voor postinitieel onderwijs. Dat budget wordt vertaald in aantallen opleidingsplaatsen postinitieel onderwijs, te verdelen onder de korpsen. De korpsen schrijven op basis hiervan medewerkers in voor het postinitieel onderwijs. Voor zover de korpsen meer vraag hebben naar postinitieel onderwijs dan het loopbaanbudget van de minister toelaat, betalen zij dat zelf ( contractonderwijs ). Tijdens het jaar worden onvermijdelijk opleidingen geannuleerd. Onderstaand overzicht bevat de aantallen ingeschreven en geannuleerde opleidingsplaatsen per bekostigingsvorm. Het annuleringspercentage wordt mede bepaald door het samenvoegen van groepen studenten en door onderlinge overname van opleidingsplaatsen door korpsen, na annulering. Ook zijn er conform de zgn. samenspelregels verschuivingen geweest van contractplaatsen naar bekostigde plaatsen. Voor de volledigheid zijn tussen haakjes de gegevens over 2008 aangegeven. Inschrijvingen Ingevuld Annulering % annulering Taakonderwijs 6.560 (7.804) 5.288 (5882) 1.272 (1922) 19% (25%) Contractonderwijs 18.039 (5565) 14.904 (3573) 3.135 (1992) 17% (36%) VOV onderwijs 1.096 (718) 1.002 (624) 94 (94) 9%(13%) Totaal 25.695 (14.087) 21.194 (10.079) 4.501 (4008) 18%(28%) 16

Qua zuivere productie is er op het gebied van taakonderwijs in 2009 wat minder uitgevoerd dan in 2008. Daarentegen is uitvoering van contractonderwijs fors gestegen. Een belangrijke kanttekening hierbij is dat de productiecijfers voor contractonderwijs niet te vergelijken zijn met de situatie van 2009. Dit komt omdat maatwerkonderwijs dat in 2009 werd uitgevoerd door de Faculteit Bijzondere Politiekunde & Leiderschap (onder onderaannemerschap van Maatwerk) niet in de registratie werd meegenomen en in 2009 wel. De contractproductiecijfers zijn dus geen goede graadmeter, maar als op basis van de omzet wordt gekeken, is het contractonderwijs met 29% gestegen ten opzichte van 2008, inclusief dat deel dat via onderaannemerschap is uitgevoerd. Opvallend is dat korpsen weliswaar hun virtuele budget beter hebben benut dan in 2009, maar dat er nog steeds een groot aantal annuleringen is en ook een onveranderd hoog deel van het loopbaanbudget uiteindelijk niet is benut. Deze onderbenutting door annuleringen gaf de Politieacademie nauwelijks kansen om capaciteit te herbenutten c.q. financiën anders te verdelen. In de nieuwe samenspelregels voor 2010 en verder is dit punt opgepakt en zullen de korpsen beter dan voorheen gefaciliteerd worden in het inzicht in de mate waarin zij hun deel van het loopbaanbudget benutten. Hierboven werden de samenspelregels al aangehaald. Deze samenspelregels betreffen afspraken tussen de Politieacademie en de korpsen, die worden gehanteerd bij het inschrijven en annuleren van opleidingsplaatsen. Het doel van deze samenspelregels is de vraag en het onderwijsaanbod zodanig op elkaar af te stemmen dat het beschikbare loopbaanbudget volledig wordt benut. De samenspelregels zijn in 2009 geëvalueerd. De evaluatie van de werking van deze samenspelregels in 2009 liet zien dat de regels houvast en duidelijkheid bieden. In 2009 is op basis van die evaluatie besloten tot een aantal aanpassingen, zoals: - één regeling voor het gehele onderwijs; - boeken is betalen, wat voorkomt dat gewilde opleidingen worden volgeboekt om zo zekerheid te krijgen, zonder dat de intentie bestaat om alle plaatsen ook echt af te nemen; - één uniforme annuleringstermijn; - een sterke vereenvoudiging van de getrapte annuleringstermijnen (50%-100%) en vervanging door een terugbetaalregeling bij annulering (korps of Politieacademie); - een onderwijsgarantie aan de korpsen: het onderwijs gaat door, ook bij minimale inschrijving. Examinering en EVC s Examinering Studenten leggen ter afsluiting van onderdelen van het initiële en postinitiële onderwijs (kernopgaven) proeven van bekwaamheid (examens) af. De afname van examens gebeurt onafhankelijk van de uitvoering van het onderwijs door het Bureau Examinering van de Politieacademie. Aantal examens 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Aantal 41.500 41.834 52.530 53.676 56.583 56.775 Beroepscommissie examens De Politieacademie kent een onafhankelijke Commissie van Beroep voor de Examens, op basis van de wet op het Politieonderwijs, waar studenten beroep kunnen aantekenen tegen de uitslag van examens. Hieronder een overzicht van de aantallen door de commissie behandelde beroepschriften. Uitspraak 2007 2008 2009 Niet ontvankelijk 14 29 10 Ongegrond 495 438 411 Gegrond met vernietigend besluit 174 203 128 Gegrond met herkansing 116 113 106 Totaal 799 783 655 17

Het aantal beroepschriften is afgenomen. Afgaande op de cijfers, is met name bij de kernopgaven van het initieel onderwijs, de kwaliteit van de examinering verbeterd. De uitspraken van de commissie waren als volgt: Uitspraak Opleiding/leergang Gegrond met vernietiging Gegrond herkansing Ongegrond 2007 2008 2009 2007 2008 2009 2007 2008 2009 Initieel 139 163 108 99 79 81 401 333 334 Postinitieel 31 29 18 16 12 20 72 49 66 Divers en overige 4 11 2 10 4 5 22 13 2 Totaal 174 203 128 115 113 106 495 438 441 Ongegrond verklaring betekent, dat de commissie het genomen besluit (vaststelling examenresultaat) in stand laat. Gegrond verklaring betekent dat een nieuw besluit genomen moet worden met inachtneming van de uitspraak van de commissie. Gegrond verklaring met een recht op herkansing betekent praktisch dat de student recht heeft op een herkansing, zonder dat er sprake is van een gemiste examenkans. EVC s Dat het politieonderwijs competentiegericht is, houdt ook in dat rekening wordt gehouden met de competenties die de student eerder verworven heeft, door opleiding, werkervaring of op een andere manier. De erkenning van verworven competenties (EVC) leidt tot vrijstellingen van examenonderdelen of proeven van bekwaamheid en leidt tot vermindering van de studiebelasting en veelal tot verkorting van de totale studieduur. Aantal EVC procedures 2005 2006 2007 2008 2009 Initieel 476 490 723 610 252 Postinitieel 381 376 612 642 454 Totaal 857 866 1335 1252 706 In 2009 is EVC-procedure sterk vereenvoudigd. Verder is eind 2008 een overzicht Relevante Initiële Competenties (RIC) vastgesteld als hulpmiddel voor korpsen en politiemedewerkers voor standaard toelatingen en vrijstellingen in het politieonderwijs. Het RIC geeft aan op basis waarvan studenten in aanmerking komen voor verkorte trajecten en vrijstellingen. Een gevolg van deze standaardregeling is dat het onderwijs in de meeste gevallen de EVC-aanvragen van studenten zelf kan afhandelen (wat veel sneller gaat) en dat studenten zelf direct inzicht hebben. Door deze standaardvrijstellingen is het aantal EVC-procedures in 2009 fors gedaald ten opzichte van 2008. Bovendien is de doorlooptijd van de EVCprocedure verder verkort. Doorlooptijd EVC's in dagen 2006 2007 2008 2009 Initieel niveau 2 t/m 4 12,2 15,9 15,9 13,2 Initieel niveau 5 en 6 31,9 15,9 18,3 18,2 Niveau 4 postinitieel (OLL, Milieu, Verkeer, Gevaarsbeheersing, 26,3 20,3 16,9 13,7 Tactische en Technische Recherche) Niveau 5 postinitieel (LL, TLL-R, Recherchekundige) 28,9 24,7 17,0 13,7 Kwaliteitszorg onderwijs De Politieacademie heeft een stelsel van kwaliteitszorg met een aantal instrumenten voor het meten van de onderwijskwaliteit, zoals evaluaties die per kernopgave de tevredenheid meten en onderzoek onder afgestudeerden, dat de aansluiting tussen het onderwijs en de praktijk in kaart brengt. 18